Verslag Aan:
Deelnemers discussiebijeenkomst (zie Bijlage 1)
Van:
Iris Keasberry
Datum: 22 juni 2005 Betreft: Verslag van discussiebijeenkomst ‘Rol en visie Douane t.a.v. veiligheid in logistieke ketens’,
Douanekantoor Rotterdam en werkbezoek mobiele scan bij Douanepost Reeweg (25 mei 2005)
Inleiding Douane over laatste ontwikkelingen mbt Supply Chain Security - door Arn Botbijl met aanvullingen van Theo Hesselink Van oudsher is de taak van de Douane gericht geweest op het controleren van goederen bij in-, uit- en doorvoer en het heffen en innen van de verschuldigde belastingen daarbij. Sinds enkele decennia is de taak langzaam verschoven naar meer niet-fiscale douanetaken (NFD-taken). Denk daarbij bijvoorbeeld aan verdovende middelen maar ook aan veterinaire- en fytosanitaire bepalingen alsmede namaak en beschermde uitheemse diersoorten. Mede als gevolg van terroristische aanslagen is bij de Douane de aandacht binnen de niet-fiscale zaken de laatste jaren nog meer komen te liggen op veiligheid in brede zin. Denk daarbij aan de installatie van detectiepoorten voor nucleair- en ander radioactief materiaal. Tegenwoordig wordt binnen de Douane gesproken over de gebieden Veiligheid-Gezondheid-EconomieMilieu (VGEM). De Douane groeit dan ook uit tot de generieke controledienst van goederen, die aan de buitengrens van de EU de veiligheid, de integriteit en de fiscaliteit van het grensoverschrijdend goederenverkeer controleert en bevordert. Het Douanekantoor Rotterdam heeft beelden voor de toekomst 2005-2010 beschreven. In deze toekomstvisie vindt een verschuiving plaats van vergunningverlening naar certificering, van controle gericht op goederenrisico’s naar een controle gericht op ketenrisico’s en van een nationale klantbehandeling naar een Europese klantbehandeling. De Europese Commissie heeft in 2003 Mededelingen gedaan mbt grensoverschrijdend goederenverkeer, papierloos aangeven en 2 belangrijke wijzigingen in Communautair Douane Wetboek (CDW). Het CDW wordt zodanig gewijzigd dat a. vooraf informatie verstrekt moet worden bij in- en uitgaande goederenstromen en b. criteria zijn opgenomen om als Authorised Economic Operator (AEO) te voldoen. Planning voor wijzigingen CDW (juni 2005) en juridisch feit c.q. inwerking treding incl. AEO (2006). Het AEO-programma is niet verplicht, bedrijven kunnen vrijwillig besluiten of ze willen deelnemen of niet. In principe komt iedereen (zowel bedrijven als douane-expediteurs) voor een AEO-certificaat in aanmerking als ze voldoet aan 4 criteria nl. compliant, adequate boekhouding, financieel solvabel (indien relevant) en veiligheidseisen (indien van toepassing). Onderwerp van discussie binnen de EU is nog steeds voor welke type(n) AEO gekozen zal worden. Er is sprake van 3 typen AEO nl. een AEO voor fiscale zaken (komt overeen met de huidige douanevereenvoudigingen die bedrijven nu hebben), voor veiligheidszaken en een combinatie.
Inleiding Douane over Maasvlakte II – door Henry Nugteren HN neemt namens Douane deel aan project ‘Toekomstvisie grenscontroles 2012’ (met doorkijk naar 2020). Hieraan nemen alle betrokken actoren in de havenlogistiek en grensoverschrijdend goederenverkeerd deel. Doel is te verkennen hoe grenscontroles in logistieke keten kunnen worden ingepast zodat het proces zo efficiënt mogelijk verloopt er en zo min mogelijk logistieke impact optreedt. Hoe moet de infrastructuur m.n. containerlogistiek gestalte krijgen (als de verwachting is dat er in 2030 26 miljoen TEU komen)? Mogelijkheden zijn o.a.: • Centrale toegangspoort creëren bij Krabbegat (om logistiek geen belemmering te krijgen en veiligheid te borgen) met capaciteit om 1200 containers per uur te verwerken die slechts 20 sec. stilstaan. • Incl. tolplein van 10 ha. • Fysieke of virtuele poort (Er bestaat nu neiging tot terminal-oplossing, want er komt in 2006 1 terminal bij - Maasvlakte I - en nog 5 andere.) • Technische verwachtingen zijn dat het binnen 5 jaar mogelijk zal zijn om containers door poortjes voor scanning en detectie te laten varen. 1
•
Detectie op gebied van barge, rail en weg (c.q. 40%, 30% en 30% van het vervoer). Barge is lastig in logistieke proces te plooien vanwege high performance terminal.
Verkenning is nu gereed, uitwerking moet nog. Mbt Euromax-terminal wordt nu al geprobeerd het vorm te geven. Hoe zijn belangen met elkaar te verenigen? D.i. stuk voor management bijv. dmv virtueel datawarehouse waarin alle partijen een eenmalige vastlegging hebben en er info gedeeld en gebruikt kan worden. (Schiphol is hier al verder mee.)
Presentatie PROTECT over visie mbt logistieke keten – door Albert Veenstra Zie Bijlage 2.
Discussie nav presentatie Dia 5 Supply chain focus: Wat is een supply chain? De keten van grondstof tot eindproduct incl. vermarketing naar consument. D.i. niet hetzelfde als het distributietraject, daarbij gaat de discussie vaak over hoe een gereed product bij de klant komt. Het blijkt dat de PROTECT-ketenvisie zich meer richt op het logistieke niveau en niet zo zeer op (gehele) supply chain (SC). Terwijl douaneregelingen zoals voor wederuitvoer eigenlijk op het gebied van SC liggen en niet zo zeer logistiek. Dia 6 is gebaseerd op RAND met een transactielaag en het fysieke proces. De overzichtslaag is eruit gehaald excl. Douane omdat die aan de hand van formulieren of fysieke controle het proces controleren. Er is geprobeerd de essentie van de ketenstructuur en bepaalde relaties daarin weer te geven. TH vindt het jammer dat de informatielaag er uit is, want in de toekomst is het wel de bedoeling dat aan het begin van de keten naar de risico-aspecten gekeken zal worden en de beslissing genomen wordt voor wel/niet een controle en zullen in de rest van de keten de ingrepen minimaal zijn. Als er gedurende de transhipment andere landen worden aangedaan, dan hebben ze van te voren inzage in wat er in de container zit en wat ermee gebeurd is. Dia 7 geeft de maatregelen tot nu toe weer die vnl. gericht zijn op de terminal-terminalstroom. TH: C-TPAT is een vrijwillig programma voor de Amerikaanse importeur (bijv. Bayer VS), die voorschrijft dat leveranciers en transporteurs in het buitenland moeten voldoen aan bepaalde veiligheidscriteria (maar zelf niet C-TPAT-gecertificeerd kunnen worden!). BW: Wat betekent dat nu voor (terrorisme) veiligheid? JD: Het is slechts een papieren beveiliging nl. vragenlijsten en geen controle. TH is het daar niet mee eens, want Douane VS gaan wel zeker met de papieren in de hand de eisen controleren (ook in het buitenland). Op dit moment zijn er meer dan 9000 C-TPATaanvragen, waarvan ± 4500 gecertificeerd en ± 1200 gevalideerd. Voornaamste voordelen: controlekans daalt drastisch (6x minder), controle wordt eerder afgehandeld, bedrijven blijken beter inzicht in SC te krijgen en vervolgens in staat om beter af te stemmen (minder voorraadvorming, scherper just-in-time-delivery). ES: Ondanks dat het nu nog een papieren veiligheidsoperatie is, is de beslissing vaak al op hoog (politiek) niveau genomen. In hoeverre leidt dat nu al tot gevolgen bij bedrijven, zoals sloten, scans, camera’s etc? HM: Investeringen zijn soms erg hoog en leidt er ook toe dat een goede leverancier waar je tevreden over was soms geen certificaat krijgt. BW denkt dat het geen waarde heeft om tussenschakels te certificeren, want het is voldoende als het ketenbegin is gecertificeerd en de tussenschakels zijn beveiligd met technologie (bijv. e-seal). Maar tussenschakels hebben wel materiele/formele verplichtingen te voldoen. Dia 8 Future vision: Koppeling tussen transactielaag en fysieke laag is nu al ICT-technisch mogelijk zodat (bijv. Douane) op ieder moment inzage in de informatie kan hebben. Er moet wel gekeken worden of het juridisch mogelijk is, wie er toegang tot info mag hebben etc. Er is een WDO Datamodel ontwikkeld waarin alle douanegegevens incl. het format zijn opgenomen. TH: EU heeft nog geen C-TPATprogramma, maar wel veel inzicht in haar ± 100.000 vergunninghouders (VS veel minder). AEO is niet hetzelfde als C-TPAT, maar de AEO-veiligheid is wel vergelijkbaar. Nu is het afwachten of VS meegaat in wederzijdse erkenning van de certificaten. Het probleem is dat VS niets aan beveiliging van hun eigen export doet, ze hebben ook geen C-TPAT-exporteurs, want export valt onder Dept. of Commerce en niet onder Dept. of Homeland Security. TH voorspelt voorzichtig dat als EU in staat is een goed AEO-programma op te zetten, VS het wel zal erkennen maar dat validering van bedrijven in het buitenland toegespitst zal worden op risicovolle gebieden. Voor de AEO-fiscaal die gebaseerd is op vrijwillige vergunningen is er geen verschil met de huidige situatie. Behalve dan dat een C-TPATdeelnemer die er uit geknikkerd wordt op geen enkele grond rechten heeft, terwijl een AEO-fiscaal dat wel heeft omdat die een vergunning heeft die gebonden is aan bepaalde voorwaarden. We moeten toe naar wederzijdse erkenning, maar liever nog naar gezamenlijke programma’s, want het wordt ondoenlijk om bedrijven certificaten in >200 verschillende landen te laten aanvragen. EU heeft ook in wet vastgelegd dat ze niet bereid is om bedrijven in andere landen te gaan controleren/valideren. VS doet dat wel, maar dit wordt door
Pagina 2
de meeste landen (WDO) onprettig gevonden. Ieder zal op eigen territoir moeten zorgen dat het veilig is en programma’s moeten wederzijds erkend worden. BW: Wat schiet de Douane er mee op? AV: Info op alle momenten toegankelijk. HN: Wil overheid dat weten? Afgezien van de intelligence-behoefte, waarschijnlijk niet als we weten dat het begin gecertificeerd is, er onderweg niets mee gebeurd is en het dus veilig aankomt. TH: Aangifte-gegevens bij export zijn vaak hetzelfde bij import. Nu worden van de 40 exportgegevens, 10 overgenomen (evt. met fouten) en moet de importeur ontbrekende info weer opzoeken. Als in 1 systeem alle info met toevoegingen beschikbaar komt dan gaan adm. lasten voor bedrijfsleven omlaag en wordt risicoanalyse voor Douane makkelijker. BW: Het is niet interessant waar een container allemaal is geweest, heeft gestaan of wie het vervoerd heeft als de container op slot is gegaan, dicht is gebleven en inhoud veilig is. Certificering biedt geen 100%-garantie (next best) en technologische oplossingen zijn de beste. TH Iedere maatregel afzonderlijk is niet afdoende, maar combinatie leidt wel tot afname van het risico en 0 risico is waarschijnlijk nooit mogelijk. HN: Ja, maar moet dan al die info beschikbaar (willen) hebben? AV: Misschien is die oplossing niet geschikt voor Douane, maar wel voor bijv. Bayer en heeft de Douane slechts een beperkte behoefte? Dia 16 Op welke wijze kan Douane met betrokken partijen komen tot maatwerkafspraken (bijv. als informatieplatform op bepaalde manier wordt ingericht)? ES: De algemene normatiek is dat Douane niet kan of moet willen afwijken van gestelde regels. Per bedrijf kan er wel gepraat worden om daar invulling aan te geven. TH: Er is Europese en nationale wetgeving. Binnen dat kader moet Douane opereren en geen belemmering voor de handel opleveren. Er zijn mogelijkheden voor vereenvoudigingen en schorsingsmaatregelen, dus Douane heeft altijd maatwerk geleverd. De Europese wetgeving loopt al redelijk vooruit tov VS, die kenden tot voor kort geen maandaangevers bijv. AV: Dit geldt voor fiscale zaken, ook voor veiligheidszaken? TH: Binnen C-TPAT/AEO mag een hek ook een muur zijn, camera’s of dobermannpinchers. Het veiligheidsprogramma geeft duidelijke criteria, maar hoe het gedaan wordt is over te praten, als onder de streep maar gewaarborgd wordt die AEO daar staan we voor. BW: Het gaat om flexibiliteit en veiligheid. AV: Ook voor controles? BW: Nu is het al mogelijk om op afspraak de container bijv. 1 dag later te laten controleren als die is geselecteerd mits die onder douanetoezicht wordt gesteld. BW: Het is denkbaar dat wanneer bedrijven een eigen scan’wasstraat’ hebben, nog meer maatwerk mogelijk is. Maar is additioneel, want namaak krijg je daarmee niet te zien en onze scan is beter. ES: Het idee dat bedrijven naarmate ze meer aan beveiliging hebben gedaan de garantie krijgen onder alle omstandigheden nooit gecontroleerd zullen worden, zal niet gebeuren. TH: Een steekproef om het systeem te checken zal er altijd blijven. JD: Maar als iedereen (C-TPAT) gecertificeerd is dan maakt ’t niets meer uit, het onderscheidend vermogen van het hebben van een certificaat stelt niets meer voor. De Douane zal haar capaciteit dan weer op dezelfde stroom moeten richten. D.i. is ook zo bij ISPS, nu 99% van de terminals voldoet aan de ISPS-code heeft het geen status meer. TH: VS geeft als een bedrijf (C-TPAT) veilig is een fiscale vereenvoudiging (nl. maandaangever). EU doet dat niet! Als je maandaangever bent/wilt zijn dan moet je aan meer voorwaarden voldoen dan gewone aangevers en kun je vervolgens meer facilitatie krijgen (vereenvoudigde procedures). Wel wordt geprobeerd de AEO nog meer facilitatie te geven. Voor AEO-fiscaal zal dan minder controle op fiscale zaken mogelijk zijn, voor AEO-veiligheid minder controle op NFD/VGEM en voor AEO-combi beide. ES: Kennelijk levert een gesprek over vergunningen met de Douane een bepaalde waarborg op, maar dit geldt vnl. voor het binnenland. HN: D.i. afhankelijk van het moment, want bij terminal hebben ze geen info over vergunningen/certificaten. Dit zal geregeld moeten worden. Het controlesysteem is hiervan afhankelijk en het bedrijfsleven zal er aan moeten meewerken.
Werkbezoek Douanepost Reeweg – ECT Home Terminal Na de lunch heeft de PROTECT projectgroep een werkbezoek gebracht aan de Douanepost Reeweg en de volgende controlemiddelen en resultaten in de praktijk gezien: • Mobiele scan, vrachtwagen met uitschuifbare arm die langs/over de oplegger met container rijdt om te scannen; • 1e scanmobiel, vrachtwagentje waar overdwars een uitklapbare lopende band in zit waarmee pakketten op locatie gescand kunnen worden; • Handscan (bekend van bagagecontrole op luchthavens) voor kleine pakjes in de Douane Controle Loods (DCL), waar verdachte containers opengemaakt worden voor controle; • In beslag genomen namaak (zoals batterijen, sportschoenen, speelgoed met merklogo), speelgoed dat gevaarlijk is omdat het teveel lijkt op een echt wapen of een aansteker bevat, buitenlandse uitheemse diersoorten en planten (zoals regenmakers van cactus, beschermde schelpen), etc.
Pagina 3
Bijlage 1: Deelnemers discussie Supply Chain Security d.d. 25 mei 2005 Douane/MinFin: • Bert Wiersema • Arn Botbijl • Henry Nugteren • Theo Hesselink • Evert Starink • Rob Geerts • Iris Keasberry
Douanekantoor (DK) R’dam, Lid managementteam M1, portefeuillehouder Veiligheid DK R'dam Veiligheidscoördinator DK R’dam betrokken bij ontwikkelingen Maasvlakte II Ministerie van Financien, Wetgeving Douane DK R’dam, groeplid Toekomstvisie Douane o.a. certificering Douane Informatiecentrum (DIC), medewerker datamining DIC, onderzoeker veiligheid, intelligence, supply chain security
PROTECT projectgroep: • Albert Veenstra • Nico Vrijenhoek • Jurjen Duintjer • Helene Minderman • Francoise van den Broek • Babich van de Loo • Justus Becker • Pieter v.d. Bas • (Iris Keasberry en Rob Geerts
Pagina 4
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) EUR student Havenbedrijf R'dam Transport en Logistiek Nederland (TLN) Vereniging Nederland Distributieland (NDL) NDL Ned. organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) Org. voor verladers, ontvangers en eigen vervoerders (EVO) DIC)
Bijlage 2: Presentatie PROTECT
Pagina 5