Inspectierapport
Kindercentrum Jippie (KDV) Jan van Swolgenstraat 52 5866AV SWOLGEN Registratienummer 176462892
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Limburg-Noord HORST AAN DE MAAS 14-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 30-12-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang...............................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................9 Ouderrecht................................................................................................................ 10 Inspectie-items.............................................................................................................. 11 Gegevens voorziening..................................................................................................... 16 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 16 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 17
2 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. Bij kindercentrum Jippie is sprake van opvang in één gecombineerde groep voor kinderen in de leeftijd van 0-7 jaar. De inhoudt van dit rapport geldt zowel voor het kinderdagverblijf als voor de buitenschoolse opvang. Beschouwing Kinderdagcentrum Jippie is een kleinschalig particulier centrum in Swolgen. De houder biedt hier sinds februari 2014 ook buitenschoolse opvang (bso) aan. Het kindercentrum bestaat uit een gecombineerde opvanggroep voor maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 0-7 jaar. Omdat registratie van combigroepen (nog) niet mogelijk is, is het kindercentrum met 5 plaatsen dagopvang en 5 plaatsen BSO in het Landelijk Register Kinderopvang opgenomen. De opvang vindt plaats in een deel van het huis van de houder, dat voor dit doel tot kindercentrum ingericht is. De ruimtes waar de opvang plaatsvindt, ogen vriendelijk en verzorgd. De aangrenzende buitenruimte bevat onder andere een speelhuis, zandbak en trampoline. Op grond van de met de beroepskracht (tevens de houder) gevoerde gesprekken en uit de observaties in de praktijk is gebleken dat de pedagogiek in de praktijk prima in orde is. De beroepskracht is vriendelijk tegen alle kinderen, de sfeer in de groep is prettig en ontspannen. Er zijn in totaal vier kinderen aanwezig ten tijde van de inspectie, waarvan 1 kindje in bed ligt. Inspectiegeschiedenis De bso is op 5 februari 2014 bezocht voor een onderzoek voor registratie. Tijdens dit onderzoek is er naar voren gekomen dat de op grond van de Wet kinderopvang getoetste items voldoen. Ook bij eerdere inspecties bij kinderdagverblijf Jippie is gebleken dat de houder voldoet aan de gestelde eisen. De houder toont keer op keer een actieve en leerbare houding. Voortgang Ten tijde van deze inspectie blijkt dat er aan bijna alle getoetste voorwaarden die gesteld zijn vanuit de Wet Kinderopvang wordt voldaan. Er is één voorwaarde, die momenteel nog onvoldoende is. Het betreft de beschrijving van het vierogenprincipe in het pedagogisch beleidsplan (zie hiervoor de toelichting bij het domein Pedagogisch klimaat). Voor meer informatie is het van belang om de toelichting bij de desbetreffende domeinen te lezen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Bij dit domein is beoordeeld of er sprake is van kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang. Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig plaats. De houder biedt op deze locatie opvang aan kinderen in de leeftijd van 0-7 jaar. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Gebruikte bronnen: landelijk register kinderopvang; eerdere inspectierapporten.
4 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Pedagogisch klimaat Van het pedagogisch beleidsplan is alleen de voorwaarde beoordeeld die sinds dit jaar nieuw is, dit betreft de voorwaarde over het vierogenprincipe. De overige voorwaarden met betrekking tot de inhoud van het pedagogisch beleidsplan zijn bij de vorige inspectie(s) al beoordeeld en in orde bevonden. Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2014). Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van vier basiscompetenties vanuit de Wet kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Pedagogisch beleid Het vierogenprincipe gaat uit van het feit dat er, te allen tijde, een volwassene moet kunnen meekijken en/of –luisteren met een beroepskracht. Als een beroepskracht alleen in een ruimte is, dient er eveneens aan het vierogenprincipe voldaan te worden. De houder dient de *risicoruimten en risicosituaties in kaart te brengen en het vierogenprincipe concreet vast te leggen in het pedagogisch beleidsplan. In het pedagogisch beleidsplan is de invulling van het vierogenprincipe nu te algemeen weergegeven. Er is zodoende bij de beschrijving van het vierogenprincipe niet concreet in observeerbare termen ingegaan op de afspraken omtrent risicoruimten en risicosituaties binnen de dagopvang. * NB Mogelijke risicoruimten en situaties: verschoonruimten, slaapruimten, uitstapjes, buiten spelen, pauzetijden, breng- en haaltijden, alleen werken op de groep. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De observatie vindt plaats op een vrijdagmiddag tijdens een eet- en drinkmoment, een groepsmoment en een vrij spel moment. Er zijn in totaal vier kinderen en één beroepskracht aanwezig (de aanwezige beroepskracht is tevens de houder). De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De beroepskracht kent de kinderen, begrijpt ze en reageert passend. De beroepskracht biedt waar nodig emotionele steun. Er is verbale en non-verbale communicatie met de kinderen. De beroepskracht geeft ieder kind een eerlijke behandeling. De sfeer in de groep is ontspannen en prettig. Het welbevinden van de kinderen is goed. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De beroepskracht helpt het kind om zelf tot een oplossing te komen. Ze stimuleert de kinderen om zelfstandig te zijn, ze doet dit op een positieve manier en geeft de kinderen daarbij veel complimenten. Ten tijde van de inspectie is men bezig met het thema 'Herfst'. De (knutsel)activiteiten worden hier enigszins op afgestemd. De beroepskracht doet tijdens de inspectie een bordspelletje met twee kinderen, een derde kind, dat nog te jong is om mee te doen, wordt toch betrokken bij het spelmoment. 5 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De beroepskracht helpt de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen. Zo begeleidt ze het samenspel tijdens een bordspelletje (het op de beurt wachten, het winnen, verliezen, elkaar helpen etc.). Ze beoordeelt eerst hoe de situatie in elkaar zit, geeft de kinderen de ruimte om het zelf op te lossen en grijpt eventueel dan pas in. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. De beroepskracht zorgt voor structuur en stelt voldoende en tijdig grenzen op een passende manier. Ze geeft zelf in haar spreken en handelen ook het goede voorbeeld. Vierogenprincipe overeenkomstig beleid Omdat het vierogenprincipe onvoldoende concreet beschreven is in het pedagogisch beleidsplan, kan nu niet beoordeeld worden of het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch plan ingevoerd is. Bij een volgende inspectie zal dit dan ook opnieuw beoordeeld worden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (tevens beroepskracht) Observaties Pedagogisch beleidsplan (februari 2014)
6 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op het hebben van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Van de beroepskrachten is tevens gecontroleerd of zij in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie. De beroepskracht-kindratio en de opvang in de stamgroep zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentie- en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Er zijn in totaal twee beroepskrachten werkzaam bij kindercentrum Jippie. Van beide personen is de verklaring omtrent gedrag ingezien. De verklaringen omtrent het gedrag die beoordeeld zijn voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang. Passende beroepskwalificatie De beide beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Kinderdagcentrum Jippie bestaat uit één verticale stamgroep voor maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 0 tot 7 jaar. Het betreft een zogenaamde combinatiegroep. Beroepskracht-kindratio Op grond van de bezettingslijsten en de personeelsroosters van week 45 en 46 kan geconcludeerd worden dat er steeds voldoende personeel wordt ingezet. (Voor het berekenen wordt de rekentool gebruikt en het schema betreffende samengestelde groepen). Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal binnen het kindcentrum is Nederlands. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (tevens beroepskracht) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 45 en 46) Personeelsrooster (week 45 en 46)
7 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Veiligheid en gezondheid Bij dit domein is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid beoordeeld, ook is bekeken of beroepskrachten in de praktijk handelen conform de vastgestelde risico-inventarisatie. Verder is de meldcode kindermishandeling beoordeeld, in de praktijk is de kennis getoetst van de beroepskrachten over de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd in januari 2014, er is ook een bijbehorend plan van aanpak gemaakt. Risico's worden ondervangen in werkafspraken, huisregels en protocollen die jaarlijks worden bekeken en indien nodig aangepast. Ten tijde van de inspectie geeft de praktijk een veilige en hygiënische indruk weer. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt de meldcode van de Brancheorganisatie Kinderopvang, de meest recente versie van de meldcode is aanwezig. Er is ook een sociale kaart toegevoegd aan de meldcode. Uit het interview met de beroepskracht blijkt dat zij weet op welke signalen ze moet letten en welke stappen ze moet nemen indien men een vermoeden van kindermishandeling heeft. Vierogenprincipe De beoordeling of de houder de opvang op zodanige wijze organiseert, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene, wordt bij een volgende inspectie beoordeeld. Dit omdat de houder eerst de beschrijving in het pedagogisch beleidsplan nog verder moet uitwerken. Wel kan al gezegd worden dat de houder (en de oudercommissie) actief over de invulling na hebben gedacht. Zo is er bijvoorbeeld in de leefruimte (keuken) audioapparatuur geplaatst waarbij de ouders kunnen inloggen en zo op elk gewenst moment kunnen meeluisteren met wat er in de groep gebeurd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (tevens beroepskracht) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid (januari 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (januari 2014) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Meldcode kindermishandeling Pedagogisch beleidsplan (februari 2014)
8 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal beschikbare vierkante meters en de inrichting van de ruimtes. Binnenruimte De oppervlakte van de binnenspeelruimte is 37,8 m2, dit is voldoende voor maximaal 10 kinderen. De groepsruimte oogt, mede door de grote ramen, licht en vriendelijk. De groepsruimte heeft een huiselijke uitstraling. De inrichting van de groep is afgestemd op de leeftijden van de kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte aanwezig met voldoende bedjes voor het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Er is voldoende buitenruimte beschikbaar, deze is aangrenzend en toegankelijk voor de kinderen. Er is geschikt spelmateriaal aanwezig zoals fietsjes, ballen en ander klein gerei. Ook is er een speelhuis, trampoline en zandbak aanwezig. Gebruikte bronnen: Observaties
9 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Ouderrecht Bij dit domein is bekeken hoe de informatievoorziening voor ouders is en of er een oudercommissie is ingesteld. Informatie De houder informeert de ouders door het voeren van intakegesprekken, via het verstrekken van een informatieboekje en via de website. De informatie die de houder verstrekt is actueel. De houder plaatst de inspectierapporten op zijn eigen website. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, er zijn momenteel 4 leden. Afgelopen jaar heeft de houder de oudercommissie advies gevraagd over het vierogenprincipe. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (tevens beroepskracht) Informatiemateriaal voor ouders Website
10 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
13 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.
(art 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
14 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
15 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Gegevens houder Naam houder KvK nummer
: Wilhelmina Gertruda Martina Cleven-Claessens : 12062306
Kindercentrum Jippie http://www.jippiekindercentrum.nl 5 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HORST AAN DE MAAS : Postbus 6005 : 5960AA HORST
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 E Backus
14-11-2014 18-12-2014 Niet van toepassing 30-12-2014 30-12-2014
: 30-12-2014 : 06-01-2015
16 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
17 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-11-2014 Kindercentrum Jippie te SWOLGEN