2008.049
Inrichtingsplan vernieuwde cliëntenparticipatie Inleiding Een vernieuwd UWV betekent ook een vernieuwde cliëntenparticipatie. Bovendien houdt de fusie tussen CWI en UWV per 1 januari 2009 onder meer in dat per die datum de cliëntenparticipatie voor CWI komt te vervallen. De overlegpartner houdt immers op te bestaan als organisatie. Over de vormgeving van een nieuwe cliëntenparticipatie heeft UWV in maart-april 2008 een consultatieronde gehouden bij de cliëntenraden UWV en CWI, de belangenorganisaties en de Landelijke Cliëntenraad. Op basis daarvan komen we tot een inrichting van vernieuwde cliëntenparticipatie zoals in deze notitie beschreven. Deze notitie betreft de participatie van mensen die als cliënt gebruik maken van de dienstverlening van UWV. De klantgroep werkgevers is hierin niet meegenomen. De invloed van werkgevers op de dienstverlening van UWV vindt plaats via (niet geformaliseerd) overleg met werkgeversorganisaties, via accountmanagement voor de grote werkgevers en door middel van onderzoek onder werkgevers.
De contouren van het nieuwe UWV Het UWV wordt vernieuwd. ‘Snel en goed geholpen klanten’ is het uitgangspunt voor het programma De Vernieuwing binnen UWV. 1 De contouren van het nieuwe UWV op hoofdlijnen: • Organisatie in vijf bedrijfskernfuncties: o Werk. Hierin worden de activiteiten van CWI en de re-integratietaken van UWV samengebracht; o Sociaal Medische Zaken (SMZ); o Uitkeren o Gegevensdiensten o Klant Management Organisatie (KMO) • Naast deze vijf bedrijfskernfuncties worden ook de bedrijfsfuncties Fraude, Preventie en Onderzoek (FPO) en Bezwaar en Beroep (B&B) op de Vernieuwing aangesloten. • Voor Uitkeren, SMZ, Werk en KMO wordt uitgegaan van landelijke spreiding en regionale coördinatie. Gegevensdiensten wordt als centrale functie ingericht. De huidige regioindeling met back- en frontoffices zal aansluiten bij een nieuwe indeling in elf verzorgingsgebieden. In elk verzorgingsgebied kennen we 3 soorten vestigingen (aantallen nog nader te bepalen): • de backoffice, waar met name de bedrijfskernfunctie Uitkeren wordt uitgevoerd; • de UWV-frontoffices waar de artsen en arbeidsdeskundigen van UWV gehuisvest zijn (SMZ); • de werkpleinen 2 waar gemeenten en de bedrijfskernfunctie Werk van het UWV geïntegreerd samenwerken op het gebied van intake, bemiddeling en re-integratie. Binnen UWV is KMO de regisseur van de klantprocessen. KMO zorgt voor een optimale borging van het belang van de klant, over alle bedrijfskernfuncties heen.
Cliëntenparticipatie Cliëntenparticipatie heeft tot doel door middel van de inbreng van cliënten te komen tot verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Deze inbreng van cliënten kent twee belangrijke functies: 1. beïnvloeding van beleid en uitvoering vanuit cliëntperspectief; 2. controle op de uitvoering van beleid. De inbreng van cliënten kan op verschillende, elkaar versterkende manieren worden gerealiseerd: structureel door de instelling van cliëntenraden en meer ad hoc door andere vormen van cliëntenparticipatie, zoals cliëntenpanels of klankbordgroepen, onderzoek, enquêtes en het bundelen van signalen die via klachtenrapportages en de gebruikelijke communicatiekanalen binnenkomen (post, telefoon, internet/e-mail, kantoorbezoek). UWV betrekt de cliëntenraden bij de inzet van de ad hoc vormen. 1
Voor een beschrijving van De Vernieuwing, zie de brochure ‘”Ik wil goed en snel geholpen worden”, de vernieuwingsagenda 2008: van ontwerp naar uitvoering’. 2 In deze notitie hanteren we de term werkplein. Hieronder verstaan we alle locaties waar geïntegreerde dienstverlening van UWV/CWI en gemeenten plaatsvindt (zoals locaties werk en inkomen, bedrijfsverzamelgebouwen).
2008.049
Vormgeving cliëntenparticipatie Wat de vormgeving van een nieuwe structuur cliëntenparticipatie betreft gaat het gewijzigde SUWI-wetsvoorstel uit van een centrale cliëntenraad en vormen van cliëntenparticipatie op decentraal niveau. Cliëntenparticipatie moet worden gerealiseerd op het niveau waarop voor de cliënt belangrijke beslissingen (ten aanzien van uitvoering en dienstverlening) worden genomen. UWV onderscheidt daarbij drie niveaus en bijbehorende vormen van cliëntenparticipatie: • centraal niveau: een centrale cliëntenraad; • het niveau van het verzorgingsgebied: decentrale cliëntenraden; • het niveau van het werkplein: andere vormen van cliëntenparticipatie. Cliëntenparticipatie op centraal niveau De centrale cliëntenraad richt zich vooral op de strategische koers van UWV en het algemene beleid van UWV. De Raad van Bestuur UWV is samen met de directeur van de Klant Management Organisatie gesprekspartner van de centrale cliëntenraad. De centrale cliëntenraad bestaat uit elf leden. Zes leden zijn cliënten die een uitkering ontvangen van UWV, vijf leden zijn als werkzoekenden cliënt bij het Werkbedrijf UWV/CWI (meestal maar niet noodzakelijkerwijs met een uitkering van UWV). De centrale cliëntenraad kan – in overleg met UWV – besluiten commissies en/of klankbordgroepen in te richten voor bepaalde beleidsthema’s of ter voorbereiding van adviezen met betrekking tot voorgenomen uitvoeringsbesluiten en beleidsregels. Commissies kunnen een ad hoc of permanent karakter hebben, leggen verantwoording af aan de centrale cliëntenraad en kennen geen eigen overlegpartner. In de commissies en klankbordgroepen kunnen personen van buiten de centrale cliëntenraad zitiing hebben, zoals leden van decentrale cliëntenraden en deskundigen van binnen en buiten UWV. De centrale cliëntenraad dient een goede communicatie met de decentrale cliëntenraden te waarborgen. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan: • inzet van communicatiemiddelen zoals de website cliëntenraad-uwv.nl; • decentrale raden betrekken bij de voorbereiding van het overleg van de centrale cliëntenraad met zijn gesprekspartner (het CWI-model); • leden van de centrale cliëntenraad verantwoordelijk te maken voor de communicatie tussen de centrale raad en een decentrale raad (linking pin-principe). Cliëntenparticipatie op het niveau van het verzorgingsgebied Cliënten hebben met UWV te maken als het gaat om werk/re-integratie, de uitkering WW/WIA/Wajong enz. en sociaal medische beoordelingen. Om relatief dicht tegen de uitvoering aan een structurele vorm van cliëntenparticipatie tot stand te brengen, wordt per verzorgingsgebied een cliëntenraad ingesteld die deze uitvoeringsterreinen als aandachtsgebied heeft. De decentrale raden richten zich primair op de uitvoeringspraktijk op de werkpleinen en in de UWV-frontoffices. Als gesprekspartner van de decentrale raad treedt op de KMO-manager in het verzorgingsgebied. Deze is verantwoordelijk voor het organiseren van het overleg met de cliëntenraad. Het is echter wel zaak om signalen en adviezen die via de cliëntenraden naar boven komen, ook te communiceren met de betrokken bedrijfskernfuncties opdat die daarmee hun voordeel kunnen doen in de zin van betere, meer klantgerichte dienstverlening. Dit maakt het noodzakelijk dat de managers van de bedrijfskernfuncties in het verzorgingsgebied bij het overleg aanwezig zijn, indien de agenda hierom vraagt. Een goede voorbereiding van de agenda is hierbij van belang. Een decentrale cliëntenraad bestaat uit elf leden. Zes leden zijn cliënten die een uitkering ontvangen van UWV, vijf leden zijn cliënt bij het Werkbedrijf UWV/CWI (meestal maar niet noodzakelijkerwijs met een uitkering van UWV). Cliëntenparticipatie op het niveau van het werkplein Het instellen van een cliëntenraad op ieder werkplein zou leiden tot zo’n 100 cliëntenraden. Vanuit het oogpunt van kosten en beheersing van zo’n groot geheel aan raden (bezetting, ondersteuning) is dat onwenselijk. Deze mening wordt gedeeld door de overgrote meerderheid van de respondenten op de consultatienotitie.
2008.049 Zoals gezegd, richten de decentrale cliëntenraden zich vooral op de uitvoeringspraktijk op de werkpleinen in een verzorgingsgebied. De raden kunnen – in overleg met UWV – aangeven welke instrumenten gewenst zijn om zich op de hoogte te stellen van signalen uit die uitvoeringspraktijk op de werkpleinen. Deze instrumenten kunnen per werkplein verschillen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan cliëntenpanels of klankbordgroepen, onderzoek, enquêtes. Of en op welke wijze een raad ook zelf direct overleg wil voeren met het management op het werkplein (hetzij voltallig, hetzij via een linking pin-principe), is ter beoordeling van de raad. UWV stelt hiervoor geen aanvullende middelen beschikbaar. Uitgangspunt is dat met de instelling van 12 cliëntenraden met ieder 11 raadsleden (132 personen) een dekkende vorm van cliëntenparticipatie wordt gerealiseerd. De vormgeving van ketenbrede cliëntenparticipatie is momenteel onderwerp van een door de Landelijke Cliëntenraad geïnitieerde discussie. De resultaten hiervan kunnen input zijn voor de verdere vormgeving van cliëntenparticipatie op het werkplein.
Werving, selectie en benoeming van cliëntenraadsleden Voor centrale en decentrale cliëntenraden worden kandidaten geselecteerd en bindend voorgedragen door de gezamenlijke belangenorganisaties (cliëntenorganisaties en vakorganisaties) 3 in onderling overleg en vervolgens door UWV benoemd. Bij de voordracht dienen de belangenorganisaties rekening te houden met verdeling naar klantgroep zoals vermeld bij de samenstelling van de raden. Als de gezamenlijke belangenorganisaties binnen een termijn van drie maanden na de aankondiging dat een vacante zetel ontstaat, geen kandidaat voordragen uit de klantgroep waarvoor de vacature bestaat – zal UWV zelf kandidaten werven. Selectie van door UWV geworven kandidaten vindt plaats door een door de betreffende cliëntenraad uit zijn midden aangewezen selectiecommissie. UWV benoemt de geselecteerde kandidaten op bindende voordracht van de selectiecommissie. Cliëntenraadsleden worden voor een periode van drie jaar benoemd. Zij kunnen eenmalig voor eenzelfde periode herbenoemd worden. Als een cliëntenraadslid tussentijds niet langer deel uitmaakt van de klantgroep die hij in de raad vertegenwoordigt, ontstaat op dat moment een vacature en zullen de gezamenlijke belangenorganisaties gevraagd worden binnen drie maanden na de datum van het verzoek met een nieuwe voordracht te komen. De cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een raadssecretaris (zie het kopje ‘Ondersteuning van de raden’). Bezetting cliëntenraden per 1 januari 2009 Om te voorkomen dat de continuïteit van de cliëntenparticipatie gevaar loopt, stellen wij als overgangsregeling per 1 januari 2009 voor om de leden van de nieuwe cliëntenraden zoveel mogelijk te werven uit de leden van de huidige cliëntenraden UWV en CWI. Daarbij geldt een aantal voorwaarden zoals vermeld in bijlage 1.
Ondersteuning van de raden De Wet SUWI verplicht UWV tot overleg met cliënten over de dienstverlening. De verantwoordelijkheid (en het initiatief) voor dit overleg ligt dus bij UWV. UWV is de ‘gastheer’ en nodigt de raad uit tot overleg en faciliteert de raad in zijn werkzaamheden. Deze verantwoordelijkheid ligt op centraal niveau bij de Raad van Bestuur en op decentraal niveau bij de KMO-manager in het verzorgingsgebied. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en het inregelen van het overleg met de cliëntenraad inclusief het faciliteren en ondersteunen van dat overleg ligt dus bij de betreffende overlegpartner. De cliëntenraden hebben uiteraard de mogelijkheid onderling te vergaderen ter voorbereiding van het overleg met UWV of in verband met hun adviserende taak. De organisatie van deze raadeigen vergaderingen (voorbereiden, verslaglegging) is een eigen verantwoordelijkheid van de raad, i.c. de voorzitter en raadsecretaris (conform CWI-model). UWV stelt hiervoor vergaderfaciliteiten beschikbaar. 3
Op dit moment dragen de volgende belangenorganisaties kandidaten voor: FNV Vakcentrale, CNV Vakcentrale, De Unie, Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten, Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad. Clientenbond in de GGZ/Stichting Landelijke Patienten- en Bewonersraden in de GGZ, Samenwerkingsverbanden van het Landelijk Overleg Minderheden, Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid. In overleg kunnen ook andere belangenorganisaties kandidaten voordragen.
2008.049 De raad wordt in zijn werk ondersteund door een adviseur cliëntenparticipatie van UWV. Deze adviseur heeft onder meer de volgende taken: • coördineren van het proces cliëntenparticipatie in zijn werkgebied; • vervullen van een intermediairrol tussen de cliëntenraad en UWV; • adviseren van de cliëntenraad bij het opstellen van verbetervoorstellen en adviezen aan de overlegpartner; • adviseren van de overlegpartner over de kwaliteit en actualiteit van de informatieverstrekking vanuit het UWV aan de cliëntenraad; • adviseren bij het opstellen van de agenda voor het overleg tussen cliëntenraad en overlegpartner; • begeleiden, coachen en stimuleren van de raadsleden bij het opstellen en uitvoeren van activiteiten en processen in en rondom de cliëntenraden; • zorgen voor de informatieverstrekking aan de raden; • onderhouden van een adequaat netwerk ten behoeve van de cliëntenparticipatie in zijn werkgebied. Eén adviseur cliëntenparticipatie zal een of twee raden bedienen. Taakverdeling In onderstaande schema’s is op hoofdlijnen de concrete taakverdeling tussen de verschillende spelers aangegeven. De opsomming van activiteiten is niet limitatief, maar bedoeld om een beeld te geven van de verschillende functies en hun concrete taken. Activiteiten rond vergaderingen Activiteiten
Overlegvergaderingen
Opstellen agenda
Agendacommissie, ten minste bestaande uit overlegpartner, voorzitter cliëntenraad, adviseur cliëntenparticipatie, raadssecretaris Secretariaat overlegpartner in samenwerking met adviseur cliëntenparticipatie Voorzitter cliëntenraad of overlegpartner, in onderling overleg te bepalen Secretariaat overlegpartner Overlegpartner Secretariaat overlegpartner
Versturen agenda Voorzitten vergadering Maken besluiten-/actielijst Bewaken actiepunten Bijhouden presentielijst
Cliëntenraadsvergaderingen Agendacommissie, ten minste bestaande uit voorzitter cliëntenraad, raadssecretaris, adviseur cliëntenparticipatie Raadssecretaris in samenwerking met adviseur cliëntenparticipatie Voorzitter cliëntenraad Raadssecretaris Raadssecretaris Raadssecretaris
Overige activiteiten (niet limitatief) Opstellen brieven en adviezen Inventariseren en verwerken binnengekomen signalen
Raadssecretaris in overleg met voorzitter cliëntenraad en adviseur cliëntenparticipatie Raadssecretaris in overleg met voorzitter cliëntenraad en adviseur cliëntenparticipatie
Scholing en onkosten UWV zorgt tevens voor deskundigheidsbevordering en scholing van raadsleden en vergoeding van gemaakte kosten. Daarbij ligt de onkostenvergoeding voor de voorzitter en secretaris op een hoger niveau dan die voor andere cliëntenraadsleden.
2008.049
Tijdpad In het traject naar een nieuwe structuur cliëntenparticipatie zijn de volgende mijlpalen te onderscheiden: 30 juni 2008 1 oktober 2008 1 november 2008 1 december 2008 31 december 2008
afronding overleg met huidige cliëntenraden en belangenorganisaties vaststelling regeling cliëntenparticipatie voordracht cliëntenraadsleden nieuwe raden benoeming leden cliëntenraden per 1 januari 2009 afspraken gemaakt met gemeenten over lokale cliëntenparticipatie
Overgangssituatie De nieuwe structuur cliëntenparticipatie gaat op 1 januari 2009 van start. Op die datum gaat het WERKbedrijf van start en is KMO operationeel in de verzorgingsgebieden. Een aantal activiteiten van UWV zullen op dat moment nog niet volgens de principes van De Vernieuwing worden uitgevoerd. Het is echter niet wenselijk dat er twee structuren van cliëntenparticipatie binnen UWV bestaan. Voor zover nodig en wenselijk zullen in het overleg tussen de nieuwe cliëntenraad en KMO ook vertegenwoordigers van het ‘going concern’ worden uitgenodigd, zodat signalen over de dienstverlening kunnen worden besproken. Ook adviesaanvragen vanuit going concern zullen via de nieuwe structuur van cliëntenparticipatie lopen. Juni 2008 Raad van bestuur UWV
Bijlage 1
2008.049
Werving en selectie cliëntenraadsleden per 1 januari 2009 Om te voorkomen dat de continuïteit van de cliëntenparticipatie gevaar loopt, stellen wij de volgende overgangsregeling per 1 januari 2009 voor: • De leden van de nieuwe centrale cliëntenraad per 1 januari 2009 worden door de gezamenlijke belangenorganisaties in onderling overleg zoveel mogelijk geworven en geselecteerd uit de huidige leden van de Centrale Cliëntenraad UWV, de Centrale Cliëntenraad CWI, de Landelijke Cliëntenraad AG en de Landelijke Cliëntenraad WW. • De leden van de nieuwe decentrale cliëntenraden per 1 januari 2009 worden door de gezamenlijke belangenorganisaties in onderling overleg zoveel mogelijk geworven en geselecteerd uit de huidige leden van de regionale cliëntenraden AG en WW en de regionale cliëntenraden CWI. • Bij de voordracht van de kandidaten voor de nieuwe raden dienen de gezamenlijke belangenorganisaties rekening te houden met de verdeling naar klantgroep in de raad, zoals in het inrichtingsplan aangegeven. • Huidige raadsleden die op 31 december 2008 geen cliënt meer zijn, komen niet voor benoeming per 1 januari 2009 in aanmerking. • Huidige raadsleden van wie op 31 december 2008 duidelijk is dat zij binnen een half jaar na 1 januari 2009 hun status van cliënt zullen verliezen, komen niet voor benoeming per 1 januari 2009 in aanmerking. • Van de raadsleden die per 1 januari 2009 worden voorgedragen, wordt de helft voorgedragen voor een periode van een jaar, de helft voor een periode van twee jaar. Herbenoeming na die periode is alleen dan mogelijk als van het betreffende raadslid op 1 januari 2009 zijn eerste zittingstermijn in de ‘oude’ cliëntenraad nog niet was verstreken.