Inspectierapport Kiboekoe (BSO) Duiselseweg 2B 5511KP KNEGSEL Registratienummer 719104592
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost Eersel 28-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 01-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het onderzoek richt zich op items uit de domeinen Pedagogisch klimaat, Personeel en groepen.
Beschouwing Kinderopvang Kiboekoe is een particuliere kinderopvangorganisatie, die aangesloten is bij de Landelijke Vereniging Agrarische Kinderopvang (VAK). De agrarische kinderopvang geeft kinderen de mogelijkheid om kennis te maken met een buitenruimte in de natuur. De boerderij heeft ontwikkelingsmogelijkheden en uitdagingen te bieden. Kiboekoe is op 6 augustus 2012 in exploitatie gegaan. Het kindercentrum is gevestigd op het erf van een melkveebedrijf in Knegsel. De boerderij ligt aan de doorgaande weg van Knegsel naar Duizel, vlakbij de snelweg. Het kindercentrum is ten dele in de stal gebouwd. Vanuit de groepsruimten hebben kinderen zicht op de activiteiten in de jongveestal. Het kindercentrum beschikt over drie groepsruimten. Op de begane grond bevinden zich twee groepsruimten voor de dagopvang. Op de eerste etage is de peutergroep (voormalige peuterspeelzaal) ondergebracht in de groepsruimte van de BSO. De peutergroep is niet aanwezig buiten schooltijden en niet in de vakanties. De BSO beschikt over een groepsruimte op de eerste etage. De basisgroep bestaat uit maximaal 20 kinderen. De BSO is geopend van maandag tot en met vrijdag. Er wordt ook VSO uitgevoerd op de locatie. Inspectiegeschiedenis Het onderzoek na aanvraag registratie is op 4 juli 2012 uitgevoerd. Op 3 december 2012 is een onderzoek na aanvang exploitatie uitgevoerd. Er werd tijdens dit laatste onderzoek een overtreding geconstateerd op domein 1.2 instellen oudercommissie. Er heeft geen handhaving plaatsgevonden, omdat de oudercommissie begin 2013 zou worden ingesteld. Op 27 augustus 2013 is een onaangekondigde reguliere inspectie uitgevoerd. Na overleg en overreding voldeed de buitenschoolse opvang aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op 16 september 2014 is een onaangekondigde verkort reguliere inspectie uitgevoerd. De getoetste items voldeden, na overleg en overreding op de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (item vierogenprincipe) aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Huidige inspectie Op 28 april 2015 is een onaangekondigd jaarlijke onderzoek uitgevoerd. Hierin zijn een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, die betrekking hebben op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk (Pedagogisch klimaat, Personeel en groepen). De inspectie heeft plaatsgevonden in de meivakantie, waardoor er de gehele dag kinderen op de buitenschoolse opvang aanwezig waren. Tijdens de inspectie heeft een interview plaatsgevonden met de houder. Conclusie Tijdens het huidige inspectiebezoek is geconstateerd dat de buitenschoolse opvang voldoet aan de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen.
3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP) De buitenschoolse opvang is met 20 kindplaatsen geregistreerd in het LRKP onder nummer 719104592.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "pedagogisch klimaat". Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld:
emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 - 12 (januari 2015).
Pedagogische praktijk De observatie op buitenschoolse opvang van Kiboekoe heeft plaatsgevonden op dinsdag 28 april 2015. Er waren 5 kinderen aanwezig. De kinderen werden begeleid door een vaste beroepskracht. Tijdens het interview met de beroepskracht blijkt, dat de houder er zorg voor draagt dat beroepskrachten goed op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 - 12 (januari 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Tijdens de observatie is gezien dat er een aangename sfeer in de groep is. De kinderen toonden in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelden. Tijdens het buiten spelen werd er gezamenlijk een spelletje gespeeld. Terug op de groep kregen kinderen de gelegenheid om vrij te spelen. Enkele kinderen speelden samen een rollenspel in het winkelhoekje. Een ander kind trok zich even terug op de zitzak. De beroepskracht kwam, vanuit het keukentje, vragen of de kinderen iets wilden drinken. De kinderen konden kiezen uit ranja of thee. Eenmaal gezamenlijk aan tafel gingen de kinderen en de beroepskracht gezellig met elkaar in gesprek. Het gesprek ging onder andere over je tong verbranden aan hete thee, over wat de kinderen na het drinkmoment graag wilden gaan doen en over andere onderwerpen uit de leefomgeving van de kinderen. De kinderen en de beroepskracht droegen bij aan de voortgang en inhoud van het gesprek (dialoog). De beroepskracht sloot aan op hetgeen de kinderen vertelden en droeg daarnaast, in haar antwoord, bij aan de ontwikkeling van de kinderen.
5 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. De beroepskracht sloot bij de keuze voor activiteiten aan op wensen en ideeën van kinderen. De beroepskracht organiseerde en benutte de activiteiten voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier. De kinderen kregen de kans om zichzelf en elkaars kunnen te ontdekken. Tijdens de observatie kregen de kinderen de gelegenheid om te knutselen. Twee meisjes wilden dat graag, terwijl de jongens kozen voor vrij spelen. De meisjes kregen materiaal aangereikt voor het knutselen met bloemen. De beroepskracht legde uit wat ze daarmee konden doen. De beroepskracht overlegde met de kinderen over het materiaal en bekrachtigde het positieve gedrag van de meisjes toen ze aangaven om zuinig te zijn met het papier. De jongens vermaakten zich ondertussen prima. Ze speelden met de verschillende materialen, in de verschillen speelhoeken. De beroepskracht vroeg op een gegeven moment aan de jongens, wat ze aan het doen waren? De jongens legden uit dat ze een rollenspel speelden; ze hadden de auto volgepakt met speelgoed uit de diverse speelhoeken. De beroepskracht ging in op het spel van de jongens en stelde hen gericht prikkelende vragen over de verzamelde "spullen". Ze sloot aan bij het fantasiespel en de ontwikkeling van de individuele kinderen. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De kinderen zijn deel van de groep. Tijdens de observatie is gezien, dat de beroepskracht aansloot op de persoonlijke eigenheid van kinderen. Zij benoemde en waardeerde de inbreng van alle kinderen. Toen een groter kind een opmerking maakte over hetgeen een jonger kind constateerde, greep de beroepskracht in. Ze vroeg het oudere kind begrip te hebben voor de opmerking van de ander, door aan te geven dat ieder zijn eigen mening of idee mag hebben. De kinderen werden gestimuleerd om materialen samen te delen. De kinderen werden gestimuleerd om deel te nemen aan een gezamenlijke activiteit, maar kozen zelf of ze daarin mee wilden doen. De beroepskracht gaf ook aan dat kinderen best allerlei materialen tevoorschijn mogen halen om samen mee te spelen, maar dat samen opruimen er vervolgens wel bij hoort. Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen. De beroepskracht gaf de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze was vriendelijk, ze luisterde en ze hielp waar nodig. Ze was consequent in wat ze uitdroeg en hoe ze zelf handelde. De beroepskracht communiceerde in heldere taal en met een correcte woordkeuze. Conclusie Tijdens de observatie is gezien, dat wordt voldaan aan de volgende basisdoelen: - Emotionele veiligheid - Persoonlijke competentie - Sociale competentie - Overdracht van normen en waarden 6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. F. Bierens-Claas, houder) Interview anderen (beroepskracht) Observaties (28 april 2015) Pedagogisch werkplan (versie februari 2015) Observatie Dag: dinsdag 28 april 2015 Tijd: 14.00 - 15.00 uur Aanwezige kinderen: 5 Aanwezig personeel: 1 beroepskracht
7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Personeel en groepen Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 wordt van alle medewerkers getoetst of VOG is opgenomen in continue screening of tenminste niet ouder zijn dan twee jaar. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie.
Verklaring omtrent het gedrag De Verklaringen Omtrent het Gedrag (VOG) , die in het kader van de continue screening zijn aangevraagd, van 2 beroepskrachten zijn tijdens eerdere inspecties getoetst. De VOG's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Tijdens eerdere inspecties zijn de diploma's van de beroepskrachten ingezien. Deze voldoen aan de voorwaarden. De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Opvang in groepen De BSO bestaat uit één basisgroep. Basisgroep Buitenschoolse opvang (De verrekes)
Leeftijd 4 - 13 jaar
Maximum aantal kinderen 20
In week 17 zijn de onderstaande kinderaantallen aanwezig op de voor- en naschoolse opvang. Dag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
VSO (voorschoolse opvang) 2 4 2 -
BSO (naschoolse opvang) 9 18 4 2
Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de inspectie zijn er voldoende beroepskrachten ingeroosterd. Ook uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en het personeelsrooster van week 17 en 18 blijkt dat de juiste norm wordt gehanteerd. Er werden voldoende beroepskrachten ingezet.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. F. Bierens-Claas, houder) Interview anderen (beroepskracht) Observaties (28 april 2015) Presentielijsten (week 17 en 18) Personeelsrooster (week 17 en 18) 8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Kiboekoe : http://www.kiboekoe.nl : 20
Gegevens houder Naam houder Website KvK nummer
: Maria Petronella Bierens-Claas : www.kiboekoe.nl : 51945584
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Eersel : Postbus 12 : 5520AA EERSEL
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Maya van Heerebeek
28-04-2015 18-05-2015 03-06-2015 01-06-2015 02-06-2015
: 02-06-2015 : 23-06-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum Tijdens het telefonisch hoor en wederhoor op maandag 1 juni 2015 heeft de houder aangegeven, dat zij akkoord gaat met de inhoud van het concept inspectierapport. Er wordt geen gebruik gemaakt van een zienswijze.
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-04-2015 Kiboekoe te KNEGSEL