Inleiding frequentieregeling Trainers: Lei Gommers en Jan de Wit Inhoud: 1. Elektrische Aandrijftechniek 2. Asynchrone Motoren 3. Opbouw en werking van de frequentieregelaar 4. Aansluiten van een frequentieregelaar 5. Opbouw en functies 6. Motion Control Tool MCT10
Basis elektrische aandrijftechniek
Notities:
Page 1
Elektrische aandrijftechniek Waar het eigenlijk om draait : • Leveren en beheersen van koppel door de motor • Beheersen van motortoerental • Versnellen en vertragen, dynamiek
• Statisch / stationair: • Versnelling en vertraging is klein onderdeel van totaalkoppel (b.v. ventilator) • Dynamisch: • Versnelling en vertraging is belangrijkste deel van totaalkoppel (b.v. robot)
Page2
Notities:
Page 2
Toerenregeling
[Sec.]
Respons tijd
0,001
"Dynamisch"
Optimaal regelprincipe in FC Servo
0,010
Flux Vector (open loop)
0,100
Als indicatie :
Machinebouw
Flux Vector (closed loop)
Extruder Blower
Space Vector
"Statisch"
Basic Scalar
10
Centrifugaal pomp Ventilator
Scalar with compensations
Ventilatoren parallel 1
0,1
0,01
[%]
Toerennauwkeurigheid (% of nominale snelheid) Page3
Notities:
Page 3
Elektrische aandrijftechniek Frequentieregelaars krijgen steeds meer functionaliteit, waar nodig worden hardware of software opties toegevoegd : • Groot werkgebied qua dynamiek • meerdere regelprincipes mogelijk • optionele encoder aansluiting • Groot werkgebied qua functionaliteit • eenvoudige PLC functionaliteit • uitvoeringen voor : •HVAC •Water •Automation
Page4
Notities:
Page 4
Toerenregeling
[Sec.]
Respons tijd
0,001
"Dynamisch"
Optimaal regelprincipe in FC Servo
0,010
Flux Vector (open loop)
0,100
Space Vector
"Statisch"
Basic Scalar
10
Nadruk van deze basiscursus : relatief eenvoudige aandrijvingen
Scalar with compensations
1
Flux Vector (closed loop)
0,1
0,01
[%]
Toerennauwkeurigheid (% of nominale snelheid) Page5
Notities:
Page 5
Asynchrone Motoren (gestuurd door een Frequency Converter)
Notities:
Page 1
Elektromotoren Frequentieomvormers worden gebruikt met asynchrone kortsluitanker draaistroommotoren Danfoss FC 300 kan ook gebruikt worden met synchrone motoren. In deze cursus worden alleen asynchrone motoren behandeld
Page 2
Notities:
Page 2
„Squirrel cage rotor“
Page 3
Notities:
Page 3
Starten van AC Motor / Stroomverloop I/IN 800 [%] 700
Starten van een asynchrone motor op:
600 1
500 400 300
3
200
2
100
1:
Direct On Line (DOL)
2:
Ster/Driehoek starter
3:
Softstarter
4:
Frequency Converter
4
0 0
12,5
25
37,5
50 Hz fRotor
(in een "variable torque" toepassing)
Page 4
Notities:
Page 4
Equivalent Circuit Diagram of Motor (1 Phase) L1
L1
L2
IS IR B L3
IS
IR
IS
RS
XS
L1
XR
RR/s I R
IΦ RS
RR U1
XS
Uq
Xh
RFe
XR B Page 5
Notities:
Page 5
Vereenvoudigd Equivalent Circuit Diagram (Asynchrone Motor) Rotor
Stator R1
I1
X1
X2
I2
Load
IΦ Uq
U1
R2
Xh Airgap RFe
1-s • R2 s
I1:
Motor stroom
R1; R2 :
Stator-; Rotor weerstand (koperverliezen)
Iϕ :
Magnetiserings stroom
RFe
:
IJzerverliezen
I2 :
Actieve stroom
X1 ; X2
:
Stator-; Rotor lek reactantie (inductive)
s:
Slip Page 6
Notities:
Page 6
Vermogen / koppel
Koppel : kracht x arm T=F•r
Mechanisch vermogen:
Koppel : Motor
Cat. No.
3~
50Hz IEC 34-1 No. 15 kW 1455 r/min. CI . F cos = 0.90 400 V 230 V 27.5 A 48.7 A IP 54
P =
T =
T•n 9550
9550 • P n
[kW]
[Nm]
kg
Page 7
Notities:
Page 7
Vermogen / koppel Koppeltoerenkromme
Constant koppel, b.v. kraan of transportband
T Variabel koppel, kwadratisch koppel b.v. ventilator of centrifugaalpomp
n Lineair koppel, b.v. compressoren
De koppeltoerenkromme laat zien hoe het belastingskoppel varieert met het toerental. Versnelling en vertraging wordt niet meegenomen Deze curve is van belang voor zowel motor als frequentieomvormer
Page 8
Notities:
Page 8
Vermogen / koppel invloed Koppel : kracht x arm T = F • r
T•n 9550
P =
Vermogen
[kW]
Const.
Koppel
Motor
Cat. No.
3~
50Hz IEC 34-1 No. 15 kW 1455 r/min. CI . F cos = 0.90 400 V 230 V 27.5 A 48.7 A IP 54
kg
U•I
T =
T~ VS - Inverter
9550 • P [Nm] n f
U•I f
T ~ Φ•I
CS - Inverter
[Nm]
Mag. Flux in motor VS : voltage source, CS : current source (old)
Page 9
Notities:
Page 9
U/f karakteristieken T 400V/50Hz
0%
25%
50%
75%
100%
n
Koppel karakteristiek van een standaard kortsluitanker draaistroommotor in netbedrijf (Direct On Line) Het verschil tussen draaiveldtoerental en rotortoerental is de slip, meestal ca. 15-150 rpm, afhankelijk van het motorontwerp Page 10
Notities:
Page 10
U/f karakteristieken 100V/12,5Hz M
300V/37,5Hz
U
200V/25Hz 400V/50Hz
400 V
8
V Hz f
n 0%
25%
50%
75%
100%
50 Hz
Karakteristiek van de asynchrone motor met variabele spanning en frequentie De frequentieomvormer verschuift de koppel naar links en rechts De slip blijft hierbij telkens ongeveer gelijk
Page 11
Notities:
Page 11
Low speed situatie Spanningsval moet gecompenseerd worden bij lage toerentallen en start !
27,5 V
R1
I1
X1
X2
I2
R2
1Ω Ω 27,5 A
U1
IΦ Uq
f1 = 50 Hz
U1 = 400 V
1-s • R2 s
Xh
I1 = 27,5 A
Motor
Toerentalverlaging tot ongeveer 10 % van f1 (constant load)
f1´= 5 Hz
U1´= 40 V
I1´= I1 = 27,5 A
Cat. No.
3~
50Hz IEC 34-1 No. 15 kW 1455 r/min. CI . F cos = 0.90 400 V 230 V 27.5 A 48.7 A IP 54
kg
Page 13
Notities:
Page 13
Compensatie bij Start en lage toerentallen U [V] •• U/f U/f karakteristiek karakteristiek moet moet aangepast aangepast worden worden bij bij lage lage toerentallen toerentallen of of start start
400 V
•• Aanpassing Aanpassing geschiedt geschiedt via via parameters parameters in in de de FC FC •• FC FC heeft heeft een een voor-instelling voor-instelling gebaseerd gebaseerd op op motor motor data. data. Fine-tuning Fine-tuning is is mogelijk mogelijk voor voor aanpassing aanpassing aan aan applicatie-eisen applicatie-eisen •• Dit Dit geldt geldt voor voor alle alle spanningsbron spanningsbron frequentieomvormers frequentieomvormers
50 Hz
f [Hz]
Compensatie bij Start en lage toerentallen Page 14
Notities:
Page 14
Compensaties in de hele speed range Werkelijke U/f - karakteristieken
UMotor 800
[Hz]
Onbelast
400 Belastingscompensatie
230 Spanningsaanpassing f [Hz] 50
100
nN
2nN
Werkelijke T/n - karakteristiekenT [Nm]
100%
50%
n [1/min] Page 15
Notities:
Page 15
Enkele basisfuncties van de frequentieomvormer • Optimale magnetisering van de motor - Compensatie bij start; compensatie voor belastingwisseling - Slip compensatie / Vector control voor grote dynamiek • Speed control en torque control (toeren- of koppelregeling) - U/f-ratio karakteristiek - Analoge-/digitale referentie verwerking - Start-/Stop • Foutdetectie tijdens bedrijf - Detectie van fouten zoals aardlek, kortsluiting, over- of onderspanning, etc. • Andere functies - Open en closed loop (PID) regeling van systemen - Synchronisatie, Positionering, koppelbegrenzing - Seriële communicatie interface (Field bus) zoals Profibus, etc. - PLC Functionaliteit Page 16
Notities:
Page 16
Vermogen / koppel invloed
Par. 1-23
Motor
3~
50Hz IEC 34-1 No. 15 kW 1455 r/min. CI . F cos = 0.90 400 V 230 V 27.5 A 48.7 A
Cat. No.
Par. 1-20
Par. 1-25
Par. 1-22
IP 54
kg
Par. 1-24
Motornaamplaat gegevens worden overgenomen in de frequentieregelaar (In dit geval is de voedingsspanning 400V) Spanning en stroom kiezen op basis van daadwerkelijke ster/driehoek aansluiting Page 18
Notities:
Page 18
Hardware opbouw van frequentieregelaars
Notities:
Page 1
Algemeen : soorten frequentieomvormers Frequentieomvormer
Directe Directe
Converter Converter met met
Converter Converter
tussenkring tussenkring
Variabele Variabele tussenkring tussenkring spanning spanning
CSI CSI
Constante Constante tussenkring tussenkring spanning spanning
PAM PAM
PWM PWM
Current Source Inverter (CSI)
Voltage Source Inverter (VSI)
Stroombron omvormer
Spanningsbron omvormer Page2
Notities:
Page 2
Basis principe: FC met tussenkring
L1 L2 L3
~ ~ ~
Gelijkrichter
Tussenkring
Inverter Wisselrichter
Besturing
Page4
Notities:
Page 4
Basis principe: FC met tussenkring 2
1
3 4
6 5 7 M
8
1 2 3 4 5 6 7 8
: : : : : : : :
voedingsspanning gelijkrichter (diodebrug) tussenkring dc spoelen tussenkringcondensator inverter (wisselrichter) motor besturing
Kanal 1
Kanal 2
Kanal 1: 2V x 200 Phase R/T Kanal 2: 5V x 100 Phase S/Erde
Zeit div. 5mS
Motor spanning Page5
Notities:
Page 5
Hardware: Overzicht
Netspanning 1
2
3 4
6 5
7 M
8
Voedingsspanning (input) • FC’s zijn ontworpen voor specifieke spanningsbereiken • 3-fase drives moeten niet op 1-fase voeding worden aangesloten • Voedingssymmetrie is essentieel. Dit wordt bepaald via stroomrimpel in de tussenkring of direct gemeten • Specificatie van soort voeding (b.v. IT-net) in acht nemen
Page9
Notities:
Page 9
Hardware: Overzicht
Gelijkrichter 1
3
2 4
6 5
7 M
8
Gelijkrichter • In FC’s van laag vermogen worden diode gelijkrichters (B2 en B6) gebruikt • Halfgestuurde gelijkrichters worden gebruikt voor hogere vermogens • Om harmonischen te reduceren kunnen B12 & B18 gelijkrichterbruggen worden gebruikt
Page10
Notities:
Page 10
Hogere harmonischen Stroomopname B2 gelijkrichter met afvlakkingscondensator % 100 80
L1 L2
60 40
Stroom Spanning
20 0 1
Basisschakeling
Stroomopname
3
5
7
9
11
13 n
Theoretische componenten van harmonics
B6 gelijkrichter met afvlakkingscondensator % 100
L1 L2 L3
80 60
Stroom Spanning
40 20 0 1
Basisschakeling
Stroomopname
3
5
7
9
11
13 n
Theoretische componenten van harmonics Page11
Notities:
Page 11
Hardware: Overzicht
Tussenkring 1
2
6
3 4
5
7 M
8
Tussenkring • Opbouw is afhankelijk van het type FC (CSI of VSI) en fabrikant • Meest gebruikt tegenwoordig •
VSI
•
met PWM
•
en V/f besturing
Page12
Notities:
Page 12
Hardware: Overzicht
Tussenkringspoelen 1
2
3
6 5
4
7 M
8
DC spoelen in de tussenkring • Beperking van hogere harmonischen maakt het mogelijk om voedingskabels met kleinere doorsnede te gebruiken (Als alternatief kunnen AC spoelen worden gebruikt) • Beschermt de FC tegen transienten uit het net • Beperkt stroomrimpel (na de gelijkrichter)
Page13
Notities:
Page 13
Hardware: Overzicht
Tussenkring condensatoren 1
2
3 4
6
5
7 M
8
Tussenkring condensatoren • Vlakt de DC tussenkringspanning af • Buffer bij netonderbreking • Energie opslag voor belastingsschommelingen • Vooral electrolytische condensatoren worden gebruikt vanwege hun hoge energiedichtheid
Page14
Notities:
Page 14
Hardware: Overview
Opladen van de condensatoren
Stroom Spanning
Opladen van een condensator
Vereenvoudigd laadcircuit
Oplaadcircuit • Condensatoren worden belast door de stroompieken bij inschakelen voedingsspanning • Piek kan beperkt worden door een weerstand (PTC or NTC) • Wanneer de condensatoren voldoende zijn opgeladen wordt de weerstand overbrugd met behulp van een relais • In high power FC’s wordt de halfgestuurde gelijkrichter meestal gebruikt voor het opladen van de condensatoren Page15
Notities:
Page 15
Hardware: Overzicht
Inverter 1
2
3 4
6 5
7 M
8
Inverter • Omzetting van DC naar 3 fase AC met variabele spanning en frequentie • Meest gebruikte principe is PWM (Pulse Width Modulation, pulsbreedte modulatie) • Fabrikanten hebben eigen regelstrategieën ontwikkeld rond de PWM •
(b.v. VVC, VVC+, Flux…)
• Tot de jaren 90 werd voornamelijk PAM (Pulse Amplitude Modulation) gebruikt
Page16
Notities:
Page 16
Hardware: Overzicht
Output 1
2
3 4
6 5
7 M
8
Output
Kanal 1
• Variabele AC spanning met variabele frequentie van 0 (0.2) Hz tot 650 (1000) Hz • Bij 0 – 100 % of the mains voltage supply Kanal 2
• Frequentie nauwkeurigheid en motorkabellengte zijn indicatoren voor de prestaties van een FC Kanal 1: 2V x 200 Phase R/T Kanal 2: 5V x 100 Phase S/Erde
Zeit div. 5mS
Motor spanning Page17
Notities:
Page 17
Hardware: Overzicht
Besturing 1
2
3 4
6 5
7 M
8
Besturing • Coordineert en bestuurt functies van alle componenten • Prestatie van de motorregeling hangt af van de gebruikte componenten (b.v. micro processors, opnemers, etc.)
Page18
Notities:
Page 18
Hardware: Overzicht
Ingangsfilter 1
2
3 4
AC spoel
6 5
7 M
EMC
8
Ingangsfilter • EMC Filter reductie van EMC verstoringen • AC spoel (choke) voor reductie van harmonischen • AC spoel (THD < 40%) is een alternatief voor DC spoelen • Verhoogde filtering (THD < 10%) zijn beschikbaar als passieve (goedkoper maar zwaar) en actieve (Active Front-End: kostbaarder) opties • THD: Total Harmonic Distortion Page19
Notities:
Page 19
Hardware: Overzicht
Uitgangsfilter 1
2
3 4
6 5
7 Filter
M
8
Uitgangsfilter • LC- of Sinus filter omzetting van de uitgangsspaning van de FC naar sinusvormige uitgangsspanning voor reductie van de verstoring tussen FC en motor
• dU/dt filter reduceert de flanksteilheid van de uitgangsspanning (veroorzaakt door de schakelende IGBT) om de isolatie van de motorwikkelingen te beschermen (goedkoper dan een sinus filter)
• Uitgangsspoelen (ook wel motorspoelen genoemd) vroeger gebruikt om o.a. de IGBTs te beschermen. Recente ontwikkelingen in IGBT bescherming hebben dit overbodig gemaakt. Deze spoelen worden in high power FC’s nog toegepast
Page20
Notities:
Page 20
Hardware: Overzicht
Brake chopper (Remchopper) 1
2
3 4
6 5
7 M
8
R
Brake chopper • Wanneer de tussenkringspanning een bepaalde waarde overschrijdt schakelt de remchopper de overtollige spanning naar een extern aangesloten remweerstand (brake resistor). • Door de diodebrug kan overtollige energie niet aan het net worden teruggeleverd • Remchopper kunnen soms achteraf geïnstalleerd worden. In de low power range moet de remchopper tijdens produktie gemonteerd worden. • Het gebruik van een brake chopper is afhankelijk van de hoeveelheid energie die wordt gegenereerd door systeem massatraagheid en terugkomt naar de FC Page21
Notities:
Page 21
Opbouw FC 302
Voedingspanning:
200 - 240 V ±10%, 50/60 Hz 380 - 500 V ±10%, 50/60 Hz 525 - 600 V ±10%, 50/60 Hz
Uitgangsfrequentie:
0 - 1000 Hz ± 0,003 Hz
Afgeschermde kabel: Niet afgeschermde Kabel:
max. 150 m max. 300 m Page22
Notities:
Page 22
Aansluiten bekabeling en EMC
Notities:
Page 1
Mechanische installatie Elektrische installatie
Page2
Notities:
Page 2
Mechanische installatie
Page3
Notities:
Page 3
EMC, welke klasse is van toepassing?
Generic IEC 22 WG4
Residential, commercial and light industry. Restricted use Class B Class A
Residential, commercial and light industry. UN-restricted use Class B Class B
Industry
Industry
Restricted use Class A-1 Class A-2 1)
UN-Restricted use Class A-1 Class A-1 1)
Page4
Notities:
Page 4
EMC grenswaarden Frequentie band in MHz
0.15 - 0.50 0.50 - 5 5-30
Class A group 2 Industry Gemiddeld 90 dB(uV) 76 dB(uV) 1) 80-60 dB(uV)
Class A group 1 Industry Gemiddeld 66 dB(uV) 60 dB(uV) 60 dB(uV)
Class B group 1 Domestic / huishoudelijk Gemiddeld 1) 56-46 dB(uV) 46 dB(uV) 50 dB(uV)
Page5
Notities:
Page 5
2
Lekstromen op de motorkabel
Voeding
VLT
Z
L1
Z
L2
V
Z
L3
W
ZP E
PE
Afgeschermde motorkabel
Motor
U I1
Cs I2 I3
PE
Cs
S c re e n
Cs Cs
I4
I4
Aarde
Page6
Notities:
Page 6
EMC correct aansluitvoorbeeld
Page7
Notities:
Page 7
Impedantie van een geleider bij hoge frequenties
Frequency Impedance of 1cm cable Impedance of 5cm cable Impedance of 20cm cable
10KHz 0,6 mΩ
100KHz 6,28 mΩ
1MHz 62,8 mΩ
100MHz 6,28 Ω
1GHz 62,8 Ω
310mΩ
10MHz 628 mΩ 3,1 Ω
3,1 mΩ
31 mΩ
31 Ω
310 Ω
12,5 mΩ
125 mΩ
1,25 Ω
12,5 Ω
125 Ω
1,25 KΩ
Page8
Notities:
Page 8
Aarding van afgeschermde besturingskabels Besturingskabels en seriële bekabeling moet normaal gesproken aan beide kanten geaard worden Oops! Scherm niet afwerken met een pigtail Trouble shooting: Aard potentiaal tussen PLC en VLT: - Gebruik een vereffeningskabel of zorg ervoor dat de units aan elkaar geschroefd zijn 50/60 Hz aardlus: - Aard één uiteinde met 100 nF condensator met korte verbindingen Alleen voor kabels voor seriële communicatie: - Gebruik afgeschermd twisted pair cable. Mogelijke vereffenigsstromen tussen twee VLT drives: - Verbind één uiteinde van het scherm aan terminal 61. (RC link). Page9
Notities:
Page 9
Maak geen pig-tails bij contactors, schakelaars etc.
Back plate in paneel
Danfoss
Afgeschermde motorkabel
OOPS ! Pig-tail bij contactor, safety switch etc.
Page10
Notities:
Page 10
Aarding van afscherming bij contactors, switches etc.
Back plate in paneel Kabel clamps
Afgeschermde motorkabel Danfoss
I Screen
I Screen I Screen
I
Sc re en
Goede aarding in het paneel
Page11
Notities:
Page 11
Impedantie van afscherming en pig-tails 1000
Impedance in OHM
100
Typical braided copper screen cable Screen impedance 150m Screen impedance 50m Screen impedance 10m
10
5cm pigtail 1
20cm pigtail EMC-cable gland w/ screen grounding
0,1
0,01 1
10
100
1000
10000
100000
Frequency in KHz
Page12
Notities:
Page 12
Het effect van pigtails
Emissie, afgeschermde motor kabel
OOPS ! Het afschermend effect van de kabel is gereduceerd door pig-tail aarding (transfer impedantie)
Average 66 dB/uV Average 60 dB/uV Average 56 dB/uV Average 50 dB/uV Average 46 dB/uV
EN 55011 Class A1 EN 55011 Class B1
GOOD ! Schermaarding door cable clamp
150 kHz
500 kHz
5 MHz
30 MHz
Door kabel geleide storing Cable conducted noise Page13
Notities:
Page 13
Aanbevolen kabels voor correcte EMC
Aluminium foil with copper drain wire
Twisted copper wires or steel wire armoured cable
Single layer braided copper wire - with various percentages of screen coverage Dual layer braided copper wire Dual layer braided copper wire with high permeable middle layer Cable runs in ridgid copper or steel conduit Lead cable with 1.1 mm wall thickness - full coverage
Page14
Notities:
Page 14
Elektrische installatie, motorkabel (voorbeeld)
frames A1, A2 en A3
Page15
Notities:
Page 15
Elektrische installatie, netkabel (voorbeeld) frames A1, A2 en A3
Page16
Notities:
Page 16
Elektrische installatie relaisaansluitingen
Page17
Notities:
Page 17
Opbouw en Functies (I/O)
Notities:
1
Modulaire opbouw Optie A -Profibus -Devicenet Vermogensdeel
Optie B -relais -I/O
Stuurkaart
LCP -101 -102
Optie D - 24 volt back-up
Optie C -synchroon -PLC 2
Notities:
2
Opbouw stuurkaart
Optie A - Buscommunicatie Display aansluiting
Status LED`s
Busafsluiting RS-485
Optie B - I/O module, Relais, Optie C -Vrijprogrammerbaar Analoge ingang 53&54 -Spanning of Stroom selectie
RS-485 USB
Digitale in- en uitgang -PNP of NPN, 27 in of uit
Optie D -24 volt 6
Notities:
6
Opbouw stuurklemmen voor alle groottes
7
Notities:
7
Opbouw stuurklemmen voor alle groottes
8
Notities:
8
Veerklemmen stuurkaart Montage
Contactvlak
Demontage
9-10 mm
0,2 – 1,5 mm2 (AWG 24-16)
Star
Flexibel
Verzinkt *)
0,2 – 1 mm2
0,2 – 0,75 mm2
Aderhulsen zonder kraag*)
Aderhulsen met Kraag*)
aanbevolen:kwadratische krimpverbinding
9
Notities:
9
Aansluiting stuurkaart
P. 5-00 ingangslogica = PNP of NPN P. 5-01 Functie klem 27 = in- of –uitgang P. 5-02 Functie klem 29 = in- of uitgang
10
Notities:
10
DIP-switch
11
Notities:
11
Parameter Digitale Ingangen Zie handleiding voor totaal overzicht zie functies Klem Nr. Parameter Funktie
*=fabrieksinstelling
18
19
27
29**
32
33
5-10
5-11
5-12
5-13
5-14
5-15
** = allenFC 302
[ ] = Wert über serielle Schnittstelle
Niet inbedrijf
[0]
[0]
[0]
[0]
[0]*
[0]*
Reset
[1]
[1]
[1]
[1]
[1]
[1]
Vrijloop (inverse)
[2]
[2]
[2]*
[2]
[2]
[2]
Vrijloop en Reset (inverse)
[3]
[3]
[3]
[3]
[3]
[3]
Snelle stop (inverse)
[4]
[4]
[4]
[4]
[4]
[4]
DC rem (invers)
[5]
[5]
[5]
[5]
[5]
[5]
Stop (inverse)
[6]
[6]
[6]
[6]
[6]
[6]
Start
[8]*
[8]
[8]
[8]
[8]
[8]
Puls-Start
[9]
[9]
[9]
[9]
[9]
[9]
Omkeren
[10]
[10]*
[10]
[10]
[10]
[10]
Start + Omkeren
[11]
[11]
[11]
[11]
[11]
[11]
Start alleen rechts
[12]
[12]
[12]
[12]
[12]
[12]
Start allen links
[13]
[13]
[13]
[13]
[13]
[13]
JOG
[14]
[14]
[14]
[14]*
[14]
[14]
•••
•••
•••
•••
•••
•••
••• Reset teller B
[65]
[65]
[65]
[65]
[65]
[65] 12
Notities:
12
Gewenste- en gemetenwaarde Zie handleiding voor toekennen funkties analoge en puls ingangen Klem Nr. Funktie
Geen *= Fabrieksinstelling
29**
** = alleen FC 302
33
53
54
[ ] = Waarde via serielle
Par. 3-15 Referentiebron 1
[0]
[7]
[8]
[1] *
[2]
Par. 3-16 Referentiebron 2
[0]
[7]
[8]
[1]
[2]
Par. 3-17 Referentiebron 3
[0]
[7]
[8]
[1]
[2]
Par. 3-18 Relatieve schaling
[0]*
[7]
[8]
[1]
[2]
Par. 7-20 PID-Proces Gewenstewaarde 1
[0]*
[3]
[4]
[1]
[2]
Par. 7-22 PID-Proces Gewenstewaarde 2
[0]*
[3]
[4]
[1]
[2]
33
53
54
Motorthermistor Klemmen Nr. Funktie
Geen
*=Fabrieksinstelling
Par. 1-93 Thermistor
18
19
** = allen FC 302 [0]*
[3]
[4]
32
[ ] = Wert über serielle Schnittstelle [5]
[6]
[1]
[2]
Ingang motorthermistor is afhankelijk van de geselecteerde motorbeveiligingssensor (PTC of ‘klixon‘ NC-schakelaar)
13
Notities:
13
Motion Control Tool MCT-10
Notities:
Page 1
PC Software Tool VLT® Motion Control Tool MCT 10 •
Eén PC tool voor alle taken
•
"Explorer" view
•
Opties programmeren
•
On- and offline commission
•
Oscilloscoop functie
•
Aansluiten met standaard USB kabel
Te downloaden vanaf : •
www.danfoss.nl
Page2
Notities:
Page 2
Programmeer- en MCT 10 training ® VLT Trainers: Lei Gommers en Jan de Wit Inhoud: 1. Inleiding MCT 10 Software 2. Bediening lokaal en extern - kopieren van instellingen en instellen lokale frequentie - jogfrequentie instellen en omkeren draairichting - bediening d.m.v. potentiomter, omkeer, strart/stop, vrijloop - instellen maximale frequentie - speed up/speed down en running melding - vaste snelheden (ref 1 t/m 4)
3. Parametergroepen - bediening display - motor - remmen - referentie & ramps - begrenzingen - digitaal in/uit - analoog in/uit - regelaars - speciale functies - gegevens omvormer - data-uitlezingen
4. MCT-10 scope en log functies - foutzoeken en trending 5. Alarmeringen & Storingen - Storingzoeken & Analyseren - Foutmeldingen & Waarschuwingen - Bijzondere functies
Motion Control Tool MCT-10 Installatie en parameter handling
Notities:
Page 1
PC Software Tool VLT® Motion Control Tool MCT 10 •
Multifunctioneel programma voor Danfoss Drives –
Inbedrijfstelling
–
Onderhoud
Twee versies •
Basis versie
•
Geavanceerde versie
•
Basisversie gratis te downloaden vanaf :
•
www.danfoss.nl
•
www.vlt-software.com
Page2
Notities:
Page 2
Verschillen MCT-10 versies
Page3
Notities:
Page 3
MCT-10 overzicht • Offline voorbereiden van inbedrijfstelling • Online inbedrijfstelling • Lezen en schrijven van parameters • Hulpmiddel bij onderhoud • Printen parameterlijst • Hulpmiddel bij vervanging van drives • Uitlezen alarm en foutlijsten • Oscilloscoop functie voor tuning en foutzoeken • Communicatie via diverse netwerken mogelijk (o.a. Profibus DP V1 Master class 2 connection) • Backup van parameters via netwerk
Page4
Notities:
Page 4
MCT-10 overzicht VLT® Motion Control Tool MCT 10 • Project gebaseerd • Export functionaliteit naar Windows programma's MCT 10 ondersteunt : • VLT 2800, VLT 4000, VLT 5000, VLT 6000, VLT 8000 • FCD 300, FC 100, FC200, FC 300 en FCM 300
Page5
Notities:
Page 5
MCT-10 installatie • Installatie volgens Window standaard • Taal instelbaar op Engels, Duits, Frans, Deens, Spaans, Italiaans • • • •
Pentium PIII 350 MHz of beter 256 MB RAM of beter CD-ROM drive 200 MB op harddisk
• Windows 2000, SP 3 of hoger • Windows XP • voor gebruik met Siemens Profibus CP cards : XP Professional
Page6
Notities:
Page 6
MCT-10 scherm • Links : Tree view, rechts : Detail informatie
Page7
Notities:
Page 7
MCT-10 scherm • Network : online drives • Project : offline drives
Page8
Notities:
Page 8
MCT-10 • Onder een project kunnen folders worden ingevoegd om een machine in logische machine-delen te verdelen
(Rechtsklikken op een project)
Page9
Notities:
Page 9
MCT-10
Alternatief : Invoegen vanaf de toolbar
Page10
Notities:
Page 10
MCT-10
Page11
Notities:
Page 11
MCT-10 Communicatie met de VLT : • USB poort op de drive (Windows plug and play) • Seriële poort op de drive (extra systeemfunctionaliteit) Afhankelijk van geïnstalleerde opties op drives : • Profibus (Master Class 2) • Ethernet
Page12
Notities:
Page 12
MCT-10 RS-485 communicatie moet ingesteld worden op baudrate, pariteit enz.
Page13
Notities:
Page 13
MCT-10 Via Profibus of ethernet
Page14
Notities:
Page 14
MCT-10 Invoegen van een drive in een project : (rechtsklikken op project of kiezen vanaf werkbalk)
Binnen één project kunnen meerdere parameter folders gemaakt worden om een machine logisch op te delen Page15
Notities:
Page 15
MCT-10 Display opties in MCT-10: Iconen (groot/klein) lijst of details
Display opties kunnen selectief worden toegepast (subfolders, dit project of hele programma)
Page16
Notities:
Page 16
MCT-10 Parameter filtering : - Alleen bepaalde groepen (selectie in left view) - Weergave van setups (kolommen verbergen) - Door parameter filter
Page17
Notities:
Page 17
MCT-10 Parameters wijzigen : - Parameters met grijze achtergrond kunnen niet gewijzigd worden - Wijzigingen met dialoog of in-line Vergelijken van parameters : - Offline binnen het project - Tussen een offline drive en een online drive
Page18
Notities:
Page 18
MCT-10 Nieuwe drive software versies (parameters) kunnen gedownload worden van internet of worden binnengehaald van een operationele drive in het netwerk met de functie "download drive info"
Wanneer parameters in hoofdletters worden getoond zijn de setups niet gekoppeld. De parameters moeten dan een extra keer worden geschreven en gelezen
Page19
Notities:
Page 19
MCT-10 Lezen / schrijven van parameters is mogelijk per : - Enkele parameter - Groep parameters - Hele drive Extra settings zijn mogelijk voor lezen en schrijven
Page20
Notities:
Page 20
MCT-10 Compatibility check bij inlezen van parameters
Page21
Notities:
Page 21
MCT-10 Door polling laat de netwerk drive de actuele info zien in MCT-10
Page22
Notities:
Page 22
MCT-10 De network en project folders zijn niet gekoppeld - Network : drive in het veld - Project : informatie op harddisk Een drive uit het netwerk moet in een project gekopieerd worden Vervolgens kunnen de instellingen opgeslagen worden op de PC
Opslaan en openen kan per drive of voor een heel project
Page23
Notities:
Page 23
MCT-10 Printfunctie, alle parameters of geselecteerde groepen
Page24
Notities:
Page 24
MCT-10 • Hands-on : • Maak verbinding met de drive • Upload de instelling naar de PC en sla ze op in een project • Geef de set instellingen een naam
Page25
Notities:
Page 25
Praktijk basistraining Oefening 1. Bediening
Uitgangspunt : De frequentieomvormer is ingesteld met vier verschillende setups zoals aangegeven in het deksel
•Kopieer de instellingen naar het paneel •Selecteer setup 1 met behulp van de schakelaars •Start en stop de regelaar met het paneel •Start en stop de regelaar met de schakelaars •Welke meldingen verschijnen op het display?
•Selecteer setup 2 •Start en stop de regelaar met de digitale ingangen
•Lees de alarmlog uit en bepaal wanneer de alarmen hebben plaatsgevonden
Praktijk basistraining Oefening 1. Snelle setup Kopieer de instellingen naar het LCP102 paneel 91
92
93
95
L1
L2
L3
PE
12
Kies “Quick Menu” en stel de VLT® Automationdrive in overeenkomstig de motorgegevens. Plaats van bedienen is hand (lokaal).
27 37
Stel lokale frequentie in op 210 Rpm
VLT® Automationdrive
U
V
W
PE
96
97
98
99
U kunt motor nu starten en stoppen met drukknoppen op de regelaar
Hoe moeten parameters worden ingesteld
Quick menu instellingen
Functie:
Quick Menu nummer
Parameter nummer
Instelling
Eenheid
Taal
0-01
Nederlands
Motorvermogen
1-20
0,12
kW
Motorspanning
1-22
230
V
Motorfrequentie
1-23
50
Hz
Motorstroom
1-24
0.77
A
Nominale motortoerental
1-25
1350
Tpm
Ingang klem 27
5-12
coast inverse
Minimum referentie
3-02
0
TPM
Maximum referentie
3-03
1500
TPM
Aanlooptijd 1
3-41
F*
sec.
Uitlooptijd 1
3-42
F*
sec.
Referentie plaats
3-13
hand/auto
Automatische motor adaptie
1-29
off
* F=Fabrieksinstellingen
VLT® Trainingen
Praktijk basistraining Oefening 2. Lokale bediening 91
92
93
95
L1
L2
L3
PE
Vervolg op oefening 1 Verander de instellingen dusdanig dat u met een jog frequentie van 20 Hz kan draaien en dat omkeren van draairichting mogelijk is.
12 27 37
VLT® Automationdrive
U
V
W
PE
96
97
98
99
Hoe moeten parameters worden ingesteld
Menu instellingen
Functie:
Quick Menu nummer
Parameter nummer
Instelling
Uitgangsfrequntie bereik
nvt
4-10
Both Direction
Jog-frequentie
nvt
3-11
20
* F=Fabrieksinstellingen
VLT® Trainingen
Eenheid
Hz
Praktijk basistraining Oefening 3. Externe bediening 91
92
93
95
L1
L2
L3
PE
Stel VLT® Automationdrive in op externe bediening, sluit als referentie een potentiometer aan (klem 53) als ook schakelaar voor start/stop, omkeer en vrijloop
12 37 Vrijloop
VLT® Automationdrive
18 19
start omkeren
50 Potentie meter
53 55 U
V
W
PE
96
97
98
99
Hoe moeten parameters worden ingesteld
Menu instellingen*
Functie:
Quick Menu nummer
Parameter nummer
Instelling
nvt
4-10
Both Direction
5-12
No operation
Uitgangsfrequentie bereik Ingangsklem 27**
* Dit zijn aanpassingen t.o.v. fabrieksinstellingen ** Kan klem ook aansluiten op 24 V voeding
VLT® Trainingen
Eenheid
Praktijk basistraining Oefening 4. Externe bediening Vervolg op oefening 3. 91
92
93
95
L1
L2
L3
PE
Verander de maximale snelheid naar 75 Hz 12 37 Vrijloop
VLT® Automationdrive
18 19
start omkeren
50 Potentie meter
53 55 U
V
W
PE
96
97
98
99
Hoe moeten parameters worden ingesteld
Menu instellingen*
Quick Menu nummer
Parameter nummer
Instelling
nvt
4-10
Both Direction
Ingangsklem 27**
5-12
No operation
Maximale referentie
3-03
75
Motorspeed high limit
4-13
Afh. van motor
RPM
Terminal 52 high ref/feedback
6-15
75
Hz
Functie: Uitgangsfrequentie bereik
* Dit zijn aanpassingen t.o.v. fabrieksinstellingen ** Kan klem ook aansluiten op 24 V voeding
VLT® Trainingen
Eenheid
Hz
Praktijk basistraining
91
92
93
95
L1
L2
L3
PE
Oefening 5. Externe Bediening Referentie instellen dmv: Speed up en Speed down (motor pot.meter)
12 27 Vrijloop
VLT® Automationdrive
18 19 29
start
Relais uitgang: running melding
omkeren ref vasthouden snelheid omhoog
32
snelheid omlaag
33
U
V
W
PE
96
97
98
99
Hoe moeten parameters worden ingesteld
Menu instellingen*
Functie:
Quick Menu nummer
Parameter nummer
Instelling
Eenheid
Uitgangsfrequentie bereik
nvt
4-10
Both Direction
Uitgangsfrequentie hoge begrenzing
nvt
4-14
75
Hz
Maximumreferentie
nvt
3-03
75
Hz
Digipot increase klem 32
nvt
5-14
Digipot increase
Digipot decrease klem 33
nvt
5-15
Digipot decrease
* Dit zijn aanpassingen t.o.v. fabrieksinstellingen ** Minimaal langer dan aanloop 1 en uitloop 1
VLT® Trainingen
Praktijk basistraining Oefening 6 Externe Bediening 91
92
93
95
L1
L2
L3
PE
12 37 Vrijloop
VLT® Automationdrive
18 19
start omkeren
Digitale referentie keuze aan
29
Digitale referentie keuze, lsb
32
Digitale referentie keuze, msb
33
U
V
W
PE
96
97
98
99
Referentie instellen dmv vaste snelheden: Ref 1: 15 Hz Ref 2: 30 Hz Ref 3: 45 Hz Ref 4: 60 Hz
Hoe moeten parameters worden ingesteld
Menu instellingen*
Functie:
Quick Menu nummer
Parameter nummer
Instelling
Digitale referentie keuze, aan
nvt
5-13
Preset ref. on
Digitale referentie keuze, lsb
nvt
5-14
Preset ref. ref bit 0
Digitale referentie keuze, msb
nvt
5-15
Preset ref. ref bit 1
Uitgangsfrequntie bereik
nvt
4-10
Both Direction
Jog-frequentie
nvt
213
20
Hz
Minimunreferentie
nvt
3-02
0
Hz
Maximunreferentie
nvt
3-03
75
Hz
Referentiefunctie
nvt
3-04
External/preset
Digitale referentie 1
nvt
3-10.0
20
%
Digitale referentie 2
nvt
3-10.1
40
%
Digitale referentie 3
nvt
3-10.2
60
%
Digitale referentie 4
nvt
3-10.3
80
%
* Dit zijn aanpassingen t.o.v. fabrieksinstellingen
VLT® Trainingen
Eenheid
Parametergroep 0 Parametergroep 0 Bediening/Display Bediening/Display
Notities:
Page 1
Snelle setup als alternatief : Var 1.1 Var 1.2 Var 1.3 Snelmenu’s Quick Menu
Q1 Persoonlijk menu Q2 Snelle setup Q3 Gemaakte wijz. Q6 Logdata
Q2 Snelle setup Nr.
Functie
0-01 Taal 1-20 Motorvermogen 1-22 Motorspanning 1-23 Motorfrequentie 1-24 Motorstroom 1-25 Nom. Motorsnelheid 5-12 Klem 27 digitale ingang
1500 RPM Snelh. [RPM] 1500
OK 1(1)
3-02 Minimum referentie 3-03 Maximum referentie 3-41 Ramp 1aanlooptijd 3-42 Ramp 1uitlooptijd
-1500
3-13 Referentieplaats 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. Page2
Notities:
Page 2
0 Bediening/Display
Page3
Notities:
Page 3
0 Bediening/Display
De aanduiding Hz of tpm wordt op meerdere plaatsen gebruikt Een wijziging werkt door in andere parameters Page4
Notities:
Page 4
0 Bediening/Display
Page5
Notities:
Page 5
0 Bediening/Display
Multi setup: • Om van setups te kunnen veranderen tijdens bedrijf zonder de motor te moeten stoppen dienen setups “gelinked” te zijn! • vb. Door edit setup te veranderen naar bv. setup 2 dan te linken naar setup 1 worden parameters gesynchroniseerd. •Dit geldt voor parameters met “ changed during operation” False.
Page6
Notities:
Page 6
Display mode Status Var 1.1 Status
draairichting Actieve setup (edit setup)
Var 1.2 Var 1.3 Variabele 2 Variabele 3
Veilige stop [A68] Uit Extern Stand-by
Info
Info: Status
Aansturing (Uit / Auto / Handm.)
Referentie bron (Lokaal / Extern)
Bedrijfstoestand
Info
Variabele 1.1 Variabele 1.2 Variabele 1.3 Variabele 2 Variabele 3
(Stop / Aan-/Uitlopen, stand-by...) Page7
Notities:
Page 7
Beschikbare bedrijfsvariabelen (uitlezingen) Functie
Eenheid
Functie
Eenheid
Functie
Eenheid
Geen
-
Remvermogen
/s-1
Satus digitale uitgangen
Binär
Draaiuren
h
Bremvermogen
/2 min
Uitlezing Puls ingang 29
Hz
h
Urenteller Stuurwoord Referentie Referentie Statuswoord Hoofd referentie
Temperatuur Koellichaam
°C
Uitlezing Puls ingang 33
Hz
hex
Inverter Themperatuur
%
Puls uitgang 27
Hz
Eenheid
Type Nominaal stroom
A
Puls uitgang 29
Hz
%
Type Maximaal stroom
A
Bus Stuurwoord 1
Hex
SLC status
-
Busreferentie
Hex
Hex Eenheid
Temperatuur Stuurkaart
°C
Bus statuswoord
Vermogen
kW
Externe referentie
-
FC stuurwoord
Vermogen
Pk
Puls referentie
-
FC Busreferentie
V
Digi Pot referentie
-
Alarmwoord
Motorspanning Frequentie Motorstroom Koppel Toerental
Hz A Nm [TPM]
Status digitale ingangen
Bin
Instelling ingang 53
Tekst
Uitlezing analoge ingang 53
V of A
Instelling ingang 54
Tekst
Motor Thermistor
%
Uitlezing analoge ingang 54
V of A
Tussenkringspanning
V
Uitlezing analoge uitgang 42
mA
Hex Einheit % Hex
Waarschuwingswoord Extern Statuswoord
Bij het gebruik van opties kunnen er meerdere bedrijfsvariabelen beschikbaar zijn. Page8
Notities:
Page 8
0 Bediening/Display
Page9
Notities:
Page 9
0 Bediening/Display
• LCP toetsen kunnen ook via password (on)toegankelijk gemaakt worden.
Page10
Notities:
Page 10
0 Bediening/Display • Hands-on : • Kopieer de instellingen van de drive naar het LCP als backup • Maak setup 1 de actieve setup • Verander par. 002 naar rpm • Verander de weergegeven informatie op het LCP • Check de werking van de groep 0-40, welke instelling gaat u gebruiken? • Vul het persoonlijk parametermenu met 3 parameters naar keuze • Wat is het voordeel van deze mogelijkheid ? • Indien verbonden met een PC met MCT-10: • Sla de nieuwe instelling op in een folder in het project
Page11
Notities:
Page 11
Parametergroep 1 Belasting & Motor
Notities:
Page 1
Toerenregeling
[Sec.]
Respons tijd
0,001
"Dynamisch"
Optimaal regelprincipe in FC Servo
0,010
Flux Vector (open loop)
0,100
Als indicatie :
Machinebouw
Flux Vector (closed loop)
Extruder Blower
Space Vector
"Statisch"
Basic Scalar
10
Centrifugaal pomp Ventilator
Scalar with compensations
Ventilatoren parallel 1
0,1
0,01
[%]
Toerennauwkeurigheid (% of nominale snelheid) Page2
Notities:
Page 2
1 Belasting & Motor
Page3
Notities:
Page 3
1 Belasting & Motor Parallel aansluiten van motoren Aanbevolen regelprincipe : U/f
Page4
Notities:
Page 4
1 Belasting & Motor
Bij welke motorbesturingsprincipes is de PID snelheidsregeling actief :
Page5
Notities:
Page 5
Besturingsprincipe VVC+
Page6
Notities:
Page 6
Besturingsprincipe flux sensorvrij
Page7
Notities:
Page 7
Besturingsprincipe flux met terugkoppeling (closed-loop)
Page8
Notities:
Page 8
1 Belasting & Motor
Schema van snelheids PID regeling
Page9
Notities:
Page 9
1 Belasting & Motor
Voer een AMA uit (bij koude motor) voor automatische meting van de statorweerstand, reactantie enz. Dit is een aanvulling op de motornaamplaatgegevens, geen vervanging !
Page10
Notities:
Page 10
1 Belasting & Motor
Page11
Notities:
Page 11
1 Belasting & Motor • Hands-on : • Voer een volledige AMA uit. • De motor mag niet draaien, maar er loopt wel stroom! – Hoeveel ?
• Laat de motor ongeveer 25 Hz / 750 rpm draaien • Zet de motorspanning en motorstroom op het display • Verander de koppeltoeren karakteristiek (1-03), probeer de verschillende keuzes • Wat zijn de verschillen (spanning, stroom, anderszins ?)
Page12
Notities:
Page 12
Parametergroep 2 Remmen
Notities:
Page 1
2 Remmen
Page2
Notities:
Page 2
2 Remmen
Page3
Notities:
Page 3
2 Remmen • Hands-on : • Welke soorten remmen zijn mogelijk ? • Wanneer gebruik je welke mogelijkheid ?
Page4
Notities:
Page 4
Parametergroep 3 Referenties & Ramps
Notities:
Page 1
3 Referentie/ramps
Page2
Notities:
Page 2
3 Referentie/ramps
Page3
Notities:
Page 3
3 Referentie/ ramps
Page4
Notities:
Page 4
3 Referentie/ramps
Page5
Notities:
Page 5
3 Referentie/ramps
Page6
Notities:
Page 6
3 Referentie/ramps
Page7
Notities:
Page 7
3 Referentie/ramps • Hands-on : • Zet setup 1 terug vanuit het LCP • Programmeer de drie verschillende referentie behandelingen zoals hiervoor behandeld
Page8
Notities:
Page 8
Parametergroep 4 Begrenzingen & Waarschuwingen
Notities:
Page 1
4. Limieten/waarschuwingen
Page2
Notities:
Page 2
4. Limieten/waarschuwingen
Page3
Notities:
Page 3
4. Limieten/waarschuwingen • Hands-on : • Stel een waarschuwing in voor te lage stroom (4-50) b.v. 0,6 A • Hoe wordt de melding gepresenteerd ? • De motor mag niet tussen 600 en 800 rpm draaien vanwege resonanties in de machine. Hoe kan dit ingevuld worden ?
Page4
Notities:
Page 4
Parametergroep 5 Digitaal In / Uit
Notities:
Page 1
5. Digitaal In/Uit
Page2
Notities:
Page 2
5. Digitaal In/Uit
Page3
Notities:
Page 3
5. Digitaal In/Uit
In FC 302 beschikbaar : Safe Stop
Page4
Notities:
Page 4
5. Digitaal In/Uit • Hands-on : • Stel 4-53 in op b.v. 1000 tpm • Hoe kan deze melding op een relaisuitgang worden gezet ? • Voer de oplossing in en controleer de werking • Klem 27 wordt vaak gebruikt voor "vrijloop geïnverteerd"
Page5
Notities:
Page 5
Parametergroep 6 Analoog In / Uit
Notities:
Page 1
6. Analoog In/Uit
Page2
Notities:
Page 2
6. Analoog In/Uit
Page3
Notities:
Page 3
6. Analoog In/Uit
• Let op de eenheid : tpm of Hz
Page4
Notities:
Page 4
6. Analoog In/Uit • Hands-on : • Stel de "live zero" time-out functie in op analoge ingang 1 (klem 53) • Kies een actie voor "live zero" time-out (6-01) • Verhoog de "klem 53 spanning laag" naar b.v. 5 V (par 6-10) • Zet de actuele waarde van klem 53 op het display • Controleer de werking
Page5
Notities:
Page 5
Parametergroep 7 Regelaars
Notities:
Page 1
7. Regelaars
Page2
Notities:
Page 2
Parametergroep 14 Speciale functies
Notities:
Page 1
14. Speciale functies
Page2
Notities:
Page 2
14. Speciale functies
Hoge schakelfrequentie beïnvloedt de nominale uitgangsstroom vanwege hogere warmte-ontwikkeling
Page3
Notities:
Page 3
14. Speciale functies • Hands-on : • Verander de schakelfrequentie en noteer de verschillen • Voer een initialisatie uit met 14-22 – De initialisatie wordt uitgevoerd na spanningsafschakeling
Page4
Notities:
Page 4
Parametergroep 15 Gegevens omvormer
Notities:
Page 1
15. Gegevens omvormer
Page2
Notities:
Page 2
15. Gegevens omvormer
Page3
Notities:
Page 3
15. Gegevens omvormer
Page4
Notities:
Page 4
15. Gegevens omvormer • Hands-on : • Noteer de software versie • Ga na hoe een log geconfigureerd kan worden van ref% en toerental
Page5
Notities:
Page 5
Parametergroep 16 Data-uitlezingen
Notities:
Page 1
16. Gegevensuitlezingen
Page2
Notities:
Page 2
16. Gegevensuitlezingen
Page3
Notities:
Page 3
16. Gegevensuitlezingen
In één oogopslag de status van de digitale ingangen checken
Page4
Notities:
Page 4
16. Gegevensuitlezingen
De waarde van de analoge ingang checken zonder multimeter
Page5
Notities:
Page 5
16. Gegevensuitlezingen • Hands-on : • Lees 16-34 uit • Check de inhoud van 16-60 • Check de inhoud van 16-62
Page6
Notities:
Page 6
Motion Control Tool MCT-10 Foutzoeken en trending
Notities:
Page 1
Uitlezen alarms in MCT-10
Page2
Notities:
Page 2
Uitlezen van alarm log in MCT-10
De weergegeven datum/tijd is het moment van inlezen door MCT-10 Page3
Notities:
Page 3
Uitlezen van alarm log in MCT-10
Alarms en waarschuwingen kunnen automatisch worden opgeslagen in het project-file
Page4
Notities:
Page 4
MCT-10 scope functie
Voeg een "scope folder" in onder het project Page5
Notities:
Page 5
MCT-10 scope functie Channel types : •PC polling channel •Real Time Channel (in aantal typen FC30x)
Page6
Notities:
Page 6
MCT-10 scope functie
In real-time mode kan de log ook getriggerd worden door een bepaalde gebeurtenis.
De trigger wordt dan samengesteld in de groep 13 (van smart logic control)
Page7
Notities:
Page 7
MCT-10 scope functie
Start en stop van data-acquisitie
Start en stop van tracking (grafiekopbouw op het scherm)
Page8
Notities:
Page 8
MCT-10 scope functie
Settings voor de data-acquisitie : • Polling rate • Grootte data-buffer
Algemene settings voor de grafiek : • Sec/div (tijdsbasis) • Units/div (schaal van meetwaarde)
• Scope waardes kunnen worden geëxporteerd naar Excel voor verdere analyse
Page9
Notities:
Page 9
MCT-10 scope functie
Importeren van nieuwe firmware releases in MCT-10
Firmware files te downloaden vanaf www.danfoss.nl
Page10
Notities:
Page 10
MCT-10 scope functie • Hands-on : • Maak een scope met ref% en speed • Buffergrootte voldoende groot • Bekijk het effect van de aanlooptijd en de vorm van de aanloophelling (3-40)
Page11
Notities:
Page 11
Storingzoeken en analyseren
Notities:
Page 1
Foutmeldingen/waarschuwingen Systeem bescherming Beschermt de motor •
Thermische monitoring (ETR) / thermistor
•
Overbelasting op stroom en koppel
Beschermt de drive • Motorkortsluiting • Schakelen in het net en de motor • Aardingsfout in de motor •
Kortsluiting op de I/O
Page2
Notities:
Page 2
Bijzondere functies
"Ride-through" functions • • • • • •
Overspanningsregeling Onderspanningsregeling Stroomlimietregeling Koppellimietregeling Kinetische backup Gestuurd afregelen
Page3
Notities:
Page 3
Foutmeldingen/waarschuwingen De volgende soorten meldingen komen voor : •Waarschuwing •Alarm/uitschakeling •Alarm/uitschakeling + blokkering De meldingen kunnen ook worden uitgelezen via seriële communicatie of optionele fieldbus De meldingen worden dan omschreven door een statuswoord in hexadecimale of decimale notatie
Page4
Notities:
Page 4
Foutmeldingen/waarschuwingen
De foutmeldingen zijn vermeld in : bedieningshandleiding hoofdstuk 6, blz. 97-104 programmeerhandleiding, hoofdstuk 5, blz. 197-204 Foutmeldingen worden gepresenteerd in tekst en door LED Informatie opvraagbaar met de INFO knop
Page5
Notities:
Page 5
Foutmeldingen/waarschuwingen
Page6
Notities:
Page 6
Foutmeldingen/waarschuwingen
Page7
Notities:
Page 7
Foutmeldingen/waarschuwingen
Page8
Notities:
Page 8
Waarschuwingen/alarmen Danfoss FC 300 Automation Drive Software versie 5.0x WAARSCHUWING 1, 10 Volt laag: De 10 V-spanning vanaf klem 50 op de stuurkaart is minder dan 10 V. Verminder de belasting van klem 50, want de 10 V-voeding is overbelast. Maximaal 15 mA of minimaal 590 Ω. WAARSCHUWING/ALARM 2, Live zerofout: Het signaal op klem 53 of 54 is minder dan 50% van de waarde die is ingesteld in respectievelijk Par. 6-10 Klem 53 lage spanning, Par. 6-12 Klem 53 lage stroom, Par. 6-20 Klem 54 lage spanning of Par. 6-22 Klem 54 lage stroom. WAARSCHUWING/ALARM 3, Geen motor: Er is geen motor aangesloten op de uitgang van de frequentieomvormer. WAARSCHUWING/ALARM 4, Verlies netfase: Aan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalans in de netspanning is te hoog. Deze melding verschijnt ook als er een fout optreedt in de ingangsgelijkrichter op de frequentieomvormer. Controleer de voedingsspanning en voedingsstromen naar de frequentieomvormer. WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog: De spanning in de tussenkring (DC) is hoger dan de overspanningsbegrenzing van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds actief. WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag: De tussenkringspanning (DC) is lager dan de onderspanningsbegrenzing van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds actief. WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning: Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspanningsbegrenzing schakelt de frequentieomvormer na een bepaalde tijd uit. Mogelijke correcties: Sluit een remweerstand aan. Verleng de aan/uitlooptijd Activeer functies in Par. 2-10 Remfunctie Toename Par. 14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning: Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de waarde voor 'Waarschuwing lage spanning' zal de frequentieomvormer controleren of de 24 V-reservevoeding is aangesloten. Als geen 24 V-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequentieomvormer uit na een bepaalde tijd die afhankelijk is van de eenheid. Zie Algemene specificaties om te controleren of de voedingsspanning geschikt is voor de frequentieomvormer. WAARSCHUWING/ALARM 9, inverter overbelast: De frequentieomvormer staat op het punt van uitschakeling wegens overbelasting (te hoge stroom gedurende een te lange tijd). De teller voor de thermo-elektronische inverterbeveiliging geeft een waarschuwing bij 98% en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt gegenereerd. De frequentieomvormer kan niet worden gereset totdat de teller onder de 90% is gezakt. De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een te lange tijd voor meer dan 100% is overbelast.
Waarschuwingen/alarmen Danfoss FC 300 Automation Drive Software versie 5.0x WAARSCHUWING/ALARM 10, overtemperatuur ETR motor: De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat de motor te warm is. Via Par.1-90 Therm. motorbeveiliging kan worden geselecteerd of de frequentieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven wanneer de teller 100% bereikt. De fout is dat de motor gedurende een te lange tijd voor meer dan 100% is overbelast. Controleer of motorPar. 1-24 Motorstroom juist is ingesteld. WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorthermistor: De thermistor of de thermistoraansluiting is ontkoppeld. Via Par. 1-90 Therm. motorbeveiliging kan worden geselecteerd of de frequentieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven wanneer de teller 100% bereikt. Controleer of de thermistor juist is aangesloten tussen klem 53 of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10 Vvoeding), of tussen klem 18 of 19 (digitale ingang, alleen PNP) en klem 50. Als er een KTY-sensor wordt gebruikt, moet u controleren op een juiste aansluiting tussen klem 54 en 55. WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing: Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in Par. 4-16 Koppelbegrenzing motormodus (bij motorwerking) of Par. 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus (bij generatorwerking). WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom: De piekstroomgrens van de omvormer (circa 200% van de nominale stroom) is overschreden. De waarschuwing zal ongeveer 8-12 s aanhouden, waarna de frequentieomvormer uitschakelt en een alarm geeft. Schakel de frequentieomvormer uit en controleer of de motoras kan worden gedraaid en of de maat van de motor geschikt is voor de frequentieomvormer. Als uitgebreide mechanische remcontrole is geselecteerd, kan de uitschakeling (trip) extern worden gereset. ALARM 14, Aardfout: Er vindt een ontlading plaats van de uitgangsfasen naar de aarde, ofwel in de kabel tussen de frequentieomvormer en de motor of in de motor zelf. Schakel de frequentieomvormer uit en hef de aardfout op. ALARM 15, Incomplete hardware: Een gemonteerde optie kan niet worden verwerkt door de huidige stuurkaart (hardware of software). ALARM 16, Kortsluiting: Er is kortsluiting op de motorklemmen of in de motor zelf. Schakel de frequentieomvormer uit en hef de kortsluiting op. WAARSCHUWING/ALARM 17, Stuurwoordtime-out: Er is geen communicatie met de frequentieomvormer. Deze waarschuwing zal alleen actief zijn wanneer Par. 8-04 Time-outfunctie stuurwoord NIET is ingesteld op Uit. Als Par. 8-04 Time-out-functie stuurwoord is ingesteld op Stop en uitsch. zal er een waarschuwing worden gegeven. Na de uitlooptijd volgt de uitschakeling, waarbij een alarm wordt gegeven. Par. 8-03 Time-out-tijd stuurwoord kan mogelijk worden verhoogd. WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilator: De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging die controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. De ventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via Par. 14-53 Ventilatorbew. (ingesteld op Uitgesch. [0]). WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilator: De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging die controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. De ventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via Par. 14-53 Ventilatorbew. (ingesteld op Uitgesch. [0]). WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstand:
Waarschuwingen/alarmen Danfoss FC 300 Automation Drive Software versie 5.0x De remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als er kortsluiting optreedt, wordt de remfunctie afgeschakeld en wordt de waarschuwing gegeven. De frequentieomvormer functioneert nog wel, zij het zonder de remfunctie. Schakel de frequentieomvormer uit en vervang de remweerstand (zie Par.2-15 Remtest). ALARM/WAARSCHUWING 26, Vermogensbegrenzing remweerstand: Het vermogen dat naar de remweerstand wordt overgebracht, wordt berekend als een percentage, als gemiddelde waarde over de laatste 120 s, op basis van de weerstandswaarde van de remweerstand (Par. 2-11 Remweerstand (ohm)) en de tussenkringspanning. De waarschuwing wordt gegeven wanneer het afgegeven remvermogen hoger is dan 90%. Als Uitsch. [2] is geselecteerd in Par.2-13 Bewaking remvermogen schakelt de frequentieomvormer uit en wordt een alarm gegeven wanneer het afgegeven remvermogen hoger is dan 100%.
ALARM/WAARSCHUWING 27, Remchopperfout: De remtransistor wordt bewaakt tijdens bedrijf en bij kortsluiting wordt de remfunctie afgeschakeld en de waarschuwing weergegeven. De frequentieomvormer blijft nog wel actief, maar door de kortsluiting van de remtransistor gaat veel vermogen naar de remweerstand, ook als deze niet actief is. Schakel de frequentieomvormer uit en verwijder de remweerstand. Dit alarm/deze waarschuwing kan zich ook voordoen bij oververhitting van de remweerstand. Klem 104 tot 106 zijn beschikbaar als remweerstand. Klixon-ingangen, zie 'Temperatuurschakelaar remweerstand'. Waarschuwing: het gevaar bestaat dat de remweerstand bij kortsluiting van de remtransistor veel vermogen ontvangt. ALARM/WAARSCHUWING 28, Remtest mislukt: Remweerstandsfout: de remweerstand is niet aangesloten of werkt niet. ALARM 29, Overtemperatuur omvormer: Als de behuizing IP 20 of IP 21/Type 1 is,, is de uitschakeltemperatuur van het koellichaam 95 °C ± 5 °C. De temperatuurfout kan niet gereset worden totdat de temperatuur van het koellichaam lager is dan 70 oC +5oC. De fout kan worden veroorzaakt door: - Te hoge omgevingstemperatuur - Te lange motorkabel ALARM 30, Ontbrekende motorfase U: Motorfase U tussen frequentieomvormer en motor ontbreekt. Schakel de frequentieomvormer uit en controleer motorfase U. ALARM 31, Ontbrekende motorfase V: Motorfase V tussen frequentieomvormer en motor ontbreekt. Schakel de frequentieomvormer uit en controleer motorfase V. ALARM 32, Ontbrekende motorfase W: Motorfase W tussen frequentieomvormer en motor ontbreekt. Schakel de frequentieomvormer uit en controleer motorfase W. ALARM 33, Inrush-fout: Er zijn te veel inschakelingen geweest gedurende een korte tijd. Zie het hoofdstuk Algemene specificaties voor het toegestane aantal inschakelingen binnen één minuut.
Waarschuwingen/alarmen Danfoss FC 300 Automation Drive Software versie 5.0x WAARSCHUWING/ALARM 34, veldbuscommunicatiefout: De veldbus op de communicatieoptiekaart werkt niet naar behoren. Controleer de parameters in verband met de module en ga na of de module goed in sleuf A van de omvormer is aangebracht. WAARSCHUWING/ALARM 36, Netstoring: Deze waarschuwing/dit alarm is alleen actief als de netspanning naar de frequentieomvormer ontbreekt en Par. 14-10 Netstoring NIET is ingesteld op Uit. Mogelijke correctie: controleer de zekeringen naar de frequentieomvormer. ALARM 38, Interne fout: Bij dit alarm kan het nodig zijn om contact op te nemen met uw Danfoss-leverancier. Enkele typische alarmmeldingen: 0 De seriële poort kan niet worden geïnitialiseerd. Ernstige hardwarefout. 256 De EEPROM-gegevens van de voedingskaart zijn beschadigd of te oud 512 De EEPROM-gegevens van de stuurkaart zijn beschadigd of te oud 513 Communicatietime-out tijdens het lezen van de EEPROMgegevens 514 Communicatietime-out tijdens het lezen van de EEPROMgegevens 515 De toepassingsgerelateerde besturing kan de EEPROMgegevens niet herkennen 516 Kan niet schrijven naar EEPROM omdat er reeds een schrijfbewerking aan de gang is 517 Er is een time-out opgetreden voor het schrijfcommando 518 Fout in de EEPROM 519 Ontbrekende of ongeldige barcodegegevens in EEPROM 1024-1279. CAN-telegram kan niet worden verzonden. (1027 geeft een mogelijke hardwarefout aan) 1281 Time-out voor flashgeheugen van digitale signaalverwerker 1282 Incompatibele softwareversie voor microprocessor vermogenskaart 1283 Incompatibele dataversie voor EEPROM van voedingskaart 1284 Kan softwareversie voor digitale signaalverwerker niet lezen 1299 Optiesoftware in sleuf A is te oud 1300 Optiesoftware in sleuf B is te oud 1311 Optiesoftware in sleuf C0 is te oud 1312 Optiesoftware in sleuf C1 is te oud 1315 Optiesoftware in sleuf A wordt niet ondersteund (niet toegestaan) 1316 Optiesoftware in sleuf B wordt niet ondersteund (niet toegestaan) 1317 Optiesoftware in sleuf C0 wordt niet ondersteund (niet toegestaan) 1318 Optiesoftware in sleuf C1 wordt niet ondersteund (niet toegestaan) 1536 Er is een uitzondering opgetreden in de toepassingsgerelateerde besturing. Debuginformatie geschreven naar LCP 1792 DSP-watchdog is actief. Debugging van gegevens vermogensdeel. Gegevens motorgerelateerde besturing niet juist overgedragen. 2049 Vermogensgegevens opnieuw gestart
Waarschuwingen/alarmen Danfoss FC 300 Automation Drive Software versie 5.0x 2315 Ontbrekende softwareversie in vermogenseenheid 2816 Stack-overloop stuurkaartmodule 2817 Langzame taken scheduler 2818 Snelle taken 2819 Parameter-thread 2820 Stack-overloop LCP 2821 Overloop seriële poort 2822 Overloop USB-poort 3072-512 2 Parameterwaarde valt buiten het toegestane bereik. Voer een initialisatie uit. Parameternummer dat het alarm veroorzaakt: trek de code af van 3072. Bijv. foutcode 3238: 3238-3072 = 166, d.w.z. valt buiten het bereik 5123 Optie in sleuf A: hardware incompatibel met stuurkaarthardware 5124 Optie in sleuf B: hardware incompatibel met stuurkaarthardware 5125 Optie in sleuf C0: hardware incompatibel met stuurkaarthardware 5126 Optie in sleuf C1: hardware incompatibel met stuurkaarthardware 5376-623 1 Onvoldoende geheugen WAARSCHUWING 40, Overbelasting digitale uitgang klem 27: Controleer de belasting die is aangesloten op klem 27 of verwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par. 5-00 Dig. I/O modus en Par.5-01 Klem 27 modus. WAARSCHUWING 41, Overbelasting digitale uitgang klem 29: Controleer de belasting die is aangesloten op klem 29 of verwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par. 5-00 Dig. I/O modus en Par. 5-02 Klem 29 modus.
WAARSCHUWING 42, Overbelasting digitale uitgang op X30/6: Controleer de belasting die is aangesloten op X30/6 of verwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par. 5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB 101). WAARSCHUWING 42, Overbelasting digitale uitgang op X30/7: Controleer de belasting die is aangesloten op X30/7 of verwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par. 5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB 101). WAARSCHUWING 47, 24 V-voeding laag: De externe 24 V DC-reservevoeding kan overbelast zijn. Neem in andere gevallen contact op met uw Danfoss-leverancier. WAARSCHUWING 48, 1,8 V-voeding laag: Neem contact op met uw Danfoss-leverancier. WAARSCHUWING 49, Snelheidsbegrenzing: De snelheid valt niet binnen het ingestelde bereik in Par. 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] en Par. 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]. ALARM 50, kalibratie AMA mislukt: Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
Waarschuwingen/alarmen Danfoss FC 300 Automation Drive Software versie 5.0x ALARM 51, AMA-test Unom en Inom: De instelling van de motorspanning, de motorstroom en het motorvermogen zijn waarschijnlijk fout. Controleer de instellingen. ALARM 52, lage Inom AMA: De motorstroom is te laag. Controleer de instellingen. ALARM 53, AMA-motor te groot: De motor is te groot om AMA te kunnen uitvoeren. ALARM 54, motor AMA te klein: De motor is te klein om AMA te kunnen uitvoeren. ALARM 55, AMA-par. buiten bereik: De motorparameterwaarden aangetroffen in de motor vallen buiten het aanvaardbare bereik. ALARM 56, AMA onderbroken door gebruiker: De AMA is onderbroken door de gebruiker. ALARM 57, time-out AMA: Probeer AMA enkele keren helemaal opnieuw te starten, totdat AMA correct wordt uitgevoerd. Wanneer de AMA verschillende keren kort na elkaar wordt uitgevoerd, kan de motor zo warm worden dat de weerstanden Rs en Rr groter worden. In de meeste gevallen is dit echter niet kritiek. ALARM 58, interne fout AMA: Neem contact op met uw Danfoss-leverancier. WAARSCHUWING 59, Stroomgrens: De stroom is hoger dan de waarde in Par. 4-18 Stroombegr.. WAARSCHUWING 61, Volgfout: De gemeten snelheid van het terugkoppelingsapparaat wijkt af van de berekende snelheid. De functie Waarschuwing/Alarm/Uitschakelen is in te stellen in Par. 4-30 Motorterugkoppelingsverliesfunctie. De maximaal toegestane afwijking (fout) is in te stellen in Par. 4-31 Motorterugkoppelingssnelh. fout en de maximale tijdsduur voor de fout is in te stellen in Par. 4-32 Motorterugkoppelingsverliestime-out. De functie kan nuttig zijn tijdens een inbedrijfstellingsprocedure. WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op maximumbegrenzing: De uitgangsfrequentie is hoger dan de ingestelde waarde in Par. 4-19 Max. uitgangsfreq. ALARM 63, Mechanische rem laag: De huidige motorstroom heeft het niveau van de 'remvrijgave'-stroom niet overschreden binnen de ingestelde tijd voor de startvertraging. WAARSCHUWING 64, Spanningslimiet: De combinatie van belasting en snelheid vereisen een motorspanning die hoger is dan de feitelijke DC-tussenkringspanning. WAARSCHUWING/ALARM/TRIP 65, Overtemperatuur stuurkaart: Overtemperatuur stuurkaart: de uitschakeltemperatuur voor de stuurkaart is 80 °C. WAARSCHUWING 66, Temperatuur koellichaam laag: De gemeten temperatuur van het koellichaam is 0 °C. Dit zou kunnen betekenen dat de temperatuursensor defect is. Daarom wordt de ventilatorsnelheid maximaal verhoogd voor het geval het vermogensdeel of de stuurkaart erg warm zijn.
Waarschuwingen/alarmen Danfoss FC 300 Automation Drive Software versie 5.0x ALARM 67, configuratie optie is gewijzigd: Een of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd sinds de laatste uitschakeling. ALARM 68, Veilige stop: De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naar normaal bedrijf moet 24 V DC worden toegepast op T-37. Vervolgens moet er een resetsignaal worden gegeven (via bus of digitale I/O, of door op [Reset] te drukken). WAARSCHUWING 68, Veilige stop: De veilige stop is ingeschakeld. Normaal bedrijf wordt hervat wanneer de veilige stop is uitgeschakeld. Waarschuwing: automatische herstart! ALARM 70, ongeldige configuratie FC: De huidige combinatie van stuurkaart en voedingskaart is niet toegestaan. ALARM 71, veilige stop PTC 1: Veilige stop is ingeschakeld vanaf de PTC-thermistorkaart MCB 112 (motor te warm). Normaal bedrijf kan worden hervat wanneer de MCB 112 weer 24 V DC toepast op klem 37 (wanneer de motortemperatuur een aanvaardbaar niveau heeft bereikt) en wanneer de digitale ingang van de MCB 112 wordt uitgeschakeld. Wanneer dit gebeurt, moet er een resetsignaal worden gegeven (via bus of digitale I/O, of door op [Reset] te drukken). WAARSCHUWING 71, veilige stop PTC 1 : Veilige stop is ingeschakeld vanaf de PTC-thermistorkaart MCB 112 (motor te warm). Normaal bedrijf kan worden hervat wanneer de MCB 112 weer 24 V DC toepast op klem 37 (wanneer de motortemperatuur een aanvaardbaar niveau heeft bereikt) en wanneer de digitale ingang van de MCB 112 wordt uitgeschakeld. Waarschuwing: automatische herstart. ALARM 72, Gevaarlijke storing: Veilige stop met blokkering. Onverwachte signaalniveaus op Veilige stop en digitale ingang van de PTCthermistorkaart MCB 112. ALARM 80, omvormer geïnitialiseerd op standaardwaarden: De parameterinstellingen zijn geïnitialiseerd op de standaardinstelling na een handmatige (drievingerige) reset. ALARM 90, Encoderverlies: Controleer de aansluiting naar de encoderoptie en vervang de MCB 102, indien nodig.
ALARM 91, Analoge ingang 54 verkeerd ingesteld: Schakelaar S202 moet zijn ingesteld op de stand UIT (spanningsingang) wanneer een KTY-sensor is aangesloten op analoge ingangsklem 54. ALARM 250, Nieuw reserveonderdeel: Het vermogen of de voeding van de schakelmodus is verwisseld. De typecode voor de frequentieomvormer moet worden hersteld in EEPROM. Selecteer de juiste typecode in Par. 14-23 Instelling typecode op basis van het label op het toestel. Vergeet niet om 'In EEPROM opslaan' te selecteren om de procedure te voltooien. ALARM 251, nieuwe typecode: De frequentieomvormer heeft een nieuwe typecode gekregen.