Ze zijn er nog: ondernemers die op hun 31ste jaar een eigen bedrijf beginnen in de elektro techniek. Stefan Bouwe in het Brabantse Boerdonk deed het ruim twee jaar geleden. Niet door een lopend bedrijf over te nemen, maar ‘gewoon’ door een nieuwe onderneming van de grond af op te bouwen. Als zzp-er (zelfstandige zonder personeel) ging hij van start onder de naam Elekdent. Nu is het weliswaar nog steeds een eenmansbedrijf, maar wel een BV. Ondanks de heersende economische recessie boekte de startende ondernemer vooral in de tweede helft van het afgelopen jaar een aanzienlijke groei. Soms, als er een omvangrijk project is verworven dat binnen een beperkte tijd moet worden afgerond, moet hij er zelfs extra capaciteit bij inhuren.
Jonge ET-ondernemer richt zich op compleet installatiebeheer:
‘Implementatie NEN 3140 voor mkb kostendekkend maken’ Wat is de basis van het prille succes van Elekdent? Stefan Bouwe kan er uren over praten. Maar het kan ook heel kort worden samengevat. De doelstelling van Elekdent is onder meer de implementatie van de NEN 3140 kostendekkend te maken. Speciaal in het regionale midden- en kleinbedrijf (mkb), want daar wordt deze norm nog lang niet overal toegepast. Hetzelfde geldt voor de normen bij de verschillende nieuwe Europese richtlijnen die de afgelopen periode van kracht zijn geworden, op onder meer het gebied van EMC, Atex en industriële installaties. Aanvullende ET-diensten Bouwe is duidelijk niet gaan doen wat andere installateurs al doen. Hij is na drukkelijk niet de directe concurrentie aangegaan, maar zoekt juist proactief naar samenwerking met andere elektro technische installateurs. Die doen het pure installatiewerk, Elekdent levert de aanvullende elektro
32
technische diensten. In nauwe samen werking leveren ze de opdrachtgever een totaalpakket op het gebied van installatiebeheer en -onderhoud, tegen een prijs die scherper kan zijn dan wanneer de opdrachtgever een af zonderlijke installateur, adviseur en inspecteur zou inhuren. Gericht op mkb Bij de grootinstallateurs met hun omvangrijke opdrachtgevers zijn der- gelijke beheersovereenkomsten of prestatiecontracten al tamelijk gebruikelijk. Maar niet in de markt van het mid den- en kleinbedrijf. Tal van kleine en middelgrote bedrijven in de industrie, de agrarische sector, detailhandel en horeca, en de dienstverlening voldoen in het geheel niet aan de eisen die aan de huidige installatietechniek worden ge steld. Eisen vanuit Nederlandse arbo-, bouw- en milieuwetgeving, en Europese regelgeving als de Atex-, Machine-, EMC- en Laagspanningsrichtlijnen,
die worden gespecificeerd in tal van Nederlandse, Europese en wereldwijde normen. Welke veehouder beseft bijvoorbeeld dat de elektrische pomp en de lamp in zijn gierkelder moeten voldoen aan de Atex-Richtlijnen? Welke tuinder kent de Machinerichtlijnen in verband met de elektrisch aangedreven en digitaal bestuurde logistieke processen in zijn kassen? Wat weet de kleine restaurant houder van noodverlichting en vlucht wegaanduiding? En weten hun instal lateurs wel dat deze opdrachtgevers aan al die eisen moeten voldoen, wanneer hun oude bestaande installaties worden uitgebreid of (deels) vernieuwd? Minimaal NEN 3140 Wet- en regelgeving verplichten werk gevers ertoe om verantwoordelijkheid te nemen inzake het in stand houden van veilige elektrische installaties en arbeidsmiddelen. Het implementeren van NEN-EN 50110-1/NEN 3140 geeft
nummer 2 • maart 2010
Elekdent wil de implementatie van NEN 3140 in het midden- en kleinbedrijf kostendekkend maken: “Bij een goed beheer gaat deze schakel- en verdeel inrichting met gemak nog eens veertig jaar mee.” hier een invulling aan. We weten alle maal dat het toezicht hierop in ons land niet erg streng en structureel is. Behalve wanneer er brand uitbreekt en ongeluk ken gebeuren, dan gaat de arbeids inspectie alles onderzoeken, ook of de voorgeschreven inspecties tijdig zijn uitgevoerd. Worden er fouten gevonden, dan is de werkgever aansprakelijk. Risico’s Natuurlijk zijn de risico’s in bio-industrie en de hout- of metaalverwerkende industrie groter dan bij een winkelier of op kantoor. Maar toch, aan de regels moet worden voldaan. In het grootbedrijf is dat besef vrij sterk groeiend, maar in het midden- en kleinbedrijf niet. Dat blijkt uit de gegevens van onder meer de brand- en bedrijfsschade verzekeraars. En als het besef er wel is, dan ontbreekt het vaak aan financiële ruimte om aan werkelijk álle tegenwoordig van toe passing zijnde eisen te voldoen. Toch gaan steeds meer verzekeraars dit
wel van hun klanten eisen. Niet a lleen in het grootbedrijf, maar vooral ook in het mkb waarin veel schade door brand of ongevallen voorkomt. Daarnaast veroorzaakt ‘gewone’ installatie-uitval veel bedrijfsschade. Wat te denken van de gevolgschade van een storing in de installatie van een computergestuurde onderneming in de bio-industrie, of bij een paprikakweke rij? Of van EMC-problemen in een klein maar hoogwaardige metaalverwerkend bedrijf, waarin de CNC-gestuurde machines juist ’s nacht volautomatisch hun productie moeten halen? Statistieken hierover werden het af gelopen najaar door de verzekeraars zelf gepresenteerd, tijdens een groot landelijk congres over elektrotechnische inspecties in Ede. In verband met bovenstaande risico’s gaan mkb-ondernemers ook aan de verhuurders van bedrijfspanden hogere eisen stellen.
Bestaande mkb-installaties En dit is nu precies de markt waarop Elekdent zich richt: het naar de jongste normen ‘upgraden’ van - veelal be staande - elektrotechnische installaties in het midden- en kleinbedrijf. De nu 33 jarige Stefan Bouwe is afkomstig van een elektrotechnisch advies-, exper tise- en inspectiebureau en heeft daar de specifieke kennis opgedaan die hier voor nodig is. Hij kan en mag adviseren en inspecteren. En hij kan installeren, maar dat is zoals gezegd niet waar hij op gericht is. Immers, vrijwel iedere ondernemer, in welke sector van het mkb dan ook, heeft al een installateur die regelmatig bij hem over de vloer komt. “Als die installateur daar toch al bezig is met reparatie, onderhoud en/ of uitbreiding, kan hij meteen tijdens het werk al letten op bepaalde zaken. En die zaken dusdanig in orde maken, dat ik ze direct kan goedkeuren als ik kom voor een onafhankelijke inspectie. Bij de uitbreiding van een installatie kom
33
nummer 2 • maart 2010
In de kleine utiliteit zijn alle voorgeschreven inspecties efficiënter uit te voeren door een actieve samenwerking tussen verschillende partijen die bij het onderhoud betrokken zijn.
ik tussentijds kijken en adviseren, zodat de installatie bij oplevering direct kan worden goedgekeurd.” Andersom werkt het ook: “Als ik iets tegenkom bij een inspectie kan dat in samenwerking met de vaste installateur van de opdrachtgever meteen worden hersteld, waardoor de installatie ook hier in één keer kan worden goedgekeurd. Als wij als adviseur en inspecteur heel nauw samenwerken met de installateur, scheelt dat niet alleen onszelf veel in de kosten, maar vooral ook de opdracht gever. Dat is hard nodig, want anders is het upgraden van de installaties naar het huidige vereiste veiligheidsniveau voor een ondernemer in het mkb niet te betalen.” Ontzorgen Samen met de installateur wil Elekdent de opdrachtgever in het mkb ‘geheel ontzorgen op elektrotechnisch installa tiegebied’, zo vat Bouwe de missie van Elekdent samen. Dit door het aanbieden van een totaalpakket op het gebied van installatie, onderhoud, inspectie en het digitale beheer van onderhoudslog boeken, documentatie en tekeningen. Want zelfs dat laatste ontbreekt in ver reweg de meeste gevallen, waardoor eerst een inventarisatie van de installatie moet worden gemaakt. In zijn ogen kan
‘de implementatie van de installatie verantwoordelijke volgens NEN 3140 in het mkb alleen kostendekkend worden gemaakt, door deze te integreren in een efficiënt beheers- en onderhoudsplan’. Hetzelfde geldt voor de implemen tatie van de eisen vanuit de genoemde Europese richtlijnen in het mkb, daar waar die van toepassing zijn.
Een voorbeeld hiervan zijn de biogas centrales waar Elekdent momenteel aan werkt. Daarop is zo’n beetje alle wet- en regelgeving met bijbehorende normen van toepassing. 300 installateurs Stefan Bouwe heeft over zijn ideeën en werkwijze zo’n driehonderd actieve in
Gasstations worden door Elekdent in het kader van de Europese Atex-Richtlijnen gecontroleerd. Want daar is de veiligheid van ‘weer heel andere belanghebbenden’ in het geding.
35
Continu installatiebeheer en –onderhoud Wat is Stefan Bouwe Bouwe zoal tegengekomen in zijn nog jonge advies- en inspectiepraktijk? “Bij de oplevering van nieuwe installaties gaat het meestal wel goed. De problemen ontstaan bij het gebruik - en de uitbrei ding of aanpassing van - bestaande installaties. Er worden zelfs 35-A zekeringen uit de kasten geschroefd om er 63-A veiligheden voor in de plaats te schroeven. Een afgereden wandcontactdoos ergens in de bedrijfshal wordt gewoon over het hoofd gezien. Of er is op de locatie geen informatie terug te vinden over de installatie. En al helemaal niet over de daarop aangesloten machines en apparaten.” Hij ziet daarom de toekomst van Elekdent vooral in het aan bieden van complete onderhouds- en beheerspakketten voor het mkb, inclusief de voorgeschreven inspecties, netanalyses, het digitaal bijhouden van alle documentatie, en onafhanke
stallateurs in ‘zijn’ regio aangeschreven. En die zijn steeds enthousiaster gaan reageren. Onder druk van vooral de verzekeraars krijgen deze installateurs namelijk steeds vaker vragen van hun klanten en opdrachtgevers over al deze wet- en regelgeving. Maar lang niet ieder van hen kan en wil zich snel verdiepen in deze complexe stelsels van installatieeisen. Bouwe: “De reguliere metingen kunnen de meeste installateurs uiteraard gewoon zelf doen. Maar bijvoorbeeld een volledige netanalyse, en vooral de rapportage van inspecties, daar zien velen tegenop. Vooral omdat dit in hun eigen praktijk te weinig voorkomt. Maar wij zijn er juist in gespecialiseerd.” En dus zoeken die installateurs, voor het behoud van hun opdrachtgevers, steeds vaker de samenwerking met Elekdent: “Zij blijven gewoon doen wat zijzelf kunnen. De rest doen wij. Zo voeren wij de opdracht in gezamenlijke verantwoordelijkheid uit. Behalve bij de aanpassing van bestaande installaties kunnen we dit uiteraard ook zo doen bij de inbedrijfstelling en oplevering van nieuwe installaties.” Kwaliteitswaarborg Een forse overwinning was voor Stefan Bouwe het vertrouwen dat hij kreeg van een grote verzekeraar. Deze heeft speciaal voor haar cliënten in de agra rische sector de Agro Elektro-inspectie ontwikkeld, gebaseerd op de eisen in NEN-EN 50110 en NEN 3140. Deze inspecties mogen tot op heden alleen worden uitgevoerd door een paar grote gerenommeerde inspectiebedrijven. Maar wanneer Stefan Bouwe door S tipel (Stichting Persoonscertificatie Elektro-
36
lijke en deskundige adviezen. Dit alles samen kan zelfs uit monden in volcontinu onderhoud en beheer op contractsbasis van elektrische installaties, elektrische arbeidsmiddelen en bijvoorbeeld noodverlichting en vluchtwegaanduiding. Maar alleen in nauwe samenwerking met de ‘huisinstallateur’ van de opdrachtgever. Deze activiteiten van Elekdent zijn vooral gericht op onder nemers in alle sectoren van het midden- en kleinbedrijf (mkb). Daarnaast wordt onder meer objectief gerapporteerd over installaties bij geschillen tussen bijvoorbeeld eigenaren en huurders van bedrijfspanden over de staat van de installatie. En na calamiteiten voor expertise- en schade-adviesbureaus. www.elekdent.nl
De nu 33 jarige Stefan Bouwe is afkomstig van een elektrotechnisch advies-, expertise- en inspectiebureau. Daar heeft hij de specifieke kennis opgedaan die nodig is voor integraal beheer, onderhoud en inspectie: “Van veel inspectie rapporten is de conclusie helaas: ‘Beheerder, u heeft gefaald in het in stand houden van een veilige elektrische installatie’.”
techniek) is gecertificeerd voor laag spanningsinspecties, mag ook hij de Agro-inspecties gaan doen: “Ze hebben vertrouwen in mijn missie en werk wijze.” Bovendien is de Stipelcertificatie naar al zijn andere (potentiële) opdrachtgevers, samenwerkende installateurs en verze
keraars een onafhankelijke waarborg van zijn vakinhoudelijke deskundigheid op het gebied van volledige NENEN-50110 en NEN 3140-inspecties. Die inspecties gaan immers veel verder dan de Agro Elektro-inspecties die in be ginsel alleen gericht zijn op brand veiligheid.
nummer 2 • maart 2010
Verder is hij gediplomeerd op niveau WEB-4 waardoor hij voor zijn opdracht gevers kan fungeren als ‘gedelegeerd installatieverantwoordelijke’. Tot slot is hij Level-I gecertificeerd voor thermografische inspecties. Elekdent beschikt niet over het Certi ficaat van Toezicht, omdat dit ‘vooral gericht is op de processen waarin mensen binnen grotere inspectiebe drijven samenwerken’, zoals Bouwe het omschrijft. “Dat is binnen mijn eenmans bedrijf (nog) niet aan de orde. Bovendien is het CvT niet gericht op inhoudelijke elektrotechnische vakkennis.” Tot slot is hij lid van Uneto-VNI, de Nederlandse vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) en inspecteurs vereniging iKeur, die werkt aan een eigen kwaliteitskeurmerk. Vermogensautomaten Elekdent inspecteert installaties op basis van onder meer de normen NEN 1010, NEN-EN 50110 en NEN 3140. In de nieuwe NEN 1010 van 2007 die vorig jaar (deels) is aangewezen in de regeling Bouwbesluit worden niet meer alleen eisen gesteld aan de inspectie van nieuwe, maar eveneens van be staande installaties. Daaraan worden echter ook al eisen gesteld vanuit de andere twee genoemde normen (samen de SPE 3140), die worden aangewezen in de beleidsregels van de overheid bij de handhaving van de Arbowetgeving. Van de NEN 3140 verschijnt in de loop
van dit jaar ook een nieuwe editie, zie het artikel daarover in Mag1010 nummer 7 van augustus vorig jaar. Is dat niet lastig voor een bedrijf als Elekdent? Stefan Bouwe heeft daar niet echt veel problemen mee. Maar toch: “Dat de inspectie van nieuwe installaties in de NEN 1010 staat, is niet meer dan logisch. Maar die van bestaande instal laties? Waarschijnlijk is het deel van de nieuwe NEN 1010 over de inspectie van bestaande installaties daarom door het ministerie van Vrom nog niet aange wezen in de nieuwe Regeling Bouwbesluit. Er zijn namelijk nogal wat verschillen met de eisen in NEN 3140.” En over die norm zegt hij: “De bestaan de NEN 3140 is al prima. In de nieuwe wordt technisch/inhoudelijk niet zo veel veranderd. Die wordt alleen maar duide lijker, dat is altijd beter.” Want tijdens het eerdere genoemde nationale inspectiecongres, dat ook door Stefan Bouwe werd bezocht, stond centraal de onduidelijkheid tussen ETinspecteurs en hun opdrachtgevers, veroorzaakt door de grote verschillen in offertes voor een-en-hetzelfde in spectieproject. Volgens hem kunnen die verschillen juist ontstaan door onduidelijkheden in de normen. Zo noemt hij de inspectie van de uitschakelkarakteristieken van vermogensautomaten, bijvoorbeeld in de genoemde biogascentrales: “Van wege de complexiteit zouden die moe ten worden getest door de fabrikant. Dat
kost 450 euro per automaat, doordat testen en onderhoud van de automaat door hen als onlosmakelijk geheel wordt beschouwd. En dan zegt de fabrikant ook nog: het moet ieder jaar. Dat wordt veel te duur. Daarom controleren wij wel alle instellingen, maar niet de feitelijke werking. Dit wordt vooraf besproken met de opdrachtgever met als bij komend advies, om voor vermogens automaten een onderhoudstraject in gang te zetten.” Isolatieweerstand Een ander punt is de meting van de iso latieweerstand, waarvoor de installatie spanningsvrij moet worden gemaakt: “Dat is voor heel veel bedrijven, ook - of juist - in het mkb, erg lastig. Dan doen we dan ook ’s nachts of in het weekend. Een vervangende lekstroommeting is naar mijn mening ontoereikend. Maar over dat soort onderwerpen is in ons land geen echte technisch/inhoudelijke discussie meer.” Stefan Bouwe juicht initiatieven als het nationale inspectiecongres dan ook van harte toe. Net als het samengaan van de Vakgroep Beheer & Inspectie met ‘zijn’ vakvereniging iKeur, om zich in NVIB-verband nadrukkelijker bezig te houden met de normalisatie van ET-inspecties: “Hopelijk komen dan de echte technische discussies, vooral over nieuwe technieken, weer terug.”
SD
Door schaalvergroting in de veehouderij nemen ook de omvang en complexiteit van elektrotechnische installaties in die sector toe. En de risico’s. Verzekeraars gaan er daarom steeds hogere eisen aan stellen. Dat geldt overigens ook voor het mkb in industrie, horeca en detailhandel.
37