Katern voor scholing, her- en bijscholing
56
Een uitgave van Intech Elektro & ICT en otib november 2011
inHoud 1
Inspecteren van bestaande elektrische installaties volgens nen 3140
4
Fotowedstrijd
5
Cursussen
5
Otib-nieuws
Inspecteren van bestaande elektrische installaties volgens NEN 3140
Volgens nen 3140 moeten elektrische installaties regelmatig worden geïnspecteerd, waarbij de veiligheidsbepalingen die van kracht waren tijdens de aanleg van de installatie leidend zijn. Elke nen 3140-inspectie bestaat primair uit een visuele inspectie, waarna metingen en/of beproevingen plaatsvinden om onzichtbare tekortkomingen op te sporen. Aan de hand van tekeningen en schema’s, die verplicht bij een installatie aanwezig moeten zijn, wordt bekeken of sprake is van achteruitgang in de installatie door slijtage, vervuiling, veelvuldig gebruik, wijziging in het gebruik, aanpassingen in de installatie enzovoort. Tekst en fotografie: Anton Kerkhofs Nadat een elektrische installatie is opgeleverd waarbij is vastgesteld dat de installatie voldoet aan de daarvoor gestelde eisen, zoals nen 1010, nen-en 60204, nen-en 60439 enzo-
voort, moet een installatie worden beheerd om de veiligheid te waarborgen. In het Arbobesluit, bepaling 3.4, staat daarover het volgende: ‘Elektrische installaties zijn zodanig ontworpen, ingericht, aangelegd, onderhouden
1. Bij een inspectie wordt het ontwerp – en de daarbij behorende documenten – als criterium beschouwd. Is de installatie nog wel volgens het ontwerp of zijn er wijzigingen aangebracht? Een storingsmonteur moet immers kunnen vertrouwen op actuele schema’s. 56 1
IE11 Impuls 56.indd 1
31-10-11 09:31
inspecteren van bestaande elektische installaties volgens nen
2. De blauwe nulgeleider is verkleurd door verhitting (slechte verbinding).
3. Bij de inspectie moet worden gecontroleerd of alle knoppen, lampjes en dergelijke nog in goede conditie zijn en deugdelijk functioneren.
3140
de eigenaar kan worden aangewezen. Dit kan een elektrotechnisch deskundig persoon zijn in dienst van de eigen organisatie of van een andere organisatie, zoals een installatiebedrijf. De installatieverantwoordelijke kan worden beschouwd als de ‘moederkloek’ van de installatie. Hij behoort een doordacht beheersplan te maken om aan bovenstaande verplichtingen te voldoen. Op basis van een ri&e bepaalt hij hoe vaak en op welke manier de verschillende installaties, of delen daarvan, moeten worden geïnspecteerd. In de praktijk richt een inspectie zich vaak op de verdeelinrichtingen terwijl de grootste risico’s zich voordoen in aangesloten elektrisch materieel op de arbeidsplaats, zoals in draaibanken, zaagmachines, afzuiginstallaties, transportinrichtingen, productiemachines en dergelijke.
Intervallen
en gekenmerkt dat een veilig gebruik van elektriciteit zo goed mogelijk is gewaarborgd. Doeltreffende maatregelen moeten worden getroffen tegen brand, ontploffing, (in)directe aanraking en te dichte nadering.’ nen 3140 2011 is de norm waarin staat beschreven hoe het beheer van de elektrische installatie kan plaatsvinden om aan deze bepaling te voldoen. In nen 3140 5.3.3.1 staat het volgende: ‘Elektrische installaties en elektrische arbeidsmiddelen moeten met een passende regelmaat worden geïnspecteerd. Het doel van regelmatige inspecties is gebreken te ontdekken die een veilige bedrijfsvoering kunnen belemmeren. [...] Bij een inspectie moet ten minste worden uitgegaan van de veiligheidsbepalingen die van kracht waren tijdens de aanleg van de installatie.’
NEN 3140-inspectie
Onder de definitie van een elektrische installatie valt al het elektrisch materieel
voor de opwekking, transport, omzetting en de distributie en het gebruik van elektrische energie. Praktisch omvat dit de installatie vanaf de kWh-meter tot en met alle aangesloten installaties, inclusief verbruikende apparatuur, zoals verlichtingstoestellen, zonwering, klimaatinstallaties enzovoort. Dit omvat dus veel meer dan het gedeelte van de installatie dat bij oplevering aan nen 1010 moet voldoen. Ook andere elektrische installaties en aangesloten elektrische arbeidsmiddelen vallen onder het nen 3140-regime. In de praktijk wordt de hele installatie vaak niet in een keer geïnspecteerd. ‘De’ nen 3140-inspectie bestaat niet, zou kunnen worden gesteld. De omvang kan zeer divers zijn; het is geen standaardprocedure. De eigenaar van de elektrische installatie is verantwoordelijk voor de veilige staat ervan. Elke installatie en elk elektrisch arbeidsmiddel moet, volgens nen 3140, onder de verantwoordelijkheid vallen van een installatieverantwoordelijke die door
De installatieverantwoordelijke bepaalt van elke elektrische installatie – of een gedeelte daarvan – hoe vaak deze moet worden geïnspecteerd en wat een dergelijke inspectie moet omvatten [1]. Zo kan uit het beheersplan bijvoorbeeld een jaarlijkse inspectie van een productiemachine naar voren komen, een driejaarlijkse inspectie van de vaste installatie in de productieomgeving en een zesjaarlijkse termijn voor de kantoorinstallatie. Om de twee jaar kunnen bijvoorbeeld panelen aanvullend met een infraroodcamera worden geïnspecteerd. Uiteraard moet de installatieverantwoordelijke ook rekening houden met inspectietermijnen die zijn bepaald door de machineleverancier. Kortom, de omvang en frequentie van elke nen 3140-inspectie is uniek en moet voor aanvang duidelijk zijn.
Visuele inspectie
Elke nen 3140-inspectie bestaat primair uit een visuele inspectie, waarna metingen en/of beproevingen plaatsvinden om onzichtbare tekortkomingen op te sporen. Aan de hand van tekeningen en schema’s, die verplicht bij een installatie aanwezig Voetnoot [1] In Intech E&I, juni 2011, Impuls 52, is een methode uiteengezet om een termijn conform
nen 3140
te
bepalen voor (elk gedeelte van) een installatie.
56 2
IE11 Impuls 56.indd 2
31-10-11 09:31
inspecteren van bestaande elektische installaties volgens nen
moeten zijn (Arbobesluit artikel 3.4), wordt bekeken of sprake is van achteruitgang in de installatie door slijtage, vervuiling, veelvuldig gebruik, wijziging in het gebruik, aanpassingen in de installatie enzovoort. Bij de visuele inspectie conform nen 3140 moet het volgende worden nagegaan: - Zijn alle noodzakelijk tekeningen, schema’s en technische documenten aanwezig en bevatten deze de juiste informatie voor een goed en veilig beheer en gebruik? Bij een inspectie wordt het ontwerp – en de daarbij behorende documenten – als criterium beschouwd. Is de installatie nog wel volgens het ontwerp of zijn er wijzigingen aangebracht? Op de schema’s staat ook technische informatie: groepenindeling, de nominale waarden van beveiligingen, ontwerpstromen et cetera. Bij de inspectie wordt gekeken of de installatie nog voldoet aan het ontwerp en de bijbehorende documenten. Een storingsmonteur moet immers kunnen vertrouwen op actuele schema’s. - Zijn alle installatiedelen eenduidig herkenbaar? De opbouw van de beveiligingstoestellen, aangesloten kabels in verdeelinrichtingen en de klemmenstroken in toestellen moeten overeenkomstig het schema zijn gecodeerd, zodat een installatie inzichtelijk is. - Zijn er beschadigingen aan de installatie die een gevaar (kunnen) veroorzaken? In elke installatie moeten maatregelen zijn getroffen tegen elektrische schokken en brand. Om een elektrische schok te voorkomen moet bijvoorbeeld worden bepaald of de installatie nog voldoet aan: - de juiste ip-classificatie van aangesloten materiaal in relatie tot de omge-
4. Alle onderdelen moeten in overeenstemming zijn met de bijbehorende documenten.
vingsinvloeden (stof, water en mechanische beschadiging); - de kabels onbeschadigd zijn en of de juiste kabel met de juiste bescherming voor een bepaalde omgeving is toegepast; - omhullingen van aangesloten materieel geen beschadigingen vertonen die gevaren kunnen opleveren. Om brand(verspreiding) te voorkomen moet er bijvoorbeeld op worden gelet of: - kabeldoorvoeringen door brandcompartimenten nog dicht zijn; - er geen brandbare stoffen nabij de elektrische installaties zijn; - aansluitingen en componenten geen tekeningen vertonen van een verhoogde temperatuur. Denk hierbij aan verkoling, vergeling, gesmolten kunststof enzovoort; - koelopeningen moeten vrij van stof zijn. - Is het elektrisch materieel in overeenstemming met de installatie-eisen? 5. Elke
nen-inspectie
bestaat primair uit een visuele inspectie, waarna metingen en/of beproevingen plaatsvinden om onzichtbare tekortkomingen op te sporen.
3140
Gedurende de tijd vinden aan een installatie vaak uitbreidingen plaats. Bij uitbreidingen wordt niet altijd stilgestaan bij de consequenties voor de al bestaande installatie. Het gevolg kan overbelasting zijn, hogere harmonischen, verhoogd spanningsverlies, spanningsdips enzovoort. Bij elke aanpassing moet dus opnieuw worden gekeken of alle onderdelen van de totale installatie samen nog een veilige installatie vormen. - Zijn de gangpaden voor bediening en onderhoud en de vluchtwegen voldoende ruim en toegankelijk? Voor elk paneel, zoals een besturingspaneel van een meterkast of een bedieningspaneel bij een machine, moet voldoende ruimte zijn om veilig te kunnen werken en bedienen en moet de vluchtweg voldoende ruim zijn. In nen 1010 zijn deze afstanden benoemd: ≥ 70 cm voor bedienende elementen, een vluchtweg moet minimaal ≥ 50 cm zijn (ook voor een openstaande deur, geblokkeerd op 90°), bediende elementen, beveiligingstoestellen en dergelijke, moeten altijd zo zijn opgesteld dat ze gemakkelijk en zonder hulpmiddelen zijn te bedienen. - Zijn de verbindingen van de beschermingsleidingen zichtbaar in orde? De belangrijkste draden in de installatie zijn de beschermingsleidingen. Alle vreemde geleidende delen en metalen gestellen moeten met een beschermingsleiding zijn verbonden. De verbindingen moeten deugdelijk zijn gemaakt en in panelen stervormig zijn uitgevoerd. Hiermee wordt bedoeld dat geleiders vanuit een centraal punt, bijvoorbeeld een aardrail, naar de verschillende aansluitpunten gaan en dus niet worden doorgekoppeld. Door uitbreidingen en aanpassingen in een installatie (bijvoorbeeld bij het aanpassen van kabelgoten) worden de verbindingen soms niet hersteld. - Zijn de juiste beveiligingstoestellen in de installatie aanwezig en zijn instelbare beveiligingen (nog) juist ingesteld? Een smeltpatroon, installatieautomaat en aardlekschakelaar moeten de installatie en aangesloten materieel beschermen tegen overbelasting, kortsluiting en aardsluiting. Er moet worden gecontroleerd of de specificaties van de beveiligingscomponenten in overeenstemming zijn 56 3
IE11 Impuls 56.indd 3
31-10-11 09:31
nen
met het ontwerp. Hierbij moet niet alleen worden gelet op de nominale stroom, maar ook op het type patroon aM, gL, gG enzovoort en/of het type installatieautomaat B, C, K enzovoort. Uiteraard mogen beveiligingen niet zijn overbrugd door een geleider. De ingestelde stroomwaarde op thermische beveiligingen en motorbeveiligingsschakelaars moet in overeenstemming zijn met de ontwerpstroom. - Zijn eventuele veiligheidsketens in orde? Veiligheidsketens zijn stroomkringen waarbij: - in de voeding een transformator is opgenomen om een veilige spanning of een spanning zwevend ten opzichte van aarde te realiseren (selv- en S-ketens). Er moet worden gecontroleerd of deze ketens nog wel veilig zijn. - in de keten eindschakelaars, nooddrukkers, werkschakelaars en dergelijke zijn opgenomen. Als deze worden bediend dat moet de installatie op de juiste, veilige manier reageren. - Functioneren alle aanwezige bedieningselementen, meetinstrumenten, signaallampen enzovoort? Bij de inspectie moet worden gecontroleerd of alle knoppen, lampjes en dergelijke, nog in goede conditie zijn en deugdelijk functioneren.
3140 en het aanwijsbeleid
fotowedstrijd
6. In dergelijke omgevingen moeten de vreemd geleidende delen zijn verbonden met een beschermings leiding.
Elke nen 3140-inspectie omvat dus minimaal deze negen aspecten, voor zover relevant.
Tekortkomingen
Als tijdens de visuele inspectie een situatie wordt waargenomen waarbij een acuut gevaar heerst, dan moet volgens nen 3140 de installatie, of het gedeelte waarin het gebrek zich bevindt, direct worden hersteld of buiten gebruik worden gesteld. In het
laatste geval moet een borging worden aangebracht die verhinderd dat er onbedoeld kan worden ingeschakeld. In het inspectierapport moet bovendien worden opgenomen hoe en wanneer de installatie wordt hersteld. Na de visuele inspectie volgen metingen en beproevingen, deze worden in deel 2 (Intech E&I december 2011) beschreven.
Fotowedstrijd ‘Zo moet het niet’ Onder het motto ‘Zo moet het niet’ zoekt de redactie van Intech Elektro en ICT naar duidelijke voorbeelden van slecht of foutief uitgevoerde installaties. Inzenders van wie de foto’s worden geplaatst winnen een Isso-handboek ter waarde van 245 euro. De foto’s (van goede kwaliteit), vergezeld van een korte beschrijving en naam en adres van de inzender, kunnen – o.v.v. ‘Zo moet het niet’ – worden gemaild naar
[email protected], of per post naar Intech Elektro en ict, t.a.v. redactie, postbus 188, 2700 AD Zoetermeer.
Winnaar van de maand
Deze maand gaat het Isso-handboek naar Marco van Berkel van Van Berkel Elektrotechniek in Helmond. Hij trof bij een van zijn klanten deze situatie aan in de tuin. Tot dat moment verzorgde de hovenier ook de tuinverlichting…. Inmiddels is dat veranderd. Het Isso-handboek is inmiddels onderweg. Namens de redactie: van harte gefeliciteerd.
Kijk voor meer foto’s van slecht uitgevoerde installaties op www.intechei.nl, Zo moet het niet.
56 4
IE11 Impuls 56.indd 4
31-10-11 09:31
otib-nieuws
cursussen
Radar 2020: een overzicht van kansen Cursussen De wereld verandert en dat biedt kansen, ook voor installatiebedrijven. Naast huidige ontwikkelingen zijn er ook trends op de langere termijn. Otib en Uneto-vni hebben daarom Radar 2020 laten uitvoeren. Dit onderzoek laat zien welke trends voor de installatiebranche belangrijk zijn. Dat zijn er bij elkaar zo’n zeventig. Achter deze trends zitten drijvende krachten. Het zijn de sociaal-maatschap-
pelijke, technologische, organisatorische, economische en politieke ontwikkelingen die de toekomst van de branche bepalen. Welke invloed deze ontwikkelingen hebben op klimaattechniek, elektrotechniek, sanitaire techniek en ict; dat is waar Radar 2020 over gaat. Kijk voor meer informatie op www.radar2020.otib.nl.
Mansfeld tweede bij verkiezing ‘Beste leerbedrijf 2011’ Bij de verkiezing ‘Beste leerbedrijf van Nederland‘ van Kenteq heeft Mansveld Projecten & Services de tweede plaats behaald. Mansveld richt zich op elektro-, beveiligings- en communicatietechniek en realiseert vooral projecten voor de utiliteitsmarkt. De jury sprak lovende woorden over het bedrijf uit Eindhoven. Volgens de jury biedt dit bedrijf structuur, leiding en een grote mate van zelfstandigheid aan leerlingen en
medewerkers. Iedereen wordt gelijk behandeld en gerespecteerd. De jury constateerde een grote betrokkenheid bij de ontwikkeling van leerlingen en medewerkers, waar verschillende partijen bij betrokken zijn. Als het echter om de begeleiding van leerlingen gaat speelt de praktijkopleider van de praktijkschool een grote rol. Mansveld is volgens de jury een bedrijf dat opleiden duurzaam heeft verweven in zijn bedrijfscultuur.
Alles wat je moet weten over jongeren van nu ‘TechKnow, alle informatie over jongeren anno nu’ is een nieuwe, eigentijdse publicatie voor iedereen die jongeren enthousiast wil maken voor techniek. ‘TechKnow’ geeft inzicht in de belevingswereld van jongeren: wat houdt ze bezig en wat zijn de trends van dit moment? P&Ofunctionarissen krijgen informatie over solliciteren 2.0, praktijkopleiders vinden tips over samenwerken met een groentje en scholen krijgen handvatten om met jongeren te communiceren. Dit alles om jongeren te werven en voor de techniek te behouden. Naast het hoofdthema ‘jongeren op de werkvloer’ staan er zestien jongerentrends uit 2011 in beschreven en worden twaalf jongeren geportretteerd. Otib-directeur Elly Verburg benadrukt dat techniek vele uitdagingen biedt voor jonge talenten. ‘We werken in een mooie, innovatieve en krachtige sector waar we trots op zijn. De technische sector in Nederland
biedt werkgelegenheid aan ongeveer negenhonderdduizend vakmensen en bestaat uit een diversiteit van bedrijven: van hele kleine tot hele grote. De sector investeert in de toekomst. Om als technische sector goed te blijven presteren, moeten we nieuwe talenten aantrekken. ‘TechKnow’ biedt hiervoor informatie en praktische tips.’ ‘TechKnow’ is een uitgave van Techniektalent.nu, een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, opleidingsfondsen, koepelorganisaties en scholen, met als doel: meer instroom en behoud van (jonge) mensen in de techniek. De uitgave is gratis aan te vragen via www.techknow.nu.
Basiscursus noodverlichting
Wie: Monteurs, medewerker technische dienst. Informatie: www.soba.nl.
Monteur noodverlichting
Wie: Monteurs laagspanningsinstallaties. Informatie: www.soba.nl.
Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding
Wie: Monteurs laagspanningsinstallaties, noodverlichtingsdeskundigen. Informatie: www.cursusloket.nl, www.isso.nl, www.booa.nl.
Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding
Wie: Leidinggevend installatiemonteurs, technici, werkvoorbereiders, projectleiders, noodverlichtingsdeskundigen. Informatie: www.isso.nl, www.mijnkenteq.nl, www.booa.nl, www.cursusloket.nl.
Noodverlichtingsdeskundige
Wie: Projectleiders, calculators, installateurs, monteurs, werkvoorbereiders. Informatie: www.obex.nl, www.soba.nl, www.rodego.nl.
Noodverlichtingsdeskundige (herhaling)
Wie: Noodverlichtingsdeskundigen. Informatie: www.cursusloket.nl.
Applicaties meten van verlichting nen 1891 Wie: Projectleiders, technici, leidinggevend monteurs, werkvoorbereiders. Informatie: www.cursusloket.nl.
Noodverlichtinginstallaties Inspectie en Onderhoud
Wie: Inspecteurs noodverlichting, onderhoudsmonteurs. Informatie: www.hertek.nl. Het actuele overzicht van opleidingen en aanbieders staat ook op www.etalage.otib.nl.
56 5
IE11 Impuls 56.indd 5
31-10-11 09:31