1 INHOUDSTAFEL FINANCIEEL RECHT HOOFDSTUK I. GELD IN HET RECHT 1 Afdeling 1. Soorten geld A. Chartaal geld B. Giraal geld 2 C. Elektronisch geld 4 Afd...
HOOFDSTUK I. GELD IN HET RECHT 1 Afdeling 1. Soorten geld A. Chartaal geld B. Giraal geld 2 C. Elektronisch geld 4 Afdeling 2. Betaling in geld in de verhouding tussen schuldenaar en schuldeiser 6 A. Betaling is een rechtshandeling waardoor een verbintenis wordt uitgevoerd B. Principe van het monetair nominalisme 7 C. Laattijdige betaling van een geldschuld 8 1. Gemeen recht 2. Contractuele afwijkingen in de verhouding tussen ondernemingen en consumenten 3. Bijzondere wettelijke regeling voor handelstransacties tussen ondernemingen 9 Afdeling 3. Geld in de internationale handel 11 A. Betaalmunt en verbintenismunt B. Wisselkoersschommelingen 15 C. IPR-vragen 16 HOOFDSTUK II. REKENINGEN Afdeling 1. Geldrekeningen A. Functies van een bankrekening B. Soorten rekeningen 1. De zichtrekening 2. Spaarrekening 3. Termijnrekening 4. De rekening-courant a) Definitie en voordelen b) Kenmerken van de rekening courant i) Consensueel karakter ii) Beginsel van de algemene affectatie iii) Wederzijdse remises iv) Het novatoir karakter v) Het ondeelbaar karakter vi) Interesten c) Theoretische grondslag 5. De kwaliteitsrekening 6. De escrow-account 7. Gezamenlijke rekeningen
18
19 21
22 23 24 25 26 27 28 29
8. Slapende rekeningen C. Openen van een rekening 1. De rekening: een overeenkomst beheerst door algemene voorwaarden 2. Recht op een rekening? a) De Wet Basis-bankdienst is niet van toepassing b) De Wet Basis-bankdienst is wel van toepassing i) Inhoud en kostprijs van de basis-bankdienst ii) Beperkingen inzake de verwerving van de basis-bankdienst iii) Weigering en opzegging van de basis-bankdienst 3. Verificatieverplichting a) De witwaswetgeving b) Gemeen recht 4. Bevoegdheid en bekwaamheid a) De minderjarige b) De gehuwde persoon c) Rechtspersonen 5. Bijzondere precontractuele informatieverplichtingen a) Prijsaanduiding homogene financiële diensten b) Wet Betalingsdiensten c) Wet Consumentenkrediet d) Overeenkomsten op afstand met consumenten e) Diensten van de informatiemaatschappij f) Cumulatieve toepassing informatieverplichtingen 6. Herroepingsrecht D. Werking van de rekening 1. Boeking in rekening 2. Informatieverplichtingen a) Inhoud van de informatieverplichting i) Gemeen recht ii) Wet Betalingsdiensten iii) Andere informatieverplichtingen b) Belang van protest na informatie 3. De valutadatum 4. Interesten a) Berekening van interesten b) Kapitalisatie van interesten – anatocisme c) De rentevoet 5. Eenzijdige wijzigingen a) Geen toepassing van bijzondere wetgeving b) Consumenten i) Wijziging van het raamcontract (zichtrekening) ii) Wijziging van de rentevoet/wisselkoers (zichtrekening) iii) Verhouding Wet Betalingsdiensten tot andere consumentenwetgeving
31
33 34 35
37
39 40
43 44 46 48 49 50 51 52
53
54 56 57 58 60 61 63 64 65 66 67
iv) Wijziging spaar- en termijnrekeningovereenkomst 6. Bedingen van eenheid van rekening en compensatiebedingen 68 7. Beslag onder derden op een bankrekening 71 a) Algemeen b) Het creditsaldo en de lopende verrichtingen 73 c) Beperkte beslagbaarheid 74 d) Beslag en schuldvergelijking 75 e) Beslag en gerechtelijke reorganisatie 76 f) Enkele bijzondere situaties i) Gezamenlijke rekeningen ii) Kwaliteitsrekening 77 iii) Escrow account E. Sluiting van de rekening 78 1. Beëindiging op grond van elementen onafhankelijk van de wil van de partijen79 2. Vrijwillige beëindiging van de overeenkomst 80 3. Beëindiging van domiciliëring 81 4. Beëindiging van rekening-courant 5. Accessorium sequitur principale 82 6. Bankoverstapdienst 7. Gevolgen van de sluiting van de rekening 83 8. Verjaring 85 HOOFDSTUK III. BETALINGEN
86
A. Overzicht van girale en elektronische betaaltechnieken en hun civielrechtelijke kwalificatie 1. De overschrijving 2. Debetkaarten (Bancontact-kaart) 89 3. Kredietkaarten 90 4. Doorlopende opdracht en domiciliëring 91 5. Proton 6. Internet-betaalsystemen: het voorbeeld van PayPal 93 7. Mobiele betalingen B. De verhouding tussen de schuldenaar en de schuldeiser 94 1. Giraal geld is geen wettig betaalmiddel a) Uitzonderingen van wettelijke of reglementaire aard b) Andersluidende afspraken 95 2. Tijdstip van betaling 96 3. Tijdstip van betaling en faillissement van één van de partijen uit de onderliggende verhouding 100 C. De verhouding tussen de rekeninghouder en de betalingsdienstaanbieder 102 1. Algemeen 2. Toepassingsgebied Wet Betalingsdiensten 3. Foutieve uitvoering van betalingstransacties 105
a) Wet Betalingsdiensten is van toepassing i) Transacties geïnitieerd door betaler ii) Transacties geïnitieerd door of via de begunstigde iii) Uitzonderingen iv) Interbancair verhaalsrecht v) Bijzondere vraag: filtrage bij overschrijvingen b) De Wet Betalingsdiensten is niet van toepassing i) Aansprakelijkheid op grond van het gemeen recht ii) De impact van de bankvoorwaarden iii) Vergelijking met regime uit de Wet Betalingsdiensten 4. Uitvoeringstermijn a) Bijzonder toepassingsgebied b) Door de betaler geïnitieerde betalingstransacties c) Door of via de begunstigde geïnitieerde betalingstransacties d) Storten van gelden aan het loket 5. Niet-toegestane betalingstransacties a) Verloren of gestolen betaalinstrument b) Misbruik van het betaalinstrument zonder verlies of diefstal c) Namaak d) Elektronisch geld e) Schriftelijke geïnitieerde, vervalste overschrijvingsopdrachten f) Terugbetalingsverplichting g) Vrijstelling van aansprakelijkheid van de betaler (als sanctie) h) Betalingsdienstgebruikers die geen consument zijn 6. Herroepbaarheid van de betalingsopdracht a) Toepassing van de Wet Betalingsdiensten b) Gemeenrechtelijke analyse c) Impact onherroepelijkheid binnen betalingssystemen 7. Kosten bij verrichten van betalingen a) Europese Verordening kosten grensoverschrijdende betalingen in euro b) Wet Betalingsdiensten 8. Informatieverplichtingen bij ontvangst en uitvoering betalingstransacties HOOFDSTUK IV. KREDIETRECHT Afdeling I. Functies van het krediet Afdeling II. Kenmerken van het krediet A. Tijdselement B. Vertrouwen C. Risico en afwezigheid van speculatie D. Economische finaliteit Afdeling III. Classificatie van kredieten A. Hoedanigheid van de kredietnemer B. Wijze waarop krediet wordt verstrekt
C. Duurtijd van het krediet D. Bestemming van het krediet Afdeling IV. Bespreking van enkele kredietvormen A. Kredietopening 1. Definitie en kwalificatie 2. Rechten en plichten van de partijen 3. Einde van de kredietopening B. Terbeschikkingstelling van een geldsom 1. Lening op afbetaling 2. Disconto a) Algemeen b) Cedentendisconto en leveranciersdisconto i) Cedentendiscontokrediet ii) Leveranciersdiscontokrediet 3. Kaskrediet en “straight loan” 4. Investeringskredieten 5. Consortiumkredieten in eurodeviezen 6. Factoring a) Algemeen b) Rechten en plichten van de partijen c) Juridische vormgeving d) Tegenwerpelijkheid van de overdracht van de schuldvordering 7. Leasing C. Terbeschikkingstelling van kredietwaardigheid 1. Acceptkrediet 2. Documentair krediet a) Situering en omschrijving b) De onderscheiden rechtsverhoudingen i) De verhouding tussen de koper en verkoper ii) De verhouding tussen de openende bank en haar cliënt iii) De verhouding tussen de kredietopenende bank en de begunstigde iv) De tussenkomst van andere banken c) Toepasselijke regels d) Documenten e) Exceptie van fraude f) Betaling 3. Autonome garanties a) Definitie en situering b) Toepasselijke regelen c) Partijen bij een bankgarantie i) Valutaverhouding ii) Dekkingsverhouding iii) De garantieverhouding
iv) Garantie en tegengarantie 173 d) Verschil met borgtocht 174 e) Betaalverbod wegens onrechtmatige afroep Afdeling V. Aansprakelijkheid van de kredietverlener naar gemeen recht 175 A. De fout ten aanzien van de kredietnemer 176 1. Bij de toekenning van het krediet 2. Opzegging en ontbinding van de kredietovereenkomst 178 B. De fout ten aanzien van derden 179 1. De toekenning van het krediet 180 2. De handhaving van het krediet 183 3. De opzegging van het krediet 184 C. De schade 1. Schade in hoofde van de kredietnemer 2. Schade in hoofde van derden 185 D. Causaal verband 186 Afdeling VI. Bijzondere regelen voor consumentenkredietovereenkomsten Inleiding A. Toepassingsgebied 187 1. Personeel toepassingsgebied: consument, kredietgever en kredietbemiddelaar a) Consument b) Kredietgever 188 c) Kredietbemiddelaar 189 2. Materieel toepassingsgebied 190 a) Kredietovereenkomst b) Uitgesloten kredietovereenkomsten i) Volledige uitsluitingen 191 ii) Gedeeltelijke uitsluitingen 192 c) Territoriaal toepassingsgebied 193 3. Dwingend karakter van de wet 194 B. Kredietpromotie 1. Begrip reclame 2. Verplichte vermeldingen in reclame 195 a) Reclame zonder rentevoet b) Reclame met rentevoet 3. Verboden vormen van reclame 196 4. Sanctionering bij inbreuken op artikel 5 en 6 WCK 198 5. Promotietechnieken a) Leuren aan woonplaats b) Leuren aan de werkplaats 199 c) Toezenden kredietmiddel of kredietaanbod d) Krediet ter gelegenheid van uitstap e) Bewijslast f) Sanctionering 200 C. De kredietovereenkomst
1. Totstandkoming van de kredietovereenkomst: informatie-, advies en onthoudingsverplichtingen a) Informatieverplichting betreffende de terugbetalingsmogelijkheden van de consument i) Actieve ondervragingsverplichting 201 ii) Antwoorden iii) Bewijslast 202 iv) Sanctionering v) Borgstelling b) Informatieverstrekking via Europees standaardinformatieformulier 203 i) Tijdstip informatieverstrekking ii) Inhoud van de informatie iii) Wijze van informatieverstrekking c) Verplichting passende toelichting te verstrekken 204 d) Informatieverplichtingen voor de kredietbemiddelaar in nevenactiviteit e) De zoektocht naar het best aangepaste krediet 205 f) Verplichting enkel krediet te verstrekken aan kredietnemers die redelijkerwijze in staat zijn tot terugbetaling 206 g) Sanctionering artikelen 11, 11bis en 15 207 2. Weigering kredietovereenkomst 3. Vorm en inhoud van de kredietovereenkomst 208 a) Wijze van totstandkoming i) Ondertekening ii) Aflossingstabel iii) Gelezen en goedgekeurd en datum en adres iv) Elektronische kredietovereenkomsten 209 b) Inhoud van de overeenkomst i) Verschillende regimes ii) Geen formele vereisten meer iii) Sanctionering 4. Verplichting andere overeenkomst te sluiten 210 a) Vrije keuze wederpartij b) Inpandgeving ontleende kapitaal c) Verbod reconstitutie van kapitaal d) Sanctionering 211 5. Herroepingsrecht 6. Band tussen kredietovereenkomst en gefinancierde overeenkomst 212 a) Start verplichtingen van de consument b) Overmaking kredietbedrag c) Verkoper als kredietgever of kredietbemiddelaar 213 d) Sanctionering e) Gelieerde kredietovereenkomsten i) Begrip gelieerde kredietovereenkomst ii) Herroeping 214
iii) Tegenwerpbaarheid verweermiddelen D. Uitvoering van de kredietovereenkomst 1. Terbeschikkingstelling van het kredietbedrag en schorsen van het recht krediet op te nemen a) Terbeschikkingstelling b) Schorsing 215 2. Maximaal Jaarlijks Kostenpercentage 3. Terugbetalingstermijn 216 a) Vaststelling terugbetalingstermijn b) Nulstellingstermijn c) Sanctionering d) Aanpassing JKP 4. Vervroegde terugbetaling 217 a) Recht op vervroegde terugbetaling b) Wederbeleggingsvergoeding 5. Overdracht van overeenkomst en vorderingen uit een overeenkomst 218 6. Gevolgen van niet betaling a) Ontbinding van de kredietovereenkomst b) Verschuldigde vergoeding 220 i) Ontbinding ii) Eenvoudige betalingsachterstand 221 iii) Opzegging 222 iv) Kredietopening zonder regeling voor gespreide terugbetaling 223 v) Document dat bedragen verantwoordt vi) Sanctionering vii) Mogelijke vermindering door rechter 224 7. Eenzijdige wijziging van de kredietovereenkomst 8. Niet opname van het kredietbedrag 225 9. Bedingen van eigendomsvoorbehoud 10. Toestaan van betalingsfaciliteiten 226 E. Beëindiging van de kredietovereenkomst 227 F. Zekerheden en loonoverdracht 1. Loonsoverdracht 228 2. Zekerheden 230 G. Bijzondere regelen voor kredietopeningen 232 1. Informatieplichten 2. Overschrijding toegelaten debetstand H. Kredietbemiddelaars 233 Afdeling VII. Bijzondere regelen voor hypothecaire kredietovereenkomsten 234 Inleiding A. Toepassingsgebied 235 1. De notie hypothecair krediet a) Krediet gewaarborgd door een hypotheek of voorrecht op onroerend goed, of door een pand op een op dezelfde wijze gewaarborgde
schuldvordering (art. 2, 1 WHypK) 236 b) De schuldvordering die een persoon verkrijgt na in de plaats te zijn gesteld van een schuldeiser die bevoorrecht is op onroerend goed (art. 2, 2 WHypK) c) Het krediet bedongen met het recht een hypothecaire waarborg te eisen, zelfs indien dit recht in een afzonderlijke akte is bedongen (art. 2, 3 W.Hyp.K.) d) Het garantiekrediet waarbij aan de borg of garant een hypothecaire waarborg wordt toegekend (art. 2, 4 W.Hyp.K.) 237 2. Bestemming van het krediet 238 3. De kredietnemer 4. De kredietgever B. Soorten hypothecair krediet 239 1. Volgens modaliteiten van terugbetaling a) Krediet met aflossing van het kapitaal (art. 5, 1° WHypK) b) Krediet met reconstitutie van het kapitaal (art. 5,2° WHypK) 240 c) Krediet met terugbetaling van het kapitaal (ar. 5, 3° WHypK) 241 2. Volgens de modaliteiten van vergoeding voor het krediet a) Vaste rentevoet b) Variabele rentevoet c) Vermindering (reductie) van en ristorno op de rente 242 C. De problematiek van het gezamenlijk aanbod 243 1. Algemeen beginsel: verbod van gezamenlijk aanbod 244 2. Hypothecair krediet en aangehechte contracten 3. Hypothecair krediet en toegevoegde contracten 245 4. Hypothecair krediet en verwerving van effecten D. De precontractuele fase: reclame, precontractuele informatie en kredietaanbod 246 1. Reclame 2. Informatieverplichtingen: het prospectus 3. Het aanvraagformulier 4. Het kredietaanbod 247 E. De kredietovereenkomst 1. Verboden bedingen 248 a) Eenzijdig wijzigingsbeding b) Uitgifte en ondertekening van wisselbrieven en orderbriefjes 2. Verplicht op te nemen contractuele bepalingen a) Krediet met aflossing van het kapitaal b) Reconstitutiekredieten 249 c) Krediet met terugbetaling van het kapitaal F. Uitvoering van de kredietovereenkomst 1. Terbeschikkingstelling van het kapitaal 2. Vervroegde terugbetaling 250 3. Vervroegde opeisbaarheid van het krediet 251 4. Bijzondere regelen bij reconstitutiekredieten
G. Wanbetaling door de kredietnemer 1. Voorafgaande verwittiging 2. Wanbetaling en loonbeslag 3. Poging tot minnelijke schikking 4. Melding van wanbetaling aan de kredietrisicocentrale H. Dwingende aard van de Wet Hypothecair Krediet en sanctionering