INPUT VOOR VERKIEZINGSPROGRAMMA MET BETREKKING TOT BELEID VOOR KINDEREN EN JONGEREN Voor wie Schrijvers van de verkiezingsprogramma’s. Van Wie Jeugd.net is een netwerkorganisatie die zich inspant om verbetering te brengen in de kwaliteit van de leefomgeving van het kind. Daartoe heeft Jeugd.net contact gelegd met een groot aantal organisaties van ouders, opvoeders en activisten en andere organisaties en individuen die, ieder op zijn eigen manier en met eigen benadering, met min of meer hetzelfde doel bezig zijn, namelijk de verbetering van de positie van kinderen. Vanuit deze groeperingen en door eigen onderzoek heeft Jeugd.net input verzameld voor deze notitie. In deze notitie verstaan we onder kinderen en jongeren alle mensen tot 25 jaar. Wanneer er ‘kinderen’ in de tekst staat, wordt daarmee ook bedoeld jongeren tot 25 jaar, tenzij uit het zinsverband blijkt, dat een specifieke leeftijdsgroep wordt aangeduid. Filosofie Kinderen en jongeren groeien op in een leefomgeving. Hieronder verstaan we alle signalen die een kind ontvangt vanuit zijn omgeving, inclusief de reacties op de signalen die het kind zelf uitstuurt. Het volwassen worden wordt in grote mate bepaald door de kwaliteit van de leefomgeving, de persoonlijkheid en de eigen wil van het kind. De leefomgeving kan globaal in drie categorieën worden verdeeld: De leefomgeving thuis De leefomgeving op school/ werk (dit laatste voor de oudere jongeren) De leefomgeving in de vrijetijds situatie Hoewel de kwaliteit van de leefomgeving van kinderen beter is dan ooit kunnen we eveneens concluderen dat er ook nog veel schort. De deelnemers aan Jeugd.net vinden dat het van groot belang is dat in het jeugdbeleid de aandacht niet alleen op het kind zelf gericht wordt, maar vooral op de kwaliteit van de leefomgeving van het kind.. Een aspect van deze benadering is dat men zich niet alleen richt op jongeren en hun ouders en opvoeders, waar ‘iets’ mee is, maar bovendien op de leefomgeving van alle jongeren. Een aantal oorzaken van jongeren in de knel en in de fout zijn gelegen in hun leefomgeving, niet of in mindere mate in de jongeren zelf. Jeugd.net tracht een nieuwe visie met betrekking tot het Jeugdbeleid te ontwikkelen waarbij de beschouwing en verbetering van hun leefomgeving een grote rol speelt. Je zou dit de ecologische benadering van het kind kunnen noemen. Een voordeel van de ecologische benadering is, dat het de beleidsmaker een kader biedt om consistentie na te streven van beleid op verschillende beleidsterreinen van het kind en de jongere. Zodat jeugdbeleid spoort met onderwijsbeleid, spoort met justitieel beleid en met beleid jeugdzorg etc.
2
Uitgangspunten: Voor een goed Jeugdbeleid is nodig: Een heldere, goed doordachte visie ten aanzien van het kind. Deze visie gaat uit van de erkenning dat kinderen volwaardige mensen zijn, mensen-in-de-groei, maar niet mensen-in-wording. Kinderen zijn geen kleine volwassenen, maar mensen op weg naar volwassenheid. Kinderen zijn meer dan alleen een project naar volwassenheid. Bedoeld wordt dat je kinderen niet alleen klaarstoomt naar volwassenheid en beroepsrijpheid maar hen beschouwt als volwaardige medemensen in hun eigen leefomgeving. Een heldere, goed doordachte visie ten aanzien van de ouder / verzorger / opvoeder van een kind. Eveneens voor docenten in het onderwijs, jeugdbegeleiders bij jongerenorganisaties en verder alle organisaties, inclusief de overheidsorganisaties die een rol spelen in de leefomgeving van het kind. De ouders / verzorgers / opvoeders / organisaties moeten kunnen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid ten opzichte van het kind. Sleutelbegrippen zijn hier: autonomie van de burger, duidelijke regelgeving, een voortdurende maatschappelijke discussie en afstemming tussen de verschillende actoren in de leefomgeving van het kind. Concrete voorstellen: Jeugd.net streeft de volgende concrete maatregelen in de komende regeerperiode na: 1. VN Verdrag voor de Rechten van het Kind Onverkort implementeren van het VN Verdrag voor de Rechten van het Kind in de Nederlandse wetgeving. 2. Minister voor Gezin en Jeugdzaken. Een Minister voor Gezin en Jeugdzaken aanstellen 3. Conferentie over Doelstellingen met betrekking tot Leefomgeving van Kind. De eerste taak van deze minister is een conferentie organiseren over de doelstellingen met betrekking tot de kwaliteit van de leefomgeving van het kind en de rol van de verschillende overheidsdiensten in dit opzicht. De doelstellingen zouden voor bepaalde leeftijdscategorieën gespecificeerd kunnen worden, bijvoorbeeld: Doelstellingen met betrekking tot de voorbereiding van jonge ouders op partnership, moederschap en vaderschap. Doelstellingen met betrekking tot de zwangerschapsperiode. Doelstellingen voor kinderen van 0 tot 6 jaar, 7 tot 12, 12 tot 15, 16 tot 18 en 19 tot 25. (De Carnegie Corporation in de VS heeft bijvoorbeeld de eindtermen omschreven met betrekking tot de opvoeding en opleiding van adolescenten. Zie de bijlage.) De volgende vraag voor de conferentiegroep is dan welke rol de verschillende overheidsdiensten zouden moeten gaan spelen met betrekking tot die doelstellingen. De derde vraag is hoe een en ander te coördineren. De nieuw te benoemen Minister voor Gezin en Jeugdzaken zal daar in ieder geval een belangrijke rol in moeten gaan spelen.
3
Het werk van de conferentie kan niet in een paar weken gedaan worden. Het is het starten van een proces vergelijkbaar met het proces dat in de jaren zeventig op milieugebied is aangevangen en waar we nu de eerste vruchten van mogen plukken. 4. Monitoren van Kwaliteit van Leefomgeving van het Kind Een andere taak van de Minister van Jeugdzaken is het Monitoren van de Kwaliteit van de Leefomgeving van het Kind op een analoge wijze als nu de kwaliteit van het milieu gemonitord wordt. Denk daarbij aan de Milieubalans van het RIVM en de Rotterdamse Jeugdmonitor. Dit zal altijd in een internationale context (EU landen en VS) moeten plaatsvinden om benchmarken te vergemakkelijken. Het overzicht op pagina 5 in de bijlage verduidelijkt het idee. 5. Ombudsman voor Kinderen Jeugd.net is er voorstander van om een Ombudsman voor Kinderen te benoemen. 6. Jeugdzorg en Familierecht De wetgeving en de dagelijkse praktijk op dit terrein behoeft toetsing met betrekking tot de huidige stand van zaken. Het functioneren van de Raad voor de Kinderbescherming en rechtspraak moet worden doorgelicht en getoetst aan de hand van de uitkomst van de bovengenoemde conferentie. Het Familierecht en de manier waarop het wordt toegepast behoeft aanpassing aan de huidige maatschappij. Maatregelen die blijvend ouderschap na scheiding bevorderen en garanderen dienen urgent te worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Aandacht moet worden besteed aan de rechtsbescherming van de burger. 7. Aansluiting van Scholing op Werk Volgens een OECD rapport over dit onderwerp is het Duitse systeem op dit moment op verschillende punten het beste in de wereld. Jeugd.net bepleit om in de volgende regeerperiode na te gaan op welke manieren het Nederlandse systeem op dit terrein verbeterd kan worden. 8. Kindermishandeling: Per jaar komen circa 80 kinderen om door kindermishandeling en worden ten minste 80,000 kinderen geregeld mishandeld. Jeugd.net ondersteunt het manifest van de Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling (RAAK), dat in november 2000 aan de Commissies van Justitie en Jeugd van de Tweede Kamer werd aangeboden. Dit manifest is een goede basis bij het ontwikkelen van concreet beleid op dit terrein (bijlage). 9. Pesten Er worden 385,000 kinderen gepest in Nederland. Het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum in Utrecht heeft een succesvolle aanpak voor dit probleem ontwikkeld. Jeugd.net bepleit implementatie van dit programma in de komende regeerperiode. Kern van de aanpak is een contract tussen de leerlingen (zij, die gepest worden en zij die pesten), de leerkrachten en de ouders. 10. Kinderen met Ouders verslaafd aan Alcohol en Drugs Er zijn circa 250,000 kinderen, die opgroeien bij één of meer ouders, die verslaafd zijn aan alcohol en circa 5000 tot 8000 kinderen, waarvan een ouder verslaafd is aan de drugs. Kinderen, die in een dergelijke leefomgeving opgroeien, lopen in veel gevallen psychologische schade op. Jeugd.net bepleit het ontwikkelen van effectief beleid ten aanzien van deze categorie kinderen.
4
5
11. Dakloze Kinderen: In Nederland zijn er circa 6000-7000 dakloze kinderen. Het Leger des Heils is een van de meest succesvolle stakeholders/actors op dit terrein. Jeugd.net bepleit meer steun vanuit de overheid voor en meer samenwerking vanuit de overheid met het Leger des Heils en andere relevante organisaties op dit terrein. 12. Kinderen, die Omkomen in Verkeer Hoewel Nederland kwa aantal verkeersslachtoffers een van de meest veilige landen in de wereld is, bepleit Jeugd.net om de inspanningen op dit terrein, met name met betrekking tot de jeugdige verkeersslachtoffers, onverminderd voort te zetten met betrekking tot alle aspecten van de veiligheid in het verkeer. 13. Begeleiding van (Aanstaande) Ouders/Opvoeders: Op dit moment worden jonge mensen onvoldoende voorbereid op het partnerschap en ouderschap. Jeugd.net bepleit daarom het ontwikkelen van programma’s om jonge mensen voor te bereiden op deze belangrijke taak en, voor diegenen, die reeds vader of moeder zijn, het ontwikkelen van begeleidingscursussen. De inhoud: de opvoeding van kinderen en vaardigheden met betrekking tot de relatie tussen de ouders / opvoeders, het hebben van een gezin en het voeren van een gemeenschappelijk huishouden. De overheid behoeft deze cursussen niet allemaal zelf te ontwikkelen, maar kan een rol spelen bij de regelgeving/ regulering/ financiering en het scheppen van voorwaarden en het promoten ervan. 14. Gemeenten: De aanpak, zoals voorgestaan op nationaal niveau, dient ook op Gemeenteniveau te worden doorgevoerd. Iedere Gemeente kan daarbij eigen accenten leggen en afstemmen met zijn eigen burgers. De kwaliteit van de leefomgeving van het kind dient op Gemeente niveau regelmatig gemonitord te worden en de uitkomsten moeten beschikbaar worden gemaakt aan de burgers. 15. Jongerenorganisaties Er zijn tientallen jongerenorganisaties in Nederland. Circa 30 hiervan hebben zich verenigd in de Nederlandse Jeugd Groep (NJR). Er zijn ook jongerenorganisaties die zich in andere koepels hebben verenigd. Op dit moment wordt gewerkt aan de oprichting van een Nationale Jeugdraad. De lidorganisaties van de NJG zijn de landelijke jeugdorganisaties (ljo’s) en bereiken ongeveer 1,2 miljoen kinderen en jongeren in Nederland. Het merendeel van hen kiest ervoor lid te zijn van een (lokale afdeling van de) ljo. De kracht van de ljo’s is dat ze werken vanuit de leefwereld van jongeren. Vrijwilligers binnen deze organisaties zijn vaak zelf nog jong, komen uit de organisatie en voelen zich uit dezelfde motieven als de leden aangetrokken tot de organisatie. Jongeren en vrijwilligers spreken dezelfde taal, dit maakt de jongeren beter en gemakkelijker te begeleiden. Onderzoek heeft uitgewezen dat het met 85 % van de jongeren in Nederland goed gaat, 15 % van de jongeren heeft problemen. De landelijke jeugdorganisaties leveren een belangrijke bijdrage aan het investeren in de 85 % niet problematische jeugd en in het leggen van een link tussen deze groep en de 15 % jongeren die problemen hebben, bijvoorbeeld door projecten gericht op de integratie van jonge asielzoekers of participatie van jongeren in een achterstandspositie. Het preventieve karakter van de ljo’s kenmerkt zich door het creëren van mogelijkheden voor maatschappelijke participatie van jongeren. Het (georganiseerd) vrijwillig jeugdwerk vervult een belangrijke functie in de ontwikkeling van een kind. Deze zijn: Ontmoeting van andere jongeren/ menselijk contact
6
Ontspanning Ondersteuning: de jongere wordt gewaardeerd als mens, niet omdat hij hoge schoolcijfers haalt of op sportief gebied prestaties levert. Correctie en bescherming: de groep corrigeert de deelnemers. Er is sociale controle en er is een beschermde omgeving voor experimenten. Een omgeving om je talenten te ontwikkelen. Rol bij beroepskeuze. Overdracht van tradities, waarden en normen in een dynamische en zichzelf vernieuwende omgeving. Daarnaast kunnen jongeren binnen het (georganiseerd) jeugdwerk ervaring opdoen met vrijwilligerswerk en leren zij participeren in de samenleving. De ljo’s begeleiden jongeren in maatschappelijke participatie, zij ‘leiden’ jongeren op tot participerende leden van onze ‘civil society’. Vrijwilligers organisaties worden steeds vaker ingezet om andere doelen te bereiken. Het is een positieve ontwikkeling dat de landelijke infrastructuur van de ljo’s wordt gebruikt om specifieke groepen jongeren te bereiken. De ljo’s zijn niet alleen een instrument voor eigen doelen, maar leveren ook een bijdrage aan het verwezenlijken van algemeen maatschappelijke doelen. Het merendeel van het beschikbare overheidsbudget voor jeugdbeleid is bestemd voor het curatieve jeugdbeleid. Vanuit de overheid wordt daarbij benadrukt dat preventie van belang is. De ljo’s onderschrijven dit en leveren daaraan een belangrijke bijdrage. De NJG pleit voor een subsidieregeling die qua hoogte van het beschikbare budget, inhoud en structuur recht doet aan de belangrijke bijdrage die ljo’s leveren aan de maatschappelijke participatie van jongeren. De huidige subsidieregeling kent een subsidieplafond waardoor de groei van de ene jeugdorganisaties en de toetreding van nieuwe jeugdorganisaties tot de subsidieregeling ten koste gaat van andere jeugdorganisaties Het afgelopen jaar heeft dit bij enkele jeugdorganisaties geleid tot ontslag van beroepskrachten. Tevens wordt aandacht gevraagd voor: Het voeren van het ‘pedagogisch debat’ met diverse betrokkenen met als doel een fundament te leggen onder integraal jeugdbeleid. Aandacht voor ruimte voor de jeugd (bij de 5e nota RO). Door jongeren te laten deelnemen aan jeugdorganisaties zorgen we ervoor dat de toekomst van het maatschappelijk middenveld wordt zeker gesteld. Helaas kampen een aantal jeugdorganisaties met een vrijwilligerstekort, waardoor kinderen op wachtlijsten worden geplaatst. Het bedrijfsleven moet in de CAO opnemen dat voor het carrièreperspectief vrijwilligerswerk noodzakelijk is.
Vrijwilligers die werken moeten van hun werkgever in het kader van maatschappelijke betrokkenheid ruimte krijgen in hun werkweek voor het uitvoeren van vrijwilligerswerk, hierdoor wordt het mogelijk om de jeugdclub als vorm van na-schoolse opvang uit te voeren. Leerlingen/studenten moeten vrijwilligerswerk gewaardeerd krijgen door hiervoor studiepunten te ontvangen. Indien gewenst moeten kinderen in een eigen herkenbaar milieu worden opgevoed.
16. Crèches, Kinderopvang en Naschoolse Opvang:
7
Het beleid op dit terrein (opbouw van capaciteit, pedagogiek, regelgeving, controle en handhaving, didactiek, relatie met verantwoordelijke overheidsorganisaties) moet een integraal onderdeel worden van het gehele beleid ten aanzien van kinderen en jongeren. Dit thema zal een onderdeel moeten worden van de bovengenoemde conferentie die georganiseerd wordt door de nieuw te benoemen Minister voor Gezin en Jeugdzaken. De ervaringen die in het buitenland zijn opgedaan op dit terrein, met name in Reggio Emilia in Italië, moet bij het verder vorm geven van dit beleid in ogenschouw worden genomen. Verder bepleit jeugd.net met klem om alleenstaande moeders of vaders van (jonge) kinderen niet te dwingen om te gaan werken. 17. Kinderen onder de Armoedegrens: 8 % van de kinderen leeft onder de armoedegrens. Gemeenten worden verzocht om concrete maatregelen te nemen om deze groep te bereiken en ervoor te zorgen, dat zij op of boven de armoedegrens kunnen leven, in het bijzonder met betrekking tot medische verzekering (alle kinderen onder de 18 in ziekenfonds), studieboeken en materiaal en de kosten voor deelname aan een vrijetijds activiteit (scouting, sport of iets anders). 18. Schooluitval: Circa 14 % van de jongeren verlaten het onderwijs zonder een diploma te hebben behaald. In de bovengenoemde conferentie over doelstellingen van het beleid ten aanzien van kinderen zal in het bijzonder aan deze groep aandacht moeten worden besteed. De uitkomst van de conferentie zou kunnen zijn, dat zelfs een nieuwe type (werk)organisatie moet worden opgezet, dat zich specifiek op deze groep richt. De functie die deze nieuwe organisatie ten aanzien van de uitvaljongeren vervult zou dan kunnen zijn: het vinden van een gewaardeerde plaats in een constructieve groep. het leren om persoonlijke, duurzame relaties met anderen te vormen. het ontwikkelen van een (overwegend) positief zelfbeeld. het verwerven van voldoende betrouwbare kennis om doordachte beslissingen te nemen. het weten hoe gebruik te maken van beschikbare voorzieningen en (steun)netwerken. het vertonen van constructieve nieuwsgierigheid en onderzoekend gedrag. het vinden van manieren om behulpzaam of nuttig voor anderen te zijn. het ontwikkelen van een positief beeld van de toekomst, met reële mogelijkheden. het verwerven van sociale vaardigheden, onder meer om op een vreedzame manier met conflicten om te gaan het ontwikkelen van het verlangen en de mentale vaardigheden om ‘levenslang’ te leren. het verwerven van de technische en analytische vaardigheden om deel te nemen aan een complexe economie. het zich ontwikkelen tot een ‘ethisch’ mens. het respecteren van de diversiteit in een pluralistische samenleving. Dit is de lijst van de Carnegie Corporation. 19. Pleegzorg De huidige praktijk van de uit huis- en terugplaatsing van pleegkinderen brengt fundamentele schade toe aan de persoonlijkheidsontwikkeling van met name jonge kinderen. De huidige praktijk van Onder Toezicht Stelling (OTS) houdt in dat na ieder jaar door de gezinsvoogd bekeken wordt, of het kind nog in het pleeggezin blijft. Deze procedure heeft tot gevolg, dat de pleegouder geen langdurige relatie met het pleegkind aan kan gaan en hetzelfde geldt voor
8
het pleegkind. Daardoor heeft het (jonge) kind geen gelegenheid om zijn hechtingscapaciteit te ontwikkelen. Tevens ontneemt men het kind op deze wijze de mogelijkheid om een duurzame, emotionele en pedagogische relatie met een ouder aan te gaan. Jeugd.net bepleit daarom dat een pleegkind in principe permanent wordt toegewezen aan pleegouders en dat de regelgeving in dit opzicht wordt aangepast. Dat wil niet zeggen, dat de biologische ouders geen contact meer mogen hebben met het kind. Er moet integendeel gestreefd worden naar een goed lopend contact met de biologische ouders. Dit is van groot belang voor de identiteitsontwikkeling en het gevoel van eigenwaarde van het kind. Biologische ouders kunnen op deze wijze een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van hun kind zonder hem op te voeden. Verder zij verwezen naar ‘Pedagogische Criteria Jeugdbescherming’ door dr. A. Weterings e.a., uitgegeven door het Ministerie van Justitie in 1999. 20. Ruimte voor Jeugd opnemen in Nota’s Ruimtelijke Ordening Ruimte om te spelen voor kinderen en jongeren moet worden geclaimd. Voor de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening wordt voor sport en recreatie ruimte geclaimd door diverse partijen. Voor speelplekken voor de jeugd is dit niet het geval. Het gaat er niet om hoe de ruimte moet worden ingericht, maar dat er ruimte wordt gereserveerd voor kinderen en jongeren. Belangrijk daarbij is dat er evenwicht is tussen speelruimte voor kinderen en verblijfsruimte voor jongeren. Claimen is een eerste stap, vervolgens moet het worden ingericht en beheerd. Hoe minder m2 aan speelruimte, hoe meer beheer noodzakelijk is. Bij Ruimte voor Jeugd aandacht schenken aan: jongeren betrekken bij de beleidsvorming nodig ontwerpers uit te werken vanuit de visie van kinderen. ga bij het ontwerpen uit van een vol functionerende wijk met kinderen (alle leeftijdscategorieën), bewoners, werkers etc. flexibele indeling (een peuterspeelplaats moet t.z.t. een plaats voor tieners kunnen zijn en omgekeerd) plan niet te veel. rondhangen hoort bij ontwikkeling. brede school concept vereist samenhang speel- en schoolruimte. ruimte voor jeugd is kwetsbaar: centrale sturing is nodig. 21. Geweld in Media Onderzoek van onder meer Lt. Col Dave Grossman in de VS, verwoord in zijn boek ‘Stop Teaching our Kids to Kill, a Call to Action against TV, Movie and Video Game Violence’, heeft aangetoond, dat geweld op tv, film en op video verder geweld genereert. Een kind in de VS heeft op de leeftijd van 12 jaar reeds 8.000 moorden op de TV gezien. Voor de situatie van de VS schat men dat vanwege dit media geweld per jaar 10,000 meer moorden worden gepleegd, 70,000 meer verkrachtingen en 700,000 meer aanrandingen met letsel. De samenhang tussen geweld in de media en in de werkelijke wereld kan anders zijn in Nederland, vast staat wél, dat sinds de tv in de Nederlandse situatie werd geïntroduceerd eind jaren ‘50/ begin jaren ‘60, het geweld met honderden procenten is toegenomen. Alleen al tussen 1980 en 1989 verdubbelde het aantal geweldsmisdrijven van 26000 tot 52000 (CBS). Voorgestane actie: Regelgeving aanscherpen, controleren en handhaven; Eigen gedragscode door de media-sector laten opstellen Media educatie voor ouders, opvoeders, onderwijs en media ontwikkelen.
9
Input werd ontvangen van: Defense for Children International (S. Meuwese/ dr. J. Willems) Ruimte voor Jeugd, Nederlandse Jeugd Groep, Dr. A. Weterings, RU Leiden Mr. W. van Katwijk Drs. B. van der Meer, APS Drs. W. Hanhart