TOEZICHT BELEID EN REGELS MET BETREKKING TOT HONDEN Inleiding In het laatste kwartaal van 2005 is gestart met een evaluatie van het hondenbeleid, zoals dit is vastgesteld op 5 februari 2004. Het resultaat hiervan is vastgelegd in het evaluatierapport beleid “bestrijding overlast door honden (versie 2; april 2006)”. Uit de evaluatie is duidelijk naar voren gekomen dat meer toezicht noodzakelijk is wil de overlast door honden minder worden en het beleid dus werken. In het rapport wordt daarom voorgesteld in principe in te stemmen met meer toezicht en het verrichten van onderzoek naar het daadwerkelijk invulling geven aan meer toezicht. Burgemeester en wethouders hebben met dit advies op 16 mei 2006 ingestemd. Hieronder zijn de resultaten van het onderzoek beschreven. De resultaten bestaan uit een beschrijving van een aantal varianten, de voor- en nadelen van de verschillende varianten, de kostenaspecten (voor zover mogelijk) en de eventuele dekkingsmogelijkheden. Varianten voor toezicht De varianten voor meer toezicht zijn: 1. Uren inkopen bij de politie, zodat deze uren ook daadwerkelijk besteed worden aan het toezicht op de regels en het beleid inzake honden; 2. Aantal handhavingsacties per jaar invoeren (uitgevoerd door het handhavingsteam van de gemeente); 3. Toezichthouders (met BOA-bevoegdheden) aanstellen, die naast toezicht op het hondenbeleid ook toezicht uitoefenen op andere kleine overtredingen, zoals parkeren, illegale dumpingen enzovoort; 4. Samenwerking met andere gemeenten in de regio (door samen aanstellen toezichthouders, inhuren toezichthouders van andere gemeenten en dergelijke). Variant 1: Uren inkopen bij de politie Beschrijving: In het verleden heeft de gemeente, na instelling van de 30 km-zones, ook uren bij de politie ingekocht om een tijd gericht snelheidscontroles uit te voeren. Voor het toezicht op de regels met betrekking tot honden kan dit ook. In overleg met de politie worden de uren dan ingepland. Voordelen: 1. De wijkagenten houden tijdens hun rondes ook toezicht op de regels voor honden. Dit heeft echter geen prioriteit. Door het inkopen van uren, worden deze uren wel specifiek ingezet voor het toezicht op de regels voor honden; 2. De politie heeft reeds ervaring met het uitoefenen van toezicht op de regels voor honden. Inwerken, opleidingen en dergelijke zijn dus niet nodig. Nadelen: 1. Buiten de ingekochte uren is er, buiten wat de wijkagenten doen, geen toezicht; 2. Omdat het gaat om strafrechtelijke handhaving gaan eventuele boetes naar het OM; 3. Overtreders moeten op heterdaad betrapt worden. Omdat het toezicht beperkt is tot de ingekochte uren, bestaat het risico dat er geen of nauwelijks overtredingen worden geconstateerd. Dit wordt nog eens versterkt door het feit dat men in uniform is (preventieve werking). Tijdens de toezichtsperiodes gaat het dan goed met de naleving, maar daarbuiten wellicht niet.
1
Kosten: Vraag per mail d.d. 3/8 uitgezet bij politie (uitgaande van inkoop van ca. 200 uur). Bij mail van 10 augustus hierop reactie terug gehad van de politie. Inkopen uren bij hen momenteel niet mogelijk vanwege een reorganisatietraject en de beschikbare capaciteit. Verder is er jaren sprake geweest van een zogeheten jaarplan b, gefinancierd met additionele gemeentelijke gelden. Eind 2004 is de gemeente Drimmelen hiermee gestopt en is die afspraak beëindigd. Conclusie: Gelet op de reactie van de politie valt deze variant af. Variant 2: Handhavingsacties Handhavingsteam Beschrijving: Deze variant houdt in dat het Handhavingsteam van de gemeente een paar keer per jaar een paar dagen besteedt aan het specifiek uitoefenen van toezicht op de regels met betrekking tot honden. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de BOA-bevoegdheden. Voordelen: 1. Aan deze vorm van toezicht zijn bijna geen kosten (wellicht wel kosten voor uitbreiden BOA-beveogdheden) verbonden; 2. Gedurende deze dagen vindt specifiek toezicht plaats op de regels met betrekking tot honden; 3. Het handhavingsteam heeft ervaring met toezicht op de APV. Er is dus geen lange inwerktijd nodig. Nadelen: 1. Het handhavingsteam is belast met het toezicht van regelgeving op het gebied van het grijze (milieu), rode (bouwen, RO, brandveiligheid, gebruiksvergunningen) en het paarse (deels APV; evenementen, horeca, reclame e.d.) kleurspoor. Toezicht op de regels met betrekking tot honden valt dus niet onder het takenpakket van het handhavingsteam. Het toezicht op de regels voor honden valt ook niet onder hun BOA-bevoegdheden. Dit zal dan speciaal geregeld moeten worden; 2. Als gevolg van professionalisering van de handhaving heeft er aan de hand van een probleem- en risico-analyse en de bestuurlijk vastgestelde handhavingsvisie een prioritering plaatsgevonden (welke ook is vastgesteld). Dit is alleen gebeurd voor toezichtstaken met betrekking tot het grijze, blauwe, rode en paarse kleurspoor omdat dit de handhavingstaken van het handhavingsteam zijn. Indien het handhavingsteam ook belast wordt met het toezicht op de regels voor honden, al is dit maar voor een aantal dagen, dan heeft dit tot consequentie dat handhavingstaken met meer prioriteit (en dus meer gevolgen voor milieu en/of veiligheid) niet of maar ten dele uitgevoerd kunnen worden. Taken met gevolgen voor milieu en veiligheid mogen hier niet onder leiden, dit is onaanvaardbaar; 3. Buiten deze dagen en hetgeen de wijkagenten aan toezicht doen, is er geen toezicht; 4. Het uitlaten van honden gebeurt vaak buiten kantooruren (het handhavingsteam is alleen werkzaam tijdens kantooruren); 5. De eventueel opgelegde boetes gaan naar het OM, omdat het hier om strafrechtelijke handhaving gaat. Bovendien valt het toezicht op de regels voor honden op dit moment niet onder de BOA-bevoegdheden van het handhavingsteam. Eventueel kan in plaats daarvan gewerkt worden met de bestuurlijke boete (zodra dit in werking treedt). Aan de bestuurlijke boete kleven echter de nodige nadelen (zie bij dekkingsmogelijkheden); 6. Overtreders moeten op heterdaad betrapt worden. Omdat het toezicht beperkt is tot een aantal actiedagen, bestaat het risico dat er geen of nauwelijks overtredingen worden geconstateerd. Dit kan nog versterkt worden zodra bekend wordt dat sprake is van enkele actiedagen.
2
Kosten: Er zijn bijna geen kosten verbonden aan dit alternatief omdat gewerkt wordt met bestaande capaciteit. Aan de uitbreiding van de BOA-bevoegdheden zijn waarschijnlijk wel kosten verbonden. Verder is er sprake van een taakverschuiving (zie onder punt 1 bij de nadelen). Indien gewenst is dat de actiedagen ook buiten kantooruren plaatsvinden, dan zijn er wel kosten voor overwerk. Variant 3: Toezichthouder(s) met BOA-bevoegdheden aanstellen Beschrijving: Deze toezichthouder oefent niet alleen toezicht uit op de regels met betrekking tot honden, maar bijvoorbeeld ook met betrekking tot parkeren, illegale dumpingen (kleine overtredingen). Dit zal in samenwerking met de politie afgekaderd moeten worden. Voordelen: 1. Er is voortdurend sprake van toezicht. De naleving van de regels wordt hiermee beter gewaarborgd, waardoor de overlast teruggebracht kan worden; 2. Er is ook toezicht buiten kantooruren; 3. Ook de andere ergernissen (dumpingen, parkeren e.d.) worden aangepakt; Nadelen: 1. Het aanstellen van een of meerdere toezichthouders kost veel geld; 2. De eventueel opgelegde boetes gaan naar het OM tenzij gebruik wordt gemaakt van de bestuurlijke boete. Aan de bestuurlijke boete kleven echter de nodige nadelen (zie bij dekkingsmogelijkheden); 3. Aanstelling van 1 toezichthouder is eigenlijk niet voldoende. Dit in verband met het lastige werk (krijgt meestal geen vriendelijke reacties), ziekte, vakantie en grootte van de gemeente; 4. In organisatorisch opzicht moet wel het een en ander geregeld worden (afstemming politie, bevoegdheden en dergelijke). Kosten: De salariskosten van één toezichthouder bedragen circa € 30.000,00. Variant 4: samenwerking met andere gemeenten; samen aannemen toezichthouder(s) of inhuren Beschrijving: Dit kan door het gezamenlijk aannemen van toezichthouder(s) of door inhuur van toezicht bij een gemeente. Voor de effectiviteit en efficiëntie kan daarom het beste samengewerkt worden met een buurgemeente. Er heeft daarom contact plaatsgevonden met de gemeenten Dongen, Oosterhout en Geertruidenberg. In Dongen en Oosterhout heeft men reeds eigen toezichthouders in dienst, onder andere ten behoeve van het toezicht op de regels in de APV met betrekking tot honden. Beide gemeenten zien daarom niets in samenwerking. Verder is inhuur bij beide gemeenten ook geen optie omdat zij daarvoor geen capaciteit beschikbaar hebben. In Geertruidenberg heeft men ook een beleid voor honden (uitlaatplaatsen, schoonmaken e.d.). Geertruidenberg heeft hetzelfde probleem inzake het toezicht als Drimmelen. Dit gebeurt daar ook door de politie. Omdat dit een zeer lage prioriteit heeft, besteedt de politie aan dit toezicht heel weinig aandacht. Deze gemeente staat niet onwelwillend tegenover samenwerking in deze met onze gemeente.
3
Voordelen: 1. Er is nog niet iedere dag toezicht, maar er is wel meer toezicht. Ofwel voldoende toezicht blijft redelijk gewaarborgd; 2. De kosten kunnen verdeeld worden; 3. Ervaringen, kennis en dergelijke kunnen gedeeld worden. Nadelen: 1. Er is niet iedere dag toezicht; 2. Goede afstemming onder de samenwerkende gemeenten is noodzakelijk; 3. Organisatorisch moet er veel geregeld worden (planning, bevoegdheden, verdeling kosten e.d.). Kosten: Hier is nog moeilijk iets over te zeggen. Indien Geertruidenberg met Drimmelen wil samenwerken en vice versa, zal vervolgens uitgezocht moeten worden hoe dit vorm kan krijgen. Pas dan worden de kosten inzichtelijk. De stap naar een volgend overleg met deze gemeente is nog niet gezet, omdat het eerst van belang is wat het gemeentebestuur van Drimmelen van deze optie vindt. Indien zij zich hier niet in kan vinden, heeft verder overleg met Geertruidenberg geen zin.
4
Dekkingsmogelijkheden Bestuurlijke boete Bij het toepassen van bestuurlijke boetes kunnen gemeentelijke toezichthouders meteen een boete opleggen. Deze boete komt ten goede aan de gemeentelijke organisatie zelf. De volgende zaken komen onder de bestuurlijke boete te vallen: negeren rood licht door fietsers en voetgangers, handhaving van bijna alle overtredingen uit de APV (behalve die met een “gevaarzettend karakter”). De hoogte van de boetes worden op landelijk niveau bepaald. De beoogde invoeringsdatum van de bestuurlijke boete van 1 januari 2007 wordt vermoedelijk niet gehaald. Gelet hierop zou de gemeente bij inwerkingtreding van de bestuurlijke boete dit kunnen toepassen op regels voor parkeren en honden en op illegale dumpingen. De boetes komen weliswaar ten goede aan de gemeente, maar: 1. De bestuurlijke boete is van toepassing op een vrij beperkt takenpakket; 2. Het kabinet is voornemens om de opbrengst van de bestuurlijke boetes te korten op de bijdragen uit het gemeentefonds van de VNG; 3. Het zomaar invoeren van de bestuurlijke boete kan niet. Hiervoor moet de gemeente beleid opstellen en publiceren; 4. De gemeente moet geld bijleggen om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen, ofwel de opbrengst uit de boetes is niet kostendekkend. Oorzaken: a. Naast het uitdelen van de boetes dienen er door de toezichthouder ook administratiewerkzaamheden plaats te vinden; b. Om de boetes te kunnen innen krijgt de gemeente te maken met omvangrijke administratieve afhandelingen; c. Tegen het opleggen van een boete kan bezwaar en beroep aangetekend worden; d. De hoogte van de boetes wordt op landelijk niveau bepaald. Conclusie: Gelet op de te maken kosten en de door te voeren organisatorische veranderingen in relatie tot de grootte van de gemeente is het gebruik maken van de bestuurlijke boete op dit moment nog niet rendabel. Verhoging hondenbelasting De kosten zouden betaald kunnen worden uit een verhoging van de hondenbelasting. Hiermee wordt echter ook de groep hondenbezitters dat zich wel netjes gedraagt gepakt. Dit komt niet ten goede aan het begrip voor het beleid en de regels met het risico dat het naleven van de regels verkleind wordt ofwel de overlast groter wordt. Bovendien wordt er nog een onderzoek gestart naar de eventuele afschaffing van de hondenbelasting. Verschuiving in werkzaamheden Als meer toezicht prioriteit heeft kan er ook voor gekozen worden minder tijd aan andere werkzaamheden in het kader van hondenoverlast te besteden. Bijvoorbeeld minder schoonmaken. De vrijvallende uren en middelen kunnen dan aangewend worden ten behoeve van toezicht. Slotconclusie Bij alle varianten geldt dat toezicht voor 24 uur per dag en op elke plaats in de gemeente niet gegarandeerd kan worden. Dan heeft men per kern minimaal 1 toezichthouder nodig. Dit is ondoenlijk (m.b.t. organisatie en kosten). Pas als duidelijk is voor welke variant gekozen wordt en de kosten van deze variant ook inzichtelijk zijn, kan uitgezocht worden hoe deze kosten gedekt kunnen worden.
5