Inspectierapport BSO De Kienehoef (BSO) Bremhorst 2a 5491LR SINT-OEDENRODE Registratienummer 314592945
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Sint-Oedenrode 15-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 06-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang (BSO) Kienehoef bevindt zich op de bovenverdieping van het clubgebouw van de tennisvereniging. De BSO beschikt over een goed ingerichte leefruimte met diverse speelhoeken. Er wordt nauw samengewerkt met het kinderdagverblijf de Kienehoef welke op de benedenverdieping gehuisvest is. De peutergroep van het kinderdagverblijf heeft een groepsruimte op de eerste verdieping waar drie ochtenden in de week opvang geboden wordt. De kinderen hebben de gelegenheid om gebruik te maken van de sportvelden wat tijdens de inspectie ook gebeurde. Op de BSO wordt zowel naschoolse als voorschoolse opvang geboden. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT) Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Inspectiegeschiedenis 28-10-2014 Jaarlijks onderzoek; een overtreding overschrijding van het kinderaantal. 15-12-2014; Brief gemeente Sint Oedenrode; register is aangepast op het kinderaantal. Geen handhaving. 2012 en 2013 Geen overtredingen. Conclusie Er zijn geen overtredingen uit deze beperkte inspectie gekomen. Aandachtspunt Op momenten dat er 1 beroepskracht aanwezig is bij buitenspelen op het openbaar sportterrein, wordt er extra oplettendheid gevraagd van de beroepskracht. Dit heeft te maken met het feit dat kinderen op diverse plekken kunnen spelen en ook willen spelen gezien de diverse leeftijden van de aanwezige kinderen. Goede afspraken met de kinderen zijn hiervoor noodzakelijk. Tijdens de inspectie was zichtbaar dat de beroepskracht hier continue aandacht voor moest houden en ook had. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van het rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Op het moment van inspectie is er een beroepskracht aanwezig. De beroepskracht weet globaal wat de vier pedagogische basisdoelen inhouden. Bij het teamoverleg staat het pedagogisch beleid geagendeerd. De beroepskracht geeft aan dat het locatie specifiek pedagogisch beleidsplan aangepast is. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen
De beroepskracht kent ieder kind van de groep; ze kent de kinderen bij naam en kan bijzonderheden benoemen. De beroepskracht gedraagt zich sensitief en responsief naar de kinderen. Bijvoorbeeld: de beroepskracht reageert adequaat op reacties van kinderen, bijvoorbeeld een kind wat stilletjes is betreft ze door het kind op weg te helpen door hem een fietsje aan te bieden, waarop hij snel weg spurt. Respectvol contact; de beroepskracht heeft korte gesprekjes met de kinderen, waarbij een dialoog plaatsvindt. Gesprekken gaan over schoolreisje wat plaatsgevonden heeft, diverse dieren. Respectvolle intimiteit; de beroepskracht heeft vanzelfsprekend en gepast lichamelijk contact. Bijvoorbeeld een kind zoekt contact door te vragen of ze mag knuffelen. De beroepskracht neemt haar op schoot en het kind vindt dit prettig en valt bijna in slaap. De beroepskracht legt uit dat het kind de eerste week op de basisschool is en daardoor erg moe op de BSO komt.
De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen
Individuele aandacht; de beroepskracht laat merken dat ze de kinderen accepteert zoals ze zijn. Ze geeft complimentjes, maakt grapjes en treedt bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. 4 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Extra steun; de beroepskracht biedt op passende wijze steun aan kinderen die dat om wat voor reden dan ook nodig hebben.
Persoonlijke competentie Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen
Kinderen krijgen de ruimte voor zelfsturing, maar de beroepskracht is voor de kinderen beschikbaar als hulp en controlepunt voor wat kan en mag. Bijvoorbeeld: een kind wat de appel nog niet opgegeten heeft wordt teruggeroepen of een kind dat te ver uit het zicht fietst op haar driewieler wordt gevraagd om niet verder te gaan dan de pion. De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op gepaste manier op aan. Bijvoorbeeld: de beroepskracht ziet wanneer kinderen even rust of aandacht nodig heeft en reageert daar op door vragen te stellen of aandacht te geven.
Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting
Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. Bijvoorbeeld: de kinderen mogen vrij spelen op het tennisveld, twee jongens gaan voetballen en de meiden gaan een tent bouwen, De wat kleinere kinderen gaan fietsen. Daarnaast wordt er ruimte geboden om voor kinderen die dat fijn vinden even rustig te zitten en uit te rusten. Buitenactiviteiten. Gedurende de observatie wordt er eerst met zijn allen wat gedronken aan de tafel buiten en daarna wordt er gespeeld. De beroepskracht geeft aan dat er als het enigszins kan naar buiten gegaan wordt.
Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie
Samen spelen samen leren. De beroepskracht zet gerichte activiteiten en materialen in om de kinderen te laten samenspelen, zoals: het beschikbaar stellen van oude doeken voor het maken van de tenten, de jongens te laten voetballen of de jongste de driewielers aan te bieden waardoor ze samen kunnen fietsen. De beroepskrachten grijpen in bij negatieve interacties tussen kinderen. Bijvoorbeeld: op het moment dat een van de jongens de bal in de tent schopt wordt hij tot de orde geroepen door de beroepskracht.
De kinderen zijn deel van de groep
De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer. De beroepskracht maakt grapjes, is behulpzaam en heeft aandacht en zorg voor alle kinderen. De groep is divers van leeftijd, zij ondersteunt alle kinderen en heeft aandacht voor ieder kind. Leren samenspelen. De beroepskracht laat veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpt in indien nodig.
Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast
Uitleg en instructie. De beroepskracht begeleidt een nieuw kind bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij legt uit wat er verwacht wordt. Bijvoorbeeld; zij geeft aan dat er eerst gegeten en gedronken wordt en dan pas mag er gespeeld worden. Grenzen en afspraken. De beroepskracht legt afspraken uit. Bijvoorbeeld bij het fietsen door de jongste kinderen legt zij ter plekke uit tot hoever de kinderen mogen fietsen en maakt hier een spel van door een pion te plaatsen waar ze omheen moeten fietsen.
5 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Gebruikte bronnen: Observaties (op 15 juni 2015 van 15.45-16.45 tijdens het drinken en fruit eten en buitenspelen) Pedagogisch beleidsplan (Algemeen pedagogisch beleidsplan van de Verbinding (versie 15-06 2015) Pedagogisch werkplan (Locatie specifiek beleid peuteropvang/KDV en BSO de Kienehoef (versie mei 2015)
6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De op deze locatie werkzame beroepskrachten zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De op deze locatie werkzame beroepskrachten zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De kinderen worden opgevangen in een basisgroep van 20 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Het landelijk register kinderopvang geeft aan dat er in totaal 23 kinderen opgevangen mogen worden. Dit was tijdens de vorige inspectie aan de orde. Het landelijke register kinderopvang is hierop aangepast en het kinderaantal is verruimd van 20 naar 23 kinderen. Momenteel is het al geruime tijd niet meer voorgekomen dat er meer dan 20 kinderen opgevangen worden. Mocht dit wel weer het geval zijn dan wordt de ruimte van de peutergroep betrokken en wordt er gewerkt met tafelgroepen. Een ander dient op dat moment ook goed beschreven te zijn in het pedagogisch beleidsplan. Beroepskracht-kindratio Uit de personeelsroosters en de planningslijsten blijkt dat er voldoende beroepskrachten op de groepen werkzaam zijn. Onderzocht is de dag van inspectie en een tweetal dagen in de week voorafgaand aan de inspectie. Tevens is er een steekproef gedaan met betrekking tot de voorschoolse opvang. Het betreft de dag van de inspectie en een dag uit voorgaande week. Ook hieruit blijkt dat er voldaan wordt aan de beroepskracht kindratio. Uit gesprek met de beroepskracht en de roosters blijkt dat er nauwelijks tijdelijk afgeweken wordt van de beroepskracht kind ratio. Indien dit incidenteel voorkomt wordt de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht tijdens de inspectie) Observaties (op 15 juni 2015 van 15.45-16.45 tijdens het drinken en fruit eten en buitenspelen) Verklaringen omtrent het gedrag (van alle op deze locatie werkzame beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (van alle op deze locatie werkzame beroepskrachten) Plaatsingslijsten (6-9-15 juni 2015 (BSO) en 2 en 15 juni 2015 (VSO) 7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Presentielijsten (6-9-15 juni 2015 (BSO) en 2 en 15 juni 2015 (VSO) Personeelsrooster
8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO De Kienehoef : http://www.deverbinding-sintoedenrode.nl : 23
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
De Verbinding B.V. Oranje Nassaulaan 106 5491HL SINT-OEDENRODE 50168223
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 C. van Hulst
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Sint-Oedenrode : Postbus 44 : 5490AA SINT-OEDENRODE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
15-06-2015 17-06-2015 26-06-2015 06-07-2015 06-07-2015 06-07-2015
: 27-07-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De Zienswijze voor Locatie BSO Kienehoef, Wij gaan akkoord met dit rapport. De Verbinding BV Patty van den Biggelaar
T 06-42270607 @
[email protected] W www.deverbinding-sintoedenrode.nl
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-06-2015 BSO De Kienehoef te SINT-OEDENRODE