Inspectierapport De Kleine Jungle (BSO) Ommoordseweg 87 89 3068JE ROTTERDAM Registratienummer 178473170
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Rotterdam-Rijnmond Rotterdam 14-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 20-05-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In het kader van het risico gestuurd toezicht heeft de inspectie zich primair gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk aangevuld met eventuele aandachtspunten uit vorige inspecties. Er zijn vooraf geen documenten opgevraagd. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kinderdagverblijf en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.
Feiten over de buitenschoolse opvang De Kleine Jungle Buitenschoolse opvang De Kleine Jungle is onderdeel van VOF De Kleine Jungle. De BSO is gehuisvest in een chalet van scoutinggroep Diekatinka's, waarmee een nauwe samenwerking is. BSO De Kleinde Jungle haalt de kinderen uit verschillende scholen in de buurt, onder andere, Tuinstad Terbregge, Albert Plesman, St. Michael, Heijberg.
Inspectiegeschiedenis In de afgelopen twee jaren hebben de volgende inspecties plaatsgevonden: 14-08-2013 jaarlijks onderzoek - geen overtredingen 26-06-2014 jaarlijks onderzoek - geen overtredingen
Belangrijkste bevindingen Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: -
emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar (versie januari 2015). De tekst hieruit die gebruikt wordt bij de beschrijving van de pedagogische praktijk is cursief gedrukt. Alle competenties zijn beoordeeld. Hieronder zijn slechts een paar voorbeelden uitgewerkt van situaties die zich voordeden tijdens de observatie.
Pedagogische praktijk Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en dat beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleidsplan. Er is geobserveerd tijdens een knutselactiviteit en tijdens het vrijspelen buiten. De algehele sfeer is ontspannen. Uit de observatie is gebleken dat de pedagogische praktijk voldoet aan alle voorwaarden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit:
Emotionele veiligheid Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen laten hun emoties zien, zowel in positieve zin (blij, tevreden, nieuwsgierig, enthousiast) als in negatieve zin (boos, verdrietig). De emoties zijn passend bij de situatie. Observatie: Een groep kinderen is aan het voetballen. De beroepskacht houdt toezicht. Op een gegeven moment kwamen de kinderen er onderling niet uit hoe zij de spelers onder de teams moesten verdelen. De beroepskracht schoot hen te hulp met een voorstel, welk door alle kinderen is aangenomen. Het spel kon verder gaan en alle kinderen renden verder lachend en schreeuwend naar elkaar. Persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Kinderen gaan dagelijks naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig dat aanzet tot individueel en gezamenlijk spel. De beroepskrachten maken gebruik van de omgeving, een scoutingclub, om de leefwereld van kinderen te verbreden, in aansluiting op interesse of thematisch programma.
Observatie: De beroepskracht is samen met de kinderen buiten aan het spelen. In de buitenspeelruimte staat een klimboom en houtenpalen van de scoutingclub. De kinderen bouwden een hut met de houten palen en klommen in de boom.
4 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) • • Interview anderen (beroepskracht) Observaties • • Pedagogisch beleidsplan
5 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Personeel en groepen Binnen het domein Personeel en groepen zijn de medewerkers gecontroleerd op: • een geldige verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de eisen van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (WKO) • een passende beroepskwalificatie De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn beoordeeld door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten en medewerkers beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de Wet kinderopvang.
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen.
Opvang in groepen BSO De Kleine Jungle beschikt over 3 basisgroepen:
• • •
De rode groep voor kinderen van 4 tot en met 6 jaar, maximaal 20 kinderen De groene groep voor kinderen van 7 tot en met 8 jaar, maximaal 10 kinderen De blauwe groep voor de 8+ kinderen, maximaal 20 kinderen
Beroepskracht-kindratio Middels een steekproef is geconstateerd dat de beroepskracht-kind-ratio voldoet aan de gestelde eisen. Op de dag van de inspectie waren er 24 kinderen aanwezig op de BSO. Er werden 3 beroepskrachten ingezet. Hiermee wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens de opvang is Nederlands de voertaal. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) • Interview anderen (beroepskracht) • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Arbeidscontracten • Presentielijsten
6 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft op 6 december 2014 de veiligheids- en gezondheidsrisico's ingeschat en maatregelen beschreven. De houder is op dit moment bezig met de overstap naar het digitale systeem, risicomonitor. De beroepskrachten worden betrokken tijdens het proces van het inventariseren van de risico's op het gebied van veiligheid en gezondheid.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) • • Interview anderen (beroepskracht) • Risico-inventarisatie veiligheid • Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid • • Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie •
7 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Accommodatie en inrichting
Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimten beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.
Binnenruimte De 3 basisgroepsruimten zijn passend ingericht voor de kinderen die erin worden opgevangen. Er is onder andere een ruime hal met zitbank en keuken. Er zijn zijn verschillende spelletjes aanwezig, zowel voor jonge als voor oudere kinderen.
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte betreft een afgebakend speelterrein van 1200 m2 rondom het opvanggebouw. De kinderen kunnen, onder andere, spelen met fietsen, mamoet skelters, duw karren, hutten bouwen met houtenpalen, klimmen en klouteren op een boomstam. Gebruikte bronnen: • Observaties • Plattegrond
8 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Ouderrecht
Informatie De houder informeert de ouders via persoonlijke gesprekken, via het informatieboek, via het pedagogisch beleidsplan en via de website. De houder heeft het laatste inspectierapport op de eigen website geplaatst.
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie opgesteld en heeft voor deze locatie een oudercommissie ingesteld. De oudercommissie, bestaande uit vier leden, geeft aan bekend te zijn met onderwerpen aangaande de advieswerking. Er is het afgelopen jaar advies uitgebracht over prijswijziging. De oudercommissie geeft ook ongevraagd advies. De oudercommissie geeft aan dat de advieswerking naar tevredenheid is verlopen en dat zij tijdig alle informatie krijgen om de adviestaak te vervullen. Zij ervaart de kwaliteit van de kinderopvang als positief. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie • • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) • Informatiemateriaal voor ouders • Website
9 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5, 8 en 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: De Kleine Jungle : 50
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
De Kleine Jungle Hopklaver 17 3069DB ROTTERDAM www.dekleinejungle.nl 24375428
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70014 3000KS ROTTERDAM 010 4984015 O. Fernandes de Brito
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Rotterdam : Postbus 70014 : 3000KS ROTTERDAM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
14-04-2015 11-05-2015 Niet van toepassing 20-05-2015 20-05-2015
: 20-05-2015 : 20-05-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
14 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 14-04-2015 De Kleine Jungle te ROTTERDAM