Inhoudsopgave
Foto: Roos Heijdens en Wim Roose
Aanplanten van bomen en struiken door SLZ Jaarlijks planten wij duizenden bomen en struiken. Leuk, mooi, goed voor de natuur en duurzaam natuurlijk. Maar er zijn nog meer redenen zoals ecologie, cultuurhistorie en landschap.
2
Knotten, hoe doe je dat? Het verhaal van een vrijwilliger uit Zeeuws-Vlaanderen. Takken afzagen is niet zo moeilijk. Maar: hoe ver je moet zagen, hoe je zorgt dat hij niet scheurt of op je hoofd valt, zijn ook wel handige zaken om te weten. En belangrijk: waarom is knotten eigenlijk nodig?
6
Paradijsvogels op de mooiste heerlijkheid van Walcheren De eigenaren van ’t Hof Krommenhoeke vertellen over hun paradijsje; het werk, de schoonheid, het genieten, de rust en de ruimte. Kortom: waarom zij verliefd werden op hun Hof.
20
En verder Dijkendag Assenede (België)
10
“Nieuwe” oude fruitrassen op de nieuwe bestellijst!
12
Mobipers; uw eigen sap en olie van eigen oogst
14
‘Bomen’ over bomen: De Canadees van Robert-Jan
17
Tips voor herstel en onderhoud
18
Wilgentunnel in Goes
20
Overzicht Vrijwilligersorganisaties in Zeeland
25
Het losbandige leven van de leilinde
26
Schone strûke of vuulte
30
Mengsels voor akkerranden
32
Actie tegen de bezuinigingen
34
Kort nieuws
36
Agenda
38
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
1
Aanplanten van bomen en struiken door SLZ Soortkeuze nader bekeken Door: Luciën Calle, medewerker SLZ Alle foto’s: Luciën Calle
Via en door SLZ worden jaarlijks duizenden bomen en struiken in het landschap aangeplant. Dat we dit doen is natuurlijk handig voor de mensen maar er zit ook een visie achter. De uitgangspunten daarbij zijn ecologie, cultuurhistorie en landschap. SLZ heeft een nieuwe handleiding geschreven voor de assortimentskeuze bij de aanplant. De visie wordt hier kort toegelicht. Voor de duidelijkheid volgen eerst een aantal termen.
2
Voorbeelden van ecologische relaties zijn bloemen die voor insecten als voedselbron dienen, hout als leefplek voor zwammen en mossen. De bessen van deze kardinaalsmuts zijn niet alleen mooi, ze zijn ook belangrijk als voedselbron voor vogels.
Definities en eigenschappen assortiment Termen als inheems, autochtoon en streekeigen worden voortdurend door elkaar gebruikt en het is voor de duidelijkheid belangrijk om de begrippen helder af te bakenen: Inheems De soort is van nature in NEDERLAND aanwezig. Autochtoon De soort heeft nog oorspronkelijke populaties in de STREEK.
Streekeigen Gebruiksvorm van een al aanwezige soort (bv. knot/leivorm), of uitheemse soort die al langere tijd in de streek aanwezig is. Uitheems/exoot Soort die van oorsprong en nature niet in NEDERLAND aanwezig is. Invasieve exoot Exoot die een sterk verbreidingsvermogen en een negatief ecologisch effect heeft. Ecologie Bij ecologie kan je denken aan de waarde van het assortiment voor het behoud van de biodiversiteit en het behoud van de autochtone populaties bomen en struiken zelf. Bij de waarde voor de biodiversiteit geldt dat alle inheemse soorten relaties hebben met overige organismen. Bij de autochtone restpopulaties van bomen en struiken geldt dat een groot deel daarvan inmiddels sterk bedreigd is. Dat komt o.a. door biotoopvernietiging (verdwijnen van de leefomgeving), maar ook door aanplant van niet streekeigen materiaal. Dat kan bestaan uit exoten, die soms een sterk vermogen tot vermeerdering hebben en inheemse soorten verdringen, maar ook door aanplant van wél inheemse soorten maar van een uitheemse herkomst. Cultuurhistorie Bomen en struiken die al in de streek aanwezig waren, werden in het verleden op een typerende manier gebruikt (leibomen, knotbomen) en er werden daarvoor ook uitheemse soorten ingevoerd. Er werden door kruisingen en klonen ook nieuwe groeivormen ontwikkeld (bv. Italiaanse populier) die door eeuwenlang gebruik streekeigen werden. Enkele van die rassen en klonen dragen namen van de kwe-
De Eenstijlige meidoorn is een inheemse soort die veel wordt aangeplant. Vaak wordt de soort echter uit Zuid- of Oost Europa gehaald. Deze zijn genetisch van andere samenstelling. Doordat ze wel kruisen met autochtone populaties bestaat het gevaar dat de autochtonen worden “weg gekruist”. SLZ kiest bij inheemse soorten altijd voor autochtone aanplant.
kers (Populier ‘Vereecken’) of van de regio waar ze ontstaan zijn (Walnoot ‘Axel’). Ook het gebruik van een soort op een plaats kan typerend zijn (bv. Grauwe els of Italiaanse populier als windscherm rond boomgaarden). Zowel inheemse als uitheemse soorten kunnen al langere tijd in gebruik zijn. Hoe lang een soort al in gebruik is, is vaak niet precies bekend. Elementen met een eigen cultuurhistorie zijn bv. hagen, hakhout, elzenmeten, solitaire bomen als grenslinden, oprijlanen, boerderijtuinen, erven en begraafplaatsen.
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
3
De Zomereik is een soort die al lang in gebruik is als hakhout. Aan de omvang van de onderstam (stobbe of stoof) is de leeftijd in te schatten. Deze stoof is waarschijnlijk wel al 300 jaar oud.
Landschap Bij landschappelijke waarden gaat het in dit verband vooral om de verschillende type beplanting, het visuele aspect, om de groene uitstraling van een gebied, de groene dooradering en het evenwicht tussen groen en rood. Er zijn veel verschillende vormen van landschappelijke beplantingen. Een groengordel om een bedrijventerrein is totaal verschillend van de beplanting in een natuurgebied. Hieraan zijn dan ook verschillende eisen te stellen. In toenemende mate kunnen strenge criteria gelden, voor: 1. Solitairen, boomgroepjes, lanen, e.d. op erven. 2. Groengordels om bedrijventerreinen. 3. Groengordels om loodsen e.d. in landschappelijk gebied. 4. Dijken. 5. Kleine bosjes. 6. Beplanting van natuurgebieden. 7. Hakhout en elzenmeten. 8. Typisch Zeeuwse beplantingseenheden als Zeeuwse hagen.
4
De Esdoorn wordt beschouwd als een recent (uit centraal Europa) gearriveerde soort. De boom kan bij verschillende typen landschappelijke beplantingen worden gebruikt. De soort heeft echter een sterk verbreidingsvermogen en is concurrentiekrachtig, waardoor ze snel dominant wordt. In natuurgebieden wordt daarom een wat terughoudend gebruik geadviseerd.
Wanneer een storend object (bv. nieuwe loods) in het landschap moet worden ingepast, is het niet handig om daar een niet streekeigen sortiment voor te gebruiken. Door dat afwijkende beplantingsassortiment trekt het element juist de aandacht, i.p.v. dat het minder opvallend wordt.
Wij bieden d.m.v. de actie ‘Boeren Planten Bomen’ een gemakkelijke manier om aan streekeigen bomen en struiken te komen. Iedereen kan bestellen. Ook mensen die niet bij SLZ zijn aangesloten. Op onze website kun je het bestelformulier downloaden. Je kunt hem ook opvragen via onze administratie op telefoonnummer 0113-23 09 36 of per e-mail:
[email protected] Elk jaar hebben we 2 bestelrondes: De 1e bestelronde wordt geleverd uiterlijk 18 december. Daarvoor dient je bestelling voor 30 oktober binnen te zijn. De 2e bestelronde wordt geleverd uiterlijk 12 maart. Daarvoor dient je bestelling voor 30 januari binnen te zijn.
De haagliguster is in tuinen een veel gebruikte soort. Deze soort kan zich door de bessen makkelijk uitzaaien o.a. in natuurgebieden. Dat is ongewenst en te voorkomen door haagligusters alleen aan te planten daar waar ze inderdaad als geschoren haag wordt beheerd. Zo wordt voorkomen dat de soort bessen maakt. De haagliguster is ten opzichte van de Wilde liguster herkenbaar aan de brede bladeren en lange kroonbuis van de bloemen.
Assortimentstabel In de nieuwe handleiding zit een assortimentstabel, waarin voor alle soorten bomen en struiken het gebruik wordt geadviseerd. Daarbij zijn er kolommen met informatie per soort over ecologie, cultuurhistorie en landschap. Daarnaast wordt ook aangegeven in welke regio de soorten thuishoren. Het “Boeren Planten Bomen” bestelformulier is aan de nieuwe visie aangepast. Mensen die belangstelling hebben om de handleiding in te zien kunnen contact opnemen met SLZ. Wil je plantmateriaal bestellen dat gegarandeerd afkomstig is van een betrouwbare bron?
De Inlandse vogelkers is een soort die in veel beplantingstypen past. Ze groeit van oorsprong zowel op de kleigrond als op het zand. Deze soort heeft fraaie bloemen en veel bessen, die zoals de naam aangeeft, graag door vogels worden gegeten.
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
5
Knotten, hoe doe je dat? Door Roger Blaakman, vrijwilliger bij Natuurbeschermingsvereniging ’t Duumpje
Het is een willekeurige zaterdag in de winter. De vrijwilligers van de knotwerkgroep ’t Duumpje zijn samengekomen op een historische dijk. Het programma is niet mis: het knotten van 12 enorme wilgen, 6 essen en ook nog musters maken voor de nostalgische vloerbakkerij te Groede. Als haast vanzelfsprekend “vliegen” de eerste takken naar beneden. Toch is het goed om eens naar de techniek te kijken.
Wat is knotten? Dit fenomeen vindt zijn oorsprong in de toepassingen van het afkomende hout. Door de boom regelmatig op een bepaalde hoogte (vaak werkhoogte) af te zetten kon men het gemakkelijker oogsten. De kap (oogst) cyclus varieert en is ook afhankelijk van het doel en de soort boom. Na het afzetten loopt de stobbe weer uit op de slapende knoppen. Echter, jong hout bevat veel meer slapende knoppen dan oud hout. Dit is een voorname reden waarom we altijd een stukje tak laten staan. Enkele oorspronkelijke toepassingen van het afkomende hout zijn;
6
Foto: Rogier Blaakman
klompen, brandhout, geriefhout en rijshout. Tegenwoordig eindigen onze takken vaak in een houtril/takkenhoop, openhaard of worden ze op een andere ecologische manier verwerkt. Dit zijn slechts enkele toepassingen en ook de oorsprong van knotten is natuurlijk veel uitgebreider. Dit kun je lezen in het onlangs uitgebrachte boek “Het Knotbomenboek” van uitgeverij de KNNV. Waarom knotten? Toen ik in 1976 begon met knotten, was het echt noodzaak. De takken waren als stammen en de knotbomen die diep en treurig gebogen langs onze Zeeuws-Vlaamse sloten en dijken stonden, smeekten om geknot te worden. Niemand kon toen de takken nog gebruiken. Net als in andere delen van Zeeland was de
economische noodzaak om te knotten verdwenen. Met kettingzagen de boom in, een andere mogelijkheid was er toen niet om de knotbomen te redden. Want wanneer een boom eenmaal geknot is moet er onderhoud op volgen (het knotten). Doet men dit niet dan zullen de takken die op “de knot” zitten op den duur te zwaar worden. Dit kan tot gevolg hebben dat deze afscheurt en de levensverwachting van de knotboom aanzienlijk daalt. Gelukkig is het nu zo dat knotbomen gezien worden als kleine landschapselementen, waardoor er in bepaalde gevallen ook subsidie beschikbaar is om ze te onderhouden. In ecologisch opzicht zijn knotbomen zeer wenselijk. Een knotboom is een biotoop op zich. Voornamelijk in de oude knotwilgen komen spleten en gaten te zitten, die erg in trek zijn bij holenbroeders. Mossen, korstmossen en paddenstoelen zijn er ook op te vinden. Het knotseizoen start begin november en stopt eind maart. Maar wanneer er steenuilen in de knotbomen zitten, dan half februari. De frequentie varieert van gemiddeld eens in de 3 tot eens in de 5 jaar. Naast de bekende wilgen komen er ook andere boomsoorten op ons pad, zeker in Zeeuws-Vlaanderen. Denk aan soorten als populier en es die we ook regelmatig knotten.
Knotten, hoe doe je dat? Om te beginnen is het veiligheidshalve verstandig om een knotboom tussen twee knottende mensen in te hebben staan. Vervolgens plaatsen we een goedgekeurde ladder stabiel tegen de knotboom. Vaak kun je de ladder in de “grond” drukken met je voet zodat hij extra stevig staat. Knip met een takkenschaar de dunste takken weg. Vuistregel hierbij is: alles wat dunner is dan het handvat van de takkenschaar, kan geknipt worden. Dit doen we om zo meer ruimte te maken voor het daadwerkelijke zagen. Door de echt dikke takken eerst op “een stomp” te zagen voorkom je dat de boom inscheurt. In feite haal je het gewicht van de tak af en is de kans op inscheuren vrijwel verdwenen. De lengte van een dergelijke stomp varieert van 50 cm tot een meter vanaf de knot. Zaag eerst een stukje in aan de onderkant van de hangende kant van de tak (zie ook illustratie op pagina 8). Vaak is 1/4 deel van de tak al voldoende, ga je verder dan merk je het snel genoeg. Je zaag komt dan namelijk vast te zitten… Vervolgens ga je de tak op een stomp zetten door aan de bovenkant van de hangende tak te zagen. Begin een paar centimeter verder van de knot af dan dat je zojuist heb gedaan. Uiteraard Een strakke houtril. Foto: Roger Blaakman
7
Werkvolgorde knotten bij dikke takken. Bron: Handboek Agrarisch natuurbeheer, LBN
heb je, voordat je de zaag in de tak zette gekeken of er niemand in de buurt liep of zat. Herhaal dit kijken alvorens je de laatste zaagslagen toedient en als alles in orde is geef je nog een brul om te laten horen aan je mede knotters dat er weer een tak van jou naar beneden komt. De laatste handeling is het afzagen van de stomp. Vuistregel hierbij is: de dikte van de tak is de afstand tot de knot.
Waarom deze werkwijze De praktijk heeft uitgewezen dat deze werkwijze de meest gemakkelijke manier is en je minder spierkracht nodig zult hebben. Tevens is het veiliger. Ga maar na, een klemmende zaag die met veel kracht (soms met geweld) uit een half afgezaagde tak moet worden getrokken levert niet alleen gevaar op, het is slecht voor de zaag en geeft geen mooi resultaat. Een knotter die een tak laat inscheuren gaat in de groep flink hoorbaar onderuit. Je verwondt in feite de boom. Het laten staan van een stukje tak is noodzakelijk om de boom meer kans te geven om opnieuw uit te lopen. Het oudere hout, de knot zelf, bevat vele malen minder slapende knoppen dan het stukje tak dat je zojuist hebt laten zitten. Zeker bij oudere knotbomen is dit noodzakelijk. Het resultaat na een dag knotten, een rij geknotte wilgen of populieren te zien staan, met hun dan nog verse lichte zaagsneden, vind ik prachtig. Maar ook een mooi gemaakte houtril geeft mij voldoening. Net als de fazant en patrijs die er beschutting zullen zoeken. Prachtig zijn de geknotte wilgen ook in de winter. In de sneeuw. En in het voorjaar wijs ik mijn vrouw tijdens fietstochtjes altijd op de door ons geknotte populieren die zo prachtig uitlopen. Ze knikt dan bevestigend. Ja, knotbomen zijn parels in de streek!
De beschreven methode is een onderdeel van de cursus Zaag- en Veltechniek van SLZ. Groepen die interesse hebben in deze cursus kunnen zich melden bij SLZ. Te kort afgezaagde knot Foto: SLZ
8
Drukkerij Zoeteweij Molendijkseweg 2, 4401 NM Yerseke P.O. Box 6, 4400 AA Yerseke The Netherlands T +31(0)113 571404 F +31(0)113 572006 E
[email protected] I www.dzy.nl
FIXET ’s-GRAVENPOLDER Noordhoeksewegeling 3 Kapelle-Biezelinge 0113-341170 www.bermanfruitplants.com
Spoorstraat 51 www.fixetsgravenpolder.nl
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
9
Dijkendag Assenede (België) Door: Iman Labruyere, medewerker SLZ
Resultaten dijkbeheer nader bekeken Foto: Karin Klip
Op vrijdag 24 juni is een studiedag georganiseerd over dijkenbeheer in Vlaanderen en Nederland op de Vliethoeve in Assenede (België). Deze bijeenkomst is georganiseerd door de Provinciale Landbouwkamer van de Provincie Oost-Vlaanderen en Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Het nut van een dijk Dijken zijn kenmerkende elementen voor het polderlandschap in Oost- en West-Vlaanderen en Zeeland. Naast een waterkerende functie hebben de dijken nog andere belangrijke functies. Door verschillen in grondsamenstelling, ligging ten opzichte van de zon en beheer is iedere dijk uniek. Planten die normaal gesproken een meer zuidelijke verspreiding hebben, komen op zuidhellingen van dijken in onze regio’s regelmatig voor. Ook voor dieren zijn dijken onmisbaar. Zo fungeren dijken als verbindingszones tussen verschillende leefgebieden. Om deze natuurwaarden te behouden is een goed beheer noodzakelijk. Vaak gaat het
10
om maatwerk per dijk. Welk beheer past het best op een bepaald type dijk en hoe kunnen we dit zo efficiënt mogelijk doen? Verruiging Tijdens het morgenprogramma van de studiedag werd een drietal lezingen gehouden. Peter Maas van Staatsbosbeheer verzorgde de eerste lezing met als thema: “Belang van dijkenbeheer- flora”. De kern in zijn verhaal is dat het met de natuurwaarde op de meeste dijken niet zo goed gesteld is. “ ‘Grote’ soorten (ruigtesoorten) nemen toe, terwijl de ‘lage’
soorten (klein en kwetsbaar) juist afnemen. Hierdoor vindt steeds meer verruiging plaats.” Hieruit kan geconcludeerd worden dat de natuurwaarden sterk onder druk staan. “De budgeten zijn niet vanzelfsprekend meer. De beheerskosten zullen dus omlaag moeten.” Variatie Ilf Jacobs van Natuurpunt benadrukt dat er vlinders en wilde bijen zijn, die baat hebben bij een goed dijkenbeheer. Hij wijst erop dat het landschap door verschillende factoren versnipperd is. Dijken kunnen evenwel fungeren als ‘ontsnipperaars’. Vlinders gebruiken eigenlijk de hele dijk. De nectarplanten staan vaak op het zonnige talud en de waardplanten meer op de ruigere delen van de dijk. Ilf Jacobs geeft aan dat variatie het belangrijkste is voor de fauna. “Hoe je die variatie kunt bereiken is door onder andere niet alles in één keer te maaien.” Samenwerking Alex Wieland van SLZ gaat in zijn verhaal meer in op het dijkenbeheer in Vlaanderen
en Nederland in het algemeen. De nadruk ligt op de knelpunten en ook de kansen/ aanbevelingen. Een greep uit de knelpunten: “Er is geen mogelijkheid om (langlopende) contracten af te sluiten, er zijn meer specifieke machines nodig voor het beheer en de afzet van het maaisel is een probleem. Wanneer je kijkt naar de kansen moet je inzetten op de koppeling met wandel- en fietsnetwerken, het begeleiden van eigenaren en meer/betere samenwerking tussen beheerders”. Na de lunch bezoeken we verschillende locaties in Vlaanderen en Nederland. Daar bekijken we voorbeelden van dijkbeheer. Tijdens de excursie zien we bijzondere soorten zoals het blauw walstro, kattenkruid, de greppelsprinkhaan, de steenhommel en de grasmus. Kortom: we hebben weer wat bijgeleerd!
Op onze website kun je een uitgebreider verslag vinden van deze dag. Zie www.landschapsbeheerzeeland.nl onder projecten / ruimte voor plant en dier / bloemdijken.
Ook verschillende maaimethodes werden bekeken Foto: Karin Klip
“Nieuwe” oude fruitrassen op de nieuwe bestellijst! Door: Kees Tonkens, medewerker SLZ
Sinds de start van het project “oude fruitrassen” bestaat de wens om enkele (Zeeuwse) oude fruitrassen weer terug op het erf en in het landschap te krijgen. Mede dankzij de vrijwilligers die de oude rassen op weten te sporen en op naam kunnen brengen weten we meer van deze streekeigen soorten. Door deze kennis kunnen we een betere afweging maken en de oude rassen “herintroduceren”.
12
Een hypoallergene appel De bestellijst voor het komende seizoen bevat een aantal zeer interessante aanvullingen. Voor het eerst prijkt er tussen de vaak eeuwenoude rassen zomaar een jonkie dat nog maar net komt kijken. Hoewel…zomaar? Nee, deze appel, genaamd Santana, werd in 1997 geïntroduceerd door het Biologisch-Dynamisch fruitteeltbedrijf Warmonderhof. Het is een kruising tussen de Elstar en de Priscilla. Deze knapperige frisse appel heeft de unieke eigenschap dat hij hypoallergeen is. Dat wil zeggen dat mensen met een lichte appelallergie hem goed kunnen eten. Daarnaast is hij veel minder ziektegevoelig dan de meeste nieuwe soorten. Met dit nieuwe ras is de gezonde en duurzame hoogstamfruitboom terug en helemaal van deze tijd. Het is zeker niet de bedoeling dat de Santana de aanplant van oude rassen af gaat remmen. Wel verdient hij een plaats in de rijke cultuurhistorische hoogstamtraditie die nog volop in ontwikkeling is. De andere nieuwe appel op de lijst is wél een echt oudje: te weten de Keiing. Van oudsher in Vlaanderen bekend als Rode Keiing, Fijnsteel keiing of Brusselse Bellefleur. De boom is redelijk tot Keiing appel zeer groeikrachtig en Foto: Sandra Dobbelaar matig ziektegevoelig. Vruchteigenschappen: vast vruchtvlees, zoetzure smaak. Een mooie appel die goed te bewaren is. Peren De perenlijst is aangevuld met een aantal nieuwe oudjes, zoals de IJsbout. Gegevens over de exacte ouderdom en herkomst ontbreken, vermoedelijk is het een inheems ras. De boom
is groeikrachtig en kan op latere leeftijd een grote hoogstamboom vormen. Vanouds als zodanig bekend en geliefd als een van de beste stoofperen, vergelijkbaar met St. Remy en IJsbout Foto: Kees Tonkens Brederode. Als enig minpuntje heeft de IJsbout dat deze gevoelig is voor neusrot.
Bruine kriekpeer Foto: Sandra Dobbelaar
Sommige oude rassen werden vroeger wel als haagbeplanting rond een boomgaard geplant. De Bruine kriekepeer is zo’n ras. De boom van Belgische afkomst is in dergelijke gevallen op halfstam veredeld. Maar voldoet echter ook goed als hoogstam die in de kuststreken veel is aangeplant. De vruchten zijn vrij klein, maar sappig en zoetzuur van smaak. De houdbaarheid is matig. Typisch een soort om direct uit de boomgaard te eten!
en hebben een gladde schil met stippen die nauwelijks van kleur verandert bij rijpheid. Een sappige zoete peer, met weinig aroma. De kers Napoleon Bigarreaux De bomen groeien Comtesse de Paris Foto: gescand uit het boek vrij sterk, opgaand ‘De Nederlandsche Boomgaard’ bolvormig. Ze zijn zelfsteriel. Een bestuiver is dus nodig. De vruchten zijn dik, geel met rode blos of helemaal lichtrood. Ietwat gemarmerd. Het roomkleurige vruchtvlees is vast, zeer sappig en heeft een goed aroma. In de Limburg (België) worden het vaak ook wel “Witte Buiken” genoemd. Bovenstaande rassen zijn beschikbaar via de nieuwe bestellijst ‘Boeren Planten Bomen’. De nieuwe lijst kunt u downloaden via onze website of aanvragen bij ons kantoor.
De peer Comtesse de Paris: Ontstaan in 1882 in Frankrijk. Goed groeiende boom, die een breed piramidale kroon vormt. Geschikt voor kleigrond, niet voor zandgrond. De vruchtbaarheid is groot, de vruchten zijn bleekgroen van kleur
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
Foto: Eddie Dobbelaar
13
Mobipers; uw eigen sap en olie van eigen oogst Door: Melissa den Beer Poortugael, eigenaar Mobipers
Appels, heel veel appels. Foto: Sandra Dobbelaar
SLZ adviseert vele eigenaren om hoogstamfruitbomen aan te planten. Na een aantal jaren komen die eigenaren met een “probleem” te zitten, namelijk: veel fruit. Appeltaart, appelmoes, appelcompote, een kistje voor oma en trots met een tasje vol eigen oogst op visite. En dan nog: een berg appels waar je niets meer mee doet en die uiteindelijk ligt te rotten in de schuur. Eén van de oplossingen is om hier houdbaar sap van te maken. Dit bracht Melissa en Rudolf Jan den Beer Poortugael op het idee om een sappers aan te schaffen. Een mobiele pers waarmee ze het hele land doorreizen om appels en peren om te zetten in heerlijk puur sap. Een prachtig concept deze mobiele appelsapfabriek: aan de ene kant stop je er appels in en aan de andere kant rollen de pakken sap eruit! Familie, buren en vrienden verzamelen zich op speciaal georganiseerde evenementen
14
met hun appels en peren om de oogst om te zetten in eigen sap. Zo werkt de Mobipers bijvoorbeeld al vier jaar samen met Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Tijdens de hoogstamfruitdagen komt de Mobipers de opbrengst van deze door particulieren onderhouden bomen omzetten in sap. Landschapsbeheer Zeeland zorgt voor de promotie en ieder jaar is het een prachtig evenement. Daarnaast wordt er intensief gewerkt op de eigen locatie in Zoelen. Voorheen stond de Mobipers buiten; in weer en wind. Nu is de oude vervallen schuur op het terrein prachtig gerestaureerd tot een mooie open werkruimte waar een grote pers haar werk doet. De vaste pers heeft een grotere capaciteit dan de mobiele pers en de infrastructuur maakt ook het persen in grote hoeveelheden eenvoudiger. Een kistenkantelaar laat grote kuubkisten fruit in de pers belanden, zodat fruittelers met hun grote hoeveelheden sneller bediend kunnen worden.
De Mobipers foto: Caroline Geluk
Het vullen van de zakken met sap. foto: Caroline Geluk
Pers proces Mensen rijden af en aan als bijen om een bijenkorf. Auto’s en aanhangers afgeladen met kisten, manden en kratten appels en peren rijden het terrein op. Eigenaren uit het hele land spreken vol trots over de rassen die ze geteeld hebben en filosoferen over de smaak van het sap dat daaruit zal resulteren. Wordt het zuur of zoet, moeten er wat peren bij of niet. Het hele proces wordt nauwlettend in de gaten gehouden als de eigen appels de pers in gaan en de laatste rotte appels worden nog snel even verwijderd.
De beste verhouding appels / peren Vanaf 75 kilo appels en peren kunt u bij Mobipers terecht. Als u peren wilt persen, kunt u dit het beste samen met appels doen. In een verhouding van maximaal 30% peer. Perensap heeft namelijk het zuur van appels nodig, om een goede bewaring te kunnen garanderen. De sapopbrengst is ongeveer 70%, dus van 100 kilo appels persen we ongeveer 70 liter sap. Voor het persen van één liter sap betaalt de fruiteigenaar €1,00. De gesloten verpakkingen zijn 2 jaar houdbaar, een geopende verpakking blijft (ook ongekoeld) 8 weken goed. Het persen van appels en peren gaat altijd volgens afspraak. Bij het maken van een afspraak geeft u door met hoeveel kilo u denkt te komen.
Eerst worden de appels gewassen, daarna geraspt om vervolgens geperst te worden door de bandpers. Hierna wordt het gefilterd en gepasteuriseerd. Dan breekt het moment aan dat het eerste sap stomend uit de machine stroomt. Omdat het sap verhit wordt tot 80°C is het nog te warm om te proeven, helaas, maar de liefhebber wordt niet teleurgesteld en krijgt een glaasje sap van eigen teelt. Het sap wordt ingenieus verpakt in een 5 liter bag-in-box. Een kartonnen doos met daarin een zak met een handig tapkraantje.
Noten kraken De oplossing voor de appels sloeg aan, maar steeds vaker kregen we de vraag of er geen oplossing was voor het overschot aan walnoten. Uiteindelijk kwamen we terecht in Frankrijk bij de olieperser Claude die ieder jaar een vrachtwagenlading vol gekraakte noten uit Nederland verwerkt tot notenolie. Na drie jaar oefenen om het ambachtelijke oliepersproces
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
15
onder de knie te krijgen vond Claude het tijd; we waren volleerd en konden op eigen benen staan. De werkruimte in Zoelen bood de mogelijkheid om zelf een pers aan te schaffen en er verscheen een oude olijvenpers. Deze pers hebben wij omgebouwd tot notenpers en kan noten, voornamelijk walnoten en hazelnoten, persen tot een mooie olie. Klanten leveren hun gepelde noten, zonder bast en tussenschotje aan. Hout verbrand immers tijdens het roosteren en dat maakt de olie zeker niet lekkerder. De gepelde noten verdwijnen in de hamermolen. Deze machine hakt de noten fijn, zonder dat er olie verloren gaat. De fijngehakte stukjes noot worden ambachtelijk geroosterd, dit is een secuur werkje. Een goed geroosterde noot geeft een hoger rendement (de olie laat makkelijker los) en het roosteren geeft de juiste smaak en de gouden kleur aan het eindproduct. In persdoeken gaat de geroosterde massa onder een druk van 300 bar in de pers. De olie die vrijkomt is troebel en moet nog twee
weken bezinken. Dan kan de olie afgegoten en gebotteld worden en is de heerlijk geurige goudkleurige olie klaar voor consumptie. Notenolie U heeft minimaal 4 kilo gepelde noten nodig. Uit 4 kilo gepelde noten wordt ongeveer 2 liter olie geperst. Vanaf 10 kilo gepelde noten krijgt u gegarandeerd olie van uw eigen noten. Kleinere hoeveelheden worden samengevoegd. Het persen van één kilo noten kost €3,00. Bij Mobipers kunt u ook olie kopen, zonder zelf noten aan te leveren. Meestal op voorraad zijn walnotenolie en hazelnotenolie. Het persen gaat altijd volgens afspraak, van januari tot mei. Meer informatie vindt u op www.mobipers.nl. Data Ook voor mensen die geen fruit komen brengen is het aardig om op de Hoogstamfruitdag te komen kijken. Naast diverse stands, rondleidingen en workshops kunt u ook uw oude fruitrassen meenemen om te laten determineren. Meestal heeft SLZ ook wat 5 literpakken sap voor de verkoop. Meer info kunt u vinden op de SLZ-website: www.landschapsbeheerzeeland.nl . Dit jaar staan we in Zeeland op de volgende plaatsen: Vrijdag 7 oktober Bij Van Buiten Uit in Zuid-Beveland Zaterdag 8 oktober Bij Pitteperk op Walcheren
Tijdens de Hoogstamfruitdagen kun je ook je “onbekende fruit” meenemen (min. 3 vruchten). Deskundigen kunnen het onbekende fruit een naam geven. Foto: Robert Wielemaker
16
Vrijdag 14 en zaterdag 15 oktober Bij de familie Haverbeke Steyaert in Zeeuws Vlaanderen. (Kijk op onze website voor de exacte adressen.)
‘Bomen’ over bomen: De Canadees van Robert-Jan Door: Robert-Jan Goossens, medewerker SLZ Veel Zeeuwen kennen wel “het Groot Eiland”, een ontoegankelijk privé gebied met wat bosschages tussen Axel en Hulst. Hier vlak naast ligt een iets onbekender klein bosje dat wel toegankelijk is, met de toepasselijke naam “Klein Eiland”. Het begrip eiland moet hier niet al te letterlijk genomen worden, het waren gebieden die in de Middeleeuwen vermoedelijk deden denken aan eilanden doordat het water er langs alle kanten langs stroomde. Dit als gevolg van het in de 13e eeuw onder water zetten van deze gronden op initiatief van de kloosterlingen. Heden ten dage herinneren de vele prachtige kreken in dit gebied hier nog aan.
Enkele jaren geleden kwam ik voor het eerst op het Klein Eiland, en wat mij hier het meeste opviel was een reusachtig dikke Canadese populier. Met een omtrek van bijna vijf meter is deze boom zeker de dikste populier die ik ken. Over de leeftijd zijn de experts het niet helemaal eens, maar deze zal ongeveer tussen de 80 en de 100 jaar liggen. De exacte ouderdom is lastig te schatten, omdat het een vrijstaande boom betreft aan de zuidrand van het bos. De grond is hier ook vrij vochtig, zodat een populier hier snel kan groeien. De enige manier om de leeftijd precies te bepalen is omzagen, maar dat heeft gelukkig niet de voorkeur van de eigenaar. Grote bomen hebben nu eenmaal altijd iets fascinerends, en de onbekende ouderdom draagt daar zeker nog aan bij!
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
17
Tips voor herstel en onderhoud Door: Robert Wielemaker, medewerker SLZ
Nu we bezig zijn met de oogst komen we weer in aanraking met de hoogstamfruitbomen. Op het moment van plukken zien we vaak “problemen” bij de bomen, maar we zijn immers aan het plukken en niet bezig met het onderhoud. Toch is het verstandig om hier alvast wat tijd voor in te plannen. Dikwijls komt verzorging er niet van of hebben we net niet de juiste gereedschappen in de kruiwagen gedaan. Toch is het essentieel voor het behoud van de bomen; immers bescherming moet helpen, en niet in de weg zitten of de boom verwonden. Beginnersfout Het tweede jaar na aanplant verschijnen vaak de vruchten aan de jonge boompjes. In de lente zijn dit nog onschuldige kleine knik-
Deze jonge peer is te laat ontdaan van zijn zware last (de peren) met als gevolg dat de harttak is uitgebroken. foto: Rudie Geus
18
kertjes, echter deze vruchtjes ontwikkelen zich wel degelijk tot volwassen vruchten. Het gevolg laat zich raden, de takjes kunnen het gewicht niet meer dragen en buigen of breken af. Het is verstandig om in de jonge fase van de boom het fruit dusdanig te dunnen dat het geen zware last voor de boom oplevert. Boomband Globaal heb je twee types boomband: de autogordel en een rubberen variant met canvas erin. Beide hebben gemeen dat ze duurzaam zijn en hun kracht behouden. Op zich een goede eigenschap, echter kan dit nadelige gevolgen hebben voor de boom wanneer deze na een jaar of 8 nog steeds niet is losgemaakt. De innige omstrengeling remt de groei op de plek van de boomband en verzwakt en verwond de boom.
Deze kersenboom had graag eerder bevrijd willen worden. Foto: Kees Tonkens
De boompaal kan ook schade veroorzaken. Foto: Archief SLZ
Boompaal Boompalen heb je in vele soorten en maten. Op en rond het erf gebruiken we vaak lange boompalen omdat er dan nog een boomkorf aan kan worden bevestigd. De boompaal zelf heeft eigenlijk maar één functie en dat is om de boom de eerste jaren enige houvast te bieden. Na een jaar of 8 kan de boom meestal op eigen “benen” staan. Wanneer er nog begrazers in de boomgaard lopen is het verstandig om de boompalen te laten staan, maar dan alleen om de boomkorf vast te houden.
Vaak loopt de onderstam uit. Snoei dit tijdig weg. Foto: Kees Tonkens
Boomkorf Boomkorven gebruiken we het meest bij begrazing door schapen, soms koeien of kleine pony’s. Een veelgemaakte fout is dat de korf te stevig vastgemaakt wordt zodat het een vervelend karwei is geworden om het even los te halen om het stamschot en het gras weg te kunnen halen.
Mocht je ook met beplantings- of onderhoudsvragen zitten, laat het ons weten. Meer tips: kijk in de webwinkel van www.landschapsbeheerzeeland.nl , daar kun je diverse boekjes downloaden of bestellen.
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
19
Wilgentunnel in Goes Bouwen met levend materiaal Johan Calle, medewerker SLZ
Kinderen hielpen zelf mee aan het bouwen van hun wilgentunnel Foto: Johan Calle
Afgelopen februari heeft SLZ in samenwerking met Landschapsarchitect Robin Lock op een schoolterrein in Goes een grote wilgentunnel gebouwd van levend wilgenhout. Dat de tunnel ook echt leeft is nu pas goed te zien. Aan alle kanten ontspringt er leven uit het geraamte en vormt het een aantrekkelijk speelhuisje voor de kinderen. In april 2010 heeft Stichting Kinderopvang de Bevelanden een prijsvraag uitgeschreven naar alle scholen in Noord- en Midden Zeeland met als titel “Groen & Uitdagend”. Het doel was speelpleinen natuurlijker en aantrekkelijker te maken voor de kinderen. Het ontwerp van Robin Lock, gemaakt voor de Kohnstanschool waarbij hij als ouder betrok-
20
ken is, kwam als beste uit de bus en won de hoofdprijs. Robin kon zijn plan realiseren. Bij het verder uitwerken van de plannen werd vooral rekening gehouden met de vraag van de leerlingen naar meer groen en meer speeltoestellen. Een van de opvallendste elementen uit het plan was een grote wilgentunnel. Een wilgentunnel is een bouwwerk van wilgenstaken die zo geplant en aan elkaar verweven zijn dat ze een tunnel vormen. Bij de ingangen is de hoogte van de tunnel zo gekozen dat de grotere kinderen iets moeten bukken om binnen te gaan, de hoogte loopt dan geleidelijk verder op en gaat over in de wat hogere en bredere wigwam, het ‘huisje’. Bij SLZ kwam
het verzoek binnen om deze wilgentunnel te bouwen. Voor SLZ een niet alledaags karwei maar de uitdaging won het van de twijfel en we namen de opdracht aan. Voor het bouwen werden eerst twee soorten wilgen geoogst, de Katwilg en de ‘Chermesina’ (cultivar van Schietwilg). Katwilg heeft de eigenschap om krachtige, lange en rechte eenjarige scheuten te vormen die zeer buigzaam zijn. De ‘Chermesina’ heeft oranjerood gekleurde takken die wat dunner en fijner vertakt zijn dan de Katwilg. De Katwilg is vooral gebruikt voor de opbouw van het geraamte en de ‘Chermesina’ meer voor de afwerking en voor het mooie effect van het gekleurde hout in de winter.
Het eerste jaar na de aanleg Foto: Johan Calle
Aanplant van de tunnel Foto: Johan Calle
De schoolkinderen hebben met veel enthousiasme meegewerkt aan de bouw van de tunnel, op deze manier werd het echt iets van hun zelf en zullen ze er goed op passen. Tijdens het bouwen konden ze zich maar moeilijk voorstellen dat er aan al de kale staken blaadjes zouden groeien maar inmiddels weten ze wel beter. Met de tunnel op het plein wordt er een stukje levende natuur op speelse wijze binnengehaald. Een “huisje” wat er elk seizoen weer anders uitziet en waarin op wat langere termijn ook kleine beestjes en zwammetjes zich zullen huisvesten. Net als bij de knotwilg heeft de wilgentunnel ook onderhoud nodig. Zonder onderhoud groeit een wilgentunnel vooral aan de bovenkant met als gevolg dat de tunnel steeds opener wordt. De nieuwe loten moeten gesnoeid worden of weer naar onderen afgebogen en in het frame van de tunnel gevlochten worden. Bij dit onderhoud worden de kinderen betrokken, spelenderwijze leren ze zo veel over de natuur. En wie weet wordt op deze manier de belangstelling voor de natuur wel verder aangewakkerd.
21
Paradijsvogels op de mooiste heerlijkheid van Walcheren Door: Roos Heijdens en Wim Roose
In deze rubriek gaan we op bezoek bij de eigenaren van de parels in het landschap, de mooie erven, buitenplaatsen en boerderijen waar je als passant naar kijkt en van geniet. Paradijselijk wonen We wilden iets anders dan een kavel in de nieuwbouwwijk en kwamen deze boerderij tegen. In 1989, kochten wij “’t hof Krommenhoeke”. De tarwe stond tot aan de voordeur. Met andere woorden: volop in bedrijf.
22
Krommenhoeke ’t Hof is gelegen op de rand van een kreekrug in de “ambachtsheerlijkheid Krommenhoeke”. Vroeger was een heerlijkheid niet meer dan een buitenplaats al dan niet als belegging voor welgestelden uit de grote stad. Reeds vanaf 1300 is deze heerlijkheid onder diverse namen bekend. Van “Crummenhoec”, tot uiteindelijk de naam Krommenhoeke. De kerk van deze buurtgemeente is in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tot ruïne vergaan en uiteindelijk is het restant hiervan in 1800 volledig afgebroken. De stenen van deze ruïne zullen vast en zeker gebruikt zijn in de huizen van de buurtgemeenschap. De bij de kerk horende begraafplaats is nog tot in de tweede helft
van de 19e eeuw in gebruik geweest. Volgens onze stamboom is hier in Crommenhoecke op 3 mei 1631 nog een familielid begraven. Pas later realiseerden wij ons dat het Walcherse gezegde “ ’t is der zô dôôd as achterom kromme ‘oeke” betekent: het is er ongelooflijk rustig. Het Hof De schuur en het huis waren toe aan een opknapbuurt. Van de voorgevel van de schuur was een deel van de planken al verdwenen. Een storm in november sloeg een groot gat in het dak, mede omdat de mendeuren niet zo veel meer voorstelden. Samen met architect Ben Gillissen hebben we een plan gemaakt voor de verbouwing van het huis. Mede hierdoor wonen we nog steeds in een voor ons “op maat” gemaakt huis. Er moest veel gedaan worden op meerdere fronten tegelijk. De schuur moest opnieuw gepotdekseld worden, het huis gestript en opnieuw ingedeeld. De tuin, ja die moest zéker aangepakt worden. De tarwe was eraf. De garage van betonplaten stond nog in de weg en moest dus gesloopt. Met tuinarchitecte Liesbeth Hamelink-Weug heeft Roos een tuinplan gemaakt.
Tuinplan Dit plan is als basis gebruikt voor hetgeen er nu groeit en bloeit. Een geitenwei stond niet in het plan, maar vrienden van ons hadden geitenlammeren en wij kregen als welkomstgeschenk op de boerderij twee geitjes. Er zijn geen leukere beesten dan geiten, ze zijn zeer nieuwsgierig en vriendelijk. Wel hebben ze ons een paar bomen en struiken gekost als ze weer eens ontsnapten en in no-time de bast van de boom aftrokken. Ik heb de veearts wel eens geholpen toen hij een geit wilde onderzoeken en door een andere gehoornde geit de wei uit werd gebokst. De geiten zijn inmiddels verdwenen (door het gedoe met de MKZ voorschriften) en hebben plaatsgemaakt voor een vijver met salamanders, kikkers en planten. Van het originele plantschema is niet veel meer terug te vinden. Roos heeft hier met veel zorg en liefde een prachtige tuin van getoverd.
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
23
Alle foto’s Roos: Heijdens en Wim Roose
Lust voor het oog Aan de beide kanten hebben we een windsingel geplant, de meidoornhaag aan de oostkant is een inmiddels 5 meter hoge dichte groene wand geworden. De meidoornhaag is hierdoor uitgegroeid tot een scherm van vogelgeschetter. Aan de zuidwest- en westzijde hebben we een windsingel aangeplant met streekeigen bomen en struiken, zoals sleedoorn, hazelaar, kornoelje en hondsroos. Het is een lust voor de ogen. Tja, eigenlijk niet alleen voor de ogen, maar ook voor de óren. Door het toepassen van kleine dingen zoals een waterbakje en in de winter wat vogelzaad hebben we het gevoel in een open volière te leven. Vogels zoals tuinfluiter, groenling, rood-
24
borst, groene en bonte specht zijn trouwe bezoekers. Ook de sperwer zien we geregeld verschijnen om het aantal tortelduiven een beetje op peil te houden. Nu we beiden veel tijd voor andere dingen dan werken hebben, genieten we met volle teugen van de rust en de natuur om ons heen. Nagefloten door de vogels en uitgelachen door de groene specht genieten we van de koffie op ons terras. Leven als “god in Frankrijk” is een utopie, maar leven in een “heerlijkheid” is een zegen. Er zullen altijd wel werkzaamheden uitgevoerd moeten worden; Krommenhoeke is tenslotte een ambachtsheerlijkheid.
Vrijwilligers organisaties in Zeeland Onderstaande organisaties zetten zich vrijwillig in voor het landschapsbeheer in Zeeland en zijn aangesloten bij SLZ. Zou je in je vrije tijd eens mee willen werken in het landschap bij jou in de buurt, neem dan contact op met een van onderstaande contactpersonen voor meer informatie.
Weekendwerkzaamheden: Schouwen-Duiveland Actief terreinbeheer Henk Dalebout Tel. 0111-422966 e-mail:
[email protected] www.nvsd.nl/actief_terreinbeheer. html Tholen Natuurvereniging Tholen Flip van Damme Tel. 0166-602438 e-mail:
[email protected] www.natutholen.nl
Werkgroep Oranjebosch Peter v.d. Vliet Tel. 0113-230936 Peter.van.der.vliet@slz. landschapsbeheer.nl
Heemtuinwerkgroep KNNV Diet Louwerens Tel. 0113-342277
[email protected] www.knnv.nl/beveland
Zeeuws-Vlaanderen Natuurbeschermingsvereniging de Steltkluut Lucien Calle Tel. 06-22792100
[email protected] www.steltkluut.nl
Walcheren Werkgroep Landschapsverzorging Thomas Collette Tel. 0118-634916 Na 19.00 uur en de hele vrijdag
[email protected] Kapsalon Jan Moekotte Tel. 0118-636369
[email protected]
Bevelanden Beheerswerkgroep KNNV Ton de Koning Tel. 0113-311813
[email protected] www.knnv.nl/beveland
Doordeweekse werkzaamheden:
Alle dagen van de week: Heel Zeeland: Herpetologische studiegroep Amfibieën Michel Kapelle Tel. 06-22984575
[email protected] Steenuilen werkgroep Beveland Peter Boelee Tel. 0113-644228
[email protected]
Bomenbuurt ’s Gravenpolder Mevr. D. de Koning Tel. 0113-311813
[email protected] www.knnv.nl/beveland
Natuurbeschermingsvereniging ’t Duumpje Gerard v. Daele Tel. 0117-301835
[email protected] www.duumpje.nl
Hout & Co Karin Mol Tel. 0118-628293
[email protected]
Heel Zeeland Onderhoud wandelroutes Peter v.d. Vliet Tel. 0113-230936 Peter.van.der.vliet@slz. landschapsbeheer.nl www.landschapsbeheerzeeland.nl
Noord- en Midden Zeeland Landschapsbeheer Pieter Voets Tel. 0113-230936
[email protected] www.landschapsbeheerzeeland.nl
Zeeuws-Vlaanderen Landschapsbeheer Wim Wisse Tel. 06-50914013
[email protected] www.landschapsbeheerzeeland.nl
Steenuilen werkgroep Zeeland Alex de Smet Tel. 0115-695890
[email protected] http://www.deltabirding.nl/ links-vogelwerkgroepen.html
Herstellen Cultuurhistorische elementen Sandra Dobbelaar Tel. 0113-230936 Sandra.dobbelaar@slz. landschapsbeheer.nl www.landschapsbeheerzeeland.nl
Kerkuilenwerkgroep Marc Buise Tel. 0114-370244
[email protected] www.kerkuil.com
Weidevogelbescherming Nanning-Jan Honingh Tel. 0113-230936 Nanning-jan.honingh@slz. landschapsbeheer.nl www.landschapsbeheerzeeland.nl
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
25
Het losbandige leven van de leilinde Door Theo Aernoudts, medewerker SLZ
De laatste decennia zijn er heel veel leilinden aangeplant binnen de bebouwde kom in nieuwbouwwijken. Ook op voormalige boerderijen zijn er de laatste jaren veel leibomen geplant. Hoe streekeigen is die aanplant van leibomen die de laatste 25 jaar zijn aangeplant? We moeten eigenlijk tot de conclusie komen dat de voorgevormde leibomen met horizontaal gelegde gesteltakken helemaal niet zo streekeigen zijn. Je kunt het meer zien als een modeverschijnsel van de laatste decennia. Als je streekeigen beplanting op een erf wilt aanbrengen is het goed om je eerst even in de historie te verdiepen en inspiratie op te doen aan de hand van historische foto’s of het bezoeken van een historische erf.
26
Foto: Theo Aernoudts
Oorsprong Het is natuurlijk goed om even te kijken naar de oorsprong en de functie van leilinden. Leilinden werden veelal aangeplant aan de zuidzijde voor een woning om als zonwering te dienen maar ook aan andere gebouwen die voor de bedrijfsvoering koel moesten worden gehouden. Zo werden leilinden geplant voor bijvoorbeeld het karnhuis waar boter en kaas werd bereid uit de melk die op het erf werd geproduceerd. Strak en symmetrisch De leilinden die de afgelopen 20 jaar zijn geplant, zijn in het algemeen keurig voorgevormd op de boomkwekerij en geleverd in een frame waar de takken van de boom strak langs een geraamte van bijvoorbeeld bamboestokken gebonden zijn. Deze geleide
bomen hebben een vertakking aan weerszijden van de stam die symmetrisch is. Als je 3 leilinden wil aanplanten ben je, als je het advies van het tuincentrum opvolgt, ongeveer 200 euro kwijt aan bomen en bevestigingsmaterialen en dan moet je de bomen en de palen nog in de grond zien te krijgen. De aanplant van de huidige leilinden past prima in het tijdsbeeld van heden ten dage: Leibomen hebben relatief weinig ruimte nodig en zijn goed te beheersen binnen de huidige oppervlakte van tuinen.
steeds dikker. Bij het zien van veel oudere bomen (100 jaar en ouder) gaat de leiboom meer over in een knotboom. Echter je blijft het toch zien aan de wat zijdelings afgeplatte vorm van stam en gesteltakken dat het oorspronkelijk als leiboom is onderhouden. Vanaf komend plantseizoen staan op het bestelformulier ‘Boeren Planten Bomen’ geen voorgevormde leibomen meer. SLZ kiest nu voor het losbandige leven van de leiboom. Op enkele streekeigen erven zijn jonge lindebomen aangeplant en doormiddel van snoei hebben ze de leivorm gekregen.
SLZ beperkt zich in het algemeen bij particulieren nog tot advies op boerenerven maar ook SLZ heeft de afgelopen 10 jaar meegewerkt aan de aanplant van strak voorgevormde leibomen. Historie De strak gevormde leibomen kwam je vroeger hooguit tegen in kasteeltuinen, bij landhuizen en op landgoederen. Op boerderijen kwam je voornamelijk leibomen tegen die de vrije vorm hadden of hebben. Hoe werden deze bomen dan geleid? De leibomen werden gevormd uit jong aangeplante bomen die evenwijdig aan de gevel van de woning of een ander gebouw werden gesnoeid zodat enkele takken aan weerszijden van de stam bleven staan die evenwijdig stonden aan de gevel. De takken stonden dus willekeurig ten opzichte van de stam en dus niet symmetrisch. Jaarlijks werden de zijtakken van deze gesteltakken verwijderd. Bij deze vrije vorm staan de gesteltakken in het algemeen onder een hoek van meer dan 30˚, hierdoor had je ook nog meer lengte- en diktegroei van deze gesteltakken. Naar mate de bomen ouder worden, worden zowel de stam als takken
Foto: Theo Aernoudts
Wat zijn de voordelen van de vrije vorm van de leiboom? - Aanmerkelijk goedkoper dan voorgeleide bomen. - Geen dure en lastig te plaatsen palen meer nodig om draden aan te kunnen bevestigen waar ook de takken langs geleid moesten worden. - Het past ook beter bij de uitstraling van een streekeigen erf. Vroeger was het planten van leibomen alleen functioneel. Dus: om schaduw te creëren en daarom maakte het niet uit dat de stam van
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
27
Foto: Archief SLZ
een leiboom precies voor een raam stond. Heden ten dage is het raadzaam om te zorgen dat de stam tussen de ramen komt te staan zodat het uitzicht in de toekomst niet belemmerd wordt door een dikke stam. Soorten leibomen Van oudsher zijn de meest voorkomende leibomen de leilinde en leifruit. Vroeger zag je bij boerderijen veelal leilinden en bij arbeiderswoningen leifruit. Voor een arbeider was het naast schaduw meegenomen dat ze er ook nog fruit van hadden. Op een boerderij was er in het algemeen een boomgaard aanwezig. Het leifruit kan weer onderverdeeld worden in leiappels en leiperen. Het ene ras peer of appel is beter geschikt om als leiboom op te groeien dan het andere.
28
Nader onderzoek Het zou mooi zijn als er een inventarisatie zou plaatsvinden van leibomen in het landelijk gebied in de provincie Zeeland. In dorpen en steden is er wel bekend wat er staat aan leibomen. Bij SLZ bestaat de indruk dat van de lindebomen alle soorten en varianten, Hollandse linde, kleinbladige linde, zilverlinde als leiboom voorkomen. Een inventarisatie zou niet alleen op soort boom kunnen plaatsvinden, maar ook de rassen die aangeplant werden kunnen interessant zijn. Waren het alleen stoofperen die als leiboom werden aangeplant of ook handperen? Zo ook dezelfde vraag voor de leiappels! Als er op jouw erf nog een aantal oudere leibomen staan dan vernemen wij dat graag. Zeker oudere leifruitbomen zijn erg interessant om te vernemen.
Aannemersbedrijf
STURM b.v. Buurtweg 6 4696 RV Stavenisse T: 0166 65 32 46
E:
[email protected] W: www.hagebouwadvies.nl M: 0629 15 63 11
n Brandveiligheid
n Bouwkundig tekenwerk
n Bouwadvies
n Beheer en Onderhoud
n Bouwbegeleiding
n Directievoering en
n Bouwkundige
n Kostencalculatie
keuringen
n Second opinion
Toezicht
n Vergunningen
voor al uw
NIEUWBOUW VERBOUW ONDERHOUD Schellachseweg 1a 4352 AJ Gapinge tel: 0118 591447 / fax: 593556
Loon- en verhuurbedrijf
Sterk in agrarisch grond- en loonwerk
BOSBOUW, LOON-, GROND-, CULTUURTECHNISCH- & STRAATWERK
Kerkring 7 | 4444AB ‘s-Heer Abtskerke | t: 0113-311363 | f: 0113-311318 | email:
[email protected]
Prelaatweg 60, 4363 NJ Aagtekerke Telefoon 0118-58 15 13 Fax 0118-58 41 31 E-mail
[email protected] www.melse-maljaars.nl
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
29
Schone strûke of vuulte
Van het woekeren van de Sleedoorn naar de kwetsbare schoonheid van onze Zeeuwse wilde pruimen Door: Rudie Geus, medewerker SLZ
Wie kent hem niet: de Sleedoorn, een van onze Zeeuwse doornstruiken uit onze prachtige streekeigen stekelige doornhagen. De plant geeft in het vroege voorjaar prachtige witte bloemen en blauwe bessen in het najaar. Nadeel van de plant is het ontstaan van veel opslag, dit kan op enkele plaatsen overlast bezorgen! De Sleedoorn is zeer nauw verwant aan de wilde pruimen. Pruim met doorns De naam Slee - doorn geeft een verwijzing naar het woord Slee, het oude woord voor pruim. De Sleedoorn is dus een pruim met doorns. Het betreffen grote rechte takdoorns, waarbij de hele twijg in een scherpe punt eindigt. De Sleedoorn is een zeer vaak voorkomende struik in Zeeland. Hij houdt van voedselrijke niet te natte groeiplaatsen. Met name op dijkhellingen en in de doornhagen langs graslanden is hij vaak te vinden en vormt hier prachtige doornstruwelen. Daarnaast kan hij zich ook goed handhaven in onze bosranden op kleigronden. In de duinen is hij minder vaak te vinden, waarschijnlijk is het duinzand te voedselarm en/of te droog.
30
De Sleedoorn is een belangrijke voedselbron voor diverse vroeg vliegende insecten. In de bloeiboog van de inheemse struiken in Nederland komt de Sleedoorn na de vroegbloeiende wilgen. Het dichte doornstruweel van Sleedoorn en andere doornstruiken zoals Meidoorn, Hondsroos en Koebraam levert natuurlijk een prachtig biotoop voor onze kleine zangvogels. De vruchten van de Sleedoorn lijken op kleine pruimen (0,6-1,5 cm) en zijn blauwzwart van kleur. De vruchten zijn in het najaar eerst nog erg wrang, later als de vorst erover is geweest wordt de vrucht iets smakelijker maar een aanrader is het niet. Enkelen verwerken de vruchten tot jam of in jenever… De Sleedoorn vormt erg krachtige worteluitlopers (opslag), hierdoor vormt hij dichte struwelen. De wortelopslag geeft echter vaak ook overlast op de naastgelegen perceel, vooral bij het gebruik als weiland. Hier kan hij zich echt woekerend gedragen, de struik kan dan flink oprukken de wei in. Deze opslag kan bestreden worden door regelmatig te maaien (2x per jaar). De Sleedoorn is nauw verwant met de inheemse Kroosjespruim en de uitheemse Kerspruim;
2 wilde pruimensoorten uit onze contreien. Het Vlaamse Instituut voor natuur en bosonderzoek is momenteel bezig met een onderzoek naar de nauwe verwantschap. Bert Maes heeft in het boek “Inheemse struiken en bomen in Nederland en Vlaanderen” een omschrijving opgenomen van de familieleden. De soorten Sleedoorn en Kroosjespruim kunnen gemakkelijk met elkaar kruisen, dit geeft de Heesterpruim, momenteel ook wel grootvruchtige Sleedoorn genoemd. Hierdoor ontstaan er talrijke regionale variëteiten van de Heesterpruim en Kroosjespruim.
1
2
3
4
5
5 verschillende pitten: 1 Pruim, 2 Kerspruim, 3 Kroosjes, 4 Heesterpruim, 5 Sleedoorn
Middeleeuwse pruim Uit opgravingen van pitten blijkt dat met name de Kroosjespruim ruim voor de middeleeuwen in Nederland in gebruik was. De eerste echte grootvruchtige pruimen zijn pas vanaf de late middeleeuwen in cultuur in Nederland. Kerspruimen worden in Zeeuws Vlaanderen in het dialect ook wel Merbelaon of Murbelaon genoemd. Hier is meer van terug te vinden in het SLZ-boekje ‘Vreemde Vruchten’. Qua bloeitijd zijn er wel wat verschillen tussen de struiken: als vroegste bloeier hebben we de Kerspruim. Later gevolgd door de Sleedoorn en daarna de Heester- en Kroosjespruimen. Ook bij deze soorten ontstaan de bladeren pas na de bloemen. Ook qua doorn zijn er verschillen op te merken, van veel doorn (Sleedoorn) naar minder doorn ( Heesterpruim) naar bijna geen doorn zoals de kroosjes en de Kerspruim. In het boek van Bert Maes is een tabel opgenomen
waarin naast de vruchten ook verschillen in de kenmerken van de pitten van deze struiken zijn opgenomen: er zijn verschillen in vorm, ruwheid en grootte van de pitten. De Kerspruim, Heesterpruim en met name de Kroosjespruim komen regelmatig voor in oude hagen langs boomgaarden en in verwaarloosde tuinen. Ook in Zeeland zijn er in de hagen langs oude boomgaarden nog af en toe oude struiken terug te vinden. Behouden van deze kwetsbare oude struikgroepen ligt voor de hand. Helaas worden deze oude `verwilderde hagen` rondom boomgaarden regelmatig vernieuwd/ opgeknapt waardoor de laatste restanten van de wilde pruimen dan vaak verdwijnen. Verder onderzoek naar de oude relicten van wilde pruimen in Zeeland zou daarom snel moeten worden opgepakt om deze streekeigen soorten in kaart te brengen. Het ligt voor de hand dit onderzoek mee te nemen in ons SLZ-project “oude fruitrassen”. Het vermeerderen van deze struiken zou kunnen plaatsvinden door het uitgraven van opslag en dit weer elders te planten. Het enten op een onderstam is niet nodig. Aanplant van deze wilde pruimen kan plaatsvinden in de hagen rondom of in een overhoek van een of meerdere collectieboomgaarden met oude fruitrassen in Zeeland. Kortom, werk aan de winkel om de kwetsbare schoonheid van onze wilde pruimen te behouden!
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
31
Mengsels voor akkerranden Door: Alex Wieland, medewerker SLZ
In Zeeland liggen verspreid over de provincie, circa 550 hectare aan (reguliere) akkerranden. Het doel van deze randen is om een bijdrage te leveren aan specifiek aan akkers gebonden natuurwaarden. Deze natuurwaarden staan sterk onder druk. Het is dus nodig dat de akkerranden zo ingericht en beheerd worden dat ze een belangrijke rol kunnen spelen bij de akkernatuur. Voor deze randen wordt een beheerssubsidie ontvangen in het kader van de landelijke regeling Subsidie Natuur en Landschap (SNL). In het verleden werden de akkerranden ingezaaid met kleurrijke bloemenmengsels van soorten die van oorsprong niet in Nederland voorkomen. Voor inheemse dieren hebben deze soorten zeer weinig waarde. Sommige randen werden ingezaaid met een hoge zaaidichtheid van grasmengsel. Doordat de ingezaaide planten dichtbij elkaar staan is hier geen ruimte voor spontane ontwikkeling van kruiden en voor bodeminsecten die van nut zijn voor akkervogels. De afgelopen jaren zijn er diverse proefprojecten uitgevoerd om akkerranden te ontwikkelen die een hogere bijdrage leveren aan natuurwaarden en die goed toepasbaar zijn in de huidige landbouw. Een goede samenstelling van het zaadmengsel en juiste zaaidichtheid komt heel nauw. Er zijn 3 type akkerrandpakketten ontwikkeld: Patrijzenpakket, Leeuwerikpakket en Wintervoedselpakket. De gidssoorten zijn vogels, maar bij de ontwikkeling van de randen
32
Bolderik Foto: Sandra Dobbelaar
is sterk rekening gehouden met akkerflora en andere akkerfauna. Het geheel vormt een samenhangend systeem. Zonder de inheemse akkerflora zijn er minder insecten die hier op voorkomen en zijn er minder zaden beschikbaar gedurende de gehele winter. Dit betekent dan ook weer minder kansen voor akkervogels. Akkervogels zijn in de zomer afhankelijk van (bodem)insecten en in de winter van zaden. Het doel is dus het na bootsen van een natuurlijk akkerrandbiotoop. Patrijzenpakket Het patrijzenpakket bestaat voor een deel uit een kruidenmengsel. Dit zijn planten die van nature in bloemrijke bermen, randen van akkers, op dijken en in weilanden in Zeeland aangetroffen kunnen worden. Het mengsel wordt niet al te dik ingezaaid zodat er ook ruimte overblijft voor spontane ontwikkeling van planten. Het mengsel bevat een brede bloeiboog en de soorten hebben diverse kleuren, hierdoor ziet het er fraai uit:
Gewone rolklaver, Knoopkruid, Vogelwikke, Margriet, Korenbloem, Bolderik, Gele ganzenbloem, Gewoon duizendblad, Wilde peen, Luzerne, Pastinaak en Boerenwormkruid. Het is van groot belang dat de zaden in het mengsel daadwerkelijk afkomstig zijn van autochtoon (uit onze streek) materiaal. Bijvoorbeeld een Margriet uit Nederland bloeit enkele weken eerder dan een Margriet waarvan het zaad uit Hongarije komt. De vliegtijd van insecten is op de Nederlandse situatie afgestemd. Het zaad uit Hongarije is vaak wat goedkoper, maar voor de Nederlandse akkernatuur heeft deze geen waarde. Sterker nog, er bestaat kans dat er ziektes overgebracht worden op onze eigen Margriet. Een ander deel van de rand bestaat uit laag blijvende grassen en uit braakliggende grond. Hier is veel ruimte voor spontane ontwikkeling van akkerkruiden.
Het bestaat uit een graanmengsel en een grasmengsel. De zaaidichtheid is lager dan in de huidige landbouw het geval is. Hierdoor ontstaan er meer mogelijkheden voor spontane ontwikkeling van akkerkruiden. Aan het graanmengsel worden zaden van soorten toegevoegd die er fraai uitzien: Bolderik, Klaproos, Gele ganzenbloem en Korenbloem. Deze doen denken aan akkers van pakweg 60 jaar geleden en zorgen voor een mooi kleurenpalet. Het betreft voor een deel soorten die door de verbeterde zaaizaadschoning zijn verdwenen. In diverse akkerreservaten in Zeeland komen deze specifieke kruiden voor. Deze worden geoogst en toegevoegd aan de mengsels die op de akkerranden worden ingezaaid.
Een ander deel van de rand bestaat uit laag blijvende grassen. Het pakket bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels bestaat uit een mengsel van granen. Indien deze uit akkerreservaten afkomstig zijn kunnen hier ook veel akkerkruiden in zitten. Door het achterwege laten van bespuitingen en bemestingen ontstaat ruimte voor spontane ontwikkeling van akkerkruiden. De zaden hiervan blijven lang beschikbaar en zijn een voedselbron voor vogels op het eind van de winter als de granen op zijn.
Gele Ganzenbloem Foto: Sandra Dobbelaar
De betreffende bloemenmengsels zijn verkrijgbaar bij enkele zaadhandelaren in Zeeland. Let op dat het materiaal van Nederlandse herkomst is. Ook zijn er zaden beschikbaar uit Zeeuwse akkerreservaten. Informatie over de verschillende typen akkerranden, de inrichting hiervan en van het beheer is verkrijgbaar bij SLZ.
De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
33
! E I T AC gen
te gen n i g i n i bezu D oor: C
aro
k, m line Gelu
edewerk
er SL Z
Arno rent door mooi landschap Foto: LBN
Wij vragen iedereen die het cultuurlandschap een warm hart toedraagt ons te helpen met het zichtbaar maken waar we voor staan. Op maandag 17 oktober loopt Arno Willems, directeur van Landschapsbeheer Nederland, samen met de ondersteuning van diverse medewerkers en vrijwilligers van SLZ een halve marathon door Zeeland voor het behoud van ons cultuurlandschap. Zijn eindbestemming is Provincie Zeeland waar we een gesprek aangaan met Gedeputeerde de heer S. Heijning. Wij vragen hierbij jullie hulp, omdat we eigenlijk met velen (alle 2700 vrijwilligers en ieder die actief is in het Landschap) SLZ maken tot wat het is ! Kom langs de looproute staan, fietsen, loop mee of assisteer bij de begeleiding. Laat je zien! Ieder goed idee is welkom!!
34
11 x halve marathon & 1 x hele marathon Arno loopt 273 kilometer in 12 dagen voor het behoud van ons Nederlandse cultuurlandschap. Hij loopt maar liefst elf keer een halve marathon en de laatste dag een hele marathon. Dat is dus in totaal 273 kilometer! Elke dag loopt hij in een andere provincie en bezoekt hij als eindpunt het provinciehuis. Als laatste bezoekt hij de provincie ZuidHolland met als eindpunt de Tweede Kamer. Daar bieden we een oproep aan: ‘Houd ons Nederlandse cultuurlandschap op de been’. Het idee is dat deze oproep getekend wordt tijdens de ‘Loop voor Landschap’ door alle gedeputeerden.
Doel Het doel van dit evenement is het beheer en behoud van ons Nederlandse cultuurlandschap onder de aandacht brengen bij provincies en landelijke politiek. Landschap en onze organisaties dreigen tussen wal en schip te geraken. Wel steun, wel geprezen, maar te weinig budget en politieke aandacht voor het beheer van landschap. Het landschap vereist beheer en onderhoud. Het is moeilijk en kostbaar om al dit werk zonder financiële steun en deskundige organisaties te regelen. Landschapsbeheerorganisaties spelen daarin een belangrijke rol.
we kunnen rekenen. Ben je niet in de gelegenheid maar wil je wel je steun betuigen? Stuur ons dan een foto, kaart of tekening van een voor jou waardevol element in het cultuurlandschap van Zeeland (boerderij, landschap, plant, dier, etc.). Schrijf op de achterkant waarom het voor jou belangrijk is dat dit behouden blijft. We tonen deze bij het eindpunt van de loop aan de gedeputeerde. Zo kunnen we laten zien waar jij als inwoner aan denkt als het gaat over het cultuurlandschap in je eigen omgeving en wat jij belangrijk vindt.
Meedoen? Wil je meehelpen, meelopen, meefietsen, mee-organiseren, mee-assisteren of je gewoon langs de route of bij het Abdijplein laten zien? Meld je dan even aan via
[email protected] zodat we kunnen inventariseren op hoeveel mensen
Adres: Stichting Landschapsbeheer Zeeland Postbus 286 4460 AR, Goes.
Grenadierweg 15 4338 PG Middelburg Postbus 8021 4330 EA Middelburg Tel. 0118-629353 Fax 0118-613488
Updates en meer informatie kan je volgen op onze website!
Neringweg 11, 4501 PB Oostburg telefoon: 0117-474000 www.leenhoutssluis.nl
nieuwbouw verbouw restauratie asbestsanering
erkend restauratieaannemer De Boom In • HERFST 2011 • Stichting Landschapsbeheer Zeeland
35
Kort nieuws Vrijwilligersdag 2012 Noteer alvast in je agenda: zaterdag 11 februari 2012 is de jaarlijkse SLZ Vrijwilligersdag. De locatie is in Zuiddorpe te Zeeuws-Vlaanderen. Nadere info volgt t.z.t.
Foto: Roos Heijdens en Wim Roose
willigers kunnen hier gratis aan deelnemen. Nadere informatie/aanmelding te verkrijgen bij de administratie van SLZ.
Dit jaar alweer de 11e editie van deze nationale dag. Een ideale gelegenheid om kennissen, buren, collega’s, vrienden etc. mee de natuur in te nemen om te werken. Mede dankzij een subsidie in het kader van het Europese jaar van het vrijwilligerswerk kunnen onze vrijwilligers deelnemen aan een uitwisseling die we met Vlaanderen zijn aangegaan. Meedoen of meer info kun je vinden op onze website.
Kerkuilenvrijwilligers-infoavond met nieuwe inzichten Als kerkuilen-vrijwilliger wil je zo goed mogelijk voor deze vogels zorgen. Zo kun je denken aan: het zorgvuldig ophangen van de kast, het eruit halen van de vogels, het schoonmaken van de kast en het terughangen van de kast. De laatste jaren is er het e.e.a. veranderd op dit gebied. Graag willen we alle kerkuil-vrijwilligers een universele “update” geven zodat we allemaal werken volgende de laatste inzichten. Dit is één van de onderwerpen die op 7 en 14 december aan bod zal komen. Kijk op de website voor locatie en tijden.
Eerste Hulp bij Landschapsbeheer Een aantal jaren terug heeft Landschapsbeheer Nederland deze cursus speciaal voor de werkenden in het landschap opgezet. Op zaterdag 22 oktober organiseren we weer zo’n cursus samen met de Werkgroep Landschapsverzorging Walcheren. Alle vrij-
Aankondiging Thema-avond ‘Vrijwilligers en Soorten’ Op dinsdagavond 11 oktober organiseert SLZ een avond voor vrijwilligers die geïnteresseerd zijn in de bescherming van bijvoorbeeld weidevogels, uilen, vleermuizen boomkikker en kamsalamander etc. De avond is bedoeld als brede kennismaking met de soortenbescherming voor nieuwe vrijwilligers of voor werkzame vrijwilligers die ook in een ander seizoen actief willen zijn. Voor info en aanmelding info@slz. landschapsbeheer.nl
36