ASSE
Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013
OCMW Asse – Gemeentebestuur Asse – december 2007
INHOUDSTAFEL VOORWOORD
1-2
KORTE INHOUD
3-5
HOOFDSTUK 1: OMGEVINGSANALYSE 1.1 Procesbeschrijving 1.2 1.3 1.4
6-17 6-7
Analyse van de eigen organisatie 8-11 Analyse van de medespelers en actoren 12 Analyse van de brede en directe omgeving waarin het sociaal beleid zich afspeelt 13-17
HOOFDSTUK 2: EEN GEÏNTEGREERDE VISIE: DE AFSTEMMING MET ANDERE BELEIDSPLANNEN 18-20 HOOFDSTUK 3: MEERJARENPLAN 3.1 3.2
Procesbeschrijving Strategische en operationele doelstellingen en acties 3.2.1 Jeugd 3.2.2 Minderhedenbeleid 3.2.3 Ouderen 3.2.4 Tewerkstelling 3.2.5 Wonen 3.2.6 Algemene sociale dienstverlening
21-47 21-23 24-47 24-29 30-34 35-38 39-41 42-44 45-47
HOOFDSTUK 4: TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN 4.1 4.2
48-53 Samenwerkingsovereenkomst gemeente Asse en OCMW Asse inzake lokaal sociaal beleid 48-52 Concrete afspraken over communicatie, evaluatie en bijsturing van het plan 53
HOOFDSTUK 5: BETROKKENHEID
54-56
HOOFDSTUK 6: SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN
57-78
6.1
BIJLAGEN
Kinderopvang 2008-2013
57-78 81-281
1
VOORWOORD Dat het huidige maatschappelijke gebeuren gekenmerkt wordt door een permanent en bovendien snel evolueren, is algemeen geweten. Dit gegeven bemoeilijkt enigszins een preventief ingrijpen door de gemeente- en OCMW-diensten. Desalniettemin lijkt een louter curatief optreden niet langer aangewezen; een duidelijk, cliëntgericht, doch vooral flexibel lokaal sociaal beleidsplan (2008-2013) kon daarom niet langer uitblijven.
Dit plan biedt een beknopt overzicht van onze aspiraties; de vooropgestelde nieuwe projecten en doelstellingen moeten de dienstverlening in Asse nog meer allesomvattend en toegankelijk maken voor iedere burger.
Uiteraard blijft het onze prioriteit ervoor te zorgen dat elkeen een leven kan leiden conform de menselijke waardigheid. Niet alleen conceptueel zal ons gamma van dienstverlening met de wisselende tendensen in de maatschappij mee-evolueren, ook een infrastructurele heroriëntering moet toelaten om wat individuele behoeften betreft, korter op de bal te spelen.
De blijvende vergrijzing heeft haar weerslag op het beleid; het toenemende onevenwicht tussen vraag en aanbod inzake rust- en verzorgingfaciliteiten zal op korte termijn moeten worden hersteld. De aan de gang zijnde bouwwerken zijn reeds een belangrijke stap voorwaarts, al mogen we bij onze verdere ontwikkeling evenmin de thuiszorg uit het oog verliezen.
Naast de ouderen vormt ook de jeugdige populatie een groep die bijzondere aandacht verdient; begeleiding die bij wijze van spreken begint van in de wieg kan een blijvende ondersteuning vormen in een verdere levenswandel. Door advies en individuele begeleiding moet het jonge individu op zijn verantwoordelijkheden worden gewezen. Op alle maatschappelijke domeinen moet een vlotte integratie worden bewerkstelligd, niet in het minst in het kader van tewerkstelling.
2
Het is juist deze inschakeling in het professionele milieu, alsook een eventueel hiermee gepaard gaande opleiding, die de behoeftige een nieuwe impuls kan geven om steeds meer op eigen benen te gaan staan en het zelfbeeld op te krikken.
Individuele begeleiding, zeker wat betreft bepaalde zwakke groepen (verslaafden, jongeren,…) moet worden geoptimaliseerd.
Een andere belangrijke uitdaging vinden we terug in een verdere concretisering van het woonbeleid.
Het is evident dat een doorgedreven interactie met andere actoren ons geen windeieren zal leggen. Samenwerkingsverbanden tussen gemeente en OCMW, doch ook met andere instellingen (scholen, organisaties die het gemeentelijk belang overstijgen,…)
zullen
ongetwijfeld
een
positieve
invloed
hebben
op
de
maatschappelijke dienstverlening.
Met zekerheid durven we nu al stellen dat wanneer we over enkele jaren onze in dit beleidsplan uitgewerkte streefdoelen hebben waargemaakt, men zal moeten vaststellen dat we vandaag de juiste weg zijn ingeslagen.
André Van Droogenbroeck
Micheline De Mol
Schepen Sociale Zaken
Voorzitter OCMW
3
KORTE INHOUD
•
Korte schets van het decreet en van het doel van het plan
Artikel 4 van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het Lokaal Sociaal Beleid bepaalt dat het lokaal bestuur – gemeente én OCMW samen - één lokaal sociaal beleidsplan moet maken dat minstens de volgende elementen bevat:
1° een omgevingsanalyse; 2° een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal be leid; 3° een meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet van lokale middelen; 4° de taakverdeling en werkafspraken tussen de geme ente en het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn met betrekking tot de uitvoering van het meerjarenplan en de coördinerende rol van het lokaal bestuur zoals omschreven in artikel 6 en artikel 7; 5° een beschrijving van de wijze waarop de bevolkin g en lokale actoren bij de voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de uitvoering en de voortgang van het beleidsplan en van het lokaal sociaal beleid zullen betrokken worden. Dit artikel bepaalt ook dat het beleidsplan voor 31 december van het eerste jaar van een nieuwe legislatuur wordt goedgekeurd en een periode van zes jaar beslaat, met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar. De tussentijdse evaluatie gebeurt aan de hand van een sociale conjunctuurbarometer.
4
De Vlaamse Regering zal het model van de sociale conjunctuurbarometer bepalen en de gegevens jaarlijks ter beschikking stellen van de lokale besturen. Het beleidsplan wordt achtereenvolgens goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad en onmiddellijk na goedkeuring ter kennisgeving aan de Vlaamse regering bezorgd.
Een bijsturing van het beleid kan aanleiding geven tot een wijziging van het lokaal sociaal beleidsplan. De Vlaamse regering moet zo snel mogelijk op de hoogte worden gesteld van de wijzigingen.
De Vlaamse regering zal via uitvoeringsbesluiten het model van het lokaal sociaal beleidsplan bepalen.
•
Het Sociaal Huis
Het lokaal sociaal beleid beoogt een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de beoogde doelgroep. Hiertoe realiseert het lokaal bestuur een Sociaal Huis. Dit wordt dé plek waar burgers terecht kunnen met vragen rond de sociale dienstverlening in hun gemeente, buurt of wijk. Het Sociaal Huis heeft de opdracht zo ruim mogelijk informatie te verstrekken over ondermeer de mogelijke opvang- en hulpvormen en bestaande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op het lokale en regionale niveau. Er wordt tevens een loketfunctie gerealiseerd door het minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het lokaal bestuur. Door het tot stand brengen van een ruime samenwerking met lokale actoren wordt een doorverwijsfunctie gecreëerd. Het Sociaal Huis dient uiterlijk op 22 mei 2009 te worden gerealiseerd.
5
•
Belangrijkste vaststellingen en strategische doelstellingen
De opbouw van het lokaal sociaal beleidsplan gebeurde rond zes clusters, waarbij gewerkt werd aan de volgende strategische doelstellingen:
Het blijven voorzien in en optimaliseren van de dienstverlening die ervoor moet zorgen dat eenieder de mogelijkheid krijgt een leven te leiden conform de menselijke waardigheid;
De
uitbouw
van
een
goed
en
uitgebreid
gamma
van
tewerkstellingsmogelijkheden onder kwalitatief hoogstaande voorwaarden en begeleiding;
Het creëren van een jeugdvriendelijk klimaat binnen de gemeente;
Voorzien in de vereiste dienstverlening voor en het betrekken bij het sociale leven van ouderen;
Het wonen in Asse financieel haalbaar maken en in overeenstemming brengen met de kwaliteitseisen op intern en extern vlak;
Werk maken van een integraal minderhedenbeleid.
6
HOOFDSTUK 1: OMGEVINGSANALYSE
1.1
Procesbeschrijving
Een omgevingsanalyse vormt de basis, het fundament van een strategisch plan. De omgevingsanalyse dient als uitgangspunt om de beleidsprioriteiten te bepalen en aan visievorming te doen. Daarom is omgevingsanalyse een verplicht en noodzakelijk onderdeel van het lokaal sociaal beleidsplan. Een omgevingsanalyse is een analyse van de eigen organisatie in relatie tot de verschillende krachten en spelers uit de omgeving. Een omgevingsanalyse omvat: •
een analyse van de eigen organisatie (intern)
•
een analyse van de medespelers en actoren (extern)
•
een analyse van de brede en directe omgeving waarbinnen het beleid zich afspeelt (extern)
1.1.1. Onderdelen van een omgevingsanalyse
Analyse van de eigen organisatie
Bij een interne analyse kijkt de organisatie naar zichzelf. Welke verschillende diensten zijn er? Volgende elementen worden onder de loep genomen: personeel, (interne) organisatie, bestuur, financiën, efficiëntie van de werking, infrastructuur,… Wat zijn de sterke en zwakke punten?
Analyse van medespelers en actoren
Welk zijn de andere actoren die binnen het sociale beleidsdomein actief zijn? Met welke organisaties zijn er samenwerkingsverbanden (mogelijk) en aan welke organisaties worden diensten uitbesteed? Wat zijn de ‘concurrenten’, bijvoorbeeld
7
private initiatieven in de kinderopvang en de ouderenzorg, en wat zijn de partners, bijvoorbeeld poetsdiensten, warme maaltijden, mutualiteiten? De eerste stap die hier moet gezet worden is een inventarisatie van de medespelers. Hiervoor is de sociale kaart een handig instrument.
Analyse van de brede en directe omgeving waarin het sociaal beleid zich afspeelt.
‘Krachten’ die van buitenaf werken en waar een lokaal bestuur weinig invloed op kan uitoefenen, kunnen een effect hebben op de sociale situatie in de gemeente. We vinden ze terug in het letterwoord DESTEP: demografische, economische, sociale, technologische, ecologische en politieke factoren. Voorbeelden zijn:
Demografische factoren: bevolkingsgroei, vergrijzing van de bevolking, ontwikkeling van de bevolking, migraties,…..;
Economische factoren: lonen, werkgelegenheid en werkloosheid, groei quartaire sector, opleidingsniveau,…..;
Sociale factoren: verandering in normen en waarden, levenswijze (vb. meer opvang van ouderen binnen gezinnen),…;
Technologische factoren: medische technologie (kan leiden tot vb. meer thuisverzorging),….;
Ecologische factoren: overlast (vb. nachtvluchten) of gezondheidsrisico’s, sociale effecten van het ruimtelijk structuurplan,…….
Politieke factoren: regelgeving die opgelegd wordt of keuzes die gemaakt worden vanuit hogere overheden,…;
Van al deze algemene factoren is het vooral belangrijk in te schatten wat relevant is: wat heeft een uitwerking op onze organisatie, welke externe factoren hebben een impact op het welzijn in de gemeente? Zo proberen we de effecten van deze ontwikkelingen in te schatten op de bestaande doelgroepen, de sociale noden en het sociaal aanbod. Wat is het effect op wonen (huisvestingsprijzen), gezondheid, onderwijs en scholing, inkomen en op sociale uitsluiting binnen elk van deze thema’s?
8
1.2
Analyse van de eigen organisatie
Taalspelen Taal-o-theek Speel-o-theek Uitleendienst Opvang zieke kinderen Grappelpas, Swappas, Roefeldag
x x x
x x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
monitoren x x x x x
x x x
x jeugd x x
x x x
x x x x
x x x x
x x x x kinderen x
monitoren x x x x x x x x
x x x x
x begelei- x ders x x x x x x x
26 jaar – 55 jaar
18 – 25 JARIGEN
KANSARMEN
Drugpreventie Jeugdraad Jeugdbewegingen Huistaakbegeleiding
ALLOCHTONEN
JEUGD Kinderkribbe Dienst voor opvanggezinnen Voor- en naschoolse bewaking Polo-intentingen (registratie door burgerlijke stand Speelpleinwerking Jeugdhuizen JAC- JAC
PERSONEN MET EEN HANDICAP
DIENSTEN
OUDEREN
DOELGROEPEN
KINDEREN EN JONGEREN
1.2.1. Gemeentebestuur Asse
x Oudergroep
begeleiders x x
x
OUDEREN en THUISZORG Viering jubelarissen seniorenadviesraad Organisatie van vormingsactiviteiten Organisatie van ontspanningsactiviteiten Dienst Aangepast Vervoer Organisatie van sportactiviteiten Adviesraad zieken en personen met
x x x x x x x
ouderen ouderen ouderen
ouderen ouderen ouderen
ouderen ouderen ouderen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
9
een handicap
WONEN Toegankelijkheidsbeleid
x
x
x
x
x
x
x
TEWERKSTELLING EN OPLEIDING Sociale tewerkstellingsprojecten x Start sociale economie gemeente Partner werkwinkel
x
x
x
x
x
x
x
jeugd
x
x
x
x
x
x
x
SOCIALE DIENSTVERLENING EN ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING Aanvraagformulieren provinciale/nationale tussenkomsten Algemene administratieve ondersteuning Algemene sociale dienst Pensioenaanvragen en opvolging dossiers THAB – IVT/IT aanvragen en opvolging dossiers
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
10
1.2.2. OCMW Asse
Sociale Dienst Dienstverlening: - Leefloon - Financiële en materiële steun - Budgetbegeleiding - Kandidaat politiek vluchtelingen - Lokale adviescommissie (LAC) - Aanbod van voordelen - Financiële tussenkomst bij opname of verblijf in rusthuis - Hospitalisatiekosten - Tussenkomst bij uithuiszettingen - Andere problemen - Schuldbemiddeling
Dienst Ouderenzorg - thuiszorg Dienstverlening:
- Gezinszorg - Poetsdienst - Voorziening warme maaltijden aan huis - Klusjesdienst - Noodoproepsysteem - Kortverblijf - Mantelzorgtoelage - Zorgverzekering - Minder mobiele centrale - Vrijwilligerswerking - Dementiecafé - Oudergroep - Samenwerkingsinitiatief thuiszorg Asse - Andere problematieken
11
Dienst ouderenzorg: rust- en verzorgingstehuis Dienstverlening:
- Rusthuis Hingeheem - 55 rusthuisbedden + 33 RVT-bedden
Dienst Welzijn en revalidatie Dienstverlening:
- Tewerkstelling en opleiding - Wonen - Buurtwerking - Opvanggezinnen - Opvang kinderen tot 12 jaar buiten schooluren en tijdens vakantie - Nacht en/of weekendopvang kinderen tot 12 jaar in specifieke gevallen - Buitenschoolse opvang gehandicapte kinderen - Behandeling van kinderen en jongeren met leerstoornissen - Spraakstoornissen - Gedragstoornissen - Samenwerking met vzw Ahasverus
12
1.3
Analyse van de medespelers en actoren
Naar aanleiding van het lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007 werd een inventaris gemaakt van derde actoren die in het sociale beleidsdomein actief zijn binnen de grenzen van de gemeente. Deze lijst werd in het najaar van 2007 volledig geüpdatet en is terug te vinden in bijlage.
13
1.4. Analyse van de brede en directe omgeving waarin het sociaal beleid zich afspeelt: korte samenvatting Ligging Asse behoort tot de provincie Vlaams-Brabant en is gelegen ten noordwesten van Brussel, in het arrondissement Halle-Vilvoorde.
Asse heeft een oppervlakte van
4976ha. Ondanks een tamelijk dichte bevolking heeft deze gemeente nog een landelijk karakter behouden. Asse ligt langs de E40 (Brussel-Gent).
Er heeft zich vorige eeuw een sterke
industrialisatie voorgedaan. Ook nu nog wordt er heel wat werkgelegenheid geboden.
Bevolking Asse is de gemeente uit de ‘regio Noord’ van de provincie met het meest aantal inwoners.
Bovendien is er een hoge bevolkingsdichtheid (581 inwoners/km² in
vergelijking met 447 in Vlaanderen en 493 in Vlaams-Brabant). Naar de toekomst toe wordt nog een sterke toename van de bevolking voorspeld in Asse tegen 2025 (een toename van 7% tgo. 2005). Van 2000 tot 2004 is de toename van de bevolkingsaantallen mede te verklaren door het positief migratiesaldo (het verschil tussen het aantal inwijkingen en het aantal uitwijkingen van en naar Belgische gemeenten en het buitenland). Dit ligt voor Asse (3,8/1.000 inwoners) merkelijk hoger dan in de rest van Vlaanderen (2,3/1.000 inwoners), dan in Vlaams-Brabant (2,2/1.000 inwoners) en zelfs dan in het arrondissement Halle-Vilvoorde (3,2/1.000 inwoners). In Asse zijn, net zoals in de rest van Vlaanderen, vooral de leeftijdscategorieën 40 tot 44 en van 45 tot 49 sterk vertegenwoordigd. Dit duidt op een sterke vergrijzing in de komende tientallen jaren. Het percentage vrouwen ligt in deze bevolkingsgroep hoger dan het percentage mannen. Daarnaast valt het tevens op dat de groep minderjarigen (0-17 jaar) in Asse een groot aandeel van de bevolking uitmaken (20,6% van de totale bevolking).
14
Het aandeel gescheiden personen (7% van het totaal aantal inwoners) en weduwen en weduwnaars (7% van het totaal aantal inwoners) liggen hoog in Asse, zelfs hoger dan het percentage in Vlaanderen (respectievelijk 6,6% en 6,7%).
Huisvesting Als we kijken naar de evolutie van de woningprijzen op tien jaar tijd (1993 tot 2003) zien we dat er overal in de regio Halle-Vilvoorde een sterke stijging heeft plaatsgevonden. In Asse zijn de prijzen tijdens deze periode het minst sterk gestegen in vergelijking met andere gemeente uit de Brusselse rand. De kleine en middelgrote woningen zijn in Asse beter betaalbaar, ten opzichte van deze in Vlaams-Brabant. Toch liggen de prijzen boven het Vlaams gemiddelde. Wat betreft het aantal huurders in vergelijking met het aantal eigenaars (cijfers van 2001) komt Asse boven het gemiddelde van Vlaanderen. In 2001 was 73.2% van de inwoners eigenaar van een woning. Dit is opvallend aangezien in meer landelijke gemeenten normaal het aantal eigenaars hoog is. Opvallend is tevens dat Asse boven het gemiddelde van Vlaanderen en VlaamsBrabant uitkomt wat betreft het aantal bebouwde oppervlakte t.o.v. de totale oppervlakte. De meeste woningen in Asse hebben een groot of middelmatig comfort en de oppervlakte per inwoner (totale oppervlakte van alle woningen/totaal aantal inwoners) is hoger dan het gemiddelde in Vlaanderen. In vergelijking met de rest van Vlaams-Brabant zijn er weinig open bebouwingen (42,8% in vergelijking met 49,8%). Asse telt procentueel veel huurwoningen van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.
Ouderen Tussen 2000 en 2005 is het aandeel 60-plussers reeds lichtjes toegenomen (van 22,4% naar 22,9%). De prognoses voor 2010 voorspellen een verdere toename. Voor 2025 zien we ten opzichte van 2005 een toename van 22,4% naar 29,8%. Alle gemeenten in de regio Halle-Vilvoorde zullen in 2025 rond de 30% ouderen uitkomen. Bij deze groep ouderen is een niet onbelangrijke groep van hoogbejaarden (80plussers). In Asse bedraagt hun aandeel meer dan van 4% van de totale bevolking. Dit percentage evenaart het percentage van Vlaams-Brabant en Vlaanderen. De
15
interne vergrijzing (het aandeel hoogbejaarden binnen het totaal van 60-plussers) in Asse is vergelijkbaar met deze in Vlaanderen en Vlaams-Brabant.
Maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren Een eerste groep jongeren en kinderen die een verhoogd risico lopen op een zwakke maatschappelijke positie zijn kinderen geboren in een kansarm gezin. Opvallend is dat het aantal kinderen in dit geval in de regio Halle-Vilvoorde laag is. In Asse (1,4%) blijft het aantal zelfs ver onder het gemiddelde van Vlaanderen (6,1%). Een tweede opmerkelijk gegeven is de hoge jongerenwerkloosheid in Asse (8,5% van de jongeren). Asse is hiermee de enige gemeente uit de regio die boven het gemiddelde van Vlaams-Brabant komt (8,3%) maar scoort in vergelijking met het Vlaams gemiddelde (11,2%) nog niet zo slecht. Daar tegenover staat dan wel dat de jongerenwerkloosheid ten opzicht van 2000 sterk gestegen is. Een derde vaststelling is dat het aandeel van de jongeren (-25 jaar) binnen de groep leefloners een derde bedraagt. De laatste opvallende tendens is het aandeel leerlingen met schoolse vertraging (vertraging die een leerling oploopt ten opzicht van de groep leerlingen waarmee hij/zij gestart is door zittenblijven, ziekte of atypische studieovergangen) in Asse en dit zowel in het lager (12,8%) als in het secundair onderwijs (27,6%) in vergelijking met de rest van Vlaams-Brabant (respectievelijk 10,7% en 25,4%). Tegengesteld aan deze cijfers zien we wel het lage aantal leerlingen in het Buitengewoon Onderwijs in vergelijking met de rest van de provincie.
Allochtonen (mensen met een andere etnische afkomst) Asse telt een niet laag percentage niet-Belgen (4,3%) en dit zijn vooral mensen van beroepsactieve leeftijd (20-65 jaar) maar in vergelijking met het arrondissement Halle-Vilvoorde (7,2%) Vlaams-Brabant (6,1%) en de Vlaanderen (4,9%) liggen de cijfers beduidend lager. Meer dan een vierde van de niet-Belgen in Asse is afkomstig uit buurlanden (vooral Spanje, Italië en Portugal) en meer dan de helft uit EU-landen. De niet-Belgen afkomstig uit lage inkomenslanden vinden we vooral terug in de rand, dus ook in Asse. Ten opzicht van de totale bevolking vinden we veel personen van Marokkaanse en Turkse nationaliteit terug in Asse, al blijven ook deze cijfers onder het Vlaams
16
gemiddelde. Dit zijn twee nationaliteiten waarvan al veel mensen de Belgische nationaliteit hebben verworven. Asse heeft relatief gezien wel een heel hoog aandeel erkende vluchtelingen (bijna 2/1.000 inwoners) in vergelijking met Vlaanderen (0,7/1.000 inwoners). Bovendien zijn er in Asse veel nieuwkomers (immigranten) ten opzichte van de totale bevolking, maar de cijfers blijven toch relatief laag in vergelijking met de rest van het arrondissement. In Asse ligt het aandeel Belgen onder de werklozen, in tegenstelling tot de meeste gemeenten, niet boven de 90%. In Asse zijn er dus tamelijk veel werklozen met een nationaliteit van buiten de EU. De cijfers op basis van de etniciteit (gebaseerd op de voor- en achternaam van de werkzoekenden) waarbij dus ook de genaturaliseerden inbegrepen zijn, liggen in Asse ook opvallend hoog in vergelijking met het gemiddelde van het Vlaams Gewest.
Personen met een handicap Zowel op het gebied van het aandeel gehandicapten als het gebruik van uitkeringen zijn de cijfers laag in de regio Halle-Vilvoorde en in Asse.
Kwetsbare gezinnen Alleenstaanden en alleenstaande ouders vinden we vooral terug in de rand rond Brussel en in verstedelijkte gemeenten. Asse is hierop geen uitzondering en telt heel wat alleenstaande ouders onder het totaal aantal huishoudens. Daarnaast telt onze gemeente ook veel alleenstaanden in vergelijking met de andere gemeenten uit het arrondissement. Bovendien is de kloof tussen alleenstaande mannen (41,3%) en alleenstaande vrouwen (58,7%) opvallend groot.
Werkloosheid De werkloosheidscijfers (aantal niet werkende werkzoekenden) zijn hoog in Asse (6,8%) in tegenstelling tot de lage werkloosheidsgraad in de rest van de provincie (6,2%) en kent een stijgende tendens. De werkzaamheidsgraad (het aantal werkenden ten opzichte van de bevolking) daarentegen ligt in Asse tamelijk hoog. Dit kan betekenen dat er een kleiner aandeel niet-werkzoekenden, zoals thuiswerkende vrouwen en studenten, woont.
17
De werkgelegenheidsgraad (aantal arbeidsplaatsen voor de beroepsactieve bevolking in de eigen gemeente) daarentegen is zeer hoog, namelijk meer dan 80%. Waarschijnlijk worden dus veel van de aangeboden jobs niet ingenomen door inwoners van de eigen gemeente en zijn er dus veel pendelaars naar Asse. Het percentage langdurig (21,4%), oudere (>40 jaar) (41,8%) en laaggeschoolde (46,8%) werklozen binnen de groep werklozen ligt hoog in Asse.
Lage inkomens Opvallend is dat het gemiddeld inkomen in Asse lager ligt dan in de regio HalleVilvoorde. Het percentage hoge inkomens ligt lager dan het percentage lage inkomens. In tegenstelling tot de rest van Vlaams-Brabant (2,5/1.000) heeft Asse behoorlijk wat leefloners (3,4/1.000). We zitten echter nog onder het Vlaams gemiddelde (3,9/1.000). Het
aantal
begunstigden
van
een
verhoogde
tegemoetkoming
in
de
ziekteverzekering in Asse (64,4/1.000 inwoners) ligt hoger dan in de rest van het arrondissement (57,5/1.000 inwoners) en de provincie (64/1.000 inwoners).
18
HOOFDSTUK 2: EEN GEÏNTEGREERDE VISIE: DE AFSTEMMING MET ANDERE BELEIDSPLANNEN
Het lokaal sociaal beleidsplan heeft betrekking op elke burger maar met bijzondere aandacht voor kansengroepen: senioren, zieke personen en mensen met een handicap, kansarmen,… Deze specifieke aandacht vinden we ook terug in de verschillende gemeentelijke beleidsplannen zoals daar zijn: jeugdbeleidsplan, lokaal beleidsplan kinderopvang (thans volledig geïntegreerd in het lokaal sociaal beleidsplan), sportbeleidsplan en geïntegreerd cultuurbeleidsplan.
Jeugd is één van de clusters die opgenomen is in het lokaal sociaal beleidsplan. De doelstellingen die hierin werden opgenomen, zijn allemaal terug te vinden in het jeugdbeleidsplan en het geïntegreerde lokaal beleidsplan kinderopvang. In deze plannen is de aandacht voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren een rode draad doorheen alle hoofdstukken. Er wordt aandacht besteed aan kinderen en jongeren met een handicap, etnisch culturele minderheden,
jongeren die
maatschappelijk kwetsbaar zijn door taalachterstand (taalspelen, Taal-o-theek, taallessen voor ouders), druggebruik, kansarmoede (vrijetijdscheques), gebrekkige kennis van de informaticatechnologieën (Easy-e space) en dergelijke.
Het geïntegreerd cultuurbeleidsplan wil een beleid uitwerken waarbij zoveel mogelijk Assenaren kunnen deelnemen aan het cultuurleven. Ook kansengroepen moeten maximaal kunnen deelnemen en daarom gaat bijzondere aandacht naar hen. Wat allochtonen betreft zal er meer overleg en afstemming georganiseerd worden rond de cursussen Nederlands (NT2). De zorg om te werken rond cursussen Nederlands is tevens terug te vinden in de clusters Wonen en tewerkstelling (cfr. infra). Zowel in de cluster Algemene dienstverlening als in het cultuurbeleidsplan staan acties vermeld rond het systeem van de vrijetijdscheques voor mensen met een beperkt inkomen.
19
De samenwerking met het Toegankelijkheidsbureau rond het toegankelijk maken van openbare gebouwen, die vermeld wordt in de clusters Ouderen en Algemene dienstverlening, wordt in het cultuurbeleidsplan meer specifiek uitgewerkt, met name rond de culturele infrastructuur (plannen nieuwe cultuurzaal, site Oud Gasthuis). In de cluster Jeugd wordt vermeld dat er acties moeten komen ter bevordering van de culturele ontplooiing van jongeren. In het cultuurbeleidsplan worden hieromtrent volgende acties omschreven: het creëren van een specifiek programma-aanbod voor jongeren in het CC, het bouwen van een repetitieruimte voor jonge muziekgroepen, de uitgave van een brochure over de vrijetijdsbesteding van jongeren. In de cluster Algemene dienstverlening staat het volgende vermeld: ‘Het lokaal bestuur werkt samen met de gemeentelijk cultuurdienst ten einde een volwaardige participatie te garanderen van personen met een handicap, senioren, allochtonen,… aan het culturele leven in de gemeente.’ In het cultuurbeleidsplan zijn concrete acties hier rond uitgewerkt.
De missie van het sportbeleidsplan luidt als volgt: ‘Een sportbeleid voeren om het sportklimaat in Asse te optimaliseren, en zoveel mogelijk inwoners zo regelmatig mogelijk
te
laten
bewegen
en
sporten
in
kwaliteitsvolle
en
aangepaste
omstandigheden.’ Omdat dit niet voor iedereen even evident is, worden er voor bepaalde doelgroepen specifieke acties ondernomen. In de cluster Jeugd wordt vermeld dat er acties moeten komen om de jongeren te leiden naar het reguliere sportaanbod. In het sportbeleidsplan zelf wordt tevens de kaart getrokken van sportclubs met jongerenwerking. Door hen een directe financiële ondersteuning te geven via een subsidiereglement wordt het accent gelegd op jongerenwerking. De cluster Ouderen vermeldt dat er een samenwerking moet komen de gemeentelijke sportdienst om een aanbod te creëren voor bewoners van rusthuizen en senioren in het algemeen. Deze doelstelling werd tevens expliciet opgenomen in het sportbeleidsplan (bijvoorbeeld het organiseren van een seniorensportdag, de organisatie van wandelingen in samenwerking met de ouderenadviesraad,…).
20
In de cluster Minderheden wordt gesteld dat lidmaatschap van allochtonen van sportclubs moet gestimuleerd worden. Deze bekommernis vinden we tevens terug in het sportbeleidsplan. We stellen vast dat ook andere kansengroepen opgenomen worden in het sportbeleidsplan. Voor mensen met een handicap werden bijvoorbeeld specifieke doelstellingen opgenomen (bijvoorbeeld de organisatie van een sportdag voor mensen met een handicap).
Alle doelstellingen vermeld in de cluster Minderheden worden verder uitgewerkt in het minderhedenbeleidsplan dat door het gemeentebestuur wordt opgemaakt.
In het gemeentelijk beleidsplan 2007-2012 wordt aandacht geschonken aan: De service door de sociale dienst in verband met administratieve
afhandelingen
van
de
de verschillende
pensioendossiers
en
de
tegemoetkomingen voor personen met een handicap; Gelijke kansenbeleid voor personen met een handicap; Tewerkstelling; Senioren (cfr. Ouderenbeleidsplan); Informatieverstrekking: (cfr. Hoofdstuk informatiedienst) informatiegids voor personen met lees- en schrijfmoeilijkheden, de screening van gemeentelijke publicaties door het Toegankelijkheidsbureau en het onthaal van anderstalige nieuwe inwoners.
Er dient te worden vastgesteld dat er veel afstemming is met het lokaal sociaal beleidsplan.
21
HOOFDSTUK 3: MEERJARENPLAN 3.1. Procesbeschrijving Voor de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 werd vertrokken vanuit een uitgebreide omgevingsanalyse. Hierbij werd rekening gehouden met de volgende aspecten:
3.1.1. De externe werkomgeving: waarbij werd onderzocht hoe bepaalde veranderingen in de economische, technologische, sociaal-culturele en politieke omgeving gedurende de strategische planperiode directe of indirecte gevolgen zullen hebben voor het gemeentelijk beleid. Hierbij werd voornamelijk gebruik gemaakt van het rapport opgemaakt door het steunpunt sociale planning van de provincie Vlaams-Brabant, houdende uitgebreide cijfergegevens op gemeentelijk niveau (zie bijlage).
3.1.2. De directe taakomgeving: waarbij aandacht wordt besteed aan het eigenlijke werkveld waarbinnen de diensten van gemeente en OCMW opereren en waarbij de derde actoren die binnen de gemeente actief zijn, geïnventariseerd worden. Deze derde actoren werden allen gecontacteerd en de gegevens, die tevens dienstig zullen zijn bij de opstart van het sociaal huis, werden gebundeld (zie bijlage).
3.1.3 De eigen werkomgeving: waarbij op basis van een uitgebreide SWOTanalyse op zoek werd gegaan naar de sterktes en zwaktes van de eigen dienstverlening. Hiertoe werd het dienstverleningsaanbod opgesplitst in de volgende zes clusters: ouderen, jeugd, wonen, tewerkstelling, minderhedenbeleid en algemene sociale dienst. In een eerste fase werd per cluster een vergadering gehouden met de op het desbetreffende domein actief zijnde ambtenaren.
22
Vervolgens werden deze vergaderingen overgedaan in aanwezigheid van de derde actoren die binnen de gemeente dienstverlening aanbieden in een of meerdere clusters. De gemeente Asse hecht veel belang aan de visie van de burger en organiseerde
hiertoe
een
sociale
ronde
waarbij
verschillende
gespreksavonden werden gehouden in de Assese deelgemeenten (verslag zie bijlage).
Strenghts
SWOT
Threats
ANALYSE
Weaknesses
Opportunities
Behoudens de eigen sterkten en zwakten van de gemeentelijke dienstverlening, bevat de SWOT-analyse tevens sterkten en zwakten van andere actoren, alsook externe factoren die mogelijkheden of bedreigingen voor de eigen werking met zich meebrengen.
Een lokaal sociaal beleidsplan vereist dat uit de omgevings- en SWOT-analyse keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld.
23
Waar staan we nu?
Waar willen we naar toe?
Met welke middelen?
Welke zijn onze prioriteiten?
Hoe willen we die realiseren?
De gemaakte keuzes en de weerhouden prioriteiten dienen te worden omgezet in strategische en operationele doelstellingen. De hieraan gekoppelde acties bepalen het beleid van de volgende legislatuur.
De financiële gevolgen van de uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan kaderen volledig binnen het door OCMW- en gemeentebestuur opgemaakte meerjarenplan. Jaarlijks zal bij het opmaken van de budgetten rekening gehouden worden met de vooropgestelde operationele doelstellingen en acties en de mate waarin deze gerealiseerd worden.
24
3.2. Strategische en operationele doelstellingen en acties 3.2.1. JEUGD
3.2.1.1.
Strategische doelstelling:
creëren van een jeugdvriendelijk
klimaat binnen de gemeente.
3.2.1.1.1. Operationele Doelstellingen
a) Verhogen van het aanbod aan kinderopvang.
Acties: •
Verdere uitbouw aantal onthaalouders verbonden aan de door Kind & Gezin erkende dienst voor opvanggezinnen – 2008-2013.
•
Bij een nieuwbouw of bij verbouwingen wordt er ruimte voorzien om extra gesubsidieerde opvangplaatsen te creëren – 2008-2013.
•
Creatieve oplossingen binnen de gemeente Asse promoten. Vb. ouders die beurtelings op elkaars kinderen letten, grootouders die hun kleinkinderen opvangen – 2008-2013.
•
Er wordt nagegaan of er middelen kunnen vrijgemaakt worden om extra opvangplaatsen te creëren – 2008-2013.
•
Blijven steunen van initiatieven, zoals sportkampen, die zorgen voor opvang tijdens de vakantieperiodes – 2008-2013.
•
Integratie van het volledige aanbod uit de gemeente binnen het centrum voor kinderopvang (CKO) Hopsassa – 2008-2013.
•
Verdere uitbouw van flexibele en occasionele opvang – 2008-2013.
25
b) Uitbouw van het Centrum voor Kinderopvang (CKO) Hopsassa.
Acties: • Verdere uitbouw en ondersteuning van het CKO met subsidies (indien mogelijk), hetzij door ondersteuning van het lokaal bestuur – 2008-2013. •
Integratie van het volledige aanbod kinderopvang uit de gemeente binnen het centrum voor kinderopvang (CKO) Hopsassa – 2008-2013.
c) Beter afstemmen van communicatie en informatie op álle kinderen
en
jongeren,
met
specifieke
aandacht
voor
maatschappelijk kwetsbare jongeren.
Acties: • Uitbouw
permanentie
van
het
JAC
in
de
gebouwen
van
vzw
Jeugdwerking/Jeugddienst, waardoor een nauwe samenwerking met het huidige JIP mogelijk is – 2008-2013. • Plaatsen van JIP-infozuilen op publieke plaatsen waar veel jongeren over de vloer komen en waardoor op laagdrempelige manier informatie verspreid kan worden en een eerste stap kan worden geboden in de zoektocht naar antwoorden, tips of hulp. 2008-2010. • Maatschappelijk kwetsbare jongeren proberen te bereiken met informatie over vrijetijdsactiviteiten die georganiseerd worden in Groot-Asse. Dit kan door deze informatie te verspreiden via reeds bestaande kanalen zoals Taalspelen, sleutelfiguren, organisaties die lid zijn van het welzijnsoverleg, ouderparticipatie in scholen. 2008-2010. • Toeleiding
naar
bestaande
jeugd-,
sport-
en
cultuurinitiatieven,
respectievelijk in 2008, 2009 en 2010. • Nagaan mogelijkheid tot opstarten van een opvoedingswinkel – 2008.
26
d) Kwaliteit van de opvang in de scholen verhogen.
Acties: • Zorgen voor voldoende personeel en de nodige vorming – 2008-2013. •
Voorzien van een ‘vliegende’ begeleidster om in te springen in de scholen in geval van ziekte – schooljaar 2008-2009.
•
Verbeteren van het personeelsstatuut voor de toezicht(st)ers van de scholen – schooljaar 2008-2009.
• Zorgen voor aangepaste infrastructuur – 2008-2013. •
Budget voorzien om ieder jaar spelmateriaal aan te kopen voor de voor- en naschoolse opvang in de scholen – 2008-2013.
e) Jongeren begeleiden naar de arbeidsmarkt.
Acties: •
Via arbeidsbegeleiding zorgen voor tewerkstellingsmogelijkheden en de permanente opvolging ervan - 2008-2013.
•
Meerderjarigen tot 25 jaar het recht op maatschappelijke integratie bieden door middel van een arbeidscontract, hetzij een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie dat binnen bepaalde periode leidt tot een arbeidsovereenkomst – 2008-2013.
•
Jongeren stimuleren en ondersteunen om verder te studeren aan de hand van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie – 2008-2013.
•
Extra aandacht schenken aan specifieke doelgroepen zoals zeer laag geschoolden, allochtonen, verslaafden,… - 2008-2013
•
Samenwerkingsverbanden
met
derde
PWA,…) verder benutten - 2008-2013.
actoren
(Werkwinkel,
VDAB,
27
•
Samenwerkingsverbanden aangaan om naast tewerkstelling bij OCMW en gemeente
ook
bij
andere
instellingen
of
bedrijven
tewerkstellingsmogelijkheden te voorzien (60§7, SINE,…) – 2008-2013.
f) Jongeren ondersteunen in het zelfstandig wonen en leven.
Acties: •
Vanuit de diensten wonen en buurtwerking aandacht besteden aan de situatie van jonge huurders – 2008-2013.
•
Samenwerkingsverbanden aangaan in verband met begeleid wonen (CAW Delta) – 2008-2013.
•
Samenwerking met de kraanvogel: het bekendmaken van de kraanvogel bij de jongeren, met bijzondere aandacht voor jongeren +16 – 2008–2013.
g) Bestrijden van de drugproblematiek.
Acties: •
Heropstart drugplatform – 2008-2013.
•
Opzetten van acties i.s.m. gemeentelijke jeugddienst, JAC, politie, scholen, CLB, buurtwerking - 2008-2013.
h) Voorzien in ontspanningsmogelijkheden voor de jeugd.
Acties: •
Verder benutten van mogelijkheden geboden in het kader van de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing – 2008-2013.
•
Een permanente evaluatie van het systeem van de vrijetijdscheques: vooraf/achteraf goedkeuring, eenmalige aanvraag, aanvraag per activiteit;
28
manier
van
infoverspreiding
en
open
communicatie
naar
de
vereniging/doelgroep - 2008 – 2013. •
Aanbieden van computerlessen voor jongeren (Easy–e-Space) – 2008– 2013.
i) Het bevorderen van de integratie van anderstalige jeugd van Asse en Zellik en op die manier het samenleven kleurrijker en waardevoller maken.
Acties: •
Het organiseren van een samenwerking tussen de verschillende lokale diensten om de activiteiten voor maatschappelijk kwetsbare jongeren drempelverlagend te maken. Zo wordt aan rondhangende jongeren een interessant alternatief geboden - 2008 – 2013.
•
Het ondersteunen van de zelforganisaties - 2008 – 2013.
•
Het ondersteunen van nieuwe projecten die integratiebevorderend werken (vb. JAC, FC Brussels) - 2008 – 2013.
•
Werken aan een kwaliteitsvolle opvang van nieuwkomers en een duidelijke doorstroming van informatie - 2008 – 2013.
•
Centralisatie van taallessen – organisatie van de taalspelen - 2008 – 2013
•
Bij
het
organiseren
van
activiteiten
rekening
houden
met
de
maatschappelijk kwetsbare jongeren zodat het onveiligheidsgevoel en de negatieve beeldvorming bij de bevolking wordt weggewerkt - 2008 – 2013 •
Het organiseren van een samenwerking tussen de buitenschoolse opvang in Zellik, de taal-o-theek en de computerruimte.
•
Integratie via bestaande kanalen zoals huistaakbegeleiding, taal-o-theek, taalspelen voor kleuters, Spinibo – 2008-2013.
29
j) Verhogen van de aandacht voor kinderen en jongeren met een handicap (inclusie).
Acties: •
Het behouden en verbeteren van de inclusieve werking (naar jongeren met een handicap) van de vakantiespeelpleinen en het IBO - 2008-2013.
•
Bij heraanleg speelpleintjes rekening houden met de toegankelijkheid voor kinderen met een fysieke handicap; ook de toegangsweg naar de speelpleinen.
•
Aandacht voor kinderen en jongeren met een handicap bij de programmatie van Swap- en Grabbelpasactiviteiten - 2008-2013.
•
Nagaan van de mogelijkheden voor het toegankelijk maken van fuiven, jeugdhuizen en evenementen voor jongeren met een handicap – 2008– 2013.
30
3.2.2. MINDERHEDENBELEID
3.2.2.1.
Strategische doelstelling:
Asse maakt werk van een
integraal minderhedenbeleid.
3.2.2.1.1.
a) Het
Operationele Doelstellingen
creëren
van
een
algemeen
kader
voor
het
minderhedenbeleid.
Acties: •
Opmaken van een omgevingsanalyse rond etnisch-culturele minderheden in Asse, als voorbereiding op het minderhedenbeleidsplan – 2008.
•
De opmaak van een minderhedenbeleidsplan voor de gemeente – 2007– 2008.
•
Aanwerving
van
een
integratiemedewerker,
bepalen
van
de
functieomschrijving van de integratiemedewerker en opname van de integratiedienst in het organigram van de gemeente – 2008. •
De oprichting van een gemeentelijke integratiedienst - 2008–2013.
•
Het
ondersteunen
van
de
acties
geformuleerd
binnen
het
minderhedenbeleidsplan - 2008–2013. •
Integratie
van
het
diversiteitbeleid
in
de
beslissingen
van
het
gemeentebestuur, het diensthoofdenoverleg en diverse beleidsplannen 2008-2013.
31
b) Het creëren van de nodige voorwaarden tot een integraal minderhedenbeleid.
Acties: •
Het bestendigen van het aanbod NT2 en een eventuele uitbreiding van het aanbod in functie van de behoeften – 2008–2013.
•
Het ondersteunen van de schoolprojecten rond integratie met de nadruk op het aspect communicatie. Het stimuleren van de samenwerking van de scholen met andere organisaties binnen de sector - 2008–2013.
•
Overleg en samenwerking met CAW - 2008–2013.
•
Het organiseren van occasionele kinderopvang tijdens de lessen Nederlands - 2008–2013.
•
Mogelijkheden nagaan van occasionele kinderopvang in functie van tewerkstelling - 2008–2013.
•
Interculturalisering van verschillenden diensten binnen OCMW
en
gemeente: politie, welzijn en gezondheid, tewerkstelling, wonen, sport, jeugd, cultuur en onderwijs – 2008-2013. •
Aanbieden van vorming voor personeelsleden rond samenleven in diversiteit –2008-2013.
•
Verdere uitbouw van inburgeringcursussen en arbeidstrajectbegeleiding – 2008-2014.
•
Op zoek gaan naar de meest toegankelijke manier van participatie van etnisch-culturele minderheden in de gemeente op maatschappelijke en bestuurlijk vlak - 2008-2013.
32
c) Het verbeteren van de toegankelijkheid van diensten en organisaties werkzaam in deze sector.
Acties: •
Analyse van de toegankelijkheid van diensten door het verzamelen van cijfergegevens over het bereik van etnisch-culturele minderheden, die diversiteitsmetingen mogelijk maken – 2008-2010.
•
Analyse van de toegankelijkheid van de infrastructuur (signalisatie en bewegwijzering) van diensten en organisaties voor etnisch-culturele minderheden – 2008-2010.
•
Inventarisatie en bekendmaking van deze diensten - 2008–2013.
•
Het organiseren van overleg tussen de verschillende diensten om te komen tot een betere samenwerking - 2008–2013.
•
Het informeren van de burgers die deel uitmaken van een etnisch culturele minderheid - 2008–2013.
•
Het aanbod van informatie en diensten centraliseren in een sociaal huis 2008-2013.
•
Aandacht voor toegankelijk taalgebruik bij de verspreiding van informatie naar de bevolking. Bijvoorbeeld door de opmaak van een informatiegids met eenvoudig taalgebruik voor nieuwe inwoners - 2008-2013.
d) Het verbeteren van de culturele integratie.
Acties: •
Het stimuleren van toeleiding van de doelgroep naar het reguliere sport-, cultuur- en jeugdwerkaanbod - 2008-2013.
•
Het ondersteunen van de zelforganisaties. Zij zijn belangrijk
als
communicatiekanaal naar de doelgroep - 2008–2013. •
Het aanwenden van middelen voor socio-culturele en sportieve participatie voor deze doelgroepen - 2008–2013.
33
•
Werken aan positieve beeldvorming naar etnisch-culturele minderheden bij de autochtone bevolking door informatie, participatie en sociale activiteiten en acties – 2008-2013.
•
Aandacht voor toegankelijkheid van feesten en grote activiteiten voor etnisch-culturele minderheden in de gemeente: Helse Hopduvelfeesten, Dag van het Park, Carnaval, Open Straatdag, jeugdboekenweek,... – 2008-2013.
e) Uitbouw van de buurtwerking over het volledige grondgebied van de gemeente.
Acties: •
Opstart
laagdrempelige
buurtwerkhuizen
vanuit
een
kleinschalige
territoriale aanpak – 2008-2013. •
Integrale benadering van de buurtproblemen vertrekkend vanuit de behoeften van de bewoners – 2008-2013.
•
Bevorderen van bewonersparticipatie door het creëren van ontmoeting en integratie, activering en mobilisering – 2008-2013.
•
Opzetten van netwerkvorming en samenwerkingsprojecten – 2008-2013.
•
Het integreren van sportactiviteiten voor allochtonen (zie samenwerking tussen FC Brussels voor de Zellikse jeugdploegen voetbal) – 2008–2013.
•
Er wordt nagegaan of er een samenwerking kan ontstaan tussen de buurtwerking van OCMW Asse en de organisatie van occasionele opvang – 2008-2013.
•
Aanwerving van een straathoekwerker te Zellik – 2008-2013.
34
f) Opstart van burenbemiddeling.
Acties: •
Vanuit een lokaal overleg en provinciale ondersteuning een dienst burenbemiddeling opstarten met een centraal aanspreekpunt en gevormde professionele en vrijwillige burenbemiddelaars – 2008-2013.
•
Door toedoen van professioneel gevormde burenbemiddelaars het project vanuit de lokale buurtencentra overbrengen naar bevolking en vrijwilligers 2008-2013.
35
3.2.3. OUDEREN
3.2.3.1.
Strategische
doelstelling:
voorzien
in
de
vereiste
dienstverlening voor en betrekken bij het sociale leven van ouderen.
3.2.3.1.1.
a)
Operationele doelstellingen
Ouderen zolang mogelijk de kans bieden om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen.
Acties: •
Verstrekken
van
een
mantelzorgtoelage
en
herbekijken
van
de
toewijzingscriteria – 2008-2013. •
Verdere uitbouw Mindermobielencentrale – 2008-2013.
•
Verzorgen van maaltijden aan huis en voorzien in een vlotte overgang naar een koude lijn – 2008-2013.
•
Aanbieden gezinszorg en indienen van een aanvraag voor uitbreiding van het urencontingent bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid – 2008-2013.
•
Verstrekken van poetshulp – 2008-2013.
•
Verdere uitbouw van een oppasdienst op basis van vrijwilligers – 20082013.
•
Klusjesdienst
aan
huis
en
voorzien
van
vormingen
voor
deze
personeelsleden – 2008-2013. •
In het nieuwe rusthuis van het OCMW worden 15 kamers voor dagopvang voorzien – 2010.
•
In het nieuwe rusthuis van het OCMW worden 7 kamers voor kortverblijf voorzien – 2010.
•
Uitbouw van een buurtwerking op het volledige grondgebied van de gemeente – 2008–2013.
36
•
Bestrijden van het onveiligheidsgevoel, ondermeer via buurtwerking – 2008-2013.
•
Intensief samenwerken met het Toegankelijkheidsbureau om publieke plaatsen toegankelijker te maken of eigen woning aan te passen aan het ouder worden – 2008-2013.
•
Informatie terzake bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis – 2009.
b)
Voorzien in regelmatige contacten met en evenementen voor ouderen, teneinde een netwerk op te bouwen via sociale contacten en aldus de vereenzaming te bestrijden.
Acties: •
Verdere uitbouw van een oppasdienst op basis van vrijwilligers – 20082013.
•
Uitbouw van een buurtwerking op het volledige grondgebied van de gemeente – 2008–2013.
•
Het organiseren van vrijblijvende buurtbijeenkomsten waarop ouderen uitgenodigd worden rond een bepaalde buurt- of ouderenproblematiek 2008–2013.
•
Opstart ondersteunende telefooncentrale op basis van vrijwilligers – 20082013.
•
Aanbieden van computerlessen voor ouderen – 2008–2013.
•
In samenwerking met de ouderenadviesraad worden de ontspanning- en vormingsnamiddagen mogelijkheden
in
behouden
functie
van
en de
wordt
gezocht
toekomstige
jonge
naar
nieuwe
en
actieve
gepensioneerden - 2008–2013. •
In samenwerking met de gemeentelijke sportdienst een aanbod creëren van sportactiviteiten zowel naar bewoners van rusthuizen als naar de andere senioren - 2008-2013.
•
Integratie van allochtonen binnen ouderen- en vrijwilligerswerking – 20082013.
•
Informatie terzake bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis – 2009.
37
c)
Het verhogen van de toegankelijkheid van publieke plaatsen.
Acties: •
Intensief samenwerken met het Toegankelijkheidsbureau om publieke plaatsen toegankelijker te maken of eigen woning aan te passen aan het ouder worden – 2008-2013.
•
Realisatie nieuwbouw rusthuis conform toegankelijkheidsvoorschriften – 2010.
•
Verdere uitbouw Mindermobielencentrale – 2008-2013.
•
Informatie terzake bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis – 2009.
d)
Het verhogen van het comfort van de residenten van het rusthuis.
Acties: •
Realisatie rusthuis conform moderne technieken en voorzieningen – 2010.
e)
De ouderen moeten zich veilig voelen
Acties: •
Wijkagenten worden voorgesteld aan de ouderen - 2008–2013.
•
Ouderen moeten beschikken over de juiste informatie van de verschillende diensten, een lijst met belangrijke telefoonnummers en noodnummers moet ter beschikking zijn – 2008–2013.
•
Aandacht wordt gegeven aan de fysieke veiligheid; zo moet gestreefd worden
naar
voldoende
rustbanken
bij
de
bestaande
voet-
en
wandelwegen en zal gewaakt worden over de veiligheid op voetpaden, fietspaden en wegen (voldoende ruimte om te stappen, geen obstakels op voetpaden, veilige oversteekplaatsen enz..) - 2008–2013.
38
•
Samenwerking met het Toegankelijkheidsbureau en Provincie VlaamsBrabant voor de toegankelijkheid van openbare gebouwen - 2008–2013.
•
Oprichting van een meldpunt toegankelijkheid privé-woningen voor ouderen - 2008–2013.
•
Samenwerking met de dienst aangepast vervoer (DAV) - 2008–2013.
f)
Ouderen hebben recht op inspraak en informatie.
Acties: •
Inspraak blijft gewaarborgd door de samenwerking en financiële ondersteuning van de ouderenadviesraad - 2008-2013.
•
De gemeentelijke adviesraad zal gevraagd worden adviezen te formulieren omtrent items binnen het ouderenbeleid - 2008- 2013.
•
Senioren moeten geïnformeerd worden omtrent alle domeinen van hun leven. De bestaande kanalen voor deze verspreiding moeten zeker behouden blijven. Ook moet gezocht worden naar alternatieven, omdat ervaring leert dat de informatie niet altijd bij de ouderen komt - 2008 – 2013.
39
3.2.4. TEWERKSTELLING
3.2.4.1.
Strategische Doelstelling: uitgebreid onder
gamma
kwalitatief
van
uitbouw van een goed en tewerkstellingsmogelijkheden
hoogstaande
voorwaarden
en
begeleiding.
3.2.4.1.1.
Operationele doelstellingen
a) Werken aan een beter beleid door informatieverstrekking, overleg en samenwerking.
Acties: •
Verdere ondersteuning van de werkwinkel AMOW: het stimuleren van de samenwerking tussen de verschillende partners, het opvolgen van het Forum en ondersteuning van de eventuele projecten en/ initiatieven binnen de werkwinkel - 2008–2013.
•
Bij opstart en uitwerking van welbepaalde projecten overleg en samenwerking organiseren tussen de instanties werkzaam binnen het kader van de tewerkstelling - 2008-2013.
•
Via contacten met bedrijven en andere instanties zorgen dat bedrijven meer geïnformeerd zijn omtrent tewerkstellingsmogelijkheden van de overheid i.v.m. aanwerving van kansengroepen realisatietermijn - 2008– 2013.
•
Het informeren van de individuele burger omtrent de bestaande middelen, opleidingen en projecten binnen dit tewerkstellingsdomein - 2008-2013.
•
Organisatie van jobbeurs - 2008–2009
•
Samenwerkingsverbanden met derde actoren (gemeente, Werkwinkel, VDAB, PWA,…) verder benutten - 2008-2013.
40
b) Het
blijvend
creëren
van
een
uitgebreid
gamma
aan
tewerkstellingsmogelijkheden.
Acties: •
Uitbouw van sociale economie projecten voor kansengroepen (bijv. een sociaal restaurant, fietspooling,…) – 2008–2013.
•
Verdere uitbouw van de mogelijkheid tot integratie via tewerkstelling (art. 60§7, 61, SINE,…).
•
Via arbeidsbegeleiding zorgen voor tewerkstellingsmogelijkheden en de permanente opvolging ervan - 2008-2013.
•
Extra aandacht schenken aan specifieke doelgroepen zoals zeer laag geschoolden, allochtonen, verslaafden,… - 2008-2013.
•
Samenwerkingsverbanden met derde actoren (gemeente, Werkwinkel, VDAB, PWA, vzw Pluspunt,…) verder benutten - 2008-2013.
•
Samenwerkingsverbanden aangaan om naast tewerkstelling bij OCMW en gemeente
ook
bij
andere
instellingen
of
bedrijven
tewerkstellingsmogelijkheden te voorzien (60§7, 61, SINE,…) – 20082013.
c) Werken aan het verbeteren van de randvoorwaarden binnen het lokaal tewerkstellingsbeleid.
Acties: •
Het onderzoeken van de mogelijkheden tot een betere mobiliteit binnen de gemeente en van de gemeente Asse naar buurgemeenten - 2008–2013.
•
Het
onderzoeken
opvangplaatsen
van
de
mogelijkheden
tot
het
uitbreiden
van
(dagopvang, buitenschoolse opvang, occasionele en
flexibele opvang) voor gezinnen en alleenstaanden - 2008-2013.
41
•
Initiatieven stimuleren en instapmogelijkheden creëren om taalcursussen of andere opleidingen met het oog op het verhogen van de kansen op de arbeidsmarkt aan te bieden – 2008-2013.
•
Samenwerkingsverbanden met derde actoren (gemeente, Werkwinkel, VDAB, PWA, vzw Pluspunt,…) verder benutten - 2008-2013.
42
3.2.5. WONEN
3.2.5.1.
Strategische doelstelling: financieel
haalbaar
het wonen in Asse moet
worden
en
voldoen
aan
de
kwaliteitseisen op intern en extern vlak.
3.2.5.1.1.
Operationele doelstellingen
a) Het hoofd bieden aan het betaalbaarheidprobleem dat ontstaan is door de enorme prijsstijging van koop- en huurwoningen.
Acties: •
OCMW Asse heeft bij de Vlaamse Overheid een aanvraag tot erkenning als sociaal verhuurkantoor ingediend en kan vervolgens een subsidie aanbieden aan de huurders - medio 2008.
•
Alle mogelijke informatie die van belang is voor eigenaars en huurders (huisvestingspremies, huursubsidies,…) zal gebundeld en verstrekt worden via het Sociaal Huis – 2009.
•
Besparing op vaste kosten moet bewerkstelligd worden door huurders en eigenaars te informeren omtrent de mogelijkheden om energie(kosten) te besparen door vormingen en projecten (cfr. energiescans) – 2008.
b) Bestrijden
van
verkrotting,
leegstand,
marginalisering,
huisjesmelkerij en voorkomen en detecteren van geschillen.
Acties: •
Grondig en systematisch (mogelijke) probleemhuurders- en woningen bezoeken om ontstaan of escaleren van problemen te verijdelen – 2008-2013.
•
Huurders
en
eigenaars
informeren
omtrent
lokale
gebruiken
afvalpreventie i.s.m. milieudienst en buurtwerking) – 2008-2013.
(cfr.
43
•
Voorkomen en detecteren van geschillen aan de hand van burenbemiddeling 2008-2013.
•
Via bemoeizorg conflicten tussen buren onderling of eigenaars en huurders voorkomen of via minnelijke weg proberen oplossen – 2008-2013.
•
Via woonbegeleiding het samenleven en inburgeren optimaliseren en ten aanzien van nieuwe inwoners plaatselijke gebruiken kenbaar maken – 20082013.
•
Via taallessen nieuwe inwoners de Nederlandse taal aanleren om het samenleven te bevorderen – 2008-2013.
•
Contacten leggen met winkeleigenaars om bijkomend woongelegenheden te realiseren in het kader van “bovenwinkelwonen” – 2008-2013.
c) De wachtlijst voor sociale woningen
moet beheersbaar
gemaakt worden.
Acties: •
Contacten leggen met winkeleigenaars om bijkomend woongelegenheden te realiseren in het kader van “bovenwinkelwonen” – 2008-2013.
•
Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid – 20082013.
•
Alle mogelijke informatie die van belang is voor kandidaat-huurders zal gebundeld en verstrekt worden via het Sociaal Huis – 2009.
d) Het
creëren
van
nieuwe
woonvormen
moet
worden
aangemoedigd.
Acties: •
Contacten leggen met winkeleigenaars om bijkomend woongelegenheden te realiseren in het kader van “bovenwinkelwonen” – 2008-2013.
•
Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid – 20082013.
44
e) Via
woonbegeleiding
het
samenleven
en
inburgeren
optimaliseren.
Acties: •
Conform operationele doelstelling b).
f)
Mogelijkheden bieden om de woning aan te passen aan levenslang wonen.
Acties: •
Intensief samenwerken met het Toegankelijkheidsbureau om ouderen en gehandicapten te begeleiden bij het aanpassen van de woning – 2008-2013.
•
Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid – 20082013.
g) Samenwerking en overleg op lokaal vlak met alle spelers op de huisvestingsmarkt.
Acties: •
Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid ( Webra, Providentia, bureau voor consultatie, Huurdersbond,…) – 2008-2013.
•
Interlokale vereniging voor woonbeleid (Haviland) – 2008-2013.
45
3.2.6.
ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING
3.2.6.1.
Strategische
Doelstelling:
blijven
voorzien
in
en
optimaliseren van de dienstverlening die ervoor moet zorgen dat eenieder de mogelijkheid krijgt een leven te leiden conform de menselijke waardigheid.
3.2.6.1.1.
Operationele doelstellingen
a) Handhaven van de bestaande dienstverlening en inspelen op nieuwe noden.
Acties: •
Aanbieden van financiële en materiële steun, leefloon en andere voordelen (openbaar vervoer, sociale tarieven).
•
Budgetbegeleiding en schuldbemiddeling voor mensen met (overmatige) schuldenlast.
•
Lokale adviescommissie (LAC).
b) Overzichtelijkheid aanbod sociale dienstverlening bevorderen, versnippering van informatie bestrijden.
Acties: •
Informatie omtrent het aanbod van sociale dienstverlening bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis – 2009.
•
Opmaak van een geïntegreerd informatiepunt (GIP) houdende informatie van cliënten dat over alle diensten heen kan worden geraadpleegd – 2008.
46
c) Uitbouw en bestendigen van de administratieve ondersteuning van de burgers.
Acties: •
Begeleiden van de burgers bij de verschillende administratieve afhandelingen, meer bepaald ondersteuning bij de afhandelingen van de pensioendossiers en de tegemoetkomingen voor personen met een handicap - 2008–2013.
•
Erop toezien dat alle rechten in de voornoemde regelgevingen uitgeput zijn voor de betrokken - 2008–2013.
•
Het lokaal bestuur verzamelt de nodige informatie en knowhow om een efficiënte doorverwijzing naar de verschillende sectoren binnen de sociale zekerheid waar te maken (zie ook Sociaal Huis) - 2008–2013.
d) Het lokaal bestuur streeft naar een optimale toegankelijkheid voor personen met een mobiliteitsbeperking.
Acties: •
Het opmaken van een stappenplan toegankelijkheid in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant en het toegankelijkheidbureau 2008–2009.
•
Het toegankelijk maken van de informatie naar de burgers toe (cf. Sociaal Huis) - 2008–2013.
•
Het toegankelijk maken van alle activiteiten georganiseerd door het lokaal bestuur - 2008–2013.
•
Het opvolgen van de toegankelijkheidsadviezen voor de openbare gebouwen binnen de gemeente - 2008–2013.
47
e) Het lokaal bestuur werkt samen met de gemeentelijke cultuuren sportdienst ten einde een volwaardige participatie te garanderen van personen met een handicap,
senioren,
allochtonen,… aan het sport- en culturele leven in de gemeente.
Acties: •
Het herhalen van de promotie voor de dienst bib-aan-huis via diverse kanalen vb. samenwerkingsinitiatief Thuiszorg - 2008–2013.
•
Het maximaal toegankelijk maken van de sport- en culturele infrastructuur enerzijds en anderzijds van de culturele activiteiten zelf (opstellen van checklist
en
hanteren
bij
organiseren
activiteiten,
vorming
van
cultuurmedewerkers ..) - 2008–2013. •
In samenwerking met de diensten sport, cultuur en jeugd streven naar een optimaal gebruik van de vrijetijdscheques - 2008–2013.
f) Het lokaal bestuur streeft ernaar de burgers zo goed mogelijk te informeren.
Acties: •
Het lokaal bestuur werkt aan toegankelijke brochures: de gemeentelijke informatiegids leesbaar maken voor mensen met lees- en schrijfmoeilijkheden, allochtonen, nieuwkomers enz.. - 2008–2013.
•
Informeren personen met een handicap omtrent hun rechten en plichten via een vernieuwde uitgave van de brochure: Een antwoord op al uw vragen? 2008–2013.
•
Het lokaal bestuur informeert de burgers via de gemeentelijke website en het gemeentelijk informatieblad - 2008–2013.
•
Oprichting Sociaal Huis – 2009.
48
HOOFDSTUK 4: TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN 4.1. Samenwerkingsovereenkomst gemeente Asse en OCMW Asse inzake lokaal sociaal beleid De gemeente en het OCMW van Asse komen overeen om een geïntegreerd lokaal welzijnsbeleid te voeren. Daartoe worden volgende afspraken gemaakt:
4.1.1. Samen aan welzijn werken
Het welzijnsbeleid wordt gedragen door OCMW en gemeentebestuur. Beide besturen engageren zich om gezamenlijk na te denken over het lokaal welzijnsbeleid en om samen, en niet naast of tegen elkaar, het lokale welzijnsbeleid vorm te geven.
Beide besturen hebben wettelijke taken en bevoegdheden inzake welzijn. Door gezamenlijk afspraken te maken en samen te werken, kan overlapping worden voorkomen, afstemming gerealiseerd en concurrentie tegengegaan worden. Voor de burger is niet de bevoegdheidsdiscussie van belang maar de kwaliteit van de dienstverlening, de vlotte bereikbaarheid en de toegankelijkheid.
OCMW en gemeentebestuur maken afspraken over de organisatie van het ambtelijk overleg tussen het personeel van beide besturen inzake voorbereiding en uitvoering van het lokaal welzijnsbeleid en de organsatie van de lokale welzijnsdienst (sociaal huis).
OCMW en gemeentebestuur maken afspraken over de openbaarheid en
de
communicatie naar de burger toe omtrent het lokaal welzijnsbeleid. Daarbij scheppen zij een zo groot mogelijke duidelijkheid voor de burgers over de dienstverlening (lokale welzijnsdienst) en de aanspreekbaarheid inzake welzijnsmateries van beide besturen.
Het gemeentebestuur zal advies vragen aan de raad voor maatschappelijk welzijn voordat het tot de oprichting van nieuwe diensten met een sociale doelstelling beslist.
49
Voor het lokale welzijn streven beide lokale besturen een actief, participatief, geïntegreerd en integraal beleid na.
4.1.2. Taakverdeling
Gemeente en OCMW zijn elk verantwoordelijk voor de aan hen door de wet toegekende specifieke welzijnstaken en opdrachten. Deze taken zijn complementair aan elkaar en worden in deze overeenkomst duidelijk afgebakend.
OCMW- en gemeentebestuur blijven gedurende de hele legislatuur formeel en informeel overleg plegen, zodat het globale welzijnsbeleid uitgetekend en bewaakt wordt.
Gemeente Asse staat in voor de volgende vormen van dienstverlening :
Gemeente •
Pensioen werknemers en zelfstandigen: -
aanvragen pensioen
-
overlevingspensioen
-
inkomensgarantie voor bejaarden
•
Nationaal instituut voor oorlogsinvaliden
•
Personen met een handicap: tegemoetkomingen mindervaliden en andere voordelen zoals: vermindering belasting, vrijstelling belasting op auto, sociaal telefoontarief, sociaal elektriciteitstarief, parkeerkaart, parkeerfaciliteiten
•
•
Uitbouw tewerkstellingsbeleid: -
ondersteuning werkwinkel AMOW
-
opstart sociale economie projecten
-
informatieverstrekking naar werkgevers en -nemers
Werkloosheid: -
stempelcontrole
-
werkloosheidsuitkeringen
50
Jeugddienst •
opvolgen van de Jeugdraad
•
vzw jeugdwerking
•
buitenschoolse kinderopvang
•
speelpleinwerking
•
alcohol- en drugpreventie
Seniorenraad •
Nagaan welke de noden zijn van de senioren i.v.m. huisvesting, rust, verzorging, verkeersveiligheid …
•
Organiseren
van
activiteiten
die
de
vorming,
de
cultuur
en
de
lichaamsbeweging ten goede komen •
Coördineren en stimuleren van andere seniorenclubs
Gemeentelijke adviesraad voor zieken en mensen met een handicap •
Verdedigen en behartigen van de algemene belangen van deze groep m.b.t. toegankelijkheid, tewerkstelling, mobiliteit, nieuwbouw, begeleid wonen…
•
Wil een consultatie- en informatieorgaan zijn voor deze doelgroep
OCMW Asse staat in voor de volgende vormen van dienstverlening :
Sociale dienst •
Leefloon
•
Financiële en materiële steun
•
Budgetbegeleiding
•
Kandidaat politiek vluchtelingen
•
Lokale adviescommissie (LAC)
51
•
Aanbod van voordelen
•
Financiële tussenkomst bij opname of verblijf in het rusthuis.
•
Hospitalisatiekosten
•
Tussenkomst bij uithuiszettingen
•
Schuldbemiddeling
•
Andere problematieken
Dienst ouderenzorg - thuiszorg •
Gezinszorg
•
Poetsdienst
•
Voorziening warme maaltijd aan huis
•
Klusjesdienst
•
Noodoproepsysteem
•
Kortverblijf
•
Mantelzorgtoelage
•
Zorgverzekering
•
Mindermobielencentrale
•
Vrijwilligerswerk
•
Dementiecafé
•
Oudergroep drugs
•
Samenwerkingsinitiatief thuiszorg Asse
•
Andere problematieken
Dienst ouderenzorg – rust- en verzorgingstehuis •
55 rusthuisbedden
•
33 RVT bedden voor zwaar zorgbehoevenden
•
15 kamers dagopvang (nieuwbouw)
•
7 kamers kortverblijf (nieuwbouw)
52
Algemeen Welzijn en revalidatie •
Tewerkstelling
in
het
kader
van
artikel
60§7,
61
en
andere
tewerkstellingsmaatregelen •
Aanbod woningen
•
Organisatie dienstverlening in de verschillende buurten
•
Opvanggezinnen
•
Opvang kinderen tot 12 jaar buiten schooluren en tijdens vakantie
•
Nacht- en weekendopvang kinderen tot 12 jaar in specifieke gevallen
•
Buitenschoolse opvang gehandicapte kinderen
•
Behandeling
van
kinderen
en
jongeren
met
leerstoornissen,
spraakstoornissen en gedragsstoornissen
Indien op éénzelfde deelterrein beide besturen actief zijn, wordt vastgelegd welk bestuur de eindverantwoordelijkheid draagt voor dat specifiek terrein, en wordt gedetailleerd omschreven wie wat doet binnen dat terrein.
Niet toegewezen taken zullen in onderling overleg binnen het lokaal sociaal beleid opgenomen worden.
Gedaan te Asse op 30 november 2007
Ondertekend Namens de gemeente:
Namens het OCMW:
K. Van Elsen
M. De Mol
Burgemeester
OCMW- voorzitter
L. De Proost
E. Van Mulders
Secretaris
Secretaris
53
4.2.
Concrete afspraken over communicatie, evaluatie en bijsturing van het plan
Via regelmatig overleg tussen de diensten, conform de afspraken zoals vastgelegd in de in dit plan opgenomen samenwerkingsovereenkomst gemeente Asse – OCMW Asse inzake Lokaal Sociaal Beleid, zal het plan permanent aangepast worden aan de wijzigende maatschappelijke noden.
Vanuit de gemeente- en OCMW-diensten wordt op regelmatige basis overleg gepleegd
tussen
de verschillende
dienstverleners
(cf.
wezlijnsoverleg).
Dit
resulteerde reeds in talrijke gezamenlijk gedragen projecten (activiteiten ouderen, computerlessen, taalcursussen,…) en zal in de toekomst ook de nodige aandacht blijven krijgen.
Mede door de keuze om de voorzitter van het OCMW toe te voegen aan het College van Burgemeester en Schepenen werd in Asse duidelijk geopteerd voor een geformaliseerde dialoog op bestuurlijk vlak.
Via het gemeentelijke informatieblad As(se)tablieft en de respectievelijke websites van het gemeentebestuur en OCMW van Asse zal de burger blijvend geïnformeerd worden omtrent de evolutie van en wijzigingen aan het lokaal sociaal beleidsplan.
Bij de diensten van het gemeentebestuur, het OCMW en het op te richten sociaal huis (2009) kan de burger steeds terecht voor verdere informatie terzake.
54
HOOFDSTUK 5: BETROKKENHEID Bij de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan werd grote nadruk gelegd op de samenwerking tussen gemeente en OCMW enerzijds en de participatie van de burgers anderzijds. Tot op heden was het zo dat ieder bestuur voornamelijk een eigen beleid en werkwijze uitstippelde. Samenwerken en het bundelen van krachten biedt echter meer kansen tot slagen, geeft een breder draagvlak en creëert en een enthousiaster werken van de verschillende partners. Dit bracht ons bij de bestaande organisatie van de sociale sector in onze gemeente en heeft gezorgd voor een solide basis die nieuwe uitdagingen kan dragen en mee vorm kan geven.
Hoe kwam het beleidsplan tot stand in de gemeente Asse ?
Vanuit de Vlaamse Overheid werd een leidraad vastgesteld. Zo moesten de volgende thema's in het plan opgenomen worden:
een overzicht van de eigenheid van de gemeente en van het bestaande dienstverlening;
de formulering van de algemene doelstellingen van het sociaal beleid;
de bepaling van de prioriteiten en de vertaling van deze doelstellingen in zeer concrete acties;
werkafspraken tussen het OCMW en gemeente bij het uitvoeren van het beleidsplan;
beschrijving van de werkwijze waarop burgers en de organisaties, werkzaam in de sector, betrokken worden bij de opmaak van dit plan.
De omgevingsanalyse werd aangevuld met een overzicht van het bestaande dienstverlening. Van daaruit zijn zes doelgroepen geselecteerd waarrond intensief werd gewerkt.
55
Deze zes doelgroepen zijn : •
algemene sociale dienstverlening
•
wonen
•
jeugd
•
ouderenzorg
•
integratie
•
tewerkstelling en opleiding
De bevraging van de professionelen en de burgers gebeurde in drie fases. In eerste instantie werden de ambtenaren van het OCMW en de gemeente, die momenteel werkzaam zijn binnen de bovengenoemde clusters, bij elkaar gebracht. In tweede instantie had een overleg plaats tussen ambtenaren en de organisaties, beroepskrachten werkzaam in deze sector en op het grondgebied van de gemeente. Zowel de bejaardenhelpsters, de verpleegsters van het rusthuis, de maatschappelijk werkers binnen de openbare organisaties alsook de beroepskrachten uit de privésector werden geraadpleegd. Van de deelnemers verwachtte men de inventarisatie van de sterktes en de zwaktes van het beleid. Dit resulteerde in een SWOT-analyse.
Een derde stap in de participatieronde was de organisatie van de Sociale Ronde, eind augustus 2007, met als bedoeling : de participatie van de individuele burgers.
Gedurende deze week werden een aantal avonden georganiseerd in onze deelgemeenten waarbij naar de mening van onze burgers werd gepeild: wat vindt men van het gevoerde beleid en hoe wordt de dienstverlening in Asse ervaren.
De avond verliep als volgt: per thema werd een kort overzicht gegeven van de voorlopige resultaten van de vorige rondes. Een PowerPoint-presentatie zorgde voor de nodige visuele toelichting. Voor elk thema bracht het improvisatietheater IMPROFIEL een eigen interpretatie van de problematiek en na de voostelling van elke cluster werd een kleine vragenronde ingeleid door onze moderator Wilfried Haesen. De avond werd steeds
56
afgesloten met een hapje en een drankje. In een ideeënbus konden bijkomend suggesties, vragen of opmerkingen gedeponeerd worden. De vier avonden kenden een grote opkomst en tal van suggesties en ideeën werden genoteerd.
Naast de Sociale Ronde werd, tijdens de maanden juli en augustus, een vragenlijst overlopen met de bezoekers van de zitdagen van de (sociale) diensten van het OCMW en de gemeente omtrent de tevredenheid van de dienstverlening en de verwachtingen daar tegenover.
Vanuit de SWOT-analyse, de suggesties tijdens de Sociale Ronde, de vragenlijsten en een seniorenbehoeftenonderzoek werden
de strategische, operationele
doelstellingen en acties gedestilleerd. Een nabespreking met de clusterverantwoordelijken, de voorzitter van OCMW en de schepen van sociale zaken rondde dit lokaal sociaal beleidsplan af.
In bijlage: •
een overzicht van de derde actoren die actief zijn binnen de gemeente
•
seniorenbehoeftenonderzoek van 2005
57
HOOFDSTUK 6: SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN Conform het besluit van de Vlaamse Regering, d.d. 4 mei 2007, dient het lokaal beleid kinderopvang onderdeel uit te maken van het lokaal sociaal beleidsplan. Het plan bevat de visie van het lokaal bestuur op het geheel van de kinderopvang en werd als dusdanig integraal opgenomen.
6.1. Kinderopvang 2008-2013 Lokaal Sociaal Beleidsplan: Hoofdstuk kinderopvang 2008-2013
Inhoudstafel:
I. Omgevingsanalyse I.1 Socio-demografische en maatschappelijke gegevens I.2 Cijfergegevens in het kader van kinderopvang A. Dienst voor Onthaalouders (DOO) van het OCMW B. Zelfstandige onthaalouder C. Kinderdagverblijven (KDV) D. Mini-crèche voor dagopvang E. Buitenschoolse opvang in de school F. Initiatief buitenschoolse Opvang (IBO) Spinibo & Mini-crèche Spinibo G. Speelpleinwerking ’t Mallepietje H. Thuisopvang zieke kinderen I. Centrum voor kinderopvang (CKO) Hopsassa I.3 Behoeften en verwachtingen op het vlak van kinderopvang A. Dagopvang (0-3j) B. Buitenschoolse opvang (2,5-12j) I.4 De globale kwaliteit van de opvang in onze gemeente A. Dagopvang (0-3j) B. Buitenschoolse opvang (2,5-12j) I.5 Te verwachten evolutie van vraag en aanbod naar kinderopvang
58
II. Een visie ontwikkelen op kinderopvang II.1 Analyse van de verzamelde informatie II.2 Beleidskeuzes maken en doelstellingen vastleggen (=Strategische doelstellingen) II.3 Concrete acties en inzet van middelen (= Operationele doelstellingen)
59
I. Omgevingsanalyse
I.1 Socio-demografische en maatschappelijke gegevens
Aantal Kinderen/inwoners per deelgemeente Inwoners
per
deelgemeente 0 tot 3 jarigen Geboren
Walfergem Krokegem Mollem
Terheide Relegem Asbeek Kobbegem Bekkerzeel
jongens 120
197
76
50
47
18
25
10
19
9
meisjes 116
215
58
40
35
32
21
16
22
14
totaal
236
412
134
90
82
50
46
26
41
23
jongens 115
164
63
41
34
28
33
13
8
13
in
2003 t/m 2006
3 tot 6 jarigen Geboren
Centrum Zellik
in
2000 t/m 2002
meisjes 94
144
60
39
47
21
23
17
13
14
totaal
209
308
123
80
81
49
56
30
21
27
6 tot 12 jarigen jongens 221
308
134
79
91
59
58
35
29
17
meisjes 222
295
131
79
86
57
55
25
27
25
totaal
603
265
158
177
116
113
60
56
42
jongens 3330
4221
1688
1097
1070
817
732
505
401
260
meisjes 3639
4577
1764
1206
1079
865
708
533
414
283
totaal
6969
8798
3452
2303
2149
1682
1440
1038
815
543
totaal
861
911
379
238
258
165
169
90
77
69
12,35%
10,35% 19,97%
10,33%
12,00% 9,80%
11,73%
8,67%
9,44%
12,70%
Geboren
in
1994 t/m 1999
443
Totale bevolking
Aantal 3 tot 12 jarigen % kinderen
In oktober 2007 telde de gemeente Asse 29 517 inwoners. Wanneer men bovenstaande tabel bekijkt en vergelijkt met andere gemeenten in Vlaams-Brabant, kan men stellen dat de gemeente Asse een hoog percentage kinderen heeft tussen 0-3 jaar (Asse: 3,29% <-> gemiddeld 3,06% in VlaamsBrabant). Het grootste aantal kinderen tussen 0 en 12 jaar vinden we terug in Zellik. Nadien volgen Asse-Centrum en Walfergem. Verhoudingsgewijs met de totale bevolking bevindt het grootste percentage kinderen zich in Walfergem en het kleinste percentage in Asbeek.
60
I.2 Cijfergegevens in het kader van kinderopvang
A. Dienst voor Onthaalouders (DOO) van het OCMW
Vanaf 1 november 2007 zijn er 33 onthaalgezinnen aangesloten bij de Dienst Voor Onthaalouders (DOO) van het OCMW Asse. Deze dienst heeft een capaciteit van 130 kindplaatsen. Een opvallende tendens is de vraag naar deeltijdse opvang. Tijdens schoolvakanties en op schoolvrije dagen verzorgen sommige onthaalouders buitenschoolse opvang. Het gaat dan over kinderen die in het verleden al in dagopvang geweest zijn bij hen of over broers of zussen van kinderen die nog in dagopvang zijn bij het onthaalgezin. De dienst voor opvanggezinnen moet met wachtlijsten werken. Men kan niet tegemoet komen aan alle opvangvragen.
B. Zelfstandige onthaalouder
Er is in Asse slechts 1 zelfstandige onthaalouder (niet aangesloten bij de dienst voor opvanggezinnen van het OCMW). Renders Katja is gestart op 12 januari 2006. Ze heeft een erkenning voor 7 kindplaatsen. Deze plaatsen zijn allemaal ingenomen. Ze doet geen buitenschoolse opvang.
C. Kinderdagverblijven (KDV)
Kinderdagverblijven Naam
Capaciteit Openingsuren
KDV kinderpret (Asse)
69
7u-18u.
(Zellik)
64
7u.-18.15u.
KDV Vijverbeek (Asse)
36
7u.-18.30u.
KDV
De
Blokkendoos
In Asse zijn er 3 kinderdagverblijven (2 in Asse-Centrum en 1 in Zellik). Het zijn 3 onafhankelijke VZW’s, die wel partners zijn in het CKO.
61
Allen hebben een tekort aan opvangplaatsen en zijn genoodzaakt met een wachtlijst te werken. Doordat de vraag naar dagopvang van kinderen van 0j. -3j. zo groot geworden is, doen deze kinderdagverblijven niet of nog zelden aan buitenschoolse opvang. KDV De Blokkendoos is gestart met een nieuwbouw. Het is de bedoeling om deze eind
2007
te
betrekken.
Voorlopig
gaat
dit
niet
gepaard
met
een
capaciteitsuitbreiding, maar er is wel ruimte voorzien om dit naar de toekomst toe eventueel mogelijk te maken. KDV Vijverbeek gaat in de toekomst op zoek naar een grotere locatie op de campus, waardoor er meer plaatsen kunnen gecreëerd worden.
D. Mini-crèche voor dagopvang
Sinds juli 2007 is er in Zellik een zelfstandige mini-crèche, ‘Het Kabouterhuisje’, geopend. Stephanie Bombaert is de eigenares en heeft een capaciteit van 16 opvangplaatsen. Het gaat om opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar. Vanaf januari 2008 zijn al deze opvangplaatsen bezet.
E. Buitenschoolse opvang in de school
Voor- en naschoolse opvang in de school Naam school
Plaats opvang
Openingsuren
Aantal
Opvang
kinderen
WoensdagNM
op Opvang
schoolvrije dagen
Vrije Kleuterschool
7u.-19u.: Refter
7u.-8u.
30
12u.-13u.: 35 kinderen Spinibo 13u.-19u.:
Centrum
(onthaal)
Vrije
Spinibo
Kleuterschool
Zellik
16u.-18u.
40
16u.-18u.
Refter +
IBO 7u.-19u.:
20
30
7.15u.- 8.15u. 20
12u.-13u.: 25 kinderen Zellik
&
IBO
&
IBO
&
IBO
&
speelplein
speelplein
Spinibo
zellik
12u.-13u.: 20 kinderen Spinibo 13u.-19u.:
IBO 7u.-19u.: speelplein
IBO
turnzaal
16u.- 18u.
25
Spinibo
Refter
7.20u.-8.20u.
30
12u.-13u.: 30 kinderen Zellik
16u.-18u.
75
7u.-19u.: Spinibo 7u.-19u.: GBS Relegem
IBO
IBO
7u.-19u.: GBS Krokegem
schoolvakanties
7u.-19u.: Spinibo 7u.-19u.: 7u.-8u.
in
Spinibo
13u.-18u.: Zellik
op Opvang
13u.-18u.: Zellik
Spinibo
speelplein
62
Voor-
en
Voor-
naschoolse opvang
in
en
naschoolse de
school
opvang in de
Voor- en naschoolse
school
opvang in de school
Spinibo GLS Zellik
Zellik
7u.-19u.: Spinibo 7u.-19u.: 7u.-8u.
20
12u.-13u.: 20 kinderen Zellik
16u.-18u.
25
Zellik
7u.-8u.
zie IBO
12u.-13u.: 5 kinderen
16u.-19u.
zie IBO
Spinibo
7u.-8.15u.
75
12u.-13u.: 10 kinderen Spinibo
16u.-18u.
30
13u.-18u.:
Spinibo
7u.-19u.:
13u.-19u.:
Spinibo
13u.-19u.:
GBS 7u.-19u.:
Refter +
7u.-8u.
35
Mollem
klaslokaal
15.50u.-18u.
30
10 kinderen
7u.-8u.
30
12u.-13u.: 10 kinderen Spinibo
16u.-18u.
20
Spinibo
Spinibo
7u.-19u.:
13u.-19u.: Vijverbeek Asse
IBO 7u.-19u.:
De
2 aparte
7u.-8u.
13
Rakkers
Zellik
&
IBO 7u.-19u.:
IBO
&
IBO
&
IBO
&
IBO
&
IBO
&
speelplein
IBO 7u.-19u.: speelplein
IBO
Spinibo
12u.-13u.: 13 kinderen Zellik
speelplein
13u.-18u.:Spinibo lokalen
16u.-18u.
12
Zellik 7u.-19u.:
Ascanusinstituut
IBO
speelplein
7u.-19u.: Spinibo 7u.-19u.: Wijkschool
&
IBO
IBO BSGO
IBO
speelplein
Spinibo 12u.-18u.:
GBS Mollem
IBO 7u.-19u.:
IBO
7u.-19u.: GBS Walfergem Refter
&
Spinibo
IBO GBS Centrum
IBO
speelplein
Refter
7u.-8u.
15
12u.-13u.: 7 kinderen 13u.-19u.:
Centrum
16u.-17u.
25
17u.-19u.
zie IBO
Spinibo
IBO 7u.-19u.: speelplein
IBO
Spinibo
IBO Spinibo
7u.-19u.: Ascanusinstituut
klas +
7u.-8.15u.
28
Asse Terheide
gang
16u.-18u.
20
12u.-13u.: 12 kinderen Spinibo 13u.-19u.:
IBO 7u.-19u.: speelplein
IBO
Spinibo
Het gemeentebestuur van Asse organiseert de voor- en naschoolse opvang in alle scholen van Asse over de verschillende netten heen. Het gaat in totaal over 12 scholen. Alle scholen merken op dat er ieder schooljaar meer kinderen in de buitenschoolse opvang worden opgevangen. Vaak is er weinig personeel in verhouding met het grote aantal kinderen die van de opvang gebruik maken.
63
Op de meeste scholen is er geen apart opvanglokaal. Nog al te vaak vindt de opvang plaats in de refter, de turnzaal of een klaslokaal. Sinds 6 maart 2006 is er in Asse een IBO opgestart (Spinibo Asse). Drie centrumscholen werken samen met dit IBO en bouwen bijgevolg hun eigen opvang af. Alle scholen hebben opvang tot 18 uur behalve de scholen die aansluiten bij het IBO, waar opvang tot 19 uur voorzien is. Sinds 1 september 2007 is er ook een centrale vestigingsplaats in Zellik voor naschoolse opvang (Spinibo Zellik). Hier wordt de opvang van twee Zellikse scholen gecentraliseerd. Er is een goede samenwerking tussen de scholen in Asse en de vzw jeugdwerking die huistaakbegeleiding organiseert. Iedere school kan hierop beroep doen. Tijdens de naschoolse opvang komen er vrijwilligers naar de scholen of naar het IBO om kinderen die hulp nodig hebben bij hun huiswerk te begeleiden.
Op woensdagnamiddag is de opvang gecentraliseerd:
woensdagnamiddag: gecentraliseerde opvang WAAR
WIE
Openingsuren
IBO Spinibo
Vrije kleuterschool Asse
13u.-19u.
GBS Walfergem GBS Centrum Ascanusinstituut Nieuwstraat Ascanusinstituut Terheide GBS Krokegem BSGO Vijverbeek Spinibo Zellik
Vrije kleuterschool Zellik
13u.-18u.
GLS Zellik GBS Relegem Kleuterschool De Rakkers Mollem
GBS Mollem
13u.-18u.
Op schoolvrije dagen kunnen alle leerlingen van de scholen in Asse gebruik maken van de opvang in IBO Spinibo te Asse van 7 tot 19 uur. De leerlingen van de scholen in Zellik en Relegem kunnen op schoolvrije dagen gebruik maken van de opvang in Spinibo Zellik van 7 tot 18 uur.
Op vakantiedagen is er speelpleinwerking in samenwerking met het IBO.
64
F. Initiatief Buitenschoolse Opvang (IBO) Spinibo & Mini-crèche Spinibo
IBO Spinibo
Mini-creche Spinibo Gemiddeld
Wanneer Ma, di, do & vrij
Woensdag
aantal Max.
kinderen
Gemiddeld
aantal Max.
capaciteit
kinderen
capaciteit
Voorschools 15
42
8
22
Naschools
40
42
20
22
Voorschools 15
42
8
22
Namiddag
42
42
34
22
20
42
Schoolvrije dagen
Sinds 6 maart 2006 is er een Initiatief Buitenschoolse Opvang (IBO) in Asse. Dit IBO heeft een capaciteit van 42 kinderen. Al snel bleek dat deze capaciteit niet voldoende was. Aangezien er meer dan voldoende ruimte was om extra kinderen op te vangen, maar Kind & Gezin geen geld meer vrij had om extra IBO-plaatsen te creëren, werd de rest van het gebouw ingericht als mini-crèche voor buitenschoolse opvang. Hierdoor kwamen er 22 extra opvangplaatsen. In totaal kunnen er dus 64 kinderen worden opgevangen in Spinibo.
Op woensdagnamiddag kwamen er telkens veel meer dan 64 kinderen naar Spinibo. Vandaar dat er sinds 1 september 2007 met voorinschrijvingen wordt gewerkt. Voor woensdagnamiddag is er meer vraag dan aanbod, waardoor Spinibo genoodzaakt is om met wachtlijsten te werken. Voorschools maken gemiddeld 23 kinderen gebruik van Spinibo. Naschools maken gemiddeld 40 kinderen gebruik van het IBO. En 20 kinderen van de mini-crèche. Op schoolvrije dagen maken gemiddeld 20 kinderen gebruik van het IBO. Dit aantal varieert afhankelijk van de school die een schoolvrije dag heeft.
G. Speelpleinwerking ‘t Mallepietje
De speelpleinwerking is alle schoolvakanties open voor alle kinderen. In Zellik is er steeds voor- en naopvang die georganiseerd wordt door ‘t Mallepietje. De kinderen worden om 9 uur met de gemeentebus naar Asse gebracht, waar de activiteiten
65
doorgaan en worden om 16 uur terug naar Zellik gebracht, waar er opvang is tot 18uur. Het speelplein werkt in vakanties samen met het IBO. Het IBO zorgt voor de vroege en de late opvang tot 19uur op de centrale locatie op de Boekfos. Overdag zorgt de speelpleinwerking voor de activiteiten. Het speelplein vangt kinderen op van 2,5 tot en met 14 jaar. Vroeger was er geen beperking op de capaciteit van het speelplein. Maar aangezien er steeds meer en meer kinderen kwamen en de lokalen te klein werden, werkt men sinds de zomervakantie van 2007 met voorinschrijvingen en is er een maximumcapaciteit van 120 kinderen per dag. Bijna iedere dag wordt deze maximumgrens bereikt en moeten er kinderen worden geweigerd. Naast speelpleinwerking wordt er in de vakanties eveneens Grabbelpas- en Swappasactiviteiten aangeboden in de gemeente.
H. Thuisopvang zieke kinderen
2004
2005
2006
32
207
391
Aantal opvangdagen Asse
Sinds oktober 2004 heeft de gemeente Asse zich aangesloten bij de dienst Thuisopvang Zieke Kinderen van vzw Opbouwwerk Haviland. Asse is op één gemeente na de grootste gebruiker van deze dienst. Zoals in de tabel te zien is, stijgt het aantal opvangdagen in Asse ieder jaar. Er wordt dus steeds meer en meer beroep gedaan op deze dienst.
I. Centrum voor kinderopvang (CKO) Hopsassa
Op 22 maart 2007 is in Asse het CKO Hopsassa van start gegaan. Het CKO heeft als doel om beter te gaan samenwerken met de verschillende partners van kinderopvang. De dienst voor opvanggezinnen, de drie kinderdagverblijven, de minicrèches,
het
IBO
en
de
dienst
thuisopvang
zieke
kinderen
zijn
allen
vertegenwoordigd in dit CKO. Er is een centraal opnamebeleid, waardoor er geen dubbele aanmeldingslijsten zijn, waarbij alle opvanginitiatieven dezelfde opnameregels hanteren. Verder worden er
66
uniforme formulieren gebruikt en wordt er ook samengewerkt naar het organiseren van vorming toe, knowhow delen enz. Het CKO in Asse wordt momenteel gecoördineerd door vzw Opbouwwerk Haviland.
I.3 Behoeften en verwachtingen op het vlak van kinderopvang
Aangezien onze gemeente vorig jaar (mei 2006) nog maar een nieuw beleidsplan kinderopvang heeft opgemaakt, zijn we voor dit behoefteonderzoek vertrokken van de gegevens uit dit beleidsplan. We hebben deze opnieuw voorgelegd aan bevoorrechte getuigen en op basis hiervan werden de nodige aanpassingen gedaan. De bevoorrechte getuigen waren ondermeer de leden van het lokaal overleg, de leden van het CKO en de directies van de scholen.
A. Dagopvang (0-3j.)
-
Extra opvangplaatsen creëren;
-
Aangepaste infrastructuur;
-
Behoefte aan goede werkkrachten;
-
Extra personeel (logistiek / kinderverzorgsters / klusjesman);
-
Nood aan flexibele en vooral aan occasionele opvang.
B. Buitenschoolse opvang (2,5-12j.)
-
Extra opvangplaatsen creëren;
-
Meer aandacht voor kinder- en ouderparticipatie;
-
Nood aan flexibele en occasionele opvang;
-
Centrale satellietfunctie van IBO Spinibo met locaties in de andere deelgemeenten;
-
Nood aan continuïteit in begeleiding;
-
Kwaliteit van de opvang in de scholen moet verhogen; o Aangepaste infrastructuur; o Extra personeel; o Voldoende vorming voor personeel;
67
o Betere personeelsstatuten; o Basisveiligheid zoals telefoon, EHBO, enz. voorzien; o Extra spelmateriaal. -
Samenwerking met bibliotheek, taal-o-theek en computerruimte.
I.4 De globale kwaliteit van de opvang in onze gemeente
Om na te gaan wat de kwaliteit van de opvang in onze gemeente momenteel is, zijn we een gesprek aangegaan met alle partners die kinderopvang aanbieden.
A. Dagopvang (0-3j.)
- Pedagogische werking Alle initiatieven die zich richten naar dagopvang hebben een pedagogisch beleid dat goed
uitgewerkt
is.
Binnen
een
kindvriendelijk
klimaat
willen
de
kinderverzorgsters/onthaalouders de beste kansen bieden om de kinderen hun talenten en vaardigheden te laten ontplooien. Via het aanbod van geleid en vrijspel tracht
men
de
zelfstandigheid
te
bevorderen
waarbij
de
kinderverzorgsters/onthaalouders zich afstemmen op de behoeften van elk individueel kind.
- Begeleiding De
begeleiding
van
de
kinderdagverblijven
voldoen
aan
de
vereiste
diplomavoorwaarden. Toch is het niet altijd gemakkelijk om goede werkkrachten te vinden en te behouden. Om de werkdruk te verlagen hebben oudere personeelsleden meer vakantierechten. De vervaging hiervan wordt slechts deels gesubsidieerd waardoor het voor de opvanginitiatieven veel moeilijker is geworden om de kwaliteit en de continuïteit te bewaken/bewaren. De onthaalgezinnen hoeven aan geen specifieke diplomavoorwaarden te voldoen, maar
de
kandidaat-onthaalouders
selectiegesprek onderworpen.
worden
op
voorhand
aan
een
streng
68
- Ouderparticipatie De ouders worden betrokken bij de werking. Dagelijks krijgen de ouders mondelinge en schriftelijke informatie. Er worden ook regelmatig ouderbijeenkomsten gepland. Voor de kinderopvang is het een grote uitdaging om de ouders nauwer te betrekken bij hun werking en mee te laten denken over hun beleid.
- Infrastructuur De infrastructuur is algemeen verouderd en niet meer conform de huidige comforteisen. De meeste kinderdagverblijven geven aan dat grotere leefruimtes wenselijk zijn. Één kinderdagverblijf betrekt heel binnenkort een nieuwbouw en een tweede KDV zou in de toekomst naar een grotere en vernieuwde locatie zoeken binnen hun campus. Bij de onthaalouders voldoen de woningen aan bepaalde criteria en de meesten hebben ook een tuin ter beschikking.
- Veiligheid De veiligheid voldoet aan de vooropgestelde normen.
B. Buitenschoolse opvang (2,5-12j.)
- Pedagogische werking In IBO en mini-crèche Spinibo is er voldoende personeel, middelen en ruimte waardoor er ook tijd en ruimte vrijkomt om te werken aan een goede pedagogische aanpak. Zo worden er activiteiten aangeboden, maar kunnen de kinderen ook opteren voor vrij spel. Er gaan vergaderingen door met het personeel waar de werking wordt besproken en geëvalueerd. In de scholen zorgt het beperkte personeel en de beperkte ruimte ervoor dat er niet echt een pedagogische aanpak is. Er wordt zelden in leeftijdsgroepen gewerkt, er is weinig spelmateriaal voorhanden en er wordt zelden een activiteit aangeboden.
69
- Begeleiding In het IBO is er begeleiding aanwezig die voldoet aan de diplomavoorwaarden, maar de deeltijdse contracten en de onregelmatige uren zorgen ervoor dat er veel verloop is in het personeel. Het personeel van de mini-crèche en van Spinibo Zellik hoeft niet aan deze diplomavoorwaarden te voldoen, hoewel er in de mate van het mogelijke wel naar gestreefd wordt. Het personeel voor de opvang in de scholen heeft meestal geen opleiding in de verzorgingssector, niettegenstaande hier veel nood aan blijkt te zijn. Er wordt dan ook regelmatig vorming voor hen voorzien. Betrokkenen hebben een slecht statuut dat dringend moet aangepast worden. Het is dan ook moeilijk om in de scholen personeel te vinden voor de voor- en naschoolse opvang.
- Ouderparticipatie In het IBO en de mini-crèche wordt er gewerkt aan ouderparticipatie. Er is een werkgroep voor ouders, waar iedere ouder welkom is. Ze worden ingelicht en kunnen tips en advies geven over de werking van Spinibo. Daarnaast worden ouders en kinderen op de hoogte gebracht van de komende thema’s en activiteiten aan de hand van de Spinibo-nieuwsbrief die drie maal per jaar verschijnt. In het voorjaar van 2007 werd er een tevredenheidenquête verstuurd naar de ouders die gebruik maken van Spinibo. In de scholen wordt hier veel minder aandacht aan besteed. Opmerkingen of suggesties met betrekking tot buitenschoolse opvang komen wel aan bod op de oudercomités.
- Infrastructuur De infrastructuur in Spinibo is goed. Er is voldoende binnen- en buitenruimte voorhanden. Op de deellocatie Spinibo-Zellik is er te weinig binnenruimte. Vele scholen hebben geen aparte ruimte voor de buitenschoolse opvang. Meestal vindt deze plaats in een klaslokaal, refter of turnzaal.
70
- Veiligheid De gebouwen van Spinibo, waar ook de speelpleinwerking is, zijn erg veilig. Ze werden in 2006 nog volledig nagekeken door de brandweer en er volgde een gunstig inspectieverslag. Bovendien is er in de zomer van 2006 een buitenruimte aangelegd die volledig omheind is en waar speeltoestellen zijn geplaatst die voldoen aan de veiligheidsnormen. Verder is er steeds telefoon en EHBO materiaal voorhanden. Daar waar de opvang in de scholen plaatsvindt, zijn de gebouwen ook veilig, maar is er vaak gebrek aan EHBO-materiaal. Verder is er niet altijd voldoende controle over wie de school binnenkomt. Er is een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt tussen alle scholen en het gemeentebestuur van Asse waarin er vastgelegd is dat het de verantwoordelijkheid van de school is om aan deze basisvoorschriften qua veiligheid te voldoen.
I.5 Te verwachten evolutie van vraag en aanbod naar kinderopvang
Alles toont aan dat er momenteel zowel in de dagopvang als in de buitenschoolse opvang een tekort is aan opvangplaatsen. Iedereen werkt momenteel met wachtlijsten. De volgende cijfers tonen aan dat dit in de toekomst alleen nog maar zal escaleren.
De gemeente Asse heeft een hoog percentage kinderen heeft tussen 0-3 jaar (Asse: 3,29% <-> gemiddeld 3,06% in Vlaams-Brabant). De gemeente Asse heeft een vrij hoog percentage alleenstaanden (20,25%, daar waar het gemiddelde in Vlaams Brabant 18,13% is). Er is een hoge werkgelegenheidsgraad in Asse 85,1% (gemiddeld in Vlaams Brabant = 49,5%). Door die hoge werkgelegenheidsgraad heeft Asse op het gebied van werk een aanzuigfunctie. Er is meer werk dan er mogelijke arbeidskrachten zijn. Uit onderzoek weet men dat indien ouders geen opvang vinden in hun buurt van de woonplaats, ze opvang zoeken op weg naar of in de buurt van hun werk. De werkgelegenheidsgraad in Asse is 1,18 (gemiddeld
71
0,710 in Vlaams Brabant). De index hoger dan 1 staat gelijk met een aanzuigfunctie. Door enkele verkavelingen zijn er de laatste jaren veel jonge gezinnen in Asse komen wonen. Deze verkavelingen doen de vraag naar opvang plots sterk stijgen. De laatste jaren stijgt het geboortecijfer in Asse gestaag. Hieruit kunnen we concluderen dat de vraag naar opvang de komende jaren nog zal toenemen.
Al deze gegevens wijzen erop dat er nood is aan extra opvangplaatsen. Als het aantal opvangplaatsen niet toeneemt, zullen de wachtlijsten alleen maar langer worden.
72
II. Een visie ontwikkelen op kinderopvang
II.1 Analyse van de verzamelde informatie
Het stijgende geboortecijfer, het hoge percentage alleenstaande ouders, de nieuwe verkavelingen en de hoge werkgelegenheidsgraad in Asse zijn maar enkele gegevens uit de omgevingsanalyse die aantonen dat de vraag naar kinderopvang
de komende jaren alleen maar zal stijgen. Aangezien er nu al een tekort is aan opvangplaatsen kunnen we hieruit besluiten dat dit tekort nog zal toenemen.
Het werd in de omgevingsanalyse al even aangehaald bij de dienst voor onthaalouders, maar ook de kinderdagverblijven merken dat er een enorme stijgende tendens is wat betreft de vraag naar deeltijdse opvang. Kinderen komen nog zelden voltijds naar een onthaalouder of naar het kinderdagverblijf. Dit zorgt ervoor dat er veel moet gepuzzeld worden om plaatsen op te vullen, zodat zoveel mogelijk kinderen kunnen opgevangen worden.
De laatste jaren wordt er binnen de gemeente Asse enorm aan gewerkt om de kwaliteit van de buitenschoolse opvang te verhogen. Dit is zonder twijfel een positief aspect, maar het zorgt er tegelijk voor dat dit ten koste gaat van de kwantiteit. Zo werken het IBO, de mini-crèche voor buitenschoolse opvang en het speelplein nu met voorinschrijvingen en beperkte plaatsen, waardoor er momenteel ook voor de buitenschoolse opvang wachtlijsten zijn en niet enkel voor de dagopvang zoals dat in het verleden wel het geval was.
Enkele voorzieningen binnen de gemeente hebben de gepaste infrastructuur om extra opvangplaatsen te creëren. Hierbij denken we aan de nieuwbouw van het kinderdagverblijf De Blokkendoos te Zellik, de mogelijke verhuis naar grotere lokalen van het kinderdagverblijf Vijverbeek en de nieuwe gebouwen van IBO Spinibo in Asse-Centrum. Daarnaast is het de bedoeling dat het gemeentebestuur geleidelijk aan ook in de deelgemeenten van Asse een inspanning zal doen naar aangepaste infrastructuur
73
voor buitenschoolse opvang. Bijvoorbeeld de beschutte werkplaats te Walfergem die gekocht werd door het gemeentebestuur en waarvan een deel van het gebouw ter beschikking zal worden gesteld voor buitenschoolse opvang. Er zijn dus wel mogelijkheden om extra gesubsidieerde opvangplaatsen te creëren, maar dan stelt zich nog het probleem dat Kind & Gezin geen of weinig geld vrijmaakt om extra opvangplaatsen te subsidiëren. En opvangplaatsen creëren zonder subsidies van Kind & Gezin kost zeer veel en is voor vele organisaties onmogelijk te verwezenlijken.
Vlaams minister Steven Van Ackere bezocht op 15 oktober 2007 de buitenschoolse kinderopvang Spinibo in Asse en liet verstaan dat gesubsidieerde opvangplaatsen zeer veel geld kosten aan de overheid en dat het onmogelijk is om dit geld te blijven uittrekken tot wanneer alle gevraagde opvangplaatsen gecreëerd zijn. Daarom worden er vanuit de Vlaamse overheid momenteel ook acties gepromoot om creatieve oplossingen te zoeken voor opvang van kinderen. Men denkt hierbij aan ouders die elkaars kinderen beurtelings opvangen, grootouders die hun kleinkinderen opvangen, enz.
Met de opstart van het Centrum voor Kinderopvang (CKO Hopsassa) in maart 2007 is er een samenwerking ontstaan tussen alle opvangvoorzieningen in Asse (met uitzondering van één zelfstandige onthaalouder). Dit zou er ondermeer voor moeten zorgen dat men snel en goed kan inspelen op de behoeften van ouders, dat er meer zicht is op de vrijgekomen opvangplaatsen en op de centrale wachtlijst.
Hoewel iedereen ervan overtuigd is dat dit project tot iets zeer positiefs kan leiden, staat het momenteel nog in zijn kinderschoenen en zijn er in de praktijk nog veel moeilijkheden. Het grote probleem is dat er tot op heden geen extra middelen worden uitgetrokken (personeel, tijd, geld) om dit CKO te coördineren.
Er wordt vastgesteld dat er nood is aan occasionele opvang in de gemeente Asse. Er zijn regelmatig ouders die een cursus (Nederlandse les, VDAB-opleiding, enz.) volgen en plots tijdelijk opvang nodig hebben voor hun kind. Voor deze ouders is het niet
gemakkelijk
om
opvang
te
vinden.
Via
het
CKO
hebben
de
drie
kinderdagverblijven de koppen bij elkaar gestoken en samen naar een oplossing
74
gezocht om aan deze vraag naar occasionele opvang tegemoet te komen. Ieder van deze opvanginitiatieven houdt enkele plaatsen vrij (min. 2 en max. 5) voor occasionele opvang. Dit actieplan werd ingediend bij Kind & Gezin. In november 2007 beslist Kind & Gezin dat enkel KDV Kinderpret 5 gesubsidieerde plaatsen voor occasionele opvang krijgt.
Aan flexibele opvang is er ook nood in de gemeente. Sommige onthaalouders die aangesloten zijn bij de dienst voor onthaalouders bieden dit aan. Het gebeurt dat zij kinderen opvangen voor 7 uur en na 18 uur of heel uitzonderlijk in het weekend of ’s nachts. Het IBO in Asse-Centrum is open tot 19 uur. Toch wordt er vastgesteld dat er zeer weinig kinderen tot 19 uur in de opvang blijven.
Er bestaat momenteel een samenwerking tussen de buitenschoolse opvang en de bibliotheek. In de toekomst wil men zo’n samenwerkingsverbanden alleen maar uitbreiden. Er zijn nu reeds gesprekken om in Zellik samen te werken met de taal-otheek. Aangezien er in deze deelgemeente heel wat allochtone gezinnen zijn, waarvan Nederlands niet de moedertaal is, hebben deze kinderen vaak een taalachterstand. De taal-o-theek, die gevestigd is in Zellik, leent materiaal uit om de Nederlandse taalontwikkeling te stimuleren. Om ouders en kinderen meer bekend te maken met de taal-o-theek, zullen er vanaf januari 2008 vrijwilligers van de taal-otheek met hun materiaal naar de woensdagnamiddagopvang komen om hier met de kinderen al spelenderwijs Nederlands te leren. Daarnaast is er een project van het OCMW Asse goedgekeurd om in Zellik een computerruimte op te richten (easy e-space). Hierdoor zullen er enkele computers ter beschikking staan voor mensen die geen internet hebben. De kinderen van de woensdagnamiddagopvang kunnen dan om de beurt met de vrijwilligers meegaan om van deze computerruimte gebruik te maken.
Het gemeentebestuur van Asse geeft heel wat ondersteuning aan de buitenschoolse opvang. Het organiseert dit in alle scholen van Asse over de verschillende netten heen. Hiermee toont het gemeentebestuur aan dat het zich bewust is van het belang aan kwalitatieve opvang. De gloednieuwe lokalen voor buitenschoolse opvang en speelpleinwerking in het centrum van Asse getuigen hier ook van.
75
Verder verleent het gemeentebestuur ook de nodige steun aan andere initiatieven die plaatsvinden in de gemeente en kinderen opvangen tijdens vakantieperiodes zoals sportkampen. Het OCMW van Asse organiseert de dienst voor onthaalouders.
De drie kinderdagverblijven in Asse zijn vzw’s die niet afhangen van het lokale bestuur. We kunnen uit dit alles afleiden dat het lokale bestuur al heel wat inspanningen levert naar opvangplaatsen, maar dat dit blijkbaar nog niet voldoende is. De vraag blijft groter dan het aanbod.
II.2
Beleidskeuzes
maken
en
doelstellingen
vastleggen
(=
Strategische
doelstellingen)
A. Het tekort aan opvangplaatsen in de dagopvang (0-3j.) wegwerken. B. Het tekort aan opvangplaatsen in de buitenschoolse opvang (2,5-12j.) wegwerken. C. De kwaliteit van de buitenschoolse opvang in alle deelgemeenten verhogen. D. Het Centrum voor Kinderopvang (CKO Hopsassa) verder uitbouwen. E. Tegemoetkomen aan de vraag naar occasionele opvang. F. Samenwerkingverbanden verder uitwerken.
II.3 Concrete acties en inzet van middelen (= Operationele doelstellingen)
A. Het tekort aan opvangplaatsen in de dagopvang (0-3j.) wegwerken
Verdere uitbouw aantal onthaalouders verbonden aan de door Kind & Gezin erkende dienst voor opvanggezinnen – 2008-2013. Via het CKO en andere overlegplatformen blijven we de Vlaamse overheid er attent op maken hoeveel nood er is aan extra gesubsidieerde opvangplaatsen – 2008-2013.
76
Bij een nieuwbouw of bij het verbouwen van kinderdagverblijven wordt er ruimte voorzien om extra gesubsidieerde opvangplaatsen te creëren; maar dan moet Kind & Gezin ook een financiële tegemoetkoming kunnen voorzien – 2008-2013. Het Centrum voor Kinderopvang verder uitbouwen zodat er op een efficiënte manier kan ingespeeld worden op de behoeften van de ouders en er een goeddraaiende centrale aanmeldingslijst wordt opgebouwd – 2008-2013. Het lokaal bestuur kan creatieve oplossingen binnen de gemeente Asse promoten. Bv. ouders die beurtelings op elkaars kinderen letten, grootouders die hun kleinkinderen opvangen – 2008-2013. Samenwerking tussen de buurtwerking van OCMW Asse en kinderopvang – 2008-2013. Er wordt nagegaan bij het lokaal bestuur of er middelen kunnen vrijgemaakt worden om extra dagopvangplaatsen te creëren – 2008-2013.
B. Het tekort aan opvangplaatsen in de buitenschoolse opvang (2,5-12j.) wegwerken
Het lokaal bestuur blijft investeren in personeel en infrastructuur – 2008-2013. Via het CKO en andere overlegplatformen blijven we de Vlaamse overheid er attent op maken hoeveel nood er is aan extra gesubsidieerde opvangplaatsen – 2008-2013. Het lokaal bestuur kan creatieve oplossingen binnen de gemeente Asse promoten. Bv. ouders die beurtelings op elkaars kinderen letten, grootouders die hun kleinkinderen opvangen – 2008-2013. Het lokaal bestuur blijft andere initiatieven, zoals sportkampen, steunen die zorgen voor opvang tijdens de vakantieperiodes – 2008-2013.
77
C. De kwaliteit van de buitenschoolse opvang in alle deelgemeenten verhogen
Het lokaal bestuur zorgt voor voldoende personeel voor de naschoolse opvang in de scholen. Men houdt hierbij rekening met het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In het schooljaar 2008-2009 wordt er iemand aangesteld als ‘vliegende’ begeleidster. Op die manier zit men niet direct met het handen in het haar als er eens iemand ziek is. Het personeel dat toezicht doet in de scholen krijgt ieder jaar vorming net als de begeleiding van het IBO en de mini-crèche – 2008-2013. Er wordt geleidelijk aan in iedere deelgemeente aangepaste infrastructuur voorzien voor de buitenschoolse opvang. Op die manier hoeft dit niet langer in de refter of turnzaal van de school plaats te vinden. o 2007: Lokalen te Zellik. o 2009-2010: Lokalen Walfergem. o 2010-2013: Andere deelgemeenten van Asse. De scholen leven het samenwerkingscontract dat afgesloten is met het lokaal bestuur na en zorgen voor een basisveiligheid in de opvang van hun school zoals EHBO en telefoon – 2008-2013. Het lokaal bestuur probeert te zorgen voor continuïteit in de begeleiding door de statuten van de toezicht(st)ers in de scholen aan te passen in schooljaar 2008-2009. Het lokaal bestuur voorziet ieder jaar opnieuw budget in de begroting om spelmateriaal aan te kopen voor het IBO en de mini-crèche maar ook voor de buitenschoolse opvang in de scholen zelf – 2008-2013.
D. Het Centrum voor Kinderopvang (CKO Hopassa) verder uitbouwen
Nagaan bij Kind & Gezin of er middelen vrijkomen om een CKO verder uit te bouwen en zoniet nagaan of het lokaal bestuur hiervoor middelen kan uittrekken – 2008-2013.
78
E. Tegemoetkomen aan de vraag naar occasionele opvang
Via het CKO hebben de verschillende initiatieven de handen in elkaar geslagen om samen een actieplan op te maken rond occasionele opvang. In november 2007 besliste Kind & Gezin om 5 gesubsidieerde occasionele opvangplaatsen aan KDV Kinderpret te geven. KDV Kinderpret krijgt tot eind 2008 om een beleid op touw te zetten en na te gaan hoe men deze occasionele opvangplaatsen zo goed mogelijk kan benutten. Er wordt nagegaan of er een samenwerking kan ontstaan tussen de buurtwerking van OCMW Asse en occasionele opvang – 2008-2013.
F. Samenwerkingsverbanden verder uitwerken
Samenwerking met bibliotheek verder uitbreiden naar de buitenschoolse opvang te Zellik en de kinderdagverblijven – 2008-2013. Samenwerking tussen buitenschoolse opvang en taal-o-theek Zellik – start januari 2008. Samenwerking tussen buitenschoolse opvang en computerruimte Zellik 2008-2013.
–