Innovatie bij de bescherming van weidevogels Henk Bulder, voorzitter Stichting Weidevogelbescherming De Monden 0. Praktijkproef Mede dankzij bijdragen van VSB Fonds Groningen-Drenthe en projectenfonds van Rabobank Zuid en Oost Groningen en Borger-Klenckeland en sponsoring door Spectrum Advies en Robink Hardsoft is het mogelijk gemaakt om in het broedseizoen 2008 een praktijkproef uit te voeren met onzichtbare markering van nesten en het gebruik van temperatuurloggers. De praktijkproef is een logisch vervolg op het haalbaarheidsonderzoek dat dankzij een bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds in 2007 is uitgevoerd. Bij de praktijkproef zijn zowel boeren, loonwerkers als vrijwilligers betrokken omdat elke groep zijn eigen werkwijze heeft met bijbehorende wensen en verwachtingen. 1. Voorbereiding proef In 2007 is een enquete gehouden onder alle 160 bij de stichting aangesloten boeren om na te gaan welke boeren bereid zouden zijn met de nieuwe werkwijze in zee te gaan. Op basis van de reacties is ervoor gekozen de proef uit te voeren bij een drietal boeren in Valthermond. Een van de boeren is tevens loonwerker. De drie boeren hebben land in zowel Valthermond als Nieuw-Weerdinge. Bij de proef zijn daarom 4 vrijwilligers betrokken (2 in Valthermond en 2 in Nieuw-Weerdinge). In 2007 is geprobeerd fondsen te werven om de proef mogelijk te maken. In eerste instantie is geprobeerd de lofartafel te interesseren echter zonder resultaat. Vervolgens is het project aangemeld voor de tender innovatief ondernemerschap van de provincie Drenthe opnieuw zonder resultaat. Via telefonische contacten is tenslotte geprobeerd ANOG (Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen), LTO Noord en de Provincie te interesseren. Ook deze poging faalde. Uiteindelijk lukte het mede dankzij het uitkleden van het financiële plaatje en de morele support van Vogelbescherming Nederland alsnog om het VSB fonds en de Rabobank te interesseren. De laatste toezegging kwam in februari 2008 binnen. Na afloop van de haalbaarheidsstudie in 2006 is contact gelegd met Nedap (Nederlandse Apparatenfabriek) om te bezien of zij geïnteresseerd zouden zijn om een prototype van een geïntegreerd systeem met rfid-chips (rfid=radio frequency identification) en temperatuurloggers te ontwikkelen voor de proef. Nedap kon in het kader van een ander project toezeggen een en ander te doen zonder een bijdrage in de ontwikkelingskosten. De oplevering die aanvankelijk in augustus 2007 stond gepland werd meerdere malen uitgesteld. Begin februari 2008 werd een opstelling gedemonstreerd die moest doorgaan voor een prototype en er werden afspraken gemaakt voor de oplevering van het definitieve prototype begin maart. Op 20 februari 2008 haakte Nedap alsnog af tenzij een bedrag van 175.000 euro zou worden ingebracht als bijdrage in de ontwikkelingskosten. Op dat moment is besloten terug te grijpen op de second best oplossing uit het haalbaarheidsonderzoek, nl. twee gescheiden systemen, een voor onzichtbare markering en een voor de temperatuurloggers. Eind februari is alle apparatuur in Amerika besteld. In februari is de landbouwvereniging Valthermond en de landbouwvereniging Nieuw-Weerdinge geïnformeerd over de proef en zijn de betrokken vrijwilligers en boeren opgeleid. Op 26 februari werd een persbericht verstuurd dat tot verschillende radiointerviews, artikelen in dagbladen en een life tv-optreden heeft geleid. Het leverde niet alleen de nodige pr maar ook interesse vanuit verschillende delen van het land op. In de eerste helft van maart zijn alle spullen gereed gemaakt en geprogrammeerd voor de proef. Op 5 maart was de officiële aftrap van de proef tijdens een bijeenkomst in Hotel Hartlief in Buinen.
1
2. Gebruikte apparatuur 2.1 Scanner/rfid Als scanner wordt gebruik gemaakt van een apparaat dat is ontwikkeld voor de golfsport in Amerika. De scanner spoort golfballen op die zijn voorzien van een rfid-chip. Het geeft daartoe een hoorbaar audiosignaal dat in frequentie toeneemt naarmate de bal dichterbij ligt. Ook is er een schermpje dat meer zwarte balken toont naarmate de bal dichterbij ligt. Het bereik is ruwweg 30 meter afhankelijk van de terreinomstandigheden. In de golfregels is voorzien dat maximaal 5 minuten naar een verloren bal gezocht mag worden zonder dat het strafpunten oplevert. De scanner is daarom zo geprogrammeerd dat hij na 5 minuten automatisch uitschakelt. De scanner is voorzien van 6 AAA batterijen die afhankelijk van het gebruik 3 tot 4 uur meegaan. Het apparaat heeft drie beperkingen die lastig zijn: -het automatisch uitschakelen na 5 minuten -de beperkte levensduur van de batterijen -de gebruikte radiofrequentie die in Europa is gereserveerd voor GSM De golfballen zijn voor de proef matzwart geschilderd en op een kunststof stok bevestigd. Gekozen is voor zwart omdat het in meerderheid bouwland betreft. (Op grasland zou groen schilderen meer voor de hand liggen.) Ze werden op ongeveer een meter van het nest in de grond gestoken. 2.2 Temperatuurlogger Als temperatuurlogger wordt een “knoopcel” gebruikt die veel in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt om bederfelijke waar te volgen van productie tot consument. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de visindustrie. Van vangst via afslag en groothandel tot in de winkel wordt de temperatuur gemeten zodat altijd kan worden nagegaan waar het eventueel mis is gegaan. De knoopcel heeft ruwweg de afmeting van 3 op elkaar gestapelde eurocenten. Hij kan worden geprogrammeerd en uitgelezen met een computer. De start van een meetmissie kan tot op de seconde worden bepaald. Het meetinterval kan worden ingesteld tussen 1 en 256 minuten. Het temperatuurbereik ligt tussen -50 en +80 graden Celsius met een nauwkeurigheid van een halve graad. De logger slaat maximaal 2048 metingen op in een intern geheugen. De logger is voorzien van een batterij die onder normale omstandigheden zo’n 9 jaar meegaat. Voor de proef werden de loggers geprogrammeerd met een meetinterval van 60 minuten. Ze zijn op tee pins gelijmd en van een latex cover voorzien geschilderd in de kleur van de strootjes van het nest. Ze werden tussen de eieren geprikt net boven het strodek onder de eieren. Later in de proef werden ze dieper geplaatst nadat bleek dat de grote predatoren zoals vos, steenmarter en bunzing ze met de eieren mee uit het nest trokken om ze in de omgeving van het nest weer uit te spugen. In het geval van diepere plaatsing kan het aanbrengen van een latex cover en het schilderen achterwege blijven.
2
3. Veldwerk 3.1 Eerste tests De eerste veldtest met de scanner is uitgevoerd op 6 maart. Allereerst werd getest of het apparaat storing veroorzaakt op de gsm. Daarom werd er mobiel gebeld en werd de scanner aangezet binnen 5 cm van de mobiele telefoon. Noch de beller, noch de gebelde meldde enige vorm van storing. Ondanks dat er geen toestemming van het agentschap voor Telecom was verkregen voor het gebruik van de apparatuur anders dan binnen een loods werd deze test als het bewijs gezien dat de apparatuur zonder risico in het veld kon worden gebruikt. Al direct bleek echter dat de scanner ook op de boordcomputer van de trekker reageert en daarom niet in de cabine kan worden gebruikt. Wanneer hij buiten de cabine op de voorruit wordt bevestigd werkt hij prima. De beperking van uitschakeling na 5 minuten doet zich nu echter gelden. Van de boer kan niet verwacht worden dat hij elke 5 minuten van de trekker springt om het apparaat opnieuw aan te zetten. Bovendien bleek dat bij bevestiging op de voorruit het geluidssignaal niet meer hoorbaar is in de cabine. Om de apparatuur zinvol te kunnen gebruiken was er dus een modificatie nodig. Voor de modificatie moest een elektronische schakeling worden uitgedacht en gefabriceerd. Een en ander is gerealiseerd door Robink Hardsoft in samenwerking met een locaal elektrotechnicus (Dr. Tube). De extra kosten die dit met zich meebracht waren niet voorzien. Daarom werd besloten maar een van de 3 apparaten te modificeren. Mede daardoor werd noodgedwongen besloten de proef alleen uit te voeren op het land van Albert Mantingh, zowel boer als loonwerker. Daarom is er tevens besloten om de scanner en temperatuurloggers ook in te zetten in het Lofargebied. In dit gebied zouden de boeren immers het land niet meer opgaan. Dit gaf de mogelijkheid de scanner en dataloggers door een tweede groep vrijwilligers in alle rust te laten uitproberen. Het Lofargebied heeft als bijkomend voordeel dat de predatie er extreem hoog is, zodat eventueel effect daarop snel zichtbaar wordt. Op 10 maart werd de eerste temperatuurlogger geplaatst. Deze diende om de buitentemperatuur te meten aan de grond. De temperatuurcurve van deze logger wordt gebruikt om alle metingen van de temperatuurloggers in de nesten mee te vergelijken. Alle loggers werden zo geprogrammeerd dat ze ieder uur een temperatuurmeting doen. De helft werd gestart op 15 maart, de andere helft op 10 april. Met een meetinterval van 1 uur kan een periode van ruim 85 dagen worden overbrugd. Bij de genoemde startdata ruim voldoende om het hele broedseizoen te overbruggen. Op 26 maart werden de eerste nesten in het Lofargebied onzichtbaar gemarkeerd en voorzien van temperatuurloggers. Begin april gebeurde hetzelfde in Valthermond. In totaal werden in het Lofargebied 19 temperatuurloggers geplaatst. In Valthermond waren dat er 13. 3.2 Modificatie scanner Op 7 maart werd een eerste ruwe schets gemaakt van een schema dat drie problemen in een keer zou oplossen. De scanner zou worden voorzien van een omvormer van 12 volt naar 7,2 volt zodat het vervangen van batterijen niet meer nodig zou zijn. Een timer met stroomonderbreker na 4 minuten moest ervoor zorgen dat de interne timer van de scanner steeds terug op nul zou worden gezet zodat er geen automatische uitschakeling meer kon plaatsvinden. Het aanbrengen van een microfoon met versterker en een externe speaker in de cabine met een volumeregelaar zou ook het laatste probleem moeten oplossen. Iets simpels bedenken is een ding, iets simpels maken blijkt toch altijd moeilijker dan gedacht. Hieronder het definitieve schema van 9 april. Na het gereedkomen werd een tweede test uitgevoerd. Daarbij werd duidelijk dat de geïntroduceerde elektronica in het batterijcompartiment ervoor zorgde dat er een vals signaal werd gegenereerd waardoor detectie van de golfbal onmogelijk werd. Uit verdere tests bleek dat met name de printplaat daarvoor verantwoordelijk was. In de handleiding van de scanner hadden we al iets gelezen over valse signalen van elektronica en hekwerken. Een printplaat is een raster van koperdraad en dat verklaart direct ook waarom het apparaat reageert op een computer.
3
Een tweede modificatie was onontkoombaar. Een derde en vierde test volgde begin mei. Ook nu werkte een en ander nog niet naar volle tevredenheid maar voldoende om er tijdens de proef verder mee uit de voeten te kunnen. Eigenlijk zou er nog een stuk elektronica moeten worden geïntroduceerd om een minimum geluidsniveau te kunnen instellen beneden welk er geen detectie plaatsvindt. Op die manier kan er een maximum afstand worden ingesteld waarbinnen de golfbal wordt gedetecteerd (bijvoorbeeld 10 meter in plaats van 30 meter). Het geld en de tijd ontbraken om deze laatste wens te realiseren. Omdat de scanner sowieso opnieuw moet worden ontworpen om aan de Europese regels (frequenties) te voldoen lijkt dit meer iets om dan gelijk mee te nemen.
4
4. Resultaten 4.1 Eerste resultaten Op 9 april werden de eerste resultaten gepresenteerd van het Lofargebied tijdens het minisymposium “Weidevogels in de knel” in het provinciehuis Assen. Op 6 april waren van de 37 nesten die met wilgentenen waren gemarkeerd er al 19 gepredeerd (51%) terwijl van de 10 nesten die onzichtbaar waren gemarkeerd er pas 1 was gepredeerd (10%). Om dit resultaat te verkrijgen werden de met wilgentenen gemarkeerde nesten wekelijks geïnspecteerd en de onzichtbaar gemarkeerde nesten werden steeds met de verrekijker geïnspecteerd om te zien of de vogel nog zat te broeden. Omdat het om nesten gaat in nagenoeg hetzelfde gebied zijn er voor het verschil in predatie geen andere verklaringen aan te voeren dan het ontbreken van wilgentenen bij het nest. Toch werd er terecht een slag om de arm gehouden omdat tussentijdse resultaten immers een heel ander beeld kunnen geven dan de definitieve resultaten en daarom niet wetenschappelijk zijn zoals ook hier zal blijken. 4.2 Definitieve resultaten 4.2.1 Lofargebied In het Lofargebied zijn in de periode 28 maart tot en met 29 april in totaal 19 nesten voorzien van dataloggers en onzichtbare markering. In dezelfde periode werden in het aanpalende gebied 32 nesten gemarkeerd met wilgentenen. Er zijn 5 temperatuurloggers verloren gegaan doordat er toch enkele percelen (roodgemarkeerd op kaart hiernaast) door boeren zijn bewerkt zonder dat we daar van in kennis zijn gesteld zoals met de heer Bennema van Astron was afgesproken. Twee temperatuurloggers zijn verloren gegaan doordat grote predators ze hebben meegenomen en uitgespuugd op een plek verder dan 5 meter van het nest. Dit werd voor het eerst geconstateerd op 20 april. Vanaf die datum zijn de sensoren dieper in het nest geplaatst. Van de 19 nesten (zie tabel 1) zijn er 5 door onverwachte werkzaamheden vlak voor de uitkomstdatum verloren gegaan. Van de resterende 14 nesten zijn er 2 uitgekomen en 12 ten prooi gevallen aan predatie. In 11 van de 12 gevallen ging het om nachtelijke predatie, 1 nest werd overdag gepredeerd. Op basis van waarschijnlijkheidsberekeningen zouden zonder de onverwachte werkzaamheden tenminste 4 van de 5 nesten zijn uitgekomen. (Bij de voorlaatste controle waren 3 nesten al minimaal 23 dagen bebroed en 2 nesten al minimaal 19 dagen bebroed.) Wanneer we die correctie doorvoeren dan zouden 6 nesten (31.6%) zijn uitgekomen en 16 nesten (68.4%) zijn gepredeerd. Kaart 1 Overzicht van onverwacht bewerkte percelen
Van de 26 nesten (zie tabel 2) die in dezelfde periode en in het aanpalende gebied met wilgentenen zijn gemarkeerd zijn er 6 uitgekomen (23.1%), 4 door werkzaamheden verloren gegaan (15.3%) en 16 gepredeerd (61.5%). De door werkzaamheden verloren nesten waren over de broedperiode verdeeld (resp. maximaal 5, 9, 12 en 19 broeddagen) en introduceren dus geen systematische fout zoals bij de met temperatuurloggers uitgeruste nesten. Correctie is dan ook niet nodig in dit geval. In tabel 3 staan de 6 nesten die noch met sensors noch met wilgentenen zijn uitgerust.
5
Nestnr sensor vogel vinddatum ei controle broeddagen controle resultaat 18 5C K 28-3 4 20-4 min 23 24-4 W (U?) 22-4 19 5F K 28-3 4 20-4 min 23 24-4 W (U?) 22-4 20 3C K 28-3 4 20-4 min 23 24-4 W (U?) 22-4 26 38 K 1-4 4 20-4 min 19 28-4 W (U?) 25-4 27 03 K 1-4 3 20-4 P 6-4 21:00 28 26 K 1-4 4 24-4 P 6-4 04:00 29 EB K 1-4 4 24-4 P 7-4 01:30 30 4C K 1-4 4 20-4 min 19 24-4 W (P?) 22-4 45 F3 K 8-4 4 20-4 P SW 46 1A K 8-4 4 20-4 P 9-4 07:30 53 ED K 15-4 4 21-4 P 21-4 00:00 57 EB K 15-4 4 20-4 P SW 75 91 K 20-4 4 27-4 P 27-4 01:00 81 9D K 22-4 4 27-4 P 24-4 23:00 83 9F K 22-4 4 4-5 P 27-4 01:00 87 DA K 27-4 4 11-5 U4 7-5 10:00 88 C0 S 27-4 2 4-5 P 29-4 00:00 89 CF K 29-4 4 11-5 U4 7-5 9:30 90 FA K 29-4 4 4-5 P 3-5 02:30
Tabel 1 Nesten voorzien van sensors in het gebied lofar/beeksdijk (SW sensor door predator versleept) Nestnr sensor vogel vinddatum ei controle broeddagen controle resultaat 31 K 1-4 4 8-4 P 42 K 8-4 4 17-4 P 44 K 8-4 4 20-4 max 12 W 52 S 15-4 3 20-4 max 5 W 55 K 14-4 4 20-4 U4 56 K 15-4 4 20-4 P 64 K 15-4 4 20-4 U4 65 K 15-4 4 27-4 P 66 K 15-4 4 27-4 P 67 K 15-4 4 20-4 P 68 K 15-4 3 27-4 P 82 G 22-4 2 4-5 max 9 W 91 K 29-4 4 18-5 max 19 W 100 K 4-5 4 24-5 P 101 K 4-5 2 24-5 P 102 K 4-5 4 24-5 P 103 G 4-5 3 24-5 P 104 G 4-5 1 14-5 PB 110 K 4-5 3 24-5 P 111 K 4-5 4 24-5 U4 112 K 4-5 3 24-5 1-6 U3 115 S 11-5 ? 31-5 7-6 U3 116 K 11-5 4 24-5 P 117 K 11-5 4 24-5 P 132 K 12-5 ? 1-6 7-6 U4 139 K 18-5 4 24-5 P
Tabel 2 Nesten voorzien van wilgentenen in het gebied lofar/beeksdijk Nestnr sensor vogel vinddatum ei controle broeddagen controle resultaat 43 K 8-4 1 20-4 V 47 K 8-4 1 15-4 V 54 K 14-4 3 17-4 P 73 K 17-4 3 20-4 P 74 K 17-4 3 20-4 P 105 K 4-5 2 24-5 2-6 U4
Tabel 3 Nesten zonder wilgentenen/sensors in het gebied lofar/beeksdijk
6
Eerste nest dat door nachtelijke predatie verloren is gegaan
Voorbeeld van een uitgekomen nest
7
Kaart 2 Nesten in lofar gebied en aanpalende gebieden (geel: wilgentenen, rose: sensors, grijs: geen van beide)
8
Conclusies: -Onzichtbaar gemarkeerde nesten vallen niet of nauwelijks ten prooi aan dagpredatie. -Het voordeel van minder dagpredatie wordt grotendeels teniet gedaan door nachtpredatie. -Het verlies door werkzaamheden is ondanks markering met wilgentenen aanzienlijk. De druk om het gewas er op tijd in te krijgen was dit jaar erg hoog als gevolg van een extreem lange natte periode. Veel werkzaamheden zijn daardoor zelfs ’s nachts uitgevoerd. -Het uitkomstpercentage van onzichtbaar gemarkeerde nesten ligt zo’n 8% hoger (31.6% tegen 23.1%) dan zichtbaar gemarkeerde nesten. Deels is dit het gevolg van verminderde dagpredatie, maar merendeels door een afname van verlies door werkzaamheden en het minder storen van de broedende vogels. 4.2.2 Valthermond Valthermond is met 1750 ha weidevogelbescherming het grootste gebied waar Stichting Weidevogelbescherming De Monden actief is. Er zijn daardoor ook grote verschillen in het gebied. Aan de westzijde ligt de predatie bijvoorbeeld aanmerkelijk hoger dan aan de oostzijde. Kaart 3 laat slechts dat deel van de westzijde zien waar de proef is genomen. Aanvankelijk zouden de nestchips bij drie boeren worden uitgeprobeerd. Doordat de benodigde modificatie van de scanners erg veel geld en tijd ging kosten zijn de chips slechts bij een boer toegepast. Bij een tweede boer zijn wel sensoren gebruikt en in nauw overleg deels ook de wilgentenen weggelaten.
Kaart 3 Nesten in gebied Valthermond (geel: wilgentenen, rose: chips/sensors, grijs: geen van beide)
9
In Valthermond zijn in totaal 13 nesten onzichtbaar gemarkeerd (zie tabel 4) en voorzien van temperatuurloggers. Er zijn 2 loggers verloren gegaan. Een daarvan is door een grote predator meer dan 5 meter versleept. Een andere is per ongeluk niet mee verplaatst met het nest tijdens het uitvoeren van werkzaamheden. Getracht is nog de betreffende sensors met een metaaldetector op te sporen maar dat is jammerlijk mislukt. Van de 13 nesten zijn er 7 gepredeerd (53.8%), is er 1 verlaten (7,7%) en zijn er 5 uitgekomen (38.5%). Uit de temperatuurgegevens blijkt dat er slechts 1 nest overdag is gepredeerd. Van de 15 nesten die in hetzelfde gebied met wilgentenen werden gemarkeerd (zie tabel 5) werden er 8 gepredeerd (53.3%), was er een nest met een onbekende verliesoorzaak, gingen er 2 door werkzaamheden verloren (13.3%) en kwamen er 4 uit (26.7%). Nestnr sensor vogel vinddatum ei controle broeddagen controle resultaat 1 B0 K 6-4 4 16-4 P 12-4 02:30 2 9C K 6-4 4 16-4 U4 15-4 11:00 28 B5 K 22-4 2 3-5 26-5 P SW 29 B9 K 22-4 4 3-5 26-5 P 11-5 01:30 34 CA K 24-4 4 3-5 26-5 P 10-5 00:30 38 DC K 28-4 3 3-5 26-5 V 2-5 15:00 48 F7 K 3-5 4 31-5 P 13-5 9:00 51 7B K 3-5 4 31-5 U4 SVV 56 8E K 6-5 4 29-5 U4 28-5 12:00 57 B6 K 7-5 4 29-5 2-6 U4 31-5 11:00 70 04 K 12-5 3 31-5 P 14-5 23:00 72 62 K 12-5 3 31-5 P 16-5 02:00 93 CA K 27-5 4 5-6 21-6 U3 16-5 13:00
Tabel 4 Nesten voorzien van chips/sensors in het gebied Vathermond (SW sensor door predator versleept, SVV sensor vergeten te verplaatsen) Nestnr sensor vogel vinddatum ei controle broeddagen controle resultaat 13 K 10-4 4 22-4 max 12 W 14 K 10-4 2 10-4 P 15 K 10-4 3 17-4 P 20 K 16-4 4 24-4 ON 25 K 16-4 3 24-4 max 6 W 49 K 3-5 1 12-5 P 50 K 3-5 4 31-5 U4 53 K 4-5 4 12-5 U4 58 K 7-5 1 12-5 P 71 K 12-5 4 31-5 P 82 K 22-5 3 21-6 P 83 K 22-5 4 21-6 U4 85 K 23-5 4 17-6 P 86 K 23-5 4 17-6 U4 87 K 23-5 2 17-6 P
Tabel 5 Nesten voorzien van wilgentenen in het gebied Vathermond Nestnr sensor vogel vinddatum ei controle broeddagen controle resultaat 84 MK 22-5 6 21-6 U5 88 MK 23-5 5 17-6 P 92 MK 27-5 ? 16-6 21-6 U5 99 MK 29-5 ? 21-6 U4 103 MK 26-6 ? ?
Tabel 6 Nesten zonder wilgentenen/chips/sensors in het gebied Valthermond
10
Conclusies: -Onzichtbaar gemarkeerde nesten vallen niet of nauwelijks ten prooi aan dagpredatie. -Het voordeel van minder dagpredatie wordt grotendeels teniet gedaan door nachtpredatie. -Bij de gechipte nesten is het verlies door werkzaamheden tot nul gereduceerd. Bij de met wilgentenen gemarkeerde nesten is dit verlies ieder jaar weer aanzienlijk (tussen de 10 en 20%). -Het uitkomstpercentage van onzichtbaar gemarkeerde nesten ligt zo’n 12% hoger (38.5% tegen 26.7%) dan zichtbaar gemarkeerde nesten. Deels is dit het gevolg van verminderde dagpredatie, maar merendeels door een afname van verlies door werkzaamheden en het minder storen van de broedende vogels. 5. Eindconclusies De methode om nesten onzichtbaar te markeren en nesten met temperatuurloggers uit te rusten werkt naar tevredenheid van alle betrokkenen en heeft dit broedseizoen bewezen effectief te zijn. Wel zijn er aanpassingen nodig aan de scanner. De uitkomstpercentages liggen tussen 8 en 12% van het totale aantal nesten hoger. Dit komt overeen met een relatieve stijging van het uitkomstpercentage van tussen de 35 en 45%. De dagpredatie van gechipte nesten ligt aanmerkelijk lager. In beide gebieden is slechts 1 nest overdag gepredeerd. Dit voordeel wordt wel voor een belangrijk deel weer teniet gedaan door hogere nachtpredatie. Verlies door werkzaamheden wordt bij gechipte nesten tot nul gereduceerd. De betrokken vrijwilligers hebben bovendien extra tijd gehad om nesten te zoeken omdat er minder tijd nodig was voor wekelijkse controles. Door de beperkte schaal van de proef was dit voordeel beperkt. Toch kunnen we concluderen dat alle op voorhand geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd. Daarom mogen we terecht zeggen dat beide systemen een welkome aanvulling zijn op de reeds eerder doorgevoerde innovatie met behulp van gps, walkie-talkies en verrekijkers. 6. Vervolgtraject Er zijn twee zaken die een brede invoering van het systeem nog in de weg staan: 1-Aanpassing van de scanner/rfids aan de Europese regels ten aanzien van gebruikte radiofrequenties. 2-Het beschikbaar komen van voldoende financiële middelen. Ad 1. Op dit moment wordt bekeken in hoeverre het mogelijk is om binnen de kaders van het “Drents innovatief actieprogramma” een vervolgproject te starten waarbinnen het systeem wordt aangepast. De eerste verkennende gesprekken geven goede hoop dat dit binnen Drenthe te realiseren is. Ad 2. Zodra er een aangepast systeem beschikbaar is, is het mogelijk om vanuit de EU langs twee wegen te komen tot financiering voor heel Nederland. A- Life Natuur: invoering voor bescherming van de kwetsbare soorten B- Modulatiegelden Landbouw/Leader+: innovatief milieuproject gerelateerd aan Landbouw
11