Inleiding Jakobus 5 De terugkeer van de zondaar van zijn dwaalweg. Lezen Genesis 9 en Jakobus 5 Toen ik aan de inleiding begon dacht oh maar twee verzen, en niet zo moeilijk ook. Maar toen ik me er een beetje in ging verdiepen viel het best wel tegen eigenlijk. Daarom wil ik eerst even kort iets over Noach zeggen, daarna samenvatten waar jakobus 5 over gaat en dan deze 2 teksten erbij trekken. Daarna wil ik iets zeggen ter afsluiting van de Jakobusbrief Noach was toch wel iemand van wie je kon zeggen dat Hij een kind van God was. Wat heeft hij niet meegemaakt, de zondvloed de ondergang van de hele toenmalige wereld. God maakte een verbond met hem en zijn zonen, het nageslacht ja zelfs met de dieren, dat de aarde niet meer door water zal vergaan. Het teken: de regenboog. Geen pot met goud dus, maar een teken van de trouw van God. Drie zonen had Noach: Sem , Cham en Jafeth . Noach wordt boer, landbouwer. Ook verbouwt hij druiven hij geniet van het goede. Hoor Cham eens tegen zijn broers! Moet je vader eens zien, of misschien heeft hij wel gezegd, jongens die ouwe is zo zat als een aap ga eens kijken hij is nog naakt ook. Gaan zijn broers ook de spot steken? Het zou best kunnen toch, als iemand die als vroom bekend staat in de zonde valt dan genieten we er stiekum best wel van toch? Maar nee! Ze pakken een deken en lopen achteruit naar hun vader en bedekken zijn naaktheid zonder naar hun vader te kijken. Als Noach wakker wordt en hoort wat er gebeurd is wordt Cham vervloekt De terugkeer van de zondaar van zijn dwaalweg vers 19 en 20 Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, 20 Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en een menigte der zonden zal bedekken. Ik ben begonnen met Noach, zijn zonen brachten letterlijk in de praktijk wat hier staat. Uit respect voor hun vader en uit liefde bedekten ze hem met een deken zonder naar hem te kijken. Er staat niet vermeld in de bijbel dat ze hem later aanvielen hierover. Nee er staat dat Cham vervloekt werd. Maar Noach zegt ook: Gezegend zij de HEERE de God van Sem. Zijn andere zonen krijgen een zegen. We zijn al weer toe aan de laatste inleiding over Jakobus. Gelukkig denkt iemand misschien, veel te moeilijk dat gezeur van die man. En trouwens wat die van ons wil is toch niet haalbaar. Eerst even een korte samenvatting van hoofdstuk 5 Jakobus gaat er van uit dat hij leeft in het laatste der dagen. Hij spoort zijn broeders in het geloof aan om te volharden tot het einde en in geduld en uitzien naar de wederkomst . Allereerst klaagt hij de rijken aan in hun hoogmoed , indirect een boodschap voor ons allemaal. Is de dienst van de Heere voor ons een liefdedienst, kunnen we in afhankelijkheid van Hem leven en kunnen we delen? Daarna gaat hij in op onrecht, eigenbelang en egoisme een kenmerk van het laatste der dagen. Maar ook niet naar Gods wetten. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de dood van de Heere Jezus. Dan roept Hij ons op om de komst van de Heere Jezus te verwachten. Geduldig, volhardend met elkaar. Let eens op de toon die Jakobus aanslaat in dit laatste hoofdstuk, in de vorige hoofdtukken
was het vooral beschuldigend en veroordelend. In het laatste hoofdstuk is het eerder liefdevol aansporend. Dit blijkt uit het vervolg. Hij roept op te delen in het gebed en lofprijzing. Wanneer? In lijden, bij blijdschap, bij ziekte. Dit is nog al wat. Dit veronderstelt dat er liefde is onder elkaar. Liefde en vertrouwen zodat in alle openheid met en voor elkaar gebeden en gedankt kan worden. In dit licht volgen de verzen 19 en 20 Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, 20 Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en een menigte der zonden zal bedekken. Als je naar de verwijsteksten kijkt bij deze verzen dan valt op dat er gewezen wordt op de liefde die alle overtredingen bedekt, Petrus roept ons zelfs op om vurige liefde te hebben voor elkaar. Nu is er vast iemand die denkt, Jakobus heeft het over broeders, dat zijn bekeerden, dus ik hoef hier niets mee. Maar kan ik dan vragen waarom ben je geen broeder? Hij vervolgt met: indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en hem iemand bekeerd. Je zou kunnen denken dat hier bedoeld wordt met waarheid , dat het over de geloofsleer gaat. Er zijn immers veel veschillende kerken met ieder hun eigen leer. Elk gaat voor zijn eigen waarheid, gelijk of visie. Wie heeft de waarheid? En wij mensen vinden het vaak nog heel belangrijk ook. Dit wordt hier denk ik niet bedoeld. Als je naar het volgende vers kijkt zie je dat het gaat over een zondaar, dus iemand die zondigt. Het gaat dus over het aanspreken van elkaar als iemand zonde doet. En dan uit liefde. Als een medebroeder bekeerd wordt van ziin dwaalweg, dit wil zeggen terugkeert op de goede weg. wordt een ziel gered, en bewaard voor meer zonde. Eigenlijk maakt hij ons verantwoordelijk voor elkaar. God liefhebben boven alles en je naaste als je zelf horen bij elkaar. Wees een zegen voor een ander daar geeft God zijn zegen over. Nu is er vast wel iemand die denkt, zondaar dat zijn we toch allemaal, en zonde doen we toch allemaal. Moeten we elkaar dan de hele dag aanspreken op elkaars zonden? Hoe zit dit? Inderdaad. Goed geschapen naar Gods beeld, maar gevallen in zonde. We konden volmaakt leven voor God. Maar de mens koos voor zichzelf, kon zelf wel koning zijn. De gevolgen zien we iedere dag en als er geen wonder gebeurd is het einde niet best. Toch is er bij God vandaan een weg terug om die verbroken relatie te herstellen. God eist Zijn beeld terug. Wij gaan dat zelf nooit redden, volmaakt leven voor God. Maar nu wil Zijn Zoon Zijn leven geven voor zondaren. Onbegrijpelijk een weg terug om die relatie te herstellen. Maar dan moet wel koning mens van zijn troon af, dit kost je alles. Maar er is genade te krijgen voor mensen die het verprutst en verknoeid hebben. Hij weer Koning over ons! En dan te bedenken dat we dit zelf nooit zoeken, maar dat Hij ons zoekt. Als je iets van je zelf gaat zien, dan veroordeel je een ander niet zo snel, dan weet je, dat als je niet bewaard wordt voor zonde je geen haar beter bent dan een ander. Het gaat je verdriet doen dat je zonde blijft doen. De strijd tussen de oude en de nieuwe mens kan heftig zijn. Jona wil niet naar Nineve, toch moet hij gaan. Als uiteindelijk de mensen zich gaan bekeren wordt hij nog ontevreden ook. Zelfs als God in 1 dag een boom laat groeien die hem schaduw geeft, die vervolgens de volgende dag verdort wordt hij boos. Zo hard is een mens. David werd door de profeet aangesproken nadat hij gezondigd had met Batseba, wordt hij dan boos, nee hij verootmoedigd zich voor God en belijd zijn zonde. De dicipelen leefden dicht bij de Heere Jezus , toch begrepen ze veel
niet ze hadden er nog woorden over ook onder elkaar. De Heere Jezus moest ze vaak vermanen. Petrus verloochende zelfs de Heere Jezus. Wat zal er door Petrus heen zijn gegaan toen de haan voor de derde keer kraaide en de Heer Jezus hem aankeek. Toch was het zijn Koning! En de Heere Jezus vroeg later Simon hebt gij Mij lief? Dit is wat Jakobus bedoelt vanuit de liefde tot de Koning elkaar aanspreken op zonden. Jakobus de broer van de Heere Jezus die gezien heeft hoe zijn Broer volmaakt zonder zonde geleefd heeft, onschuldig gekruisigd is voor zondaren. De zonde van je naaste doen je verdriet om dat ze je Koning verdriet doen. Niet om het beter te weten als een ander of uit hoogmoed, nee maar juist als zondaar die weet wat het die Koning gekost heeft en zelf steeds weer genade nodig heeft om afhankelijk te blijven. Jakobus verwachtte de wederkomst spoedig . Bij de wederkomst zullen de boeken geopend worden. Ieder mens zal geoordeeld worden. Allen zijn we schuldig. Maar als Hij je Koning is, is je schuld betaald. De schuld is bedekt. Als een ziel van de dood wordt behouden wordt er een menigte van zonden bedekt. De Heere Jezus leert ons bidden, vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Ik denk dat dat ook wel een les is die we eruit kunnen halen. Als wij ruzie of onenigheid hebben met iemand, zeker als het een vriend of vriendin is dan maken we het goed. Het is niet zo makkelijk om iemand echt iets te vergeven, vooral niet als iets ons persoonlijk heel diep raakt, of als er vertrouwen beschaamd is, en als we in onze trots gekrenkt zijn is het helemaal moeilijk. We vergeven elkaar dan, of er gaat zand over. Maar vergeten, dat is vaak wel heel erg moeilijk. Vaak blijft het toch nog aan je knagen, of als er weer een keer wat gebeurd denk je er toch weer aan. Vergeven is bij God werkelijk vergeven. En vergeten is echt vergeten. De schuld wordt uit het boek gedaan. Hij ziet de zondaar in Christus als had hij nooit zonde gekend of gedaan. Wie zijn wij dan om over zonden van onze naaste die met berouw teruggekeerd is te blijven praten. Wat mooi eigenlijk dat Jakobus zijn brief, waarin hij ons wijst op hoe we horen te leven zo eindigt. Hij wijst ons erop elkaar hierin te helpen, naast elkaar te staan, eerlijk tegen elkaar te zijn. Niet uit hardheid of beter weten. Nee uit liefde tot de Heere. We zijn aan het eind gekomen van de Jakobus brief, veel is er over gezegd en als je op je gemak eens terug bladert door de brief dan ontdek je dat er ook nog veel niet is gezegd. Steeds vallen je weer nieuwe dingen op. Soms lijken het onmogelijke dingen die hij van ons vraagt, of beter gezegd die God van ons vraagt. Bij de eerste inleiding zei ik: Jakobus dwingt je om dicht bij de Heere te leven. In eigen kracht ga je het nooit redden. Zoek het daarom niet in je zelf. Koning mens moet van de troon af. Zoek het bij die andere Koning , Bij de Koning die Zijn leven gaf voor zondaren, die gedaan heeft wat wij nooit kunnen, volkomen gedaan de wil van Zijn Vader en dat voor mensen die die Vader toch werkelijk in Zijn eer hebben aan getast. En ook steeds maar weer menen zelf nog wat te moeten. Geef het eens op! Toch denk ik dat ik aan het eind er nog wel aan toe kan voegen: Jakobus dwingt ons ook om te laten zien wie we zijn. En dan bedoel ik dit. Geloof zonder de werken is een dood geloof. Aan de vrucht ken
je de boom. Dit zorgt telkens weer tot onderzoek bij onszelf en als het goed is houd het ons dicht bij de Heere. Nog een keer Jakobus verwachtte de wederkomst spoedig. Wat doe jij? Ben bang voor de Rechter die komt om te oordelen? Er is nog tijd. Of verwacht je de komst van de Koning met blijdschap? Om verlost van je zelf zonder zonden Hem eeuwig te loven en te prijzen?
Vragen: -‐Jakobus doet net of het zo gewoon is dat we met elkaar bidden, lofprijzen en elkaar aanspreken, dat was toen misschien heel mooi, maar het past niet in deze tijd. Wij leven in een tijd dat alles persoonlijk is. -‐Als het over grote zonden gaat ben ik het er wel mee eens, maar kleine zonden, dat gaat te ver. -‐ Ik denk dat ik zelf wel kan bepalen wat goed of fout is, dat aanspreken van elkaar vind ik niet nodig. -‐Hoe wil je dat doen? Wat ik goed vind, vind jij zonde. Dit gaat niet werken. Als het wel werkt: Hoe dan? -‐Jakobus leeft in de verwachting van de wederkomst, eigenlijk is dit maar bedreigend. -‐Verwachten met blijdschap terwijl je hier zo druk bent met alles wat moet en leuk is. Hoe kan/moet dit? -‐Onderzoeken of je vruchten voortbrengt leidt nergens toe, als je in Christus bent hoeft dit niet meer. -‐Kun je je voorstellen wat vergeven en vergeten is? -‐Vewachten met blijdschap kan dit eigenlijk wel echt hier?