Initiatieweekend van 7 en 8 juli Het beloofde een vreemd weekend te worden. Het weerbericht was zoals de voorbije dagen en weken heel onduidelijk, heel wisselend, heel vreemd en zoals uit het uiteindelijke weerbeeld zou blijken nogal aan de kwakkelige kant. De wind voor het week-end van 7 en 8 juli leek best mee te vallen. Na de voorbije zaterdagen en zondagen met 5,6,7 en af toe een vervelende 8 Bft leek het hier mee te vallen en sprak men van 3,4 occasioneel 5, en wellicht eens 6 in de buien. Kortom geen onoverkomelijke problemen en dus drie boten aan de start voor het week-end. Kris met de Blauwvoet, Bart met de Orlent en ikzelf met de Breydel voor respectievelijk een initiatie, een laatste week-end van een KV 1 en een intiatie. Op zaterdag lijkt alles hoopvol te starten. Er wordt kennis gemaakt bij het ontbijt, de lesgevers voorgesteld en iedereen heeft er duidelijk zin in. Sommigen moeten wat gekalmeerd worden maar hoe inspirerend blijkt die motivatie toch niet voor iedereen. Jullie, Siegfried en Olliver gaan met mij voor de Breydel. Om 0930 uur iedereen naar de boten waar de gebruikelijke voorbereidingen beginnen. Bart voor zijn laatste weekenders briefing en planning van het programma van de dag. Voor de beginnelingen in de initiatie een woordje uitleg over het schip, de veiligheid, knopen en vooral reven en ontreven. Vooral dit laatste zou in de loop van de volgende dagen een belangrijke factor betekenen. Dus zoals ik zei reven en ontreven. Iedereen dus de zee op. Zonnetje aan de hemel en hier en daar een wolkje. Bovendien een zachte bries. Kortom het lijkt niet stuk te kunnen. Eerste vreemde ervaring van de dag doet zich voor bij het verlaten van de haven. Wij hebben in de binnenhaven het zeil gehesen, de omgekeerde driehoek zit in het want, en iedereen weet dat ik die als eens durf te vergeten, maar nu is alles pikobello in orde. Er zijn wel schepen in de geul maar het is zeker niet overdreven druk. Ver achter ons nadert een klassieke schoonheid. Een fors, houten schip, kottergetuigd met donkerbruine zeilen. Later in zee blijkt, La belle Paula, een beauty. In de geul leek het even wat anders. De belle Paula, komt met fors vaart de geul opgevaren. Onze stuurman Julie, krijgt een woordje uitleg over de voorrang die schepen hebben wanneer ze opgelopen worden. Voornamelijk als ze allebei minder dan 20 meter lang zijn natuurlijk. Onze stuurman is gerustgesteld en zet haar koers verder. Ik maak me echter een klein beetje zorgen want die Belle Paula stuurt recht op onze achtersteven en zit nu zowat op 50 meter. Als ik goed kijk zie ik ook geen bemanning of stuurman. Ik zie alleen die dreigende boegspriet en een berg zeilen die hoog opgewaaid aan dek liggen klaar om te hijsen. Als de Belle Paula haar ramkoers blijft aanhouden en op 10 meter komt en er nog steeds niemand aan boord enige aandacht schenkt aan wat voor hem gebeurt, ruimen wij wat baan en sla ik aan het brullen. Onmiddellijk succes; iemand, ik denk de schipper of eigenaar, steekt zijn hoofd boven dek uit, schrikt merkbaar en heeft vervolgens luid een standje aan de stuurman (duidelijk een ongelukkig bemanningslid) die plots recht staat vanachter zijn kleine laag opgestelde stuurwieltje.
Hij kijkt ook een beetje ongelukkig en blijft nu stijf recht staan met zicht voor wat zich voor hem afspeelt. Wanneer ik de schipper een opmerking maak, vindt hij doodleuk dat ik maar wat vroeger had moeten roepen. Ook goed :::::::. Wij spoelen zonder verdere problemen het zeegat in. Spoelen is het juiste woord, want het is laag water, en de door de hevige regenbuien van de voorbije dagen wordt de gezwollen Ijzer geloosd. Op zee kondigt alles zich vriendelijk aan. Briesje van zowat 3/4. Reefje dat er in stak mag er uit. En wij kunnen aan de slag. Wel blijft zich in de loop van de volgende uren wat bewolking opbouwen. Niet zomaar die dikke witte wolkenformaties, neen, echt waar het betere werk. In de verte bouwen zich dikke grauwe wolken op, van grijs tot donkerblauw en uiteindelijk zwart met zichtbare regenstroken onderin. Ze komen aan uit het zuidwesten en ook de overheersende wind staat zuidwest.
De achtergrond . Op het zeeoppervlak gebeurt er echter niets. De golven blijven bescheiden en aangenaam maar toch blijven die zwarte wolken heel prominent aanwezig. Initiatie betekent een aantal beginnelingen aan boord. Ik besluit dus snel een reefje te steken. Amper ben ik aan de slag als de poppen aan het dansen gaan. Een reefje. Overal witte koppen en de windmeter gaat van 10 naar 34 knopen. Het giet water. De zichtbaarheid gaat op een schaal van 10, van 8 naar 0. Wij zitten in een wasmachine en lijken ook niet verder te zien dan die machinetrommel groot is. Onze halvewindse koers laat de Breydel onbekende dingen uitproberen. De speed loopt op tot 11.5 knopen. (wellicht optimistische aanduiding maar als we er wat afdoen nog steeds indrukwekkend) In een poging om het grootzeil maximaal te vieren gaat de grootschoot door de het blok. Even oploeven om die te pakken:: Zowat 15 minuten zeilen we, snel maar met alles onder controle, verder. De voorligging brengt ons evenwijdig en zelfs een klein beetje richting zee. De bemanning wordt gevraagd goed uit te kijken naar de zeilboten rond ons, want er waren toch enkele boten bij ons in de buurt bij het begin van de wasbeurt. Hier daar ontwaren wij in een donkergrijs rond ons donkerder of lichtere tinten die dan blijken boten te zijn.
Heel geleidelijk schudt Breydels het nat van zich af, en mindert de wind wat. Om de zaak beter onder controle te krijgen rollen wij het voorzeil in en starten wij de motor. Hierbij gaat de lijschoot van de genua aan de haal. Enfin, die recuperen wij en richting kust lopende komen de natuurelementen tot rust. De regen gaat over van positie carwash naar lauwe massagedouche. De wind valt terug op zowat 12 knopen. Wij ontdekken weer boten in de buurt, de kustlijn wordt weer zichtbaar en we kijken na of er geen schade is opgelopen. Alles is doornat maar binnenin de boot valt het al bij al nog mee. Voorts is alles in orde.
Voor het resterende anderhalf uur van de dag, blijft het zacht regenen en verschijnt er af en toe wat blauw aan de hemel. Wij gaan binnen zonder problemen en na de gebruikelijke moeilijkheden van het de eerste keer grootzeil opplooien, wat meestal niet goed lukt, vinden wij onze ligplaats terug. Breydel wordt in orde gebracht. Lijntjes op hun plaats en alles te drogen. Ook de bemanning is dringend aan wat droge kledij toe. Ik moet Eric toch nog iets zeggen over die waterdichte kledij die ter beschikking wordt gesteld. Twee van mijn drie cursisten, getooid in zo een kanariegeel pak kwamen na onze tocht precies uit een bad toen ze zich ontdeden van hun wapenrusting. Enfin de dag is achter de rug, en wij kunnen ’s avonds allen aan tafel. Aangenaam gezelschap en een dag zeilen zorgen voor een gezonde honger. Na de maaltijd ga ik naar mijn boot, een goed boek zal de avond wel afmaken. Wat de crew zinnens is :::::::.. Op dag 2, regent het. Al van in de vroege morgen druppelt het. Het ontbijt verloopt in een rustige aangename sfeer en het weer noopt niet tot het onmiddellijk bestormen van de boten maar nadat wij allen wat talmen, besluiten we er toch maar op uit te trekken. Wind lijkt en is aangenaam. Er is een 3 / 4 aangekondigd en uiteindelijk is het ook dat wij krijgen. Jammer genoeg blijven ook vandaag die grijze zwarte dingen in onze buurt opduiken. Veel kunnen wij vermjden door af en toe wat dieper in zee te trekken maar spijts onze aandacht voor die vervelende buien, blijven wij toch niet helemaal gespaard. Heftige buien zoals die kanjer van gisteren blijven echter uit. Alleen doet de wisselende wind de bemanning reven en ontreven.
Het mooiste moment van de dag zit rond 1600 uur. Breydel, Blauwvoet en Orlent die in elkaars vaarwater enkele lange slagen trekken in het verlengde van de geul. De hemel kleurt weer blauw en er komt wat wind bij. Het lijkt wel of we de zee voor ons alleen hebben. Alles blinkt en fonkelt, ons zicht wordt door de plots krachtige zon pijnlijk helder en klaar. Natuurlijk kan het ook aan mijn bril liggen, want ik vond net een nog droge neusdoek en kon hem oppoetsen. Bovendien drogen wij allen heel snel op. Ook het ellendige koude gevoel van natte zeilpakken verdwijnt stap voor stap en alles fleurt op. Maar ja, enkele rakken later is het 17 uur geworden en varen wij binnen.
Jullie aan de helmstok, en in de geul worden de nodige voorbereidingen getroffen om de boot aanlegklaar te maken. Het grootzeil staat, de motor draait. Samen met ons vaart een Nederlandse zeilboot op. Zo één van die robuuste boten, Contest of Koopmans maar dan van een eerdere en dus ook mooie generatie. Aan het roer, een zeeman. Strak in zijn zeilpak met dito zwemvest, grijs haar met dikke snor en bakkebaarden. Een donker gelaat verweerd door zon en zee. Ook onze Jullie vindt het een prachtplaatje. Zij aan zij varen wij op grootzeil door de vaargeul. Er komt wat wind bij en die gooit er nog wat vaart bij. En dan, gaat hij iets sneller varen, loopt hij ons voorbij en als wij allen beamen dat dit best een leuke boot was, draait hij voor onze neus de geul in en blijft hij in het midden van de geul liggen. Er wordt geroepen en geschreeuwd. Ik op hem, hij op zijn vrouw die blijkbaar aan het roer zit. Wij zien, hij en ik nu, zien dat het moeilijk wordt. Ik wijk naar stuurboord waar mij wat ruimte rest, en hij vaart naar mij toe alsof hij perse wil kennismaken. Ik slaag er in het grootzeil aan te halen, gas bij te geven, en slaag nu terug aan bakboord weg te komen. Onze bemanning kan als ze het wil handje schudden met de andere bemanning maar onze verbazing was toen te groot om het leuk te vinden. Met op de achtergrond de welgemeende excuses van onze verkeersagressor en nog wat gegrol naar zijn eega toe, vervolgen wij onze weg. Wij leggen Breydel weer waar wij haar deze morgen hebben gevonden. Alles is ondertussen droog. Lijnen en vallen worden opgeschoten. Breydel wordt kant en klaar gemaakt voor de volgende dagen. Debriefing en wat administratie brengt ons later bij een warme douche. (weer water maar nu lauw, en zeker niet warm zoals Eric altijd beweert). Het avondmaal verloopt in een fijne sfeer. Die van het laatste week-end KV1 zijn geslaagd. De bemanning van Blauwvoet en Breydel is spijts het grillige weer overtuigd van de zee en de zeezeilschool. Er worden zelfs cursussen gepland.
Dank van mijnentwege aan Olivier, Jullie en Siegfried. Natuurlijk ook aan de andere deelnemers van het week-end maar hier ken ik alleen Bart en Kris. Guido