Inrichtingsplan
DUIVENVOORDECORRIDOR Leidschendam-Voorburg
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 1
Inrichtingsplan
DUIVENVOORDECORRIDOR Leidschendam-Voorburg
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 2
Inhoud
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
4
De landschappelijke karakteristiek
9
Het Hollandse cultuurlandschap met buitenplaatsen en kastelen
12
Het recreatief medegebruik
17
Robuuste ecologische verbinding
18
Kaart inrichtingsplan
19
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 3
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 4
3. Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor Dit inrichtingsplan geeft op basis van cultuurhistorische analyse een ruimtelijke voorbeeld-
In het veld is dit beleefbaar door kleine hoogteverschillen tussen het erf en het land, het patroon van
uitwerking voor de vijf uit te werken buitenplaatsen in het Leidschendam-Voorburgse deel
bosschages en singels en de wateringen met verschillende waterstanden. Zinvolle ideeën voor de
van de Duivenvoordecorridor. Het plan geeft de gewenste ontwikkelingsrichting weer en
nieuwe buitenplaatsen (deels reconstructie) zijn alleen mogelijk als we eerst goed kijken naar het
heeft tegelijkertijd een hoge mate van flexibiliteit. Dit inrichtingsplan voldoet aan het
bestaande cultuurlandschap en haar ontstaansgeschiedenis!
vastgestelde bestemmingsplan Duivenvoordecorridor deel Leidschendam-Voorburg (2008) en vormt de basis voor de later op te stellen uitwerkingsplannen.
De nieuwe buitenplaatsen kunnen een verrijking voor het bestaande cultuurlandschap worden. Allereerst geven de nieuwe buitenplaatsen de mogelijkheid om het karakter van de langgerekte
De Duivenvoordecorridor is een typisch Hollands kustlandschap. Bijzonder aan de corridor is dat het
strandwal te versterken. De aansluiting van de kern Leidschendam, via Schakenbosch en de nieuwe
een van de weinige plekken is waar een relatief gave landschappelijke dwarsdoorsnede te zien is vanaf
buitenplaatsen op het buitengebied kan nog een stuk beter. Bij de vormgeving gaat het om de beleving
de Noordzee tot aan de rand van Utrecht toe. De corridor is een sequentie van zee, strand, jonge
vanaf de randen door passanten, het routenetwerk en de pleisterplaatsen op de buitenplaatsen voor
duinen, strandvlakte, strandwal en veenweidegebied.
bezoekers en natuurlijk de directe woonomgeving voor de bewoners.
Het landschap van de Duivenvoordecorridor spreekt tot de verbeelding. De corridor is een verstilde
Natuurlijk staat de Duivenvoordecorridor niet op zichzelf. De corridor is een onderdeel van de al in
plek in een steeds drukkere stedelijke omgeving. Panoramische weidsheid en een rijk verleden gaan
1993 ingestelde Rijksbufferzone Duin, Horst, Weide. Het credo is behoud door ontwikkeling.
hier hand in hand. Dit landschap heeft kwaliteit!
De opgave is dus om niet alleen te parasiteren op de bestaande kwaliteit, maar ook het toevoegen van nieuwe kwaliteiten aan dit waardevolle landschap.
Tegelijkertijd staat deze kwaliteit onder druk. De stedelijke dynamiek in de regio is groot. Een continu proces van stapsgewijze transformatie nivelleert de ooit zo rijke geschakeerdheid van het landschap.
Concreet gaat het in de Duivenvoordecorridor om vier doelen:
Landschapselementen raken versnippert en de leesbaarheid van de open ruimte neemt af. De
- behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke karakteristiek
mobiliteit blijft toenemen en de huidige inrichting is niet bestand tegen het toenemende aantal
- behoud en de ontwikkeling van het Hollandse cultuurlandschap met buitenplaatsen en kasteel
recreanten wat met de auto het gebied in komt.
- ontwikkeling van het recreatief medegebruik - ontwikkeling van de robuuste ecologische verbinding
Op een groter schaalniveau is het plangebied een microlandschap tussen het veenweidegebied en de strandvlakte. Het is niet een heel groot gebied, maar het heeft wel heel veel detail. Fascinerend is het lint van boerenerven op de subtiele gradiënt van strandwal naar strandvlakte.
Deze onderwerpen worden hierna puntsgewijs toegelicht.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 5
Bestemmingsplan
De ambitie is de inruil van glas voor gras. Het primaire doel is het toevoegen van nieuw groen in de
Kader voor dit inrichtingsplan is de Structuurvisie Duivenvoorde (2003) en het Bestemmingsplan
corridor. Kostendragers voor deze transformatie zijn een beperkt aantal nieuwe woningen op de
Duivenvoordecorridor, deel Leidschendam-Voorburg (2008). In het Bestemmingsplan is de ambitie
buitenplaatsen. In gedetailleerde zoneringskaarten zijn per uit te werken buitenplaats maximale
met en de ontwikkelingsmogelijkheden voor de Duivenvoordecorridor zeer gedetailleerd vastgelegd.
bouwmassa en maximale bouwhoogtes vastgelegd.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Overgang duin- en veenweidegebied.
Pagina 6
Boerderijenzone op strandwal.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 7
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 8
Natte zone langs de vliet.
Algemene hoogtekaart van Nederland.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 9
De landschappelijke karakteristiek • Typologie: geomorfologische verschillen als basis voor ontwikkeling
• Lange lijnen in het landschap De lange lijnen (Veurseweg, Vliet, spoorlijn) willen we verankeren in het landschap. Waar mogelijk
Geomorfologische verschillen tussen de strandwallen, de strandvlaktes en het veenweidegebied
moet het vrije zicht op de open ruimte in de omgeving behouden blijven of weer worden hersteld.
vormen de basis voor de inpassing van nieuwe ontwikkelingen. Denkend vanuit de landschappelijke
In de Veurseweg kan ter hoogte van Schakenbosch het zicht op de open ruimte aanzienlijk worden
ondergrond wordt een inrichting voorgesteld welke zich naadloos voegt in de omgeving van de
verbeterd door een aantal bosschages langs de weg te verwijderen. Vanuit de historische betekenis
Duivenvoordecorridor. Minder dan een eeuw geleden zijn grote delen van de strandwal afgegraven
van de weg is het wenselijk om de Veurseweg over de gehele lengte van de corridor opnieuw te
voor zandwinning, waardoor een deel van het reliëf is verdwenen. Maar nog steeds zijn de
voorzien van de originele laanbeplanting.
overgangen tussen de verschillende geomorfologische eenheden waarneembaar in het veld. Kleine
Ter plaatse van de Vliet is het van belang ook de overzijde van de Vliet te betrekken in de
niveauverschillen in het grasland duiden op de grens van de strandwal en het veenweidegebied.
planvorming. Aan de overzijde ligt een fantastische fietsroute waar de corridor nog beter op kan aansluiten. De Vliet lag van origine als een natuurlijke veenstroom in het veenweidebied. Inmiddels is het veengebied steeds verder gezakt, waardoor de Vliet als een verhoogd element in het landschap is komen te liggen. Mogelijk worden in de corridor nog restanten gevonden van het kanaal van Corbulo. Dit kanaal uit de Romeinse tijd lag nagenoeg op dezelfde plek als de Vliet. Bij het spoor is het eveneens van belang de overzijde te betrekken. In de corridor zijn een tweetal onderdoorgangen in het spoor, welke de verbinding leggen richting Wassenaar en de kust.
Lange doorzichten vanaf de Veurseweg.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
• Natte en droge kapstok Vanzelfsprekend ontstond ook in dit gebied de eerste bewoning op de hogere en drogere gronden. Men verplaatste zich in eerste instantie vooral over water. De Vliet was in die tijd een belangrijke vaarroute. Dit verklaart tal van opvaarten vanaf de Vliet: de natte kapstok. De droge kapstok bestaat uit de individuele ontsluiting van de buitens en de boerderijerven op de Veurseweg. Waar de buitens een rijk beplante laan hebben, zijn de opgangen naar de boerderijerven veelal onbeplant. Belangrijk is het noemen van de karakteristieke maatvoering van de lanen in de Duivenvoordecorridor. De bomen, doorgaands zomereik, staan in een compact plantverband van vijf keer acht meter, waarbij de bomen tot een flinke hoogte van ca. zes meter worden opgekroond.
Rechtsboven: Profiel oprit naar boerderij. Linksonder: Natte en droge kapstok Rechtsonder: Ontsluiting landgoederen en boerderijclusters
Pagina 10
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 11
• Buitenplaatsen, boerderijclusters en lintbebouwing De opbouw van dit landschap bestaat uit buitenplaatsen, boerderijclusters en lintbebouwing. In het inrichtingsplan stellen we ontwikkeling van een drietal nieuwe buitenplaatsen voor. Op twee plekken worden nieuwe boerderijclusters toegevoegd. Op een aantal plaatsen wordt de lintbebouwing verder aangezet.
Linksboven: Nieuwe buitenplaatsen. Linksonder: Boerderijlinten Rechtsonder: Boerderijclusters
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Het Hollandse cultuurlandschap met buitenplaatsen en kastelen • Typologie van de buitenplaatsen
Pagina 12
• Ontwikkeling van een drietal nieuwe buitenplaatsen In de grandeur van de late middeleeuwen werden buitenplaatsen en lusthoven aangelegd gericht op de Vliet. De buitenplaatsen zijn middels assen en zichtlijnen sterk verankerd in het omliggende
Langs de Vliet zijn vele buitenplaatsen ontstaan. Veel van deze oases bestaan nog steeds. Nu niet
landschap. Veelal hebben de buitenplaatsen een eigen herkenbare identiteit.
meer als een paradijs in het landschap, maar als een paradijs in de stad. Het is te danken aan het
Open ruimte tussen de buitenplaatsen is essentieel om het spel van zichtlijnen en assen verder uit te
feodale stelsel dat grote gebieden rondom kasteel Duivenvoorde nog vrij zijn gebleven van de
kunnen bouwen. Bebouwing op de buitenplaats staat veelal op de strandwal. In elk geval is in de
oprukkende stad.
zonering van de buitenplaats een duidelijk verschil waarneembaar tussen de drogere en de nattere
De buitenplaats Hofwijck is bijvoorbeeld het archetype van het Hollands classicisme waarin de tuin
delen. Het gaat om drie nieuwe buitenplaatsen: Noorthey, Oostbosch en Vlietlust.
de voortzetting van het huis verbeeld. Het landgoed Duivenvoorde kende rond 1717 eenzelfde
De buitenplaats Noorthey is zowel georiënteerd op kasteel Duivenvoorde als op de Vliet. Het
symmetrische opbouw, maar is later omgevormd tot een parklandgoed in de Engelse landschapsstijl.
landgoed had in 1820 een vrij orthogonale structuur met een klassieke tuin. Het hoofdgebouw staat
Op dit moment ondergaat landgoed Duivenvoorde een renovatie van de hand van
terzijde van de tuin, maar wel in de zichtas vanaf kasteel Duivenvoorde. Noorthey is een internaat
landschapsarchitect Michael van Gessel.
geweest.
Buitenplaatsen zijn er in alle soorten en maten. Ook werden oude buitenplaatsen in de loop van de
De buitenplaats Oostbosch heeft een diagonale assenstructuur. Mogelijk zijn de assen gericht op de
tijd dikwijls aangepast aan de trends van een volgende periode. Voor de ontwikkeling van nieuwe
kerktoren van Leidschendam en die van Stompwijk. De gebouwen zijn geplaatst in de as en
buitenplaatsen in de Duivenvoordecorridor is het van belang meer te weten te komen over de
toegankelijk via een opvaart vanaf de Vliet. De gebouwen staan op afstand van de Vliet. Vermoedelijk
typologie van de buitenplaats.
op de rand van de strandwal. In het lager gelegen veengebied is een carrévormige waterpartij aanwezig.
Meest wezenlijk zijn: - relatie met elkaar en met de landschappelijke omgeving
• Zorgvuldige compositie van open vs. gesloten, assen en ensembles
- heldere zonering van open vs. gesloten
De afzonderlijke buitenplaatsen, boerderijclusters en het lint worden met elkaar in verband gebracht
- positionering van de elementen rondom zichtlijnen en assen
door een zorgvuldige compositie van open en gesloten ruimtes. Hierbij is veel aandacht vereist voor
- gebouwen niet individueel geplaatst, maar in een heldere ensemblestructuur
de kwaliteit van de randen van de open ruimtes. Een spel van zichtlijnen en assen en de oriëntatie
- afwezigheid van private tuinen, maar juist een collectief ‘groot’ gebaar
van de bebouwing op deze ruimtelijke structuur verdient veel zorg. De gebouwen worden als
- parkeren integraal oplossen in het ontwerp van de buitenplaats
ensembles op de buitenplaats gepositioneerd
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 13
Profiel oprijlaan naar buitenplaats. Opvaart naar kasteel Duivenvoorde.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Vanaf de Noortheylaan heb je een panoramisch uitzicht richting kasteel Duivenvoorde. Wanneer de
Pagina 14
• Water als een wezenlijk onderdeel van de buitenplaats
kassen achter de Leijtweg verdwijnen, ontstaat mogelijk een nog weidser zicht vanaf de Leijtweg tot
Andere voorbeelden zijn de vormgeving van het water, de bruggen en routes en plekken in de
aan Duivenvoorde.
buitens. Het water kan op vele manieren worden vormgegeven. Verstilde landschappelijke sloten, een waterspeelplek, of juist een levendig haventje met steigers, boothellingen en aanlegplekken.
Het nieuwe Noorthey ligt, vanwege de bestaande woonbebouwing aan de Noortheylaan, op enige
Andere mogelijkheden zijn een natuurlijke zwemvijver als verlengde van je woonruimte op de
afstand van de Noortheylaan. Wel proberen we vanaf Noorthey een zichtas te maken tot aan de Vliet.
buitenplaats of een kleine bron.
Dit zal niet helemaal lukken omdat in deze as ook aan de Vliet nog een tweetal woonhuizen blijft gehandhaafd. De oriëntatie op de Vliet is hier in elk geval wel voelbaar aanwezig.
• Ontwerp van specifieke landschapselementen Veel buitens hebben speciale botanische kenmerken. Vanuit de verzameldrang van de vroegere
Een nog belangrijker schakel tussen noord- en zuidzijde van de weg is de Noortheylaan. Het gaat om de
bewoners ontstonden tuinen met geneeskrachtige planten, tuinen met zeldzame (vaak exotische)
twee woningen naast het bestaande tuincentrum. Wanneer het mogelijk blijkt om deze woningen uit
plantencollecties, en soms ook complete verzamelingen dieren. Aardige voorbeelden zijn de
te plaatsen, dan ontstaat op deze plek een schitterend doorzicht tot aan de Vliet.
seringenberg op landgoed Raaphorst, de Japanse tuin op landgoed Clingendael en het bos van tamme kastanjes op Kasteel Groeneveld. Afhankelijk van het gebruik van het buiten werden
Aan de zuidzijde van de weg bestaat de samenhang uit een aantal diagonale assen welke in de
specifieke objecten toegevoegd. Het theehuis en de orangerie (wintertuin) zijn algemeen bekend.
verschillende buitens doorlopen. Ook hebben alle buitens een verbinding naar de Vliet.
Meer specifiek is bijvoorbeeld het boothuis bij kasteel Duivenvoorde of de slangenmuur bij landgoed Clingendael. Vanuit deze typologie is het voorstelbaar dat de huidige vlinderkas terugkomt
• Gedetailleerde vormgeving vanuit maat en schaal van het volume
op één van de nieuwe buitenplaatsen in de vorm van een hedendaags Crystal Palace.
De rijke detaillering waar de buitenplaatsen om bekend staan komt ook terug in de nieuwe buitenplaatsen. Dit wil niet zeggen dat overal historiserend wordt gebouwd en dat er complete
• Typologie van het boerderijcluster
replica’s worden ontwikkeld. Dit is allereerst cultuurhistorisch ongewenst, ten tweede is de huidige
Op de interessante overgang van hoog naar laag en van droog naar nat werden de
markt niet vergelijkbaar en ten derde zijn er in de 21e eeuw nieuwe opgaven en nieuwe
boerderijcomplexen gevestigd. Ook de boerderijclusters hebben een statige uitstraling. Kenmerkend
mogelijkheden welke goed toepasbaar zijn.
is dat de clusters vrij in de open ruimte liggen. De gebouwen vormen samen een ensemble en zijn
De detaillering is gericht op het verfijnen van de maat en schaal van de buitens en het maken van
geplaatst rondom een hof. De erven hebben een halfopen erfbeplanting. Richting de Veurseweg zijn
geborgen plekken. Doel van de detaillering is om het Hollandse cultuurlandschap meer te laten
de erven open.
spreken. Dit kan bijvoorbeeld door te werken met artificieel element met een opgetild maaiveld wat fungeert als een balkon aan de Vliet.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Beelden buitenplaatstuinen.
Pagina 15
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Ontwerp van specifieke landschapselementen.
Pagina 16
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Het recreatief medegebruik • Beleving van het Hollandse cultuurlandschap
Pagina 17
• Routes dwars op de Vliet Dwars op eerder genoemde routes wordt de Noortheylaan de belangrijkste doorgaande fietsroute. De
Een belangrijke doelstelling vanuit het convenant is het vergroten van het recreatief medegebruik
route sluit aan de noordzijde aan op de begraafplaats Noorthey (en de fietstunnel onder het spoor door).
van de Duivenvoordecorridor. Het gaat om het aanbieden van een aantrekkelijke beleving van de
Aan de zuidzijde wordt deze route langs de opvaart van Oostbosch verlengd tot aan de Vlietoever. Bij de
ruimte. Naast het organiseren van routes en verblijfsplekken gaat het dus vooral om de vraag: Wat
Vliet wordt een automatisch veerpontje toegevoegd, zodat het mogelijk is om aan de overzijde van de
zie ik? In de Duivenvoordecorridor zal de beleving van het landschap een geënsceneerde beleving
Vliet je route te vervolgen richting de brug bij de Kniplaan Via de Kniplaan en achter kasteel Duivenvoorde
zijn, waarin de vormgever kan kiezen wat hij wil laten zien en wat hij juist aan het zicht wil ontrekken.
langs ontstaat zo een fietsrondje op een lager schaalniveau. Parallel aan de Noortheylaan is de laan langs Schakenbosch een tweede route. Deze route sluit aan de zuidzijde aan op de Leijtweg. Aan de noordzijde
• Bestaande paden afwaarderen voor recreatief gebruik De bestaande opvaarten in het gebied blijven gehandhaafd. De paden langs deze opvaarten worden niet
kan de verbinding langs de sportvelden worden verbeterd of wordt een nieuwe route gemaakt richting Noortheylaan.
belast met nieuw autoverkeer, maar worden onderdeel van het recreatief netwerk. Basiskenmerk van deze recreatieve paden is dat het paden door het water zijn: smalle routes met aan weerszijden een waterloop.
• Ontwikkeling van drie recreatieve hubs
Afhankelijk van de locatie zijn de opvaarten beplant met els of juist een open lijn in het landschap.
Op de buitenplaatsen worden drie recreatieve hubs toegevoegd. Het zwaartepunt ligt bij Life &
Bestaande profielen worden versterkt door de ruimtelijke continuïteit van een profiel te vergroten.
Garden. Hier is ruimte voor parkeren van de auto, komt een nieuw restaurant en de nieuwe vlindertuin. Een tweede hub is de openbaar toegankelijke smalle eilandstrook langs de Vliet. Een
• Routes parallel aan de Vliet
automatisch pontje biedt hier de mogelijkheid om de Vliet over te steken en aan de Vliet is ruimte
Een eerste route is die langs de Veurseweg. Deze weg wordt opnieuw van laanbeplanting voorzien.
voor ontspanning en verblijf in de vorm van ligweides, bootsteigers en speelplekken. Een derde hub
Een tweede route is die langs de Vliet. De doorgaande route ligt hier aan de overzijde van de Vliet
is de aanleg van een publiek toegankelijke tuin op Noorthey.
(Oostvlietweg). Deze weg is opener en landschappelijker van karakter dan de Veurseweg. Vanaf de Vlietzijde ontstaan een aantal vergezichten in de Duivenvoordecorridor, waarbij de nieuwe
• Aanbieden van overstapmogelijkheden
buitenplaatsbebouwing op afstand van de Vliet zich aftekent. Een derde route is die ten noorden van
Dit deel van de Duivenvoordecorridor zal vooral worden gebruikt als uitloop van Leidschendam. Natuurlijk is
Noorthey. Nu nog eindigt deze route bij de begraafplaats. Het is voorstelbaar dat hier in de toekomst
het ook mogelijk om langere afstandswandelingen of fietstochten te maken die aansluiten op bovengenoem-
een informele struin/wandelpad wordt toegevoegd wat de verbinding maakt tussen de begraafplaats en
de recreatieve hubs. Het gebied wordt zeer beperkt toegankelijk met de auto. Doel is om bezoekers van het
kasteel Duivenvoorde. Op een lager schaalniveau worden wandelroutes toegevoegd in het verlengde
gebied op een centrale plek in dit deel van de corridor te ontvangen en vervolgens de mogelijkheid te bieden
van de routes over Schakenbosch richting Noorthey en tussen de buitenplaats Vlietlust en Oostbosch.
om wandelend, fietsend of met de boot of te paard het gebied verder te verkennen. Een combinatie van
Mogelijk kan deze laatste route ook verbonden worden met het buiten Haagwijk.
paardenverhuur en/of huifkartochten met de aanwezige manege behoort wellicht tot de mogelijkheden.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 18
Robuuste ecologische verbinding • Natuurdoeltypen Duivenvoordecorridor Het plan wint aan kwaliteit als het cultuurlandschap niet alleen in verband wordt gebracht met recreatieve beleving, maar ook met ecologische betekenis. Nieuwe natuur kan het middel zijn om delen van dit open cultuurlandschap duurzaam in stand te houden. Vanuit het Natuurgebiedsplan (provincie Zuid-Holland, 2001) wordt ingezet op realisatie van de natuurdoeltypen ‘landgoedbossen’, ‘nat schraalland’ en ‘rietland en ruigte’.
• Zonering in drukkere en rustiger delen Een goede zonering van drukker en rustiger delen op de buitenplaatsen is belangrijk. Dit is wenselijk voor de verhouding openbaar-privaat, maar ook voor de ontwikkeling van natuurlijke biotopen. Zo zijn er drukke delen die publiek toegankelijk zijn en rustige zones die meer privaat zijn. Deze gebieden worden van elkaar gescheiden door niet (of zeer beperkt toegankelijke) landschappelijke eenheden: nieuwe landgoedbossen of natte weilanden met sloten en rietoevers. In het ontwerp van het landschap worden de landschappelijke kenmerken van standvlakte, strandwal en veenweide aangezet. Een eilandstrook langs de Vliet versterkt het natte gevoel van deze veenweide. In de veenweide wordt de opstrekkende verkaveling met smalle kavels versterkt door de toevoeging van nieuwe sloten.
Profiel recreatieve route.
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Pagina 19
Kaart inrichtingsplan
Landmark Bebouwingsvlak Strandwal Oprijlaan buitenplaats Zichtlijn
N
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor
Inrichtingsplan Duivenvoordecorridor inclusief de gemeente Voorschoten.
Pagina 20
Dit is een uitgave van de gemeente Leidschendam-Voorburg Postbus 905, 2270 AX Voorburg www.leidschendam-voorburg.nl T 14 070 F (070) 320 1302 E
[email protected] Realisatie: DPC December 2009