Inleiding
Kritisch: Op een respectvolle manier je mening geven en vormen.
Dit is de schoolgids van Christelijke Jenaplanschool O.S. Cazemier.
Zinzoekend: Stilstaan en filosoferen over wat ons verwondert in de natuur en in de mens.
We hopen dat u door het lezen van deze gids een duidelijk beeld krijgt van de uitgangspunten van onze school en het reilen en zeilen in de dagelijkse praktijk.
Coöperatief: We doen de dingen samen en leren van elkaar.
De gids is bedoeld voor ouders/verzorgers van onze leerlingen, ook als informatiebron voor iedereen die belangstelling heeft voor onze school. De schoolgids wordt elke 4 jaar vastgesteld. Aanpassingen worden doorgegeven middels de nieuwsbrief van de school en is te downloaden via de website. Per gezin wordt er één schoolgids meegegeven. Het basisgedeelte van de gids kunt u voorin de map terugvinden. Aanvullingen, jaarkalenders en nieuwsbrieven kunnen achter de respectievelijke tabbladen verzameld worden. Ook op onze website is informatie te vinden, zie hiervoor: www.cazemierschool.nl.
Ieder kind is uniek, ontwikkelt zich op geheel eigen wijze, heeft unieke talenten en een eigen leerstijl. We willen het uniek zijn van ieder kind benadrukken en ruimte geven. Uniek zijn betekent dat niemand hetzelfde is, maar dat we wel samen moeten leven. Samen leven, leren, werken en vieren nemen een belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. Om dat in goede banen te leiden, kunnen we niet zonder wederzijds respect; tussen leerlingen onderling, maar ook tussen kinderen, ouders en leerkrachten. Een veilige school waarin kinderen zich geborgen en gehoord voelen is voor ons van grote waarde. Het heeft onze dagelijkse aandacht en zorg. Vertrouwen hebben in elkaar is daarbij een sleutelwoord. Goede communicatie tussen school en ouders is nodig om elkaar te informeren en te ondersteunen in een goed verloop van de schoolloopbaan van het kind.
Missie en visie Onze school staat voor: Christelijk onderwijs: De verwondering over Gods schepping, de naastenliefde, nieuwe kansen krijgen en het steeds opnieuw mogen beginnen, zijn een inspiratiebron voor ons onderwijs. Jenaplanonderwijs: Op de Cazemierschool werken we vanuit het Jenaplanconcept. De specifieke Jenaplanbegrippen worden in de dagelijkse praktijk merkbaar. Jenaplan is: Wereldoriënterend: Je leert over de wereld hoe die nu is en wat je moet weten voor later. Ervaringsgericht: Je beleeft en ervaart wat je doet.
Voor meer achtergronden verwijzen wij naar het hoofdstuk Jenaplanonderwijs en het schoolplan dat ter inzage ligt op school.
Ontwikkelingsgericht: Je gaat steeds iets moeilijkers leren, stap voor stap.
We wensen dat kinderen bij ons op school ontdekken, hoe leuk het is om te leren! 1
1.
Jenaplanonderwijs
ruimte voor één op één gesprekken tussen de leerkracht en het kind. Het streven hierbij is te luisteren naar wat het kind werkelijk wil zeggen om zo het kind te verstaan.
Onze school wil zich graag profileren met een eigen gezicht. We werken vanuit de Jenaplanbasisprincipes. Vanuit de Jenaplangedachte, willen we op onze school het onderwijs vorm en inhoud geven. Suus Freudenthal, één van de grondleggers van het Jenaplanonderwijs in Nederland zei het al; het concept is een ontvankelijk grondmodel. Dat houdt in dat we eigen accenten kunnen leggen binnen de kaders van de Jenaplanuitgangspunten.
Ritmisch weekplan Wij werken op school met een ritmisch weekplan. Hierin wisselen vier basisactiviteiten elkaar in een vast ritme af tijdens de dag en de week. Door deze indeling van tijd ontstaat er een herkenbare regelmaat en structuur waarin kinderen zich thuis voelen. De vier basisactiviteiten zijn: gesprek, werk, spel en viering. Deze vormen de rode draad in ons onderwijs. Ze komen voor in elke cultuur en in alle tijden. Het zijn sociale activiteiten die elkaar aanvullen, waarbij volwassenen en kinderen samen actief zijn en waarbij de totale persoon wordt aangesproken. De gedachte hierachter is dat het in het schoolleven niet alleen maar om het werken gaat, zoals dat ook in het echte leven niet het geval is. Daarbij wordt erkend dat mensen op verschillende manieren leren: met hoofd, hart en handen. Zo kan er een leefwerkgemeenschap worden gerealiseerd waarin kinderen leren én leven binnen de vier basisactiviteiten. Samen praten, samen spelen, samen werken en samen vieren.
Werk: Bij werk staat het aanleren van kennis en vaardigheden centraal. Deze zijn nodig om de wereld om je heen te begrijpen en om er later een plek in te vinden. We doen dit onder andere m.b.v. methodes. Zo adaptief mogelijk bieden we de instructies aan, dit betekent dat we op sommige momenten klassendoorbrekend werken. We stimuleren de kinderen naar vermogen te presteren en zo het beste uit zichzelf te halen. We willen de kinderen mee laten denken over hun eigen leerproces en leren te reflecteren op eigen werk. Dit gebeurt onder andere tijdens de portfoliogesprekken. Belangrijk vinden we dat kinderen de ruimte krijgen op hun eigen manier te leren. In samenspraak met de leerkracht gaat het kind daarmee aan het werk. De vakken geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde en biologie worden geïntegreerd aangeboden in projecten. Hierbij wordt de leerstof verpakt in een thema.
Gesprek: Gesprek staat voor communicatie tussen mensen. Door met elkaar in gesprek te gaan kunnen we elkaar informeren en andermans mening en gevoelens beter leren begrijpen. Kinderen denken mee over de inhoud van de gesprekken, ze dragen onderwerpen aan. Een belangrijke werkvorm hierbij is de kring, omdat iedereen elkaar goed kan zien en de betrokkenheid van de gesprekspartners optimaal is. Voorbeelden van kringen zijn de vertelkring, de projectkring, de leeskring, de nieuwskring. Naast groepsgesprekken in de kring is er ook 2
Spel: Samen spelen is in alle bouwen belangrijk, omdat kinderen zo leren samen te werken en rekening met elkaar te houden. Spel betekent voor kinderen letterlijk spelenderwijs leren, het verwerken van opgedane indrukken en ervaringen en het uiten van zichzelf. Kinderen ontdekken tijdens spel hun eigen belevingswereld en die van anderen. Met vrij-, begeleid- en geleid spel kunnen doelen worden nagestreefd. Vormen van spel zijn toneelspel, vrij buiten spelen, bewegingsonderwijs, dans, muziek en gezelschapsspelen.
bij iedereen hetzelfde werkt. Door open gesprekken te voeren met kinderen en hun ouders hopen we voor iedereen de meest wenselijke leersituatie te creëren. Dat betekent dat we steeds op zoek zijn naar de beste aanpak. Soms vragen we daarbij hulp van externe specialisten. Een goed contact tussen ouders en school vinden wij belangrijk. We hebben immers hetzelfde doel voor ogen: het beste voor het kind!
Stamgroepen Kinderen werken en spelen bij ons op school in zogenaamde stamgroepen. In een stamgroep werken kinderen van twee of drie leerjaren met elkaar samen. Het zijn heterogene groepen. Kinderen van verschillende leeftijden kunnen van elkaar leren en elkaar helpen. Ieder heeft daardoor een eigen rol binnen de kleine gemeenschap van de groep. Je rol verandert steeds, ben jij eerst nog de hulpvragende, volgende keer misschien de hulpgevende. Dit stimuleert het samenwerken. Ook de durf om hulp te vragen en te geven draagt bij aan het verstevigen van het zelfvertrouwen van kinderen. De sfeer in de groep en de veiligheid en vriendelijkheid die je voelt bij elkaar, is hierbij belangrijk.
Viering: We hechten grote waarde aan vieren, ondermeer vanwege de positieve invloed op het pedagogisch klimaat. Door samen te vieren wordt uitgedragen: we zijn een gemeenschap en iedereen hoort erbij. Samen vieren doen we in de groep en met de hele school. Wekelijks vieren we de opening en afsluiting van de week. Elke week is bij toerbeurt een groep verantwoordelijk voor de inhoud van de opening en sluiting. Ook projecten en Sint, Kerst, Pasen vieren we met de hele school. Zo ontmoeten de kinderen van de verschillende groepen elkaar en is de betrokkenheid op elkaar groot. Genieten van elkaars presentaties en het samen plezier maken bevordert de saamhorigheid van de kinderen onderling. De oudere maatjes helpen de jongere maatjes, dit komt de sfeer ten goede.
Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie is bij ons op school een belangrijk vormingsgebied. Het vormt het hart van ons onderwijs. Bij het ontdekkend en onderzoekend handelen verkennen kinderen de wereld om hen heen. Kinderen krijgen de gelegenheid om hierbij eigen werkwijze en interesse gebieden aan te boren. Eigen initiatief wordt gewaardeerd. We trekken de “wereld” in of halen de “wereld” in de school. We bezoeken bijv. bedrijven, we
Visie Ieder kind is uniek, dus accepteren we dat de één anders doet en leert dan de ander. Dat houdt in dat niet elke aanpak 3
trekken de natuur in, nodigen verschillende gastsprekers uit. Wereldoriëntatie wordt in projectvorm aangeboden en staat als vak niet alleen, ook taal- en rekenlessen kunnen erin verweven worden.
Deze uitslagen worden met de ouders en kinderen besproken.
Kerndoelen Onze school werkt vanuit de kerndoelen van het basisonderwijs die door de overheid zijn opgesteld. Deze doelen worden op verschillende manieren nagestreefd. Met behulp van methodes en aan de hand van projecten, werken we de kerndoelen uit.
Maatjesproject Tijdens het maatjesproject ontmoeten kinderen uit de verschillende bouwen elkaar. Een ouder kind is gekoppeld aan een jonger kind. Regelmatig hebben zij samen activiteiten, waarbij de rollen verschillend zijn. Het oudste maatje helpt het jongere maatje, leeft zich in en leert verantwoordelijkheid te dragen. Het oudste maatje geeft het jongste maatje een gevoel van veiligheid. Doelen van het maatjesproject liggen vooral op het sociale, pedagogische en zorgende vlak.
Rapporten We sturen op het leveren van prestaties. We verwachten van kinderen een leergerichte houding. De leerstof die wordt aangeboden wordt regelmatig getoetst. Met de kinderen wordt het werk besproken. Tijdens de Portfoliogesprekken worden de prestaties ook aan de orde gesteld. Alleen: in het Portfolio vergelijkt het kind zich niet met anderen maar met zichzelf. Dit vinden wij van grote waarde binnen ons onderwijs. Het stelt het kind in staat zijn eigen ontwikkeling te volgen en de groei hierbij te zien bij eigen prestaties. Trotse momenten en gehaalde doelen worden door het kind zelf gedeeld met anderen. In de klas, in kleine kring, presenteren de kinderen hun map aan anderen.
2. Hoe wij in de verschillende bouwen werken Onderbouw (groep 1 en 2) Voor de kinderen bij ons in groep 1/2 komen, mogen ze vijf keer komen wennen. Ouders nemen een paar maanden daarvoor contact op met de leerkracht van de onderbouw. We beginnen ’s ochtends in de kring met gesprek, christelijke liedjes en twee keer per week een bijbelverhaal. Elke ochtend is een speelwerkles. Het werken en leren van een kleuter is vaak geïntegreerd in het spel: het kind is aan het spelen, maar ondertussen leert hij/zij van alles.
Bij de rapportgesprekken op school worden de prestaties van de kinderen door afname van Cito-toetsen, ook vergeleken met het landelijk gemiddelde. 4
Spel wordt gekenmerkt door het plezier dat er bij hoort. Op andere momenten van de dag komen andere vormen van spel voor: kringspelletjes, poppenkastspel, dramaspel, etc.
We maken foto’s van mooie werkstukken van hout, klei, zand etc., zo kunnen die ook in de map. Deze map bevat dus werk waar het kind trots op is, en laat zo de ontwikkeling zien op allerlei gebieden. Twee keer per jaar mag de map mee naar huis, maar moet daarna ook weer ingeleverd worden op school. Daarnaast houden we van elk kind een dossierkaart bij, hoever de ontwikkeling is en welk ontwikkelingsmateriaal hij/zij al beheerst.
Midden op de ochtend is de fruitkring. Daarna gaan we bewegen: buitenspel, gymmen, spelletjes in het speellokaal, of dansen. Na het spel volgt weer een activiteit in de kring: bijv. digibordles, wereldoriëntatie, muziek, zingen, schoolTV of een les met cijfers of letters. Letters van de kast Om de kinderen te laten wennen aan klanken en letters, staat er iedere veertien dagen één woord centraal in onze letterkast. Daar halen we een klinker en een medeklinker uit. Die worden in die periode vaak herhaald en de kinderen mogen van thuis een voorwerp meenemen waar die letter in voorkomt. Het is fijn als ouders hun kind daarbij helpen. In de loop van het jaar komen zo heel wat letters aan bod.
Vervroegd doorstromen van groep 1 naar groep 2? Vroeger was het zo, dat alle kinderen van groep 1 die na 1 oktober 4 jaar werden, nog een extra jaar in de kleutergroep bleven. Tegenwoordig is het zo, dat de kinderen die in oktober, november, december jarig zijn, individueel worden bekeken of ze na een (wat korter) jaar mee kunnen doen met groep 2, of niet. In mei/juni wordt er beslist of het kind naar groep 3 kan, of beter in groep 2 kan blijven. We kijken o.a. naar de sociaal-emotionele ontwikkeling, dus: is het kind er aan toe om naar groep 3 te gaan? Ook moeten de scores op de twee Cito-toetsen voor groep 2 minimaal op niveau I/II (= goed-ruim voldoende) zijn.
De oudste kleuters hebben een verhalenboek waar ze één keer per 4 weken een eigen tekening en verhaal in maken. Het verhaal wordt door de juf opgeschreven en daarbij is er ook aandacht voor woorden, letters, zinnen, etc. Portfolio en toetsen We kijken goed naar wat een kind al kan, en waar het nog moeite mee heeft. We gebruiken daarbij de Cito-toetsen Taal en Ordenen (rekenen), voor groep 1 in mei, voor groep 2 in januari. Daarnaast is er in de klas een portfoliomap voor elk kind. Daarin laten we zien wat een kind al goed kan! We bewaren de tekeningen en werkjes in een laatje en kiezen later de mooiste uit, voor in de map.
Wat verder weten...
nog
goed
is
om
te
- Voor de verjaardag van papa, mama, opa, oma mag een kleurplaat worden gemaakt. Er ligt een schrift bij de ingang van de klas waar naam en datum ingeschreven kan worden. - Voor het gymmen zijn de kinderen gymschoenen met stroeve zool nodig. Met klittenband of elastiek is het handigst. 5
- Kinderen mogen op vrijdagmorgen speelgoed meenemen naar school. Liever geen kwetsbaar speelgoed, want er mag op die ochtend ook mee gespeeld worden en ook geen speelgoed dat lawaai maakt of agressief spel uitlokt (geweren, zwaarden etc.).
Begrijpend lezen Wanneer kinderen het technisch lezen onder de knie hebben, kan gestart worden met begrijpend lezen. Vanaf groep 4 wordt gewerkt met de methode Nieuwsbegrip XL. Dit houdt in dat we teksten lezen die horen bij het nieuws van de week. Kinderen leren met behulp van verschillende strategieën een tekst eigen te maken. Voorbeelden van strategieën zijn: voorspellen, samenvatten en vragen stellen. Ze leren dit uiteindelijk ook toe te passen bij andere soorten teksten en bij andere vakgebieden. Taal In groep 4 krijgen de kinderen voor het eerst te maken met de taalmethode. De methode heet Taal op Maat en biedt alle verschillende onderdelen van het vakgebied taal aan: luisteren en spreken, woordenschat, stellen en taalbeschouwing. Ook heeft deze methode een aparte leerlijn voor het vakgebied spelling: Spelling op Maat. Deze methode gebruiken we als verwerkingsmateriaal naast de methodiek van José Schraven.
Middenbouw (groep 3, 4 en 5) Leesonderwijs In groep 3 starten we met het leesproces aan de hand van de methode “Veilig Leren Lezen”. Een vrij klassikale methode met mogelijkheden tot differentiatie.
Spelling De methodiek Zo leer je kinderen lezen en spellen biedt veel structuur en werkt preventief, als leerkracht kun je direct op eventuele fouten inspringen.
Vanaf groep 4 wordt begonnen met de technisch leesmethode “Lekker lezen”, hierbij krijgen kinderen leesinstructie op eigen AVI-niveau. We werken groepsdoorbrekend en de kinderen zitten bij verschillende leerkrachten. Wij zetten Tutor lezen (lezen met een ouder maatje) en duolezen (samen lezen) in als extra middel om de kinderen op niveau te krijgen.
Elke dag krijgen de kinderen een woordendictee gevolgd door zinnen. Kinderen worden gestimuleerd eerst goed na te denken welke categorie(ën) het woord heeft. Na afloop kijken we het dictee samen na. Naast deze methodiek kunnen kinderen spelling ook oefenen m.b.v. computerprogramma’s en werkboekjes. 6
Schrijven Het schrijven van letters en woorden in groep 3 heeft voor kinderen grote communicatieve waarde. Pennenstreken geeft daarom een bredere betekenis aan de woorden en letters door de koppeling met Veilig Leren Lezen. Doordat Pennenstreken gekoppeld is aan de leesmethode Veilig Leren Lezen, is het leren schrijven van de schrijfletters voor de kinderen vanaf het begin functioneel. Zij kunnen het aangeleerde meteen toepassen in de praktijk. We zien al spoedig dat de kinderen in een tekening de woorden gaan schrijven, die ze geleerd hebben. Geleidelijk ontstaan korte zinnetjes bij de tekeningen of gaan de kinderen verhaaltjes en briefjes schrijven.
Specifiek aan groep 3 is dat de kinderen leren rekenen tot en met 20. Er wordt aan het getalbegrip gewerkt met verschillende werkvormen. In groep 4 richten we ons op de tafels 1 t/m 5 en 10, klokkijken en sommen tot 100. We streven ernaar dat de kinderen aan het eind van groep 5 de tafels 1 t/m 12 beheersen. Daarnaast wordt digitaal klokkijken, sommen boven de 100 en deelsommen aangeboden. We gebruiken de computer ter ondersteuning. Muziek Veel kinderen vinden zingen leuk. Het geeft een fijne, ontspannen sfeer in de klas. Tijdens de muzieklessen leren kinderen te luisteren naar muziek van henzelf en van anderen (ze luisteren bijvoorbeeld naar het tempo, de melodieën, ritmen), maken zelf muziek (zingen en spelen), bewegen op muziek en praten over muziek.
In groep 4 gaan we verder met deze schrijfmethode. De kinderen leren hoofdletters te schrijven en het toepassen van allerlei verbindingen in woorden. Kinderen schrijven aan het begin van groep 3 met een potlood, later leren ze schrijven met een balpen, die ze van school krijgen. Kinderen mogen dan ook met een eigen meegebrachte pen schrijven.
Drama Naast het toneelspelen tijdens de weeksluiting, krijgen de kinderen ook dramalessen. Ze leren inzicht te krijgen in de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek. Ze leren deze toe te passen in verschillende spelvormen. Samenwerking en goed op elkaar in spelen zijn daarbij belangrijk.
Rekenen De rekenmethode Alles telt legt het accent op het oefenen, memoriseren en automatiseren van rekenvaardigheden.
Blok Tijdens de Blokperiode mogen de kinderen werken aan eigen gekozen en verplichte opdrachten. Gekozen taken zijn taken, waar het kind nog over wil leren of waar het kind nog extra oefening in nodig heeft. De keuze voor deze taken ligt voornamelijk bij het kind zelf. Kinderen leren inzicht te krijgen en verantwoording te nemen voor hun eigen ontwikkeling. Kiezen Elke week krijgen de kinderen de gelegenheid voor “kiezen”. Dit houdt in dat ze een uur mogen kiezen waar zij iets van of over willen leren. De leerkracht is aanwezig als begeleider, de activiteiten komen vooral van de kinderen. De kinderen kunnen o.a. kiezen uit: Powerpoint, knutselen, timmeren, koken/bakken, tekenen, toneel, muziek, etc.
De methode houdt rekening met niveauverschillen. Ieder kind start in het leerlingenboek, zo maken alle kinderen de basisstof eigen. Vervolgens gaan de kinderen zelfstandig aan het werk. De gemiddelde rekenaars werken in een werkschrift, de zwakke rekenaars in een maatschrift en de goede rekenaars in een plusschrift.
7
Er wordt een steeds groter beroep gedaan op de zelfstandigheid. We proberen te bereiken dat de leerlingen het gevoel hebben, dat zij dingen leren voor henzelf. Het ritmisch weekplan biedt afwisseling tussen de verschillende disciplines waarbij niet alleen met “hoofd” maar ook met “hart” en “handen” gewerkt kan worden. Er worden diverse instructiemomenten ingepland waaraan uit verschillende groepen kinderen kunnen aanschuiven. Met name met rekenen en technisch lezen is dit aan de orde. De kinderen verlaten dan even hun eigen stamgroep om in een andere groep instructie te volgen. Tijdens de Blok-periode werken kinderen aan verplichte opdrachten. Ook is er ruimte voor keuzeopdrachten en eigen leervragen. Vakken als rekenen, taal, schrijven, spelling, verkeer, expressie, WO komen daarin o.a. aan de orde. Kinderen oefenen in het plannen en leren mede verantwoording te dragen voor hun werk.
Gymnastiek We gymmen in de Wiekelaar of buiten. De kinderen krijgen een gymtas van school. Daarin bewaren ze hun t-shirt, korte broek en gymschoenen. Er wordt gewerkt met een jaarplan waarin alle leerlijnen van bewegen goed vertegenwoordigd zijn. Het jaarplan wordt ondersteund door de “Methode Bewegingsonderwijs, gemeente Dalfsen” Leerlingen maken kennis met alle onderdelen van het bewegingsonderwijs en werken aan hun sociale vorming en persoonlijke vorming. Workshops Op vrijdagmiddag hebben de kinderen vanaf groep 5 workshops. Dit gebeurt o.l.v. leerkrachten. Per periode doen kinderen mee aan een workshop, waarin vaak ouders ons ondersteunen. Iedere groep bestaat uit kinderen van verschillende leeftijden. Dat betekent dat het oudere kind het jongere kind kan helpen. We bieden verschillende activiteiten aan: werken met hout, koken, naaien, tuinieren, toneel, muziek, tekenen, etc.
Spelling In de bovenbouw leren kinderen naast het leren spellen van woorden m.b.v. de methodiek van José Schraven ook de werkwoordspelling.
Bovenbouw (groep 6, 7 en 8) In groep 6, 7 en 8 worden de kennis/vaardigheden, die de kinderen in de voorgaande groepen hebben opgedaan, verder uitgebreid en ontwikkeld. Verder ligt het accent op het voorbereiden op de levenstaak. Op school oefenen we dit door de kinderen te leren verantwoording te nemen voor het omgaan met andere kinderen, het schoolwerk en voor het respect dat je hebt voor de overtuiging en het materiaal van anderen.
Taal We gebruiken de methode van Taal Op Maat als bronnenboek om onze lessen vorm en inhoud te geven. Leidraad zijn de “Tussendoelen en Leerlijnen Taal” van het JAS, die richting geven aan de te behandelen stof. Vaak worden de taallessen gekoppeld aan het thema waaraan we werken. Vrije teksten, mondeling taalgebruik, zinsontleding, informatie verwerken, taalbeschouwing, luisteren, zijn onderdelen die hierbij aan de orde komen. 8
vaardigheden aan bod. De lessen beperken zich niet tot alleen de woorden uit het liedje, maar worden uitgebreid met woorden passend bij het thema. Met muziek leren de kinderen Engels via zoveel mogelijk intelligenties: zien, kijken, horen, luisteren, zeggen, zingen, lezen, voelen en bewegen. Ook via het digibord en de opdrachten speelt de lesmethode Groove me steeds in op diverse zintuigen en leerstijlen met opnieuw als gevolg dat kinderen sneller Engels leren.
Rekenen Vanaf groep 6 wordt er meer rekeninzicht van de kinderen gevraagd. Er wordt steeds meer een beroep gedaan op begrip en geheugen: kinderen halen een som uit de context en doen meerdere handelingen in één som. De volgende onderdelen worden in de bovenbouw behandeld: getalbegrip, optellen en aftrekken met grote getallen en kommagetallen, kolomsgewijs vermenigvuldigen en delen, breuken, meten, geld, tijd, tabellen en grafieken, procenten en verhoudingen.’ We volgen de methode “Alles Telt”.
Verkeer Tijdens de verkeerslessen werken we o.a. met de methode Jeugd VerkeersKrant. We leren kinderen inzicht te geven in het verkeer. Daarnaast leren zij de verkeersborden en verkeersregels, zodat zij op een veilige manier kunnen deelnemen aan het verkeer. In groep 7 en 8 worden de theoretische en praktische verkeersexamens afgenomen.
Schrijven We werken tot en met groep 7 met de methode “Pennenstreken”. Vanaf groep 8 werken de kinderen met de methode “Mijn eigen handschrift” en ligt de nadruk op het ontwikkelen van een eigen, snel en leesbaar handschrift.
Topografie De kinderen maken kennis met Nederland, Europa en de Wereld. Hiervoor oefenen ze thuis en op school de topografie. O.a. met behulp van de computer.
Werken buiten de klas De leerlingen werken buiten het klaslokaal als daaraan de behoefte bestaat. Buiten de klas is ruimte om rustig, alleen of in groepjes, de leerstof te verwerken. Leerlingen die moeite hebben met deze vorm van eigen verantwoording nemen, krijgen de kans om via gesprek en oefenen te leren. Lukt het niet, dan krijgen zij meer afgebakende taken en gaan ze werken aan de hand van de leerkracht.
Schoolparlement Op onze school hebben we een schoolparlement om de kinderen te scholen in “burgerschapskunde”. Daarin worden vertegenwoordigers van de leerlingen gekozen. De kinderen zijn spreekbuis voor alle leerlingen. Ze verzamelen de vragen die bij de kinderen leven. In de eigen klas zorgen ze eveneens voor de terugkoppeling. De leden van het schoolparlement worden gekozen uit de leerlingen van de
Engels Voor het vak Engels gebruiken we de methode ‘Groove me’ In de lessen wordt gebruik gemaakt van bekende popmuziek. Het thema van het liedje wordt gebruikt om leerlingen Engels te leren, daarbij komen alle 9
bovenbouw. Per klas kunnen leerlingen zich kandidaat stellen.
de
er voor alle kinderen in de regio een passende plek op een van de scholen is. Het Samenwerkingsverband heeft een ondersteuningsplan opgesteld. Dit plan ligt aan de basis van onze aanpak op school.
Hörstel Bijna elk jaar is er een uitwisseling tussen kinderen van de Realschule uit Hörstel en enkele scholen uit Dalfsen. Voornaamste doelstellingen zijn dat de kinderen ervaren dat hun Duitse leeftijdgenoten echt niet veel anders zijn dan zijzelf, er begrip voor elkaar is en eventuele vooroordelen verdwijnen. Het hangt van de hoeveelheid Duitse studenten af of de uitwisseling voor alle Dalfser scholen door kan gaan.
De organisatie van de extra ondersteuning wordt gecoördineerd door de Intern Begeleider (IB-er). De IB-er organiseert drie keer per jaar een groepsbespreking met de leerkrachten en wanneer nodig een leerlingbespreking met de leerkracht (en ouder(s)) om de ondersteuning rondom de groep of een kind goed te bewaken. Ook leidt zij zorgvergaderingen waar diverse onderwerpen worden besproken binnen het team. Zij heeft veel contact met externe instanties. U kunt als ouder bij haar terecht als u zorgen heeft over de ontwikkeling van uw kind en denkt aan extra ondersteuning op school of elders. Natuurlijk is de eerste contactpersoon altijd de leerkracht van uw kind.
Huiswerk In de bovenbouw krijgen de kinderen huiswerk mee naar huis. De inhoud van het huiswerk kan per kind verschillen. We streven ernaar dat de kinderen voldoende vrije tijd overhouden voor hun eigen ontspanning.
3.
Ondersteuning op school
Extra ondersteuning op onze school Ondersteuning op maat Uitgangspunt voor de ondersteuning aan kinderen op onze school is dat wij een leeromgeving willen creëren voor alle kinderen. Vanuit dat oogpunt proberen wij adaptief onderwijs te geven, passend bij het niveau van het individuele kind. Door aan te sluiten bij het niveau van ieder kind afzonderlijk, voelt het kind zich competent en krijgt het kind zelfvertrouwen. Kinderen hebben recht op een veilig klimaat, waar zij zichzelf kunnen zijn. Alleen in zo’n klimaat zullen de kinderen tot goede prestaties kunnen komen. Onder ondersteuning op maat verstaan wij ook alle voorzieningen en maatregelen die wij treffen om kinderen die zich niet volgens verwachting ontwikkelen, te helpen zich prettig te voelen en zo goed mogelijk te profiteren van wat de school te bieden heeft. Ondersteuning aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Onze school is verbonden aan het samenwerkingsverband Veld, Vaart & Vecht. Samen met andere basisscholen in de regio en het S(B)O (o.a. Johan Seckelschool in Ommen) zorgen we dat 10
Toetsen Om hiaten te kunnen opsporen bij kinderen, maken wij gebruik van diverse toetsen die door alle kinderen worden gemaakt. Wij doen dat twee keer per jaar. Alle vakgebieden worden hierbij getest (screeningslijst jongste kleuters, dyslexie screening, CITO toetsen: taal voor kleuters, rekenen voor kleuters, lezen, spelling, rekenen, woordenschat, begrijpend lezen, TempoTestRekenen, signaleringslijst hoogbegaafheid). Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd. De leerkracht analyseert de resultaten op groeps- en leerling niveau en maakt vervolgens een groepsplan. In het groepsplan plant de leerkracht het onderwijs voor de komende periode. We werken met een basisaanpak, een intensieve aanpak voor leerlingen met meer instructiebehoeften en een verdiepte aanpak voor kinderen die meer uitdaging en minder uitleg nodig hebben.
op zoek worden gegaan naar een passende plek voor het kind. Wij vragen daarbij advies aan de Commissie Arrangeren en Toewijzen (CAT). Het CAT beoordeelt ook of een basisschool die een kind aanmeldt voor speciaal onderwijs zelf alle beschikbare middelen heeft aangewend alvorens de leerling toe te laten op een school voor speciaal onderwijs. Zij besluiten n.a.v. het dossier van het kind welke school de meest geschikte zal zijn om het onderwijs te vervolgen. Tegen de beslissing van het CAT kunnen ouders in beroep gaan.
Dossieropbouw Alle toetsresultaten, observatiegegevens, notities, verslagen van gesprekken van een betreffende leerling worden bewaard in ons digitale leerlingvolgsysteem Parnassys. Met behulp van dit systeem krijgt de leerkracht goed zicht op de ontwikkeling van een kind. Elk schooljaar wordt afgesloten met een mondelinge overdracht met de vorige leerkracht. Het volgsysteem, de dagelijkse observaties en de overdracht zorgen voor een goed beeld van de beginsituatie van een leerling. Zo kan de leerkracht direct inspelen op probleemgebieden die er bij de leerling in de basisschoolperiode zijn ontstaan.
Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 trad de Wet Passend Onderwijs in werking. Deze wet heeft als uitgangspunt dat er thuisnabij onderwijs geboden wordt aan alle kinderen. Ouders mogen zelf kiezen bij welke school ze hun kind aanmelden. Alle scholen hanteren een soortgelijke aanmeldingsprocedure, waarin de school samen met ouders verkent of er een passende plek voor het kind te realiseren is. Heeft de leerling bij aanmelding een grotere onderwijsbehoefte dan de school kan bieden, dan is het de plicht van de school om ouders verder te begeleiden in de zoektocht naar een andere school. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook het speciaal (basis) onderwijs kan passender zijn voor een kind.
Kijken welke specifieke hulp voor dat kind past Kinderen die opvallen door een hoge of lage score krijgen extra ondersteuning. Voor kinderen die moeite hebben met de leerstof kan de hulp bestaan uit herhaling van de leerstof, aanbieden van de leerstof in kleinere stapjes, werken met hulpmiddelen. Kinderen die opvallen door een hoge score kunnen verdieping of verbreding van de leerstof krijgen. Het groepsplan vormt de basis voor het werken in de verschillende niveaus. Ook de hulp die buiten de groep wordt gegeven, wordt in het groepsplan beschreven. Voor leerlingen vanaf groep 5 die een zeer intensieve aanpak nodig hebben, schrijven wij een Ontwikkelingsperspectief.
In principe zijn kinderen met een grote ondersteuningsvraag welkom op onze school. Wij vinden dat kinderen zoveel mogelijk met vriendjes en vriendinnetjes uit de eigen omgeving naar school moeten kunnen gaan.
Zelfstandig werken als middel voor extra hulp We streven ernaar de kinderen op bepaalde momenten zelfstandig te leren werken. De leerkracht probeert zo duidelijk en goed mogelijk uit te leggen, zodat veel kinderen na een korte uitleg zelfstandig aan het werk kunnen gaan. Wanneer dit lukt, kan de leerkracht tijdens deze zelfstandige werkmomenten tijd vinden om kinderen, planmatig, extra hulp te bieden, of verlengde instructie te geven.
Over het algemeen is onze zorgstructuur voldoende om veel kinderen op te vangen binnen onze school. Wij hebben in de afgelopen jaren ervaring opgedaan in het begeleiden van kinderen met: Leesproblemen en dyslexie; Rekenproblemen en dyscalculie; Gedrags- en leerproblemen; Autisme Spectrum Stoornissen; Fysieke beperkingen; (Hoog)Begaafdheid
Verwijzing naar het speciaal onderwijs In het belang van het kind kan een verwijzing naar een andere basisschool of een school voor speciaal onderwijs noodzakelijk worden. Er zal in de regio
Deze kinderen hebben soms meer nodig dan de basiszorg op onze school. Voor deze kinderen moeten we een beroep doen op extra zorgbudget. Soms is er intern of op bovenschools niveau voldoende mogelijk, soms moeten we 11
langs het CAT voor meer financiële mogelijkheden. Dit traject wordt door de IB-er begeleidt.
een aantal jaren volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Hierbij moet er wel sprake zijn van ernstige, hardnekkige dyslexie. Dus er moet veel hulp zijn geweest en kinderen moeten op tenminste drie achtereenvolgende toetsen een E-score hebben behaald. Ook de behandeling van de dyslexie wordt in de ernstige en hardnekkige gevallen vergoed. Mochten er in groep 8 toch nog twijfels zijn of er sprake is van dyslexie, dan is het in het laatste jaar nog mogelijk om toch onderzoek te doen. Dit wordt dan gedaan door de VO scholen. Als uw kind hieraan voldoet zal de leerkracht of intern begeleider dit met u bespreken.
Bij elke aanmelding van een kind zullen we de afweging maken of onze school een passend aanbod kan bieden. We hanteren hiervoor een protocol dat bovenschools niveau is opgesteld. Dit protocol is op moment van uitkomen van deze gids nog in ontwikkeling. Als u uw kind wilt aanmelden op onze school, kunt u contact opnemen met de directeur. Na de aanmelding volgt een intakefase waarin u informatie geeft over uw kind en de directeur en IB zullen beoordelen of wij uw kind passend onderwijs kunnen bieden. De school heeft hier wettelijk gezien 6-12 weken voor.
Pluslessen Voor kinderen die heel goede resultaten halen op school en die bovenmatig zijn geïnteresseerd in theoretische kennis, organiseert het Voortgezet Onderwijs in Zwolle zogenaamde pluslessen en op het Vechtdal College in Ommen heeft men het Blaise Pascal project. Aan het volgen van deze lessen zijn geen kosten verbonden voor de ouders. Als uw kind hiervoor in aanmerking komt, hoort u dit van de leerkracht. Plusklas PCO Voor een kleine groep kinderen is er een plusklas voor meer en hoogbegaafde leerlingen. Dit betreft een bovenschools project, dus de leerlingen kunnen van alle zes PCO scholen afkomstig zijn. De lessen zijn voor groep 5/6 en groep 7/8. Het initiatief voor deelname aan dit project gaat uit van de school. Als een kind door de school wordt aangemeld voor deze plusklas, nemen we contact op met de ouder(s)/verzorger(s). In dat gesprek wordt nadere informatie gegeven en mogelijk afspraken gemaakt. Half juni worden de groepen samengesteld. Er zijn in principe geen extra kosten verbonden aan dit project. Anouk Uitslag, leerkracht en begaafdheidsspecialist in dienst van PCO Dalfsen, geeft de Plusklaslessen.
Het dyslexieprotocol Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van het lezen en spellen. Wij hanteren op school het dyslexieprotocol om kinderen met leesen spellingsproblemen vroegtijdig te kunnen signaleren, diagnosticeren en te begeleiden. Bij kinderen die na veel extra hulp nog steeds weinig vooruitgang laten zien, is er sprake van hardnekkigheid. Zij scoren meerdere malen onvoldoende op de lees- en/of spellingstoetsen. We hebben bij ons op school een afsprakenlijst over hoe we omgaan met deze kinderen. Hier staat o.a. in dat we deze kinderen meer tijd geven bij toetsen, sommige toetsen voorlezen enz. Leerlingen die een dyslexieverklaring hebben, kunnen een gesproken en/of uitvergrote versie van de CITO Eindtoets doen. Wij doen op school niet meer enkelvoudig dyslexieonderzoek. Dyslexieonderzoek wordt namelijk sinds
Levelwerk Kinderen die behoefte hebben aan meer uitdaging in de lessen, kunnen bij ons op school werken met de methode Levelwerk. Zij krijgen een weektaak met diverse lessen uit deze methode. (o.a. Spaans, wiskunde, lezen, techniek) 12
We selecteren deze kinderen aan de hand van de bevindingen van de leerkracht. De kinderen die hiermee werken krijgen een aangepaste, kortere basistaak, waardoor ze tijd over hebben om met Levelwerk aan de slag te gaan.
Er is goed contact met het voortgezet onderwijs: wij blijven de kinderen volgen die naar het VO zijn gegaan en informeren regelmatig of de aansluiting goed verloopt. Zonodig wordt ons programma bijgesteld.
Intelligentieonderzoek in groep 4, 6 en 8 We nemen bij ons op school de NSCCT (Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test) af in de groepen 4 en 6. Deze test wordt gebruikt om al vroegtijdig een beeld te krijgen over de leermogelijkheden van onze leerlingen. Kinderen presteren allemaal op hun eigen niveau en naar hun eigen mogelijkheden. Met de scores uit deze toets weten we wat we van kinderen mogen verwachten. Deze test is voornamelijk geschikt om onderpresteerders te signaleren. Dit resultaat is voor ons aanvullend op de scores uit het Cito Leerlingvolgsysteem. Ook kunnen we met deze scores al vroegtijdig aansturen op een eigen leerroute binnen onze school. Door afname in groep 4 en 6 kan de intellectuele ontwikkeling al in een vroeg stadium worden gevolgd. Dit maakt het tevens mogelijk om tijdig met de ouders te communiceren over het te bereiken eindniveau. Tot op heden namen we alleen in groep 8 een intelligentietest af (de NIO). Deze afname laten we ook nog gewoon doorgaan, want dit is voor ons een mooi 3e meetmoment in de schoolloopbaan van kinderen. Het vergroot voor ons ook de betrouwbaarheid van de score, aangezien het toch een momentopname is waarin de test plaats vindt. De afname van deze test vindt plaats in de maand oktober/november. De test wordt afgenomen door de intern begeleider.
Voorbereiding op het voortgezet onderwijs Een kind moet kansen krijgen om een zo hoog mogelijke vorm van onderwijs te gaan volgen. Wij streven hier naar op school. Dit wordt echter bepaald door verschillende factoren. Naast kennis en intelligentie, spelen ook werkhouding en sociaal emotionele factoren een rol. Wij gaan niet alleen maar uit van de toetsscores. We letten vooral op welke manier een kind leert. Kan hij zelf oplossingen bedenken, kan hij de stof snel begrijpen, kan hij goed onthouden? Hoe vaak moet de stof worden uitgelegd en geoefend voordat het kind het beheerst? Het accent ligt meer op “wat een kind kan leren”, dan op “wat hij geleerd heeft”. In groep 8 gebruiken wij ons leerlingvolgsysteem, onze observaties en de NIO-uitslag voor het geven van een verwijzings-advies. De Cito Eindtoets zal vanaf dit schooljaar in april plaatsvinden en zal daarom niet meegenomen worden in de doorverwijzing. Deze resultaten zijn voor ons als school vooral belangrijk om ons onderwijs te evalueren. De inspectie gebruikt deze resultaten om onze school te beoordelen.
Schoolarts Uw kind wordt 2 keer tijdens zijn schoolloopbaan onderzocht door de schoolarts van de GGD. Op verzoek van u als ouder / verzorger of vanuit overleg met de Intern Begeleider van de school is het mogelijk dat uw kind tussentijds voor onderzoek aan de beurt komt.
BAO-VO overleg Twee keer per jaar wordt een BAO-VO overleg georganiseerd. Het doel van deze bijeenkomsten is om nauw contact te blijven houden tussen de scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs en een betere afstemming te bereiken. 13
Wat doet de GGD op school? De volgende kindgerichte activiteiten worden onder andere door de Jeugdgezondheidszorg uitgevoerd.
andere praktijklocatie behandeld worden. Wij hebben met alle logopedisten in de regio contact om de behandeling waar mogelijk met school af te stemmen.
Preventief Gezondheidsonderzoek in groep 2 Bij de uitnodiging voor u en uw kind ontvangt u een vragenlijst ten behoeve van het onderzoek. Uw kind wordt door de jeugdartsassistente op groei en ontwikkeling onderzocht. Het gehoor en het gezichtsvermogen worden gecontroleerd en lengte en gewicht gemeten. Daarnaast is er aandacht voor het functioneren van uw kind; thuis, op school en in de vrije tijd. Zo nodig wordt er een vervolgonderzoek door de jeugdarts gedaan.
Luizencontrole We hebben een luizenteam dat bestaat uit ouders die voor deze functie zijn opgeleid door de GGD. Op gezette tijden onderzoeken zij de kinderen op hoofdluis. In het geval luizen worden geconstateerd, worden de betreffende ouders telefonisch op de hoogte gebracht en krijgen alle andere ouders bericht met het verzoek hun kinderen te controleren. Ook worden op dat moment duidelijke richtlijnen gegeven om een mogelijke uitbarsting te voorkomen.
Preventief Gezondheidsonderzoek in groep 7 Bij de uitnodiging voor u en uw kind ontvangt u een vragenlijst ten behoeve van het onderzoek. De kinderen vullen klassikaal een gezondheidspaspoort in. Uw kind wordt daarna door de jeugdverpleegkundige onderzocht. Tijdens dit onderzoek staan ontwikkeling en leefstijl centraal. Lengte en gewicht worden gemeten en het vermogen tot het zien van kleuren wordt getest. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Jeugdgezondheidszorg van GGD IJsselland. telefoonnummer: 038 – 42 81 500 Inloopspreekuur GGD Er is regelmatig een inloopspreekuur voor ouders bij de jeugdverpleegkundige van de school. Zij houdt spreekuur in het personeelskamertje. U kunt bij haar terecht voor al uw opvoedkundige vragen of zorgen. Houd u de kalender in de gaten voor de data, ze worden vermeld in de Nieuwsbrief.
Logopedie Leerlingen worden rondom de leeftijd van 4 jaar en 9 maanden gescreend door de logopediste van de gemeente, Bertine Kijk in de Vegte. Zij kan indien nodig kortdurende behandeling uitvoeren of verwijst door naar een logopedie praktijk. Op onze school is Baukje Dijk, logopedist van Praktijk Nouwels aanwezig als er minimaal vier kinderen in behandeling zijn. Indien dit niet het geval is, kunnen de kinderen op een 14
Onze basis- en extra ondersteuning in schema: Schematische voorstelling van het zorgbeleid bij ons op school. Per groep wordt gekeken welk kind in aanmerking komt voor extra zorg, binnen of buiten de klas.
Niveau 0 + 1
Klassengegevens - toetsgegevens - observaties - medische gegevens - algemene informatie
Signaleringstoetsen LVS toetsen CITO leerlingvolgsysteem worden 2 keer per jaar afgenomen en besproken met de IB en in het team.
Niveau 2
Verlengde instructie Extra hulp in de klas. In de dagplanning wordt hiermee rekening gehouden.
Incidenteel
Kind met specifieke onderwijsbehoeften
Structureel
RT in of buiten de klas m.b.v. handelingsplan Zorgleerling wordt besproken in leerlingbespreking
Diagnosetoetsen: Individuele toetsen. Contact met ouders.
Niveau 3 Uitvoeren van het handelingsplan in of buiten de groep. (door LK of RT)
Overleg Intern Begeleider en/of orthopedagoog van expertise centrum Adapt.
Intern onderzoek Collegiale consultatie Coachingstraject observatie
Contact met ouders: Ouders worden geïnformeerd en na verloop van tijd volgt er een terugrapportage en wordt aanpak besproken
In overleg met de ouders mogelijkheid tot extra onderzoek door orthopedagoog van Adapt.
Niveau 4 Met eventuele aanpassingen doorgaan in het basisonderwijs. (eigen leerlijn, doublure)
Aanmelden bij de Commissie Arrangeren en Toewijzen (CAT)
Mogelijkheid tot begeleiding. (rugzak)
Verwijzing naar school voor speciaal onderwijs of arrangement in de basisschool.
ambulante
15
4.
Ouders en school
schoolplein aanvegen, oud-papier inzamelen, plaatsen van speeltoestellen, renoveren schoolplein. Daarnaast helpt de OC bij het organiseren van feesten/vieringen.
Oudercommissie De oudercommissie wordt gekozen uit en door de ouders van de kinderen.
Schoolkamp De oudercommissieleden bezoeken de kinderen tijdens het schoolkamp, dit bezoek heeft een informeel karakter.
Wat doet de oudercommissie (OC)? Taken De OC organiseert veel activiteiten die bij ons op school plaatsvinden. De OC bezoekt bij toerbeurt de MR vergadering om binding te houden tussen beleid en uitvoering. Op deze manier bezoekt de MR ook de vergaderingen van de OC. Financiën De oudercommissie heeft een eigen potje waaruit zij extra leermiddelen aanschaft, vieringen betaalt en activiteiten bekostigt die niet uit de gewone vergoeding kunnen worden betaald. De oudercommissie regelt het klein-onderhoud. Dit moet gebeuren van een budget dat door het algemeen bestuur beschikbaar is gesteld. Bij eventuele sponsoring geldt, dat door sponsoring nooit invloed op de onderwijsinhoudelijke gang van zaken kan worden uitgeoefend.
Verkiesbaarheid Iedere ouder/verzorger van een kind, dat onze school bezoekt, die de christelijke grondslag van de school onderschrijft of verklaart deze te respecteren, is verkiesbaar als oudercommissielid. Zittingsduur Een oudercommissielid heeft een zitting van tenminste 3 jaar en kan daarna nog eens voor 3 jaar herkozen worden. De maximale zittingsduur is 6 jaar. Er is een rooster van aftreden.
Klassenbezoek Eens per twee maanden komen bij toerbeurt twee oudercommissieleden op bezoek in de klassen en nemen daar kennis van de gang van zaken. De bedoeling hiervan is, dat zij goed op de hoogte raken van de onderwijspraktijk zodat zij ervaren wat beleidsvoorstellen betekenen voor de praktijk. Van dit praktijkbezoek wordt verslag gedaan op de oudercommissievergadering.
Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van kinderen, ouders en teamleden. De MR wordt gevormd door 6 personen, waarvan 3 ouders en 3 personeelsleden.
Vergaderfrequentie Er wordt één keer per maand vergaderd. De ene keer met daarbij 2 personeelsleden, de andere keer zonder personeel. Bij OC-vergaderingen is, nu de MR apart vergadert, ook altijd iemand van de MR aanwezig.
Deze MR is wettelijk verplicht. De MR denkt mee over beleidsontwikkelingen op het gebied van onderwijs, personeel en financiën. Zij heeft instemmingsrecht dan wel een adviserende stem bij beslissingen van het bestuur. Haar taken en bevoegdheden worden beschreven in het MR-reglement. Een exemplaar hiervan bevindt zich op school en is door iedereen in te zien.
Praktische zaken Veel praktische klussen worden door de oudercommissie georganiseerd. Daarbij wordt hulp van ouders gevraagd. De klussen zijn direct zichtbaar in de school: een greep uit het vele dat gedaan is en op de rol staat: plafondvernieuwing, 16
Vergaderfrequentie Er wordt 6 a 8 keer per jaar vergaderd. Bij de MR-vergaderingen is altijd een lid van de oudercommissie aanwezig.
Om de situatie tijdens haal- en brengmomenten voor de kinderen zo veilig en overzichtelijk mogelijk te houden, zijn de volgende regels ingesteld:
Onderwerpen De onderwerpen die worden besproken in de MR zijn o.a. formatie, schoolplan, begroting, onderwijskundig beleid, zorgplan, diverse protocollen, overblijfregeling enz.
Zittingsduur Een medezeggenschapsraadlid heeft een zitting van tenminste 3 jaar en kan daarna nog eens voor 3 jaar herkozen worden. De maximale zittingsduur is 6 jaar. Er is een rooster van aftreden.
Voor schooloverstijgende zaken heeft het bestuur een GMR (Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad).
Leerkrachten parkeren hun auto’s bij de Wiekelaar. Ouders/verzorgers hanteren een vrijwillig eenrichtingsverkeer in de Spiegelstraat. Zij rijden de straat in vanaf de Dennenkamp en rijden weg richting de Schaapmanstraat. Zij keren niet op de straat! Auto’s worden slechts aan een zijde (schoolkant) van de straat geparkeerd in de juiste rijrichting, uitgaande van het vrijwillig eenrichtingsverkeer. (niet op de oprit van buurtbewoners!)
Wij verzoeken u vriendelijk deze regels te handhaven in het belang van de veiligheid voor onze kinderen.
Ouderparticipatie Er zijn verschillende activiteiten waarbij ouders behulpzaam zijn: bijv. het vervoer van kinderen bij schoolreisjes, uitstapjes, sportdag, het maken van de optochtwagen, het schoonmaken van materiaal, het schoonmaken van lokalen en ramen, onderhoud van het schoolplein, het helpen bij vieringen en feesten, enz. Aan het begin van het schooljaar gaat er een ouderhulplijst mee naar huis waarop u kunt aangeven met welke activiteiten u graag zou willen helpen.
Verkeersouders
Contacten met ouders
Vanuit Veilig Verkeer Nederland is een werkgroep Verkeersouders actief op school. Zij hebben de volgende taken:
Informatieavond In het begin van het schooljaar wordt in elke groep een voorlichtingsavond gehouden. De groepsleerkracht geeft uitleg over de werkwijze in zijn/haar groep.
Aanspreekpunt zijn voor ouders en school wanneer het gaat om knelpunten in het verkeer op de route naar school en rondom de school. Het organiseren van verkeersprojecten op school om kinderen bewust te maken van de risico’s in het verkeer en hoe ze zich veilig kunnen gedragen op de weg. Het handhaven van eenrichtingsverkeer en veilig parkeren tijdens haalen brengmomenten.
Ouderavond Elk jaar wordt een ouderavond gehouden. Op deze avond worden o.a. nieuwe schoolraadleden gekozen en jaarverslagen bekend gemaakt. Ook willen we deze avond gebruiken om een inhoudelijk thema met de ouders te bespreken, dit jaar over de KiVa aanpak.
17
Rapportavond Twee keer per jaar wordt tijdens een kwartiergesprek, een rapport uitgereikt aan de ouders van groep 3 t/m 8. De vorderingen en opmerkingen over het functioneren van het kind worden weergegeven in een vijfpuntsschaal.
en activiteiten nog eens op een rijtje gezet. Ook worden de laatste nieuwtjes genoemd, die voor u van belang kunnen zijn. Schoolgids In de schoolgids leggen wij verantwoording af over onze manier van werken. De schoolgids wordt elk schooljaar bijgesteld en is voor ouders op de website van de school te downloaden. Bij aanmelding van een leerling of bij een oriënterend bezoek wordt een schoolgids uitgereikt.
Kind-Ouder-School gesprekken In het najaar vinden in alle groepen Kind – Ouder – School gesprekken plaats (de zogenaamde KOS gesprekken), behalve in groep 3. We denken dat het juist in deze fase van groep 3 vooral van belang is voor ouders om te horen hoe het aanvankelijk lezen, schrijven en rekenonderwijs verloopt. Dat doen we op emotionele gronden, liever zonder kinderen. In de andere groepen komen de kinderen mee naar de contactavond met de ouders. Door kinderen mee te laten doen aan de gesprekken over hun functioneren op school, proberen we een effectievere aanpak na te streven, waarbij er meer betrokkenheid komt bij het leerproces van het kind, door kind en ouders. De portfoliomap en het voorbereidingsformulier vormt het uitgangspunt van deze gesprekken. In de portfoliomap meten de kinderen zich aan zichzelf. Ze verzamelen hierin materiaal waar ze aan gewerkt hebben en trots op zijn, doelen die zijn gehaald en prestaties die zijn geleverd. Aan het eind van de basisschool hebben de kinderen drie portfoliomappen verzameld. Er is een map van groep 1 en 2, groep 3,4 en 5 en de laatste map omvat materiaal van groep 6,7 en 8. In de groep presenteren de kinderen hun mappen aan elkaar, tijdens de KOSgesprekken aan hun ouders.
Jaarkalender Op een jaarkalender zijn de activiteiten aangegeven die over het gehele jaar zijn gepland. De data worden steevast gemeld in de nieuwsbrief en de kalender is te downloaden van onze website. Website De school heeft een eigen website (www.cazemierschool.nl). Hierop kunt u informatie vinden, maar ook foto’s en verhalen van activiteiten en vieringen die met de klas/school zijn beleefd.
5.
Een veilige school
Veiligheid op school De verantwoordelijkheid voor een veilig schoolklimaat ligt primair bij de school zelf. Zij moet zorgen voor een veilige (leer)omgeving voor personeel en leerlingen. Elke school heeft een veiligheidsplan. Daarin wordt vermeld wat er gedaan wordt aan de fysieke (gebouw) veiligheid en de sociale veiligheid (omgangsvormen, gedragsregels). Binnen de vereniging is de schoolveiligheid als volgt geregeld:
Huisbezoek Ieder schooljaar bezoeken de leerkrachten van groep 1/2 in ieder geval de gezinnen. Het doel is: zicht hebben in de thuissituatie van de kinderen en samen met het kind erbij een gesprek houden over hun portfoliomap. In sommige gevallen komt het voor dat de leerkracht van groep 3 t/m 8 een gezin nogmaals bezoekt. Natuurlijk kunt u altijd tussendoor contact opnemen als dat voor uw kind nodig is. Nieuwsbrief Iedere twee weken komt de nieuwsbrief uit. Daarin worden de belangrijkste data 18
Dit jaar starten we met de preventieve aanpak van KiVa. KiVa legt de nadruk op de rol van de hele groep bij het voorkomen en stoppen van pesten. De aanpak bevat tien thema’s met diverse lessen en sociaal emotionele monitoring middels een computerprogramma. Het programma richt zich op het bevorderen van een positieve omgang tussen kinderen. Samen maken we er een fijne school van!
Fysieke veiligheid De arbo-coördinator van P.C.O. Dalfsen schept de voorwaarden voor veiligheid rondom scholen en helpt directeuren hun verantwoordelijkheid te nemen bij zaken als veiligheid van gebouwen en lokalen, aanwezigheid van een vluchtplan, brandmeldinstallaties, brandblusapparatuur, ontruimingsoefeningen, controle van speeltoestellen en de scholing Bedrijfshulpverleners.
Klachtenregeling De klachtenregeling is ingesteld om een veilig schoolklimaat te waarborgen. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, kinderen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, of de aard van de klacht is ernstiger van aard, kan men een beroep doen op deze klachtenregeling. De vereniging PCO Dalfsen volgt het landelijk model klachtenregeling van de Besturenraad en is aangesloten bij Landelijke Klachtencommissie.
Sociale veiligheid De sociale veiligheid wordt bewaakt door regels op te stellen en te handhaven op het gebied van omgang met elkaar, zoals het omgangs- en internetprotocol. Beide protocollen vindt u op onze website. Grondregel op onze school is: De vrijheid van de één houdt op bij de grens van een ander.
De klachtenregeling gaat uit van klachtenbehandeling op drie niveaus: - op schoolniveau, nl. door contactpersoon - op verenigingsniveau, nl. door vertrouwenspersoon - op landelijk niveau, nl. door Landelijke Klachtencommissie Wij hebben de volgende afspraken in de school:
Contactpersoon De contactpersoon op school heeft de volgende taken: - Aanhoren van de klacht - Nagaan of voor de hand liggende stappen zijn uitgevoerd - Helpen bij zo nodig klacht op schrift te stellen en uitleggen van procedure - Doorspelen van klacht naar vertrouwenspersoon, met afschrift aan het bestuur - Eventueel adviseren, na overleg met vertrouwenspersoon
- We zorgen samen voor een goede sfeer - We gaan respectvol met elkaar om - We sluiten niemand buiten - We luisteren naar elkaar - We vertrouwen elkaar - We behandelen de ander zoals we zelf behandeld willen worden - We houden onze handen en voeten bij onszelf - We lopen en praten rustig in de school - We gaan zorgvuldig en zuinig om met materialen - We ruimen onze werkplek netjes op - We zorgen dat we op tijd op school zijn -
Vertrouwenspersonen Het bestuur heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld. Ouders mogen zelf kiezen, welke persoon ze in vertrouwen willen nemen. Het is niet verplicht de klacht via de contactpersoon te laten lopen. Wel kan 19
de vertrouwenspersoon proberen in “lichte” gevallen de klacht af te handelen. Beide vertrouwenspersonen zijn door het algemeen bestuur benoemd. De taken van de vertrouwenspersoon zijn: - Nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt - Bij handhaving van de klacht bekijken of de klacht naar het bestuur of de landelijke klachtencommissie gaat - Begeleiden van de klager(s) bij de verdere procedure en desnoods bij het aangifte doen (als er sprake is van wetsovertreding). - Eventueel helpen bij inschakelen van zorginstanties, zoals Dimence of Slachtofferhulp. - Geven van gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur.
Bij wie wordt een klacht gemeld Klachten over zaken in het onderwijs en op school moeten in eerste instantie gemeld worden bij de betreffende leerkrachten of de directeur. Geeft dit niet het gewenste resultaat, dan kan men met iedere klacht naar de contactpersoon of vertrouwenspersoon gaan. Degene over wie geklaagd wordt krijgt de klacht te zien, om zich er adequaat tegen te kunnen verweren. Voorbeelden van klachten zijn: Pesten door kinderen of leerkrachten, nalatigheid of disfunctioneren van leerkrachten, geestelijke intimidatie, isoleren of negeren van kinderen, lichamelijke of seksuele mishandeling, wanbeleid op school, onveilige speeltoestellen, etc. Klachten over het bestuursbeleid dienen rechtstreeks bij het bestuur gemeld te worden. Mocht dit niet voldoende afgehandeld worden dan kan vervolgens de vertrouwenspersoon ingeschakeld worden.
De klager beslist, na overleg met de vertrouwenspersoon, wat er met de klacht moet gebeuren: Behandeling door de vertrouwenspersoon of aanhangig maken bij de landelijke klachtencommissie. De vertrouwenspersoon stuurt een afschrift van de klacht aan het dagelijks bestuur. De vertrouwenspersoon of de landelijke klachtencommissie geeft een advies aan het bestuur. Het bestuur zal aan moeten tonen wat zij aan het probleem gaat doen.
In het hoofdstuk “Praktische zaken” kunt u de telefoonnummers en/of adressen van bovengenoemde personen vinden.
6.
Kwaliteitszorg
Kwaliteit op school Deze schoolgids wil ook een middel zijn om ouders beter voor te lichten over de kwaliteit van het onderwijs. Elke school heeft in dit verband zijn sterke en zwakke kanten. Om te kunnen beoordelen of een school goede kwaliteit levert, kunnen we niet alleen kijken naar het aantal kinderen dat jaarlijks naar het VWO gaat, naar het aantal zittenblijvers of naar de Cito-scores. Het maakt namelijk nogal wat uit of je als school je uiterste best doet om leerlingen zo lang mogelijk op te vangen om verwijzing naar de school voor speciaal onderwijs te voorkomen, of dat de school veel allochtone kinderen heeft of relatief veel leerlingen met achterstanden.
Landelijke klachtencommissie De landelijke klachtencommissie wordt beschouwd als sluitstuk van de juridische klachtenprocedure. Zij dient de klacht te onderzoeken en het bevoegd gezag hierover te adviseren. Het betreft hier uiteraard ernstige zaken, die niet op verenigingsniveau afgehandeld kunnen worden. Vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteur kan klachten over seksuele intimidatie adequaat afhandelen. Zij vervult een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie ten opzichte van andere leerlingen of personeelsleden. Zij adviseert over te nemen stappen en verleent bijstand bij het zoeken naar oplossingen. Desgewenst begeleidt ze bij het indienen van een klacht of het doen van aangifte.
De kwaliteit van het onderwijs heeft daarnaast ook te maken met het pedagogisch klimaat binnen de school. Dit betekent o.a. ruim aandacht voor leerlingen met leeren/of gedragsproblemen. Verder streven wij ernaar dat de leerlingen met plezier naar school gaan, dat er aandacht is voor waarden en normen, dat leerlingen, leerkrachten en ouders respect voor 20
elkaar hebben. Om toch te voldoen aan de eisen die de wet stelt, publiceren wij hierbij onze uitstroomgegevens. Dat doen wij omwille van de ruimte op de website van de school; www.cazemierschool.nl.
Begeleiding. Dit is een goed middel om leerkrachten te coachen bij hun ontwikkeling. Bij Video Interactie Begeleiding komen ook kinderen in beeld. De beelden gebruiken we zorgvuldig en alleen intern. Ouders die hiertegen bezwaar hebben, worden verzocht dit te melden bij de directie.
Resultaten van het onderwijs Wij vinden dat een kind met succes het onderwijs aan onze school volgt wanneer het: Doel: Wat willen we bereiken.
Evaluatie: Waaruit blijkt het resultaat.
1
met plezier naar school gaat.
2
dingen mag leren die passen bij zijn mogelijkheden. goed in zijn / haar vel zit.
Monitoring door KiVa-programma Ouderenquête en Schoolvragenlijst. Halfjaarlijkse nietmethode gebonden toetsen + methodetoetsen Monitoring door KiVa-programma Ouderenquête en Schoolvragenlijst. Observatie door de leerkracht.
Kwaliteitsbewaking op school 3
Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken wordt er op school gebruik gemaakt van een kwaliteitsinstrument WMK en Integraal. Deze worden binnen de gehele vereniging PCO gebruikt. De wijze waarop de instrumenten worden ingezet gebeurt volgens een vaste planning. De resultaten van kwaliteitsmetingen worden in het team besproken en worden met ouders gecommuniceerd. Deze leiden tot nieuw beleid. Er is sprake van een cyclisch proces. Met steeds weer de fasen: PlanDo-Check-Act.
4 5
Het bestuur/bovenschools management stuurt met behulp van gesprekken met de directeur. Zij bewaakt de kwaliteit op de school vanaf een afstand. Het resultaat van de opbrengsten wordt jaarlijks geanalyseerd met behulp van trendanalyses en leidt tot nieuw beleid. Verbeteractiviteiten worden planmatig aangepakt. De kwaliteit wordt geborgd door in de personeelsvergaderingen terug te komen op de diverse items. Daar vindt bijstelling en borging plaats van de afspraken.
6
Jaarlijks wordt er bij iedere leerkracht een klassenbezoek afgelegd door de directeur en intern begeleider. Dit gebeurt o.a. door Video Interactie 21
vrij contact durft te maken met anderen. voldoende kennis en vaardigheden heeft geleerd zodat hij het vervolgonderwijs zonder problemen kan volgen.
geoefend heeft in het genuanceerd omgaan met waarden en normen.
Analyse CITO eindtoets + schoolverlatersvolg -systeem. Enquête onder ouders van schoolverlaters en eventueel bij docenten op het Voortgezet Onderwijs over de eventuele lacunes in basisvaardigheden. De diversiteit van onderwerpen tijdens de kringgesprekken, tijdens de godsdienstlessen en de lessen wereldoriëntatie; gesprekken over het nieuws.
gesteld. Zij hoeven bepaalde zaken niet meer te oefenen. Deze zogenaamde tweede leerweg is heel individueel bepaald. Dat betekent dat voor elk kind andere eisen gelden.
Onderwijsresultaten Onderwijsresultaten onderscheiden wij in twee soorten - te meten in getallen - uitspraken op grond van observaties
Voor het getalsmatig meten van de resultaten maken wij gebruik van de volgende instrumenten en procedures: De vakken die wij de kinderen leren en die wij cijfermatig meten zijn taal, rekenen, lezen. Andere vakken zijn minder makkelijk cijfermatig weer te geven, zoals samenwerken, zelfstandigheid, drama, etc.
Methodegebonden toetsen Resultaten worden geëvalueerd en geanalyseerd op groepsniveau en leiden tot het groepsplan. Leerlingvolgsysteem van het CITO Resultaten worden besproken tijdens de leerlingbesprekingen en met de ouders. Conclusies worden getrokken op leerlinggroeps- en schoolniveau en leiden tot maatregelen op deze drie niveaus.
De resultaten op de tussentijdse toetsen Wanneer beschouwen we de resultaten van de kinderen als voldoende? Aan de hand van ons Cito leerlingvolgsysteem worden de kinderen vergeleken met het landelijk gemiddelde. Het volgsysteem hanteert een vijfpuntschaal, verdeeld over niveau I t/m V. Elk niveau vertegenwoordigt 20% van landelijk gevolgde leeftijdsgenoten. We proberen alles uit de kinderen te halen wat ze kunnen. Daartoe richten we ons onderwijs zo efficiënt mogelijk in. Via groepsplannen beschrijven we de basiszorg en extra ondersteuning die wij aan de groep en leerlingen bieden. Leerlingen volgen hierbij een basisarrangement, een intensief arrangement of een verdiept arrangement. Samenwerking met ouders is hierin belangrijk. Zij kunnen thuis extra oefening en herhaling realiseren. Kinderen die beperkt zijn door extra zware reken- of leesproblemen kunnen door die beperking (we spreken hier van dyscalculie of dyslexie) nooit alle doelen op een voldoende niveau halen. Met de ouders wordt overeengekomen dat aan deze kinderen aangepaste eisen worden
Cito Eindtoets Resultaten worden besproken met leerlingen en ouders. De resultaten worden geanalyseerd door de directie. De directeur stelt samen met de IB-er en het team kwaliteitsverbeteringen voor en zet hierin stappen. Schoolverlatersvolgsysteem Wij gaan na of onze leerlingen een goed advies hebben gekregen voor de vorm van voortgezet onderwijs en of zij bepaalde kennis misten.
22
Informatie over de resultaten van het onderwijs De inspectie stelde in april 2014 vast dat het toegekende basisarrangement wordt gehandhaafd: zie www.onderwijsinspectie.nl voor het volledige verslag onder Rapport bevindingen stelselonderzoek 2013 – 2014. WMK en/of Integraal Jaarlijks stelt de directie, volgens een vaststaand schema, 2 of 3 vragenlijsten aan de orde die we met de teamleden samen of soms alleen moeten invullen. Het geeft een goed beeld van waar de actiepunten voor een bepaald onderwerp nog liggen. Dit bespreken we met elkaar en leidt tot bijstelling en afstemming. Onderwerpen die we de laatste jaren met elkaar hebben besproken en behandeld zijn: onderwijstijd, zorg op school, effectieve instructie e.a.
Wij sturen aan de schoolverlaters, die op dat moment twee jaren voortgezet onderwijs achter de rug hebben, een evaluatieformulier. De resultaten uit de voorgaande drie jaren staan op de website. De directie bespreekt de resultaten van het schoolverlatersvolgsysteem en plant samen met het team verbeteringsmaatregelen.
7. Het bestuur Zes scholen … één vereniging
Toetskalender en leerlingbespreking Het team hanteert een toetskalender en voert groeps- en leerlingbesprekingen. Elke leerkracht maakt groepsplannen en indien nodig individuele handelingsplannen of een OPP.
PCO De vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs (PCO) is de overkoepelende organisatie van zes protestants christelijke scholen in de gemeente Dalfsen en het dorp Lemele. De oorspronkelijke vereniging (VCO) werd in 1879 opgericht en fuseerde in 1998 met twee andere verenigingen tot P.C.O. Dalfsen e.o.. De fusie met Lemele is in 2008 tot stand gekomen. Doel van de vereniging is het bieden van goed onderwijs vanuit de christelijke normen en waarden.
Analyses in het kader van het Integraal Personeelsbeleid De directie voert jaarlijks beoordelingsgesprekken en maakt afspraken voor de komende periode en evalueert afgelopen periode. Persoonlijk ontwikkelingsplan In het kader van het IPB (Integraal Personeelsbeleid) worden persoonlijke ontwikkelingsplannen ontwikkeld.
Onderstaande basisscholen zijn aangesloten bij PCO: De Regenboog, Lemelerveld Sjaloom, Ankum De Spiegel, Dalfsen Christelijke Jenaplanschool O.S. Cazemier, Oudleusen A. Baron van Dedem, Emmen (Daltonschool) Ichthus, Lemele
Scholingsplannen De directie zorgt voor uitvoering van naen bijscholingsplannen, die gebaseerd zijn op uitkomsten van functioneringsgesprekken, beleidsvoornemens van de school en beleidsvoornemens van ons bestuur. Klassenconsultatie De directie en het team voeren klassenconsultatie uit en nemen maatregelen die knelpunten oplossen.
De vereniging vindt haar grondslag in de Bijbel als Gods Woord. Daarin is Jezus Christus de weg tot leven. Het grote gebod “God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf”, is de inspiratie en
23
richtlijn voor onderwijs.
de
opvoeding
en
het
leden vertegenwoordigd in de Ledenraad. De leden zijn benoemd voor een periode van 4 jaar. De voorzitter van het bestuur zit tevens de vergadering van de ledenraad voor. De taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Reglement Ledenraad, dat op elke school ter inzage ligt. Twee weken voor de vergadering wordt de agenda, datum en locatie gepubliceerd via de schoolnieuwsbrieven en de website. Professionaliteit PCO is werkgever van ongeveer 85 personeelsleden en geeft onderwijs aan ong.790 leerlingen. Aantallen waarbij een professionele organisatie, zowel op het gebied van management als in de uitvoering, noodzakelijk is. Er vindt afstemming plaats tussen de strategische keuzes van de vereniging en de onderwijskundige doelstellingen in de zes schoolplannen. Om richting te geven aan keuzes binnen de onderwijsontwikkeling op al onze scholen is een gezamenlijke missie geformuleerd.
Organisatie PCO vormt het overkoepelend verband tussen bovengenoemde scholen en behartigt daarmee de belangen van het christelijk onderwijs binnen de gemeenten Dalfsen en Ommen. Binnen dit verband wordt gebruik gemaakt van alle beschikbare kennis en deskundigheid op de verschillende scholen en worden gemeenschappelijke zaken als personeel, huisvesting, materieel, e.d. centraal geregeld. Afspraken hierover worden gemaakt in het managementteam, dat bestaat uit de algemeen directeur en de schooldirecteuren. Het bestuurskantoor ondersteunt het management en bestaat uit twee medewerkers, te weten secretariaat/formatie en financiën. Het bestuur van PCO bestuurt op hoofdlijnen. Het adviseert de algemeen directeur en toetst bovendien de behaalde resultaten aan de hand van het afgesproken beleidskader. Het bestuur wordt gekozen uit de leden c.q. ouders van alle aangesloten scholen. Alle ouders hebben, als lid van de vereniging, inspraak in het beleid en de besluitvorming over het onderwijs aan hun kinderen via een afvaardiging naar de Ledenraad. Bovendien heeft elke school een Medezeggenschapsraad (MR), bestaande uit ouders en medewerkers, die een afvaardiging kent in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).
PCO Dalfsen e.o. wil hoogwaardig toekomstgericht christelijk onderwijs bieden aan iedere leerling in een vertrouwde omgeving onder het motto “Onderwijs is de toekomst”
Tien principes Deze missie is vertaald naar 10 uitgangspunten/principes die de basis vormen voor het strategisch beleidsplan van de vereniging. Dit meerjarenplan bepaalt de koers en vormt het kader voor de plannen van de individuele scholen. De vereniging PCO … 1. is een flexibele, transparante en betrokken vereniging; 2. heeft oog voor maatschappelijke ontwikkelingen; 3. is gestoeld op christelijke normen en waarden; 4. hecht belang aan respect en waardering; 5. biedt scholen ruimte voor het handhaven van de eigen identiteit; 6. stimuleert het geven en nemen van verantwoordelijkheid en is hierop aanspreekbaar; 7. stimuleert het gebruik van ICT in de leeromgeving;
Ledenraad De ledenraad is het hoogste orgaan van de vereniging. De ledenraad benoemt de leden van het bestuur en keurt de jaarrekening en overige jaarstukken goed. Het bestuur legt jaarlijks aan de ledenraad verantwoording af over het gevoerde beleid. Elke school is met twee 24
8. gaat bewust om met ieders capaciteiten, van zowel leerkracht als leerling; 9. voert een duurzaam financieel beleid, waarbij geldt: financiën volgen beleid; 10. is gericht op voortdurende verbetering van het onderwijs en de ontwikkeling van het personeel. PCO zit in een voortdurend proces van richting kiezen, plannen maken en samen op weg gaan. Onderweg moet regelmatig gekeken worden of we nog op koers zijn of dat er bijgestuurd moet worden. De keuzes die gemaakt worden, de richting en de uitwerking zijn van invloed op allen die betrokken zijn bij het onderwijs van uw kind en uiteraard ook op het kind zelf. Immers, onderwijs is de toekomst! Lidmaatschap Ouders kunnen lid worden van de vereniging. U ondersteunt daarmee uw eigen school en het christelijk onderwijs in Dalfsen. Bovendien heeft u dan inspraak in de organisatie via de ledenraad. Een aanmeldingsformulier is beschikbaar bij het bestuurskantoor of via www.pco-dalfsen.nl. Het bestuur van PCO wordt gekozen door de ledenraad voor een periode van 4 jaar. Ouders die belangstelling hebben voor een bestuursfunctie kunnen hiervoor contact opnemen met de schooldirecteur of het bestuurskantoor.
Adres Adres PCO: p/a cbs Brethouwerstraat 4a 7721 XN Dalfsen. T: 0529-435266 E:
[email protected] Web: www.pco-dalfsen.nl
De
Spiegel,
25
26