Inhoudsopgave
Colofon Tekst: Angelique Ende, Claire Tielens Eindredactie: Claire Tielens Vormgeving: C-kwadraat BNO, Amsterdam Drukwerk: Artoos Nederland BV, Rijswijk Foto omslag: Michiel Wijnbergh
Amsterdam, maart 2003
© 2003, Milieudefensie Campagne Landbouw en Voedsel Damrak 26 Postbus 19199 1000 GD Amsterdam servicelijn: 020 6262 620 e-mail:
[email protected] www.milieudefensie.nl/voedsel Deze brochure kwam tot stand mede dankzij een financiële bijdrage van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Inleiding Criteria Houdbare Groenten Bonduelle HAK Iglo (Unilever) Jonker Fris Zuivel Campina Danone Friesland Coberco/Friesche Vlag Uniekaas/Almho Vlees Cebeco/Plukon/Friki Dumeco Stegeman Unox (Unilever) Diversen Coca-Cola Enterprises Nederland B.V. (CCE-NL) CSM Suiker Heineken HEMA McDonalds Nestlé Numico/Nutricia Pepsi Overzicht Conclusies Aanbevelingen Bijlage Gegevens landelijk bestrijdingsmiddelengebruik Gegevens landelijke mineralenuitscheiding IKB KKM
3 5 6 6 6 8 9 11 11 12 13 15 16 16 16 17 18 20 20 20 21 22 23 24 25 26 27 29 30 32 32 32 33 34
Inleiding Er zijn inmiddels verschillende samenwerkingsverbanden tussen voedingsmiddelenbedrijven die zoeken naar mogelijkheden om tot een duurzame productie te komen. In 1995 is bijvoorbeeld de Stichting Duurzame Voedingsmiddelenketen (DuVo) opgericht. Een aantal bedrijven die in dit rapport besproken worden, zijn vertegenwoordigd in deze stichting, namelijk: Campina, CSM, Hak, Heineken, McDonald’s, Numico en Unilever. In een ander project: ‘The Sustainable Agriculture Initiative’ (SAI; 2002) werken Nestlé, Danone en Unilever samen.
Zijn er niet teveel bestrijdingsmiddelen gebruikt bij de teelt van deze pot sperzieboontjes? Mag de koe die dit pak melk heeft geproduceerd in de zomer de wei in? Zitten er genetisch gemanipuleerde ingrediënten in mijn pindakaas? Veel consumenten stellen zich dergelijke vragen als ze inkopen doen. Etiketten bieden vaak weinig informatie. Maar ook een diepgravender zoektocht, via milieujaarverslagen en websites, biedt consumenten nog weinig helderheid over de duurzaamheid van grondstoffen voor de voedingsmiddelenindustrie. Als voedingsmiddelenbedrijven al aandacht besteden aan hun milieuprestaties, dan gaat het meestal om onderwerpen vlakbij of in de fabriek: energie- en watergebruik en verpakkingsmateriaal. Maar consumenten willen ook weten wat de telers en boeren hebben gedaan om een zo gezond mogelijk product te maken met zo weinig mogelijk schade voor het milieu. Aan de boeren zelf kan een consument het niet vragen: hij of zij heeft wel een relatie met de voedingsmiddelenindustrie, niet met diens leveranciers, soms enkele stappen terug in de voedselproductieketen.
Voor dit rapport is onderzoek gedaan naar de mate van duurzaamheid van agrarische grondstoffen die gebruikt worden in de voedingsmiddelenindustrie. Aan verschillende grote bedrijven is gevraagd informatie te verstrekken hierover. De meeste bedrijven die in dit rapport besproken worden, besteden aandacht aan duurzaam ondernemen wat betreft het energie- en watergebruik in de fabriek. Dit aspect van duurzaam ondernemen zal hier echter niet besproken worden. De nadruk zal liggen op de agrarische component. Er zijn grote verschillen tussen de besproken bedrijven waardoor het moeilijk is de bedrijven met elkaar te vergelijken. In de eerste plaats hebben we te maken met verschillende sectoren (de onderverdeling die voor dit rapport is gebruikt, is de volgende: houdbare groente, zuivel, vlees en diversen). Deze bedrijfstakken zijn heel verschillend en lopen tegen verschillende knelpunten aan. Bovendien zullen verschillende bedrijven anders aankijken tegen hun verantwoordelijkheid voor duurzame agrarische productie. Bedrijven die verder af staan van de agrarische producent leggen de verantwoordelijkheid van duurzame productie over het algemeen sneller bij de primaire producent of de leverancier dan bedrijven die nauw betrokken zijn bij de productie. Ten onrechte, vindt Milieudefensie. Ook als er een aantal schakels tussen het voedingsmiddelenbedrijf en de boer zitten, is het A-merk verantwoordelijk voor het bieden van transparantie aan de consument. Voedingsmiddelenbedrijven kunnen zich hier niet achter verschuilen. Ook zijn er grote verschillen in de bereidheid tot het geven van informatie. Aangezien er beperkte mogelijkheden zijn voor het
Milieudefensie vindt dat voedingsmiddelenbedrijven moeten zorgen voor een duurzame agrarische productie van hun grondstoffen. Zij kunnen dit niet afdoen als een verantwoordelijkheid van hun leveranciers. Consumenten zijn voor hun informatie afhankelijk van de voedingsindustrie. Ze willen erop vertrouwen dat bekende merken letten op het milieu, ook bij de productie van grondstoffen zoals groenten, zuivel, vlees en andere agrarische grondstoffen. Er valt op dit gebied nog veel milieuwinst te behalen, onder andere door het gebruik van bestrijdingsmiddelen terug te dringen. De meest duurzame vorm van landbouw is volgens Milieudefensie de biologische landbouw, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en genetische manipulatie en waarbij dieren de ruimte krijgen. Milieudefensie wil graag zien dat meer A-merken hun naam, die het vertrouwen heeft van de consument, verbinden aan een biologisch product.
3
Criteria opsporen van andere bronnen dan de bedrijven zelf, maakt dit het moeilijk om volledig inzicht te krijgen in de problematiek. Deze mate van bereidheid zegt wel veel over transparantie van een bedrijf. Milieudefensie doet verschillende projecten ter stimulering van de transparantie van bedrijven. Doel van één van deze projecten is te komen tot bindende richtlijnen. Informatie die bedrijven publiceren in bijvoorbeeld een milieujaarverslag moeten hieraan voldoen. Milieudefensie werkt hierin samen met onder andere de Consumentenbond. Deze organisatie heeft een voorstel gedaan voor meer openbaarheid van productinformatie, in de vorm van een wetsvoorstel. De Consumentenbond wil ieder bedrijf verplichten om gevraagde informatie te leveren aan de volgende schakel in de productieketen. Als een bedrijf niet of ontwijkend reageert op een informatieverzoek kan de consument naar de rechter stappen. Milieudefensie ondersteunt dit idee van harte en zal in de conclusies nader ingaan op de noodzaak hiervan. Ondanks de genoemde beperkingen is toch geprobeerd om aan de hand van zes criteria een indruk te geven van de milieuvriendelijkheid van de grondstoffen van verschillende bedrijven. In een samenvattend overzicht zal worden weergegeven of er grote verschillen zijn tussen de besproken bedrijven.
Aan de hand van onderstaande zes criteria is beoordeeld in hoeverre de besproken voedingsmiddelenbedrijven hun grondstoffen duurzaam produceren en daar voldoende informatie over geven. Wij beseffen ons dat criteria altijd aanleiding geven tot discussie. Wij hebben hierbij niet de waarheid in pacht. Maar we horen van onze achterban welke vragen milieubewuste consumenten zich stellen bij het boodschappen doen. Daar hebben we onderstaande criteria op gebaseerd. Het eerste criterium, het hebben van een (milieu-)jaarverslag, zegt met name iets over de transparantie van het bedrijf. Is het bedrijf bereid inzicht te geven in bijvoorbeeld de gebruikte grondstoffen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen? In de praktijk blijkt vaak dat de gegeven informatie niet kwantitatief is. Soms blijven (milieu-)jaarverslagen steken in mooie woorden, die het bedrijf niet hard maakt. Daarom bekijken we bij het tweede criterium of er cijfers beschikbaar zijn waaruit blijkt dat het gebruik van milieubelastende stoffen daadwerkelijk afneemt. Met het derde criterium kijken we of de voedingsmiddelenbedrijven genetisch gemanipuleerde organismen (GGO’s) gebruiken. Wettelijk gezien is het toegestaan om bepaalde GGO’s te gebruiken. Het is op dit moment ook niet verplicht dit op het etiket te vermelden. Er kleven echter grote milieurisico’s aan het gebruik van genetisch gemanipuleerde planten. Het is daarom wenselijk dat GGO’s niet gebruikt worden in de producten, ook niet indirect via veevoer. Veel consumenten willen weten of er genetische manipulatie is gebruikt bij het maken van producten. Het vierde criterium gaat in op de vraag of de bedrijven agrarische grondstoffen grotendeels op de vrije markt kopen of dat ze langdurige relaties met leveranciers onderhouden. Alleen binnen langdurige relaties kan de voedingsmiddelenproducent eisen stellen aan de duurzaamheid van de productie. Bovendien is het de beste manier om consumenten transparantie te bieden. Kopen op de wereldmarkt bemoeilijkt de traceerbaarheid en controleerbaarheid. In de praktijk blijken allerlei certificatiesystemen, bedoeld om zonder vaste relaties toch zekerheid te bieden over voedselveiligheid, milieu en traceerbaarheid, niet waterdicht te zijn. Het vijfde criterium geeft aan in hoeverre er op dit moment concrete stappen worden ondernomen om samen met de 4
boeren of telers de milieubelasting van de agrarische productie te verminderen. Deze plannen kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat het bestrijdingsmiddelengebruik afneemt, dat minder kunstmest wordt gebruikt en dat teeltvrije zones rondom sloten de natuur beschermen. Met het laatste criterium laten bedrijven zien of er producten afkomstig zijn uit de biologische landbouw, volgens Milieudefensie de meest duurzame vorm van landbouw. We letten hierbij op de Nederlandse markt.
criteria 1. Heeft het bedrijf een recent (milieu-)jaarverslag beschikbaar, waarin informatie wordt gegeven over de duurzaamheid van de agrarische grondstoffen? 2. Zijn er cijfers over het gebruik van bestrijdingsmiddelen, kunstmest, diergeneesmiddelen of groeibevorderaars beschikbaar, waaruit een afnemend gebruik of milieubelasting in de afgelopen vijf jaar blijkt? 3. Zijn de producten die het bedrijf in Nederland op de markt brengt vrij van genetisch gemanipuleerde organismen (GGO’s)? 4. Koopt het bedrijf agrarische grondstoffen grotendeels op de vrije markt of onderhoudt het langdurige relaties met leveranciers? 5. Neemt het bedrijf samen met agrarische producenten concrete stappen om de milieubelasting verder terug te dringen dan wettelijk vereist is, inclusief gekwantificeerde doelstellingen, bijvoorbeeld door teeltvoorschriften of proefprojecten voor duurzame landbouw? 6. Produceert het bedrijf biologische producten (onder eigen merknaam, voor de Nederlandse markt)?
We hebben aan de hand van de verkregen informatie van de voedingsmiddelenbedrijven gekeken aan welke van de bovenstaande criteria de verschillende bedrijven voldoen. Ieder bedrijf krijgt een plusje of een minnetje voor elk criterium. Om tot een eindbeoordeling te komen is het aantal plusjes opgeteld, de minimale score is 0, maximaal kan een score van 6 behaald worden. 5
sector 1:
Houdbare Groenten
Bonduelle
5000 boeren in de beste groenteteeltgebieden van Europa. Het ideaalbeeld van de Bonduelle Agrodienst is biologische teelt. Bonduelle brengt sinds 2002 ook in Nederland biologische producten onder eigen merknaam op de markt. In andere Europese landen was dit al eerder het geval. (Bron: correspondentie)
De organisatie Bonduelle is een Frans familiebedrijf, dat in een groot aantal landen conserven (700.000 ton per jaar) en diepvriesgroente (300.000 ton per jaar) produceert. De producten die op de Nederlandse markt komen, zijn afkomstig van fabrieken in Frankrijk en België. Op beperkte schaal vindt contractteelt van bewaargroenten (winterwortelen, knolselderij en schorseneren) in Nederland plaats. 70 % van de verkopen van Bonduelle vindt plaats onder het Bonduelle-merk, de overige 30 % onder private labels. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • Bonduelle
Milieudefensie beoordeling Bonduelle 1. + Kort, toegankelijk verslag, waarin enige aandacht voor duurzaamheid van de teelt. 2. +/- Geen cijfers over bestrijdingsmiddelengebruik beschikbaar. Wel de vermelding dat Bonduelle, wat betreft bestrijdingsmiddelen en bemesting, regels hanteert die veel strenger zijn dan wettelijk eigenlijk nodig is. 3. + Geen GGO’s. 4. + Langdurige relaties met telers. 5. + Concrete voorschriften voor “gecontroleerde natuurvriendelijke teelt”. 6. + Sinds 2002 vijf verschillende biologische producten in Nederland.
conserven, diepvriesgroenten
Visie van Bonduelle op duurzaamheid Bonduelle is een tiental jaren geleden gestart met “la culture raisonnée” ofwel de “gecontroleerde natuurvriendelijke teelt”. Deze heeft tot doel om de totale agricultuurketen transparant te maken van grond tot mond. Respect voor de natuur en het milieu, waarbij het gebruik van bestrijdingsmiddelen zal moeten afnemen of in sommige gevallen zelfs helemaal verdwijnen. De producten moeten voldoen aan de MRL's (Maximum Residue Limits) van het land waar de groente geconsumeerd wordt. Het gebruik van kunstmest moet worden teruggedrongen gunste van organische mest. Van de organische mest moet de herkomst bekend zijn. GGO’s mogen niet worden gebruikt. Bonduelle beschrijft in het document “Pour des legumes sains cultives dans le respect de l'environnement” in meer detail de eisen die er gesteld worden aan teeltpercelen, teeltmethodes en traceerbaarheid. Bonduelle heeft haar eigen Service Agronomique (landbouwdienst) die bepaalt wat, wanneer, hoe verbouwd wordt, wanneer geoogst, hoe bewerkt en behandeld wordt. Kortom de geselecteerde boeren stellen eigenlijk hun grond ter beschikking. Bonduelle heeft overeenkomsten gesloten met meer dan
Beoordeling: 5,5 Bonduelle heeft langdurige relaties met telers, heeft een eigen landbouwdienst en geeft concrete teeltvoorschriften. De gestelde eisen gaan in enkele gevallen verder dan de wettelijke voorschriften (alleen curatief spuiten, liever organische mest). Bonduelle heeft in 2002 ook in Nederland biologische producten geïntroduceerd.
HAK De organisatie Sinds het begin van de jaren ’50 produceert HAK groenteconserven in glas. Jaarlijks worden 125 miljoen potten geproduceerd. Het assortiment bestaat uit meer dan 50 soorten groenten en fruit. De grondstoffen voor deze productie worden voor het grootste deel betrokken van 250 vollegrondstelers in de 6
krijgen in de mogelijkheden van biologische producten in Nederland. (Bron: Voortgangsrapportage ‘Waarborg van de (milieu) kwaliteit’,1999 en correspondentie)
Flevopolder en Goeree Overflakkee. De HAK producten worden voor het grootste deel afgezet in Nederland, België en Duitsland. HAK heeft in Nederland een marktaandeel van ruim zestig procent in de markt voor groenten in glas.(Bron: HAK & duurzame productie. 2001) Merken • HAK
Milieudefensie beoordeling HAK 1. + Voortgangsrapportage ‘Waarborg van de (milieu) kwaliteit’ uit 1999 (oorspronkelijk rapport uit 1998). Rapport ‘Hak & duurzame productie’ uit 2001. 2. +/- Het gebruik van een aantal gewasbestrijdingsmiddelen is ten opzichte van de periode 1985-1990 gedurende de afgelopen 10 jaar gehalveerd. Deze afname past in de landelijke trend. In 2002 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen stabiel gebleven ten opzichte van voorgaande jaren. 3. + Geen GGO’s. 4. + Langdurige relaties met de telers. De telers werken in opdracht van HAK en worden begeleid door teeltbegeleiders van HAK. 5. + Verschuiving naar milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen en verder onderzoek naar alternatieve middelen. Bodemonderzoek om de bemesting af te kunnen stemmen op de mineralenbehoefte van het gewas. 6. +/- HAK heeft aan Milieudefensie beloofd in 2003 biologische producten te introduceren.
conserven
Visie van HAK op duurzaamheid HAK heeft een intensieve band met zijn telers en stimuleert een milieuvriendelijke teeltwijze. Het gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen is ten opzichte van de periode 1985-1990 gedurende de afgelopen 10 jaar gehalveerd. In 2002 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen echter stabiel gebleven ten opzichte van voorgaande jaren. Een reden die hiervoor gegeven wordt is dat Hak meer milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen is gaan gebruiken. Deze middelen worden in hogere doseringen gebruik. Residugehaltes van gewasbeschermings-middelen liggen meestal ver onder de geldende wettelijke normen. HAK heeft in 2002 de introductie van biologische producten voorbereid. HAK stimuleert al enkele jaren de biologische teelt van zomergroenten op Nederlandse bodem. Er worden sinds 1998 biologische producten verwerkt in de reguliere producten. Tot voor kort zag HAK echter onvoldoende aanknopingspunten om volledig biologische producten op de markt te brengen. Volgens HAK is het namelijk nog steeds moeilijk om biologische zomergroenten in voldoende hoeveelheid en kwaliteit te verkrijgen. De teelt is risicovol en moeilijk. Bovendien kreeg HAK uit eigen onderzoek de indruk dat de consumentenvraag gering is. De biologische sector kan de komende tijd een verdere groei laten zien, onder meer door de promotiecampagne van de Taskforce Marktontwikkeling Biologische Landbouw. Met het oog op deze ontwikkeling heeft HAK de actie van Milieudefensie, “De Bestelling”, aangegrepen om een volgende stap te zetten in de ontwikkeling van biologische groente. HAK zal in 2003 enkele biologische producten introduceren. HAK hoopt hiermee nog meer inzicht te
Beoordeling: 5 Wat betreft de gangbare landbouw heeft HAK het bestrijdingsmiddelengebruik gehalveerd, wat in lijn is met de landelijke trend. Deze afname is vooral ontstaan doordat er minder grondontsmettingsmiddelen werden gebruikt. Het doel is een reductie van 70%. Verder streven de telers ernaar om een aantal middelen in de toekomst helemaal niet meer te gebruiken. HAK is sinds 1998 bezig met biologische teelt. Biologische producten van HAK komen er echter pas vanaf 2003. De redenen die hiervoor gegeven worden, zijn: grondstoffen voldoen niet aan de kwaliteitseisen (gebrek aan uniformiteit), voedselveiligheid, beschikbaarheid van biologische grondstoffen en onvol-
7
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
doende consumentenvraag. Naar aanleiding van de actie van Milieudefensie “De Bestelling” is duidelijk geworden dat er wel degelijk vraag is naar biologische producten. HAK zal in 2003 enkele volledig biologische producten op de markt brengen.
Iglo (Unilever) De organisatie Het Brits-Nederlandse beursgenoteerde bedrijf Unilever is een van de grootste voedingsmiddelenconcerns ter wereld, met een omzet van a 40,4 miljard in 1998. Een belangrijk deel van de omzet bestaat echter uit producten voor huishoudelijke en persoonlijke verzorging. Wat voedingsmiddelen betreft concentreert Unilever zich op margarine en olie, zuivelproducten, bakkerijproducten, ijs, frisdranken, diepvriesproducten, en culinaire producten. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • Aïki • Asian Delight • Becel • Benco • Bertolli • Bi-Fi • Blue Band • Boursin • Bona • Bressot • Brio • Brooke Bond • Calippo • Calvé • Carte d’Or • Colman’s • Conimex • • • • •
Cornetto Croma Duryea Flora Hertog
Pasta IJs Margarine Instant chocodrank Olie Vleesproduct Margarine, Kaas Margarine Kaas Margarine Thee IJs Mayonaise, sauzen, IJs Sauzen Kruiden, Ketjap e.d. voor de oosterse keuken IJs Bak- en braadproduct Allesbinder, maïzena, custard Margarine IJs
Iglo Knorr Lätta Linera Lipton Magnum Max Mazola Mora Ola Olivio Planta Ragú Rama Royco Slim.Fast Solero Uno Unox Viennetta Winner Taco Yofresh Zeeuws meisje Zwan
Diepvriesgroente en visproducten Soepen, sauzen, kruidenmixen Margarine Laagcalorische producten Thee, theedrank IJs IJs Maisolie Vleesproduct IJs Olie Margarine Sauzen Margarine Soep Dieetproduct IJs Soepen Soep, vleesproduct IJs IJs Dressing Margarine Vleesproduct
Visie van Iglo (Unilever) op duurzaamheid Unilever onderschrijft het principe van duurzame ontwikkeling: voldoen aan de behoefte van vandaag zonder toekomstige generaties beperkingen op te leggen. In geheel Unilever staan productveiligheid, de gezondheid en veiligheid van de medewerkers en de zorg voor het milieu centraal bij het ontwikkelen van de ondernemingsstrategie. Unilever voert wereldwijd verschillende projecten uit om de teelt van bepaalde gewassen duurzamer te maken. Duurzame visvangst is een van de pijler van Unilevers duurzaamheidsbeleid. In 1997 heeft Unilever, samen met het Wereldnatuurfonds, de Marine Stewardship Council (MSC) opgericht. Dit is een onafhankelijke organisatie die criteria formuleert voor duurzame visvangst. Unilever heeft toen toegezegd dat zij in 2005 alleen maar duurzaam gevangen vis in haar producten zal verwerken, mits er voldoende gecertificeerde vis beschikbaar is. (Bron: Mensen, merken, maatschappij. Unilever. 2002) 8
Jonker Fris
Unilever is voorstander van het verantwoord gebruik van moderne biotechnologie. Wel zal er effectieve controle moeten plaatsvinden door de regelgevende instanties. Ook informatie over de toepassing ervan zal worden verstrekt. Het gebruik van deze technologie om voedselgewassen te verbeteren, kan belangrijke voordelen voor de mens opleveren. (Bron: website)
De organisatie Sinds 1999 is Jonker Fris overgenomen door het Britse voedingsmiddelenconcern Hillsdown International, waarvan de naam sinds 2002 veranderd is in Premier Foods. Premier Foods is sterk in frisdrank, biscuits, jams, sauzen, kippenvlees, wijn en gedestilleerd De Nederlandse dochter realiseerde in 1998 een omzet van a 232 miljoen. Conservenfabriek Jonker Fris (omzet a 41 miljoen) levert eenderde onder eigen merken (Jonker Fris, Poorter en Burcht), en tweederde onder huismerken van grote winkelketens in met name Nederland en Duitsland. Jonker Fris verwerkt jaarlijks zo'n 40.000 ton grondstoffen. Het gaat om de groepen groenten, peulvruchten en fruit. De groep zomergroenten omvat producten als doperwten, sperziebonen en wortelen die vooral in Nederland (90%) worden ingekocht. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Milieudefensie beoordeling Iglo (Unilever) 1. + Unilever heeft een samenvattend milieujaarverslag (2001) en folders over diverse milieuonderwerpen, waaronder duurzame landbouw. 2. Concrete cijfers over bestrijdingsmiddelen staan niet in de folders. Na een interessante excursie naar een proefproject en na enig doorvragen kregen we enkele cijfers over het gebruik van bestrijdingsmiddelen op Duitse spinazie. Dat is constant, de laatste jaren. 3. + Geen GGO’s in de producten in Europa. Omdat er in de Verenigde Staten wel GGO’s gebruikt worden kan Unilever geen 100% garantie geven. 4. +/- Plantaardige oliën worden in bulk ingekocht. Een deel van de overige ingrediënten, zoals spinazie, worden geteeld door telers waar Unilever een langdurige relatie mee heeft. 5. + Unilever probeert in het kader van haar project duurzame landbouw de milieubelasting van een aantal teelten terug te dringen. Unilever richt zich daarbij op een groot aantal criteria. Het gaat om het uittesten van methodes in proefprojecten. Er zijn geen kwantitatieve doelstellingen met tijdpad uitgezet. 6. In Nederland verkoopt Iglo (Unilever) geen biologische producten. Wel een paar in andere landen.
Merken • Burcht • Chivers • Jonker Fris • Poorter
conserven jam conserven conserven
Visie van Jonker Fris op duurzaamheid De teelt vindt plaats onder begeleiding van Jonker Fris, hierbij worden er eisen gesteld en adviezen gegeven met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het bestrijdingsmiddelengebruik (aantal kilo's actieve stof per hectare) is in 2002 ten opzichte van 1998 met 50% gereduceerd. Jonker Fris wil in 2005 een extra reductie van 25% bereiken. Daarbij gaat het bedrijf uit van geïntegreerde teelt, waarbij gekeken wordt naar volksgezondheid, voedselveiligheid, arbeidsomstandigheden en milieubelasting. Certificering van leveranciers en telers is noodzakelijk en maakt zichtbaar hoe de agrarische ondernemer werkt op diverse gebieden. Voor peulvruchten (afkomstig uit de VS en Canada) en fruit (uit Polen) gelden door Jonker Fris opgestelde grondstofspecificaties. Bij binnenkomende grondstoffen vinden ingangscontroles plaats en worden steekproefsgewijs monsters genomen. Deze worden
Beoordeling: 3,5 Duurzaamheidsbeleid is belangrijk voor Unilever. Met name wat betreft de visvangst zijn er concrete afspraken gemaakt. Helaas heeft Iglo (Unilever) geen biologische producten in Nederland. De doelstellingen bij de proefprojecten zijn niet gekwantificeerd. Het “continue leerproces” is daarom moeilijk te beoordelen door buitenstaanders. Het is ook onduidelijk wanneer verbeteringen uit de proefprojecten in de hele productie zullen worden ingevoerd.
9
sector 2:
Zuivel
Campina
door een onafhankelijke instantie beoordeeld op de aanwezigheid van residuen. Jonker Fris produceert voor de Nederlandse markt geen biologische producten, wel voor de Engelse markt, waar biologische producten in blik geaccepteerd worden. Jonker Fris is van mening dat blik en biologisch, volgens de Nederlandse consument, niet bij elkaar passen. Jonker Fris kan bij gebrek aan een productielijn voor groente in glas daardoor geen biologische producten introduceren in Nederland. (Bron: correspondentie en gesprek)
• • • • •
De organisatie Campina Melkunie is met een omzet van a 3,5 miljard in 1998 het tweede zuivelbedrijf van Nederland. Het is nog steeds een coöperatieve onderneming, die vooral in Nederland, België en Duitsland actief is. Naast zuivelproducten maakt het bedrijf ook halffabrikaten voor de voedings- en farmaceutische industrie. Campina Melkunie is bovendien marktleider op het gebied van de biologische zuivelproducten, via zijn dochterbedrijven De Zwaluw en Zuiver Zuivel/De Vereeniging. Biologische zuivel wordt verkocht onder het eigen merk De Groene Koe, en onder meer onder het huismerk van Albert Heijn. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Milieudefensie beoordeling Jonker Fris 1. - Geen milieujaarverslag. 2. + Cijfers over bestrijdingsmiddelen beschikbaar. 3. + Geen GGO’s. 4. + Langdurige relatie met telers. 5. + Kwantitatieve doelstellingen ter reductie van bestrijdingsmiddelengebruik. 6. - Geen biologische producten in Nederland.
• • • • • • • • • • • • • • • • 10
Room Dessert Dessert Yoghurtdrank Dessert
Visie van Campina op duurzaamheid Campina voelt zich verantwoordelijk voor de milieuaspecten die samenhangen met de melkverwerking, en streeft naar een duurzame ontwikkeling in de gehele keten. Milieubelasting door de melkveehouderij en haar toeleveranciers maakt een aanzienlijk deel uit van de totale milieubelasting in de zuivelsector. Campina is dan ook een groot voorstander van adequate beheersing en beperking van de milieubelasting bij deze schakels in de keten. Een intentieverklaring in het kader van de Integrale Milieu Aanpak Melkveehouderij (IMA-M) had een stap in de goede richting kunnen zijn. Alle deelnemers waren het immers in principe eens over de uitgangspunten. Helaas liet de minister van Landbouw in september 2000 weten dat hij de intentieverklaring niet wenste te ondertekenen. In de ogen van Campina en andere partijen een gemiste kans om afspraken te maken over een pro-actieve, integrale aanpak van de milieuproblematiek rond de melkveehouderij. Ook al ligt het IMA-M proces nu stil, het terugdringen van de milieubelasting in de melkveehouderij gaat gewoon door. Allereerst dwingt de wet de veehouders maatregelen te nemen. Daarnaast bestrijden veel veehouders de milieubelasting met eigen initiatieven, onder meer door mee te werken aan onderzoeksprojecten als Koeien en Kansen. Toch is Campina van mening dat een integrale aanpak (over de hele breedte van de melkveehouderij) de beste manier is om de milieubelasting van de melkveehouderij te verminderen. Voor een duurzame ontwikkeling van de melkveehouderij is een dergelijke aanpak van de milieubelasting noodzakelijk. Campina zal zich daarom, met het oog op een duurzame ontwikkeling van de veehouderij, inzetten om het IMA-M proces weer op gang te brengen. Allereerst door interne discussie met de veehouders. Daarnaast
Merken • Altena • Botergoud • Braadgoud • Campina
Beoordeling: 4 Jonker Fris heeft langdurige relaties met telers, heeft een eigen certificeringsysteem en geeft concrete teeltvoorschriften. Bovendien heeft het bedrijf duidelijke reductiedoelstelling wat betreft het bestrijdingsmiddelengebruik. Het is voor buitenstaanders niet inzichtelijk wat de geïntegreerde teelt bij Jonker Fris betekent en in hoeverre dit verder gaat dan de wettelijke milieueisen. Jonker Fris laat zich door praktische problemen afschrikken bij het introduceren van biologische producten in Nederland.
Schenkroom Smuldessert Vifit Yogho Yogho Zacht en Luchtig
Kaas Boter Bak- en braadproducten Kaas, boter, langhoudbare zuivel Chocodrink Chocoladedrank Damtaler Kaas De Groene Koe Biologische melk Delicatess Zuivelproducten Esprion Halffabrikaat Excellion Halffabrikaat Fruitpower Yoghurtdrank Klop Klop Room Melkunie Verse zuivel Milner Kaas Mona Dessert MonChou Kaas Optimel Dessert, yoghurtdrank Passendale Kaas Pharmatose Halffabrikaat Room Culinair Room 11
Beoordeling: 3,5 Campina heeft langdurige relaties met melkveehouders en geeft via het KKM-systeem concrete voorschriften. Het bedrijf is een voortrekker bij initiatieven in brancheverband om de milieueffecten van de melkveehouderij te verminderen. Het bedrijf staat, net als andere zuivelbedrijven, het gebruik toe van genetisch gemanipuleerd veevoer voor zover dat is toegelaten in de EU. Het assortiment biologische producten is breder dan bij Friesche Vlag. De reclame voor biologisch is beperkt.
wil Campina, samen met de partners in het IMA-M proces, de minister van Landbouw overtuigen van het nut van deze opzet. Ook biedt ketenaanpak de mogelijkheid bij te dragen aan milieubeheersing op melkveehouderijen; een goed voorbeeld hiervan is het KKM-programma (Keten Kwaliteit Melk). Campina heeft langdurig contact met leveranciers en stelt KKMeisen aan hen. In het KKM-systeem komen de volgende aspecten aan de orde: diergeneesmiddelen, diergezondheid en -welzijn, voer en water, melkwinning, -bewaring en inrichting, reiniging en desinfectie, milieu en afvalstoffen. Over het algemeen liggen de KKM-eisen op het wettelijke niveau. Meer dan 99 procent van de Nederlandse melkveehouders voldoet aan de KKM eisen.
Danone De organisatie Het beursgenoteerde Franse bedrijf is een van de drie grootste voedingsmiddelenconcerns in Europa, met een omzet van a 12,9 miljard in 1998. Het bedrijf concentreert zich nu op de drie productgroepen waarin het in veel landen marktleider is: zuivelproducten, frisdrank, en biscuits. In Nederland claimt Danone met LU en Liga marktleider te zijn in de markten voor zoete biscuits, baby- en kindervoedingbiscuits en verantwoorde tussendoortjes. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Campina verkoopt in Nederland verschillende biologische producten, onder de merknamen De groene koe en Zuiver Zuivel. De producten krijgen sinds kort bovendien “Campina” als merknaam mee. Biologische producten zijn onder andere melk, karnemelk, yoghurt, vla, slagroom, crème fraîche, kwark, vla's, vruchtenyoghurts, verschillende soorten kaas en boter. (Bron: Campina milieujaarverslag 2000) Milieudefensie beoordeling Campina 1. + Milieujaarverslag en diverse artikelen op website gaan uitgebreid in op duurzame melkveehouderij. 2. KKM-systeem controleert het gebruik van diergeneesmiddelen. Groeibevorderaars worden niet toegepast. Er zijn echter geen cijfers beschikbaar. 3. Geen GGO’s in de producten, wel in veevoer. 4. + Langdurige relaties met melkveehouders. 5. +/- In KKM-verband worden concrete duurzaamheidseisen gesteld aan melkveehouders, deze gaan echter nauwelijks verder dan de wettelijke minimumeisen. Campina speelt een voortrekkersrol in brancheverband bij het verminderen van de milieubelasting van de melkveehouderij. 6. + Reeks biologische producten.
Merken • LU • Liga • Danone • Evian • Kronenbourg • Galbani • Volvic • Grimbergen • Brugs • De Beukelaer
Biscuits Biscuits, crackers Zuivelproducten Mineraalwater Bier Vleesproducten Mineraalwater Bier Bier Biscuits
Visie van Danone op duurzaamheid DANONE Group is van mening dat geïntegreerde landbouw een belangrijke stap is in de goede richting. Maar hiermee keert Danone niet de rug naar de biologische landbouw, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de ontwikkeling van biologische yoghurt in de Verenigde Staten. 12
5. + Projecten voor duurzame landbouw (melk en graan). 6. - Geen biologische producten.
Geïntegreerde landbouw is een nieuwe benadering van voedselproductie, ontwikkeld in Frankrijk in 1993 door FARRE, een forum dat geïntegreerde, milieuvriendelijke landbouw stimuleert. Deze organisatie zoekt een middenweg tussen economie en ecologie. Hierbij worden voedselkwaliteit, voedselveiligheid, milieuvriendelijke productie en een goed lopend bedrijf gecombineerd. Bij de geïntegreerde landbouw wordt minimaal gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. In 2001 and 2002 heeft DANONE Group drie geïntegreerde landbouw pilotprojecten geïntroduceerd in de zuivel, graan en fruit productie. De eerste resultaten zijn bemoedigend, de deelnemende boeren zijn bereid in deze richting verder te gaan. DANONE Group werkt sinds 2002 samen met Nestlé and Unilever in het project: Sustainable Agriculture Initiative (SAI). Het doel is om met boeren en consumenten samen te werken om ideeën uit te wisselen, eerst in Europa en later op wereldschaal. De SAI omschrijft duurzame landbouw breder dan geïntegreerde landbouw alleen. Het omvat ook het gebruik van natuurlijke grondstoffen, zoals energiebronnen, en de economische en sociale invloeden op de lokale bevolking. (Bron: Social and envrionmental responsibility, 2001 report) Danone produceert geen biologische producten in Europa om drie redenen: • Volgens Danone zijn er geen grote hoeveelheden biologische melk voorhanden. • De geografische ligging van de fabrieken stemt niet overeen met de productiezones van biologische melk. • Danone is ervan overtuigd dat een groot deel van de consumenten de meerkosten van de biologische producten ten opzichte van de gangbare niet wil betalen. (Bron: correspondentie)
Beoordeling: 3 Danone rekent een duurzame agrarische productie tot haar verantwoordelijkheid en voert projecten uit met boeren (graan en melk) om die duurzaamheid te vergroten. Daarbij wordt een opvallend breed scala aan aspecten betrokken, zoals bijvoorbeeld het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in grasland, bestemd voor melkkoeien. Kwantitatieve gegevens en doelstellingen voor deze projecten of voor de gehele “geïntegreerde teelt” ontbreken echter in de informatie, waardoor de consument niet kan beoordelen of er vooruitgang is en hoeveel. Danone stelt milieueisen aan leveranciers en begeleid de agrarische productie. Het is niet duidelijk in hoeverre Danone alle grondstoffen van bekende leveranciers betrekt. Het milieujaarverslag en de website zwijgen over genetische manipulatie. Danone brengt geen biologische producten op de markt in Europa.
Friesland Coberco/Friesche Vlag De organisatie Friesland Coberco is met een omzet van a 4 miljard in 1999 het grootste zuivelconcern van Nederland, en behoort tot de mondiale top vijf. Friesland Coberco Dairy Food Holding NV is eind 1997 ontstaan uit een fusie van vier zuivelcoöperaties, en is eigendom van de nieuwe Zuivelcoöperatie De Zeven Provinciën U.A. Friesland Coberco is behalve op de zuivelmarkt ook een belangrijke speler op de markt voor frisdranken (via dochter Riedel, die Appelsientje en aanverwante vruchtensappen maakt) en kindervoeding. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Milieudefensie beoordeling Danone 1. + Er is een sociaal- en milieujaarverslag dat uitgebreid aandacht besteed aan duurzame landbouw. 2. - Geen kwantitatieve gegevens over bestrijdingsmiddelen of diergeneesmiddelen. 3. - Geen informatie over GGO’s. 4. + Melkveehouders en andere leveranciers moeten aan een aantal (milieu-)eisen voldoen en krijgen ondersteuning van Danone bij problemen.
Merken • Ananasje • Appelsientje • Around the World • Balance • Bessola • Cantenaar 13
Vruchtensap Vruchtensap Dessert Koffiemelk Dessert Kaas
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Chocomel Choq Completa Congress Coolbest/Vitaday Crazy Milk Debic Delicia Deminal Domo Domolat DubbelCooler DubbelDrank DubbelFriss Dutch Lady Foremost Frico Friesche Vlag Friso Frisolac Frisomel Fristi Goudband Halvamel Hollandia Jubilee Hot Chocolate Kernhem Koksgeheim Kollumer Langlekker Luchtig Toetje Milk & Fruit Natuurbest Rythm Slankie Taksi Toefjes
Visie van Friesland Coberco op duurzaamheid Friesland Coberco Dairy Products stimuleert duurzaamheid in andere schakels van de voortbrengingsketen, zoals de productie van boerderijmelk. Consumenten verwachten dat boerderijmelk veilig, verantwoord en zorgvuldig wordt voortgebracht met aandacht voor diergezondheid en dierwelzijn en voor natuur en milieu. Friesland Coberco vindt een duurzame ontwikkeling van de melkveehouderij van groot belang. De onderneming hecht veel waarde aan het eigen kwaliteitsborgingsysteem voor de winning van boerderijmelk op de Nederlandse melkveebedrijven, waarin deze aspecten zijn opgenomen. In dit borgingssysteem zijn alle aspecten van het landelijk borgingssysteem Keten Kwaliteit Melk (KKM) meegenomen. In het KKM-systeem komen de volgende aspecten aan de orde: diergeneesmiddelen, diergezondheid en -welzijn, voer en water, melkwinning, -bewaring en inrichting, reiniging en desinfectie, milieu en afvalstoffen. Over het algemeen liggen de KKM-eisen op het wettelijke niveau. Meer dan 99 % van de Nederlandse melkveehouders voldoet aan de KKM eisen. Ook in een vervolg op de Integrale Milieuaanpak Melkveehouderij (IMA-M) werkt de branche aan milieuverbeteringen. De belangrijkste grondstof van Friesland Coberco is melk die voor het grootste deel afkomstig is van 11.900 melkveehouderijbedrijven die lid zijn van Zuivelcoöperatie De Zeven Provinciën U.A. De aandelen van Friesland Coberco Dairy Foods Holding N.V. zijn in handen van Zuivelcoöperatie De Zeven Provinciën U.A. (Bron: jaarverslag 2001) Friesche Vlag produceert zes biologische producten, die ongeveer 5% van de omzet uitmaken. Er zit een lichte groei in. Alleen deze zes producten hebben voldoende omzetsnelheid voor biologisch. In hun gangbare variant vormen deze producten 80% van de zuivelomzet. Biologisch loopt, maar niet goed genoeg. Friesche Vlag heeft een biologische fabriek in Drachten. Die wordt nu niet volledig benut. Duurzaamheidseisen ten aanzien van de inkoop stelt Friesche Vlag in brancheverband. Het bedrijf wil niet op duurzaamheid de concurrentieslag aangaan. (Bron: gesprek met dhr. Roetert (managing director Friesche Vlag) en dhr. Buck (director corporate food safety & dairy affairs, Friesland Coberco), 15 augustus 2002).
Chocoladedrank Chocoladedrank Koffiecreamer Boterproducten (industrieel gebruik) Vruchtendrank Zuiveldrank Room, dessert, ijs (industrieel gebruik) Zuivelproducten (industrieel gebruik) Halffabrikaten Lang houdbare zuivel Halffabrikaten Frisdrank Vruchtendrank Frisdrank Houdbare zuivel Verse en lang houdbare zuivel Kaas Verse en lang houdbare zuivel, koffiemelk Softijs, milkshake (horeca) Kindervoeding Kindervoeding Yoghurtdrank Koffiemelk Koffiemelk Zuivel (horeca) Chocoladedrank Kaas Room Kaas Houdbare zuivel Dessert Zuiveldrank Biologische zuivel Drinkontbijt Kaas Frisdrank Slagroom
14
• •
Milieudefensie beoordeling Friesland Coberco 1. + Jaarverslag bevat informatie over duurzaamheid in andere schakels van de voortbrengingsketen. 2. - KKM-systeem controleert het gebruik van diergeneesmiddelen. Groeibevorderaars worden niet toegepast. Er zijn echter geen cijfers beschikbaar. 3. - Geen GGO’s in de producten, wel in veevoer. 4. + Langdurige relaties met melkveehouders. 5. - In KKM-verband worden concrete duurzaamheidseisen gesteld aan melkveehouders, deze gaan echter nauwelijks verder dan de minimale wettelijke eisen. 6. + Zes biologische producten in Nederland.
Desserts Biologische yoghurt en kaas
Milieudefensie beoordeling Uniekaas 1. - Geen (milieu-)jaarverslag of informatie op internet over duurzame agrarische productie. 2. - Geen cijfers over bestrijdingsmiddelengebruik of diergeneesmiddelen. 3. - Geen gegevens bekend over het gebruik van GGO’s. 4. - Geen informatie over langdurige relaties met melkveehouders. 5. - Geen informatie over concrete stappen met boeren. 6. + Biologische yoghurt en kaas onder het merk Landfluweel.
Beoordeling: 3 Friesche Vlag heeft langdurige relaties met melkveehouders en geeft hen via het KKM-systeem concrete voorschriften, deze gaan echter niet veel verder dan de wettelijke minimumeisen. Het bedrijf ondersteunt initiatieven in brancheverband om de milieueffecten van de melkveehouderij te verminderen. Concrete stappen worden echter niet genoemd. Friesche Vlag probeert niet om duurzamer te zijn dan andere bedrijven. Het bedrijf staat, net als andere zuivelbedrijven, het gebruik van genetisch gemanipuleerd veevoer toe voor zover dat is toegelaten in de EU. De reclame voor biologische producten is beperkt.
Beoordeling: 1 Uniekaas/Almhof heeft ook na herhaalde vragen geen informatie gegeven over de duurzaamheid van de door haar ingekochte agrarische grondstoffen. Ook op de websites is hier geen informatie over te vinden, noch over andere aspecten van haar milieubeleid. Het lijkt er dus op de Uniekaas/Almhof zich niet erg verantwoordelijk voelt voor een duurzame voedselproductieketen. De biologische producten zijn weinig zichtbaar.
Uniekaas/Almhof De organisatie Uniekaas is een Nederlandse producent van kaas en desserts, met een omzet van a 193 miljoen per jaar. Het bedrijf ontstond in 1999 door het samengaan van zes kaasgroothandels, die al langer samenwerkten onder het Uniekaas-merk. Op de Nederlandse kaasmarkt heeft het bedrijf een marktaandeel van 13 %. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • Uniekaas • BonAmi • Parrano
Almhof Landfluweel
Kaas Franse kaassoorten Italiaanse kaassoorten 15
sector 3:
Vlees
Cebeco/Plukon/Friki
Beoordeling: 0 Cebeco geeft geen enkele informatie waaruit blijkt dat het bedrijf verantwoordelijkheid neemt wat betreft duurzame agrarische productie. Er zijn geen plannen voor de ontwikkeling van biologische producten. Plukon is van mening dat de consument de meerprijs te hoog zal vinden en voor het reguliere assortiment zal kiezen. Wel zijn ze bezig met het welzijnsvraagstuk bij vleeskuikens, zo blijkt uit correspondentie. Onduidelijk is wat hier precies mee bedoeld wordt. Vanuit het oogpunt van voedselveiligheid zijn ze er niet van overtuigd dat een biologisch product een meerwaarde biedt voor de consument vanwege factoren zoals dioxine en campylobacter.
De organisatie Cebeco is een samenwerkingsverband van 23 agrarische coöperaties, waarvan bij elkaar 40.000 boeren en tuinders lid zijn. De totale groepsomzet van de meerderheidsdeelnemingen en lidcoöperaties ligt rond de a 6,8 miljard. De geconsolideerde omzet van Cebeco bedroeg a 2,7 miljard in 1998, waarvan a 1,3 miljard in Nederland. Op de consumentenmarkt is Cebeco marktleider op de markt voor kippenvlees, via Plukon (omzet a 299,5 miljoen in 1998, waarvan a 101,2 miljoen in Nederland), Plusfood en de recente samenwerking met La Royale Holding. Het bekendste merk is Friki. Verder is Cebeco een grote speler op het gebied van vleeswaren en aardappelen (via 70%-dochter Aviko), varkensvlees (via een aandeel van 14,3% in Dumeco), kant-en-klaar-maaltijden, groenten, fruit en eieren. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • Friki • Hoy • Hulshof • Schop • Zonnenberg • Delta • Aviko
Dumeco De organisatie Dumeco (Dutch United Meat Company) ontstond in 1995 uit een fusie van de slachtcoöperaties Cehave-Encebe en Coveco met de private onderneming Gupa. De aandeelhouders zijn Ceha-ve-Encebe (41,5-%) Coveco Beheer (22%), Coöperatie Coveco (7,5%), NCB Tilburg (18%) en Gupa (11%). Met een jaaromzet van van a 2,4 miljard in 1998 is Dumeco in Nederland de grootste vleesverwerker, en binnen Europa de tweede. Op de Nederlandse var-kensvleesmarkt, heeft Dumeco een marktaandeel van ongeveer 35%. Dumeco is ook een belangrijke runderslachter. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Kippenvlees Vleeswaren Vleeswaren Vleeswaren Vleeswaren Vleeswaren Aardappelproducten
Milieudefensie beoordeling Cebeco 1. - Geen milieujaarverslag. 2. - Geen cijfers over diergeneesmiddelen en groeibevorderaars. 3. - Geen gegevens bekend over het gebruik van GGO’s 4. - Geen informatie over langdurige relaties. 5. - Geen informatie over concrete stappen met boeren. 6. - Geen biologische producten.
Merken • Dumeco • Good Farming • Bovian • Encebe • De Groene Weg
16
Varkensvlees Varkensvlees en -vleesproducten Rundvlees Vleeswaren Biologisch vlees
5. - Geen concrete stappen met boeren om milieubelasting te verminderen. 6. + Biologische producten via ‘De Groene Weg’.
Visie van Dumeco op duurzaamheid Binnen het programma Good Farming Retail worden naast eisen ten aanzien van dierenwelzijn ook milieueisen gesteld. Zo dienen boeren naast een geldende milieuvergunning en een goede mineralen boekhouding ook aandacht te besteden aan de welzijnseisen. Een van de kwaliteitslijnen van Dumeco is de biologische lijn Good Farming EKO (vanaf 2000); sinds 2001 is het assortiment verder uitgebreid door de overname van De Groene Weg. Samen met klanten werkt Dumeco continu aan het verbeteren van de kwaliteitsprogramma’s. Er wordt naar gestreefd om aan nieuwe klantenwensen op het gebied van voedselveiligheid, welzijn, milieu, residuen en GGO’s te voldoen.(Bron: website) Dumeco kiest voor een beleid om samen met leveranciers te zoeken naar oplossingen voor milieuknelpunten. Met behulp van nieuwe technologieën en/of optimaal gebruik maken van huidige kennis kan de druk op het milieu worden verminderd. Een andere weg is de verdere ontwikkeling van de biologische landbouw waarbij Dumeco door de overname van de biologische vleesproducent De Groene Weg nadrukkelijk betrokken is. Op het niveau van de eigen productieactiviteiten is Dumeco in 2001 gestart met het opstellen van een bedrijfsmilieuplan per productielocatie. Deze plannen gaan over de periode 2001-2004 en gaan met name over maatregelen op het gebied van energie- en watergebruik. (Bron: Jaarverslag 2001)
Beoordeling: 2 De Groene Weg is de duurzame component van Dumeco. Wat betreft de gangbare producten kan er nog een hoop gebeuren. Uit het jaarverslag blijken weliswaar goede bedoelingen maar echt concrete stappen om te komen tot een duurzamere landbouw worden niet genoemd.
Stegeman De organisatie Stegeman maakt deel uit van een groter concern; Sara Lee Corporation, een bekende Amerikaanse onderneming met 140.000 medewerkers, die wereldwijd merkartikelen op de markt brengt. Sara Lee richt zich actief op sterke merken als Douwe Egberts, Champion, Ambi-Pur en Sanex. In Europa brengt dochteronderneming en marktleider Sara Lee Foods Europe, consumenten vleesproducten. Stegeman is marktleider op het gebied van vleeswaren in Nederland. Onder het merk Meester Stegeman worden onder andere droge worst, leverworst, paté, gekookte worst, maaltijdcomponenten/ingrediënten en een breed pakket gesneden vleeswaren verkocht. Een groot deel (85%) wordt geproduceerd voor private labels (onder andere voor Albert Heijn). Stegeman koopt vlees in via Dumeco en Sturko. (Bron: website, correspondentie)
Milieudefensie beoordeling Dumeco 1. + Geen milieujaarverslag, wel enige informatie over duurzame agrarische grondstoffen in jaarverslag en op website. 2. - Geen cijfers over diergeneesmiddelen, groeibevorderaars, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. 3. - Geen gegevens bekend over het gebruik van GGO’s 4. - Onbekend of er langdurige relaties zijn met leveranciers (bij De Groene Weg zijn deze er wel). Wel kan Dumeco van elk dier de herkomst en voeding achterhalen vanwege de integrale ketenbeheersing (IKB)
Merken • Meester Stegeman
vleeswaren
Visie van Stegeman op duurzaamheid De agrarische productie is drie stappen terug in de keten en daarom moeilijk te controleren voor Stegeman. Het bedrijf vindt dat dit de verantwoordelijkheid is van de leveranciers, Dumeco 17
en Sturko. Het vleeswarendeel is maar tien procent van de totale varkensafzet, volgens Stegeman heeft het bedrijf daarom maar weinig invloed op de inkoop. Land van herkomst en slacht- en verwerkingsgegevens zijn bekend. Het is ondoenlijk om elk plakje vleeswaar te traceren tot aan de boerderij waar het dier vandaan komt. Stegeman gebruikt geen hulpstoffen van genetisch gemodificeerde origine. Ten aanzien van veevoer gaat de voorkeur van Stegeman er naar uit dat dit geen GGO's bevat. Volgens Stegeman heeft het bedrijf, vanwege de plaats in de keten, geen invloed en controlemiddelen op de samenstelling van het voer. Wat betreft antibiotica voor vee en dierenwelzijn voldoen de grondstoffen aan de wettelijke eisen. Voor droge worst wordt elke partij gecontroleerd op antibiotica. Als er wat gevonden wordt, wordt die partij afgekeurd. Als er antibiotica in zit, groeit de entstof niet goed en dat geeft weer een gezondheidsrisico. Stegeman produceert scharrelvleeswaren. Deze maken minder dan één procent van de omzet uit. Stegeman maakt geen biologische producten, vanwege een aantal redenen. Het bedrijf heeft nitriet nodig (vanwege de houdbaarheid en het risico op botulisme) en dat is verboden in biologische producten. Stegeman neemt deel aan een werkgroep nitriet, georganiseerd door Platform Biologica, om de mogelijkheden van nitriet-vrije producten te onderzoeken. Andere redenen om geen biologische producten te maken zijn de beperkte beschikbaarheid van biologische varkens, het gebrek aan ruimte in Nederland en de hogere prijs, die consumenten volgens Stegeman niet willen betalen. (Bron: correspondentie en gesprek)
Beoordeling: 0 Stegeman heeft geen rechtstreeks contact met agrarische producenten en voelt zich ook niet verantwoordelijk voor de wijze waarop zij produceren. Het bedrijf biedt consumenten geen informatie over de wijze waarop haar grondstoffen geproduceerd worden. Het verlangt wel dat het merendeel van de grondstoffen voldoen aan de IKB-eisen, maar die gaan nauwelijks verder dan de wettelijke eisen. Stegeman produceert minder dan één procent scharrelvleeswaren en onderneemt geen actie om dit aandeel te vergroten of een stap verder te zetten richting biologische producten.
Unox (Unilever) De organisatie Het Brits-Nederlandse beursgenoteerde bedrijf Unilever is een van de grootste voedingsmiddelenconcerns ter wereld, met een omzet van a 40,4 miljard in 1998. Een belangrijk deel van de omzet bestaat echter uit producten voor huishoudelijke en persoonlijke verzorging. Wat voedingsmiddelen betreft concentreert Unilever zich op margarine en olie, zuivelproducten, bakkerijproducten, ijs, frisdranken, diepvriesproducten, en culinaire producten. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Milieudefensie beoordeling Unox (Unilever) 1. + Unilever heeft een samenvattend milieujaarverslag (2001) en folders over diverse milieuonderwerpen, waaronder duurzame landbouw. 2. - Geen cijfers over groeibevorderaars of diergeneesmiddelen. 3. - Geen GGO’s in de producten in Europa. Omdat er in de Verenigde Staten wel GGO’s gebruikt worden kan Unilever geen 100% garantie geven. Waarschijnlijk wel GGO’s in veevoer. 4. - Unox heeft geen langdurige relaties met leveranciers van vlees. 5. - Unilever onderneemt met Unox geen concrete stappen met boeren om milieubelasting te verminderen. 6. - In Nederland verkoopt Unox geen biologische producten. Beoordeling: 1 Duurzaamheidsbeleid is belangrijk voor Unilever. Een van de speerpunten is de visvangst en –teelt. Helaas heeft Unox geen biologische vleesproducten in Nederland, ook worden er geen concrete stappen ondernemen om milieubelasting te verminderen. Het is jammer dat een van de grootste voedingsmiddelenconcerns niet het initiatief neemt op dit gebied.
Merken Zie bij houdbare groenten: Iglo (Unilever).
Milieudefensie beoordeling Stegeman 1. - Geen (milieu-)jaarverslag. 2. - Geen cijfers over groeibevorderaars of diergeneesmiddelen. 3. - Geen GGO’s in de producten, wel in het veevoer. 4. - Geen relaties met veehouders, alleen met slachterijen. 5. - 90% van de inkoop voldoet aan door de branche ingesteld IKB-keurmerk (Integrale Keten Beheersing), IKB-eisen gaan echter niet verder dan de minimale wettelijke eisen. 6. - Geen biologische producten, wel een beetje scharrelvlees.
Visie van Unox (Unilever) op duurzaamheid Unilever onderschrijft het principe van duurzame ontwikkeling: voldoen aan de behoefte van vandaag zonder toekomstige generaties beperkingen op te leggen. In geheel Unilever staan productveiligheid, de gezondheid en veiligheid van de medewerkers en de zorg voor het milieu centraal bij het ontwikkelen van de ondernemingsstrategie. Unilever is voorstander van het verantwoord gebruik van moderne biotechnologie. Wel zal er effectieve controle moeten plaatsvinden door de regelgevende instanties. Ook informatie over de toepassing ervan zal worden verstrekt. Het gebruik van deze technologie om voedselgewassen te verbeteren, kan belangrijke voordelen voor de mens opleveren. (Bron: website) 18
19
sector 4:
Diversen
Coca-Cola Enterprises Nederland B.V. (CCE-NL)
5. - Geen (proef)projecten met duurzame landbouw, geen concrete stappen. Er worden vanuit CCE-NL eisen gesteld ten aanzien van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, waarschijnlijk gaan deze eisen niet verder dan de wettelijke eisen. 6. - Geen biologische producten.
De organisatie Coca-Cola is een Amerikaans beursgenoteerd bedrijf. Met een omzet van a 19,7 miljard in 1999 is het de grootste frisdrankenfabrikant ter wereld. Ook in Nederland is Coca-Cola waarschijnlijk marktleider op de frisdrankenmarkt. De Nederlandse omzet bedroeg a 353,5 miljoen in 1998, en er werken 900 mensen. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • Coca-Cola • Sprite • Fanta • Minute Maid
Beoordeling: 0 Aangezien ‘energie’ de zwaarstwegende milieucomponent is legt Coco-Cola wat betreft het milieubeleid hier de nadruk op. Wat betreft de agrarische component, suiker, worden geen speciale eisen gesteld. Ook worden er geen projecten ontwikkeld om te komen tot duurzame landbouw. Wel is het zo dat er geen genetisch gemodificeerde bietenrassen worden gebruikt, door CSM. Er zijn geen plannen voor de ontwikkeling van biologische producten, er is daarom ook geen vraag naar biologische suiker.
Frisdrank Frisdrank Frisdrank Vruchtensap
Visie van Coca-Cola Nederland op duurzaamheid Energie blijkt de zwaarstwegende milieucomponent te zijn voor de frisdrankfabrikanten. Hiernaast spelen watergebruik en verpakkingsmateriaal een grote rol. Wat betreft de agrarische component ligt de nadruk op suiker, concrete stappen om de leveranciers te bewegen om duurzaam te produceren zijn er niet.
CSM Suiker De organisatie Het beursgenoteerde bedrijf CSM behaalde een omzet van a 2,2 miljard in 1999, waarvan driekwart buiten Nederland. CSM is van oorsprong een suikerfabrikant, met een marktaandeel van 38% in Nederland (op basis van EU-quota). Het bedrijf houdt zich verder bezig met bakkerij-ingrediënten, zoetwaren, voedingsmiddelen, en grondstoffen voor de voedingsindustrie. CSM is in Nederland een grote speler op het gebied van zoetwaren, soep (Honig) en groente-in-glas (Hak). (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Milieudefensie beoordeling Coca-Cola Nederland 1. - Geen milieujaarverslag, dit jaar komt er een intern sociaal en milieuverslag, de planning is dat deze er over het jaar 2002 komt voor een breder publiek. 2. - Geen cijfers over bestrijdingsmiddelen, wel wordt een afname genoemd van het insecticidegebruik van CSM, één van de leveranciers (zie paragraaf over CSM). 3. - Geen informatie over GGO’s. Er wordt door leverancier CSM geen gebruik gemaakt van genetisch gemodificeerde bietenrassen. 4. - Geen afspraken met de producenten, wel met de leveranciers: SuikerUnie en CSM,
Merken • RedBand • Venco • Maple Leaf • King • Sportlife 20
Zoetwaren Zoetwaren Zoetwaren Zoetwaren Zoetwaren
• • • • • • • • • • • •
Xylifresh Hak Honig Brinta Venz Karvan Roosvicee Baukje Anco Oryza CSM De Ruijter
4. 5. +
Zoetwaren Groente-in-glas Soep, sauzen, deegwaren Ontbijtgraan Broodbeleg Cévitam Limonadesiroop Limonadesiroop Deegwaren Pasta Rijst Suiker Broodbeleg
6. +
Voor zover bekend geen langdurige relaties met telers. Met de Nederlandse Bieten Federatie is afgesproken uiterlijk in het jaar 2003 te komen tot invoering van een gecertificeerd teeltregistratiesysteem bij alle bietentelers. Er zal gestreefd worden naar reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Biologische kristalsuiker sinds september 2002.
Beoordeling: 4,5 Met name bij de procesindustriële activiteiten wordt door CSM al geruime tijd aandacht besteed aan het milieu. Ook wat betreft de agrarische component gaat dit op, maar helaas ontbreken in het milieujaarverslag kwantitatieve gegevens. In het verslag milieujaarverslag wordt de opmerking gemaakt dat het wat betreft bestrijdingsmiddelen tegenwoordig meer gaat om welke stoffen er gebruikt worden en wat de gevolgen van deze stoffen zijn voor het milieu. Helaas wordt er geen aandacht besteed aan het soort bestrijdingsmiddelen dat gebruikt wordt door CSM.
Visie van CSM Suiker op duurzaamheid De hoofdactiviteit van CSM is de productie en verkoop van suiker en veevoeder uit suikerbieten. CSM respecteert bij de bedrijfsvoering de kwaliteit van het milieu, niet alleen vanwege de zorg voor de omgeving, maar ook vanwege de kwaliteit van de grondstoffen. Binnen de productieketen van het suikerbedrijf wordt voortdurend aandacht besteed aan verantwoorde toepassingen en, waar mogelijk, reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en meststoffen. De hoeveelheid insecticiden die nodig is voor de bestrijding van ziekten en plagen is sinds 1990 met ruim 70% gedaald door over te gaan op het toevoegen van actieve stoffen in het omhulsel van het bietenzaad (zogenaamde pillenzaad). Ook wordt er steeds meer gebruik gemaakt van resistente rassen om schade door virussen, schimmels en aaltjes te voorkomen. (Bron: Milieujaarverslag 2001)
Heineken De organisatie Heineken is de grootste brouwer van Nederland, en de nummer twee in de wereld. Daarnaast is Heineken ook een belangrijke producent van gedistilleerde dranken, mineraalwater en frisdranken. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Milieudefensie beoordeling CSM Suiker 1. + Milieujaarverslag 2001 (dit is het derde milieujaarverslag). 2. +/- De hoeveelheid insecticiden die nodig is voor de bestrijding van ziekten en plagen is sinds 1990 met ruim 70% gedaald. Er zijn echter geen gegevens over specifieke categorieën van bestrijdingsmiddelen. 3. + Geen gebruik van genetisch gemodificeerde rassen.
Merken • Amstel • Brand • De Ridder • Heineken • Kylian • Lingen's Blond 21
Bier Bier Bier Bier Bier Bier
• • •
Sourcy Van Vollenhoven’s Stout Wieckse Witte
gebruik gemaakt van gentechnologie, maar aangezien er wel onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden, is dit voor de toekomst niet uit te sluiten. Er zijn geen plannen voor het ontwikkelen van biologische producten.
Mineraalwater Bier Bier
Visie van Heineken op duurzaamheid Heineken erkent als onderneming haar verantwoordelijkheid voor vraagstukken op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. De lokale wetgeving en afgeleide regelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu worden altijd nageleefd. De productie vindt plaats door middel van processen waarbij efficiënt gebruik wordt gemaakt van de benodigde grondstoffen, water en energie. In het duurzaam ondernemen past naast het zorgvuldig omgaan met water en energie ook het ontwikkelen van duurzaam geteelde gerst en hop. Er worden op dit moment geen GGO’s gebruikt, maar er wordt wel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de moderne biotechnologie. Heineken zal echter alleen gebruik maken van GGO’s indien deze duidelijke voordelen hebben voor de consument en het milieu. (Bron: Heineken verslag 2000-2001 veiligheid, gezondheid & milieu)
HEMA De organisatie Het Moederbedrijf van HEMA is Vendex KBB. HEMA is een internationale retailorganisatie met bijna 260 winkels in Nederland, ruim 25 in België en vanaf oktober 2002 de eerste vestiging in Duitsland. Naast de winkels heeft HEMA een distributiecentrum, banketbakkerijen en een hoofdkantoor. Vanuit het distributiecentrum worden per jaar 250 miljoen artikelen naar de vestigingen vervoerd.(Bron: Verslag duurzaam ondernemen 2001) Merken • HEMA Visie van HEMA op duurzaamheid In 2001 is HEMA gestart met het actiematig aanbieden van biologische chocolade en wijn van biologisch geteelde druiven. HEMA wil daarmee ervaring opdoen in de markt en met producenten van biologische producten. Tijdens de proefperiode, waarin HEMA een ruim assortiment biologische chocolade aanbood, bleek dat het toch enige tijd duurde voor de HEMA klant de biologische chocolade ontdekte. Pas tijdens de tweede prijsactie kwam er werkelijk respons van de klant. Het onderstreepte de gedachte dat het introduceren van biologische producten meer tijd vraagt dan conventionele producten. HEMA onderschrijft de biologische markt als een nichemarkt, die echter blijft groeien en daarom interessant is voor HEMA. De proefperiodes zijn inmiddels geëvalueerd. Drie chocoladeproducten hebben inmiddels een vaste plek gekregen binnen het assortiment. De biologische chocolade maakt hiermee circa 8% uit van de totale sortering chocolade van de HEMA. (Bron: Kritisch consumeren, 6, mei/juni 2002). HEMA is van plan om de experimenten met biologische producten voort te zetten en er is inmiddels een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om biologische vlees(waren) producten
Milieudefensie beoordeling Heineken 1. + Verslag Veiligheid, Gezondheid & Milieu, 2000-2001. 2. Geen cijfers over bestrijdingsmiddelen. 3. + Geen GGO’s. 4. +/- Voor hop zijn er met een aantal hoptelers en leveranciers lange-termijnafspraken gemaakt, voor brouwgerst niet. 5. + Er worden projecten opgezet voor duurzame teelt van brouwgerst. 6. Geen biologische producten. Beoordeling: 3,5 Heineken is wat betreft milieubeleid met name gericht op besparing van water, warmte en elektriciteit. De komende periode zal echter ook de ontwikkeling van duurzame teelt van brouwgerst op het programma staan. Verder zal er gestreefd worden naar een minimaal gebruik van bestrijdingsmiddelen, mest en groei regulatoren. Cijfers hierover zijn echter niet bekend en Heineken zegt dat dit ook voor de toekomst moeilijk zal zijn om inzichtelijk te maken. Momenteel wordt er geen
22
McDonalds
in het assortiment op te nemen. Wat betreft de overige producten van de HEMA geld dat de leveranciers aan de wettelijke eisen moeten voldoen. Van alle producten is bekend door wie ze gemaakt worden en welke ingrediënten ze bevatten. Indien de producten GGO’s bevatten dan wordt dit op het etiket vermeld. Voor wat betreft dierenwelzijn wordt aangegeven dat de bakkerijen voorzover mogelijk alleen gebruik maken van scharreleieren en dat de cosmeticaproducten niet op dieren worden getest. Inmiddels zijn een groot aantal leveranciers overgestapt op het gebruik van GGO-vrije ingrediënten. (Bron: correspondentie)
De organisatie McDonalds uit de Verenigde Staten is de grootste fastfoodketen ter wereld, en ook in Nederland duidelijk marktleider met 193 vestigingen en een jaaromzet van ruim a 317,6 miljoen. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • McDonalds
Fastfood
Visie van McDonalds op duurzaamheid Het doel van McDonalds is het realiseren van een minimale milieubelasting en het continu verbeteren van milieugerelateerde zaken in de gehele organisatie. Deze activiteiten hebben vooral betrekking op energieverbruik, grondstoffen en verpakkingsmateriaal. Voor de kipproducten geld dat er geen genetisch gemanipuleerd veevoer wordt gebruikt. Het voer is voor 100% vrij van groeipromoters. Voor runderen en varkens geldt dit niet, maar hier wordt wel aan gewerkt (Bron: correspondentie).
Milieudefensie beoordeling Hema 1. + Verslag duurzaam ondernemen 2001. 2. Geen cijfers over bestrijdingsmiddelen. 3. Indien de producten GGO’s bevatten dan wordt dit op het etiket vermeld. 4. Geen informatie over langdurige relaties met telers. 5. +/- Experimenten met biologische producten worden voortgezet, er is inmiddels een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om biologische vlees(waren) producten in het assortiment op te nemen. Concrete stappen om de milieubelasting van de gangbare producten te verminderen zijn er echter niet. 6. + Biologisch chocolade en wijn.
Milieudefensie beoordeling McDonalds 1. +/- Maatschappelijk verslag 1971-2001, maar dit geeft weinig informatie. 2. Geen cijfers over bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen. 3. Het streven is dat er geen GGO’s worden gebruikt, ook niet in veevoer. Keiharde garantie kan echter nog niet worden gegeven voor alle sectoren. 4. +/- Vaste leveranciers wat betreft friet en sla en er is sprake van vaste-contract-telers. Voor vlees zijn er geen langdurige contacten met leveranciers. 5. +/- Oriëntatie op biologische producten. Voor de aardappelteelt hanteert McDonalds verdergaande eisen dan de wet wat betreft organische mest en grondontsmettingsmiddelen. Op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen geldt dit echter niet. 6. Geen biologische producten in Nederland.
Beoordeling: 2,5 De verkoop van levensmiddelen betreft maar een klein deel van de activiteiten van HEMA. Wat betreft deze component van de keten is HEMA bereid om experimenten met biologische producten voort te zetten, inmiddels heeft dit al geleid tot enkele biologische producten in het assortiment. Wat betreft de gangbare producten zou er meer duidelijkheid mogen komen. Worden er blijkbaar ook legbatterijeieren gebruikt? HEMA zou wat dit betreft eisen kunnen stellen aan de leveranciers. Ook bijvoorbeeld wat betreft het gebruik van GGO’s.
23
Beoordeling: 1,5 Het milieubeleid van McDonalds is vooral gericht op het verpakkingsmateriaal. Ten aanzien van het bestrijdingsmiddelengebruik kunnen er nog veel maatregelen genomen worden. McDonalds streeft er weliswaar naar om elk jaar het gebruik te verminderen, maar kwantitatieve gegevens waaruit deze afname blijkt ontbreken. Momenteel oriënteert McDonalds zich op het gebruik van biologische producten in Nederland, concrete plannen zijn er echter niet. De McDonalds in Nederland zou wat dat betreft een voorbeeld kunnen nemen aan het buitenland. McDonalds in Duitsland en Zweden gebruikt wel op kleine schaal biologische producten.
• • • • • • • • • •
Oploskoffie Instant Cacao Chocolade, kindervoeding, zuivel Zoetwaren Mineraalwater Zoetwaren Zoetwaren Koffie Zoetwaren Zoetwaren
Visie van Neslé op duurzaamheid Nestlé ondersteunt de duurzame landbouw, waarbij de nadruk ligt op geïntegreerde landbouw. Nestlé is van mening dat gentechnologie op lange termijn het potentieel heeft om de kwaliteit, beschikbaarheid en voedingswaarde van voedsel te verbeteren. Gentechnologie kan de voedselproductie verhogen en duurzame landbouw ondersteunen. In sommige gevallen zijn er positieve resultaten met betrekking tot de gezondheid bevestigd. Om deze redenen steunt Nestlé een verantwoorde toepassing van gentechnologie op voedselproductie die is gebaseerd op grondig wetenschappelijk onderzoek. De genetisch gemodificeerde gewassen voldoen, net zoals alle grondsstoffen die Nestlé gebruikt, aan strenge bepalingen en veiligheidsevaluaties. Onder andere WHO, FAO en OECD zijn tot de conclusie gekomen dat genetisch gemodificeerde gewassen die de procedures voor het evalueren van de veiligheid van voedsel door zijn gekomen, kunnen worden geregistreerd als veilig voor gebruik in de voedselproductie. Nestlé sluit zich aan bij de mening van deze organisaties dat zulke gewassen even veilig zijn als hun traditionele equivalenten. Nestlé houdt zich strikt aan de nationale wetten en regelgeving met betrekking tot het etiketteren betreffende GGO’s. Nestlé houdt rekening met de plaatselijke behoeften, cultuurverschillen en voorkeuren van consumenten, maar ook met de houdingen ten opzichte van het gebruik van ingrediënten die afkomstig uit genetisch gemodificeerde gewassen. Op voorwaarde dat hun veiligheid bewezen is, zoals voor alle ingrediënten, zal Nestlé, waar toepasbaar, doorgaan met het gebruiken van ingrediënten afkomstig uit genetisch gemodificeerde gewassen. (Bron: website oktober 2001 en Environment progress report 2000)
Nestlé De organisatie Het Zwitserse Nestlé-concern is een van de grootste voedingsmiddelenconcerns ter wereld, met in 1998 een omzet van a 48,6 miljard. Het bedrijf is sterk in koffie, frisdranken, zuivel, soepen, sauzen, pasta’s, kant- en klaarmaaltijden, chocolade, zoetwaren, diervoeding en farmaceutische producten. In Nederland beschikt Nestlé over een omvangrijke productie van zuivel en kindervoeding, maar vrijwel uitsluitend voor de export. Op de Nederlandse markt haalde Nestlé in 1998 een omzet van a 260,9 miljoen, voornamelijk met koffie (Nescafé en Santa Ri-ca), chocoladeproducten, en droge sauzen en soepen (Maggi). (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • After Eight • Antica Gelateria • Bros • Buitoni • Caramac • Crunch • Galak • KitKat • Lion • Maggi • Motta
Nescafé Nesquik Nestlé Nuts Perrier Quality Street Rolo Santa Ric Smarties Yes
Zoetwaren IJs Zoetwaren Toastjes, verse pasta Zoetwaren Zoetwaren Zoetwaren Zoetwaren Zoetwaren Soep, sauzen, puree, bouillon IJs 24
slechts 31,1% in Noord-Europa (inclusief Nederland). (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000)
Milieudefensie beoordeling Nestlé 1. + 2 rapporten: ‘Environment progress report 2000’en ‘The Nestlé, Sustainability Review’ 2002. 2. Geen cijfers bekend over bestrijdingsmiddelen. Wel wordt een voorbeeld uit Duitsland gegeven,waaruit een afname blijkt van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. 3. Wel GGO’s in de producten. 4. Nestlé koopt de grondstoffen op de wereldmarkt en direct via producenten, het is echter onduidelijk of er langdurige relaties zijn met leveranciers. 5. +/- Samen met Danone en Unilever opgericht: ‘The Sustainable Agriculture Initiative’ (SAI). Er worden stappen ondernomen om duurzame landbouw te stimuleren, maar informatie hierover is weinig concreet. 6. Geen biologische producten.
Merken • Nutricia • Milupa • Fortimel
Baby- en kindervoeding, dieetproducten e.d. Baby- en kindervoeding Dieetvoeding
Visie van Numico op duurzaamheid Aandacht voor het milieu is een belangrijk aandachtspunt in het beleid van Numico. Het milieubeleid van Numico is gericht op een zuinig en verstandig gebruik van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen. Dit begint met een zorgvuldige selectie van grondstoffen, die getoetst worden aan strenge kwaliteits- en milieucriteria. Numico eist van haar leveranciers dat zij zich aan strenge richtlijnen houden met betrekking tot het gebruik van bestrijdingsmiddelen en met betrekking tot het gebruik van vlees en melk van koeien uit de niet-intensieve veeteelt (onduidelijk is wat hier precies mee bedoeld wordt). (Bron: Jaarverslag 2001, katern ´Gezond Ondernemen´).
Beoordeling: 1,5 Het bedrijf hecht veel waarde aan goede consumenteninformatie over gentechnologie en houdt rekening met de wensen van consumenten ten aanzien van gentechnologie. Toch worden deze producten gebruikt, ondanks 15.000 handtekeningen tegen gentechnologie die zijn aangeboden door Consumentenvereniging Goede Waar & Co. Bovendien wordt er op het etiket niet vermeld of er GGO’s in de producten wordt gebruikt. Uit een steekproef van Goede Waar en Co is ook gebleken dat consumenten die de klantenservice van Nestlé bellen, tegenstrijdige of onjuiste informatie krijgen. Nestlé heeft geen plannen om een biologisch product op de markt te brengen. Om te komen tot duurzamere landbouw wordt met name gekeken naar geïntegreerde landbouw; kwantitatieve doelstellingen ontbreken.
Milieudefensie beoordeling Numico 1. + Jaarverslag 2001 met katern ‘Gezond Ondernemen’ waarin een paragraaf over ‘Duurzaamheid’. 2. - Geen cijfers over bestrijdingsmiddelen, groeibevorderaars of diergeneesmiddelen. 3. - Geen GGO’s in de producten, waarschijnlijk wel in veevoer. 4. - Voor zover bekend geen lange-termijn-afspraken met leveranciers. 5. - Numico heeft strenge kwaliteits- en milieucriteria, maar waarschijnlijk gaan deze niet verder dan de minimale wettelijke eisen. Door middel van opleiding en training van haar medewerkers streeft de onderneming naar een continue verbetering van de kwaliteit en een hoger milieubewustzijn. 6. + Biologische kindervoeding onder het merk: ‘MioVitaBio’.
Numico/Nutricia De organisatie Het beursgenoteerde bedrijf Numico is wereldwijd actief op het gebied van gespecialiseerde voedingsproducten: baby- en kindervoeding, klinische voeding, dieetproducten, gezondheidsproducten, voedingspreparaten en huid- en keelverzorgingsproducten. In 1998 realiseerde Numico een omzet van a 1,6 miljard, waarvan
Beoordeling: 2 Milieu is een belangrijk aandachtpunt zegt Numico. Cijfers over het gebruik van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen zijn echter niet inzichtelijk gemaakt in het jaarverslag. Daarom is het ondui-
25
Milieudefensie beoordeling Pepsi 1. - Milieuverslag op internet, maar daarin geen aandacht voor agrarische grondstoffen. 2. - Geen cijfers over bestrijdingsmiddelengebruik. 3. - Geen informatie over GGO’s. 4. - Voor zover bekend geen langdurige relaties met telers. 5. - Geen initiatieven voor duurzamere landbouw. 6. - Geen biologische producten in Nederland.
delijk in hoeverre er daadwerkelijk sprake is van een afname van het gebruik van dergelijke middelen. Voor de biologische kindervoedinglijn is dit wel duidelijk, maar de vraag is in hoeverre dergelijk beleid gebruikt wordt voor de gangbare producten. Er zijn volgens Numico strenge kwaliteits- en milieucriteria, maar deze overstijgen de wettelijke eisen waarschijnlijk niet.
Pepsi Beoordeling: 0 Het lijkt nog niet tot Pepsi te zijn doorgedrongen dat het bedrijf ook verantwoordelijkheid draagt voor de duurzame productie van agrarische grondstoffen, zoals suiker. Het is onduidelijk of Pepsi of haar bottelaar Vrumona daarover gaat. Helene Meuleman van Pepsi zei op 13 september 2002 in een telefonisch gesprek: “Milieuaspecten spelen geen rol bij Pepsi. Het gaat ons om de verkoop van de cola.” Het internationale milieuverslag dat op internet te vinden is gaat in op allerlei milieuaspecten van Pepsi-fabrieken, maar niet op de teelt van agrarische grondstoffen.
De organisatie PepsiCo. is een van de grootste, beursgenoteerde voedingsmiddelenproducten in de Verenigde Staten, met een omzet van a 22 miljard in 1998. In 1997 zijn de fastfoodketens Pizza Hut en Taco Bell verkocht, en het bedrijf concentreert zich nu op frisdranken en snacks. In 1998 werd onder meer in Nederland de grote chipsfabrikant Smiths overgenomen. (Bron: Voedingsconcerns en biologisch voedsel. J.W. van Gelder, 2000) Merken • Lays • Tropicana • Doritos • Pepsi • Seven-Up • Fritos • Cracker Jack • Dole • Grills • Bugles • Chipito • Fritesticks • Hamka's • Mama Mia's • Pom Tips • Ringlings • Multipack • Wokkels • Nibb-it • The Pack
Snacks Vruchtendrank Snacks Cola Frisdrank Snacks Snacks Vruchtendrank Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks Snacks
Overzicht Beoordeling per bedrijf 1
2
3
4
5
6
Beoordeling
Beoordeling
Sector
Cebeco
-
-
-
-
-
-
0
Achterblijver
Vlees
Coca-Cola
-
-
-
-
-
-
0
Achterblijver
Diversen
Pepsi
-
-
-
-
-
-
0
Achterblijver
Diversen
Stegeman
-
-
-
-
-
-
0
Achterblijver
Vlees
Uniekaas / Almhof
-
-
-
-
-
+
1
Achterblijver
Zuivel
Unox (Unilever)
+
-
-
-
-
-
1
Achterblijver
Vlees
McDonalds
+/-
-
-
+/-
+/-
-
1,5
Achterblijver
Diversen
Nestlé
+
-
-
-
+/-
-
1,5
Achterblijver
Diversen
Dumeco
+
-
-
-
-
+
2
Achterblijver
Vlees
Numico
+
-
-
-
-
+
2
Achterblijver
Diversen
HEMA
+
-
-
-
+/-
+
2,5
Middenmoter
Diversen
Danone
+
-
-
+
+
-
3
Middenmoter
Zuivel
Friesland Coberco
+
-
-
+
-
+
3
Middenmoter
Zuivel
Campina
+
-
-
+
+/-
+
3,5
Middenmoter
Zuivel
Heineken
+
-
+
+/-
+
-
3,5
Middenmoter
Diversen
Iglo (Unilever)
+
-
+
+/-
+
-
3,5
Middenmoter
Groenteconserven
Jonker Fris
-
+
+
+
+
-
4
Voorloper
Groenteconserven
CSM
+
+/-
+
-
+
+
4,5
Voorloper
Diversen
HAK
+
+/-
+
+
+
+/-
5
Voorloper
Groenteconserven
Bonduelle
+
+/-
+
+
+
+
5,5
Voorloper
Groenteconserven
Tabel 1: Beoordeling per bedrijf. Criteria: 1. Milieujaarverslag, 2. Cijfers beschikbaar, 3. Vrij van gentech, 4. Langdurige relaties, 5. Concrete stappen, 6. Biologische producten
26
27
Conclusies Indeling van de bedrijven
6 beoordeling
5 4 3 2 1
H AK Bo nd ue lle
CS M
Ce be co Co ca -C ol a Pe ps St i eg em Un an ie Un ka ox as (U ni le v M cD er) on al ds N es tlé D um ec o N um ico H EM Fr A ie D an sla on nd Co e be rc o Ca m pi na H ei n Ig ek lo en (U ni le ve Jo r) nk er Fr is
0
bedrijven achterblijver
Vlees
middenmoter
voorloper
Achterblijvers
Middenmoters
Voorlopers
4
0
0
Zuivel
1
3
0
Groenteconserven
0
1
3
Diversen
5
2
1
Tabel 2: Beoordeling van de verschillende sectoren
28
gegeven over de duurzaamheid van de door haar ingekochte agrarische grondstoffen. Het lijkt er dus op de Uniekaas/Almhof zich niet verantwoordelijk voelt voor een duurzame voedselproductieketen.
Resultaten Uit het overzicht valt op dat de voorlopers zich met name bevinden in de akkerbouw en de middenmoters in de melk veehouderij. De achterblijvers bevinden zich vooral in de vleessector en de frisdrank- en snackindustrie. Met name in de vleessector valt nog veel milieuwinst te behalen, aangezien dit de meest milieubelastende landbouwsector is. Als we kijken naar de verschillende voedingsmiddelenbedrijven valt op dat er ook binnen de sectoren grote verschillen zijn. Binnen de groenteconserven-sector laat Bonduelle zien dat het mogelijk is om aan een groot deel van de criteria te voldoen. Terwijl enigszins vergelijkbare bedrijven zoals Jonker Fris en Iglo (Unilever) op een aantal punten achterblijven. Dit verschil zit onder andere in het ontbreken van een biologische lijn. Jonker Fris zegt dat vanwege het ontbreken van een productielijn voor groenten in glas, er geen biologische producten in Nederland geïntroduceerd kunnen worden. Blik en biologisch passen volgens de Nederlandse consument namelijk niet bij elkaar. Voor de Engelse markt produceert Jonker Fris wel biologische producten in blik. Jonker Fris heeft verder geen milieujaarverslag en bij Iglo (Unilever) ontbreken cijfers, waaruit een afname in het gebruik van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen blijkt. Ook in de vleessector zijn er verschillen. Alhoewel zowel Cebeco, Dumeco, Stegeman als Unox (Unilever) tot de achterblijvers behoren, heeft Dumeco meer aandacht voor duurzaamheid dan Cebeco en Stegeman. Dumeco levert informatie over duurzame agrarische grondstoffen in het jaarverslag en op de website. Bovendien beschikt Dumeco over een biologische component door de overname van de biologische vleesproducent De Groene Weg. Zowel Cebeco als Stegeman geven geen enkele informatie waaruit blijkt dat ze hun verantwoordelijkheid nemen wat betreft duurzame agrarische productie. Kijken we naar de zuivelsector dan zien we dat de verschillen tussen Campina, Danone en Friesland Coberco niet zo groot zijn. Uniekaas/Almhof is een duidelijke achterblijver. Dit verschil zit in het ontbreken van een (milieu-)jaarverslag waarin informatie wordt gegeven over duurzaamheid. Bovendien heeft Uniekaas/Almhof, ook na herhaalde vragen, geen informatie
Te weinig transparantie Naar aanleiding van dit rapport wordt opnieuw duidelijk dat er nog veel kan gebeuren op het gebied van transparantie. Van de 19 onderzochte voedingsmiddelenbedrijven hadden er 12 een (milieu-)jaarverslag. De jaarverslagen bevatten vaak mooie woorden, maar kwantitatieve gegevens om deze te ondersteunen ontbreken meestal. Het aantal bedrijven dat met cijfers kan laten zien dat er een afname is geweest in het gebruik van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen, kunstmest of antibiotica, is dan ook veel lager; slechts 3 van de 19 onderzochte bedrijven. Milieudefensie, de Consumentenbond en andere maatschappelijke organisaties willen de transparantie bevorderen. Bedrijven zouden verplicht moeten worden tot het geven van bepaalde informatie in bijvoorbeeld milieujaarverslagen. De Consumentenbond wil ieder bedrijf verplichten om gevraagde informatie te leveren aan de volgende schakel in de productieketen. Hierdoor wordt het voor de consument veel gemakkelijker te achterhalen welke grondstoffen en middelen er gebruikt zijn voor de productie van de levensmiddelen. In 2002 heeft het ministerie van LNV het Consumentenplatform opgericht. Hiermee wil LNV informatiewensen verzamelen van consumenten over specifieke thema’s. Naar aanleiding van het thema ‘vlees’ is gebleken dat consumenten er behoefte aan hebben om informatie gemakkelijk en direct na of voor hun aankoop te verkrijgen (bijvoorbeeld via de verkoper in de winkel of via het etiket). Op het moment dat bedrijven verplicht zijn informatie te leveren aan de volgende schakel in de keten, wordt het gemakkelijker om aan deze wens te voldoen. Te weinig teeltafspraken Het valt op dat weinig bedrijven beschikken over langdurige relaties met leveranciers; slechts 6 van de 19 onderzochte voe29
dingsmiddelenbedrijven wat betreft alle grondstoffen, 3 voor een beperkt aantal grondstoffen. Het belang van deze relaties is dat er teeltafspraken gemaakt kunnen worden, het voedingsmiddelenbedrijf heeft dan direct invloed op productie. Vaak verschuilen bedrijven zich achter een certificaat, zoals het KKM (Keten Kwaliteit Melk)- en het IKB (Integrale Keten Beheersing)keurmerk. De eisen van beide certificaten gaan echter niet veel verder dan de minimale wettelijke eisen. Een ander voorbeeld is het Eurep-GAP (Good Agricultural Practices) certificaat, een Europees initiatief van supermarktorganisaties. Albert Heijn heeft het sinds 1 januari 2003 ingevoerd. De andere Nederlandse supermarkten willen per 1 januari 2004 beginnen. Volgens de supermarkten garandeert het Eurep-GAP systeem dat producten met respect voor dieren en het milieu zijn gemaakt. Om in aanmerking te komen voor het certificaat moeten de producten echter slechts voldoen aan de minimale nationale eisen van het land van herkomst. Afgezien van het feit dat dit zonder het certificaat ook al een verplichting is, heeft dit als gevolg dat er in Nederland producten op de markt kunnen komen die niet voldoen aan de minimale eisen die hiér van kracht zijn. In de praktijk blijkt dat dergelijke certificaten onvoldoende garantie geven wat betreft de duurzaamheid van de teelt. Daarom is het belangrijk dat de voedingsmiddelenbedrijven en de supermarkten er zelf bovenop zitten en afspraken maken door middel van contractteelt. Juist binnen langdurige relaties kunnen eisen worden gesteld aan de agrarische producenten.
•
•
Aanbevelingen Aan de overheid • Milieudefensie vraagt de regering om wettelijke regels te stellen die de transparantie van bedrijven bevorderen. Milieujaarverslagen moeten verplicht worden gesteld. De overheid moet wettelijk vastleggen aan welke criteria een verslag moet voldoen. Bedrijven moeten informatie geven over de hele keten, inclusief voorafgaande stappen. Voor de voedingsmiddelenindustrie houdt dit in dat het gebruik van bepaalde middelen (bestrijdingsmiddelen, diergeneesmiddelen, groeibevorderaars, antibiotica en (kunst)mest) kwantitatief inzichtelijk wordt gemaakt. In een milieujaarverslag moet beschreven worden hoeveel er van welke middelen 30
wordt gebruikt over een periode van een bepaald aantal jaar. Deze gegevens moeten uit de gehele keten beschikbaar zijn. Aan de hand van deze gegevens is objectiever vast te stellen of een bedrijf in de loop van de tijd milieuvriendelijker is gaan produceren, dan aan de hand van louter mooie woorden. Uiteraard moeten de cijfers wel van een toelichting worden voorzien. Een onafhankelijke organisatie moet de naleving van deze wettelijk vastgestelde criteria verifiëren. De resultaten moeten openbaar zijn. Milieudefensie vraagt de overheid om het aantal onafhankelijke metingen ter controle van regels voor voedselveiligheid en milieu op te voeren. Het aantal steekproefmetingen van residuen van bestrijdingsmiddelen op groente en fruit bijvoorbeeld is de laatste jaren veel lager dan in de jaren negentig. De lichte stijging vorig jaar is nog onvoldoende. Bovendien worden de monsters genomen bij groothandelaren, niet in supermarkten. Daardoor wordt niet bekend waar producten met teveel gif verkocht worden. Consumenten weten dan ook niet naar welke supermarkt ze toe moeten om de grootste kans te lopen om gifvrije producten te kopen. Deze gegevens zijn, bijvoorbeeld, in Engeland wel openbaar. Ook residuen van antibiotica en illegale groeibevorderaars worden alleen steekproefsgewijs in het slachthuis gemeten, niet in producten van de voedingsmiddelenindustrie. Dat is een gemis. Milieudefensie roept de overheid op om residuen te meten in producten die in de supermarkt liggen en deze met naam en toenaam van producent en supermarkt openbaar te maken. Het huidige jaarlijkse rapport van de Keuringsdienst van Waren over bestrijdingsmiddelenresiduen is veel te algemeen en biedt de consument geen houvast voor verantwoorde keuzes. De huidige gegevens over antibioticagebruik en illegale hormonen zijn helemaal niet traceerbaar. De Nederlandse overheid moet een voorbeeld nemen aan de Britse, waar gedetailleerde informatie over residuen op internet bekend wordt gemaakt. Van een dergelijke openbaarheid van onafhankelijke overheidsinformatie gaat een grote preventieve werking uit. Voedingsmiddelenbedrijven en supermarkten zullen worden gestimuleerd om beter hun best te doen om residuvrije producten te verkopen. Ook het milieu zal verbeteren door de duurzamere agrarische methodes die daarvoor nodig zijn.
Aan bedrijven • Milieudefensie vraagt bedrijven om toegankelijke, concrete en kwantitatieve informatie te geven aan consumenten over de duurzaamheid van hun productie. Bij voedingsmiddelenbedrijven gaat het onder andere om de duurzaamheid van grondstoffen, energiegebruik, watergebruik en verpakkingsmateriaal. Die informatie kan in verschillende vormen gegeven worden: op het etiket, op informatiezuilen in de winkel, in bij het product gevoegde folders, in (milieu-)jaarverslagen en op internet. Bedrijven zijn het loket waar consumenten informatie krijgen over alle voorgaande stappen in de keten. Zij moeten zorgen dat informatie uit die hele keten beschikbaar is. Een goede en gedetailleerde traceerbaarheid van producten hoort daar vanzelfsprekend bij. Uiteraard moet een onafhankelijke organisatie de verstrekte gegevens verifiëren. • Milieudefensie roept de voedingsmiddelenindustrie op om te zorgen dat de productie van hun agrarische grondstoffen het milieu minder belast. Concrete stappen moeten worden gezet, in samenwerking met agrariërs, met kwantitatieve, verifieerbare doelstellingen die verder gaan dan de wettelijke verplichtingen en een helder en ambitieus tijdschema om dergelijke maatregelen voor alle grondstoffen in te voeren. • Bedrijven moeten zich niet langer verschuilen achter certificeringsystemen maar zelf binnen langdurige relaties met de boeren en tuinders eisen stellen aan de wijze van productie. Certificaten geven vaak onvoldoende garantie wat betreft de duurzaamheid van de producten. In veel gevallen vindt er weliswaar extra controle plaats, maar gaan de gestelde eisen niet of nauwelijks verder dan de wettelijke eisen. Bovendien blijkt certificering zelden waterdicht. Contractteelt is een betere methode om de transparantie en duurzaamheid te kunnen bevorderen. Het is van belang dat boeren en tuinders een redelijke prijs krijgen voor hun product, zodat zij in staat zijn om duurzaam te werken.
31
Bijlagen Landelijk bestrijdingsmiddelengebruik
Mestgebruik in Nederland
Chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw 1985-1995 Tussen 1985 en 1995 is het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw gehalveerd. Vooral de toepassing van grondontsmettingsmiddelen heeft daaraan bijgedragen; het gebruik hiervan is met viervijfde teruggelopen. Dit is het gevolg van de invoering van een vergunning voor het gebruik in 1993. De doelstelling - vermindering met de helft ten opzichte van eind jaren tachtig - is ruimschoots gehaald. De beperking van het gebruik van pesticiden, zoals insecticiden, herbiciden en fungiciden (schimmelbestrijders), gaat aanzienlijk trager. De doelstellingen van de beide laatste zijn niet gehaald.
Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen per ha, 1995 - 2000 Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw is tussen 1995 en 2000 van bijna 6,0 miljoen kilo tot ruim 5,3 miljoen kilo gedaald. Dit is een daling van tien procent. De daling is voornamelijk toe te schrijven aan de vermindering in het gebruik per hectare. De hoeveelheid actieve stof die akkerbouwers en tuinders per hectare gebruiken is in 2000 6,6 kg. In 1995 lag dit nog op 7,4 kg per hectare.
Bestrijdingsmiddelengebruik
Bestrijdingsmiddelengebruik per sector
IKB
Sinds de invoering van de mineralenboekhouding (Minas) in januari 1998 is de bemesting met stikstof flink gedaald. In 1999 is met dierlijke mest 11% minder stikstof op het land gebracht dan in 1997. Er bestaat al een mestbeleid sinds 1984. Tot 1998 was dat voornamelijk gericht op de vermindering van de hoeveelheid fosfaat uit dierlijke mest. Ondanks de verminderde stikstofuitstoot is de kwaliteit van sloot- of grondwater nog niet veel verbeterd. Er komt nog steeds teveel stikstof in het water terecht. In 1999 kwam nog in bijna de helft van de gemeenten meer stikstof uit dierlijke mest op de grond terecht dan maximaal is toegestaan volgens de normen in de Europese Nitraatrichtlijn die vanaf 2003 gelden.
Integraal Keten Beheer Het Integraal Ketenbeheer (IKB) is in het leven geroepen door de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren (PVE). IKB streeft extra controle na op de kwaliteit van de vleesproductie. De IKB-eisen verschillen per schakel en per diersoort en is er voor zowel rundvlees, varkensvlees als kip (IKB-rund, IKB-varken en IKB-kip). In de hele keten nemen bedrijven er aan deel: van de mester tot het slachthuis en de slagerij. De deelnemende bedrijven garanderen dat ze voldoen aan de gemaakte afspraken over de registratie van de dieren, het gebruik van medicijnen, hygiëne voer en het transport van de dieren. IKB maakt daarmee de vleesketen transparant: in elke fase is bekend wat er in de voorgaande fase is gebeurd. De Stichting Afzetcontrole IKB-producten, het eigen controlesysteem van de branche, controleert op naleving van het IKB. Deelname is niet verplicht maar geldt in de handel vaak als voorwaarde. Bedrijven die niet meedoen kunnen hun dieren of vlees moeilijk kwijt. IKB-vlees wordt gecontroleerd door het Controlebureau Dierlijke Sector, TNO en door twee gecertificeerde controle-instellingen, KBBL of Biochem. IKB-producten zijn te herkennen aan het keurmerk op de verpakking. Het keurmerk geeft aan dat de hele keten van de vleesproductie bekend is, van dier tot verpakt vlees, en dat elke fase van de vleesproductie extra is gecontroleerd. Inmiddels is negentig procent van het Nederlandse rundvlees voorzien van het IKB-keurmerk. (Bron: website voedingscentrum: www.voedingscentrum.nl)
Mineralenuitscheiding
Dit vleeskeurmerk stelt alleen kwaliteitseisen aan het vlees en niet aan het dierenwelzijn. Vlees met het vleeskeurmerk PVE/IKB is tijdens de productie extra gecontroleerd ten aanzien van voer, transport en hygiëne. Figuur 2: Hoeveelheid actieve stof per hectare in de verschillende sectoren in 1995 en 2000 (kg/ha) Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2002
Figuur 1: Hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen in 1995 en 2000 (mln. kg actieve stof)
32
Figuur 3: Uitscheiding van mineralen (stikstof en fosfaat) door de Nederlandse veestapel in de periode 1993-2000. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2002
Criteria IKB: • Alleen mengvoer gebruiken dat is geleverd door een bedrijf dat werkt volgens de Good Manufacturing Practice (GMP) code; 33
• • • • • • • •
KKM
Een dierenarts inschakelen met een erkenning voor Goede Veterinaire Praktijk (GVP); Medicijngebruik registreren; Eventuele wachttijden voor afvoer naar het slachthuis in acht nemen; Geen verboden groeibevorderende stoffen toedienen; Alleen diergeneesmiddelen met een REG-NL of NL nummer gebruiken; Geen tranquillizers toedienen voor transport; Slechts gezonde dieren afleveren; De I&R-meldingen (Identificatie en Registratie) verrichten binnen 3 werkdagen en voldoen aan de overige aspecten van de I&R-verordening.
Keten Kwaliteit Melk De Stichting Keten Kwaliteit Melk (KKM) is opgericht door de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) en de vakgroep LTO Melkveehouderij. De stichting is verantwoordelijk voor de onafhankelijke erkenningsregeling ten behoeve van de melkveehouderij in Nederland. Veehouders die hun boerderijmelk produceren volgens de borgingscriteria van Keten Kwaliteit Melk krijgen daarvoor een KKM- erkenning. Door deze KKM- erkenning geeft de melkveehouder aan dat de melk van zijn of haar bedrijf, zorgvuldig, veilig en verantwoord is geproduceerd. Over deze positieve kwaliteits- en imagozorg worden de afnemers van Nederlandse zuivelproducten geïnformeerd Criteria KKM: • •
• • • • •
Criteria ten aanzien van de verzorging en huisvesting van dieren; Veterinaire behandelingen door dierenartsen die uitsluitend werken volgens de GVP-kwaliteitscode (Good Veterinarian Practice); Verplichte registratie van alle diergeneeskundige behandelingen; Melk van medicinaal behandelde dieren wordt niet geleverd aan de fabriek (vastgelegde wachttijden); Gespecificeerde systeemeisen ten aanzien van de hygiëne in de melkstal en bij de melkopslag; Vastgelegde regels voor de reiniging en desinfectie van de installaties; Wettelijke milieunormen voor ieder bedrijf.
De melkveehouderijen worden periodiek beoordeeld door de Stichting KKM. (Bron: website productschap zuivel: www.prodzuivel.nl)
34