Inhoudstafel. Inleiding 3. Hoofdstuk 2 : Omgevingsanalyse 5. Hoofdstuk 3 : Geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid 20

Pagina 1

Inhoudstafel Pagina Inleiding

3

Hoofdstuk 1 : Identificatiegegevens Opglabbeek, gemeentebestuur en OCMW-Opglabbeek

4

Hoofdstuk 2 : Omgevingsanalyse

5

Hoofdstuk 3 : Geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid

20

Hoofdstuk 4 : De strategische en operationele doelstellingen en de acties binnen dit beleidsplan lokaal sociaal beleid

23

Hoofdstuk 5 : De doelstellingen en acties omgezet in een meerjarenplan

39

Hoofdstuk 6 : De taakverdeling en werkafspraken tussen het gemeentebestuur en het OCMW m.b.t. de uitvoering van dit meerjarenplan en de coördinerende rol van het lokaal bestuur

40

Hoofdstuk 7 : Beschrijving van de wijze waarop de bevolking en de lokale actoren bij de voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de uitvoering en de voortgang van het beleidsplan en van het lokaal sociaal beleid zullen betrokken worden.

41

Hoofdstuk 8 : De ontwikkeling ten opzichte van het vorige lokaal sociaal beleidsplan.

42

Hoofdstuk 9 : De wijze van integratie van bepaalde sectorplannen

43

Hoofdstuk 10 : Verdere planning tot uitwerking van dit beleidsplan en slotbeschouwingen

44

Bijlagen : 1. een opsomming van de precieze inhoud van de verschillende items uit de omgevingsanalyse 2. het beleidsplan preventief gezondheidsbeleid 2007-2008 3. vakterminologie 4. het beleidsplan kinderopvang 5. het gunstig advies van de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang over het beleidsplan kinderopvang 6. de goedkeuring van de gemeenteraad van Opglabbeek, van 17-12-2007, omtrent dit beleidsplan 7. de goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn van OCMWOpglabbeek, van 20-12-2007, omtrent dit beleidsplan

46 68 74

Pagina 2

Inleiding

Het voorliggend beleidsplan lokaal sociaal beleid voor de gemeente Opglabbeek werd uitgewerkt door de stuurgroep lokaal sociaal beleid, te samen met de dienstverantwoordelijken en de beleidsverantwoordelijken van gemeentebestuur en OCMWOpglabbeek. De stuurgroep lokaal sociaal beleid bestaat uit : - Bart Telen, wnd. gemeentesecretaris (tot en met 30-11-2007) en Joris Neyens, wnd. gemeentesecretaris (vanaf 01-12-2007) - Ilse Wevers, schepen maatschappelijke ontwikkeling - Frans Heijlen, OCMW-voorzitter en schepen van sociale zaken - Miet Remans, OCMW-secretaris. Om de gemeente Opglabbeek een beetje te situeren, zijn eerst enkele identificatiegegevens opgenomen in hoofdstuk 1. Vervolgens komt in hoofdstuk 2 de omgevingsanalyse aan bod. In hoofdstuk 3 wordt uit de doeken gedaan wat er bedoeld wordt met een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid binnen Opglabbeek. De 6 strategische doelstellingen, met daarbij horend de operationele doelstellingen en de acties, komen aan bod in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden de doelstellingen en de acties omgezet in een meerjarenplan. Hoofdstuk 6 besteedt aandacht aan de taakverdeling en de werkafspraken tussen het gemeentebestuur en het OCMW m.b.t. de uitvoering van dit meerjarenplan en de coördinerende rol van het lokaal bestuur. In hoofdstuk 7 komt de participatie van de bevolking en de lokale actoren aan bod. Hoofdstuk 8 geeft aan wat de ontwikkelingen zijn t.o.v. het vorige lokaal sociaal beleidsplan. Hoofdstuk 9 bepaalt de wijze van integratie van bepaalde sectorplannen. Omdat de uitwerking van dit beleidsplan uiteraard nog niet rond is, wordt de verdere planning tot uitwerking van dit plan en de slotbeschouwingen uiteengezet in hoofdstuk 10. In de bijlagen zijn de volgende zaken opgenomen : - Bijlage 1 : een opsomming van de precieze inhoud van de items die aan bod komen in de omgevingsanalyse - Bijlage 2 : het beleidsplan preventief gezondheidsbeleid 2007-2008 - Bijlage 3 : Vakterminologie - Bijlage 4 : Het beleidsplan kinderopvang (apart van het globale beleidsplan lokaal sociaal beleid) - Bijlage 5 : Het gunstig advies van de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang over het beleidsplan kinderopvang - Bijlage 6 : De goedkeuring van de gemeenteraad van Opglabbeek, van 17-12-2007, omtrent dit beleidsplan - Bijlage 7 : De goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn van OCMWOpglabbeek van 20-12-2007, omtrent dit beleidsplan.

Pagina 3

Hoofdstuk 1 : Identificatiegegevens Opglabbeek, gemeentebestuur en OCMW-Opglabbeek

Gemeente Opglabbeek : - NIS-nr. (Nummer bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek) : 71047 - aantal inwoners : ongeveer 9.700 - ondergebracht in klasse 15. Gemeentebestuur Opglabbeek Kapelstraat 1 3660 Opglabbeek Tel. (089)810 100 E-mail : [email protected] OCMW-Opglabbeek Rozenstraat 5 3660 Opglabbeek Tel. (089)810 140 E-mail : [email protected]

Contactpersoon : Miet Remans, secretaris OCMW Rozenstraat 5 3660 Opglabbeek Tel. (089)810 148 E-mail : [email protected]

Pagina 4

Hoofdstuk 2 : Omgevingsanalyse 2.1. Inleiding De omgevingsanalyse die gemaakt is voor de gemeente Opglabbeek, bevat 4 delen : - deel 1 : de cijfergegevens rond bepaalde items, die verzameld zijn door het provinciebestuur van Limburg en die zeer accuraat en up-to-date gehouden worden. De cijfergegevens van de gemeente Opglabbeek, afgezet tegen de gegevens van Limburg en Vlaanderen, geven een goed beeld van onze gemeente en zijn bevolking. De bron van deze cijfers : provinciebestuur Limburg (www.limburg.be/welzijnsmonitor), die op hun beurt te raden zijn gegaan bij andere (overheids)instanties. - deel 2 : het resultaat van de bevraging die georganiseerd werd bij de gehele bevolking van Opglabbeek via het gemeentelijk informatieblad ‘Blik Opglabbeek’. - deel 3 : het resultaat van de bevraging van een aantal OCMW-cliënten in de zomer van 2003, rond een aantal items rond hulpverlening en dienstverlening (ter informatie : deze bevraging is herhaald in 2007; cijfers zijn echter nog niet beschikbaar) - deel 4 : het resultaat van de bevraging die georganiseerd werd bij de ouders van de kinderen die gebruik maken van het Initiatief voor Buitenschoolse Opvang (afgekort ‘IBO’) ‘De ballon’, een organisatie van OCMW-Opglabbeek, in het jaar 2005. Op elk van deze 4 delen wordt nader ingegaan.

Pagina 5

2.2. De cijfergegevens van het provinciebestuur Limburg

De gegevens die vermeld worden, zijn uitgedrukt in absolute aantallen of percentages en moeten uiteraard gelezen en geïnterpreteerd worden volgens de aandachtspunten vermeld in de papieren uitgave van deze cijfers en op de website www.limburg.be/welzijnsmonitor. Wat de gegevens precies omhelzen, hoe ze berekend worden, enz. is opgenomen in bijlage 1 bij dit plan. De gegevens zijn van editie 2006.

Pagina 6

1. OMGEVINGSPERSPECTIEF Demografie Opglabbeek Bevolking en loop van de bevolking Totale bevolking Private huishoudens Familiekernen Bevolkingsdichtheid Geboorten per 1000 inwoners Sterfte per 1000 inwoners Inwijkingen per 1000 inwoners Uitwijkingen per 1000 inwoners Nationaliteiten Niet-Belgen Niet-Belgen van Nederland Niet-Belgen van Maghreblanden en Turkije Niet-Belgen van ex-Oostbloklanden Niet-Belgen van EU-ex-migratielanden Niet-Belgen van lage-inkomenslanden Buitenlandse inwijkingen per 1000 inwoners Buitenlandse inwijkingen, afkomstig van EU-exmigratielanden en lage-inkomenslanden Buitenlandse inwijkingen, afkomstig van Nederland

9.416 3.439 2.729 377/km² 12,65 6,00 43,52 41,37

Limburg

Vlaams Gewest

Aandachtspunten bij het beleid

809.942 6.043.161 Standaardscore is iets lager dan Limburg 314.585 2.501.681 Standaardscore is iets lager dan Limburg 227.026 1.650.717 Standaardscore is iets lager dan Limburg 334/km² 447/km² Standaardscore is gemiddeld voor Limburg 9,90 10,37 Standaardscore is veel hoger dan Limburg 7,69 9,34 Standaardscore is iets lager dan Limburg 37,85 44,66 Standaardscore is iets hoger dan Limburg 35,41 41,83 Standaardscore is iets hoger dan Limburg

in % 5,5 27,7 3,9 4,4 51,4 11,2 2,04 31,6

in % 8,1 52,2 11,8 3,1 23,9 18,4 7,30 27,6

in % 4,9 31,0 16,1 7,2 14,4 35,5 5,76 45,0

42,1

54,6

22,1 Standaardscore is gemiddeld voor Limburg

Pagina 7

Standaardscore is gemiddeld voor Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is gemiddeld voor Limburg Standaardscore is veel hoger dan Limburg Standaardscore is gemiddeld voor Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is gemiddeld voor Limburg

Leeftijdsopbouw Kinderen op voorschoolse leeftijd (0-2 jaar) Kinderen op kleuterleeftijd (3-5 jaar) Kinderen op lagere schoolleeftijd (6-11 jaar) Tieners op middelbare schoolleeftijd (12-17 jaar) Minderjarigen (0-17 jaar) Jongeren (0-19 jaar) Jongeren (0-24 jaar) Bevolking op actieve leeftijd (20-59 jaar) Ouderen (60 jaar en ouder) Hoogbejaarden (80 jaar en ouder) Demografische coëfficiënten Vervangingscijfer Dependentiecoëfficiënt Verouderingscoëfficiënt Grijze druk Groene druk Familiale zorgindex

Opglabbeek

Limburg

in % 15 15,1 35 34,9 22,2 24,3 30,4 59,2 16,5 1,99

in % 14,7 15,4 33,1 36,9 19,9 22,3 28,8 57,2 20,5 3,08

Vlaams Gewest in % 16,3 15,7 33,5 35,6 20 22,2 28,3 55 22,8 4,21

101,4 69 67,9 27,9 41,1 14,8

90,5 74,7 91,7 35,7 39 22,8

91,3 81,9 102,6 41,5 40,4 32,1

Conclusies De aandachtspunten zijn schuin gedrukt weergegeven. - Het geboortecijfer is hoog in Opglabbeek. Dit duidt op een jonge bevolking. - De gemeente Opglabbeek telt relatief weinig allochtonen. - Er zijn veel kinderen die de leeftijd hebben om in het basisonderwijs te zitten. - Opglabbeek telt minder ouderen dan andere gemeenten.

Pagina 8


Standaardscore is gemiddeld voor Limburg Standaardscore is gemiddeld voor Limburg Standaardscore is veel hoger dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is veel hoger dan Limburg Standaardscore is iets hoger dan Limburg Standaardscore is iets hoger dan Limburg Standaardscore is iets hoger dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

Standaardscore is veel hoger dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg

Sociaaleconomische context

Werkloosheidsgraad Seksekloof werkloosheidsgraad Jeugdwerkloosheidsgraad Werkzaamheidsgraad Seksekloof werkzaamheidsgraad Werkgelegenheidsgraad

Gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner Mediaaninkomen van alle inkomensaangiften Inkomens < 20.000 EUR

Opglabbeek

Limburg

in % 8,3 2,25 16 65,7 0,75 63,5 Absolute cijfers 12.447 20.126 in % 49,5

in % 10 1,68 21,3 62,8 0,76 57,2 Absolute cijfers 12.407 18.943 in % 53,3

Conclusies De aandachtspunten zijn schuin gedrukt weergegeven. Van de werkloze personen zijn het merendeel vrouwen.

Pagina 9

Vlaams Gewest in % 8 1,44 18,5 67,7 0,79 63,6 Absolute cijfers 13.485 19.384 in % 51,9


Standaardscore is lager dan Limburg Standaardscore is veel hoger dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets hoger dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is gemiddeld voor Limburg

Standaardscore is gemiddeld voor Limburg Standaardscore is iets hoger dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

2. OMGEVINGSPERSPECTIEF Arbeidsmarkt

Werkzoekenden zonder diploma HSO Werkzoekenden langer dan 2 jaar werkloos Werkzoekenden van 30 jaar en ouder Werkzoekenden van EU-ex-migratielanden en lageinkomenslanden Werkzoekenden met cumulatie van minstens 2 risicofactoren Werkzoekenden met cumulatie van minstens 3 risicofactoren Werkzoekenden die arbeidsgehandicapt zijn Werkzoekenden jonger dan 25 jaar en langer dan 1 jaar werkloos Werkzoekenden jonger dan 25 jaar en zonder diploma HSO

Opglabbeek

Limburg

in % 47,3 24,7 68,8 9,8

in % 52,6 26,6 62,7 8,6

Vlaams Aandachtspunten bij het beleid Gewest in % 51,4 Standaardscore is iets lager dan Limburg 26 Standaardscore is gemiddeld voor Limburg 63,4 Standaardscore is iets hoger dan Limburg Standaardscore is gemiddeld voor Limburg

47,3

49


14,9

16,2


12 4,9

14,7 6,1

12 Standaardscore is iets lager dan Limburg 5,6 Standaardscore is iets lager dan Limburg

7,6

10,1

10,8 Standaardscore is iets lager dan Limburg

Conclusies Er zijn niet echt aandachtspunten.

Pagina 10

Wonen

Huurwoningen Sociale huurwoningen Sociale huurappartementen Sociale huisvesting Kandidaat sociale huurders Woningen zonder comfort Leegstand en verkrotting

Opglabbeek

Limburg

in % 11,6 0,1 0 0,1 1,9 2,1 0,23

in % 18,9 3,4 2,1 5,5 3,7 3,3 0,41

Vlaams Gewest in % 23,7 2,7 2,7 5,4 2,9 4,5 0,82


Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

Conclusies De aandachtspunten zijn schuin gedrukt weergegeven. - Opglabbeek heeft merkelijk minder huurwoningen dan andere gemeenten in Limburg. - Er zijn zeer weinig sociale woningen.

Onderwijs en scholing

Risicoschoolloopbanen in basis- en secundair onderwijs Schoolse vertraging in het gewoon kleuteronderwijs Buitengewoon kleuteronderwijs volgen Risicoschoolloopbanen in het kleuteronderwijs Schoolse vertraging in het gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs volgen Risicoschoolloopbanen in het lager onderwijs Schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs

Opglabbeek

Limburg

in % 0,83 0 0,83 10,3 3,7 14 22,4

in % 0,68 0,91 1,59 12,2 7,6 19,8 26,7

Pagina 11

Vlaams Gewest in %


Standaardscore is gemiddeld voor Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

Buitengewoon secundair onderwijs volgen Deeltijds beroepssecundair onderwijs volgen Risicoschoolloopbanen in het secundair onderwijs

3,4 0,52 26,3

4,2 1,23 32,2

Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

Lage scholing Jongeren (18-24j), werkzoekend en zonder diploma HSO Werkzoekenden zonder diploma HSO

3,6 2,80

5,3 3,79

5 Standaardscore is iets lager dan Limburg 3,17 Standaardscore is iets lager dan Limburg

Doorstroming naar hoger onderwijs Doorstromers naar het hoger onderwijs

59,6

51,5

Standaardscore is iets hoger dan Limburg

91,1

83,8

Standaardscore is veel hoger dan Limburg

8,9

16,2

Standaardscore is veel lager dan Limburg

32,9

35,9

Standaardscoe is iets lager dan Limburg

37,3

33,3


2,69

1,97


27,1

28,8

Standaardscore is gemiddeld voor Limburg

Spreiding over de onderwijsvormen in het gewoon secundair onderwijs Leerlingen in de A-stroom van 1ste graad in het gewoon secundair onderwijs Leerlingen in de B-stroom van 1ste graad in het gewoon secundair onderwijs ASO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs TSO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs KSO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs BSO-leerlingen 2de-3de graad in het gewoon secundair onderwijs

Conclusies Er zijn geen echte aandachtspunten.

Pagina 12

3. CATEGORIAAL PERSPECTIEF Bestaansonzekeren

Leefloners Personen met een handicap met recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming Ouderen met een inkomensgarantie voor ouderen Mensen met een leefloon of een inkomensgarantie Mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering Ambtshalve geschrapten Asielzoekers

Opglabbeek

Limburg

in % 0,11 0,60

in % 0,29 0,88

Vlaams Aandachtspunten bij het beleid Gewest in % 0,57 Standaardscore is iets lager dan Limburg 0,92 Standaardscore is iets lager dan Limburg

3 1,06 6,4

4,3 1,78 8

4,9 Standaardscore is iets lager dan Limburg 2,25 Standaardscore is veel lager dan Limburg 8,1 Standaardscore is iets lager dan Limburg

1,17 0,12

1,85 0,45

2,68 Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

Opglabbeek

Limburg

in % 10,2 26,3

in % 6,4 32,2

Vlaams Aandachtspunten bij het beleid Gewest in % 5,9 Standaardscore is iets hoger dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

0,53 3,6

1,12 5,3

1,11 Standaardscore is iets lager dan Limburg 5 Standaardscore is iets lager dan Limburg


Maatschappelijk kwetsbare jongeren

Geboorten in kansarme gezinnen Jongeren in het secundair onderwijs die risicoschoolloopbanen ontwikkelen Jongeren in de bijzondere jeugdbijstand Jongeren (18-24j), werkzoekend en zonder diploma HSO

Pagina 13

Jongeren (18-24j), langer dan 1 jaar werkzoekend Jongeren (18-24j) met een leefloon

2,3 0,38

3,2 0,46

2,6 Standaardscore is iets lager dan Limburg 1,11 Standaardscore is gemiddeld voor Limburg

Opglabbeek

Limburg

in % 0,62 0,32 0,40

in % 1,49 0,47 1,25

Vlaams Aandachtspunten bij het beleid Gewest in % 1,75 Standaardscore is iets lager dan Limburg 0,79 Standaardscore is gemiddeld voor Limburg 1,04 Standaardscore is iets lager dan Limburg

Opglabbeek

Limburg

in % 0,38 0,48

in % 0,52 0,66

0,87 0,67

1,19 0,92


Allochtonen

Niet-Belgen van lage-inkomenslanden Erkende vluchtelingen Werkzoekenden met als etniciteit Maghrebijn, turk of nietEU-burger Conclusies Er zijn geen echte aandachtspunten.

Personen met een handicap

Personen (21j-…) met enkel een integratietegemoetkoming Personen (21j-…) met integratietegemoetkoming en recht op inkomensvervangende tegemoetkoming Personen (21j-…) met een integratietegemoetkoming Personen (21j-…) met integratietegemoetkoming, niet in

Pagina 14

Vlaams Aandachtspunten bij het beleid Gewest in % 0,57 Standaardscore is iets lager dan Limburg 0,65 Standaardscores is iets lager dan Limburg 1,22 Standaardscore is iets lager dan Limburg 0,95 Standaardscore is iets lager dan Limburg

een instelling verblijvend Personen (21-59j) met een integratietegemoetkoming Personen (60j-…) met een integratietegemoetkoming

0,97 0,51

1,18 1,21

1,24 Standaardscore is iets lager dan Limburg 1,19 Standaardscore is veel lager dan Limburg

Conclusies De aandachtspunten zijn schuin gedrukt weergegeven. Er zijn veel minder personen van 60 jaar of ouder die een integratietegemoetkoming ontvangen, vergeleken met de cijfers van de andere gemeenten in Limburg.

Ouderen

Ouderen (60j-…) Hoogbejaarden (80j-…) Alleenwonende ouderen (60j-…) Ouderen (60j-…) van EU-ex-migratielanden en lage inkomenslanden Ouderen (65j-…) met een integratietegemoetkoming Ouderen (65j-…) met tegemoetkoming hulp aan bejaarden Ouderen (65j-…) met een nationaliteit (zie …) met tegemoetkoming hulp aan bejaarden)

Opglabbeek

Limburg

in % 16,5 1,99 16,2 2,6

in % 20,5 3,08 20,9 3,5

0,53 7,4 3,3

1,11 8 4,9

Vlaams Gewest in % 22,8 4,21 24,6 1,1

Conclusies De aandachtspunten zijn schuin gedrukt weergegeven. - Er zijn minder mensen van 60 jaar of ouder dan in de rest van Limburg. - Er zijn veel minder mensen van 60 jaar of ouder die alleen wonen dan in de rest van Limburg.

Pagina 15


Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscores is veel lager dan Limburg Standaardscore is gemiddeld voor Limburg

1,03 Standaardscore is iets lager dan Limburg 7 Standaardscore is gemiddeld voor Limburg 3,5 Standaardscore is iets lager dan Limburg

Gezinnen

Gezinnen met minderjarige kinderen Eénoudergezinnen met minderjarige kinderen Alleenwonenden Huishoudens met meer dan 5 personen

Opglabbeek

Limburg

in % 44,4 7,7 16,9 1,72

in % 40,5 9,1 23,6 2,24

Conclusies De aandachtspunten zijn schuin gedrukt weergegeven. - Er zijn veel meer gezinnen met minderjarige kinderen, dan in de rest van Limburg. - Er zijn veel minder alleenwonenden dan in de rest van Limburg.

Pagina 16

Vlaams Gewest in % 41,1 11,5 29 1,90


Standaardscore is veel hoger dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg Standaardscore is veel lager dan Limburg Standaardscore is iets lager dan Limburg

2.3. Het resultaat van de bevraging die georganiseerd werd bij de gehele bevolking van Opglabbeek via het gemeentelijk informatieblad ‘Blik Opglabbeek’ Het gemeentelijk informatieblad ‘Blik Opglabbeek’ wordt maandelijks (zomermaanden juli en augustus uitgezonderd) bedeeld in alle brievenbussen van Opglabbeek. Dit zijn er ongeveer 3.700. In het midden van het informatieblad van juni 2007 werd er een vragenlijst gestopt die diverse onderwerpen behandelde. Dit ging van kinderopvang, tot mobiliteit, tot huisvesting, tot de participatie aan sociale en culturele activiteiten in de gemeente. Dit betekent dat ook zoveel gezinnen, bestaande uit één of meerdere personen, een dergelijke vragenlijst ontvangen hebben. Slechts 17 personen hebben een ingevulde vragenlijst terugbezorgd. Omdat de representativiteit niet gewaarborgd is, kunnen er moeilijk conclusies getrokken worden uit de antwoorden die gegeven werden. Op de resultaten wordt er hier dan ook niet verder op ingegaan.

Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 17/101

2.4. Het resultaat van de bevraging van een aantal OCMW-cliënten in de zomer van 2003, rond een aantal items rond hulpverlening en dienstverlening De 44 Limburgse OCMW’s zijn verenigd in het Limburgs Steunpunt OCMW’s (afgekort LSO). De participanten in het LSO zijn : de voorzitters, de secretarissen en in vele gevallen ook maatschappelijk assistenten van de verschillende OCMW’s. Het LSO werkt rond een aantal items die OCMW’s zeer nauw aan het hart liggen, met name : - sociale dienstverlening - schuldhulpverlening (budgetbegeleiding, budgetbeheer, collectieve schuldenregelingen) - asielzoekers - thuiszorg - contacten tussen de OCMW’s en de ‘verenigingen waar armen het woord voeren’ - contacten tussen de OCMW’s en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (afgekort CAW’s) - enz. Uit de contacten tussen de OCMW’s en de ‘verenigingen waar armen het woord voeren’ is gebleken dat zij graag hadden dat er een bevraging georganiseerd werd rond de diensten hulpverlening binnen de OCMW’s. Dit is uitgewerkt in het voorjaar van 2003. Ook de vragenlijst zelf is mee bekeken en beoordeeld door de doelgroep zelf. 18 OCMW’s van Limburg hebben deelgenomen aan de bevraging, waaronder OCMWOpglabbeek. Een aantal cliënten van OCMW-Opglabbeek zijn in dit kader bevraagd in de zomer van 2003. De aandachtspunten voor OCMW-Opglabbeek, n.a.v. deze enquêtes, waren divers : Wat betreft de infrastructuur - De ruimtes waar cliënten wachten en ontvangen worden, mochten opgevrolijkt en verfraaid worden. - Er mocht ook aandacht besteed worden aan het discreet ontvangen van cliënten. Wat betreft de hulpverlening zelf - Preventief werken rond bepaalde onderwerpen wordt als zeer belangrijk aangegeven. - Het correct informeren van de cliënt, ook al is de boodschap niet (helemaal) positief, is belangrijk. Begin 2007, werd er een nieuwe oproep gelanceerd om een nieuwe bevraging te houden. Opnieuw hebben een aantal OCMW’s, waaronder het OCMW van Opglabbeek, toegehapt. De voordelen van het houden van een nieuwe bevraging zijn de volgende : - je kan de nieuwe resultaten vergelijken met die van 2003 - ten gevolge van nieuwe inzichten en nieuwe uitgangspunten, kunnen er andere zaken bevraagd worden en kan er meer op de bal gespeeld worden. In het najaar van 2007 zijn er weer een aantal cliënten van het OCMW bevraagd in Opglabbeek. De resultaten gaan duidelijk zijn in de loop van 2008. Uiteraard wordt hierop verder ingegaan ter gelegenheid van een bijsturing van dit beleidsplan lokaal sociaal beleid.


2.5. Het resultaat van de bevraging die georganiseerd werd bij de ouders van de kinderen die gebruik maken van het Initiatief voor Buitenschoolse Opvang (afgekort ‘IBO’) ‘De ballon’, in het jaar 2004 In het kader van het kwaliteitshandboek dat een IBO dient op te maken en te volgen, worden er, op regelmatige basis, bevragingen georganiseerd. Zo is er, in het jaar 2004, een bevraging gebeurd bij de ouders van de kinderen die gebruik maken van IBO ‘De Ballon’. De bevraging spitste zich toe op verschillende aspecten. Een aandachtspunt bij ons OCMW was ‘de ouderparticipatie’ in de werking van ‘De Ballon’. Ondertussen, 3 jaar later, heeft het OCMW van Opglabbeek hierrond al enkele acties ondernomen.


Hoofdstuk 3 : Geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid

Het lokaal sociaal beleid binnen de gemeente Opglabbeek, wordt uitgevoerd door zowel het OCMW als het gemeentebestuur. De insteek voor de opmaak van dit beleidsplan zijn de 6 bevoegdheidsdomeinen van de beleidsverantwoordelijken van gemeentebestuur en OCMW, met name : 1. maatschappelijke ontwikkeling 2. maatschappelijk beheer 3. ruimtelijke ontwikkeling 4. ruimtelijk beheer 5. middelen (ondersteunend voor de andere bevoegdheidsdomeinen) 6. OCMW-dienstverlening. De eerste 5 behelzen een inclusief beleid. Het is de bedoeling een dienstverlening uit te werken die toegankelijk, bereikbaar en consulteerbaar is voor alle inwoners van Opglabbeek (ook al behoren ze tot een bepaalde groep, zoals bijv. de personen met een handicap) De OCMW-dienstverlening, en dan vooral de ‘basisdienstverlening van een OCMW’ is eerder te benoemen als flankerend beleid. Het is de bedoeling om een bepaalde groep mensen ‘dat steuntje in de rug te geven’ om te kunnen participeren aan het inclusief beleid. Vertrekkende van dit uitgangspunt, komen we tot de volgende indeling : Inclusief beleid 1. maatschappelijke ontwikkeling 2. maatschappelijk beheer 3. ruimtelijke ontwikkeling 4. ruimtelijk beheer 5. middelen (ondersteunend voor de andere bevoegdheidsdomeinen) Flankerend beleid 6. OCMW-dienstverlening. De bevoegdheidsdomeinen van de beleidsverantwoordelijken zijn, bij het begin van de vorige legislatuur, ondergebracht onder de 6 hierboven vermelde categorieën. Uiteraard worden er heel concrete zaken aangehaald binnen elk van deze bevoegdheidsdomeinen : 1. Maatschappelijke ontwikkeling → cultuur, sport, jeugd, onderwijs, bibliotheek, toerisme → invalshoek : het strategische denken hierover


2. Maatschappelijk beheer → algemeen beleid, veiligheid, politie, burgerlijke stand, bevolking, huisvesting, personeel, voorlichting, public relations, evenementen en feestelijkheden → invalshoek : het (dagelijks) beheer hiervan 3. Ruimtelijke ontwikkeling → ruimtelijke ordening (structuurplanning, stedenbouwkundige vergunningen, BPA’s en RUP’s, leefmilieu (milieuvergunningen), grondbeleid, duurzaamheid, werken door derden, landbouw → invalshoek : het strategische denken hierover 4. Ruimtelijk beheer → werken in eigen regie (wegen, gebouwen, groen), werken voor nutsvoorzieningen, verkeer en mobiliteit, onderhoudswerken aan gebouwen, kapvergunningen, bosbeheer, bermbeheer, groen-voorzieningen, afval en containerpark, rioleringen, begraafplaatsen → invalshoek : het (dagelijks) beheer hiervan 5. Middelen → financiën, industrie en lokale economie, werkgelegenheid, informatica, rechtszaken, facilitair beheer, kerkfabrieken → invalshoek : ‘middelen’ om de andere diensten te laten werken + enkele bijkomende zaken voor de bevolking 6. OCMW-dienstverlening → invalshoek : flankerend beleid Opmerkingen : - De insteek is dus de bevoegdheidsdomeinen, niet het bestuur waaronder een bepaalde dienstverlening ondergebracht is. vb. de buitenschoolse kinderopvang : is ondergebracht onder ‘maatschappelijk beheer’ reden : die is toegankelijk en bereikbaar voor alle Opglabbekenaren - Elk bevoegdheidsdomein hoort niet louter en alleen thuis bij 1 bepaalde mandataris. In sommige gevallen zijn de doelstellingen en de acties ‘mandatarisoverschrijdend’. Er zal uiteindelijk wel een ‘verantwoordelijke mandataris’ en een ‘verantwoordelijke ambtenaar’ moeten aangeduid worden.

Omschrijven van doelstellingen en acties Per bevoegdheidsdomein, is er 1 strategische doelstelling omschreven. Per strategische doelstelling, zijn er verschillende operationele doelstellingen bepaald. Per operationele doelstelling, zijn er verschillende acties uitgeschreven. Elk van deze acties, moet nog verder geconcretiseerd worden. Dit is nog niet gebeurd in dit beleidsplan. Dit is voorzien voor de komende maanden. De concretisatie omvat zeker het volgende : - het bestuur dat de trekkersrol gaat vervullen - het bestuur dat de actie werkelijk gaat uitvoeren - de beleidsverantwoordelijke die de trekkersrol gaat vervullen - de ambtenaar die de actie gaat behartigen Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 21/101

-

de ‘middelen’ die nodig zijn om de actie uit te voeren indien er financiële middelen nodig zijn, of personeelsinzet, de begroting (voor het gemeentebestuur) en/of het budget (voor het OCMW) dat dit gaat dragen de wijze van evaluatie van de actie de wijze van bijsturing van de actie enz.

De acties zijn uiteraard zo SMART mogelijk omschreven, rekening houdende met de definitie van SMART, met name : S Specifiek M Meetbaar A Aanvaardbaar R Realiseerbaar T Tijdsgebonden

Samen lezen met andere sectorplannen - Onderwerpen, acties, e.d. die omschreven zijn in andere sectorplannen worden hier niet aangeraakt. Er wordt enkel naar verwezen. Andere sectorplannen zijn : - cultuur - sport - jeugd - milieu - Omdat dit verplicht is, wordt er een hoofdstuk gewijd aan ‘kinderopvang’. Dit stukje wordt ook mee geadviseerd door de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang. - Omdat dit o.i. aangewezen is, wordt er ook een melding gemaakt van de doelstellingen in het kader van het preventief gezondheidsbeleid. Dit wordt, ter illustratie, mee opgenomen in de bijlagen bij dit beleidsplan (bijlage 2). - Dit kan in de toekomst bijv. ook voor andere aspecten, zoals bijv. het seniorenbeleidsplan.


Hoofdstuk 4 : De strategische en operationele doelstellingen en de acties binnen dit beleidsplan lokaal sociaal beleid Hieronder is een overzicht opgenomen :

I. Inclusief beleid Maatschappelijke ontwikkeling Strategische doelstelling 1 : Alle inwoners van Opglabbeek en alle doelgroepen die hierin te onderscheiden zijn moeten zoveel en zo vlot mogelijk hun leven en hun vrije tijd kunnen vorm geven en inrichten. Deze doelstelling wordt uitgeschreven tegen de achtergrond van verschillende sectorplannen, met name : - het sectorplan cultuur voor de periode 2008-2013 - het sectorplan sport voor de periode 2008-2013 - het sectorplan jeugd voor de periode 2008-2010. Operationele doelstelling 1.1 Met het oog op de ontwikkeling van een goed aanbod aan vrije tijdsvoorzieningen, wordt het bestaande aanbod van zowel het gemeentebestuur als van andere instanties onderzocht en geanalyseerd en worden eventuele blinde vlekken opgespoord. Acties 1.1.1

1.1.2 1.1.3

Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de behoeften van de inwoners van Opglabbeek, via het gemeentelijk informatieblad, ‘Blik Opglabbeek’ (editie juni 2007), op het vlak van - kinderopvang - deelname aan sociale, culturele en sportieve activiteiten - gemeentelijke informatie - dienstverlening - mobiliteit - huisvesting - toegankelijkheid. De ingevulde vragenlijsten van het onderzoek, vermeld in 1.1.1, werden verwerkt en in kaart gebracht tegen 31-07-2007. Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de ideeën van de senioren van Opglabbeek, wat betreft een aantal thema’s : - het gemeentebestuur en het OCMW zijn toegetreden tot het provinciaal initiatief om, samen met de VUB, een bevraging te organiseren - er wordt in november 2007 een steekproef getrokken uit de te bevragen groep Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 23/101

senioren - er wordt een bevraging georganiseerd, met de bedoeling 420 volledig ingevulde vragenlijsten te hebben in het voorjaar van 2008. - de resultaten worden gepresenteerd en geïnterpreteerd door een professor of zijn medewerker van de VUB in het voorjaar van 2008. - de resultaten worden besproken door de leden van de stuurgroep lokaal sociaal beleid met de relevante actoren. Operationele doelstelling 1.2 Het aanbod van de activiteiten moet zo breed mogelijk ingevuld worden met het oog op de deelname van alle doelgroepen. Acties 1.2.1

In opvolging van de bespreking rond het aanbod en de vraag (zie punt 1.1), in het najaar van 2008, worden er concrete activiteiten georganiseerd vanaf het jaar 2009, ook tegen het licht van de uitvoering van de verschillende sectorplannen. Deze moeten nog verder uitgeschreven worden. Het is de bedoeling om sectoroverschrijdend te werken in het gehele vrije tijdsaanbod. Aandachtspunten hierbij zijn : - de timing van de activiteiten moet zo gebeuren dat er activiteiten zijn op alle momenten van de dag, week, enz. - de activiteiten moeten een ontspannend en/of vormend en/of cultureel vormend, enz. karakter hebben - de activiteiten moeten betaalbaar zijn.

Operationele doelstelling 1.3 Het gemeentebestuur en het OCMW werken actief mee aan het vergroten van de sociale, culturele en sportieve participatie van bepaalde doelgroepen aan de activiteiten en evenementen die georganiseerd worden. Acties 1.3.1 1.3.2

Het gemeentebestuur en het OCMW werken samen in het project ‘bib-aan-huis’. Het OCMW en het gemeentebestuur maken maximaal gebruik van de financiële middelen die ter beschikking worden gesteld door de federale en Vlaamse overheid, met het oog op de participatie van bepaalde doelgroepen aan het culturele, sociale en sportieve leven (zie takenpakket van het OCMW en de sectorplannen cultuur, sport en jeugd).

Operationele doelstelling 1.4 Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken de zinvolheid van het oprichten van een dienstencentrum voor senioren. Acties 1.4.1

1.4.2

Het gemeentebestuur en het OCMW richten, uiterlijk op 01-03-2008, een werkgroep op met als taak ‘het nadenken over het eventueel realiseren van een dienstencentrum voor senioren’. Deze werkgroep rapporteert aan het gemeentebestuur en het OCMW, uiterlijk 01-07-2008, over zijn resultaten. Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 24/101

Operationele doelstelling 1.5 Het gemeentebestuur en het OCMW staan open voor (deelname aan) projecten in het kader van de versterking van de lokale economie en werkgelegenheid + nemen alle mogelijkheden en opportuniteiten te baat; beide tegen het licht van de Europese dienstenrichtlijn. Acties 1.5.1.

1.5.2.

1.5.3. 1.5.4.

1.5.5.

1.5.6.

1.5.7.

1.5.8.

Het gemeentebestuur en het OCMW vaardigen elk, net als PWA-Opglabbeek, 3 personen af in de Algemene Vergadering van de vzw Dienstenbedrijf Opglabbeek. Binnen het dienstenbedrijf, blijft er aandacht, waar mogelijk, voor de tewerkstelling van kansengroepen. Het gemeentebestuur en het OCMW formuleren, samen met de medewerkers van de werkwinkel Genk-As-Opglabbeek-Zutendaal, in 2008 een aantal concrete acties ter verlaging van de werkloosheidsgraad in Opglabbeek, uitgaande van de concrete cijfers die aan bod zijn gekomen in de omgevingsanalyse. Het gemeentebestuur en OCMW verwijzen actief door naar de werkwinkel die opereert binnen kanton Genk. Het gaat over minimaal 24 verwijzingen per jaar. Het gemeentebestuur en het OCMW participeren in het forum werkgelegenheid van Genk-As-Opglabbeek-Zutendaal, d.m.v. : - de deelname van de burgemeester/afgevaardigde schepen - de deelname van de OCMW-voorzitter. Het OCMW stelt, in het kader van het samenwerkingsverband met OCMWGenk m.b.t. het inzetten van een trajectbegeleider, aan minimum 24 cliënten per jaar de diensten van de trajectbegeleider ter beschikking. Het gemeentebestuur en het OCMW promoten opleiding en/of tewerkstelling bij organisaties die de mensen kunnen vormen en eventueel een duurzame tewerkstelling garanderen : bijv. bij vzw Alternatief voor horeca-opleidingen. Men doet dit voor minimum 10 cliënten per jaar. Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken de mogelijkheid tot het sluiten van samenwerkingsverbanden met bedrijven, sociale economieprojecten, enz., met het oog op een grotere tewerkstelling van de werkloze Opglabbekenaren, zowel in Opglabbeek als er buiten. Het gemeentebestuur verleent zijn medewerking voor het oprichten en ondersteunen van een tewerkstellingscel indien er zich een faillissement voordoet bij een bedrijf van Opglabbeek.


Maatschappelijk beheer Strategische doelstelling 2 : Het realiseren van een zo hoog mogelijke deelname aan de samenleving voor zoveel mogelijk mensen in Opglabbeek. Operationele doelstelling 2.1 Het gemeentebestuur en het OCMW werken een gezamenlijk communicatieplan uit. Acties 2.1.1

Het gezamenlijk communicatieplan wordt uitgewerkt, ten laatste in 2008. Dit plan heeft aandacht voor : Punt 1 - de communicatie binnen elk van de 2 besturen afzonderlijk - de communicatie tussen beide besturen - de externe communicatie van beide besturen afzonderlijk, naar de bevolking van Opglabbeek toe - de externe communicatie van beide besturen gezamenlijk, naar de bevolking van Opglabbeek toe. Punt 2 In de interne en externe communicatie van het gemeentebestuur en het OCMW wordt er rekening gehouden met - de verstaanbaarheid en helderheid van de informatie - het hanteren van niet te moeilijke taal (niet te ambtelijk, korte zinnen, enz.)

2.1.2

Punt 3 In de interne en externe communicatie van het gemeentebestuur en het OCMW wordt er rekening gehouden met een belangrijk item als ‘de herkenbaarheid’. In dit kader, zal in 2008 de opportuniteit van het gebruik van logo’s worden afgewogen. Het gemeentebestuur en het OCMW creëren een ‘sociaal huis’ in 2008; een plek waar je alle informatie kan krijgen of kan doorverwezen worden, rond ‘het brede maatschappelijke gebeuren’. In 2008 wordt het inhoudelijk concept van het sociaal huis verder uitgewerkt. Op het vlak van infrastructuur, is de keuze gemaakt : de diensten van het gemeentebestuur en het OCMW gaan samen gehuisvest worden vanaf het moment dat de uitbreiding van het nieuwe gemeentehuis gerealiseerd wordt.


Operationele doelstelling 2.2 = hoofdstuk rond kinderopvang (2.2.4) Het gemeentebestuur en het OCMW streven ernaar dat de combinatie werk – gezin – vrije tijd haalbaar is. Acties 2.2.1

2.2.2

2.2.3

2.2.4

2.2.4.1

2.2.4.2

2.2.4.3

2.2.4.4

2.2.4.5

In het najaar van 2007, wordt het lokaal overleg kinderopvang een gemeentelijke adviesraad. In het kader van het omvormen van het lokaal overleg kinderopvang tot een adviesraad, bepaalde de gemeenteraad, in zijn vergadering van 15-10-2007, de statuten. Het OCMW organiseert een Initiatief voor Buitenschoolse Opvang (IBO), genaamd ‘De ballon’, op 3 locaties in Opglabbeek, voor kinderen van het kleuter- en lager onderwijs. Aandachtspunt is : IBO ‘De ballon’ organiseert zich op zo’n manier dat er tegemoet kan gekomen worden aan de opvangvragen van de ouders en aan de van toepassing zijnde regelgeving. Het OCMW biedt huisvesting aan, aan Kind en Gezin en de Landelijke Kinderopvang, om zodoende deze dienstverlening in Opglabbeek te kunnen aanbieden. De gemeentelijke adviesraad lokaal overleg kinderopvang formuleert een advies over het onderstaande beleidsplan 2007-2012 : De Landelijke Kinderopvang voorziet - dagelijkse opvang voor kinderen tussen 0 en maximum 3 jaar, volgens de afspraken met de onthaalouders - buitenschoolse opvang van kinderen tussen 2,5 en 12 jaar voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen. De dienst werkt met ongeveer 25 onthaalouders. De dienst werkt binnen het ‘basisaanbod’ + ‘het verruimde aanbod’. Initiatief voor Buitenschoolse Opvang ‘de ballon’ (OCMW-Opglabbeek) verzorgt buitenschoolse kinderopvang, voor kinderen van 2,5 jaar tot het einde van het basisonderwijs, voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen, op 3 locaties in Opglabbeek (parochies Nieuwe Kempen, Louwel en het centrum). IBO ‘de ballon’ heeft tijdens het schooljaar, in het totaal voor de 3 locaties, 117 erkende kindplaatsen (70 in het centrum, 32 in Louwel en 15 in Nieuwe Kempen) en tijdens de vakanties 84 (in het centrum). Het initiatief werkt binnen het ‘basisaanbod’ + ‘het verruimde aanbod’. De Grabbelpas biedt kinderen van het lager onderwijs een vrijetijdsaanbod tijdens iedere vakantie. Daarnaast kunnen leden met hun pasje ook nog genieten van een kortingenaanbod. In 2008 streven we ernaar om ook voor de kleuters een grabbelpaswerking op te starten. Dit past in het ‘basisaanbod’. Swap biedt tieners van het 1ste t.e.m. het 3de jaar secundair onderwijs een vrijetijdsaanbod tijdens iedere vakantie. Daarnaast kunnen leden met hun pasje ook nog genieten van een kortingenaanbod. In 2008 trachten we een Swap-werking uit te bouwen in een specifiek daartoe bestemd lokaal, met als doel de betrokkenheid van de deelnemers te verhogen. Dit past in het ‘basisaanbod’. De sportdienst van het gemeentebestuur - organiseert voor kinderen van het 1ste t.e.m. het 6de leerjaar een sportacademie - organiseert voor jongeren van het lager en middelbaar onderwijs regelmatig schoolvakantieactiviteiten Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 27/101

2.2.4.6

2.2.4.7

2.2.4.8

Dit past in het ‘basisaanbod’. Het kinderen jeugdatelier van het gemeentebestuur biedt een creatief vormingsatelier voor kinderen vanaf 5 jaar t.e.m. het 6de leerjaar en jongeren vanaf 12 jaar, op woensdagnamiddag en op zaterdag. Dit past voor een gedeelte in het ‘basisaanbod’. Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken, ten laatste in 2008, de nood naar bijkomende opvangmogelijkheden voor kinderen tussen 0 en 3 jaar. Indien zou blijken dat die nood bestaat, onderzoeken ze de mogelijkheden om hieraan tegemoet te komen, autonoom of in samenwerking met andere partners. Dit wordt onderzocht, te samen met 2.2.4.8 (om efficiënt te werken). Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken, ten laatste in 2008, de eventuele nood aan andere vormen van kinderopvang : flexibele opvang, opvang voor kinderen met een handicap, voor zieke kinderen, Dit wordt onderzocht, te samen met 2.2.4.7 (om efficiënt te werken)

Operationele doelstelling 2.3 Het gemeentebestuur stimuleert de mobiliteit van de inwoners van Opglabbeek, zowel binnen de gemeente als naar en vanuit de gemeente. Acties 2.3.1

2.3.2

2.3.3

Er wordt in 2008 een analyse gemaakt van alle vervoersmogelijkheden binnen de gemeente Opglabbeek en tussen andere gemeenten en Opglabbeek. Indien blijkt dat er nood is aan bijkomende initiatieven, worden deze in de loop van de legislatuur geëxpliciteerd en verder uitgewerkt. Het gemeentebestuur en het OCMW participeren in 2007 in het Equal-project (of Local Mobility Project) van OCMW-Genk. De gemeente onderzoekt of daarbij kan aangesloten worden ten behoeve van bepaalde gemeentelijke diensten. Dit project heeft als doelstelling : het bevorderen van de mobiliteit van bepaalde doelgroepen zoals kinderen, senioren, minder mobielen, enz. Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken in 2008 of de aankoop van een (mini)busje voor het vervoer van ouderen, minder mobiele mensen, kinderen, enz. aangewezen is.

Operationele doelstelling 2.4 Het gemeentebestuur en het OCMW organiseren diverse dienstverleningsvormen voor alle inwoners van Opglabbeek. Acties 2.4.1 2.4.2 2.4.3

2.4.4

Het gemeentebestuur organiseert, in het begin van elk schooljaar, zitdagen om de mensen bij te staan bij het invullen van de formulieren ‘aanvraag studiebeurzen’. Het gemeentebestuur organiseert in de periode april-mei-juni zitdagen om de mensen bij te staan bij het invullen van hun belastingsaangifte. Het OCMW organiseert een pensioendienst : een dienst die de mensen bijstaat bij het invullen van hun aanvraag voor een (overlevings)pensioen of bij het opvragen van bijkomende informatie rond hun pensioen. Het OCMW verschaft informatie rond de mogelijkheden en voorwaarden wat betreft de toelagen vanuit het stookoliefonds + zorgt voor de aanvragen. Ter informatie : Andere dienstverleningsvormen van deze aard worden behandeld tijdens het gewone spreekuur van de sociale dienst. Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 28/101

Operationele doelstelling 2.5 = hoofdstuk rond preventief gezondheidsbeleid Het gemeentebestuur en het OCMW vervullen een belangrijke taak in de voorlichting en sensibilisering van de inwoners van Opglabbeek, met het oog op een gezondere leefwijze. Acties 2.5.1

2.5.2

2.5.3

Het gemeentebestuur stuurt een stuurgroep volksgezondheid aan, die werkt aan een lokaal preventief gezondheidsbeleid. De krijtlijnen van de lokale preventieve gezondheidsacties zijn de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. In de bijlagen bij dit beleidsplan, is het integrale beleidsplan preventieve gezondheidsacties opgenomen. Het gemeentebestuur, het OCMW en het CAD hebben zich verenigd in een preventiewerkgroep met als globale taak : het organiseren van preventieactiviteiten voor de bevolking van Opglabbeek en meer concreet : - het uitwerken van een jaarlijkse preventiecampagne voor de kinderen van het 5de en 6de leerjaar van de scholen van Opglabbeek - het verstrekken van informatie aan de bevolking via diverse kanalen - het uitwerken van preventieactiviteiten voor en via verenigingen die werkzaam zijn in Opglabbeek. Het OCMW heeft een overeenkomst gesloten met het CAD, ten behoeve van de inwoners van Opglabbeek - elk jaar worden er minstens 5 activiteiten georganiseerd die te plaatsen zijn in het preventieve gebeuren - elk jaar worden er een aantal mensen doorverwezen, in het kader van het curatieve aspect. (zie jaarverslagen CAD)

Operationele doelstelling 2.6 Het gemeentebestuur en het OCMW ondersteunen het vrijwilligerswerk, in het algemeen en t.o.v. bepaalde doelgroepen. Het concrete beleid hierover wordt uitgewerkt vanuit het cultuurbeleidsplan, maar is sectoroverschrijdend. Operationele doelstelling 2.7 Het gemeentebestuur en het OCMW hebben oog voor een goed onthaalbeleid van de mensen die in de gemeente Opglabbeek komen wonen. Acties 2.7.1 2.7.2

Het gemeentebestuur verwijst de anderstalige vreemdelingen actief door naar het onthaalbureau in het kader van het samenwerkingsverband met stad Genk. Het gemeentebestuur organiseert jaarlijks een onthaalavond voor de nieuwe inwoners van Opglabbeek.

Operationele doelstelling 2.8 Het gemeentebestuur en het OCMW organiseren een inclusief welzijnsbeleid. Acties 2.8.1

Het OCMW ondersteunt de welzijnsraad van Opglabbeek : - financieel door elk kalenderjaar een bedrag ter beschikking te stellen voor de werking - administratief door een medewerker van het OCMW ter beschikking te stellen Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 29/101

2.8.2

voor de (administratieve) ondersteuning. Het gemeentebestuur en het OCMW creëren, tegen eind 2009, : - een welzijnsraad – adviesraad, die zich bezig houdt met een aantal inhoudelijke thema’s op het vlak van welzijn - een welzijnsraad – vrijwilligersgroep die zich bezig houdt met het organiseren van activiteiten.


Ruimtelijke ontwikkeling Strategische doelstelling 3 : Het bewaken van een kwalitatief, betaalbaar en gevarieerd woningenaanbod in een leefbare omgeving. Operationele doelstelling 3.1 Het uitschrijven van een woningbeleid met als prioriteit het streven naar het verschaffen van een woning aan eenieder. Acties 3.1.1.

3.1.2.

Ten laatste in het voorjaar 2008, wordt er een werkgroep woningbeleid opgericht, met als doelstelling : het streven naar een woningaanbod voor zoveel mogelijk doelgroepen in onze gemeente, in samenwerking met de instanties die werkzaam zijn op ons grondgebied. Uiterlijk december 2008, wordt door deze werkgroep een eerste beleidsrapport voorgelegd, dat kadert binnen een aantal voorwaarden die gesteld zijn door het gemeentebestuur en het OCMW. Aandachtspunten binnen dit beleidsrapport zijn : - het idee van ‘levenslang wonen’ : uitwerken en bekend maken bij de inwoners van Opglabbeek, architecten die in Opglabbeek bouwen, enz. - het streven naar een sociale mix in de uitbouw van projecten - enz.

Operationele doelstelling 3.2 Het streven naar de ontwikkeling van inbreidings- en uitbreidingsgebieden, opgenomen in het ruimtelijk structuurplan, met het oog op het ter beschikking stellen van betaalbare bouwgronden. Acties 3.2.1 3.2.2

Het oplijsten van de potentiële gebieden. Dit is al gebeurd in het kader van het ruimtelijk structuurplan. Indien mogelijk, deze gebieden ontwikkelen (eventueel geleidelijk aan) en ter beschikking stellen aan de Opglabbeekse bevolking op basis van een puntensysteem.

Operationele doelstelling 3.3 Het streven naar het uitbouwen van een betaalbaar woningaanbod, zeker voor nog te bepalen doelgroepen + het invullen van eventuele leemtes, autonoom of in samenwerking met andere partners. Acties 3.3.1

In 2010 ten laatste, onderzoeken of het opportuun en haalbaar is om een databank aan te leggen waarin de volgende zaken zouden kunnen opgenomen worden : - het aanbod aan bouwgronden - het aanbod aan koopwoningen - het aanbod aan huurwoningen op de particuliere markt. Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 31/101

3.3.2

3.3.3 3.3.4

3.3.5

(dit zou een voordeel kunnen opleveren voor het SVK Het Scharnier) Het realiseren van projecten in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappijen in de koop- en de huursector, om zodoende een groter aanbod aan sociale woningen te verkrijgen. Het oprichten van een sociaal verhuurkantoor (SVK). Dit is reeds gebeurd in 2006. Het afbakenen van een zone voor bijv. senioren- en bejaardenvoorzieningen. Dit is gebeurd in het kader van het ruimtelijk structuurplan – ontwerp masterplan. Dit plan werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 16-07-2007. + het actief meewerken aan het realiseren van een aantal woningen Het voorzien van huisvesting voor heel specifieke doelgroepen die niet aan bod komen op de reguliere woningmarkt : - huisvesting voor mensen die ‘verbonden’ zijn aan het OCMW – deze woningen kunnen eventueel gehuurd worden door het OCMW - huisvesting voor asielzoekers die opgevangen worden in het kader van het systeem ‘materiële hulp’ (= Lokaal OpvangInitiatief of LOI)

Operationele doelstelling 3.4 Het vervullen door de lokale overheid van een ‘corrigerende factor’ in het ‘woongebeuren’, vanuit een sociaal oogpunt. Acties 3.4.1

3.4.2 3.4.3

Bij gemeentelijke verkavelingen, reserveert het gemeentebestuur minstens 10 % van de bouwgronden voor sociale woningbouw. Dit is in 2006 gebeurd in de verkaveling langs de Kruisstraat in Opglabbeek. Bij particuliere verkavelingen, adviseert het gemeentebestuur minstens 10 % van de bouwgronden te reserveren voor sociale woningbouw. Ten laatste in 2010, onderzoeken van de mogelijkheid om een bouwverplichting op te leggen bij het aansnijden van verkavelingen (binnen een bepaald aantal jaren) en eventueel van bepaalde andere onbebouwde percelen.

Operationele doelstelling 3.5 Het gemeentebestuur speelt een actieve rol in het creëren van een gezonde leefomgeving (verbeteren van het milieu). Acties 3.5.1

Het gemeentebestuur heeft een milieuactieplan, voor de periode 2008-2013, uitgewerkt.


Ruimtelijk beheer Strategische doelstelling 4 : Het bewaken van de fysieke toegankelijkheid van alle wegen en gebouwen in de gemeente. Operationele doelstelling 4.1 Het gemeentebestuur werkt preventief rond de fysieke toegankelijkheid van de gemeentelijke infrastructuur (wegen + gebouwen). Acties 4.1.1

Het gemeentebestuur sloot een overeenkomst af met het toegankelijkheidsbureau. Dit is gebeurd in 2004. Inhoud van de overeenkomst : Bij de aanpassing, verbouwing of realisatie van gemeentelijke gebouwen, wordt er telkens advies gevraagd aan het toegankelijkheidsbureau.

Operationele doelstelling 4.2 Het gemeentebestuur promoot het idee van ‘toegankelijk en duurzaam bouwen’, bij de inwoners van Opglabbeek. Acties 4.2.1

4.2.2

4.2.3

Het gemeentebestuur voorziet een premie voor alle (ver)bouwers die een advies aanvragen bij het toegankelijkheidsbureau. Hiertoe werkt het gemeentebestuur een subsidiereglement uit in de loop van 2008. Hiervoor wordt een krediet voorzien in de gemeentelijke begroting. Ten laatste op 01-01-2010, moet dit reglement van toepassing zijn. Het gemeentebestuur heeft, wat betreft het toegankelijkheidsgebeuren, vooral aandacht voor publiek toegankelijke gebouwen, zoals bijv. horecazaken, vrije tijdsvoorzieningen, enz. Het gemeentebestuur voorziet een premie voor alle (ver)bouwers, indien zij tevens een advies hebben aangevraagd bij het Centrum voor Duurzaam Bouwen, waarmee het gemeentebestuur een overeenkomst heeft afgesloten. Voor het hele gamma aan premies rond duurzaam bouwen en nog een paar andere aangelegenheden, is er een bedrag van 25.000 EUR voorzien in de gemeentelijke begroting.

Operationele doelstelling 4.3 Het gemeentebestuur voorziet in infrastructuur om de levenskwaliteit van de mensen te verhogen en de sociale contacten tussen de mensen te bevorderen. Acties 4.3.1

4.3.2 4.3.3

Acties hieromtrent, worden omschreven in de sectorplannen : - jeugd voor de jaren 2008-2010 - cultuur voor de jaren 2008-2013 - sport voor de jaren 2008-2013 - milieu voor de jaren 2008-2013. Bij de realisatie van het nieuwe gemeenschapscentrum, voorziet het gemeentebestuur een cafetaria. Het gemeentebestuur heeft een reglement uitgewerkt ter bevordering van de Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 33/101

creatie van ichterhoekjes : jaarlijks wordt hiervoor krediet voorzien in de gemeentelijke begroting.


Middelen Strategische doelstelling 5 : De ‘middelen’ die voor handen zijn, worden zo efficiënt en zo effectief mogelijk ingezet om de doelstellingen te kunnen bereiken die uiteengezet zijn in de strategische doelstellingen 1 t.e.m. 4 + 6. Operationele doelstelling 5.1 Het gemeentebestuur en het OCMW streven ernaar om hun medewerkers te laten werken op basis van waarden en gedragspatronen, die een effectieve en efficiënte inzet van de ‘middelen’ beogen. Acties 5.1.1

5.1.2

5.1.3

Het gemeentebestuur werkt, ten laatste in 2008, een deontologische code uit voor - de gemeenteraadsleden - de leden van het college van burgemeester en schepenen - zijn medewerkers. Het OCMW werkt, ten laatste in 2008, een deontologische code uit voor - de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn - de medewerkers. Het gemeentebestuur werkt, ten laatste in 2008, een afsprakennota uit die gehanteerd wordt in de contacten tussen de leden van het managementteam en het college van burgemeester en schepenen.

Operationele doelstelling 5.2 In het kader van het stimuleren van een tewerkstellingsbeleid op lokaal niveau, hebben het gemeentebestuur en het OCMW ook oog voor bijzondere doelgroepen. Acties 5.2.1 5.2.2

5.2.3

Het gemeentebestuur stelt mensen te werk, indien hierom gevraagd wordt en dit (praktisch) mogelijk is, in het kader van alternatieve gerechtelijke maatregelen. Het OCMW stelt mensen te werk, in het kader van contracten Art. 60 § 7 van de OCMW-wet : - bij het OCMW - bij het gemeentebestuur - bij beiden - of elders. Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken, ten laatste in 2008, de mogelijkheden, ook met andere instanties, naar bijkomende sociale tewerkstellingsprojecten.

Operationele doelstelling 5.3 Het gemeentebestuur en het OCMW werken rond een diversiteitsbeleid bij de eigen medewerkers. Dit is reeds gedeeltelijk gebeurd de voorbije jaren.


Operationele doelstelling 5.4 De lokale overheden voorzien sociale invalshoeken bij overheidsopdrachten. Acties 5.4.1

Bij een aantal prijsvragen en overheidsopdrachten, worden ook instanties aangeschreven die werken ‘vanuit een sociale invalshoek’. Hiermee wordt bedoeld : die werken met mensen in het kader van bijv. een sociale tewerkstelling. In bepaalde gevallen, worden er bepalingen ingebouwd in de prijsaanvragen die ressorteren onder een ethische code.

Operationele doelstelling 5.5 Er wordt een sociale correctie doorgevoerd in een of meerdere gemeentelijke belastingsreglementen. Acties 5.5.1

Er wordt een korting voorzien voor mensen met het WIGW-statuut in het huisvuilbelastingsreglement. Het gaat concreet over een korting van 25 EUR op een bedrag van 74 EUR (de mensen betalen dus nog 49 EUR).


II. Flankerend beleid

Strategische doelstelling 6 : Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn garandeert aan elke inwoner van Opglabbeek het recht op maatschappelijke dienstverlening die hem of haar in staat stelt een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. (= rechtstreeks overgenomen uit artikel 1 van de organieke wet op de OCMW’s van 08-07-1976)

Operationele doelstelling 6.1 Het OCMW organiseert diverse vormen van dienstverlening om aan de strategische doelstelling tegemoet te komen in Opglabbeek. Acties 6.1.1

6.1.2 6.1.3

6.1.4

6.1.5

6.1.6

6.1.7 6.1.8

6.1.9

Het OCMW organiseert een sociale dienst waar oog is voor verschillende aspecten van sociale dienstverlening, zoals financiële hulpverlening, administratieve hulpverlening, psychosociale hulpverlening, hulpverlening in het kader van het zoeken van een job en/of opleiding, enz., zowel preventief als curatief. (= basis en verplichte dienstverlening van een OCMW) Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, baat het OCMW een tweedehands winkel uit met kleding en huisraad. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, heeft het OCMW een samenwerkingsverband afgesloten met OCMW-Genk (te samen met de OCMW’s van As en Zutendaal) met het oog op het begeleiden van cliënten in het kader van het zoeken naar een goede opleiding en/of job. Hiertoe werkt het project ‘trajectbemiddeling’. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, heeft het OCMW een samenwerkingsverband afgesloten met de OCMW’s van As en Zutendaal, met het oog op de realisatie van een dienst rechtshulp in elk van de OCMW’s. Deze dienst is bereikbaar voor alle inwoners van Opglabbeek. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, heeft het OCMW een samenwerkingsverband afgesloten met de vzw Sint-Vincentius As-Opglabbeek, met het oog op de verdeling van voedsel. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, heeft het OCMW thuisdiensten opgericht, met name : - een dienst huishoudhulp - een dienst maaltijdbedeling - een minder mobielen centrale. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, keert het OCMW mantelzorgtoelagen uit. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, organiseert het OCMW, indien hierom gevraagd wordt, of indien men het zelf noodzakelijk vindt, een ‘overlegcoördinatie thuisgezondheidszorg’. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, participeert de overlegcoördinator thuisgezondheidszorg in een overleg, indien hierom gevraagd wordt of indien dit noodzakelijk geacht wordt. Ook de andere maatschappelijk assistenten van de sociale dienst kunnen hierin participeren. Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 37/101

6.1.10

6.1.11 6.1.12

Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, verschaft de verantwoordelijke thuisdiensten informatie rond de zorgverzekering, of maakt hij/zij een indicatiestelling, indien hierom gevraagd wordt. Ter aanvulling van de dienstverlening vermeld in 6.1.1, organiseren gemeentebestuur en OCMW samen, een dienstverlening ‘bib-aan-huis’. Het OCMW onderzoekt, op regelmatige basis, de eventuele behoeften aan bijkomende of anders georiënteerde dienstverlening. (leemtes opsporen)

Operationele doelstelling 6.2 Het gemeentebestuur en het OCMW hebben oog voor een goed onthaalbeleid van de nietBelgen in de gemeente Opglabbeek, die klant zijn geworden bij het OCMW van Opglabbeek. Acties 6.2.1

6.2.2

Het OCMW heeft in 2000 een samenwerkingsverband afgesloten met de vrijwilligersgroep ’t Schanske, met het oog op een goede begeleiding van de asielzoekers in ‘het dagelijks leven in België en Opglabbeek’. Jaarlijks wordt er een evaluatievergadering gehouden. Het OCMW heeft een Lokaal OpvangInitiatief (LOI) opgericht, in mei 2003, waarin maximum 3 alleenstaande vrouwen en 2 alleenstaande mannen opgevangen worden.


Hoofdstuk 5 : De doelstellingen en acties omgezet in een meerjarenplan

Het meerjarenplan is niet als dusdanig hier opgenomen. Bij elke actie, is aangegeven/zal aangegeven worden wanneer de uitvoering voorzien is.


Hoofdstuk 6 : De taakverdeling en werkafspraken tussen het gemeentebestuur en het OCMW m.b.t. de uitvoering van dit meerjarenplan en de coördinerende rol van het lokaal bestuur

Dit wordt niet apart opgenomen in dit hoofdstuk. De grondvesten waarop de taakverdeling en de werkafspraken geregeld zijn tussen gemeentebestuur en OCMW, en de manier waarop dit in de toekomst verder zal gebeuren, zijn omschreven in hoofdstuk 3.


Hoofdstuk 7 : Beschrijving van de wijze waarop de bevolking en de lokale actoren bij de voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de uitvoering en de voortgang van het beleidsplan en van het lokaal sociaal beleid zullen betrokken worden

Bij de opmaak van de omgevingsanalyse zijn diverse mensen en groepen van mensen betrokken geweest : - alle inwoners van Opglabbeek, via de bevraging langs het gemeentelijk informatieblad ‘Blik Opglabbeek’ - de cliënten van de algemene sociale dienst, via de bevraging georganiseerd tijdens de zomer 2003 - de ouders van de kinderen die gebruik maken van onze buitenschoolse kinderopvang ‘de ballon’, via de bevraging die georganiseerd werd in het jaar 2004. Bij het uitschrijven van de strategische en operationele doelstellingen en de acties werden de volgende mensen betrokken : - alle beleidsverantwoordelijken - alle diensthoofden - alle andere medewerkers van gemeentebestuur en OCMW op sleutelposities - de leden van de welzijnsraad - de gemeenteraadsleden - de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Deze mensen en ook nog andere groepen van mensen zullen verder betrokken worden bij de uitwerking en de voortgang van het beleidsplan en het lokaal sociaal beleid. Er wordt gedacht aan - een aantal lokale actoren - een aantal stakeholders binnen de gemeente Opglabbeek.


Hoofdstuk 8 : De ontwikkeling ten opzichte van het vorige lokaal sociaal beleidsplan

Opglabbeek had geen beleidsplan lokaal sociaal beleid in het verleden. Er was wel een beleidsplan buitenschoolse kinderopvang, later genoemd beleidsplan kinderopvang. T.o.v. het vorige beleidsplan kinderopvang, zijn de vernieuwende aspecten : - het onderzoek naar eventuele nieuwe noden wat betreft kinderopvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar - het onderzoek naar eventuele nieuwe noden wat betreft flexibele kinderopvang (’s morgens vroeg, ’s avonds laat, in het weekend, enz.), naar kinderopvang voor kinderen met een handicap, voor zieke kinderen, enz.


Hoofdstuk 9 : De wijze van integratie van bepaalde sectorplannen.

Zoals aangegeven werd in de hoofdstukken 3 en 4, is het niet de bedoeling om items die al in de verschillende sectorplannen aan bod komen, te herhalen in dit beleidsplan lokaal sociaal beleid. De acties die in dit beleidsplan lokaal sociaal beleid vermeld staan, moeten ook best gelezen worden tegen het licht van de verschillende sectorplannen jeugd, cultuur, sport en milieu. De samenwerking tussen het gemeentebestuur en het OCMW is ook van die aard dat vooral de actie belangrijk is, niet zozeer het plan waarin deze actie opgenomen is, of de instantie waarnaar iemand zich moet richten.


Hoofdstuk 10 : Verdere planning tot uitwerking van dit beleidsplan en slotbeschouwingen

De eerste maanden van 2008, gaan besteed worden aan het verder uitwerken van de verschillende acties, zoals al eerder aangegeven. Deze uitgeschreven en geconcretiseerde acties worden, als bijlagen, opgenomen bij dit plan. De medewerkers van het gemeentebestuur en het OCMW vonden het zinvol om een beleidsplan lokaal sociaal beleid op te maken : - het is zeer interessant en nuttig om eens na te denken over de doelstellingen die je zou willen bereiken, als lokaal bestuur - het is daarnaast zeer leerrijk om deze doelstellingen in acties trachten te concretiseren. Het lokaal sociaal beleid krijgt op deze manier een plaats tussen alle andere beleidsintenties.


Bijlagen

Bijlage 1

Een woordje uitleg over de precieze inhoud van de verschillende items die aan bod zijn gekomen bij de cijfergegevens (zie hoofdstuk 2).

Bijlage 2

Het beleidsplan preventief gezondheidsbeleid.

Bijlage 3

Vakterminologie.

Bijlage 4

Het beleidsplan kinderopvang (apart van het globale beleidsplan lokaal sociaal beleid)

Bijlage 5

Het gunstig advies van de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang over het beleidsplan kinderopvang

Bijlage 6

De goedkeuring van de gemeenteraad van Opglabbeek, van 17-12-2007, omtrent dit beleidsplan

Bijlage 7

De goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn van OCMWOpglabbeek van 20-12-2007, omtrent dit beleidsplan.


BIJLAGE 1 De precieze inhoud van de items uit de omgevingsanalyse Totale bevolking Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het totaal aantal inwoners Het inwonersaantal Totaal aantal inwoners (in absolute cijfers)

Private huishouders

Definitie

Indicator voor berekeningswijze

Het totaal aantal private huishoudens; Een privaat huishouden bestaat uit alle mensen die onder één dak wonen (hetzij een persoon die gewoonlijk leeft, hetzij twee of meer personen, al dan niet met elkaar verwant,), één privaat huishouden kan met m.a.w. uit meerdere familiekernen bestaan Het aantal private huishoudens Totaal aantal private huishoudens (in absolute cijfers)

Familiekernen

Definitie


Het totaal aantal familiekernen; Een familiekern bestaat uit een wettelijk gehuwd paar met of zonder ongehuwde kinderen, of uit een vader/moeder met één of meer ongehuwde kinderen (er kunnen meerdere familiekernen onder één dak wonen, zij vormen dan samen één privaat huishouden) Het aantal familiekernen Totaal aantal familiekernen (in absolute cijfers)

Bevolkingsdichtheid Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal inwoners per km² De dichtheid van de bevolking: hoeveel inwoners wonen er gemiddeld per km² in de gemeente? Totaal aantal inwoners / oppervlakte in km²

Geboorten Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal geboorten per 1000 inwoners De natuurlijke aangroei van de bevolking Aantal geboorten / totaal aantal inwoners x 1000 (per 1000 inwoners)

Sterften Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal sterften per 1000 inwoners De natuurlijke afname van de bevolking Aantal sterften / totaal aantal inwoners x 1000 (per 1000 inwoners)

Inwijkingen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal inwijkingen vanuit andere gemeenten (interne inwijking) en vanuit andere landen (externe uitwijking) per 1000 inwoners Verhuisbewegingen in de gemeente: hoeveel mensen uit gemeenten of andere landen komen in de gemeente wonen? Aantal inwijkingen / totaal aantal inwoners x 1000 (per 1000 inwoners) Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 46/101

Uitwijkingen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal uitwijkingen naar andere gemeenten (interne uitwijking) en naar andere landen (externe uitwijking) per 1000 inwoners Verhuisbewegingen in de gemeente: hoeveel mensen van de gemeente verhuizen naar een andere gemeente of een ander land? Aantal uitwijkingen / totaal aantal inwoners x 1000 (per 1000 inwoners)

Niet-Belgen Definitie Indicator voor berekeningswijze

het aandeel mensen met een andere dan Belgische nationaliteit onder de totale bevolking De aanwezigheid van andere nationaliteiten Aantal inwoners met de Belgische nationaliteit / totaal aantal Inwoners x 100 (percentage)

Niet-Belgen van Nederland Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel mensen met Nederlandse nationaliteit onder de Niet-Belgen De aanwezigheid van Nederlanders onder de niet-Belgen Aantal inwoners met de Nederlandse nationaliteit / totaal aantal Niet-Belgen x 100 (percentage)

Niet-Belgen van Maghreblanden en Turkije Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel mensen met de Algerijnse, Marokkaanse, Tunesische of Turkse nationaliteit onder de niet-Belgen De aanwezigheid van Algerijnen, Marokkanen, Tunesiërs en Turken onder de niet-Belgen Aantal inwoners met de Algerijnse, Marokkaanse, Tunesische of Turkse nationaliteit / totaal aantal niet-Belgen x 100 (percentage)

Niet-Belgen van ex-Oostbloklanden

Definitie


Het aandeel mensen met een nationaliteit van de vroegere Oostbloklanden (Bulgarije, Hongarije, Roemenië, Tsjechië, Slovakije, Polen, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Macedonië, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Belarus, Moldavië, Rusland of Oekraïne) onder de niet-Belgen De aanwezigheid van niet-Belgen uit de vroegere Oostbloklanden Aantal inwoners met een nationaliteit van de vroegere Oostbloklanden / totaal aantal niet-Belgen x 100 (percentage)

Niet-Belgen van EU-ex-migratielanden

Definitie


Het aandeel mensen met de Italiaanse, Spaanse, Portugese of Griekse nationaliteit onder de niet-Belgen; Italië, Spanje, Portugal en Griekenland waren de landen van de eerste immigratiegolf naar België De aanwezigheid van niet-Belgen uit de landen van de eerste immigratiefolf Aantal inwoners met de Italiaanse, Spaanse, Portugese of Griekse nationaliteit / totaal aantal niet-Belgen x 100 (percentage)


Niet-Belgen van lage-inkomenslanden

Definitie


Het aandeel mensen met een nationaliteit van de lageinkomenslanden onder de niet-Belgen; Lage-inkomenslanden zijn landen waar een groot deel van de bevolking niet in zijn basisbehoeften kan voorzien (volgens gegevens van de Wereldbank, zie website) De aanwezigheid van niet-Belgen van ‘armere’ landen Aantal inwoners met nationaliteit van de lage-inkomenslanden / totaal aantal niet-Belgen x 100 (percentage)

Nieuwkomers per 1000 inwoners Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel nieuwkomers uit het buitenland onder de inwijkingen De aanwezigheid van buitenlandse inwijkelingen onder de bevolking Aantal nieuwkomers / totaal aantal inwoners x 1000 (per 1000 inwoners)

Nieuwkomers, afkomstig van EU-ex-migratielanden of lage inkomenslanden

Definitie


Het aandeel nieuwkomers uit Italië, Spanje, Portugal, Griekenland of een laaginkomensland onder alle nieuwkomers; Het betreft hier een raming omdat de beschikbare cijfers niet alle nationaliteiten in detail weergeven De aanwezigheid van nieuwkomers uit de landen van de eerste immigratiegolf of een ‘armer’ land Aantal nieuwkomers uit Italië, Spanje, Portugal, Griekenland of een laaginkomensland / totaal aantal nieuwkomers x 100 (percentage)

Nieuwkomers, afkomstig van Nederland Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel nieuwkomers uit Nederland onder alle nieuwkomers De aanwezigheid van Nederlanders onder de nieuwkomers Aantal nieuwkomers uit Nedrland / totaal aantal nieuwkomers x 100 (percentage)

Kinderen op voorschoolse leegtijd (0-2 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel kinderen op voorschoolse leeftijd (0-2 jaar) onder de minderjarigen (0-17 jaar) Samenstelling van de groep minderjarigen in de gemeente volgens leeftijd Aantal 0-2-jarigen / aantal 0-17-jarigen x 100 (percentage)

Kinderen op kleuterleeftijd (3-5 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel kinderen op kleuterleeftijd (3-5 jaar) onder de minderjarigen (0-17 jaar) Samenstelling van de groep minderjarigen in de gemeente volgens leeftijd Aantal 3-5-jarigen / aantal 0-17-jarigen x 100 (percentage)


Kinderen op lagere schoolleeftijd (6-11 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel op kinderen op lagere schoolleeftijd (6-11 jaar) onder minderjarigen (0-17 jaar) Samenstelling van de groep minderjarigen in de gemeente volgens leeftijd Aantal 6-11-jarigen / aantal 0-17-jarigen x 100 (percentage)

Kinderen op middelbare schoolleeftijd (12-17 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel op kinderen op middelbare schoolleeftijd (12-17-jaar) onder de minderjarigen (0-17 jaar) Samenstelling van de groep minderjarigen in de gemeente volgens leeftijd Aantal 12-17-jarigen / totaal aantal 0-17-jarigen x 100 (percentage)

Minderjarigen (0-17 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel minderjarigen (0-17 jaar) onder de totale bevolking De leeftijdsopbouw van de bevolking Aantal 0-17-jarigen / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)

Jongeren (0-19 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel jongeren < 20 jaar onder de totale bevolking De leeftijdsopbouw van de bevolking Aantal 0-19-jarigen / totaal aantal inwoners- x 100 (percentage)

Jongeren (0-24 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel jongeren < 25 jaar onder de totale bevolking De leeftijdsopbouw van de bevolking Aantal 0-24-jarigen / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)

Bevolking op actieve leeftijd (20-59 jaar) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel van de bevolking op actieve leeftijd (20-59 jaar) onder de totale bevolking De leeftijdsopbouw van de bevolking Aantal 20-59-jarigen / aantal inwoners x 100 (percentage)

Ouderen (60 jaar en ouder) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel ouderen (60 jaar en ouder) onder de totale bevolking De leeftijdsopbouw van de bevolking Aantal ouderen vanaf 60 jaar / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)

Hoogbejaarden (80 jaar en ouder) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het hoogbejaarden (80 jaar en ouder) onder de totale bevolking De leeftijdsopbouw van de bevolking Aantal ouderen vanaf 80 jaar / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)


Vervangingscijfer Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

De verhouding van de jonge actieven (20-39 jaar) t.o.v. de oudere actieven (40-59- jaar) De vraag of er binnen de bevolking op actieve leeftijd voldoende jonge actieven zijn om de oudere actieven op te volgen op de arbeidsmarkt; Als het vervangingscijfer gelijk is aan 100 zijn er net genoeg jonge werkkrachten om alle oudere werkkrachten te vervangen; is het vervangingscijfer kleiner dan 100, dan zijn er onvoldoende jonge werkkrachten om alle oudere werkkrachten te vervangen Aantal 20-39-jarigen / aantal 40-59-jarigen x 100 (percentage)

Dependentiecoëfficiënt Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

De verhouding van de nog-niet-actieven (0-19 jaar) en de niet-meeractieven (vanaf 60 jaar) t.o.v. de bevolking op actieve leeftijd (20-59 jaar) De afhankelijkheid van de niet-actieven t.o.v. de actieven; Het maatschappelijk draagvlak van het economisch productieve deel van de bevolking t.o.v. het economisch niet-productieve deel van de bevolking (Aantal0-19-jarigen + aantal ouderen vanaf 60 jaar) / aantal 20-59jarigen x 100 (percentage)

Verouderingscoëfficiënt Definitie Indicator voor berekeningswijze

De verhouding van de ouderen (vanaf 60 jaar) t.o.v. de jongeren (019 jaar) De mate waarin de oudere bevolking weegt op de jongeren (aantal ouderen vanaf 60 jaar / aantal 0-19-jarigen x 100 (percentage)

Grijze druk Definitie Indicator voor berekeningswijze

De verhouding van de ouderen (vanaf 60 jaar) t.o.v. de bevolking op actieve leeftijd (20-59 jaar) De mate waarin de niet-meer-actieve bevolking weegt op de bevolking op actieve leeftijd Aantal ouderen vanaf 60 jaar / aantal 20-59-jarigen x 100 (percentage)

Groene druk Definitie Indicator voor berekeningswijze

De verhouding van de jongeren (0-19 jaar) t.o.v. de bevolking op actieve leeftijd (20-59 jaar) De mate waarin de nog-niet-actieve bevolking weegt op de bevolking op actieve leeftijd Aantal 0-19-jarigen / aantal 20-59-jarigen x 100 (percentage)

Familiale zorgindex Definitie

De verhouding van de hoogbejaarden (vanaf 80 jaar) t.o.v. de oudste actieven (50-59 jaar)de mate waarin de oudste actieven kunnen instaan voor de zorg voor hun hoogbejaarde ouders


Aantal ouderen vanaf 80 jaar / aantal 50-59-jarigen x 100 (percentage) Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 50/101

Werkloosheidsgraad Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) onder de beroepsbevolking (d.i. vanaf 15 jaar) De mate van werkloosheid onder de beroepsbevolking Aantal niet-werkzoekenden / beroepsbevolking x 100 (percentage)

Seksekloof werkloosheidsgraad Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel van de vrouwelijke werkloosheidsgraad t.o.v. de mannelijke werkloosheidsgraad De mate waarin de arbeidsmarkt gesloten blijft voor vrouwen (in vergelijking met mannen); Een ratio groter dan 1 betekent dat het risico op werkloosheid bij vrouwen groter is dan bij mannen Vrouwelijke werkloosheidsgraad / mannelijke werkloosheidsgraad (ratio)

Werkzaamheidsgraad Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel van de werkenden onder de bevolking op beroepsactieve leeftijd (18-64 jaar) De mate waarin de bevolking op beroepsactieve leeftijd effectief werkzaam is Aantal werkenden / aantal 18-64-jarigen x 100 (percentage)

Seksekloof werkzaamheidsgraad Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

De verhouding van de vrouwelijke werkzaamheidsgraad t.o.v. de mannelijke werkzaamheidsgraad De toegankelijkheid van de arbeidsmarkt voor vrouwen (in vergelijking met mannen); Een ratio groter dan 1 betekent dat de arbeidsmarkt minder toegankelijk is voor mannen dan voor vrouwen Vrouwelijke werkzaamheidsgraad / mannelijke werkzaamheidsgraad (ratio)

Werkgelegenheidsgraad Definitie Indicator voor berekeningswijze

De verhouding van het aantal beschikbare jobs op het grondgebied van de gemeente t.o.v. het aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd (18-64 jaar) De mate waarin er op het grondgebied van de gemeente werkgelegenheid is voor de inwoners van 18 tot 64 jaar Aantal jobs in de eigen gemeente / aantal 18-64-jarigen x 100 (index)

Gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner Definitie Indicator voor berekeningswijze

Gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner (in EUR) De gemiddelde financiële draagkracht van de bevolking op basis van het netto belastbaar inkomen (d.i. alle netto inkomsten min de aftrekbare uitgaven) Totaal netto belastbaar inkomen van alle aangiften (in EUR) / totaal aantal inwoners


Mediaaninkomen van alle inkomensaangiften Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het mediaaninkomen van alle inkomensaangiften; Dit is de waarde van het middelste inkomen van allle inkomensaangiften (d.i. netto belastbaar inkomen) Het inkomensniveau van de bevolking: de helft van de gezinnen verdient meer, andere helft minder dan dit mediaaninkomen Het middelste inkomen van alle inkomensaangiften (in EUR)

Inkomensaangiften < 20.000 EUR Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel inkomensaangiften met een totale waarde lager dan 20.000 EUR t.o.v. het totaal aantal inkomensaangiften Het inkomensniveau van de bevolking: de aanwezigheid van alleenstaande of gehuwde paren die over een beperkt inkomen beschikken Aantal inkomensaangiften met een totale waarde lager dan 20.000 EUR / totaal aantal inkomensaangiften x 100 (percentage)

Werkzoekenden zonder diploma HSO Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden met hoogstens een diploma lager secundair onderwijs t.o.v. alle niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) De omvang van de laaggeschooldheid bij de niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) Aantal niet-werkende werkzoekenden zonder diploma HSO / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)

Werkzoekenden langer dan 2 jaar werkloos Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden dat langer dan 2 jaar werkloos is t.o.v. alle niet-werkzoekenden (NWWZ) De toegankelijkheid van de arbeidsmarkt Aantal niet-werkende werkzoekenden langer dan 2 jaar werkloos / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)

Werkzoekenden van 30 jaar en ouder Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden van 30 jaar en ouder t.o.v. alle niet werkende werkzoekenden(NWWZ) De leeftijdsopbouw van de groep niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) Aantal niet-werkende werkzoekenden van 30 jaar en ouder / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)

Werkzoekenden van EU-ex-migratielanden en lage-inkomenslanden

Definitie


Het aandeel niet-werkende werkzoekenden met de Spaanse, Italiaanse, Griekse of Portugeese nationaliteit of de nationaliteit van een laaginkomensland t.o.v. alle niet-werkende werkzoekenden(NWWZ) De omvang van de groep werkzoekenden afkomstig uit een EU-exmigratieland of een laaginkomensland (zie ook 11.14) binnen de niet-werkende werkzoekenden, deze eigenschap vormt een risicofactor en verhoogt de kans op uitsluiting van de arbeidsmarkt Aantal niet-werkende werkzoekenden met de Spaanse, Italiaanse, Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 52/101

Griekse of Portugese nationaliteit van een laaginkomensland / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage) Werkzoekenden met cumulatie van minstens 2 risicofactoren (van de 4 hierboven vermelde items)

Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden dat op minstens 2 risicofactoren (laaggeschoold, langer dan 2 jaar werkloos, ouder dan 30 jaar en/of allochtoon) scoort t.o.v. alle niet-werkende werkzoekenden De omvang van de groep moeilijk bemiddelbare werklozen Aantal niet-werkende werkzoekenden met minsten 2 risicofactoren / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)

Werkzoekenden met cumulatie van minstens 3 risicofactoren (van de 4 hierboven vermelde items)


Het aandeel niet-werkende werkzoekenden dat op minstens 3 risicofactoren (laaggeschoold, langer dan 2 jaar werkloos, ouder dan 30 jaar en/of allochtoon) scoort t.o.v. alle niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) De omvang van de groep zéér moeilijk bemiddelbare werklozen Aantal niet-werkende werkzoekenden met minsten 3 risicofactoren / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)

Werkzoekenden die arbeidsgehandicapt zijn

Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden met een arbeidshandicap t.o.v. alle niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) (dit zijn werkzoekenden (a) met een Vlaams Fondsnummer, (b) met beperkte arbeidsgeschiktheid zonder Vlaams Fondsnummer en (c) met een BUSO-einddiploma) De omvang van de groep werkzoekenden met een arbeidshandicap (deze mensen zijn beschikbaar voor een gedeelte van de arbeidsmarkt) Aantal NWWZ met Vlaams Fondsnummer + aantal NWWZ met beperkte arbeidsgeschiktheid zonder Vlaams Fondsnummer + aantal NWWZ met BUSO-einddiploma / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)

Werkzoekenden jonger dan 25 jaar en langer dan 1 jaar werkloos Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar en langer dan 1 jaar werkloos t.o.v. alle niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) De omvang van de groep jonger werkzoekenden (< 25 jaar) die al meer dan een jaar werkloos zijn Aantal niet-werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar en langer dan 1 jaar werkloos / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)


Werkzoekenden jonger dan 25 jaar en zonder diploma HSO

Definitie


Het aandeel niet-werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar en zonder diploma HSO t.o.v. alle niet-werkende werkzoekenden (d.i. geen onderwijs of niet meer dan 2de graad secundair of 3de graad beroepsonderwijs, een middenstandsopleiding of industrieel leercontract gevolgd hebben, niet-erkende buitenlandse studies en diploma’s uitgereikt door examencommissie van de Staat) De mate van laaggeschoolde bij de jonge werkzoekenden Aantal niet-werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar zonder diploma HSO / totaal aantal niet-werkende werkzoekenden x 100 (percentage)

Huurwoningen

Definitie


Het aantal woningen (ééngezinswoningen, appartementen of studio’s) dat verhuurd wordt door particulieren, sociale huisvestingsmaatschappijen, openbare instellingen of privé instanties t.o.v. het totaal aantal woningen De samenstellingen van de woningmarkt en de omvang van de groep hurende huishoudens Aantal huurwoningen / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)

Sociale huurwoningen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal sociale woningen t.o.v. het totaal aantal woningen De samenstellingen en toegankelijkheid van de woningmarkt: sommige huishoudens zijn aangewezen op sociale huisvesting om hun recht op wonen waar te maken Aantal sociale huurwoningen / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)

Sociale huurappartementen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal sociale huurappartementen t.o.v. het totaal aantal woningen De samenstellingen en toegankelijkheid van de woningmarkt: en de omvang van de groepsommige huishoudens zijn aangewezen op sociale huisvesting om hun recht op wonen waar te maken Aantal huurwoningen / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)

Sociale huisvesting (sociale huurwoningen en sociale huurappartementen opgeteld) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal sociale huurwoningen (ééngezinswoningen en appartementen) t.o.v. het totaal aantal woningen De samenstellingen van de woningmarkt en de omvang van de groep huishoudens die in een sociale woning of sociaal appartement woont Aantal sociale huurwoningen en sociale huurappartementen / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)


Kandidaat sociale huurders

Definitie


Het aantal personen die zich bij een sociale huisvestingsmaatschappij kandidaat hebben gesteld een sociale huurwoning en ingeschreven zijn in het register van de kandidaat huurders t.o.v. het totaal aantal private huishoudens Het tekort aan sociale huurwoningen: doordat het huidige aanbod aan sociale huurwoningen onvoldoende is om de vraag in te lossen, komen kandidaat sociale huurders op een wachtlijst terecht Aantal kandidaat sociale hiirders / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)

Woningen zonder comfort Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal huishoudens dat geen badkamer en WC heeft t.o.v. het totaal aantal woningen (waarvoor deze gegevens beschikbaar zijn) De omvang van de groep huishoudens waarvoor het recht op kwaliteitsvol wonen in het gedrang komt doordat hun won ing niet over bepaalde basisvoorzieningen beschikt Aantal woningen zonder comfort / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)

Leegstand en verkrotting Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aantal woningen dat op de inventaris leegstand, verwaarloosd, onbewoonbaar/ongeschikt staat t.o.v. het totaal aantal woningen De kwaliteit van het woningaanbod en de leefbaarheid (bv. verloedering, speculatie) Aantal leegstaande, verwaarloosde, onbewoonbare/ongeschikte woningen / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)

Schoolse vertraging in het gewoon kleuteronderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel leerlingen met schoolse vertraging t.o.v. alle leerlingen in het kleuteronderwijs Schoolse vertraging bij kleuters Aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon kleuteronderwijs / totaal aantal leerlingen in het kleuteronderwijs x 100 (percentage)

Buitengewoon kleuteronderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel leerlingen die buitengewoon kleuteronderwijs volgen t.o.v. alle leerlingen in het kleuteronderwijs De omvang van de groep kleuters in het buitengewoon onderwijs (t.o.v. alle kleuters in de gemeente) Aantal leerlingen die buitengewoon kleuteronderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het kleuteronderwijs x 100 (percentage)


Risicoschoolloopbanen in het kleuteronderwijs (de hierboven 2 vermelde items samen genomen)


Het aandeel kleuters met schoolse vertraging in het gewoon onderwijs en kleuters die buitengewoon onderwijs volgen, t.o.v. alle leerlingen in het kleuteronderwijs Risicoschoolloopbanen in het kleuteronderwijs Aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon kleuteronderwijs + aantal leerlingen die buitengewoon kleuteronderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het kleuteronderwijs x 100 (percentage)

Schoolse vertraging in het gewoon lager onderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel leerlingen met schoolse vertraging t.o.v. alle leerlingen in het lager onderwijs Schoolse vertraging in het lager onderwijs Aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon lager onderwijs / totaal aantal leerlingen in het lager onderwijs x 100 (percentage)

Buitengewoon lager onderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel leerlingen die buitengewoon lager onderwijs volgen t.o.v. alle leerlingen in het lager onderwijs De omvang van de groep leerlingen in het buitengewoon lager onderwijs (t.o.v. alle leerlingen in het lager onderwijs) Aantal leerlingen die buitgengewoon lager onderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het lager onderwijs x 100 (percentage)

Risicoschoolloopbanen in het lager onderwijs (de hierboven 2 vermelde items samen genomen)


Het aandeel leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon lager onderwijs en leerlingen die buitengewoon lager onderwijs volgen t.o.v. alle leerlingen in het lager onderwijs Risicoschoolloopbanen in het gewoon lager onderwijs Aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon lager onderwijs + aantal leerlingen die buitengewoon lager onderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het lager onderwijs x 100 (percentage)

Schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel leerlingen met schoolse vertraging t.o.v. alle leerlingen in het secundair onderwijs Schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs Aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs / totaal aantal leerlingen in het secundair onderwijs x 100 (percentage)


Buitengewoon secundair onderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs t.o.v. alle leerlingen in het secundair onderwijs De omvang van de groep leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs t.o.v. alle leerlingen in het secundair onderwijs Aantal leerlingen die buitengewoon secundair onderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het secundair onderwijs x 100 (percentage)

Deeltijds beroepssecundair onderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel leerlingen dat deeltijds beroepssecundair onderwijs volgt t.o.v. alle leerlingen in het secundair onderwijs De omvang van de groep leerlingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs Aantal leerlingen die deeltijds beroepssecundair onderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het secundair onderwijs x 100 (percentage)

Risicoschoolloopbanen in het secundair onderwijs (de hierboven 2 vermelde items samen genomen)

Definitie Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs en leerlingen die buitengewoon secundair onderwijs of deeltijds beroepssecundair onderwijs volgen t.o.v. alle leerlingen in het secundair onderwijs Risicoschoolloopbanen in het secundair onderwijs Aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs + aantal leerlingen die buitengewoon secundair onderwijs volgen + aantal leerlingen die deeltijds beroepssecundair onderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het secundair onderwijs x 100 (percentage)

Jongeren (18-24 jaar), werkzoekend en zonder diploma HSO Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel werkzoekende jongeren (18-24 jaar) met hoogstens een diploma lager secundair onderwijs t.o.v. alle jongeren van 18-24 jaar De mate van laaggeschooldheid bij 18-24-jarigen Aantal niet-werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar en zonder diploma HSO / aantal 18-24-jarigen x 100 (percentage)

Werkzoekenden zonder diploma HSO Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel werkzoekenden met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs t.o.v. alle inwoners van 18 tot 64 jaar De omvang van de laaggeschooldheid bij de 18- tot 64-jarigen Aantal niet-werkende werkzoekenden zonder diploma HSO / aantal 18-64 jarigen x 100 (percentage)


Doorstromers naar het hoger onderwijs Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel studenten die zich voor het eerst inschrijven in het hoger onderwijs t.o.v. het totaal aantal 18-jarigen De doorstroming naar het hoger onderwijs Aantal voor het eerst ingeschreven studenten in het hoger onderwijs / aantal 18-jarigen x 100 (percentage)

Leerlingen in de A-stroom van de 1ste graad van het gewoon secundair onderwijs


Het aandeel leerlingen in de A-stroom van de 1ste graad gewoon secundair onderwijs t.o.v. het totaal aantal leerlingen in de 1ste graad van het gewoon secundair onderwijs Spreiding over de verschillende onderwijsvormen Aantal leerlingen in de A-stroom van de 1ste graad in het gewoon secundair onderwijs / totaal aantal leerlingen in de 1ste graad van het gewoon secundair onderwijs x 100 (percentage)

Leerlingen in de B-stroom van de 1ste graad van het gewoon secundair onderwijs


Het aandeel leerlingen in de B-stroom van de 1ste graad van het gewoon secundair onderwijs t.o.v. het totaal aantal leerlingen in de 1ste graad van het gewoon secundair onderwijs Spreiding over de verschillende onderwijsvormen Aantal leerlingen in de B-stroom van de 1ste graad in het gewoon secundair onderwijs / totaal aantal leerlingen in de 1ste graad van het gewoon secundair onderwijs x 100 (percentage)

ASO-leerlingen in de 2de-3de graad van het gewoon secundair onderwijs


Het aandeel leerlingen in de 2de en 3de graad die ASO volgen t.o.v. het totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad in het gewoon secundair onderwijs Spreiding over de verschillende onderwijsvormen Aantal ASO-leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs / totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs x 100 (percentage)

TSO-leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs


Het aandeel leerlingen in de 2de en 3de graad die TSO volgen t.o.v. het totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs Spreiding over de verschillende onderwijsvormen Aantal TSO-leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs / totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs x 100 (percentage)


KSO-leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs Definitie


Het aandeel leerlingen in de 2de en 3de graad die KSO volgen t.o.v. het totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs Spreiding over de verschillende onderwijsvormen Aantal KSO-leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs / totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs x 100 (percentage)

BSO-leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs Definitie


Het aandeel leerlingen in de 2de en 3de graad die BSO volgen t.o.v. het totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs Spreiding over de verschillende onderwijsvormen Aantal BSO-leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs / totaal aantal leerlingen in de 2de en 3de graad van het gewoon secundair onderwijs x 100 (percentage)


Leefloners Definitie Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel mensen dat moet rondkomen met een leefloon t.o.v. het totaal aantal meerderjarige inwoners Inkomensarmoede : alleen wanneer men geen eigen inkomen of andere toereikende bestaansmiddelen heeft, komt men in aanmerking voor een leefloon (d.w.z. dat het over een groep gaat met werkelijk weinig bestaansmiddelen) Aantal leefloners / aantal 18-64-jarigen x 100 (percentage)

Personen met een handicap met recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel personen met een handicap dat recht heeft op een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) t.o.v. alle inwoners van 21 jaar en ouder Omvang van de groep mensen die wegens hun handicap niet in staat zijn meer dan een derde te verdienen van wat een gezond persoon door uitoefening van een beroep op de arbeidsmarkt kan verdienen en daarom een inkomensvervangende tegemoetkoming krijgen toegekend Aantal personen met een handicap met recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming / totaal aantal inwoners van 21 jaar en ouder x 100 (percentage)

Ouderen met een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel ouderen met recht op een inkomensgarantie voor ouderen t.o.v. alle inwoners van 65 jaar en ouder (de IGO vervangt sinds juni 2001 het gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GI), als het GI echter gunstiger is dan de IGO, blijft het behouden als verworven recht) Omvang van de groep ouderen die over onvoldoende bestaansmiddelen beschikt en bijgevolg financiële hulp nodig heeft om rond te komen Aantal ouderen met een inkomensgarantie voor ouderen of een gewaarborgd inkomen voor bejaarden / totaal aantal inwoners van 65 jaar en ouder x 100 (percentage)

Mensen met een leefloon of een inkomensgarantie (de 3 hierboven vermelde items samen) Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel mensen dat recht heeft op een leefloon of inkomensgarantie (gewaarborgd inkomen of inkomensgarantie voor ouderen, inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten) t.o.v. alle inwoners van 18 jaar en ouder Omvang van de groep mensen die zelf niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt en aangewezen is op een leefloon of inkomensgarantie om rond te komen Aantal personen met een leefloon of inkomensgarantie (GIB, IGO of IVT) / totaal aantal inwoners van 18 jaar en ouder x 100 (percentage)


Mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorgen t.o.v. alle inwoners van 18 jaar en ouder Omvang van de groep mensen die omwille van hun kwetsbare positie of beperkte bestaansmiddelen in aanmerking komt voor een verhoogde tegemoetkoming met de bedoeling de gezondheidszorg toegankelijker te maken (o.a. leefloners, weduwen(naars), wezen, bejaarden met een IGO/GI en gehandicapten met een IVT) Aantal mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering / totaal aantal inwoners van 18 jaar en ouder x 100 (percentage)

Ambtshalve geschrapten Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel mensen dat het afgelopen jaar ambtshalve uit de bevolkingsregisters werd geschrapt t.o.v. alle inwoners (mensen worden ambtshalve geschrapt omdat ze niet meer verblijven op het aders waarop ze zijn ingeschreven, terwijl hun nieuwe woonplaats niet kan worden vastgesteld) Omvang van een zeer kwetsbare groep : naast mensen die voor langere tijd of definitief naar het buitenland vertrekken zonder zich af te melden, omvat deze categorie ook mensen die ergens in België verblijven; doordat zij geen domicilie-adres hebben, ondervinden zij heel wat moeilijkheden om beroep te doen op de hulp- en dienstverlening Aantal ambtshalve geschrapten / totaal aantal inwoners / 1000 (per 1000 inwoners)

Asielzoekers Definitie Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel personen dat asiel heeft aangevraagd en momenteel de asielprocedure doorloopt t.o.v. het totaal aantal inwoners Omvang van een kwetsbare groep waarvoor een specifieke regelgeving van toepassing is (o.a. op het vlak van omvang, dringende medische hulp, enz.) Aantal asielzoekers / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)

Geboorten in kansarme gezinnen Definitie


Het aandeel baby’s dat geboren wordt in een kansarm gezin t.o.v. het totaal aantal geboorten, een gezin wordt als kansarm beschouwd indien er problemen zijn op minstens 3 van de volgende criteria : maandinkomen, arbeidssituatie van de ouders, opleiding van de ouders, huisvesting, ontwikkeling van de kinderen en/of gezondheid De omvang van de groep baby’s die in een kansarme omgeving geboren worden en opgroeien Aantal geboorten in kansarme gezinnen / totaal aantal geboorten x 100 (percentage)


Jongeren in het secundair onderwijs die risicoschoolloopbanen ontwikkelen Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel jongeren met schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs en jongeren die buitengewoon secundair onderwijs of deeltijds beroepssecundair onderwijs volgen t.o.v. alle leerlingen in het secundair onderwijs De omvang van de groep jongeren die een risicoschoolloopbaan ontwikkelen; wanneer zij het onderwijs verlaten zonder eindkwalificatie, zullen ze als volwassene een groter risico lopen op een maatschappelijk zwakke positie Aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon secundair onderwijs + aantal leerlingen die buitengewoon secundair onderwijs of deeltijds beroepssecundair onderwijs volgen / totaal aantal leerlingen in het secundair onderwijs x 100 (percentage)

Jongeren in de bijzondere jeugdbijstand Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel jongeren dat begeleid wordt binnen de bijzondere jeugdbijstand t.o.v. alle minderjarigen; de beschikbare cijfers bevatten een groot aantal onbekenden, daardoor kan men wel de grote tendensen detecteren maar geen uitspraken doen over exacte aantallen De omvang van de groep minderjarigen die opgroeit in een problematische opvoedingssituatie en/of een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd en om die reden begeleid wordt binnen de bijzondere jeugdbijstand (hetzij via het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg, hetzij via de Jeugdrechtbank)) Aantal jongeren in de bijzondere jeugdbijstand / aantal 0-17-jarigen x 100 (percentage)

Jongeren (18-24 jaar), werkzoekend en zonder diploma HSO Definitie


Het aandeel niet-werkende werkzoekende jongeren (18-24 jaar), zonder diploma HSO t.o.v. alle 18-24-jarigen; het gaat om jonge werkzoekenden die geen onderwijs gevolgd hebben of niet meer dan de 2de graad secundair of de 3de graad beroepsonderwijs, die op leercontract hebben gezeten of (buitenlandse) studies gevolgd hebben die niet erkend zijn De lage scholingsgraad en de schooluitval (het vroegtijdig verlaten van de school zonder diploma) bij werkzoekende jongeren Aantal niet-werkende werkzoekende jongeren (18-24 jaar) zonder diploma HSO / aantal 18-24-jarigen x 100 (percentage)

Jongeren (18-24 jaar), langer dan 1 jaar werkzoekend Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel niet-werkende werkzoekende jongeren (18-24 jaar) die al meer dan een jaar werkloos zijn t.o.v. alle 18-24-jarigen De toegankelijkheid van de arbeidsmarkt voor jongeren Aantal niet-werkende werkzoekende jongeren (18-24 jaar) langer dan 1 jaar werkloos / aantal 18-24-jarigen x 100 (percentage)


Jongeren (18-24 jaar) met een leefloon Definitie Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel jongeren (18-24 jaar) dat een leefloon ontvangt t.o.v. alle 18-24 jarigen De omvang van een kwetsbare groep jongeren; doordat zij geen eigen inkomen of andere toereikende bestaansmiddelen hebben, zijn zij aangewezen op een leefloon om rond te komen Aantal leefloners jonger dan 25 jaar / aantal 18-24 jarigen x 100 (percentage)

Niet-Belgen van lage-inkomenslanden Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel mensen met een nationaliteit van een laaginkomensland t.o.v. alle niet-Belgen De aanwezigheid van mensen met een nationaliteit van een arm land onder de niet-Belgen Aantal inwoners met een nationaliteit van een laaginkomensland / totaal aantal niet-Belgen x 100 (percentage)

Erkende vluchtelingen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel erkende vluchtelingen t.o.v. het totaal aantal inwoners De aanwezigheid van erkende vluchtelingen Aantal erkende vluchtelingen / totaal aantal inwoners x 1000 (per 1000 inwoners)

Werkzoekenden met etniciteit Magrebijn, Turk of niet-EU-burger Definitie


Het aandeel niet-werkende werkzoekenden met als etniciteit Algerijn, Marokkaan, Tunesiër, Turk of niet-EU-burger t.o.v. alle inwoners van 18 tot 64 jaar De omvang van de groep allochtone werkzoekenden Aantal niet-werkende werkzoekenden met als etniciteit Magrebijn, Turk of niet-EU-burger / totaal aantal 18-64 jarigen x 100 (percentage)

Personen (van 21 jaar en ouder) met enkel een integratietegemoetkoming Definitie


Het aandeel personen van 21 jaar en ouder die enkel een integratietegemoetkoming voor personen met een handicap ontvangen t.o.v. alle inwoners van 21 jaar en ouder De aanwezigheid van personen met een verminderde zelfredzaamheid die zich op de arbeidsmarkt kunnen aanbieden Aantal personen van 21 jaar en ouder met enkel een integratietegemoetkoming / totaal aantal inwoners van 21 jaar en ouder x 100 (percentage)


Personen (van 21 jaar en ouder) met een inkomensvervangende tegemoetkoming Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel personen van 21 jaar en ouder met recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap t.o.v. alle inwoners van 21 jaar en ouder De aanwezigheid van personen met een verminderde zelfredzaamheid bij wie is vastgesteld dat hun lichamelijke en/of psychische toestand hun verdienvermogen vermindert tot één derde of minder van wat een valide persoon kan verdienen door uitoefening van een beroep op de algemene arbeidsmarkt Aantal personen van 21 jaar en ouder met een inkomensvervangende tegemoetkoming / totaal aantal inwoners van 21 jaar en ouder x 100 (percentage)

Personen (van 21 jaar en ouder) met een integratietegemoetkoming (de 2 hierboven vermelde items samen) Definitie


Het aandeel personen van 21 jaar en ouder met een verminderde zelfredzaamheid als gevolg van een handicap die een integratietegemoetkoming ontvangen (al dan niet gecombineerd met een inkomensvervangende tegemoetkoming) t.o.v. alle inwoners van 21 jaar en ouder De aanwezigheid van personen met een verminderde zelfredzaamheid als gevolg van een handicap Aantal personen van 21 jaar en ouder met een inkomensvervangende tegemoetkoming + aantal personen met enkel een integratietegemoetkoming / totaal aantal inwoners van 21 jaar en ouder x 100 (percentage)

Personen (van 21 jaar en ouder) met een integratietegemoetkoming die niet in een instelling verblijven Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel personen van 21 jaar en ouder met een verminderde zelfredzaamheid als gevolg van een handicap die niet in een instelling verblijven t.o.v. alle inwoners van 21 jaar en ouder De aanwezigheid van personen met een handicap (van 21 jaar en ouder) in de gemeente waarvoor de zorg gedragen wordt door de thuissituatie Aantal personen met recht op een integratietegemoetkoming die niet in een instelling verblijven / totaal aantal inwoners van 21 jaar en ouder x 100 (percentage)

Personen van 21-59 jaar met een integratietegemoetkoming Definitie


Het aandeel personen van 21-59 jaar met een integratietegemoetkoming voor personen met een handicap t.o.v. alle inwoners op actieve leeftijd (21-59 jaar) De omvang van de groep personen op actieve leeftijd met een belemmerende handicap Aantal personen van 21-59 jaar met recht op een integratietegemoetkoming / totaal aantal 21-59 jarigen x 100 (percentage)


Personen van 60 jaar en ouder met een integratietegemoetkoming Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel personen van 60 jaar en ouder met een integratietegemoetkoming voor personen met een handicap t.o.v. alle inwoners van 60 jaar en ouder De omvang van de groep ouderen (60 jaar en ouder) met een verminderde zelfredzaamheid als gevolg van een handicap (die werd vastgesteld vỏỏr hun 65ste levensjaar) Aantal personen van 60 jaar en ouder met een integratietegemoetkoming / totaal aantal inwoners van 60 jaar en ouder x 100 (percentage)

Ouderen (60 jaar en ouder) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel ouderen (60 jaar) onder de totale bevolking De omvang van de groep bejaarden van 60 jaar en ouder Aantal ouderen vanaf 60 jaar / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)

Hoogbejaarden (80 jaar en ouder) Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel hoogbejaarden (80 jaar en ouder) onder de totale bevolking De omvang van de groep hoogbejaarden (80 jaar en ouder) Aantal ouderen vanaf 80 jaar / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)

Alleenwonende ouderen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel alleenwonende ouderen van 60jaar en ouder onder de totale bevolking De omvang van de groep bejaarden van 60 jaar en ouder die alleen wonen (d.i. een huishouden van 1 persoon) Aantal alleenwonende ouderen vanaf 60 jaar / totaal aantal inwoners x 100 (percentage)

Ouderen (60 jaar en ouder) van EU-ex-migratielanden en lage-inkomenslanden Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel ouderen (van 60 jaar en ouder) met de Spaanse, Italiaanse, Griekse of Portugese nationaliteit of een nationaliteit van een laaginkomensland t.o.v. alle inwoners van 60 jaar en ouder De aanwezigheid van ouderen uit landen van de eerste immigratiegolf of de lage-inkomenslanden onder de ouderen van 60 jaar en ouder Aantal ouderen van 60 jaar en ouder met de Spaanse, Italiaaanse, Griekse of Portugese nationaliteit of een nationaliteit van een laaginkomensland / totaal aantal inwoners van 60 jaar of ouder x 100 (percentage)


Ouderen (65 jaar en ouder) met een integratietegemoetkoming Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel ouderen van 65 jaar en ouder met een integratietegemoetkoming voor personen met een handicap t.o.v. alle inwoners van 65 jaar en ouder De aanwezigheid van ouderen met een verminderde zelfredzaamheid als gevolg van een handicap (die ze al hadden voor ze hun 65ste levensjaar bereikt hadden) onder de ouderen van 65 jaar en ouder Aantal mensen van 65 jaar en ouder met een integratietegemoetkoming / totaal aantal inwoners van 65 jaar en ouder x 100 (percentage)

Ouderen (65 jaar en ouder) met een tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB) Definitie Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel ouderen van 65 jaar en ouder met een tegemoetkoming hulp aan bejaarden t.o.v. alle inwoners van 65 jaar en ouder De aanwezigheid van ouderen (vanaf 65 jaar) met een handicap die ten gevolge van de vermindering van hun zelfredzaamheid bijkomende kosten hebben om zich in het maatschappelijk leven in te passen onder de ouderen van 65 jaar en ouder Aantal ouderen van 65 jaar en ouder met een tegemoetkoming hulp aan bejaarden / totaal aantal inwoners van 65 jaar en ouder x 100 (percentage)

Ouderen (65 jaar en ouder) met de Spaanse, Italiaanse, Griekse of Portugese nationaliteit of met een nationaliteit uit een laag-inkomensland, met een tegemoetkoming hulp aan bejaarden Definitie

Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel ouderen (van 60 jaar en ouder) met de Spaanse, Italiaanse, Griekse of Portugese nationaliteit of een nationaliteit van een laaginkomensland die een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ontvangen t.o.v. alle inwoners van 65 jaar en ouder De aanwezigheid van ouderen met een handicap uit landen van de eerste immigratiegolf of lage-inkomenslanden die ten gevolge van de vermindering van hun zelfredzaamheid bijkomende kosten hebben om zich in het maatschappelijk leven in te passen onder de ouderen van 65 jaar en ouder Aantal ouderen van 65 jaar en ouder met de Spaanse, Italiaanse, Griekse of Portugese nationaliteit of een nationaliteit van een laaginkomensland met een tegemoetkoming hulp aan bejaarden / totaal aantal inwoners van 65 jaar en ouder x 100 (percentage)

Gezinnen met minderjarige kinderen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel gezinnen met één of meer minderjarige kinderen t.o.v. het aantal familiekernen De omvang van de groep gezinnen met één of meer minderjarige kinderen Aantal gezinnen met minderjarige kinderen / totaal aantal familiekernen x 100 (percentage)


Eenoudergezinnen met minderjarige kinderen Definitie Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel eenoudergezinnen met (een of meer) minderjarige kinderen t.o.v. het totaal aantal familiekernen De aanwezigheid van een mogelijk kwetsbare groep : eenoudergezinnen lopen meer risico om in armoede terecht te komen (o.a. door de moeilijke combinatie van ouderschap en inschakeling op de arbeidsmarkt) Aantal vaders met minderjarige kinderen + aantal moeders met kinderen / totaal aantal familiekernen x 100 (percentage)

Alleenwonenden Definitie Indicator voor

berekeningswijze

Het aandeel alleenwonende mannen en vrouwen t.o.v. het totaal aantal private huishoudens De aanwezigheid van een mogelijk kwetsbare groep : alleenwonenden lopen meer risico om in armoede en isolement terecht te komen Aantal alleenwonende mannen en vrouwen / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)

Huishoudens met meer dan 6 personen Definitie Indicator voor berekeningswijze

Het aandeel huishoudens met meer dan 6 personen t.o.v. het totaal aantal private huishoudens De aanwezigheid van grote gezinnen en/of huishoudens Het aantal huishoudens met meer dan 6 personen / totaal aantal private huishoudens x 100 (percentage)


Bijlage 2 Het beleidsplan preventief gezondheidsbeleid 2007-2008 2.5.1. Het gemeentebestuur stuurt een lokale stuurgroep volksgezondheid aan, die werkt aan een lokaal preventief gezondheidsbeleid. Vlaamse gezondheidsdoelstellingen = krijtlijnen van de lokale preventieve gezondheidsacties

Het lokale beleidsplan preventieve gezondheidsacties 2007-2008

Doelstelling 1: Het aantal rokers in Vlaanderen, zowel bij de vrouwen als bij de mannen, en specifiek bij de jongeren, moet dalen. - tegen 2015 is het percentage rokers bij personen van 16 jaar en ouder niet hoger dan 20% - tegen 2015 is het percentage rokers bij personen van 15 jaar en jonger niet hoger dan 11% cijfergegevens Gemiddeld 21% van de Limburgers rookt! 18% zijn dagelijkse rokers en 3% zijn occasionele rokers. Het Belgische gemiddelde bedraagt 26%. (bron: Onderzoeks- en Iformatiecentrum van de Verbruikersorganisaties – februari 2007) Voor leerlingen geldt dat 4 op de 10 ooit tabak gerookt hebben. Het aantal rokers stijgt sterk met de leeftijd vooral vanaf 14 jaar en de meesten roken dagelijks. Van de 18-jarigen rookte 71% ooit tabak; 43% rookte ook het voorbije jaar (28% doet dit dagelijks). Er is nauwelijks een verschil tussen jongens en meisjes op het vlak van roken. (bron: VAD-leerlingenbevraging, schooljaar ’05-’06) De helft tot tweederde van de mensen die sinds hun jeugd rookt, zal aan een ziekte veroorzaakt door roken, sterven. In België gaat het om bijna 20.000 doden per jaar. Een roker sterft gemiddeld 10 jaar voor zijn/haar gemiddelde levensverwachting. Passieve rokers worden aan meer dan 43 kankerverwekkende stoffen blootgesteld. Zij lopen ongeveer 25% meer kans op longkanker en zo’n 30% meer kans op hart- en vaatziekten. Bijna 35% van de kinderen jonger dan 12 jaar heeft een ouder die dagelijks rookt. subdoelstellingen Kennis van de bevolking rond de gevaren van tabaksgebruik vergroten. Gedragsverandering bewerkstellingen bij rokers, met als einddoel dat ze stoppen met roken. Jongeren sensibiliseren om te voorkomen dat ze beginnen te roken. interventies in 2007 - jaarlijkse acties in kader van 31 mei, werelddag antitabak – acties van 2007: o ludiek onthaal in gemeentehuis en gemeenschapscentrum waarbij bezoekers worden aangesproken op hun al dan niet rookgedrag rokers krijgen info omtrent rookstopcursussen in de provincie niet-rokers worden beloond met een doosje muntjes met opdruk o infostanden tabakspreventie in gemeentehuis en gemeenschapscentrum o onthaalbedienden dragen ‘ik rook niet T-shirts’ o verdeling van bierkaartjes met aangepaste opdruk in jeugdhuis en cafetaria sporthal o sticker ’31 mei, Opglabbeek rookvrij’ op uitgaande briefwisseling - Mini Interventie Stappenplan in de huisartsenpraktijk - workshop rond tabak tijdens de zap gezond dag Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 68/101

interventies in 2008 - organisatie van een rookstopcursus in week 4 van 2008 i.s.m. de gemeente As - tentoonstelling ‘SOS Smoor’ van 16 tot 23 januari in GC Troempeelke - workshop rond tabak tijdens de zap gezond dag

Doelstelling 2: De consumptie van vetrijke voeding moet op significante wijze dalen ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding. cijfergegevens - 30,3% van de Belgen heeft overgewicht en daarbovenop is 10,88% van de Belgen obees. - van de vrouwen heeft 60,3% een gezond gewicht maar ook 23,5% overgewicht en 11,6% is zelfs obees - bij de mannen heeft maar 50,4% een gezond gewicht en 37,6% overgewicht. 9,9% van de Belgische mannen is obees (bron: Nationale Voedselconsumptiepeiling 2004) - Overgewicht is voor een groot deel te wijten aan verkeerde eetgewoonten: verkeerde voedingsmiddelen en verkeerde eetmomenten. - 18 % van de Belgen slaat zijn ontbijt over. Bij de werkende bevolking ontbijt 33% niet. - Noodzakelijke voedingsmiddelen als groenten en fruit worden ook veel te weinig geconsumeerd: slechts 43% van de vrouwen en 31,3% van de mannen eet dagelijks groenten. 56,1% van de vrouwen en slechts 38% van de mannen eet dagelijks fruit. Bij deze percentages is niet vermeld hoeveel mannen en vrouwen de aanbevolen hoeveelheden m.b.t. de groente- en fruitconsumptie halen. subdoelstellingen Informeren en sensibiliseren van de bevolking over gezonde voeding op basis van de voedingsdriehoek. Kinderen leren om gezonde keuzes te maken op basis van de aanbevelingen van de voedingsdriehoek. interventies in 2007 - publicatie – dossier maart in Blik opglabbeek: onze voedingsgewoonten onder de loep - promotie fruitdag in de scholen (principe van Tutti Frutti) - tijdens zap gezond dag workshop rond gezonde voeding (digitale voedingstest) - aanbod naar vrouwen- en seniorenverenigingen om mobiele winkeloefening in hun jaarprogramma op te nemen (kosten diëtisten worden gedragen door gemeentebestuur) interventies in 2008 - gemeentebestuur promoot gezonde tussendoortjes bij eigen personeel - gemeentebestuur promoot gezonde hapjes tijdens vergadermomenten


Doelstelling 3: De borstkankerscreening bij vrouwen moet doelmatiger verlopen. - het aandeel van de screenings bij de doelgroep van 50-69-jarigen moet toenemen tot 80%. - het aantal vrouwen uit de specifieke doelgroep dat bereikt wordt, moet toenemen tot 75%. cijfergegevens 49,09% van de vrouwen in de leeftijdsgroep 50-69 jaar uit onze gemeente laat zich 2 jaarlijks screenen, waarvan 10,33% via spoor 1 (= verwijzing arts) en 38,76% via spoor 2 (= na uitnodigingsbrief). (bron: LUCK periode 16 juni 2003- 15 juni 2005 – nieuwe recente cijfer beschikbaar in het najaar) Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Gemiddeld 1 vrouw op 9 krijgt er in de loop van haar leven mee te maken. 70% van deze vrouwen genezen en overleven borstkanker. Door vroege opsporing bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar kan de borstkankersterfte nog tot 30% dalen op voorwaarde dat 75% van deze vrouwen zich laat onderzoeken. subdoelstellingen Zoveel mogelijk vrouwen uit de doelgroep informeren en stimuleren om deel te nemen aan het Vlaams borstkankerscreeningsprogramma. interventies in 2007 - publicaties – faq’s in elke editie van Blik opglabbeek 2007 - organisatie van theatervoorstelling ‘Ontboezemingen’ met inleiding op 28 sept. - themaweek in bibliotheek gedurende de 2 laatste weken van september met infostand, dvd, hoek met aanwezige literatuur over het thema, literatuurlijst over het thema voor elke vrouw,… - coördinatie van inzamelactie KOTK (plantjesweekend 15 en 16 september) met als preventiecampagne het borstkankerscreening programma - aanbod naar vrouwen- en seniorenverenigingen om een begeleid bezoek aan een radiologisch centrum in hun jaarprogramma op te nemen (praktische regelingen via het gemeentebestuur)


Doelstelling 4: Het aantal dodelijke ongevallen in de privésfeer moet afnemen met 20%. Een specifiek aandachtspunt is valpreventie bij thuiswonende senioren. cijfergegevens 1 op 3 van de thuiswonende 65-plussers valt minstens één keer per jaar. De helft van de senioren houdt er een lichamelijk letstel aan over. Valpartijen zorgen voor een verhoogd risico van sterfte bij senioren. Het is de zesde doodsoorzaak bij 65-plussers. Bij 75-plussers is vallen met letsels zelfs doodsoorzaak nummer één. subdoelstellingen M.b.t. intrinsieke factoren: - informeren en stimuleren van inwoners, en meer bepaald senioren, voor een veilig gedrag in de eigen woonomgeving. - senioren stimuleren tot deelname aan tai chi initiatiereeksen (organisatie: zelf of door gemeenschapscentrum). M.b.t. extrinsieke factoren: - woonomgeving checken op onveilige situaties interventies (geen concrete timing) - op regionaal niveau: organisatie van veiligheidsbeurs - opstarten van lokaal meldpunt (onveilige situaties in het straatbeeld, infopunt voor allerhande subsidies bij woningaanpassingen,…) - opstarten project klusjesdienst (cfr. Handige Harry’s in Maaseik = vrijwillige senioren)


Doelstelling 5: De preventie van infectieziekten moet op significante wijze verbeteren, met name door het verder verhogen van de vaccinatiegraad voor aandoeningen als polio, kinkhoest, tetanus, difterie, mazelen, bof en rubella. cijfergegevens 61,7% van de 65-plussers uit onze gemeente (cijfers exclusief de rusthuisbewoners) laat zich vaccineren tegen griep. In Vlaanderen bedraagt het gemiddelde 60,9% en het Limburgs cijfer is 64,9%. (bron: IMA-rapport 2004-2005 o.b.v. verkoop van terugbetaalde griepvaccins). 60% van de volwassenen is gevaccineerd tegen tetanus en difterie. (bron: Gezondheidsenquête 2004) Vaccinatie is één van de meest succesvolle instrumenten in de bestrijding van infectieziekten. Kinderen zijn best van jongs af aan gevaccineerd. Kind & Gezin, de CLB’s, de huisartsen en pediaters staan in voor de opvolging van het basisvaccinatieschema. In Limburg is de basisvaccinatiegraad voor de meeste infectieziekten hoog. Ook op latere leeftijd kunnen vaccinaties levens redden. Bij volwassenen is er echter geen systematische opvolging meer. - Griepepidemieën vormen een belangrijke oorzaak van ziekte en sterfte bij bejaarden. Door voldoende te vaccineren daalt de sterfte met 80%. - Dankzij vaccinatie zijn de ziektebeelden van tetanus en difterie in Vlaanderen zeldzaam. De ziektekiemen zijn dat niet. Uit de nationale gezondheidsenquête blijkt bovendien bij volwassenen een daling van de vaccinatiegraad tegen tetanus van 68% in 1997 naar 60% in 2004. Daarom blijft vanaf de leeftijd van 25 jaar een herhalingsinenting tetanus-difterie om de tien jaar noodzakelijk. subdoelstellingen Bevolking informeren over het belang van het up to date houden van de eigen vaccinatiestatus. De brede bevolking een hulpmiddel aanbieden waarmee ze hun vaccinatiestatus kunnen bijhouden. Risicogroepen wijzen op het belang van griepvaccinatie. interventies 2007 en volgende jaren - mailing naar de 25-jarigen als herinnering voor de herhalingsinenting tetanus-difterie - uniforme Vlaamse griepcampagne mee ondersteunen door het verspreiden van affiches, folders en publicaties - systematische uitreiking van vaccinatiekaart samen met de nieuwe elektronische identiteitskaarten - gerichte uitreiking van ‘omtrent gezondheidspassen’ samen met reispassen


Zeer recent is er een zesde doelstelling toegevoegd. Hierrond zijn er lokaal nog geen subdoelstellingen of interventies besproken. Doelstelling 6: De sterfte door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2010 verminderd zijn met 8% t.o.v. 2000. cijfergegevens Suïcide is de meest voorkomende doodsoorzaak bij mannen tussen 30 en 49 jaar, en bij vrouwen tussen 20 en 34 jaar. In 2002 stierven in Limburg 130 personen door zelfdoding. (bron: provinciale dienst gezondheid)

Andere aandachtspunten BEWEGEN: aandacht voor voldoende dagdagelijks bewegen omwille van het gezondheidsbevorderend effect van fysieke activiteit. a. 30 minuten matige fysieke activiteit voor volwassenen b. 60 minuten fysieke activiteit voor kinderen cijfergegevens 50% van de Limburgers (en dus ook van de lokale inwoners) beweegt minder dan 30 minuten per dag. (bron: Belgische gezondheidsenquête 2004) Eén derde van de Limburgse bevolking (33%) loopt een gezondheidsrisico als gevolg van een gebrek aan lichaamsbeweging. Dit percentage blijkt gelijk voor mannen én vrouwen. subdoelstellingen Participatiegraad aan gezondheidswandelingen doen stijgen. Begeleiders gezondheidswandelingen gemotiveerd houden. interventies 2007 en volgende jaren - organisatie van lokale gezondheidswandelingen - inbouwen van begeleiding en vorming van begeleiders gezondheidswandelingen - promoten en toelichten van principe gezondheidswandelingen in Opglabbeekse verenigingen - viering 5-jarig bestaan Opglabbeekse gezondheidswandelingen – zondag 2 december 2007 TEKEN cijfergegevens Incidentie van Lymeziekte in Limburg: 15/10.000 inwoners. (bron: provinciale dienst gezondheid) subdoelstellingen Kennis van inwoners over de gevaren en risico’s van tekenbeten vergroten. interventies 2007 en volgende jaren - publicaties CO-VERGIFTIGING cijfergegevens In Vlaanderen zijn er jaarlijks tussen 20 en 50 dodelijke slachtoffers + ongeveer 500 hospitalisaties. (bron: MIRA 2006 = Milieurapport Vlaanderen) subdoelstellingen Kennis van inwoners over de gevaren en risico’s van CO-vergiftiging vergroten. interventies 2007 en volgende jaren - publicaties


Bijlage 3 Vakterminologie Actieplan: (Masterplan) Is op kortere termijn gericht. Is de vertaling van de algemene doelstellingen(uit het beleidsplan of strategie) in concrete doelstellingen, jaar per jaar: wat gaat de organisatie in een bepaald jaar doen in termen van gegroepeerde programma’s en/of activiteiten. ( Het Beleidsplan voor uw gemeente) Geeft aan wat de organisatie concreet zal ondernemen om een doelstelling te bereiken.Hier wordt het werk verdeeld over het team en de individuen: wie, wat, waar, wanneer, hoe? Beleid(splan) of strategie: (Masterplan) In grote lijnen hoe de beschikbare mensen en middelen de volgende 3 à 5 jaar worden ingezet om de missie te realiseren. De missie wordt hier vertaald in algemene doelstellingen (met een financieel en personeelsplan). Beleidsvormings- of beleidsontwikkelingsproces: (Masterplan) Het proces van het ontwikkelen (en schrijven) van de missie, het beleids- en het actieplan. Missie: (Masterplan) De bestaansreden van de organisatie, het algemeen ideaal van waaruit ze werd opgericht, haar opdracht. ( Het beleidsplan voor uw gemeente) Het beeld dat een organisatie heeft van de eigen rol en dat ze in de toekomst wil versterken; de missie preciseert de bestaansreden van de organisatie. Masterplan: (Masterplan) Missie, beleids- en actieplan in één nota gepresenteerd. Strategische planning: (Het beleidsplan voor de gemeente) is een continu en systematisch proces waarbij de leiding - keuzes maakt omtrent de toekomst van de organisatie, - de werkwijzen en procedures aangeeft om deze in de toekomst te realiseren en preciseert hoe succes gemeten wordt. Beleid of strategie: (Het beleidsplan voor de gemeente) Als leiding duidelijk maken - waar men naartoe wil, - hoe men dit doel wil bereiken, - hoe men kan vaststellen in hoeverre men al dan niet dichterbij geraakt is Strategische doelstelling: (Het beleidsplan voor de gemeente) Vormt de vertaling van overkoepelende uitgangspunten van het bestuursprogramma : wat en waarom? Operationele doelstelling: (Het beleidsplan voor de gemeente) Maakt de strategische doelstelling concreter en legt de link met wat de organisatie zal doen om het beleid te realiseren. SMART: (Masterplan) Een checklist waarmee men doelstellingen en prestatieafspraken op hun haalbaarheid kan testen. Het is de afkorting van Specifiek, Meetbaar, Afgesproken/Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdsgebonden. Actie : is een activiteit die het gemeentebestuur en/of OCMW onderneemt in het kader van strategische en operationele doelstellingen. Actieverantwoordelijke : is het personeelslid dat ervoor zorgt dat de targets die vastliggen in de actie worden behaald.


Beleidsplan kinderopvang gemeente Opglabbeek (= hoofdstuk in het beleidsplan lokaal sociaal beleid)

(2007-)2008-2013 (goedgekeurd in de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang op 04-12-2007)


INHOUDSTAFEL

Pagina Inleiding Deel 1 : Omgevingsanalyse voor Opglabbeek : algemeen en de aspecten die aan de basis kunnen liggen voor beslissingen rond kinderopvang Deel 2 : De strategische en operationele doelstellingen en acties rond het aspect kinderopvang

3 5

Bijlagen : - Fiches van de verschillende opvangvoorzieningen in Opglabbeek - Verslag van de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang van 04-12-2007 (waarin gunstig advies gegeven werd rond dit beleidsplan kinderopvang)

8 e.v.


6

1. INLEIDING Dit beleidsplan kinderopvang is een hoofdstuk in het globale beleidsplan lokaal sociaal beleid voor de gemeente Opglabbeek. Het omhelst ook dezelfde periode als het globale beleidsplan, namelijk 6 jaren, te starten in 2008 en te eindigen in 2013. De reden waarom het beleidsplan kinderopvang een hoofdstuk is geworden in het globale beleidsplan lokaal sociaal beleid, is terug te vinden in het Besluit van de Vlaamse Regering van 04-05-2007. Hierin staat omschreven op welke manier beide plannen in elkaar dienen te passen. Dit beleidsplan kinderopvang omvat 2 delen : - Deel 1 : de omgevingsanalyse voor Opglabbeek : algemeen en de aspecten die aan de basis kunnen liggen voor beslissingen rond kinderopvang - Deel 2 : de strategische en operationele doelstellingen en acties rond het aspect kinderopvang. Beide delen zijn ook opgenomen in het globale beleidsplan lokaal sociaal beleid. Dit beleidsplan kinderopvang is gunstig geadviseerd in de gemeentelijke adviesraad lokaal overleg kinderopvang op dinsdag 04-12-2007 met 11 stemmen voor, 0 tegen en 0 onthoudingen. Dit plan, samen met het gunstig advies, worden, samen met het globale beleidsplan lokaal sociaal beleid, overgemaakt aan de Vlaamse Overheid die het op zijn beurt overmaakt aan Kind en Gezin. De gemeentelijke adviesraad lokaal overleg kinderopvang bestaat in Opglabbeek op datum van 04-12-2007 uit de volgende mensen :

Stemgerechtigde leden

1

Vertegenwoordiging lokale actoren die bezig zijn met kinderopvang Gemeente Opglabbeek, dienst maatschappij

2

IBO ‘De ballon’ (OCMW = organiserend bestuur)

3

Landelijke Kinderopvang Opglabbeek Gezinsbond Gemeenschapsonderwijs centrum (basisschool De Lettertuin) G.V. Lagere school centrum G.V. Kleuterschool centrum

4 5 6 7

Namen van de leden

1 afgevaardigde (in principe een personeelslid) 1 afgevaardigde (in principe een personeelslid) 1 afgevaardigde

Ilse Hoogmartens

1 afgevaardigde 1 afgevaardigde

Marc Meeuwis Lieve Venken


Ivo Janssen Liliane Bijnens


Lila Nowak

Annick Scheepers

8 9

10 11 12 13 14

15

16

G.V. Basisschool Louwel G.V. Basisschool Nieuwe Kempen, ‘Flor en Tijn’ Vertegenwoordiging van de gebruikers Gezinsbond Ouderraad De Lettertuin Ouderraad G.V. basisschool centrum Ouderraad G.V. basisschool Louwel Ouderraad Flor en Tijn Nieuwe Kempen + eventueel mensen die zich spontaan kandidaat hebben gesteld bij het gemeentebestuur (zie artikel 5) Vertegenwoordiger lokaal bestuur Gemeente Opglabbeek, dienst maatschappij OCMW


Mark Vandeurzen Magd Gabriëls

1 afgevaardigde 1 afgevaardigde 1 afgevaardigde 1 afgevaardigde 1 afgevaardigde

Marc Meeuwis Sarina Neys Frederic Deraymaeker Lieve Schreurs Jutta Verstraeten

1 afgevaardigde (in principe een personeelslid) 1 afgevaardigde (in principe een personeelslid)

Ilse Hoogmartens

Miet Remans

Elk van deze instanties heeft 1 stem. De instantie kan vertegenwoordigd worden door de effectieve afgevaardigde of zijn/haar plaatsvervanger. Indien de vertegenwoordiger of zijn/haar vervanger een gemeenteraadslid, een OCMWraadslid, een lid van het college van burgemeester of schepenen of OCMW-voorzitter is, heeft deze persoon geen stemrecht. Niet-stemgerechtigde leden 1 2 3 4

Vertegenwoordiger lokaal bestuur Gemeentebestuur

OCMW

schepen bevoegd voor kinderopvang en jeugd burgemeester voorzitter raadslid

Namen Ilse Wevers Benny Spreeuwers Frans Heijlen Georges Bies

Afgevaardigde Kind en Gezin 5

afgevaardigde

Sofie Beunckens

De secretaris van de vergadering is Ilse Hoogmartens. Er moet nog een (nieuwe) voorzitter aangeduid worden. Op 04-12-2007 heeft de huidige voorzitter de vergadering nog voorgezeten.


DEEL 1 : OMGEVINGSANALYSE VOOR OPGLABBEEK

1.1.

Algemeen

In het beleidsplan lokaal sociaal beleid is een uitgebreide omgevingsanalyse voor Opglabbeek opgenomen. Deze is terug te vinden van pagina 5 t.e.m. 19. De precieze inhoud van de items is opgenomen in bijlage 1 bij het globale plan.

1.2.

Aspecten die aan de basis kunnen liggen voor beslissingen rond kinderopvang

Van pagina 7 tot en met 11, op pagina 13 en op pagina16 in het beleidsplan lokaal sociaal beleid, wordt er dieper ingegaan op een aantal aspecten die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op kinderen, ouders die gaan werken, werkloosheidsgraad, enz..

1.3.

Het aanbod van kinderopvangvoorzieningen in Opglabbeek

De fiches van de verschillende opvangvoorzieningen (die samen het aanbod uitmaken) zijn opgenomen in de bijlagen bij dit beleidsplan.


DEEL 2 : STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN EN ACTIES

De doelstellingen en acties rond kinderopvang kaderen in - strategische doelstelling 2, met name ‘Het realiseren van een zo hoog mogelijke deelname aan de samenleving voor zoveel mogelijk mensen in Opglabbeek’ (maatschappelijk beheer) - operationele doelstelling 2.2, met name ‘het gemeentebestuur en het OCMW streven ernaar dat de combinatie werk – gezin – vrije tijd haalbaar is’ (= hoofdstuk rond kinderopvang) - acties binnen 2.2.2

Acties 2.2.2.1

2.2.2.2

2.2.2.3

2.2.2.4

2.2.2.5

2.2.2.6

2.2.2.7

De dienst opvanggezinnen voorziet - dagelijkse opvang voor kinderen tussen 0 en maximum 3 jaar, volgens de afspraken met de onthaalouders - buitenschoolse opvang van kinderen tussen 2,5 en 12 jaar voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen. De dienst werkt met ongeveer 25 onthaalouders. De dienst werkt binnen het ‘basisaanbod’ + ‘het verruimde aanbod’. Initiatief voor Buitenschoolse Opvang ‘de ballon’ (OCMW-Opglabbeek) verzorgt buitenschoolse kinderopvang, voor kinderen van 2,5 jaar tot het einde van het basisonderwijs, voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen, op 3 locaties in Opglabbeek (parochies Nieuwe Kempen, Louwel en het centrum). IBO ‘de ballon’ heeft tijdens het schooljaar, in het totaal voor de 3 locaties, 117 erkende kindplaatsen (70 in het centrum, 32 in Louwel en 15 in Nieuwe Kempen) en tijdens de vakanties 84 (in het centrum). Het initiatief werkt binnen het ‘basisaanbod’ + ‘het verruimde aanbod’. De Grabbelpas biedt kinderen van het lager onderwijs een vrijetijdsaanbod tijdens iedere vakantie. Daarnaast kunnen leden met hun pasje ook nog genieten van een kortingenaanbod. Dit past in het ‘basisaanbod’. Swap biedt tieners van het 1ste t.e.m. het 3de jaar secundair onderwijs een vrijetijdsaanbod tijdens iedere vakantie. Daarnaast kunnen leden met hun pasje ook nog genieten van een kortingenaanbod. Dit past in het ‘basisaanbod’. De sportdienst van het gemeentebestuur - organiseert voor kinderen van het 1ste t.e.m. het 6de leerjaar een sportacademie - organiseert voor jongeren van het lager en middelbaar onderwijs regelmatig schoolvakantie-activiteiten. Dit past in het ‘basisaanbod’. Het kinderen jeugdatelier van het gemeentebestuur biedt een creatief vormingsatelier voor kinderen van het 1ste t.e.m. 6de leerjaar en jongeren vanaf 12 jaar, op woensdagnamiddag en op zaterdag. Dit past voor een gedeelte in het ‘basisaanbod’. Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken, ten laatste in 2008, de nood naar Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 80/101

2.2.2.8

bijkomende opvangmogelijkheden voor kinderen tussen 0 en 3 jaar. Indien zou blijken dat die nood bestaat, onderzoeken ze de mogelijkheden om hieraan tegemoet te komen, autonoom of in samenwerking met andere partners. Het gemeentebestuur en het OCMW onderzoeken, ten laatste in 2010, de eventuele nood aan andere vormen van kinderopvang : flexibele opvang, opvang voor kinderen met een handicap, voor zieke kinderen,


BIJLAGEN Bijlage 1 : Fiches van de verschillende opvangvoorzieningen in Opglabbeek : - Initiatief voor Buitenschoolse Opvang (IBO) ‘De ballon’ - Landelijke Kinderopvang - Grabbelpas - Swap - Sport - Kinder- en jeugdatelier Bijlage 2 : verslag van de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang van 04-12-2007.


INITIATIEF VOOR BUITENSCHOOLSE OPVANG (IBO) ‘DE BALLON’ fiche Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) Inrichtende instantie Opglabbeek Rozenstraat 5 3660 Opglabbeek Kind en Gezin Erkenningen IBO ‘de ballon’ Zetel Rozenstraat 5 3660 Opglabbeek Rozenstraat 5 Kantooradres 3660 Opglabbeek + Tel. (089)810 140 (centraal nummer OCMW) telefoonnummer(s) (089)810 147 (IBO ‘de ballon’) + Fax (089)85 84 23 faxnummer(s) E-mail : [email protected] (centraal e-mailadres OCMW) + [email protected] (IBO ‘de ballon’) e-mailadres(sen) Eindverantwoordelijke(n) Frans Heijlen, voorzitter OCMW Miet Remans, secretaris OCMW Dienstverantwoordelijke Lila Nowak, coordinator buitenschoolse kinderopvang De ballon-Centrum Locaties Kapelstraat 36 3660 Opglabbeek Tel. (089)85 83 82 De ballon-Louwel Weg naar Opoeteren 172 3660 Opglabbeek Tel. (089)85 84 37 De ballon-Nieuwe Kempen Resedastraat 10 3660 Opglabbeek Tel. (089)81 23 69 GSM (0495)88 02 04 Het Initiatief Buitenschoolse Opvang (afgekort ‘IBO’), genaamd ‘de Aard ballon’ verzorgt buitenschoolse kinderopvang, voor en na de school, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen. Kinderen uit het kleuter- en lager onderwijs Leeftijdsgroep Openingsuren Schooldagen : 7u → start school Einde school → 19u Woensdagnamiddag : 12u → 19u (in Louwel en Nieuwe Kempen is er opvang tot 13u, hierna worden de kinderen naar het centrum gebracht) De ballon-Centrum : 70 tijdens het schooljaar – 84 onder de vakanties Capaciteit per locatie De ballon-Louwel : 32 tijdens het schooljaar De ballon-Nieuwe Kempen :15 tijdens het schooljaar Voorschools Naschools Hoogste aantal per dag Aantal regelmatige Voor Na gebruikers 54,8 62,48 77 90 (periode van januari tot Centrum Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 83/101

18,71 en met november 2007 – Louwel Nieuwe Kempen 6,73 op schooldagen) Totaal 80,02 Ouderbijdrage

25,62 11,69 99,79

27 14

40 20

Gezinnen met 1 kind : Tarieven op schooldagen : Voor- en naschools : 0,68 EUR/aangevangen halfuur Woensdagnamiddag : 0,68 EUR/aangevangen halfuur met een maximum van 3,79 EUR Tarieven op schoolvrije en vakantiedagen : Volledige dag (langer dan 6 uur) : 7,59 EUR Halve dag (tussen 3 en 6 uur) : 3,79 EUR Minder dan 3 uur : 2,53 EUR Indien het kind wordt afgehaald na het sluitingsuur, geldt het gewone tarief + 12,50 EUR extra.

Bij de opvang van meerdere kinderen uit eenzelfde gezin, op eenzelfde dag, wordt 25 % korting verleend op de totale ouderbijdrage. Graag eerst een afspraak maken met Lila Nowak, coördinator Wijze van inschrijving buitenschoolse kinderopvang (gegevens : zie hoger) - Op schooldagen moeten de kinderen niet ingeschreven worden. Werkingswijze - Op schoolvrije en vakantiedagen, wordt er aan de ouders gevraagd tijdig in te schrijven. Personeelsbezetting op 1 FTE (1 persoon) coördinator buitenschoolse kinderopvang 7,5 FTE (15 personen) begeleiders buitenschoolse kinderopvang 04-12-2007 De ballon-centrum : men heeft de beschikking over Infrastructuurgegevens - een grote centrale plaats met keuken, tafels, verschillende speelhoeken - een turnzaal (in gezamenlijk gebruik met de lagere school en het gemeentebestuur) = motorische ruimte - een tienerlokaal - een kleuterlokaal - een afgebakende buitenspeelruimte + speelplaatsen lagere school (in gezamenlijk gebruik met de lagere school). De ballon-Louwel : men heeft de beschikking over - een grote centrale plaats met verschillende speelhoeken - een vide voor de tieners - een turnzaal (= motorische ruimte) - een buitenspeelruimte (in gezamenlijk gebruik met de lagere school). De ballon-Nieuwe Kempen : men heeft de beschikking over - een centrale plaats met verschillende speelhoeken - een buitenspeelruimte (in gezamenlijk gebruik met de huurders van de rest van de accommodatie). Kwaliteitshandboek IBO De ballon heeft een kwaliteitshandboek, zoals de regelgeving het voorschrift en hanteert dit op een correcte wijze.


LANDELIJKE KINDEROPVANG fiche Inrichtende instantie Erkenningen Zetel

Vzw Landelijke Kinderopvang regio As-Opglabbeek-Houthalen Steenweg 123 B 1 3665 As Erkend voor 63 onthaalouders : Opglabbeek voor 24 onthaalouders wat overeenkomt met 116 fulltime plaatsen Vzw Landelijke Kinderopvang regio As-Opglabbeek-Houthalen Steenweg 123 B 1 3665 As Vzw Dienst Opvanggezinnen regio As-Opglabbeek-Houthalen Dorpsstraat 69/1 3665 As Tel. (089)65 97 48 Fax (089)65 97 52 E-mail : [email protected]

Kantooradres + telefoonnummer(s) + faxnummer(s) + e-mailadres(sen) Eindverantwoordelijke(n) Dienstverantwoordelijke Annick Scheepers Els Willems Mogelijkheid tot het maken van afspraken op verschillende locaties : Locaties kantoor te As locatie Opglabbeek, Rozenstraat 3, 3660 Opglabbeek (in het lokaal waar ook Kind en Gezin gevestigd is) dagelijkse opvang van kinderen tussen 0 en maximum 3 jaar Aard volgens de afspraken met de onthaalouders buitenschoolse opvang van kinderen tussen 2,5 en 12 jaar voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen 0 tot 12-jarigen Leeftijdsgroep Afhankelijk van de vraag van de ouders, in samenspraak met de Openingsuren onthaalouders 24 onthaalouders waarvan Capaciteit 11 onthaalouders die dagelijks kinderen opvangen tussen 0 en 3 jaar 1 onthaalouders die buitenschoolse opvang verzorgen voor kinderen tussen 2,5 en 12 jaar 12 onthaalouders die beide soorten opvang doen. Aantal regelmatige 81 kinderen die gebruik maken van de dagelijkse opvang en tussen 0 en 3 jaar oud zijn gebruikers (cijfers : eerste kwartaal 43 kinderen die gebruik maken van de buitenschoolse opvang en tussen 2004) 2,5 en 12 jaar zijn Afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal uren opvang en Ouderbijdrage het moment van de opvang Op afspraak : bij de dienstverantwoordelijke Wijze van inschrijving Ouders nemen contact op met de dienst waarna zij informatie over de Werkingswijze werking en adressen van beschikbare onthaalouders krijgen. De ouders gaan vervolgens kennismaken en kiezen de voor hen meest geschikte onthaalouder. Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 85/101

Personeelsbezetting 01-01-2004 Infrastructuurgegevens

De dienst zorgt voor de inschrijving van het kind en de financiële kant van de opvang. De dienstverantwoordelijke staat in voor de begeleiding van de onthaalouders om een kwaliteitsvolle opvang te kunnen garanderen. op 2,25 FTE begeleiders De infrastructuur is afhankelijk van de woning van het opvanggezin. Ieder gezin stelt zijn woning open voor de onthaalkinderen en heeft het nodige materiaal ter beschikking. Veiligheid en hygiëne zijn permanente aandachtspunten in de begeleiding.

Knelpunten Er is een wachtlijst van kandidaat-ouders. De vraag naar opvang is groter dan het aanbod van onthaalouders. De dienst probeert dit te verhelpen door volop nieuwe onthaalouders te selecteren. Verwachtingen De dienst hoopt nieuwe kandidaat-onthaalouders te selecteren - met de onthaalouders de wachtlijst van kandidaat-ouders weg te werken.


GRABBELPAS Fiche Gemeentebestuur Opglabbeek Kapelstraat 1 3660 Opglabbeek Grabbelpas is een erkend kindervakantieprogramma, opgericht door de Erkenningen Vlaamse Vereniging voor Jeugddiensten en –consulenten. Jeugddienst Zetel Gemeentebestuur Kapelstraat 10 3660 Opglabbeek Jeugddienst Kantooradres Gemeentebestuur + Kapelstraat 10 telefoonnummer(s) 3660 Opglabbeek + Tel. (089)810 100 (centraal nummer gemeentebestuur) faxnummer(s) (089)810 914(jeugddienst) + Fax (089) 810 919 e-mailadres(sen) E-mail : [email protected] Eindverantwoordelijke(n) Benny Spreeuwers, burgemeester Joris Neyens, wnd. gemeentesecretaris Dienstverantwoordelijke Ilse Hoogmartens, jeugdanimator Voor speelpleinactiviteiten wordt gebruik gemaakt van het Locaties jeugdlokalencomplex. ‘De spil’. Kook- en knutselactiviteiten gaan in de regel door in het gemeenschapscentrum Troempeelke. Voor een podiumactiviteit kan de polyvalente zaal Vona benut worden. Bij busuitstappen wordt afgesproken aan het kerkplein. Grabbelpas biedt kinderen van het lager onderwijs een vrijetijdsaanbod Aard tijdens iedere vakantie. Verder kunnen leden met hun pasje ook nog genieten van een kortingenaanbod. 7 tot en met 12-jarigen. Leeftijdsgroep In principe: Tijdstippen Afhankelijk van de aard van de activiteit. Speelpleinactiviteiten starten om 13.30 u en eindigen om 17.00 u. De tijdregeling van andere activiteiten wordt bepaald door het aanbod of programma. Afhankelijk van de aard van de activiteit Capaciteit per locatie Aantal regelmatige In totaal werden in 2006 342 Grabbelpassen verkocht. Het aantal regelmatige gebruikers hiervan is moeilijk vast te stellen gebruikers omdat verschillende activiteiten beperkt zijn in capaciteit. Afhankelijk van de aard van de activiteit. Ouderbijdrage Een speelpleinactiviteit kost in principe € 1,50 waarbij 1 drankje inbegrepen is. Voor de overige activiteiten wordt de prijs bepaald door de onkosten (uitstappen, toegangsprijzen, deelnameonkosten,…) De inschrijvingen voor iedere vakantie starten gewoon 2à3 weken voor Wijze van inschrijving de vakantie en duren tot anderhalve week ervoor. Indien een uitstap nog niet volzet is, is het zelfs mogelijk na de inschrijvingsdatum nog in te schrijven. Werkingswijze Inrichtende instantie


op 1 FTE (1 persoon) jeugdanimator De totale monitorenploeg bestaat uit circa 20 begeleid(st)ers die een kleine vrijwilligersvergoeding ontvangen per begeleide activiteit en gevolgde voorbereiding. Voor de speelpleinactiviteiten wordt gebruik gemaakt van het Infrastructuurgegevens jeugdlokalencomplex. ‘De spil’. Kook- en knutselactiviteiten gaan in de regel door in het gemeenschapscentrum Troempeelke. Voor een podiumactiviteit kan de polyvalente zaal Vona benut worden. Bij busuitstappen wordt afgesproken aan het kerkplein. Personeelsbezetting 01-01-2004


SWAP Fiche Gemeentebestuur Opglabbeek Kapelstraat 1 3660 Opglabbeek Swap is een erkend tienervakantieprogramma, opgericht door de Erkenningen Vlaamse Vereniging voor Jeugddiensten en –consulenten. Jeugddienst Zetel Gemeentebestuur Kapelstraat 10 3660 Opglabbeek Jeugddienst Kantooradres Gemeentebestuur + Kapelstraat 10 telefoonnummer(s) 3660 Opglabbeek + Tel. (089)810 100 (centraal nummer gemeentebestuur) faxnummer(s) (089)810 914(jeugddienst) + Fax (089) 810 919 e-mailadres(sen) E-mail : [email protected] Eindverantwoordelijke(n) Benny Spreeuwers, burgemeester Joris Neyens, wnd. gemeentesecretaris Dienstverantwoordelijke Ilse Hoogmartens, jeugdanimator Voor speelpleinactiviteiten (uiterst beperkt bij tieners o.w.v. gebrek aan Locaties interesse) wordt gebruik gemaakt van jeugdlokalencomplex. ‘De spil’. Kookactiviteiten en workshops gaan in de regel door in het gemeenschapscentrum Troempeelke. Voor een podiumactiviteit kan de polyvalente zaal Vona benut worden. Bij busuitstappen wordt afgesproken aan het kerkplein. Swap biedt tieners van eerste t/m derde secundair onderwijs een Aard vrijetijdsaanbod tijdens iedere vakantie. Verder kunnen leden met hun pasje ook nog genieten van een kortingenaanbod. 13 tot en met 15-jarigen. Leeftijdsgroep Afhankelijk van de aard van de activiteit. Tijdstippen Speelpleinactiviteiten starten om 13.30 u en eindigen om 17.00 u. De tijdregeling van andere activiteiten wordt bepaald door het aanbod of programma. Afhankelijk van de aard van de activiteit. Capaciteit per locatie Aantal regelmatige In totaal werden in 2006 40 Swappassen verkocht. Het aantal regelmatige gebruikers hiervan is moeilijk vast te stellen gebruikers omdat verschillende activiteiten beperkt zijn in capaciteit. Afhankelijk van de aard van de activiteit. Ouderbijdrage Een speelpleinactiviteit kost in principe € 1,50 waarbij 1 drankje inbegrepen is. Voor de overige activiteiten wordt de prijs bepaald door de onkosten (uitstappen, toegangsprijzen, deelnameonkosten, …). De inschrijvingen voor iedere vakantie starten gewoonlijk 2à3 weken Wijze van inschrijving voor de vakantie en duren tot anderhalve week ervoor. Indien een uitstap nog niet volzet is, is het zelfs mogelijk na de inschrijvingsdatum nog in te schrijven. Werkingswijze Inrichtende instantie


op 1 FTE (1 persoon) jeugdanimator De totale monitorenploeg bestaat uit circa 20 begleid(st)ers die een kleine vrijwilligersvergoeding ontvangen per begeleide activiteit en gevolgde voorbereiding. Voor speelpleinactiviteiten wordt gebruik gemaakt van Infrastructuurgegevens jeugdlokalencomplex. ‘De spil’. Kook- en knutselactiviteiten gaan in de regel door in het gemeenschapscentrum Troempeelke. Voor een podiumactiviteit kan de polyvalente zaal Vona benut worden. Bij busuitstappen wordt afgesproken aan het kerkplein. Personeelsbezetting 01-01-2004


SPORT Fiche Inrichtende instantie

Gemeentebestuur Opglabbeek Kapelstraat 1 3660 Opglabbeek

Erkenningen MOB - Sport Gemeentebestuur Kapelstraat 1 3660 Opglabbeek MOB - sport Kantooradres Gemeentebestuur + Kapelstraat 1 telefoonnummer(s) 3660 Opglabbeek + Tel. (089)810 100 (centraal nummer gemeentebestuur) faxnummer(s) Tel. (089)810 912 (sportdienst) + Fax (089)810 919 e-mailadres(sen) E-mail: [email protected] Eindverantwoordelijke(n) Benny Spreeuwers, burgemeester Joris Neyens, wnd. gemeentesecretaris Dienstverantwoordelijke Johan Boonen, sportanimator Sportcentrum Opglabbeek Locaties Weg naar Bree 2 3660 Opglabbeek Sportacademie (1) Aard Schoolvakantie activiteiten (periodiek, (2)) Activiteiten van de Opglabbeekse sportclubs (3) (1) 1ste – 6de leerjaar Leeftijdsgroep (2) Lager- en middelbaar onderwijs (afhankelijk van het programma aanbod) (3) afhankelijk van het clubaanbod (info sportdienst) Sportdienst op afspraak, 9-12u & 13-17u of via e-mail. Openingsuren Afhankelijk van activiteit Capaciteit per locatie Aantal regelmatige (1) 12 deelnemers (2) (afhankelijk van het programma aanbod) 30 tal gebruikers (3) afhankelijk van het clubaanbod (1) € 25 per sportjaar Ouderbijdrage (2) afhankelijk van het aanbod (3) afhankelijk van het club lidgeld (1+2) inschrijvingen via Troempeelke Wijze van inschrijving (3) inschrijvingen via de club Multipartijsamenwerking !!! (gemeentebestuur, verenigingen, derden,…) Werkingswijze Personeelsbezetting op Sportdienst: 1 FTE (1 persoon) sportanimator 01-01-2004 Afhankelijk van de aard en waar de activiteit plaats vindt Infrastructuurgegevens Info Sportdienst Zetel


Kinder- en jeugdatelier fiche GC Troempeelke Inrichtende instantie Erkenningen Zetel

Gemeenschapscentrum Kapelstraat 10 3660 Opglabbeek

Kantooradres + telefoonnummer(s) + faxnummer(s) + e-mailadres(sen) Eindverantwoordelijke(n)

Kapelstraat 10 3660 Opglabbeek Tel. : 089/810 910 Fax : 089/810 919 Email : [email protected]

Dienstverantwoordelijke Locaties Aard Leeftijdsgroep

Openingsuren

Benny Spreeuwers, burgemeester Joris Neyens, wnd. gemeentesecretaris Hanne Truyers, cultuurbeleidscoördinator Kapelstraat 10 3660 Opglabbeek Creatief vormingsatelier voor kleuters, kinderen en jongeren 5-jarige kleuters 1e t.e.m. 6e leerjaar Jeugd tot 25 jaar Woensdagnamiddag: 13.00 – 14.30 (1e lj.); 15.00 – 16.30 (2e lj.); 17.00 – 18.30 (3e en 4elj.) Woensdagavond: 19.00 – 21.30 (4e – 6e mb.)

Zaterdagvoormiddag: 9.30 – 12.00 (18 – 25-jarigen); 10.30 – 12.00 (kleuters) Zaterdagnamiddag: 13.00 – 14.30 (5e – 6e lj.); 13.00 – 15.30 (1e – 3e mb.) Maximaal 40 kinderen op éénzelfde moment Capaciteit per locatie Aantal regelmatige 120 gebruikers Kleuters: € 18 (10 lessen) Ouderbijdrage 1e – 6e lj.: € 45 (25 lessen) 1e mb. – 25-jarigen: € 58 (25 lessen) Telkens € 8 korting per volgend kind uit hetzelfde gezin.

Wijze van inschrijving

Werkingswijze Personeelsbezetting 01-01-2008

Start op inschrijvingsdag met inschrijvingsstrook. Daarna tot begin lessenreeks via secretariaat GC Troempeelke.

op 1 FTE cultuurbeleidscoördinator 2,6 FTE toezichters 3 via zgn. 25-dagenregeling 1 zelfstandige in bijberoep 4 vrijwilligers

Infrastructuurgegevens

Geen exclusieve ruimten voor vormingsateliers. 1 crealokaal, 8/8 1 vergaderlokaal, 8/8 1 grote zolderruimte, verdiep 2 enkel via trappen Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 92/101

DE NOTULEN VAN HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG Vergadering van 4 december 2007 Aanwezig: Miet Remans (secretaris OCMW), Lila Nowak (IBO De Ballon), Liliane Bijnens (kleuterschool centrum), Ivo Janssen (lagere school centrum), Mark Vandeurzen (lagere school Louwel), Magd Gabriëls (basisschool Floor en Tijn), Frederic Deraymaeker (ouderraad centrum), Lieve Schreurs (ouderraad Louwel), Jutta Verstraeten (ouderraad Floor en Tijn), Annick Scheepers (Landelijke Kinderopvang), Sofie Beunckens (Kind & Gezin), Benny Spreeuwers (burgemeester), Frans Heijlen (voorzitter OCMW en schepen sociale zaken), Georges Bies (raadslid OCMW), Ilse Hoogmartens (jeugdanimator). Verontschuldigd: Lieve Venken (basisschool De Lettertuin), Marc Meuwis (Gezinsbond), Ilse Wevers (schepen maatschappelijke ontwikkeling). Afwezig: Sarina Neys (oudervereniging De Lettertuin). Contactpersoon Ilse Hoogmartens Jeugdanimator

Dossier 761/LOK/2007

Locatie Kapelstraat 10 3660 Opglabbeek

Coördinaten Tel.: (089) 810 914 Fax.: (089) 810 919 E-mail: [email protected]

Punt 1: VERWELKOMING • Burgemeester Benny Spreeuwers heet iedereen van harte welkom en legt de bedoeling van de vergadering uit. Punt 2: BEKNOPTE UITLEG OVER DE NIEUWE REGELGEVING M.B.T. L.O.K. • Toelichting door Sofie Beunckens (Kind & Gezin). Punt 3: VERKIEZING VAN DE LEDEN VAN HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG (LOK) • Lokaal Overleg Kinderopvang: Stemgerechtigde leden Vertegenwoordiging lokale actoren die bezig zijn met kinderopvang Ilse Hoogmartens (jeugddienst) Lila Nowak (IBO De Ballon) Annick Scheepers (Landelijke Kinderopvang) Marc Meuwis (Gezinsbond) Lieve Venken (Basisschool De Lettertuin) Liliane Bijnens (G.V. Kleuterschool centrum) Ivo Janssen (G.V. Lagere school centrum) Mark Vandeurzen (G.V. Basisschool Louwel) Magd Gabriëls (G.V. Basisschool Nieuwe Kempen)


Vergadering LOK Dinsdag 4 december 2007

Dossier 761/LOK/2007

Bladnummer 2

Vertegenwoordiging gebruikers Marc Meuwis (Gezinsbond) Sarina Neys (Ouderraad De Lettertuin) Frederic Deraymaeker (Ouderraad G.V. Basisschool centrum) Lieve Schreurs (Ouderraad G.V. Basisschool Louwel) Jutta Verstraeten (Ouderraad Flor en Tijn Nieuwe Kempen) … Vertegenwoordiging lokaal bestuur Ilse Hoogmartens (jeugddienst) Miet Remans (secretaris OCMW) Niet-stemgerechtigde leden (automatisch verkozen) Benny Spreeuwers (burgemeester) Ilse Wevers (schepen van jeugd) Frans Heijlen (voorzitter OCMW) Georges Bies (raadslid OCMW) Sofie Beunckens (Kind & Gezin) Deskundigen

Punt 4: VERKIEZING VAN DE VOORZITTER EN SECRETARIS • Secretaris: Ilse Hoogmartens neemt de plaats over van voormalig waarnemend secretaris Bart Telen. De adviesraad gaat hiermee akkoord. • Voorzitter: er zijn geen kandidaturen ingestuurd. Bijgevolg stelt de burgemeester als huidig voorzitter voor om tegen de volgende bijeenkomst te zoeken naar een kandidaat-voorzitter.

Punt 5: TIPS OVER ADVISERING DOOR LOK • Tips door Sofie Beunckens (Kind & Gezin). • Advisering over volgende zaken: Lokaal beleidsplan kinderopvang en alle wijzigingen m.b.t. dit plan. Uitvoering van het lokaal beleidsplan kinderopvang en eventuele bijsturingen. Uitbouw van opvangvoorzieningen binnen de gemeente. Punt 6: ADVISERING VAN LOKAAL BELEIDSPLAN KINDEROPVANG • Voorstelling lokaal beleidsplan kinderopvang (presentatie) door burgemeester Benny Spreeuwers, tevens voorzitter van de vergadering. • Advisering: de adviesraad geeft positief advies over het lokaal beleidsplan kinderopvang, rekening houdend met onderstaande bemerkingen, reacties en vragen. • Bemerkingen/vragen: Vraag: Hoe zit het met de capaciteit van IBO De Ballon en kan er ook gedecentraliseerd worden in de vakanties of op woensdagnamiddag ? Antwoord van Lila Nowak, coördinator IBO De Ballon: o Tijdens de piekuren mogen de aantal erkende plaatsen met 30 % opgetrokken worden. o In de vakanties wordt De Ballon gecentraliseerd vanuit het centrum o.w.v. de personeelsbezetting en om de lange openingstijd te kunnen overbruggen. In de zomer worden tevens jobstudenten ingeschakeld. Gemeente Opglabbeek Beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 Pagina 94/101

o Uit de voorbije bevraging in De Ballon bleek niet dadelijk nood aan meer opvang indien er gewerkt wordt vanuit de 3 wijken, maar dit kan opnieuw onderzocht worden. o Voor de kinderen is het inderdaad een aanpassing om vanuit de wijk naar het centrum te komen, maar dit geldt zo ook voor de eerste maal dat men in de wijk zelf aan iets deelneemt. Er wordt extra aandacht aan geschonken door de begeleiding van De Ballon en meestal verloopt dit vrij vlot voor de kinderen. Vraag: Kan Grabbelpas & Swap ook gedecentraliseerd worden in de vakanties? Antwoord van Ilse Hoogmartens, jeugdanimator en organisator van Grabbelpas en Swap: o Praktisch gezien zijn er een heleboel organisatorische redenen (voldoende ruimte voor verschillende doelgroepen, materiaal met berging, …) die een decentrale werking bemoeilijken, maar er kan zeker bekeken worden hoe dit opgevangen kan worden om wel eens af en toe meer wijkgericht te werken. o In de voorbije zomer werden naast deze werking ook speelstraten ingericht i.s.m. MJA o.w.v. praktische overwegingen. Dit aanbod was verspreid over de diverse wijken in de hele gemeente. De bezoekers en spelende kinderen legden niet meteen de link met MJA die zich met dit initiatief in eerste instantie richt naar de minder begunstigden. De organisatie in Opglabbeek liep in overleg met verschillende contactpersonen uit iedere wijk en stond duidelijk open voor iedereen. Vraag: Kan het jeugdatelier ook gedecentraliseerd worden? Antwoord van Ilse Hoogmartens namens de cultuurdienst: o Ook hier zijn verschillende organisatorische motieven om eerder te centraliseren in een kleine gemeente zoals Opglabbeek. Anderzijds kan onderzocht worden of de vraag groter wordt indien men zou werken vanuit de wijken, of men zou kunnen nagaan wat de impact is als men zou afwisselen van locatie. Andere bemerkingen: o Het OCMW van Genk en Opglabbeek bekijken samen de mogelijkheid voor het inschakelen van een mobiliteitsbusje. o Vanaf maart 2008 zouden de lijnverbindingen voor en binnen Opglabbeek verder uitgebreid worden. o In het onderzoek wordt tevens opgenomen om na te gaan wat de impact is als men zou afwisselen van locaties voor opvang of als men decentraal zou werken. o Het beleidsplan is geen statisch gegeven en moet inspelen op veranderende behoeften en noden. Anderzijds is het voortzetten van een beleid met positieve waardering zeker niet vanzelfsprekend. Denk bvb. maar aan de zoektocht naar voldoende onthaalouders of capabele begeleiding en vrijwilligers.

Punt 7: VARIA • Genk en Ham zijn dit jaar van start gegaan als proefproject CKO (Centrum voor KinderOpvang). Gedurende 1 jaar kunnen zij onder begeleiding van K&G vernieuwende concepten rond kinderopvang uittesten. Meer info vind je op de website van K&G. • Het actieplan occasionele en flexibele opvang wordt stapsgewijs geïmplementeerd. In de toekomst zal onder meer opvang d.m.v. dienstencheques (beperkt) mogelijk zal zijn.








Inhoudstafel. Inleiding 3. Hoofdstuk 2 : Omgevingsanalyse 5. Hoofdstuk 3 : Geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid 20

Recommend Documents