Inspectierapport Idefix en Obelix (BSO) Drostenhof 2a 9451KG ROLDE Registratienummer

Inspectierapport Idefix en Obelix (BSO) Drostenhof 2a 9451KG ROLDE Registratienummer 150580319

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Drenthe Aa en Hunze 26-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 30-04-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 5 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12

2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-03-2015 Idefix en Obelix te ROLDE

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op basis van voorgaande inspecties zijn de items uit deze inspectie geselecteerd. Beschouwing Buitenschoolse opvang Idefix en Obelix is verdeeld over twee panden in Rolde en is onderdeel van Stichting Kinderopvang Rolde. Er wordt gewerkt met vier basisgroepen voor in totaal 60 kinderen. Tijdens de inspectie namen de coördinator en de medewerkers de tijd om de toezichthouder te woord te staan. De gevraagde documenten zijn binnen de gesteld termijn ontvangen. Inspectiegeschiedenis: De voorgaande jaren (2011 tot en met 2014) voldeed buitenschoolse opvang Idefix en Obelix aan de voorwaarden die getoetst zijn. Tijdens deze inspectie is naar voren gekomen dat er niet altijd wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Voor informatie wordt verwezen naar de toelichting bij het onderdeel personeel en groepen..

Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding Bij    

het onderdeel pedagogisch klimaat zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden.

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra en peuterspeelzalen, december 2014. Pedagogische praktijk De medewerkers zijn op de hoogte van het pedagogisch beleid. Deze wordt besproken en zo nodig aangepast. Op buitenschoolse opvang Idefix en Obelix wordt gewerkt met vier basisgroepen. De groepen zijn ingedeeld naar leeftijd en hebben een eigen naam. Wanneer kinderen binnen komen worden ze welkom geheten en de medewerker vraagt hoe het op school is geweest. Na het drinken vraagt de medewerker waar de kinderen gaan spelen, dit wordt bijgehouden zodat duidelijk is waar de kinderen zijn. Wanneer een medewerker twee kinderen weg moet brengen verteld ze het kind wat achterblijft wat ze gaat doen en waar haar collega's zijn. Op buitenschoolse opvang Idefix en Obelix mogen de kinderen van de oudste drie groepen zelf aangeven waar ze willen spelen. Er worden activiteiten aangeboden zoals Zumba. Kinderen zijn aan het schilderen, tekenen, kleien, doen een spel of spelen buiten op het eigen terrein of op het schoolplein. Kinderen mogen alleen met toestemming van de ouders op het schoolplein spelen. Wanneer een meisje aangeeft ook op het plein te willen spelen gaat ze de locatie rond om te inventariseren welke kinderen nog meer mee willen met haar en een pedagogisch medewerker. Ze levert een briefje met namen in bij de medewerker die achter blijft. Een jongen bedenkt zelf een spel met papieren vliegtuigjes en de medewerker geeft hem een compliment. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. De medewerker laat de kinderen vertellen wanneer ze op de verdieping in de groepsruimte mogen spelen. De medewerker attendeert de kinderen erop dat ze eerst moeten opruimen waar ze mee gespeeld hebben voor dat er met iets ander gespeeld wordt. Wanneer een jongen op de bank staat geeft de medewerker aan dat ze dat niet leuk vindt. Kinderen worden gewezen op risico's betreffende veiligheid. De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de vier pedagogische basisdoelen. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw R. Pruntel)  Interview anderen (pedagogisch medewerkers)  Observaties (Tijdens binnenkomst kinderen en vrij spel)  Pedagogisch beleidsplan


Personeel en groepen Inleiding Bij het onderdeel personeel en groepen zijn de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag In 2014 is een steekproef gedaan van de verklaringen omtrent het gedrag van de medewerkers. Er zijn sinds die tijd geen nieuwe medewerkers werkzaam op buitenschoolse opvang Idefix en Obelix. De verklaringen omtrent het gedrag van de stagiaires zijn ingezien op de locatie. Er wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de verklaringen omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie In 2014 is een steekproef gedaan van de diploma's van de medewerkers. Er zijn sinds die tijd geen nieuwe medewerkers werkzaam op buitenschoolse opvang Idefix en Obelix. E wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Buitenschoolse opvang Idefix en Obelix werkt met vier basisgroepen voor in totaal 60 kinderen. Basisgroep Idefix zit in een apart gebouw en de groepen Obelix, Asterix en Hieroix zitten bij elkaar in een pand. Beroepskracht-kindratio Uit een steekproef van de weken 14, 15 en 16 kan geconcludeerd worden dat er op groep Idefix niet altijd wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Op de volgende dagen wordt niet voldaan: 30-03-2015 tot 1500 uur--> 11 kinderen en 1 pedagogisch medewerker. 07-04-2015--> 11 kinderen en 1 pedagogisch medewerker Volgens de rekentool op www.1ratio.nl moeten er twee pedagogisch medewerkers worden ingezet. Op de groepen Obelix, Astrix en Hieroix is de beroepskracht-kindratio op locatieniveau berekend. Na het drinkmoment mogen de kinderen van de drie groepen zelf weten waar te spelen. Op locatieniveau voldoen de groepen Obelix, Asterix en Hieroix aan de beroepskracht-kindratio. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.


De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal op buitenschoolse opvang Idefix en Obelix is Nederlands. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw R. Pruntel)  Interview anderen (pedagogisch medewerkers)  Observaties (Tijdens binnenkomst kinderen en vrij spel)  Verklaringen omtrent het gedrag (Ingezien op locatie en steekproef 2014)  Diploma's beroepskrachten (steekproef 2014)  Plaatsingslijsten (Ontvangen op 16-04-2015)  Presentielijsten (Ontvangen op 16-04-2015)  Personeelsrooster (Ontvangen op 16-04-2015)


Veiligheid en gezondheid Inleiding Bij het onderdeel veiligheid en gezondheid is getoetst of de houder jaarlijks een risico inventarisatie uitvoert. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd in oktober 2014. Gebruikte bronnen:  Risico-inventarisatie veiligheid (Ingezien op locatie)  Risico-inventarisatie gezondheid (Ingezien op locatie)  Actieplan veiligheid (Ingezien op locatie)  Actieplan gezondheid (Ingezien op locatie)  Veiligheidsverslag (Ingezien op locatie)  Gezondheidsverslag (Ingezien op locatie)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5, 8 en 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 onder f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: Idefix en Obelix : http://www.kinderopvangrolde.nl : 60

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Stichting Kinderopvang Rolde Drostenhof 2a 9451KG ROLDE www.kinderopvangrolde.nl 41019560

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Drenthe Postbus 144 9400AC ASSEN 0592-306300 Tannette Jansen

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Aa en Hunze : Postbus 93 : 9460AB GIETEN

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

26-03-2015 23-04-2015 29-04-2015 30-04-2015 30-04-2015

: 30-04-2015 : 30-04-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze via de mail ontvangen op 29-04-2015 Zienswijze Kinderopvang Rolde Betreft: Zienswijze inspectierapport Buitenschoolse opvang Rolde Onderzoeksdatum: Concept rapport GGD 23 april 2015 Datum: 28 april 2015

Beste Tannette Jansen, Het concept rapport heb ik ontvangen en met aandacht gelezen. In de gemaakte opmerking dat er op de groep Idefix niet altijd wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio, in plaatst van10 kinderen op 1 pedagogisch medewerker,11 kinderen op 1 pme, kan ik mij vinden. Echter: overschrijden wij het leidster-kind ratio met 1 kind, dan kijken wij naar de groepssamenstelling en wat dit betekent voor de kinderen en de pedagogisch medewerkers. Op de presentielijsten van de bso locaties, die u heeft gecontroleerd, staan per dag meer kinderen dan daadwerkelijk komen. Dit komt doordat een aantal ouders om belastingtechnische redenen hebben gekozen voor een opvangpakket van naschoolse opvang gecombineerd met tussen schoolse opvang, terwijl ze soms alleen gebruik maken van de tussen schoolse opvang. De kinderen die weinig gebruik maken van naschoolse opvang terwijl ze wel op de lijst staan, vormen een consistente groep. Daarom wordt er in de planning uitgegaan van een kleinere groep dan op de presentielijsten staat aangegeven. Tevens zijn er een aantal kinderen die naschools gaan sporten buiten onze opvang die ook op de lijst staan en niet komen of gemiddeld een half uurtje aanwezig zijn. De personele roosters en de bezetting van de kinderen geven daarom wel eens een vertekend beeld. Daarnaast is er voor de Idefix een stagiaire aanwezig die niet op het rooster wordt weergegeven. Deze punten in ogenschouw nemende durf ik de volledige verantwoordelijkheid m.b.t. dit punt op me te nemen. Met vriendelijke groet, Regiena Pruntel Locatiehoofd BSO Drostenhof 2a 9451 KG Rolde


Inspectierapport Idefix en Obelix (BSO) Drostenhof 2a 9451KG ROLDE Registratienummer

Recommend Documents