1. Inleiding
Werknemers kunnen gedurende hun loopbaan geconfronteerd worden met langdurige zorgtaken voor een zieke partner, een gehandicapt kind, een ouder die steeds meer hulp nodig heeft of een goede vriend die vanwege een psychiatrische stoornis hulpbehoevend is geworden. Veel werknemers combineren deze langdurige zorg voor een naaste met een betaalde baan en dat valt niet altijd mee. De combinatie van mantelzorg en werk zal door met name de veroudering van de bevolking en de vermaatschappelijking van de zorg steeds meer voorkomen. Dit wordt mede veroorzaakt door de op 1 januari 2007 ingevoerde nieuwe wet WMO (Wet op Maatschappelijke Ondersteuning) die nadrukkelijk een verantwoordelijkheid legt het individu en zijn of haar naasten om voor elkaar te zorgen
Mantelzorger én projectleider Anneke is projectleider bij een ontwikkelingsmaatschappij. Haar moeder, een weduwe, kreeg twee jaar geleden darmkanker en ging snel achteruit. Zeven maanden stonden Anneke en haar partner dag en nacht klaar en gingen veel op bezoek in het ziekenhuis. Toen haar moeder overleed bleek dat Anneke bijna al haar vakantiedagen had opgemaakt. “Toen ik het besprak met mijn leidinggevende is hij in de CAO gedoken en toen bleek dat ik recht had op diverse verlofmogelijkheden. Gelukkig konden we in goed overleg nog iets regelen”.
-1-
2. Het project De gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel heeft gekozen voor het deeltraject “werkenden”, in samenwerking met Informele Zorg Midden-Holland, een organisatie die zich in de regio MiddenHolland bezighoudt met mantelzorgondersteuning en inzet van vrijwilligers in de zorg. De gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel heeft hierin bewust gekozen om de focus te richten op bewustwording van het begrip mantelzorger en te onderzoeken op welke manieren deze mantelzorgers ondersteund kunnen worden. De gemeente wil het accent leggen op de mantelzorgers die ook actief zijn in het arbeidsproces: werkende mantelzorgers dus. Begrip en acceptatie door collega’s en leidinggevenden, werkgevers en een mantelzorgvriendelijke organisatiecultuur zijn hierin belangrijke voorwaarden om het uiteindelijke doel te realiseren: meer werkenden, instellingen en organisaties te inspireren tot vrijwillige inzet ten behoeve van mantelzorgondersteuning. De opzet van het project is drieledig: 1. Onderzoeken waar werkende mantelzorgers tegenaan lopen en nodig hebben om werk en mantelzorg te kunnen combineren. 2. Onderzoeken waar werkende vrijwilligers tegenaan lopen en wat zij nodig hebben 3. bekendheid geven aan het thema werkende mantelzorgers. In de vorm van enquêtes en interviews onder werkende mantelzorgers en werkende vrijwilligers hebben we ons gericht op deze doelstellingen.
Mantelzorger én administratief medewerker Geert is administratief medewerker en overwoog zich ziek te melden omdat zijn vrouw Annet sinds een paar weken zwaar depressief was. Op het werk was hij in gedachten met thuis bezig en andersom. Uiteindelijk besprak hij zijn situatie met de personeelsmanager. “Hij adviseerde me om een paar dagen calamiteitenverlof en daarna zorgverlof op te nemen. Toen ik merkte dat de situatie niet snel verbeterde hebben we afgesproken dat ik ’s morgens iets later zou beginnen, een dag per week minder ging werken en een dag thuis mocht werken. Dat gaf lucht en de financiële consequenties vielen mee.”
-2-
3. De enquêtes Om aan de twee doelstellingen: 1. Onderzoeken waar werkende mantelzorgers tegenaan lopen en nodig hebben om werk en mantelzorg te kunnen combineren. 2. Onderzoeken waar werkende vrijwilligers tegenaan lopen en wat zij nodig hebben te voldoen is de enquête “Werkende mantelzorgers, werkende vrijwilligers” gehouden onder werknemers van 3 bedrijven in Nieuwerkerk aan de IJssel, namelijk de gemeente Nieuwerkerk, Achmea health centers en Zorgcentrum Chrysanthemum. In totaal zijn er 230 werknemers benaderd met de vraag de enquête in te vullen, 19% heeft dit daadwerkelijk gedaan. Deze 19% respons staat voor 42 werknemers waarvan er zich 9 hebben gemeld als werkende mantelzorger en 27 als werkende vrijwilliger. Voor dit onderzoek moet worden opgemerkt dat het aantal van 42 deelnemers, eigenlijk te klein is om sterke conclusies te kunnen trekken. Dit resultaat van opkomst komt wel overeen met de respons bij vergelijkbare enquêtes! De enquête is gesplitst in 2 aparte delen: werkende mantelzorgers en werkende vrijwilligers.
"Mijn echtgenote (55) en dochter (28) hebben de spierziekte MD. Deze ziekte is erfelijk en zij doen dus steeds meer een beroep op mij, terwijl ik een veertig-urige werkweek heb." Werkende mantelzorgers voelen zich afhankelijk van de mate van begrip die hun werkgever begrip heeft voor hun situatie. "Mijn zorg is dat ik wil blijven werken. Ik heb een fulltime baan en 2 kinderen van 13 en 14 jaar. Ik vraag me af hoe lang ik mantelzorg voor mijn partner en mijn werk kan blijven combineren. Mijn werkgever is nu nog soepel, maar dat houdt eens op."
3.1 Werkende mantelzorgers ♦
♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦
A. Conclusies: Van de 230 aangeschreven werknemers geven er maar 9 aan mantelzorger te zijn. Volgens landelijke cijfers klopt dit niet, waarschijnlijk zijn er veel meer werkende mantelzorgers. Dit lage percentage zou veroorzaakt kunnen zijn door het feit dat veel werkende mantelzorgers zich niet als zodanig herkennen. Alle mantelzorgers geven aan dat ze hun baan niet opzeggen als ze daar een financiële vergoeding voor in de plaats krijgen. 50% geeft hiervoor de reden dat ze hun werk erg belangrijk vinden, ze zijn even los van het mantelzorgen. De leeftijd van de zorgvragers is hoog. 69% van de werkende mantelzorgers zorgt voor een oudere, tussen de 81 en 90 jaar. Gemiddeld besteden deze mantelzorgers 7 uur per week aan mantelzorg. 63% besteedt deze mantelzorg aan begeleiding van de mantelzorger naar allerlei instanties 33% en het regelen van zaken (administratie) voor de zorgvrager (30%). De combinatie mantelzorg en werk wordt als moeilijk ervaren omdat er een tekort ontstaat aan tijd (55%). Het wordt als makkelijk ervaren als men parttime werkt of de zorg met anderen kan delen (27%) of omdat het de mantelzorger een goed gevoel geeft (18%). In de meeste werksituaties wordt de mogelijkheid gegeven het werk in relatie tot mantelzorg te organiseren (bijv extra lange pauze, inspraak in werkrooster): 44%. In 22% van de situaties wordt deze mogelijkheid niet gegeven. Het tonen van interesse en begrip door collegae en leidinggevende wordt als helpend ervaren. 44% van de werkende mantelzorgers geeft aan dat de mantelzorg een effect heeft (gehad) op hun carrière. In 75% van de situaties heeft de leidinggevende de werkende mantelzorger niet geïnformeerd over bestaande regelingen ter ondersteuning van mantelzorgtaken. Als tip voor andere mantelzorgers geeft 71% van de werkende mantelzorgers het advies om de eigen grenzen goed te bewaken.
-3-
♦ ♦
B. Aanbevelingen: Een bewustwordingscampagne bestemd voor werkgevers èn werknemers. Creëren van een mantelzorgvriendelijke cultuur op het werk om zodoende werknemers aan te kunnen trekken en behouden. Dit is van belang voor werkgevers en werknemers omdat door de toenemende verrijzing er minder aanbod zal ontstaan van werknemers en het aantal werkende mantelzorgers zal toenemen.
Mantelzorger én baliemedewerker Olaf werkt als baliemedewerker. Zijn dochtertje Esmee is chronisch ziek en dat betekent dat al zijn vrije tijd opgaat aan haar verzorging. “Op zich is dat geen punt, maar mijn sociale leven stelt weinig voor. Ik werd moe en zag er tegenop om naar huis te gaan. Na lang aarzelen heb ik mijn leidinggevende gevraagd om tussen de middag enkele uren vrij te nemen om te kunnen sporten. Dat was oké en ik kreeg m’n energie terug. Inmiddels kan ik er vaker tussenuit want via het Steunpunt Mantelzorg heb ik contact met een vrijwilliger gekregen. Als ik er niet ben heeft Esmee het dan ook gezellig.”
3.2 Werkende vrijwilligers ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦
A. Conclusies Vrijwilligers geven aan dat vrijwilligerswerk veel toevoegt aan hun leven, het geeft grote meerwaarde. Er wordt veel vrijwilligerswerk gedaan op scholen, sportverenigingen en in kerken 69% van de werkende vrijwilligers besteedt 1 dagdeel in de week aan vrijwilligerswerk 48 % van de werkende vrijwilligers vindt het gemakkelijk werk en vrijwilligerswerk te combineren omdat ze het in hun vrije tijd doen. Dit doordat ze parttime werken of omdat ze vrijwilligerswerk in de avonden of weekenden doen. Heeft men tijd dan doet men dus ook vrijwilligerswerk. 24% van de respondenten doet geen vrijwilligerswerk omdat ze er geen tijd voor hebben. De helft van de werkende vrijwilligers wil wel vrijwilligerswerk in arbeidstijd doen. 57% van de respondenten wil wel meer vrijwilligerswerk doen als ze daar tijd voor hebben. Werkende vrijwilligers zijn dus bereid om meer vrijwilligerswerk te doen. Veel vrijwilligers vinden het niet kunnen dat vrijwilligerswerk een onderdeel is van een betaalde baan omdat het dan geen vrijwilligerswerk meer is (69%). 86% van de werkende vrijwilligers wil zijn baan niet opzeggen als ze als vrijwilliger een financiële vergoeding daarvoor in de plaats zouden krijgen. Dit is vooral omdat men zijn werk niet wil missen, daar veel plezier in heeft (48%).
-4-
♦
♦
B. Aanbevelingen Werkgevers kunnen maatschappelijke betrokkenheid tonen door hun werknemers de gelegenheid te geven een paar uur vrijwilligerswerk te doen(geheel of gedeeltelijk in werktijd). Dit kan: - incidenteel worden georganiseerd, bijv. tijdens de MADD dag (Make a difference day die 1 keer per jaar wordt georganiseerd en waarin werknemers zich inzetten om vrijwilligers werk te doen) - als teambuildingsdag of dagen worden georganiseerd, waarin de werkgever en werknemers met elkaar vrijwilligerswerk doen en tegelijkertijd werken aan het vergroten van de teamgeest. - door vanuit de expertise van het bedrijf, vrijwilligersorganisaties of zorginstellingen te ondersteunen. Dit kan een steeds terugkerende activiteit zijn. (bijv vrijwilligersorganisaties computerondersteuning bieden, ondersteuning van PR enz. Werknemers die nog geen vrijwilligerswerk doen vanuit hun werkplek op de bovenstaande manier met vrijwilligerswerk in aanraking brengen waardoor zij wellicht ervaren dat het goed voelt vrijwilligerswerk te doen. Dat hulp bieden aan een ander en zich maatschappelijk betrokken opstellen veel kan toevoegen aan de waarde van het leven! Een extra dimensie hieruit zou kunnen zijn dat deze werknemers ook in hun verdere leven er toe zullen overgaan vrijwilligerswerk te doen.
In 2003 organiseerde de LOT een meldweek over de problematiek rondom de combinatie mantelzorg en werk. Met ruim 400 reacties gaf deze meldweek goed inzicht in de problemen waar werkende mantelzorgers mee te maken hebben. Een groot aantal mantelzorgers bleek ziek of overbelast te zijn geworden door het combineren van werk en zorg. Anderen hadden geheel of gedeeltelijk hun baan opgezegd om te kunnen zorgen en namen het inkomensverlies voor lief. Met name bij mantelzorgers die 24-uurszorg bieden was een WAO- of bijstandsuitkering vaak de enige uitweg, om opname van de partner te voorkomen. Mantelzorgers die wel werkten gaven aan dat dagopvang veel stress veroorzaakte (doordat de tijden niet op een werkende partner of ouder zijn afgestemd) en dat zij nogal eens bij werkgevers, ARBO artsen en keuringsartsen op onbegrip stuitten. In deze meldweek is niet expliciet gevraagd naar de combinatie mantelzorg en werk. Toch geven opnieuw 93 mantelzorgers aan dat in hun situatie juist hier de problemen liggen, waardoor de rek eruit is. Werken, zorgen voor je partner en soms ook nog de zorg voor (jonge) kinderen vormen een te zware combinatie die voor velen leidt tot overbelasting en gezondheidsklachten.
-5-
4. De interviews Om aan de derde doelstelling 3. Bekendheid geven aan het thema werkende mantelzorgers te voldoen zijn er op de gemeentepagina van de lokale krant “Het Kanaal”, 3 interviews geplaatst met werkende mantelzorgers van de organisaties die mee hebben gedaan aan genoemde enquêtes. De interviews zijn 3 opeenvolgende weken in de krant geplaatst vooraf gegaan door een beschrijving van het thema werkende mantelzorgers en een afsluitende beschrijving en uitleg over de conclusies van de gehouden enquêtes. Er is bewust gekozen om deze informatie over 5 weken te verspreiden zodat door de kracht van de herhaling er meer bekendheid wordt verkregen voor het onderwerp.
"Mijn moeder heeft Alzheimer en heeft al anderhalf jaar een indicatie voor een verpleeghuis. Helaas is er geen plek. Mijn werkgever geeft aan dat het zo niet langer kan, mijn functioneren daar en het verlenen van mantelzorg. Niemand kan me echter vertellen hoe lang e.e.a. nog gaat duren. Mijn baan wil ik niet kwijt, maar mijn moeder moet ook verzorgd worden. Mijn werkgever is begripvol, maar kan niet meer doen dan 8 dagen zorgverlof geven. Mijn vakantiedagen gaan voor 70% op aan zorg. Extra vakantiedagen worden gekocht, dus ook vakantiegeld gaat hieraan op. Mijn rek is er uit."
-6-
4.1. Voorafgaande tekst
-7-
4.2. Interview 1:
-8-
4.3. Interview 2:
-9-
4.4. Interview 3
Week 21, woensdag 23 mei 2007
- 10 -
5. Vervolgmogelijkheden op dit pilotproject Dit project is nog maar een begin van een lange weg te gaan. De ondersteuning en informatievoorziening van werkende mantelzorgers en werkende vrijwilligers staan nog in de kinderschoenen. Het vergelijk zou gemaakt kunnen worden met de ontwikkeling van kinderopvang. Jaren terug werd van ouders verwacht dat ze zelf voor de opvang van hun kinderen moesten zorgen. Zij maakten de keuze werkende ouders te willen zijn, dus moesten ze zelf de daaruit voortkomende problemen maar oplossen. Zo is het nu ook bij mantelzorgers. Er wordt nog niet echt bij stilgestaan wat het betekent om werk en zorg te combineren, dat wordt aan hen zelf overgelaten dit te regelen. Maar mantelzorgers wordt niet de keus gelaten om de zorg voor hun naaste op zich te nemen, het overkomt ze gewoon, het komt ineens op hun pad. Reden te meer om vanuit alle kanten van de maatschappij stil te staan bij dit probleem er door bewustwording, her- en erkenning, begrip en allerlei manieren van ondersteuning voor te zorgen dat werkende mantelzorgers en werkende vrijwilligers hun noodzakelijke taak op verantwoorde wijze kunnen blijven uitvoeren. Voor de werkende mantelzorgers is het van belang dat er op hun werkplek bekendheid komt met dit onderwerp zodat er her- en erkenning zal zijn voor de lastige combinatie van werk en mantelzorg. Bekendheid bij werkgevers, leidinggevende maar ook bij de collega’s, zodat er begrip zal zijn als een mantelzorger eens wat later komt, even snel per telefoon iets moet regelen met de huisarts of eens niet de vrolijke collega kan zijn. Ook is het van belang dat de werkende mantelzorger bij de leidinggevende of personeelsfunctionaris terecht kan voor begrip van zijn situatie, een luisterend oor, informatie over verlofmogelijkheden, flexwerk mogelijkheden enz. Een ondersteuning op maat is essentieel voor deze werknemers, bijv dat ze een langere middagpauze kunnen opnemen om zo hun moeder te kunnen helpen met eten, later te mogen beginnen om hun partner uit bed te h elpen enz. Een van de doelstellingen van dit WMO pilot project is dat de bevindingen en aanbevelingen overdraagbaar zijn aan anderen. Mijn inziens is dit heel goed te realiseren door aan het werk te gaan met de genoemde vervolgprojecten.
"Mijn borderline dochter (16) is na 4 jaar justitiële jeugdinrichting te hebben gezeten plotseling thuis gekomen. Onverwachts, zonder begeleiding, behandeling, medicatie, dagbesteding of opleiding. Als er plaats is kan ze behandeld worden in een instelling, echter de wachttijd is 18 maanden. Ik heb nu via de ziektewet onbetaald verlof opgenomen voor de helft van de uren die ik werkte om mijn kind te begeleiden. Mijn dochter voelt zich vrij nu ze thuis is, maar ik voel me een gevangene. Minder werken, nooit meer even weg, geen vergaderingen, of uitjes meer. Ik hoop dat ik het nog even vol houdt."
- 11 -
5.1. Mogelijke vervolgprojecten werkende mantelzorgers 1. Bewustwordingscampagne Een presentatieprogramma opzetten voor werkgevers (bedrijven) over werkende mantelzorgers, wat deze groep werknemers meemaakt en wat het werkende mantelzorger zijn inhoudt. Mantelzorg moet bekend worden, zowel bij werkgevers als werknemers(werkende mantelzorgers én collegae), zodat deze mantelzorgers ondersteund kunnen worden.Veel mantelzorgers weten niet dat ze mantelzorger zijn en wat dat inhoudt. Ook werkgevers zijn niet altijd bekend met deze doelgroep en wat zij hun mantelzorgende werknemers kunnen bieden ter ontlasting van hun taak. 2. Workshop of training voor werkende mantelzorgers. Deze zijn bedoeld om: ♦ Cursus geeft inzicht dat het probleem niet in de situatie zelf zit, maar in de manier waarop je erover denkt (gebruik maken van de RET methodiek) ♦ Inzicht in hoe anderen met hun knelpunten en mantelzorgtaken omgaan ♦ Inzicht in hoe je frustraties en situaties uit elkaar kunt halen ♦ Een steuntje in de rug om nu echt met veranderingen aan de slag te gaan 3. Workshop werkgevers, leidinggevenden en collegae over het thema werkende mantelzorgers 4. Informatieboekje voor werkgevers, leidinggevende en personeelszaken wat mantelzorg betekent voor werknemers. Daarin opgenomen alle bestaande regelingen die van toepassing zijn op de doelgroep.
5.2. Mogelijke vervolgprojecten werkende vrijwilligers 1.
2.
Brede bewustwordingscampagne om bekendheid en begrip te verkrijgen voor de groepen: ♦ Mantelzorgers ♦ Werkende mantelzorgers ♦ Vrijwilligers ♦ Werkende vrijwilligers Bereidheid zoeken bij werkgevers om hun werknemers de gelegenheid te geven tot het doen van vrijwilligerswerk (bijv gedeeltelijk in werktijd). De werkgevers moeten dan wel benaderd worden met concrete vragen zoals: ♦ Rondbrengen van maaltijden voor “tafeltje dekje”, tussen de middag (dit kan worden georganiseerd door in poules dit werk te verdelen onder de werknemers) ♦ Uitvoeren van een telefooncirkel (in de ochtenduren een telefoonrondje houden onder eenzame en kwetsbare medemensen). ♦ Inzet van werknemers bij BUURTZORG (incidentele hand- en spandiensten aan buurtbewoners). ♦ Helpen met het eten in verpleeg- en verzorgingshuizen in de gemeente (rond de middag of in de ochtend).
- 12 -