Inspectierapport BSO Jabadabadoe (BSO) Westerdorpsstraat 54b 3871 AZ HOEVELAKEN Registratienummer

Inspectierapport BSO Jabadabadoe (BSO) Westerdorpsstraat 54b 3871 AZ HOEVELAKEN Registratienummer 107189094

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden NIJKERK 20-01-2014 Regulier onderzoek Definitief 10-02-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13

2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-01-2014 BSO Jabadabadoe te HOEVELAKEN

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn door de toezichthouder alle voorwaarden beoordeeld die voortkomen uit het risico-gestuurd toezicht. De overige voorwaarden zijn niet in het rapport opgenomen. Beschouwing Kindercentrum Jabadabadoe is een kleinschalig, landelijk gelegen particulier kindercentrum dat in 2010 is opgenomen in het landelijk register. Op de begane grond is een kinderdagverblijf met twee groepen gevestigd en op de eerste verdieping de buitenschoolse opvang. Jabadabadoe heeft een eigen kinderboerderij. De kinderen worden betrokken bij de verzorging van de dieren. Dit rapport gaat over de buitenschoolse opvang (BSO). Er worden maximaal 27 kinderen tussen de 4 en 13 jaar opgevangen in 2 basisgroepen. Kinderopvang Jabadabadoe biedt op alle dagen van de week voorschoolse opvang. De kinderen worden dan ’s morgens tussen 7.30 en 8.15 uur gebracht. Vervolgens brengen medewerkers van Jabadabadoe de kinderen naar de basisschool. Oudercommissie De vragenlijst is tijdens een vergadering ingevuld door een van de leden van de oudercommissie. De antwoorden zijn gezamenlijk geformuleerd. Uit de gegeven antwoorden blijkt dat de ouders erg tevreden zijn over de samenwerking met de houder.

Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekeninghoudend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden zoals hiervoor aangegeven per domein: Domein: Veiligheid en gezondheid Paragraaf 'Meldcode kindermishandeling': De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het uitgangspunt voor de pedagogisch medewerkers op de buitenschoolse opvang is dat kinderen er al een lange schooldag op hebben zitten. De tijd die zij doorbrengen bij Jabadabadoe wordt gezien als vrije tijd. Alle activiteiten die de pedagogisch medewerkers aanbieden, zijn daarom in principe vrijblijvend. Er zijn twee vaste groepsmomenten waaraan alle kinderen deelnemen en er zijn huisregels waar de kinderen zich aan moeten houden. Deze regels hebben vooral betrekking op de sociale omgangsvormen in een groep die er nu eenmaal bijhoren. Er wordt geprobeerd om kinderen op een positieve manier te betrekken bij de groep en kinderen op een positieve manier te sturen. Aangezien kinderen al de hele dag doorgebracht hebben op school wordt er op Jabadabadoe bewust niet gewerkt aan de cognitieve, motorische en emotionele vaardigheden van kinderen. De nadruk ligt op de sociale vaardigheden. Pedagogische praktijk Pedagogisch beleidsplan Het beleidsplan is in 2013 voor het laatst aangepast. Alle medewerkers hebben het plan in hun 'Jabmap' zitten. Dit is een map voor protocollen en andere belangrijke documenten. Tijdens het interview met de beroepskracht is gebleken dat zij voldoende op de hoogte is van het pedagogisch beleids- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen.

Emotionele veiligheid Uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden'. In de praktijk: Alle kinderen die binnenkomen, worden heel persoonlijk begroet. De beroepskracht vraagt later aan een van de kinderen of hij de hockeyfinale op de televisie gezien heeft. Het blijkt een kind te zijn dat zelf hockeyt. Persoonlijke competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De kinderen worden gestimuleerd om zo veel en zo vaak mogelijk buiten te spelen'. In de praktijk: Na het fruit eten gaat een groot deel van de kinderen naar buiten, zodat de kinderen die in alle rust willen knutselen of lezen dat ook kunnen doen. Kinderen die wel erg veel energie lijken te hebben, worden zeker gestimuleerd om naar buiten te gaan. Sociale competentie Uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er samen uit te komen'. In de praktijk: Twee oudere meisjes doen een spel. Een jonger kind wil graag meedoen. De meisjes vinden het niet goed en het andere kind komt teleurgesteld bij de beroepskracht. De beroepskracht legt uit dat het spel voor kinderen van 8 jaar en ouder is, dus dat het kind echt beter niet mee kan doen. Overdracht normen en waarden Uit het veldinstrument: Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken en toegelicht. 'Zo doen wij dat hier' [...]. Praktijkvoorbeelden: Niet schreeuwen ('je bent niet de enige hier'); veters vastmaken voordat het kind de trap afloopt en naar buiten gaat ('anders val je van de trap'); op de billen zitten tijdens fruit eten; pas fruit eten als iedereen uit school gekomen is. Gebruikte bronnen: 4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-01-2014 BSO Jabadabadoe te HOEVELAKEN

   

Vragenlijst oudercommissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesproken met de plaatsvervangend leidinggevende) Observaties (in de basisgroepen groen en geel en in de buitenruimte) Pedagogisch beleidsplan (van 2013)


Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De vier medewerkers uit de steekproef beschikken allemaal over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten uit de steekproef hebben allemaal een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Uit de kindaanwezigheidslijsten en het personeelsrooster van week 2 blijkt dat er gezien het aantal en de leeftijd van de aanwezige kinderen, voldoende beroepskrachten ingezet zijn. Op het moment van de inspectie was de beroepskracht-kindratio ook in orde. In de groene en gele groep waren in het totaal 17 kinderen en 2 beroepskrachten aanwezig. Opvang in groepen Er zijn twee basisgroepen die uit maximaal 20 kinderen bestaan. De groepen hebben de namen 'groen en geel' gekregen. De kinderen van 8 jaar en ouder horen bij de groene groep. De ruimtes van beide groepen zijn te vinden op de eerste etage en grenzen aan elkaar. In de praktijk beschouwen de kinderen het als één grote BSO-groep, maar zij weten bij welke basisgroep zij horen en starten na schooltijd ook in aparte ruimtes. Op maandag, dinsdag en donderdag zijn er ongeveer 27 kinderen. De woensdagen en vrijdagen zijn rustiger. Er zijn dan ongeveer 20 kinderen aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Er wordt Nederlands gesproken op de buitenschoolse opvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesproken met de plaatsvervangend  leidinggevende)  Interview anderen (met een van de beroepskrachten gesproken)  Observaties (in de basisgroepen groen en geel en in de buitenruimte)  Verklaringen omtrent het gedrag  Diploma's beroepskrachten  Presentielijsten (van week 2)  Personeelsrooster (van week 2)


Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico's zijn net weer geïnventariseerd door één van de pedagogisch medewerkers. Het is gebruikelijk om de actielijsten in het eerstvolgende overleg na afronding van de inventarisatie te bespreken. Voor de inventarisatie is gebruik gemaakt van de Risicomonitor. Meldcode kindermishandeling De meldcode van juli 2013 is wel gedownload door de leidinggevende, maar nog niet besproken met de pedagogisch medewerkers. De bespreking staat wel op het programma voor 2014. Er zijn concrete afspraken gemaakt met een bedrijf dat bijscholingen organiseert door middel van elearning. De naam van het bedrijf dat de e-learning heeft ontwikkeld is Augeo Foundation. De regionale sociale kaart is van 2011, maar voldoet nog. Op 13 februari 2014 is ook een afspraak gepland met de gemeente over de meldcode en de verwijsindex. Alle houders binnen de gemeente Nijkerk zijn voor deze bijeenkomst uitgenodigd.

Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen:  Vragenlijst oudercommissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesproken met de plaatsvervangend  leidinggevende)  Interview anderen (met een van de beroepskrachten gesproken)  Meldcode kindermishandeling


Accommodatie en inrichting Kinderen van de buitenschoolse opvang kunnen in verschillende ruimtes spelen:  De grote groepsruimte.  De 8+ ruimte.  De buitenruimte.  De dierenweide. Binnenruimte De ruimte op de eerste verdieping van het gebouw is sfeervol ingericht. De ruimte heeft het karakter van een zolder en alleen al door de houten balken en het schuine plafond ziet het er gezellig uit. Overal staan tafels en tafeltjes met stoelen er omheen, zodat de kinderen in groepjes kunnen spelen. Een deel van de ruimte is met kussens, leesboeken, tijdschriften en een TV ingericht. Een soort van relaxhoek dus. Er staat een tafelvoetbal en er zijn diverse 'hoeken' ingericht, bijvoorbeeld een keuken-, bouw-, computer- en knutselhoek. Buitenspeelruimte De kinderen spelen achter het pand op het BSO-plein en voor bij de parkeerplaats in de sportkooi. BSO-kinderen mogen ook op het grote plein van het kinderdagverblijf spelen. Hier gelden echter wel regels. Zo mogen de oudere kinderen niet op de plastic voertuigen van de KDV-kinderen rijden. Kinderopvang Jabadabadoe vindt het belangrijk dat kinderen in contact komen met de natuur. Daarom is ervoor gekozen om samen met de kinderen van de BSO een groentetuin aan te leggen. Deze tuin bevindt zich op het BSO-plein. De kinderen planten hier onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers diverse groenten, kruiden en bloemen. Verder zorgen zij voor het onderhoud. Jabadabadoe heeft een eigen kinderboerderij. De kinderen worden betrokken bij de verzorging van de dieren. Gebruikte bronnen:  Observaties (in de basisgroepen groen en geel en in de buitenruimte)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: BSO Jabadabadoe : http://www.jabadabadoe.info : 27

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer

: : : :

Jabadabadoe BV Westerdorpsstraat 54a 3871AZ HOEVELAKEN 32083838

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Miriam Rogmans

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: NIJKERK : Postbus 1000 : 3860BA NIJKERK GLD

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercomissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

20-01-2014 03-02-2014 07-02-2014 10-02-2014 10-02-2014

: 10-02-2014 : 17-02-2014


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Geachte mevrouw Rogmans, Naar aanleiding van de inspectie d.d.20 januari 2014 en het daaruit volgende concept inspectierapport, ontvangen op 2 februari 2014, 140204-0005, doe ik u een aanvullende zienswijze toekomen met betrekking tot de Meldcode Kindermishandeling. De wijzigingen in de Meldcode kindermishandeling zijn door Jabadabadoe gedownload en ter kennisgeving voorgedragen aan de medewerkers. Op deze manier zijn de medewerkers wel degelijk geïnformeerd. Een verdere verdieping met de medewerkers heeft echter nog niet plaatsgevonden maar staat wel in de planning. De reden dat dit nog niet heeft plaatsgevonden is dat de afspraak/voorlichting van de gemeente omtrent de Meldcode en de Verwijsindex nog niet heeft plaats gevonden. De afspraak is gemaakt met mevrouw K Gerritsen op 21-01-14 en zal plaats vinden op 13 februari ’14 Zie email bericht onderaan deze brief. Tevens hebben wij al langere tijd contact met de Augeo foundation te Driebergen omtrent een elearning programma voor alle medewerkers. Augeo Foundation zet zich in voor de aanpak van kindermishandeling. Augeo Foundation: “Met deze online scholing leren professionals kindermishandeling en huiselijk geweld aan te pakken. Zij leren signalen oppakken en bespreekbaar maken, actie te ondernemen en te werken volgens een meldcode. De scholing ontwikkelen we in nauwe samenwerking met beroepsgroepen, brancheorganisaties en kennisinstituten. Onze geaccrediteerde online opleidingen sluiten daardoor goed aan op de beroepspraktijk. Inmiddels volg(d)en meer dan 15.000 professionals onze online cursussen, webinars en ecolleges. Zo gebruikt ruim 80% van de Nederlandse ziekenhuizen en meer dan de helft van de huisartsenposten de e-learning van The Next Page. We hebben meer dan 30 e-modules ontwikkeld, met in totaal ruim 37 uur aan e-learning voor zo’n 10 verschillende sectoren, zoals: de medische sector, het primair en voortgezet onderwijs en de kinderopvang. Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De e-modulen van The Next Page behandelen ook de de stappen van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, die in 2013 wettelijk verplicht wordt. Waar relevant sluiten we aan bij de Meldcode die voor de eigen sector geldt. De effectiviteit van onze e-learning is wetenschappelijk onderzocht door het UMC Utrecht (gepubliceerd in ‘The archives of diseases of childhood‘). Uit dit onderzoek blijkt dat cursisten na het volgen van een e-learningcursus ‘Signaleren’ van The Next Page, meer en betere signaleringsvragen stellen aan patiënten en mishandeling beter herkennen. Na de bespreking met de gemeente, afspraak 13 februari 2014 , zal de verdere implementatie van het e-learning programma plaatsvinden. Hiermee willen wij aangeven dat de Meldcode wel degelijk onze serieuze aandacht heeft. De medewerkers wel degelijk geïnformeerd zijn. Hier echter nog geen verdieping heeft plaatsgevonden, maar deze de komende 3 maanden zal plaatsvinden. Met vriendelijke groet, Katja Griever Manager Operations


Inspectierapport BSO Jabadabadoe (BSO) Westerdorpsstraat 54b 3871 AZ HOEVELAKEN Registratienummer

Recommend Documents