3B2a
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
Revision 01 ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 1 of 10
1.
Datum
24/09/2013
24/09/2013
Revisie
00
01
Opm.
Start
Actualisatie
Inleiding In dit Energiemanagement Actieplan worden de CO2-reductiemaatregelen en reductiedoelstellingen van Jan De Nul NV beschreven, zoals vastgesteld door de directie. Om tot de reductiemaatregelen te komen is gebruik gemaakt van de uitkomst van de energie audit en de geïnventariseerde reductiemogelijkheden in het Energie Audit verslag. De voortgang met betrekking tot de reductiedoelstellingen wordt regelmatig geanalyseerd in de periodieke voortgangsrapportage en intern en extern gecommuniceerd.
3B2a
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
Revision 01 ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 2 of 10
1.
Reductiedoelstellingen
De belangrijkste energieverbruikers zoals bepaald in het Energie Audit verslag zijn gebruikt om de reductiedoelstellingen vorm te geven. Om in de dagelijkse praktijk ook daadwerkelijk tot reducties te komen hebben de reductiedoelstellingen ook betrekking op de projecten. Voor Scope 1 & 2 zijn aparte reductiedoelstellingen opgesteld op bedrijfsniveau. Het Plan van Aanpak in het volgende hoofdstuk beschrijft welke maatregelen er getroffen worden om deze reductiedoelstellingen te behalen binnen de organisatie en binnen de projecten. 1.1
Bedrijfsdoelstelling
De directie van Jan De Nul NV heeft de volgende reductiedoelstelling gesteld: - 2 % CO2 reductie in 2016 ten opzichte van 2012 1.2
Doelstelling voor Scope 1 Reductiedoelstelling Scope 1: 2 % CO2 reductie in 2016 ten opzichte van 2012 voor nietprojectgerelateerde CO2-bronnen. Reductiedoelstelling Scope 1: 5 % CO2 reductie ten opzicht van de CO2-uitstoot berekend bij calculatie van het project voor projectgerelateerde CO2-bronnen. Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de volgende significante emissiestromen: – Verwarming – Brandstofverbruik wagenpark – Brandstofverbruik vloot
1.3
Doelstelling voor Scope 2 Reductiedoelstelling Scope 2 : 2 % CO2 reductie in 2016 ten opzichte van 2012 Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de volgende meest materiële emissies: – Elektriciteit vaste werklocaties – Vliegtuigkilometers staf – Vliegtuigkilometers project Crew Benelux Projects
3B2a
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
Revision 01 ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 3 of 10
2.
Plan van Aanpak
Dit plan van aanpak beschrijft de maatregelen die 2013 - 2014 getroffen worden om de reductiedoelstellingen te behalen. Hierbij is specifiek aandacht voor de wijze waarop deze maatregelen ingezet worden binnen de projecten. De schipgerelateerde acties bestaan voornamelijk uit grotere bewustwording door middel van communicatie op rationeel energiegebruik,operationele maatregelen, zoals de invoering van de IMO geïntroduceerde Ship Energy Efficiency Management Plan (SEEMP) en aanverwante technische maatregelen. Het schip-specifieke SEEMP biedt een specifiek actieplan voor de uitvoering van energie-efficiëntiemaatregelen aan boord zoals het weer routering en reisplanning, onderhoud, olie-analyse, bunkerbeheer, training van crew,… Onze nieuwbouwafdeling speelt hierbij een belangrijke rol. Aangezien de jonge leeftijd van de Jan De Nul - vloot zijn reeds vele maatregelen ingevoerd bij aanvang van het CO2 – reductieprogramma. Bovendien zullen ze een breed scala aan energiebesparende maatregelen onderzoeken (bv.: automatische omschakeling van niet-essentiële verbruikers, warmtebelasting gecontroleerde ventilatie van technische ruimtes, optimalisatie van warmteterugwinningsystemen etc.) Die op nieuwe schepen kunnen worden opgenomen, maar ook achteraf geïmplementeerd kunnen worden op bestaande schepen en dus vermindering van de schepen CO2-footprint tot gevolg hebben. Projectgerelateerde acties leiden tot een toename van on-site bewustzijn, operationele en technische maatregelen De bijdrage aan de Jan De Nul - doelstelling wordt bepaald voor elk afzonderlijk project, verwijzend naar zijn uitgangswaarde meting. Continue verbetering volgens Deming is de drijvende kracht van het zorgsysteem ( ISO 9001 – ISO 14001 – OHSAS 18001 – ISPS – ISM ) binnen Jan De Nul.
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
3B2a Revision 01
ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 4 of 10
2.1
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstellingen ( organisatie )
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Training Energiebeheer reeks 1 EnPr-2013-04 Electriciteit – Gas - Diesel Organiseren van interne training ( project managers / QHSSE dienst)
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Training Energiebeheer reeks 2 EnPr-2013-08 Electriciteit – Gas - Diesel Organiseren van interne training ( site managers / TD )
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
CO2 Prestatieladder niveau 1 EnPr-2013-09 Electriciteit – Gas - Diesel Implementatie en certificatie van het energiemanagementsysteem CO2 Prestatieladder ( niveau 1 ) binnen de organisatie
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
CO2 Prestatieladder niveau 2 EnPr-2013-10 Electriciteit – Gas - Diesel Implementatie en certificatie van het energiemanagementsysteem CO2 Prestatieladder ( niveau 2 ) binnen de organisatie
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
CO2 Prestatieladder niveau 3 EnPr-2013-11 Electriciteit – Gas - Diesel Implementatie en certificatie van het energiemanagementsysteem CO2 Prestatieladder ( niveau 3 ) binnen de organisatie
2.2
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstellingen ( kantoren )
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Sensibilisering verwarming EnPr-2013-01 Gas Mailing naar alle medewerkers om verantwoord met verwarming om te gaan.
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Sensibilisering stroomverbruik op kantoor EnPr-2013-02 Electriciteit Mailing naar alle medewerkers om verantwoord om toestellen en verlichting uit te schakelen bij verlaten van de werkpost.
3B2a
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
Revision 01 ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 5 of 10
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Rationaliseren gebruik airco op kantoor EnPr-2013-12 Electriciteit Mailing naar alle medewerkers om verantwoord om te gaan met airco tijdens warme dagen.
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Groene stroom site Aalst EnPrA-2013-01 Electriciteit Verhogen aandeel groene stroom op site Aalst
2.3
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstellingen ( schepen )
Onderstaande maatregelen zullen ingevoerd worden op de gehele vloot van Jan De Nul Group daar waar dit een significante verbetering oplevert volgens het BATNEEC – principe. Intern zullen deze SEEMP-maatregelen ingepland worden door de Fleet Managers in samenspraak met de CO2PL Manager. Het effect van een specifieke maatregel kan echter niet afzonderlijk gemeten worden maar zal tot uiting komen tijdens de realisatie van projecten ( gebruik van een performanter schip ) ten opzichte van aanbiedingsfase. Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen : eco-sailing EnPr-2013-03 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Eco Style manoeuvring
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen ( addititieven ) EnPr-2013-13 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Toevoegen van additieven reduceert het dieselverbruik.
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen : bekleding van de romp EnPr-2013-14 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Reinigen en opnieuw schilderen van de romp
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
3B2a Revision 01
ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 6 of 10
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen : verlichting EnPr-2013-15 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Doven van schijnwerpers tijdens de dag ( uitgezonderd omwille van veiligheidsredenen)
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen EnPr-2013-16 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Schoonmaakprogramma van propeller en romp.
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen : warmterecuperatie EnPr-2013-17 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Benuttig 1 motor heeft voorkeur op 2 motoren op halve kracht.
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen EnPr-2013-18 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Borging & optimalisatie van de motorcondities
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen EnPr-2013-19 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Borging & optimalisatie van de temperatuur van air inflow & koelwater.
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
Reductie dieselverbruik schepen EnPr-2013-20 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Borging & optimalisatie van snelheid ( optimaal 85% belading, peformante voyage planning, bepaling optimale snelheid want 2.5 % trager = 10 % zuiniger )
3B2a
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
Revision 01 ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 7 of 10
Project Projectnummer Emissiestroom Omschrijving
2.4
Reductie dieselverbruik schepen : alternatieve brandstoffen EnPrA-2013-03 Diesel Implementatie van Ship Energy Efficiency Management Plans Alternatieve brandstoffen
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstellingen ( projecten )
De reductie op projecten wordt niet vergeleken op jaarbasis. De reductie wordt gemeten op 2 tijdstippen: - bij indiening van de offerte / tender - bij realisatie van het project
Tijdens calculatie zal men bij de scheepskeuze naast de kostprijs, beschikbaarheid en technische / organisatorische geschiktheid ook de CO2 – uitstoot als criterium aannemen. Wanneer dit economisch en organisatorisch verantwoord is, zal men kiezen voor het schip met de laagste uitstoot. Doelstelling 5 % lagere uitstoot ten opzichte van initieel voorstel Tijdens de realisatie van het project zal men trachten minstens 50 % van de vooropgestelde reductie te realiseren rekening houdende met onverwachte omstandigheden. Doelstelling 2.5 % lagere uitstoot ten opzichte van initieel voorstel. Tijdens projectvoorbereiding zal men naast de scheepskeuze ook de uitvoeringswijze en het projectontwerp bekeken worden naast de kostprijs, beschikbaarheid en technische / organisatorische geschiktheid ook de CO2 – uitstoot als criterium aannemen. Wanneer dit economisch en organisatorisch verantwoord is, zal men kiezen voor het schip met de laagste uitstoot. Doelstelling 5 % lagere uitstoot ten opzichte van initieel voorstel. Tijdens de realisatie van het project zal men trachten minstens 50 % van de vooropgestelde reductie te realiseren rekening houdende met onverwachte omstandigheden. Doelstelling 2.5 % lagere uitstoot ten opzichte van initieel voorstel
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
3B2a Revision 01
ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 8 of 10
2.5
Monitoring en meting
In de stuurcyclus die Jan De Nul NV heeft ingericht voor haar CO2-beleid is opgenomen dat periodiek de CO2-uitstoot gemeten wordt en dat de voortgang op de doelstellingen en maatregelen periodiek geanalyseerd en gerapporteerd wordt. Voor meer informatie zie het Kwaliteitsmanagementplan en de Periodieke Rapportages. 2.6
Afwijkingen, corrigerende en preventieve maatregelen
Indien afwijkingen worden geconstateerd tijdens het doorlopen van de stuurcyclus, of indien om andere reden correctie nodig is, zal de energiemanager bijsturing coördineren volgens de stuurcyclus en activiteitenbeschrijving opgenomen in het Kwaliteitsmanagementplan
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
3B2a Revision 01
ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 9 of 10
3.
Deelname aan- en initiatie van initiatieven
In het Energie Audit verslag is een overzicht gegeven van de huidige initiatieven binnen de sector op het gebied van energie- en CO2reductie. Op basis van de informatiebehoefte die voor aankomende periode is vastgesteld binnen het managementoverleg is gekozen om deel te (blijven) nemen in de volgende initiatieven: 3.1
Actieve deelname
Initiatief 1
Jan De Nul is actief lid van de EuDA (European Dredging Association) die de baggersector vertegenwoordigt op Europees niveau. Voor de baggersector is de EuDA het platform om in contact te treden met de Europese Commissie over milieuzaken waaronder CO2 - reductie.
Initiatief 2
Jan De Nul is actief lid van de CEDA (Central Dredging Association). De CEDA is een niet-gouvernementele organisatie die onder andere voorziet in onpartijdig deskundig advies aan relevante beleidswerking activiteiten op internationaal en nationaal niveau Jan De Nul neemt actief deel aan de meetings in zowel België als in Nederland waardoor de organisatie continu op de hoogte blijft van alle CO2 gerelateerde zaken gecommuniceerd binnen deze organisatie. Het rapport “climate change adaptation as it affectsthe dredging community “ van de Centrale Dredging Association (CEDA) over de aanpassing aan de klimaatverandering als het invloed het baggeren gemeenschap werd eind 2012 gepubliceerd mede dankzij de medewerking en inbreng van Jan De Nul NV. Dit document over klimaatverandering wil sensibiliseren en de baggersector voorbereiden opgevolgen van klimaatverandering. Zodoende kan men begrijpen hoe baggeren kan hiertoe kan bijdragen door middel van passende maatregelen.
3B2a
CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV
Revision 01 ENERGIE MANAGEMENT ACTIE PLAN EXTERN
Page 10 of 10
3.2
Beperkt actieve deelname
Initiatief 3
Jan De Nul is via DCR lid van Vereniging van waterbouwers (www.waterbouwers.nl) - Jan De Nul neemt actief deel aan het project Energiezuinig Suppleren van het Deltaprogramma Kust en Rijkswaterstaat.
Initiatief 4
Jan De Nul is van mening dat het mogelijk is om hybride grondverzetmaterieel toe te passen op de projecten. Daarnaast wordt maximaal ingezet op voertuigen met automatische start-stop functies. Bij de aankoop van motoren zal volgens het BATNEEC – principe gekozen worden voor deze met de laagste CO2-uitstoot en verbruikscijfers. Om dit kracht bij te zetten heeft Jan De Nul reeds voertuigen besteld die over een Euro6 – motor beschikken. Om dit structureel te borgen zal CO2/energie als extra aankoopcriterium door Technische Dienst opgenomen worden en zal de CO2PL – manager betrokken worden.
3.3
Passieve deelname
Initiatief 5
Op 4 wijzen worden wij hier van de recentste ontwikkelingen aangaande het “Building with nature”-project op de hoogte gehouden: - Via de actieve leden van “Building with nature” , - Via CEDA Nederland door het actief bijwonen van seminaries. - Via de Vereniging van Waterbouwers waar we via DCR actief lid zijn - Via Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Initiatief 7
Jan De Nul NV is geen lid van de Werkgroep “Duurzaamheid” maar wel lid van de Vereniging van Waterbouwers waardoor de nodige informatie aangaande CO2reductie-initatieven verkregen wordt. Op termijn kan een actievere rol van Jan De Nul NV binnen deze werkgroep overwogen worden.
Initiatief 8
Jan De Nul is geen lid van de Kerngroep “Markt & Technologie” maar wel lid van de Vereniging van Waterbouwers waardoor de nodige informatie aangaande CO2reductie-initatieven verkregen wordt. Op termijn kan een actievere rol van Jan De Nul NV binnen deze kerngroep overwogen worden.