Inspectierapport
Creche Hermelijntje III B.V. (KDV) Jan van Nassaustraat 86 2596 BW 'S-GRAVENHAGE Registratienummer 123076523
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden 's-Gravenhage 13-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 03-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De kwaliteit van de opvang van kinderen in hun eerste levensjaren is van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom stelt de rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. Die kwaliteitseisen gelden voor:
de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid; voorschoolse educatie; personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel; de opvang in vaste groepen veiligheid en gezondheid; accommodatie en inrichting; de behandeling van klachten en ouderrecht.
Risicogestuurd toezicht Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Het rapport dat voor u ligt is op basis hiervan tot stand gekomen. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Het onderzoek wordt uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen of, indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Per geïnspecteerd onderdeel staat een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen niet voldeed, dan wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd. Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van de inspectieonderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit inspectiebezoek. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl. Beschouwing Creche Hermelijntje III maakt onderdeel uit van kinderopvang-organisatie Hermelijntje BV. De locatie aan de Jan van Nassaustraat is een kindercentrum met twee groepen en biedt opvang aan maximaal 25 kinderen in de leeftijd van 0 – 4 jaar. De inspectie heeft plaatsgevonden op een donderdagochtend in de zomer(vakantie). Er is gesproken met de aanwezige beroepskrachten en geobserveerd op de groepen. Zienswijze Toezichthouder heeft kennis genomen van de door houder ingezonden zienswijze. Deze heeft niet geleid tot aanpassing van het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Er zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Gegevens register conform de praktijk Het kindercentrum staat met 23 kindplaatsen geregistreerd. Door het maximaal aantal kinderen van 16 op de peutergroep komt het aantal kindplaatsen uit op 25. Hier is geen uitbreiding voor aangevraagd. Dit maximale aantal is in de praktijk nog níet behaald. De benodigde oppervlaktes voor 16 kindplaatsen zijn aanwezig, zie uitwerking item accommodatie en inrichting. Het aantal kindplaatsen kan gewijzigd worden in 25. 3 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de 4 pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005). Deze basisdoelen zijn: - het waarborgen van emotionele veiligheid - het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie - het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie socialisatie; het overdragen van waarden en normen Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder zorg draagt voor het waarborgen van de 4 basisdoelen. De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld. Ter illustratie van het oordeel worden hier minimaal twee van deze basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. Basisdoel Het waarborgen van emotionele veiligheid. - De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep. Observatie: de peutergroep bereidt zich voor om na het eten naar buiten te gaan. De kinderen gaan naar de wc of worden verschoond. De beroepskracht vertelt wat ze doet en wat ze van de kinderen verwacht 'Ik ga x even verschonen, ga jij maar plassen. Dan kom ik je zo helpen' en 'Na het plassen kan je lekker een boekje gaan lezen op de bank'. De beroepskracht helpt waar nodig de kinderen met het aantrekken van hun schoenen. Ze gaat op een laag bankje zitten zodat er goed contact is met de kinderen. - De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Ze gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. Observatie: de beroepskrachten kennen de kinderen en hun eigenschappen goed. Doordat het een kleinere locatie is kennen alle beroepskrachten alle kinderen. De meeste kinderen kennen elkaar en de omgeving ook goed. Op de groepen kletsen de beroepskrachten met de kinderen, lopen er mee op de arm of geven een aai over hun bol. Basisdoel Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. - Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Observatie: de groepsruimtes zijn ingericht passend bij de leeftijd van de kinderen. In de babygroep is er een hoekje gecreëerd waar de kinderen lekker op de grond kunnen spelen, kruipen etc. Op de peutergroep zijn er speelhoekjes, waar kinderen gericht kunnen spelen in kleinere groepjes, o.a. een autohoek, huishoek, leeshoek.
4 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Op de peutergroep wordt er naast vrij spel ook gestructureerde activiteiten aangeboden. Er wordt gewerkt met thema's. Ten tijde van het bezoek is het thema 'zomer' gaande. Er zijn zonnetjes, ijsjes en duikbrillen geknutseld. Met lekker weer wordt er buiten met water gespeeld. Conclusie Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder zorg draagt voor het waarborgen van de 4 basisdoelen. De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Senior beroepskracht / loco) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties
5 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de VOG’s beoordeeld van alle beroepskrachten die werkzaam zijn op dit kindercentrum. Hiernaast ook van de medewerkers die in dienst zijn van de onderneming van de houder en regelmatig of af en toe een bezoek brengen aan deze locatie. Alle beoordeelde VOG’s voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij dit kindercentrum zijn beoordeeld en voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Opvang in groepen Het kindercentrum telt twee stamgroepen.
Rozen Hartjes, babygroep met maximaal 9 kinderen van 0-2 jaar Vlinders, peutergroep met maximaal 16 kinderen van 2-4 jaar
Het maximaal aantal van 16 kinderen op de peutergroep is echter nog niet behaald dit jaar. Beroepskracht-kindratio Op basis van de aanwezigheidslijsten, het personeelsrooster en de observatie tijdens het inspectiebezoek wordt er geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Aanwezigheid per groep op bezoekdatum Rozen Hartjes; 4 kinderen met 1 beroepskracht Vlinders; 7 kinderen met 1 beroepskracht Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Senior beroepskracht / loco) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Veiligheid en gezondheid
Vierogenprincipe Sinds 2013 is het vier-ogenprincipe opgenomen in de wet- en regelgeving. Dit principe houdt in dat de opvang op zodanige wijze door de houder georganiseerd wordt, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. In de praktijk wordt het vier-ogenprincipe op deze locatie gewaarborgd door o.a.:
Indien er op het centrum één beroepskracht aanwezig is bij het openen en sluiten, wordt er gewerkt met een camera. De beelden zijn te bekijken op een app op de telefoon van de senior beroepskracht. Verschonen gebeurt in de groepsruimtes en de deur naar de peutertoiletjes staat altijd open.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties
7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte Per kind is er minimaal 3,5 m² passend ingerichte speeloppervlakte nodig. Voor 16 kinderen is er 56 m² nodig. De groepsruimte van de peuters is 67,6 m². Deze is voldoende groot. Buitenspeelruimte In 2008 is er door de gemeente Den Haag toestemming gegeven om voor de buitenruimte af te wijken van de beleidsregels. Er kan gebruik gemaakt worden van de aangrenzende tuin en 'atelier', samen ongeveer 70 à 75 m². Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond Toestemming afwijking beleidsregels
8 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Ouderrecht
Oudercommissie Er is telefonisch contact geweest met de voorzitter van de oudercommissie (OC). De OC spreekt haar onvrede uit over de gang van zaken rondom het adviestraject. De OC geeft zowel gevraagd als ongevraagd advies. Er wordt aangegeven dat de afgelopen jaren meerdere keren advies is gegeven over de gang van zaken rondom het openen en sluiten op de locatie. De OC geeft aan het zeer onwenselijk te vinden dat er wordt geopend en gesloten door één medewerker en adviseert op beide momenten twee medewerkers in te zetten. De houder geeft aan de inzet van het aantal medewerkers niet aan te passen. Ze voldoen namelijk aan de eisen vanuit de Wet Kinderopvang. Er mag aan het begin en einde van de dag afgeweken worden en middels de inzet van de camera wordt het vierogenprincipe gewaarborgd. Verder is er het afgelopen jaar advies gegeven over de veiligheid in de buitenruimte. Een afdakje zou niet meer deugdelijk zijn. Hier is (pas) na 3 maanden actie op ondernomen door de houder. Tijdens het inspectiebezoek is er geconstateerd dat het afdakje in de buitenruimte is verwijderd. De houder stelt de OC in staat haar advies uit te brengen en verstrekt hiervoor de nodige informatie. Echter, aan de (on)gevraagde adviezen wordt (te) weinig of te laat gehoor gegeven, is de mening van de OC. Dit is een aandachtspunt voor de houder. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (Telefonisch contact OC) observaties/bevindingen tijdens bezoek
9 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Creche Hermelijntje III B.V. : 23 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Creche Hermelijntje III B.V. Nieuwe Parklaan 17 2597 LA 's-Gravenhage 27266658
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Haaglanden Postbus 16130 2500 BC 'S-GRAVENHAGE 070-3537224 A. Timmerman
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: 's-Gravenhage : Postbus 12652 : 2500 DP 'S-GRAVENHAGE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
13-08-2015 27-08-2015 31-08-2015 03-09-2015 03-09-2015 03-09-2015
: 24-09-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
GGD, Haaglanden t.a.v. Mw. A. Timmerman, Adres : Postbus 16130 Postcode en plaats : 2500BC 'S-GRAVENHAGE Betreft: zienswijze inspectierapport Jan van Nassaustraat d.d. 13-08-2015 Den Haag, 28-08-2015 Geachte mevrouw A. Timmerman, Naar aanleiding van uw inspectiebezoek op donderdag 13-08-2015 sturen wij u onze zienswijze middels deze brief. Wij hebben het concept inspectierapport van crèche Hermelijntje III Jan van Nassaustraat 86 in Den Haag in goede orde ontvangen. Wij zijn heel tevreden met dit concept maar zijn het niet eens met de volgende zin in de (concept)rapportage dat wij met de (on)gevraagde adviezen van OC wordt (te) weinig of te laat gehoor gegeven wordt. Dit heeft betrekking tot één incident namelijk over het afdakje in de buitenruimte. We hebben hier juist wel adequaat en snel op gereageerd: Op donderdagmiddag 19 maart 2015, is er geconstateerd dat het afdakje gebreken vertoonde. Vrijdag ochtend 20 maart 2015 is er direct contact opgenomen met de eigenaar van het pand. Dinsdag 24 maart is er iemand komen kijken naar het dakje en is besloten om het dakje met studs te ondersteunen. Maandag 30 maart is dit uitgevoerd. Dus binnen een week zijn er maatregelen getroffen om de situatie te verbeteren. Daarna heeft er overleg plaats gevonden met de eigenaar van het pand om het afdakje geheel te verwijderen. Omdat er niet direct gevaar meer was is dit een maand later gebeurd. Namelijk op 4 mei 2015. Crèche Hermelijntje hecht veel waarde aan inspraak van oudercommissies. Wij handelen binnen de landelijke huidige regelgeving en streven te werken vanuit een vastgesteld beleidskader van de organisatie wat kan leiden tot het weerleggen van het advies. Ik hoop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u vragen hebben dan hoor ik dat graag. Met vriendelijke groet, Geeske Schuurman Hess vestigingsmanager.
14 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-08-2015 Creche Hermelijntje III B.V. te 'S-GRAVENHAGE