WinNC Inbetrijfstelling-Informatie Frezen
Inhoudsopgave W: Toebehoorfuncties......................... W1
Y: Externe invoerapparaten................. Y1
Toebehoorfuncties activeren............................................... W1 Robotica-Interface PC MILL 55........................................... W2 Robotica-Interface PC MILL 105......................................... W3 Robotica-Interface PC MILL 125......................................... W4 Robotica-Interface PC MILL 155......................................... W5 Robotica-Interface PC MILL 300......................................... W6 Robotica-Interface Concept MILL 55................................... W7 Robotica-Interface Concept MILL 105................................. W8 Robotica-Interface Concept MILL 155................................. W9 Automatische bankschroef................................................ W11 Automatische deur............................................................. W11 Uitblaasmechanisme......................................................... W11 Deelapparaat..................................................................... W11 Gereedschapsrevolver activeren....................................... W11 DNC-interface.................................................................... W12
EMCO Regeltoetsenbord USB................................................. Y1 Standaard levering............................................................... Y1 Montage................................................................................ Y2 Aansluiting op de PC............................................................ Y6 Instellingen van de PC-software........................................... Y6 Installeren van de USB driver........................................... Y6 Instelling bij nieuwe installatie van de PC software......... Y6 Instelling bij reeds geïnstalleerde..................................... Y6 PC software...................................................................... Y6 Beëindigen van de PC-software....................................... Y6
Z: Software installatie.......................... Z1 Systeemvereisten................................................................. Z1 Software-installatie............................................................... Z1 Varianten van WinNC........................................................... Z1 Instellen van de interfacekaart.............................................. Z2 RS 485 - Kaart (AC88)...................................................... Z2 PCCOM (RS 422) - Kaart (AC95)..................................... Z4 Netwerkkaart (ACC).......................................................... Z6 Starten van WinNC............................................................. Z10 Beëindigen van WinNC...................................................... Z10 Invoer licentie..................................................................... Z11 Licentiemanager................................................................. Z11
X: EmConfig.......................................... X1 Algemeen............................................................................. X1 EmConfig starten.................................................................. X2 Toebehoren activeren........................................................... X3 Veranderingen opslaan........................................................ X3 Machinedata-disk of machinedata-USB-sleutel vervaardigen... X3
E2008-11
Toebehoorfuncties
W: Toebehoorfuncties Toebehoorfuncties activeren
Aanwijzing: Na wijziging van deze instellingen moet de machine uit- en ingeschakeld worden.
De Frezen machines kunnen met de onderstaande toebehoren worden uitgerust: • automatische deur • automatische bankschroef • uitblaasmechanisme • Robotik-Interface • deelapparaat • DNC-interface
Voor de toebehoren worden de volgende M-instructies gebruikt: M10 Deelapparaat klemming AAN M11 Deelapparaat klemming losmaken M25 Bankschroef spannen M26 Bankschroef ontspannen M27 Deelapparaat zwenken M71 Uitblazen aan M72 Uitblazen uit
De toebehoren worden met EmConfig activeert.
De toebehoren en machinefuncties kunnen met de volgende toetsen worden aangestuurd: PC-toetsenbord
besturingstoetsenbord, digitizer
Gereedschapsrevolver zwenken....................... *
AUX ON
Uitblaasmechanisme aan / uit
Bankschroef spannen ..................................+•
Koelmiddel aan / uit
Bankschroef ontspannen.................................+•
................................... *
Deelapparaat zwenken ....................................•
AUX OFF
Voeding stop
.................................. •x
en Deur open / dicht: met toestemtoets
..................................*x
+ * • x
Voeding start
Spindel stop
Spindel start
Spindelstart in handmodus: Rechtsom: ken Linksom: drukken
kort drukmin. 1 sec.
................................... *
W1
functioneert alleen bij geopende deur functioneert alleen bij gesloten deur onafhankelijk van de deur alleen in de speciale modus
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface PC MILL 55 De Robotica-interface voor de PC Mill 55 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPSsoftware (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A 5.0 Robotik / programma STOP (M30, M00, M01,M02) A 5.1 Robotica / assen staan op het referentiepunt A 5.4 Robotica / deur open A 5.4 Robotica / deur gesloten A 5.5 Robotica / bankschroef achter A 5.6 Robotica / bankschroef gespannen A 5.7 Robotica / alarmuitgang
Signaalvorm Zolang een HIGH-Signal op de ingang 5.7 ligt, is "VOEDING STOP" actief. Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing E 5.1 Robotica / deur open E 5.0 Robotica / deur dicht E 5.2 Robotica / bankschroef terug E 5.3 Robotica / bankschroef spannen E 5.7 Robotica / voeding STOP E 5.6 Robotica / programma START
W2
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface PC MILL 105 De Robotica-interface voor de PC Mill 105 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPSsoftware (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A0.3 Robotica / alarm komt *A 6.0 Robotica / deur sluiten 2e kanaal uitgang A 6.3 Robotica / NOOD-STOP A 6.4 Robotica / machine klaar A 6.5 Robotica / modus referentie A 6.6 Robotica / M0, M1, M2 of M30 actief A 6.7 Robotica / assen staan op het referentiepunt A 7.0 Robotica / bankschroef gespannen A 7.1 Robotica / bankschroef open
Signaalvorm Zolang een HIGH-Signal op de ingang 6.6 ligt, is "VOEDING STOP" actief. Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing *E 6.0... Robotica / deur sluiten 2e kanaal ingang E 6.2 Robotica / AUX ON E 6.3 Robotica / omschakelen modus automatische referentie E 6.4 Robotica / referentiepunt aanlopen E 6.5 Robotica / NC-Start E 6.6 Robotica / voeding Stop E 7.0 Robotica / bankschroef sluiten E 7.1 Robotica / bankschroef openen E 7.5 Robotica / deur openen
* Met behulp van twee spanningsvrije veiligheidscontacten kan de deur gesloten worden. Eén contact overbrugt de toestemtoets, het tweede verbindt de SPS- uitgang 6.0 met de SPS- ingang 6.0. Het veiligheidsrelais moet zo lang ingeschakeld zijn, tot de deur gesloten ist, vervolgens moet hij worden uitgeschakeld.
W3
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface PC MILL 125 De Robotica-interface voor de PC Mill 125 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPSsoftware (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A 6.3 Robotica / NOOD-STOP A 6.4 Robotica / machine klaar A 6.5 Robotica / modus automatische referentie A 6.6 Robotica / M00,M01,M02 oder M30 actief A 4.7 Robotica / alarmstatus A 7.0 Robotica / bankschroef gespannen A 7.1 Robotica / bankschroef open A 7.6 Robotica / deur gesloten A 7.7 Robotica / deur open
Signaalvorm Zolang een HIGH-Signal op de ingang 6.6 ligt, is "VOEDING STOP" actief. Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing E 6.2 Robotica / AUX ON E 6.3 Robotica / omschakelen op modus automatische referentie E 6.4 Robotica / referentiepunt aanlopen E 6.5 Robotica / NC-start E 6.6 Robotica / voeding stop E 7.0 Robotica / bankschroef sluiten E 7.1 Robotica / bankschroef openen E 7.4 Robotica / deur sluiten E 7.5 Robotica / deur openen
W4
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface PC MILL 155 De Robotica-interface voor de PC Mill 155 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPSsoftware (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A 0.3 Robotica / alarm komt *A 6.0 Robotica / deur sluiten 2e kanaal uitgang A 6.3 Robotica / NOOD-STOP A 6.4 Robotica / machine klaar A 6.5 Robotica / modus automatische referentie A 6.6 Robotica / M00,M01,M02 of M30 actief A 6.7 Robotica / assen staan op het referentiepunt A 7.0 Robotica / bankschroef gespannen A 7.1 Robotica / bankschroef open A 7.6 Robotica / deur gesloten A 7.7 Robotica / deur open
Signaalvorm Zolang een HIGH-Signal op de ingang 6.6 ligt, is "VOEDING STOP" actief. Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing *E 6.0 Robotica / deur sluiten 2e. Kanaal ingang E 6.2 Robotica / AUX ON E 6.3 Robotica / omschakelen automatische referentie E 6.4 Robotica / referentiepunt aanlopen E 6.5 Robotica / NC-Start E 6.6 Robotica / voeding stop E 7.0 Robotica / bankschroef sluiten E 7.1 Robotica / bankschroef openen E 7.5 Robotica / deur openen
* Met behulp van twee spanningsvrije veiligheidscontacten kan de deur gesloten worden. Eén contact overbrugt de toestemtoets, het tweede verbindt de SPS- uitgang 6.0 met de SPS- ingang 6.0. Het veiligheidsrelais moet zo lang ingeschakeld zijn, tot de deur gesloten ist, vervolgens moet hij worden uitgeschakeld.
W5
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface PC MILL 300 De Robotica-interface voor de PC Mill 300 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPSsoftware (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A 9.6 Robotica / machine klaar A 8.6 Robotica / modus referentie A 8.7 Robotica / assen staan op het referentiepunt A 9.7 Robotica / M0, M1, M2 of M30 actief A 9.1 Robotica / bankschroef gespannen A 9.0 Robotica / bankschroef open A 9.4 Robotica / deur gesloten A 9.5 Robotica / deur open
Signaalvorm Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing E 8.2 Robotica / AUX ON E 8.3 Robotica / omschakelen modus automatische referentie E 8.4 Robotica / referentiepunt aanlopen E 8.5 Robotica / NC-Start E 9.1 Robotica / bankschroef sluiten E 9.0 Robotica / bankschroef openen E 9.1 Robotica / deur sluiten E 9.0 Robotica / deur openen
W6
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface Concept MILL 55 De Robotica-interface voor de Concept Mill 55 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPS-software (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A 5.7 Robotica / alarm komt A 5.0 Robotica / machine klaar A 5.1 Robotica / assen staan op het referentiepunt A 5.6 Robotica / bankschroef gespannen A 5.5 Robotica / bankschroef open A 5.4 Robotica / deur gesloten A 5.3 Robotica / deur open
Signaalvorm Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing E 5.6 Robotica / NC-Start E 5.7 Robotica / voeding Stop E 5.3 Robotica / bankschroef sluiten E 5.2 Robotica / bankschroef openen E 5.0 Robotica / deur sluiten E 5.1 Robotica / deur opene
W7
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface Concept MILL 105 De Robotica-interface voor de Concept Mill 105 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPS-software (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A 3.3 Robotica / alarm komt *A 4.0 Robotica / deur sluiten 2e kanaal uitgang A 4.3 Robotica / NOOD-STOP A 4.4 Robotica / machine klaar A 4.5 Robotica / modus referentie A 4.6 Robotica / M0, M1, M2 of M30 actief A 4.7 Robotica / assen staan op het referentiepunt A 5.0 Robotica / bankschroef gespannen A 5.1 Robotica / bankschroef open A 5.6 Robotica / deur gesloten A 5.7 Robotica / deur open
Signaalvorm Zolang een HIGH-Signal op de ingang 7.4 ligt, is "VOEDING STOP" actief. Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing *E 6.6 Robotica / deur sluiten 2e kanaal ingang E 7.0 Robotica / AUX ON E 7.1 Robotica / omschakelen modus automatische referentie E 7.2 Robotica / referentiepunt aanlopen E 7.3 Robotica / NC-Start E 7.4 Robotica / voeding Stop E 7.6 Robotica / bankschroef sluiten E 7.7 Robotica / bankschroef openen E 8.3 Robotica / deur openen
* Met behulp van twee spanningsvrije veiligheidscontacten kan de deur gesloten worden. Eén contact overbrugt de toestemtoets, het tweede verbindt de SPS- uitgang 4.0 met de SPS- ingang 6.6. Het veiligheidsrelais moet zo lang ingeschakeld zijn, tot de deur gesloten ist, vervolgens moet hij worden uitgeschakeld.
W8
Toebehoorfuncties
Robotica-Interface Concept MILL 155 De Robotica-interface voor de Concept Mill 155 is een toebehoor Om hem te activeren moet extra SPS-software (EPROM) geinstalleerd worden.
Let op: De ingangen en uitgangen zijn NIET spanningsvrij.
Ingangen Signaalniveau 0 V .. 5 V 15 V .. 24 V
Uitgangen Alle uitgangen zijn kortsluitvast en met 0,2 A belastbaar.
LOW HIGH
Signaalniveau 20 V .. 24 V
Ingangsimpedantie 2 kΩ
HIGH
Uitgangstoewijzing A 3.3 Robotica / alarm komt *A 5.3 Robotica / deur sluiten 2e kanaal uitgang A 4.0 Robotica / NOOD-STOP A 4.1 Robotica / machine klaar A 4.2 Robotica / modus automatische referentie A 4.3 Robotica / M00,M01,M02 of M30 actief A 4.4 Robotica / bankschroef gespannen A 4.5 Robotica / bankschroef open A 4.6 Robotica / deur gesloten A 4.7 Robotica / deur open A 5.0 Robotica / assen staan op het referentiepunt
Signaalvorm Zolang een HIGH-Signal op de ingang 6.6 ligt, is "VOEDING STOP" actief. Alle andere ingangen hebben een HIGH-impuls van tenminste 1 seconde lengte om de toebehoren aan te sturen (geen continu signaal). Ingangstoewijzing *E 5.3 Robotica / deur sluiten 2e. Kanaal ingang E 5.5 Robotica / AUX ON E 5.6 Robotica / omschakelen automatische referentie E 5.7 Robotica / referentiepunt aanlopen E 6.0 Robotica / NC-Start E 6.1 Robotica / voeding stop E 6.2 Robotica / bankschroef sluiten E 6.3 Robotica / bankschroef openen E 6.5 Robotica / deur openen
* Met behulp van twee spanningsvrije veiligheidscontacten kan de deur gesloten worden. Eén contact overbrugt de toestemtoets, het tweede verbindt de SPS- uitgang 5.3 met de SPS- ingang 5.3. Het veiligheidsrelais moet zolang ingeschakeld zijn, tot de deur gesloten ist, vervolgens moet hij worden uitgeschakeld.
W9
Toebehoorfuncties
W10
Toebehoorfuncties
Automatische bankschroef
Uitblaasmechanisme
De automatische bankschroef functioneert alleen bij geopende spanendeur. Hij kan manueel, met een toets, via de Robotik-interface of via de DNC-interface worden bewogen, op de PC MILL 100/105/125/155 tevens m.b.v. een programma, met M25/M26.
M71 Uitblazen AAM M.b.v. M71 in het CNC-programma wordt het uitblaasmechanisme ingeschakeld. M72 Uitblasen UIT M.b.v. M72 in het CNC-programma wordt het uitblaasmechanisme uitgeschakeld.
Aanwijzingen voor werkzaamheden met de automatische bankschroef • De hoofdspindel kan niet worden ingeschakeld, wanneer de bankschroef zich in een niet- gedefinieerde toestand bevindt (niet in de achterste en ook niet in de voorste positie). • De bankschroef kan manueel alleen bij stilstaande spindel en bij niet-actieve NC-START worden bewogen. Bij de PC MILL 50/55 moet de deur open zijn. • Als u op de toets drukt, bewegt de bankschroef naar de eindpositie, hij kan niet met de toets in positie worden gebracht.
Op de PC MILL 50/55 kan het uitblaasmechanisme met de toetsencombinatie Cntrl 2 worden in- en uitgeschakeld.
Deelapparaat M10 Deelapparaat klemming AAN M11 Deelapparaat klemming losmaken Het deelapparaat (PC MILL 100/105/125/155) wordt net zoals een ander toebehoor met EmConfig geactiveerd. Zie EmConfig.
Automatische deur
Gereedschapsrevolver activeren
Aanwijzingen bij geactiveerde automatische deur:
De gereedschapsrevolver (PC MILL 100/105/125/155) wordt net zoals een ander toebehoor met EmConfig geactiveerd. Zie EmConfig.
Deur openen De deur kan manueel, via de Robotik-interface of de DNC-interface worden geopend. De deur gaat ook open, als de volgende instructies in het CNC-programma worden uitgevoerd: • M00 • M01 • M02 • M30 Deur sluiten De deur kan manueel met de toets, via de Robotik-interface of DNC-interface gesloten worden. PC MILL 50/55:De deur wordt m.b.v. de toets gesloten. PC MILL 100/105/125/155: om de deur te sluiten, dient u op de toestemtoets en de deurtoets te drukken. De deur beweegt, zolang u op de knop drukt.
W11
Toebehoorfuncties
DNC-interface Installatie van het DNC-Interface • Start Windows 98/ME/2000/XP/Vista • enkel bij Windows 98: USB-driver uit internet downloaden en installeren • USB-sleutel insteken • EMCO-menu starten • Het installatieprogramma wordt gestart • De installatie is menugesteund. De verschillende punten op volgorde uitvoeren.
Het toebehoor DNC-interface wordt met WinConfig geactiveerd, en wel door TCP/IP (bij WinNC SINUMERIK 810D/840D) of een seriële interface voor de DNC te kiezen. Met de DNC-interface kan de machine via de PC-besturing in combinatie met andere machines (flexibele productiesystemen) worden bedreven. Een leicomputer coördineert de machinecombinatie en kan via de DNC-interface de volgende gegevens overdragen c.q. laden: • NC-start • NC-stop • NC-programma’s • Nulpuntverschuivingem • Gereedschapsgegevens • RESET • Referentiepunt naderen • Aansturing randapparatuur • Overridegegevens, ... De beschrijving van het DNC-protocol bevindt zich in de online-beschrijving. Bij WinNC SINUMERIK 810D/840D: De instelling van de seriële DNC-interfaceparameters geschiedt net als bij de datatransmissie m.b.v. de seriële interface in het bediengebied "DIENSTEN" m.b.v. de Softkeys "V24 GEBRUIKER" en "INSTELLEN", waarbij de seriële interface vanuit DNC moet worden gekozen. Het DNC-formaat "Reduced ASCII" heeft voor de datatransmissie 7 databits nodig. Het DNC-formaat "Full Binary" heeft voor de datatransmissie 8 databits nodig. Indien de seriële interface met TCP/IP wordt bedreven, wordt er bij port 5557 op binnenkomende verbindingen gewacht.
W12
EmConfig
X: EmConfig Algemeen EmConfig is een hulpsoftware voor WinNC. Met EmConfig kunnen de instellingen van de WinNC worden veranderd. De • • • •
voornaamste instelmogelijkheden zijn: Taal van de besturing Maatstelsel in mm - inch Toebehoren activeren Interfaceselectie voor het toetsenbord van de besturing
Met EmConfig kunt u ook diagnosefuncties voor de service activeren - daardoor wordt u snel geholpen. Sommige parameters zijn beveiligd door een wachtwoord (dit om veiligheidstechnische redenen). Deze parameters mogen alleen worden geactiveerd door een technicus die belast is met de inbedrijfstelling of met servicewerkzaamheden.
X1
EmConfig
EmConfig starten EmConfig openen. Icon voor EmConfig
Indien u meerdere besturingstypes heeft geïnstalleerd, verschijnt een selecteervenster op het beeldscherm. Klik op het gewenste besturingstype en op OK. Alle volgende instellingen gelden enkel voor de hier geselecteerde besturing. Op het beeldscherm verschijnt het venster voor EmConfig.
Selecteervenster voor besturingstype Hier kunt u de EMConfig-taal veranderen. Om de instellingen te activeren, moet het programma opnieuw worden gestart.
Taal v.d. EmConfig veranderen Aanwijzing: Gewenst menupunt selecteren. In het tekstvenster wordt de respectievelijke functie verklaard.
X2
EmConfig
Toebehoren activeren Indien u toebehoren op de machine opbouwt, moeten deze hier worden geactiveerd.
Toebehoren activeren
Veranderingen opslaan Na de instellingen moeten de veranderingen worden opgeslagen. Daarvoor “Opslaan” kiezen of op het symbool klikken. Aanwijzing: Inputvelden met rode achtergrond signaleren ontoelaatbare waarden die niet worden opgeslagen door de EmConfig. Na het opslaan, de machinedata(MSD)-disk of de machinedata-USB-sleutel vervaardigen.
Machinedata-disk of machinedata-USB-sleutel vervaardigen Wanneer u de machinedata heeft veranderd, moet zich de machinedata-disk of de machinedata-USB-sleutel in de respectievelijke schijfeenheid bevinden. Anders is het opslaan niet mogelijk en uw veranderingen gaan verloren.
X3
EmConfig
X4
Externe invoerapparaten
Y: Externe invoerapparaten EMCO Regeltoetsenbord USB
Aanwijzing: Aangezien het besturingstoetsenbord reeds voor optimale bediening met een TFT-display is ontworpen, wordt de inbouw van zo´n display aanbevolen. Bij gebruik met de machine zelf zijn de toetsen van het besturingstoetsenbord verlicht. Het besturingstoetsenbord kan met de twee voorste schroeven op een machinenpaneel worden bevestigd.
VDE
BSI
Standaard levering De standaard levering van een compleet regel toetsen-bord bestaat uit 2 delen: basisapparaat, toetsenmodule
UL
Best. nr.
Artikel
X9B 000
Basisapparaat met USB-Kabel
X9Z 600
TFT display met beeldschermkabel en nettoestel
A4Z 010
Netkabel VDE
A4Z 030
Netkabel BSI
A4Z 050
Netkabel UL
X9Z 130N Toetsenmodule FANUC 21 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen X9Z 210N T o e t s e n m o d u l e E M C O T R O N I C TM02 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen X9Z 510N Toetsenmodule PAL 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen
X9Z 010N Toetsenmodule SINUMERIK 810 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen
X9Z 520N Toetsenmodule Heidenhain 355 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen
X9Z 020N Toetsenmodule SINUMERIK 820 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen
X9Z 426N Toetsenmodule Heidenhain 426/430 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen
X9Z 040N Toetsenmodule SINUMERIK 840 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen X9Z 050N Toetsenmodule FAGOR 8055 TC 2 toetsenbordplaten met toetsen X9Z 055N Toetsenmodule FAGOR 8055 MC 2 toetsenbordplaten met toetsen X9Z 110N Toetsenmodule FANUC 0 2 toetsenbordplaten met toetsen 1 pak reservetoetsen
Y1
Externe invoerapparaten
3
Montage
2
• Steek de betreffende toetsenbordplaat met de lassen in het basisapparaat (1). • Kippen de toetsenbordplaat in het basisapparaat, zodat het glad in de uitsparing ligt. (2). • Bevestig de toetsenbordplaat met de twee kartelschroeven (3).
Aanwijzing: De toetsenbordplaten mogen niet worden verbogen omdat de schakelfunctie hierdoor zou kunnen worden beïnvloed.
1
3
2
Verwisselen van toetsenkappen
1
De toetsenborden zijn door de fabrikant voorzien van toetsenkappen voor draaimachines. Bij de standaard levering hoort ook een pak reservetoetsen waarmee de toetsenborden voor freesmachines kunnen worden vervaardigd. Mocht u het regeltoetsenbord voor freesmachines willen gebruiken, dient u eerst een aantal toetsenkappen te verwisselen. Neem hiervoor de instructies op de volgende pagina’s in acht.
Aanwijzing: Voor het besturingstype Heidenhain 355 is alleen der versie frezen beschikbaar. Hier kunt u tussen een dialoog- en DIN-versie kiezen en de betreffende toetsen verwisselen. Voor het besturingstype Heidenhain 426/430 is alleen der versie frezen beschikbaar. Demonteren De te verwisselende kap wordt met een schroeven-draaier of mes voorzichtig van de toets afgenomen.
4
Monteren Beweeg de toets (4) in het midden van de uitlating. Druk de kap rechtstandig van boven op de toets tot de kap voelbaar inklinkt.
Y2
Externe invoerapparaten
4.
SINUMERIK 810M Reservetoetsen voor frezen
U
.
-4
+Z +Y
-X
+X
- Y -Z
+4
40
0 00 000
EDIT
0000
60 70
80
20 10 8 6 4 2 1 0
90
100 110 120
SINUMERIK 820M Reservetoetsen voor frezen
-4
+Z +Y
-X
+X
- Y -Z
+4
40
0 00
EDIT
000 0000
Y3
20 10 8 6 4 2 1 0
60 70
80 90
100 110 120
Externe invoerapparaten
SINUMERIK 840D Reservetoetsen voor frezen
-4
+Z +Y
-X
+X
- Y -Z
+4
40
0 00 000
EDIT
0000
60 70
80
20 10 8 6 4 2 1 0
90
100 110 120
9
G
5 Y
C UR S OR
1 H
2 F
4th
K J I
FANUC 0M Reservetoetsen voor frezen
B
6 Z
'L No. Q P
PAG E
-4
+Z +Y
-X
+X
- Y -Z
40
1 10 100
EDIT
+4
1000 10000
Y4
20 10 8 6 4 2 1 0
60 70
80 90
100 110 120
Externe invoerapparaten
X
Y
V
Z
W
Q?
I , JA K@ R
FANUC 21M Reservetoetsen voor frezen
F
-4
+Z +Y
-X
+X
-Y
U
-Z
[
D
]
H
&
B
4
6
1
3
40
10 100 1000
EDIT
9
SP
1
+4
7
10000
60 70
80
20 10 8 6 4 2 1 0
90
100 110 120
N G F M S HEIDENHAIN 355 Reservetoetsen voor DIN-versie
D H I J K L R T
1 10
EMCOTRONIC M2 Reservetoetsen voor frezen
100
EDIT
1000 10000
Y5
Externe invoerapparaten
Aansluiting op de PC Het besturingtoetsenbord wordt via de USB interface op de PC aangesloten. De USB aansluitkabel, die het besturingstoetsenbord tevens van stroom voorziet, bevindt zich aan de achterkant van het besturingstoetsenbord.
Instellingen van de PC-software Installeren van de USB driver
Na het starten van de PC verschijnt de melding dat er een nieuw USB-apparaat is gevonden.
Aanwijzing: Ter installatie van de USB-driver zijn administrateursrechten vereist. Voer de installatie-aanwijzing van de USB driver uit, die in handleiding van het EMCO USB besturingstoetsenbord uitvoerig is beschreven.
Nadat de installatie is voltooid, dient u zich ervan te vergewissen dat uw systeem het EMCO Control Keyboard (USB) heeft herkend.
Instelling bij nieuwe installatie van de PC software Geef bij de installatie het besturingstoetsenbord en de bijbehorende USB interface aan.
Instelling bij reeds geïnstalleerde PC software Kies in EmConfig uit de INI-bestandinstellingen het USB-besturingstoetsenbord als invoertoestel en de bijbehorende interface USB. Stel verder het toetsenbordtype in op "New". Vergeet niet de instellingen op te slaan.
PC-software beëndigen
Beëindigen van de PC-software De PC-software kan worden beëindigd door een paar seconden lang tegelijk op de twee zwarte gekleurde toetsen te druken. Dit komt overeen met Alt+F4 op het PC-toetsenbord.
Y6
Software installatie
Z: Software installatie Systeemvereisten
Varianten van WinNC U kunt EMCO WinNC voor de volgende CNC-besturingstypes installeren:
Opdat WinNC kan lopen, is te voldoen aan de volgende minimale systeemvereisten:
• SINUMERIK 810/820 T en M • SINUMERIK 810D/840 D T en M • EMCOTRONIC TM02 T en M • PAL T en M • HEIDENHAIN TNC 426 • FANUC Series 0-TC en 0-MC • FANUC Series 21 TB en MB • FAGOR 8055 TC en MC • CAMConcept T en M • EASY CYCLE T en M
• Windows 98/2000 Servicepack 4 Update Rollup1/XP/Vista: • PC Celeron of Pentium III 733MHz IBM-compatibel 128 MB RAM, aanbevolen 256 MB RAM • Ten minste 8MB VGA kleuren grafiekkaart • 2 vrije USB-aansluitingen • Netwerkkaart (die TCP/IP ondersteunt; enkel voor ACC-machines) • 30 MB vrij vaste-schijfgeheugen per geinstalleerde besturingstype; CAMConcept 100 MB; • actueel servicepack voor het besturingssysteem • enkel voor HEIDENHAIN TNC 426 en FAGOR 8055: Netscape Navigator or Communicator 4.5 tot 4.78 (6.x wordt niet ondersteund), of Internet Explorer 4.0, of RealPlayer 8 of hoger
Indien u meerdere besturingstypes heeft geïnstalleerd, verschijnt bij de start van EM Launch een menu waarin u het gewenste type kunt kiezen. Van elke WinNC-variante kunt u de volgende versie installeren: • Demo licentie: Een demo licentie is 30 dagen vanaf het eerst gebruik geldig. 5 dagen voor afloop van de demo licentie kan nog eens een geldige licentiesleutel worden ingegeven (zie licentiemanager). • Programmeerplaats: Op een PC wordt de programmering en de bediening van de desbetreffende CNC-besturingstype door WinNC gesimuleerd. • Single-user licentie versie: Dient voor een externe programmavervaardiging voor CNC-bestuurde gereedschapswerktuigen op één PC-werkstation (machineonafhankelijk). • Volumelicentieversie: Dient voor de externe programmavervaardiging voor CNC-bestuurde gereedschapswerktuigen. De volumelicentie mag binnen het door de licentieverlener ingedragen instituut in een onbeperkte aantal PC-werkstations resp. in een netwerk worden geïnstalleerd (machineonafhankelijk).
Aanwijzing: AC95: machine-installaties zijn enkel onder Windows 98/ME mogelijk.
Software-installatie • Start Windows 98/ME/2000/XP/Vista • AC95: machine-installaties zijn enkel onder Windows 98/ME mogelijk. • enkel bij Windows 98: USB-driver uit internet downloaden en installeren • USB-sleutel insteken • EMCO-menu starten • Het installatieprogramma wordt gestart • De installatie is menugesteund. De verschillende punten op volgorde uitvoeren.
• Machinelicentie: Deze licentie veroorlooft het direct aansturen van een PC-bestuurde machine (PC TURN, Concept TURN, PC MILL, Concept MILL) door WinNC zoals met een gewone CNC-besturing.
Z1
Software installatie
Instellen van de interfacekaart
RS 485 - Kaart (AC88) (PC TURN 50, PC MILL 50, PC TURN 120, PC MILL 100)
Bij de installatie van de software wordt de interfacekaart ingedeeld bij een bepaald geheugenblok (geheugen-blok CC000 tot CFFFF). Indien dit geheugenblok reeds bezet is, bv. door een andere kaart, wordt er alarm gegeven. Ga als volgt te werk als dit alarm wordt gegeven:
Geleiderbrugposities veranderen Door het omsteken van de geleiderbruggen kan de interfacekaart worden omgeschakeld op een ander geheugenblok. De volgende geheugenblokken staan ter beschikking:
RS 485 Geleiderbrug Nr.
ST2
ST3
1*
L
L
L
CC000 bis
CC7FF
2
H
L
L
CC800 bis
CCFFF
3
L
H
L
CD000 bis
CD7FF
4
H
H
L
CD800 bis
CDFFF
5
L
L
H
CE000 bis
CE7FF
6
H
L
H
CE800 bis
CEFFF
7
L
H
H
CF000 bis
CF7FF
8
H
H
H
CF800 bis
CFFFF
*) Basisvoorinstelling
Positie van de geleiderbrug op de interfacekaart
Z2
Hexadecimaal geheugenblok
ST1
Software installatie
Werkwijze:
Gevaar: Voor het demonteren c.q. monteren van de interfacekaart wordt de computer van het net gescheiden (stekker uit het stopcontact trekken). • Demonteer de interfacekaart uit de computer. • Steek de geleiderbruggen ST1 tot ST3 in de gewenste positie (posities 1 tot 8 uit de tabel op de voorkant). • Monteer de interfacekaart weer in de computer. • Sluit de computer weer aan op het net en schakel hem in.
Omsteken van de geleiderbruggen
• Start de installatie van de software opnieuw. Mocht het alarm nog steeds worden gegeven, voer de installatie dan met een andere geleiderbrugposities opnieuw door.
Z3
Software installatie PCCOM (RS 422) - Kaart (AC95) (PC TURN 55, PC MILL 55 PC TURN 105, PC MILL 105 PC TURN 125, PC MILL 125 PC TURN 155, PC MILL 155) Bij de installatie van de software wordt de interfacekaart ingedeeld bij een bepaald geheugenblok (geheugen-blok CC000 bis CFFFF). Indien dit geheugenblok reeds bezet is, bv. door een andere kaart, wordt er alarm gegeven. Ga als volgt te werk als dit alarm wordt gegeven:
Omsteken van de geleiderbruggen Door het omsteken van de geleiderbruggen kan de interfacekaart worden omgeschakeld op een ander geheugenblok. De volgende geheugenblokken staan ter beschikking:
RS 422 No.
Geleiderbrug
Hexadecimaal geheugenblok
X2
X3
X4
1*
L
L
L
CC000
a
CC7FF
21)
L
L
H
D8000
a
D87FF
3
L
H
L
CF800
a
CFFFF
4
L
H
H
E0000
a
E07FF
5
H
L
L
CE000
a
CE7FF
6
1)
H
L
H
DF800
a
DFFFF
7
1)
H
H
L
D0000
a
D07FF
8
1)
H
H
H
E8000
a
E87FF
1)
*) Basisvoorinstelling 1) Geldt vanaf PCCOM- kaartversie 1
Positie van de geleiderbrug op de interfacekaart
Z4
Software installatie Werkwijze:
Gevaar: Voor het demonteren c.q. monteren van de interfacekaart wordt de computer van het net gescheiden (stekker uit het stopcontact trekken).
• Demonteer de interfacekaart uit de computer. • Steek de geleiderbruggen X2 tot X4 in de gewenste positie (posities 1 tot 8 uit de tabel op de voorkant). Stiften niet verbonden: L Stiften verbonden: H
• Monteer de interfacekaart weer in de computer.
LOW HIGH
• Sluit de computer weer aan op het net en schakel hem in. • Start de installatie van de software opnieuw. Mocht het alarm nog steeds worden gegeven, voer de installatie dan met een andere geleiderbrug-posities opnieuw door. Omsteken van de geleiderbruggen
PCCOM master/slave instelling De computer kan worden voorzien van verschillende PCCOM-kaarten, bv. om meer dan vier assen op een machine te besturen. In dit geval moet een van deze kaarten worden ingesteld als master. Alle anderen worden als slave ingesteld. Als de computer wordt voorzien van slechts één kaart, wordt deze eveneens ingesteld als master. Bij de levering zijn de kaarten ingesteld als master. De instelling vindt plaats met de geleiderbruggen X6 en X7. PCCOM - instelling master - slave
Z5
Software installatie Netwerkkaart (ACC) Gevaar: De montage/demontage van een netwerkaart mag pas geschieden, nadat de computer is gescheiden van het stroomnet. (stekker uit stopcontact trekken).
voor: Concept Concept Concept Concept
Aanwijzing: Bij de installatie van een machine moet er één afzonderlijk netwerkkaart voor de aansturing van de machine gereserveerd zijn.
Type netwerkkaart: netwerkkaart die voor TCP/IP geschikt is.
Turn 55 Mill 55 Turn 105 Mill 105
Instelling van de netwerkkaart voor de locale verbinding met de machine:
IP- Adresse: 192.168.10.10 Subnetmask 255.255.255.0 Let bij problemen a.u.b. op de beschrijving van uw besturingssysteem (Windows Hulp).
Voorbeeld voor Windows 98: Verder moeten de configuraties in de registers "DNS configuratie" en "WINS-configuratie" worden gedeactiveerd.
Aansluiten van de machine op de PC
WINS- configuratie deactiveren
DNS- configuratie deactiveren Eigenschappen van TCP/IP
Z6
Software installatie
Z7
Software installatie Voorbeeld voor Windows Vista:
Z8
Software installatie
Aanwijzing: Uw toestemming is nodig om te kunnen doorgaan. Ga door als u reeds met deze bewerking bent begonnen.
Z9
Software installatie
Starten van WinNC Als u bij de machineversie de laatste vraag in het installatieprogramma (registratie in de groep AUTOSTART) met „JA“ heeft beantwoord, start de WinNC na het inschakelen van de computer automatisch. Mocht dit niet het geval zijn, ga dan als volgt te werk: • Schakel de computer in en start Windows 95 (c.q. automatische start). • Klik op het startsymbool in de onderste regel. • Kies programma’s, EMCO en klik op WinNC. Op het beeldscherm wordt het startbeeld weergegeven. Op het startbeeld staat de licentienemer vermeld. • Indien u slechts een CNC-besturingstype geïnstalleerd heeft, wordt dit direct gestart. Indien u verschillende typen besturingen geïnstalleerd heeft, verschijnt een selectiemenu op het beeldscherm. • Kies het gewenste CNC-besturingstype (cursor-toetsen of muis) en druk ENTER voor het starten. • Als u gebruik maakt van het regeltoetsen-bord, kunt u het gewenste CNC-besturings-type kiezen met de JOG-toetsen en met de toets „NCstart“ starten.
Aanwijzing: Bij ACC moet eerst de machine worden ingeschakeld.
Beëindigen van WinNC Hulpaandrijvingen uitschakelen.
AUX
Door de toetsen „Alt“ en „F4“ (computertoetsenbord) tegelijkertijd in te drukken of de toetsen „SKIP“ en „RESET“ en (toebehoren regeltoetsenbord) gaat het programma weer over naar het selectiemenu voor de besturingstypen. Druk opnieuw Alt+F4, om WinNC te sluiten. Met de muis kunt u WinNC beëindigen door in de bovenste regel op het symbool te klikken.
S KIP
Z10
Software installatie
Invoer licentie Na de installatie van een EMCO softwareproduct verschijnt er bij de start een invoervenster met het verzoek naam, adres en de licentiesleutel op te geven. Het invoervenster verschijnt afzonderlijk voor elk geïnstalleerd product. Indien u een demolicentie (zie pag. Z1) wilt hebben, kies dan "DEMO". Het invoervenster verschijnt pas 5 dagen vóór afloop van de demolicentie opnieuw. Het achteraf invoeren van een licentiesleutel is ook m.b.v. de licentiemanager mogelijk (zie hierna: licentie manager).
Invoervenster aanvraag licentiesleutel
Licentiemanager T.b.v. het vrijgeven van extra functies van bestaande EMCO softwareproducten is het noodzakelijk dat de nieuw verkregen licentiesleutel wordt ingevoerd (met uitondering van de demolicentie). Met de EMCO License Manager (zie afbeelding links) kunnen verdere nieuwe licentiesleutels worden ingevoerd. Kies het nieuwe product in het keuzevenster en bevestig de invoer.
EMCO License Manager
Bij de volgende start van uw besturingssoftware verschijnt er een invoervenster met het verzoek naam, adres en licentiesleutel op te geven (zie afbeelding helemaal boven links). Let er a.u.b. op dat de licentiesleutel voor elk softwareproduct afzonderlijk wordt aangevraagd. De afbeelding links toont bijvoorbeeld de licentiesleutel voor het softwareproduct "Heidenhain TNC 426".
Z11
Software installatie
Z12