Jaarverslag 2011
Colofon
Inhoudsopgave
NUOVO, stichting openbaar voorgezet onderwijs Utrecht www.nuovo.eu |
[email protected] Postbus 1415 | 3500 BK UTRECHT 030-2969040 Bestuursnummer: 41475 BRIN-nummers: 15JM, 17AO, 24TJ, 24TR
Inleiding van het College van Bestuur Bericht van de Raad van Toezicht Bericht van de GMR
5 6 8
1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Profiel van NUOVO Identiteit Missie en Visie Het onderwijsaanbod De NUOVO organisatie
11 12 12 13 14
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Onderwijs Inleiding Inspectieoordelen Resultaten per school Utrechts Stedelijk Gymnasium (USG) POUWER Het Trajectum College (TJC) UniC Leidsche Rijn College (LRC) Internationale Schakelklassen (ISK) X11 Via Nova College (VNC) Onderwijs in cijfers Klachtenafhandeling en toelating
17 18 18 20 21 26 29 33 36 40 42 46 52 55
Contactpersoon Dr. J. Kaldewaij
[email protected] Fotografie Shody Careman, Paula Bouman, Erik Kamerbeek, Peter Boer, H. J. Siteur, Velichko Velichkov, Jelle Rietveld en PR-groep UniC Vormgeving Femke Bogers en Bram Vleugel
[email protected] Drukwerk Digital4
2 - NUOVO jaarverslag 2011
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Bedrijfsvoering Personeelsbeleid Facilitaire zaken en Huisvesting ICT
57 58 62 62
4. Financiële resultaten en vooruitzichten 4.1 Kerncijfers 4.2 Financieel beleid 4.3. Verbonden organisaties/samenwerkingsverbanden 4.4 Stelselwijziging OCW vordering 7,5% 4.5 Resultaat 2011 4.6 Eigen vermogen, solvabiliteit en kapitalisatiefactor 4.7 Liquiditeit, investeringen en kasstroom 4.8 Treasury 4.9 Financiële indicatoren 4.10 Risico-analyse 4.11 Verwachtingen voor 2012
65 66 66 67 67 68 69 69 70 71 72 73
5. 5.1 5.2 5.3
Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten over 2011 Kasstroomoverzicht Bijlage 1: Controleverklaring van de onafhankelijk accountant
75 76 78 79
6.
Afkortingen
82
80
NUOVO jaarverslag 2011 - 3
“Ik voel me hier op mijn gemak, kan gewoon mezelf zijn” (Kim, leerling) Leidsche Rijn College
Inleiding van het College van Bestuur Voor 2011 formuleerden we centrale beleidsvoornemens ten aanzien van de volgende onderwerpen: kwaliteit van het onderwijs personeelsbeleid financiën huisvesting en ICT samenwerkingsmogelijkheden
We verantwoorden ons hierover in dit jaarverslag en kunnen de hoofdlijnen als volgt samenvatten. Onderwijskwaliteit De kwaliteit van het onderwijs dient systematisch bewaakt en verbeterd te worden. Hier is in 2011 op ingezet, waarbij een aantal positieve ontwikkelingen, maar ook punten van zorg genoemd kunnen worden. Deze komen in hoofdstuk 2 per school aan de orde. In 2011 werden daarnaast de activiteiten rond het project Kwaliteitsverbetering Utrechts vmbo, zoals die voortvloeiden uit het werk van de Taskforce Utrechts vmbo, afgerond. Personeelsbeleid Ook in 2011 werd gewerkt aan de doelstelling om voldoende, goed toegeruste en gemotiveerde medewerkers te werven en te behouden. Hierover rapporteren we uitgebreid in paragraaf 3.1. Financiën Naast het streven naar een positief financieel resultaat over 2011 stond de formulering van een nieuw allocatiemodel centraal. Over de financiële resultaten rapporteren we in hoofdstuk 4 en 5. Een nieuw allocatiemodel is van toepassing vanaf 1 januari 2012 en bevat als belangrijkste principe dat de afzonderlijke scholen bekostigd worden in overeenstemming met de regels die de rijksoverheid heeft geformuleerd. Op NUOVO-niveau vindt dus geen herverdeling van middelen plaats. Wel worden middelen afgedragen voor het centraal bureau en een beperkt aantal centrale voorzieningen ten behoeve van het bestuur en de scholen, om kwalitatieve ondersteuning te bieden tegen zo laag mogelijke kosten. Huisvesting Met de oplevering van de nieuwe behuizing van het Trajectum College beschikt NUOVO thans over een reeks bijdetijdse schoolgebouwen. Er zijn nog wel zorgen met betrekking tot de beide scholen die gevestigd zijn op de Sportcampus en over de definitieve huisvesting van de Internationale Schakelklassen. Samenwerkingsmogelijkheden In het voorjaar van 2011 bleek de beoogde samenwerking in de vorm van een fusie met het Minkema College niet gerealiseerd te kunnen worden. Dit leidt in de komende jaren tot een herbezinning op de samenwerkingsmogelijkheden. Ook 2011 bleek zo voor het openbaar voortgezet onderwijs in Utrecht een intensief en veelkleurig jaar. We wensen u veel leesplezier. Jelle Kaldewaij, voorzitter College van Bestuur
4 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 5
“Wiskunde gaat gelukkig niet alleen over cijfers. Ik weet wanneer ik ze kan gebruiken” (leerling) UniC
“Eerst begreep ik niets van Latijn, maar mijn lerares heeft de tijd genomen om het ons goed uit te leggen. En nu begrijp ik het wel !!” (Noor, leerling) Utrechts Stedelijk Gymnasium
Bericht van de Raad van Toezicht Voor het openbaar voortgezet onderwijs in Utrecht was ook 2011 een jaar met belangrijke ontwikkelingen op diverse terreinen. De Raad van Toezicht kon derhalve de volle breedte van haar expertise goed inzetten als werkgever en adviseur van en toezichthouder op het College van Bestuur. Hierbij heeft de Raad van Toezicht bijzondere aandacht besteed aan de volgende onderwerpen. Samenwerking In het jaar 2011 was beoogd om de voorgenomen samenwerking met het Minkema College af te ronden. Ondanks intensieve inzet van de zijde van NUOVO, met name door de bestuurder, maar ook door de Raad van Toezicht, bleek het niet mogelijk om bij het Minkema College het gewenste draagvlak te organiseren. Met teleurstelling heeft de Raad van Toezicht vervolgens besloten de samenwerkingsbesprekingen te beëindigen. Nieuwe bestuursvorm In 2011 is de nieuwe bestuursvorm van NUOVO formeel gerealiseerd en vastgelegd in de statuten en reglementen. Het formele bestuur fungeerde al als Raad van Toezicht en de voorzitter van de algemene directie als College van Bestuur, maar dit werd op 22 juni 2011 geformaliseerd en door de gemeenteraad van Utrecht bekrachtigd. Hierdoor is voldaan aan de eis van scheiding bestuur en intern toezicht, zoals voorgeschreven in de Code Goed Bestuur van de VO-Raad, waaraan NUOVO zich verbindt. Meerjarenbeleidsplan In 2011 eindigde het meerjarenbeleidsplan 2008 – 2011. De Raad van Toezicht heeft in een studiemiddag met het College van Bestuur gesproken over de aandachtspunten voor de komende jaren als basis voor een meerjarenbeleidsplan 2012 – 2015. Belangrijke bespreekpunten waren de professionaliteit van de leraar, gekoppeld aan de kwaliteit van het onderwijs en het voeren van een voorzichtig financieel beleid. Het meerjarenbeleidsplan is inmiddels vastgesteld. Accountant De Raad van Toezicht acht het raadzaam om periodiek te wisselen van accountantsdienst. De Auditcommissie van de Raad van Toezicht heeft tezamen met het College van Bestuur een selectieprocedure doorlopen waaruit als nieuwe accountant KPMG is voortgekomen. Toezicht financiële situatie en scholenbezoek De Raad van Toezicht houdt op verschillende manieren de vinger aan de pols. Belangrijk zijn de periodieke verslagen door het College van Bestuur en in het bijzonder de periodieke rapportages over de financiële situatie. Daarnaast acht de Raad van Toezicht het voor haar taakuitoefening onontbeerlijk om regelmatig de sfeer en de activiteiten in de scholen te kunnen ervaren en de onderwijskwaliteit op schoolniveau te kunnen bespreken. Daartoe werden bezoeken afgelegd aan twee scholen: Internationale Schakelklassen en POUWER.
6 - NUOVO jaarverslag 2011
Juridische ondersteuning De Raad van Toezicht heeft in 2011 het College van Bestuur juridisch advies gegeven op het gebied van zowel personele zaken, leerlingen zaken als facilitaire zaken. Interne evaluatie In 2011 heeft de Raad van Toezicht een interne evaluatie gehouden. Er is tevredenheid over de deskundigheid, samenstelling en sfeer binnen de Raad van Toezicht. Tevens is men zeer content met het contact met de bestuurder en de wijze waarop de Raad door hem wordt geïnformeerd. De Raad van Toezicht geeft aan zich in de toekomst nog meer te willen richten op HRM en onderwijskwaliteit. Hiervoor besluit zij jaarlijks een studiemiddag te organiseren. De eerste studiemiddag betrof, zoals eerder genoemd, het meerjarenbeleidsplan. De Raad van Toezicht als werkgever; het managementcontract 2011 In het managementcontract met de bestuurder legt de Raad van Toezicht jaarlijks de speerpunten voor het bestuurlijk beleid vast. Over de speerpunten wordt in dit jaarverslag verantwoording afgelegd. Er worden op gezette tijden gesprekken gehouden tussen de Remuneratiecommissie van de Raad en de bestuurder over diens functioneren en de voortgang met betrekking tot de afspraken in het management. Vergaderingen, ontmoetingen en samenstelling De Raad van Toezicht kende in 2011 zeven leden. Vanaf 2012 zal de Raad van Toezicht uit vijf leden bestaan, meer passend bij een eenhoofdig College van Bestuur. In 2011 zijn er vijf reguliere vergaderingen van de Raad van Toezicht, zeven bijeenkomsten van de Audit Committee en twee bijeenkomsten van Remuneratie Commissie gehouden. Daarnaast was er de jaarlijkse ontmoeting met de schoolleiders en de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) (februari), de al genoemde schoolbezoeken aan de Internationale Schakelklassen en POUWER (mei) en een studiemiddag met het College van Bestuur (september). Namens de Raad van Toezicht Hans Stellingsma, voorzitter
NUOVO jaarverslag 2011 - 7
“Toen ik op het Via Nova College kwam, dacht ik wow, dit is heel anders!” (leerling) Via Nova College
“Het gaat beter met onze zoon. Hier is net wat extra aandacht voor ieders bijzonderheden” (ouder) UniC
Bericht van de Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR) Werkwijze De beide voorzitters stellen maandelijks in overleg met de voorzitter van het College van Bestuur de agenda op voor het overleg tussen het College van Bestuur en de GMR. Een werkweek voor het overleg met de bestuurder heeft de GMR een intern voorbereidend overleg. Er wordt 10 keer per jaar overlegd met het College van Bestuur. Daarnaast heeft de GMR eenmaal per jaar overleg met de Raad van Toezicht en een extra avondoverleg. De verschillende overleggen worden schriftelijk vastgelegd. In de GMR is een balans tussen langer zittende leden, met meer ervaring en deskundigheid, en nieuwe leden, waardoor continuïteit, maar ook doorstroom, voldoende gewaarborgd is. De GMR is tevreden over de samenwerking met het College van Bestuur: de GMR wordt steeds tijdig van de benodigde informatie voorzien, in een open sfeer wordt naar elkaars argumenten geluisterd en besluiten worden genomen op basis van consensus. Werving ouders en leerlingen Momenteel zit er een leerling en een ouder in de GMR. Een streven is meer ouders en leerlingen te werven, dit gebeurd onder andere binnen de scholen. Er wordt daarnaast geprobeerd om via vergaderingen met ouders en/of leerlingen en middels interessante onderwerpen, deze groep meer te betrekken.
De GMR heeft ook veel tijd gestoken in de beoogde bestuurlijke samenwerking met het Minkema College in Woerden. De leden hebben in verschillende werkgroepen meegedacht over de vormgeving van de samenwerking. De GMR betreurt het dat het Minkema College zich heeft teruggetrokken als fusiepartner. Vooruitblik De komende jaren staan vooral in het teken van bezuinigingen. Factoren als een lagere bekostiging of de eisen van de functiemix drukken zwaar op alle NUOVO-scholen. De GMR wil ook hierin een serieuze gesprekspartner zijn voor het College van Bestuur. Daarnaast zal het taakbeleid een belangrijk aandachtspunt blijven voor de GMR. Naast het optimaal bijdragen aan een goede uitvoering van bovengenoemde zaken, wil de GMR ook een bijdrage blijven leveren aan de verbetering van de positie van het openbaar onderwijs in Utrecht en omgeving, door mee te denken bij de bezinning op de visie en missie van onze scholen. Namens de Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad, Hans Evers en Willemjan van Rooij (voorzitters)
Professionalisering Een aantal leden van de GMR heeft een individueel scholingstraject gevolgd. De praktijk leert wel dat de financiële kant van de organisatie om steeds meer expertise vraagt. De leden van de GMR zullen zich het komende jaar verder gaan professionaliseren op dit gebied. Instemming en advies De GMR heeft in 2011 instemming of advies verleend op de volgende onderdelen: aanstelling nieuwe bedrijfsarts; aanpassing verlofregeling onderwijsondersteunend personeel; beleid hoofddoekjes en gebedsruimten; jaarplan 2011; verzuimbeleid; reorganisatie van bestuursbureau in servicebureau; onderzoek motivatie; broertjes-zusjesregeling bij aanmelding van leerlingen; begroting 2012; meerjarenbeleidsplan 2012-2015; prestatiebeloning.
8 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 9
Profiel van NUOVO 10 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 11
“UniC heeft een geïnspireerd team. Tips zijn welkom en worden ook echt meegenomen in het beleid” (ouder) UniC
1. Profiel van NUOVO 1.1 Identiteit
Toekomstgericht We kijken in ons onderwijsaanbod én onze methodiek verder dan vandaag en verder dan onze eigen organisatie of context. We staan voor leerprocessen die bijdragen aan levenslange ontplooiing. We kijken dus niet alleen naar de onderwijsresultaten op de korte termijn, maar we zijn ook gericht op de ontwikkeling op langere termijn.
1.2 Missie en Visie
Zelfstandig en kritisch We staan voor leerprocessen die leiden tot zelfstandige mensen. Wij staan voor zelfstandigheid in de meest brede zin des woords: in denken, in beslissen, in doen, maar ook in de samenhang tussen deze drie. Verantwoordelijkheid dragen en daar verantwoording over afleggen vinden we vanzelfsprekend.
NUOVO is de stichting voor openbaar voortgezet onderwijs in de stad Utrecht. De stichting heeft tot doel het verzorgen en bevorderen van het openbaar voortgezet onderwijs in de gemeente Utrecht en omgeving in overeenstemming met artikel 42 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO). De missie en visie van NUOVO is als volgt geformuleerd. NUOVO biedt openbaar voortgezet onderwijs aan in de stad Utrecht. Vanuit dit openbare karakter bouwen we voort op de humanistische grondgedachte: we gaan niet uit van via autoriteiten overgedragen overtuigingen, maar van de rede en het onderzoek voor het vormen van „eigen‟ overtuigingen. Hierbij scherpen we elkaar in voortdurende interactie. Zelf denken en samen doen dus. De scholen organiseren hun onderwijs op grond van dit beginsel. Zelf denken…. Mensen die zelf denken, kunnen hun eigen pad bewandelen en anderen inspireren op deze paden. Een belangrijke opbrengst van ons onderwijs is dan ook dat we leerlingen het belang van zelf denken bijbrengen. …samen doen Leren is een sociaal proces; een proces van en tussen mensen. We zien dat jonge mensen hun intellect aan elkaar en aan hun docenten kunnen scherpen en tegelijkertijd het belang van samenwerken leren. Voor morgen De eisen die aan de actieve deelnemers aan de maatschappij van de 21e eeuw worden gesteld, verschuiven voortdurend. In de samenleving wordt in toenemende mate een beroep gedaan op creativiteit en flexibiliteit. We geven onze leerlingen daarom niet alleen de cultuur en waarden mee uit het verleden, maar bereiden ze ook voor op een veranderende toekomst. We vatten dit samen in de volgende missie: We leiden leerlingen toekomstgericht op: voor de samenleving van morgen. Daartoe leren ze zelfstandig en kritisch te denken, leergierig te blijven en constructief met anderen samen te werken.
We zien de school als professionele leergemeenschap: niet alleen de leerlingen leren, maar de docenten leren ook hun onderwijs aan te passen aan veranderende eisen. Vanuit dit perspectief kunnen we de in de missie genoemde waarden preciseren.
12 - NUOVO jaarverslag 2011
Leergierig Bij de leerlingen willen we de leergierigheid behouden en bevorderen. Een leergierige houding zal ook na de schooltijd nodig blijven in deze steeds veranderende maatschappij. De medewerkers in de scholen zijn op reflectie ingesteld en staan open voor veranderingen. We willen innovatie realiseren met een hoge realiteitswaarde. Daarin beogen we met ontwikkeling niet zomaar een verandering of vernieuwing, maar verdere groei. Door een onderzoekende houding vragen docenten zich af wat hun bijdrage is aan het leerproces van de leerlingen. Samenwerking Leren is in onze opvatting een sociaal proces waarbij het resultaat vooral wordt bereikt door samen te werken. De docent heeft hierbij de regie en de verantwoordelijkheid, maar de leerling is zelf medeverantwoordelijk voor het leerproces. De school is bij uitstek ook een pedagogisch instituut: de normen en waarden van het openbaar onderwijs dragen we uit en passen we toe.
1.3 Het onderwijsaanbod
NUOVO verzorgt een breed en gevarieerd onderwijsaanbod op relatief kleine vestigingen: � Utrechts Stedelijk Gymnasium (USG) (www.usgym.nl), een categorale school voor gymnasium. De school stimuleert brede vorming door een combinatie van intellectuele vorming met een groot cultureel aanbod. � POUWER (www.POUWERsite.nl) voor Praktijkonderwijs. Voor veel leerlingen is dit eindonderwijs. Kwalificatie is mogelijk via het Moeilijk Leren (ML) traject op het mbo. � Trajectum College(TJC) (www.trajectum-college.nl): een school voor vmbo, die alle vier de leerwegen aanbiedt. Het is de eerste Nederlandse VO-school met het predicaat ‘vreedzame school’. � UniC (www.unic-utrecht.nl): deze school voor vernieuwend havo/vwo-onderwijs is gestart in 2004-2005. De eerste havodiploma’s zijn in 2009 uitgereikt; de eerste vwo-diploma’s in 2010. � Leidsche Rijn College (LRC) (www.lrc.nl): een school voor havo, atheneum en gymnasium. De school biedt bijzondere faciliteiten voor leerlingen met een sportambitie. � Internationale Schakelklassen (ISK) (www.isk-utrecht.nl): de school voor nieuwkomers. De leerlingen worden na een intensief taal-/voorbereidingstraject geschakeld naar het regulier voortgezet onderwijs of mbo, waar ze zich kwalificeren voor een vervolgopleiding of beroep. � X11, school voor grafimedia (www.x11.nu). Deze vmbo-school biedt in de beroepsgerichte leerwegen de sector techniek (grafimedia) aan. Leerlingen uit de gemengde leerweg kunnen gefaseerd afsluiten (IVO-afsluiting). � Via Nova College (VNC) (www.vianovacollege.nl), school voor vernieuwend vmbo-onderwijs in de beroepsgerichte leerwegen en de theoretische leerweg. De school biedt een gevarieerd aanbod in de sectoren economie, techniek en zorg & welzijn. Indien nodig ontvangen de leerlingen leerwegondersteuning (LWOO). De school biedt bijzondere faciliteiten voor leerlingen met een sportambitie. � Wim Sonneveldschool (WSS)(voormalige nevenvestiging zorg). De leerlingen van de Wim Sonneveldschool volgen onderwijs bij de Utrechtse school (US) (www.utrechtseschool.nl).
NUOVO jaarverslag 2011 - 13
Het USG betekent voor mij: “gezellig werken ” (medewerker) Utrechts Stedelijk Gymnasium
1.4 De NUOVO organisatie
In de organisatie van NUOVO staan de scholen centraal. Voor veel ouders en leerlingen is de eigen school ook bekender dan NUOVO als geheel. We geven hier eerst de organisatiestructuur van heel NUOVO weer (figuur 1) en vervolgens de samenstelling van de verschillende gremia die hierin worden aangegeven.
College van Bestuur
CMO
GMR
Rector USG
Directeur POUWER
Directeur TJC
Bureau NUOVO
Rector UniC
Rector LRC
Samenstelling Centraal Management Overleg: directeuren en rectoren Hanneke Taat, rector Utrechts Stedelijk Gymnasium Rijk Vlaanderen, directeur POUWER Feiko Kuiper, directeur Trajectum College Dave Drossaert, rector UniC Mieke Uijlenbroek, rector Leidsche Rijn College Douwe Brouwer, directeur Internationale Schakelklassen Moniek Rieter, directeur X11, school voor grafimedia Ron Dorreboom, directeur Via Nova College, tot 01.05.11 Roelie Keijzer, directeur Via Nova College, vanaf 01.08.11
Raad van Toezicht
Bestuursondersteuning
Samenstelling College van Bestuur
Jelle Kaldewaij, voorzitter
Directeur ISK
Directeur X11
Directeur VNC
Samenstelling Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR) Personeelsgeleding: Hans Evers, voorzitter, Utrechts Stedelijk Gymnasium Willemjan van Rooij, voorzitter, Internationale Schakelklassen Han Baümer, UniC, vanaf 01.08.11 Katrien Höweler, Via Nova College, vanaf 01.10.11 Dick de Jong, POUWER Marinus van Kalshoven, Trajectum College Jasper Kok, Via Nova College, tot 01.10.11 Jetse van der Meulen, UniC, tot 01.08.11 Gritty ter Steege, Leidsche Rijn College Bert Tuïnk, X11 Oudergeleding:
MR
MR
MR
MR
MR
MR
Figuur 1. Organigram Samenstelling Raad van Toezicht
MR
MR
Bernard Mauritz, Utrechts Stedelijk Gymnasium Leerlinggeleding:
Jelle Oostveen, UniC Extern:
Hans Stellingsma, voorzitter
Gerrit van der Wilt, notulant
Luc Stevens, vicevoorzitter
Bureau NUOVO De medewerkers van bureau NUOVO ondersteunen het College van Bestuur en het management van de scholen met advies, beleid, uitvoering en administratie op het gebied van P&O, financiën, leerlingenadministratie, ICT en facilitair. De personele inzet voor bureau NUOVO bedraagt in 2011 gemiddeld 19,3 FTE.
Zelfstandig ondernemer
Emeritus hoogleraar Orthopedagogiek en algemeen directeur NIVOZ Willem Noyons, secretaris Zelfstandig ondernemer Atelier Willem Noyons Kaushilya Budhu Lall Compagnon kantoor advocaten en belastingadviseurs Jos Valkenburg, penningmeester tevens voorzitter audit committee Zelfstandig ondernemer Accountantskantoor Valkenburg Peter Lourens, tevens lid audit committee Coördinator bekostigingsbeleid BVE ministerie van OC&W Pieter Wetselaar, tevens lid audit committee Zelfstandig ondernemer, projectontwikkeling en strategische gebiedsontwikkeling
14 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 15
Onderwijs 16 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 17
“Je kan hier heel veel. Het gaat snel en alles wordt niet eindeloos herhaald. Je kan als je het makkelijk vindt ook iets extra’s doen. Je moet wel wennen aan het huiswerk” (Cecile, leerling)
“Er is veel aandacht voor hun persoon. Ik kan dat beoordelen, omdat ik al heel lang wekelijks in het restaurant van POUWER eet!” (Buurtbewoner)
Utrechts Stedelijk Gymnasium
POUWER
2. Onderwijs 2.1. Inleiding
Ook in 2011 vormde de handhaving en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs de centrale doelstelling van NUOVO. Alle scholen hebben afzonderlijke meerjarige kwaliteitszorgplannen voor de periode 2011 tot en met 2014. Deze maken deel uit van de wettelijk verplichte schoolplannen, waarin wordt geëxpliciteerd wat de doelen zijn en hoe deze doelen bereikt worden. Deze zijn voorgelegd aan het College van Bestuur. De schoolleiders zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van deze plannen en de kwaliteit op hun eigen school. De bestuurder maakt afspraken met de schoolleiders over de kwaliteit door middel van een managementcontract voor een bepaald jaar. Ook is er een set indicatoren waarmee de scholen worden beoordeeld op verschillende cruciale terreinen. De stand van zaken met betrekking tot de gemaakte afspraken, het jaarplan en de resultaten van de set indicatoren worden drie maal per jaar door het College van Bestuur met de schoolleider besproken. Het College van Bestuur stuurt, adviseert en geeft feedback op de behaalde resultaten. Waar nodig wordt de schoolleider gevraagd naar aanleiding van de resultaten een verbeterplan op te stellen en uit te voeren. De resultaten over 2011 worden per school besproken in paragraaf 2.3. De Inspectie van het Onderwijs is wettelijk belast met het toezichthouden op onderwijs. Naar aanleiding van de inspectie-oordelen worden eventuele verbeterplannen voorgelegd en worden doelen waar nodig aangepast. De inspectie-oordelen zijn terug te zien in paragraaf 2.2.
2.2. Inspectieoordelen
Het inspectieoordeel over de kwaliteit van de afdelingen van de scholen heeft zich in 2011 in positieve zin ontwikkeld, zoals uit het volgende overzicht blijkt.
Tabel 1. Inspectie oordelen per school per afdeling
Naam school
afdeling
31-12-2010
31-12-2011
datum laatste inspectierapport
Utrechts Stedelijk Gymnasium gymnasium + + 28-11-2006 Trajectum College vmbo bbl + + vmbo kbl + 3-5-2011 vmbo gl/tl + + UniC havo + + 22-3-2007 vwo + + Leidsche Rijn College havo + + 11-3-2008 vwo + + X11 vmbo bbl + + vmbo kbl + + 24-3-2009 vmbo gl/tl + + Via Nova College vmbo bbl + + vmbo kbl + + 2-3-2009 vmbo gl/tl + + Internationale Schakelklassen isk geen oordeel 6-12-2009 POUWER praktijkonderwijs 24-5-2007 Noot: + groen gearceerd is basistoezicht, - geel gearceerd is zwak, en - - rood gearceerd is zeer zwak. Niettemin moet worden vastgesteld dat het hier een momentopname betreft. We zagen al in de loop van 2011 dat een aantal afdelingen niet meer het basistoezicht zou kunnen behouden. Naar aanleiding hiervan hebben de betreffende scholen verbeterplannen opgesteld en maatregelen genomen. Ons doel is voor alle scholen en afdelingen basistoezicht van de Inspectie te krijgen of te behouden. In de volgende paragraaf over de resultaten per school gaan we hier nader op in.
18 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 19
Utrechts Stedelijk Gymnasium (USG) 2.3. Resultaten per school
In deze paragraaf wordt de kwaliteit van onderwijs per school verantwoord. Dit gebeurt aan de hand van vijf thema’s. 1. Onderwijsopbrengsten Per school worden resultaten in termen van onderwijsopbrengsten in kaart gebracht. Om de resultaten in 2011 te monitoren, hebben we gebruik gemaakt van de resultaten van indicatoren die van alle scholen worden bijgehouden, en wel: het gemiddeld cijfer van het centraal examen het verschil tussen het gemiddelde van het schoolexamencijfer en het centraal examencijfer het rendement van de onderbouw: hoeveel leerlingen stromen naar verwachting door naar het derde leerjaar? het rendement van de bovenbouw: hoeveel leerlingen behalen in een bepaald tempo het eindexamen? de hoeveelheid voortijdig schoolverlaters de tevredenheid van leerlingen de tevredenheid van ouders de tevredenheid van derden het schoolklimaat het aantal schorsingen en verwijderingen Hierbij gelden voor POUWER (praktijkonderwijs) en ISK (Internationale schakelklassen) andere opbrengsten. Bij deze scholen kijken we naar het uitstroomniveau in relatie tot het verwachte niveau en naar het succes in de jaren na de uitstroom; bovendien meten we de aanwezigheid van plannen per leerling. Naast deze indicatoren voor alle scholen, heeft elke school ook eigen doelstellingen geformuleerd, zoals op het terrein van sociale veiligheid of op het terrein van ontwikkelen van specifieke begaafdheden. In dit hoofdstuk zullen niet alle indicatoren worden besproken, maar zullen de belangrijkste resultaten per school worden aangegeven. 2. School als sociale omgeving Alle scholen van NUOVO streven ernaar om de leerlingen een veilige omgeving te bieden waarin goed kan worden geleerd. Dit jaar leggen de scholen hiervan rekenschap af door de school te presenteren als een “tweede thuis”. 3. Kwaliteitsgelden In 2011 maakten de “kwaliteitsgelden” deel uit van de subsidie van overheidswege. Deze worden apart verantwoord. 4. Leerplusarrangement gelden In 2011 kregen drie scholen “Leerplusarrangement gelden”, namelijk POUWER, het Trajectum College en het Via Nova College. Deze gelden hangen samen met de hoeveelheid leerlingen uit zogenoemde armoedeprobleemcumulatiegebieden. Deze gelden worden eveneens apart verantwoord.
Resultaat Ook in 2011 scoorde het Utrechts Stedelijk Gymnasium op alle onderwijsindicatoren positief. Daarnaast bezit het Stedelijk Gymnasiumde erkenning van begaafdheidsprofielschool. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat het Utrechts Stedelijk Gymnasiumextra aandacht besteedt aan de uiteenlopende talenten van de leerlingen. Het Utrechts Stedelijk Gymnasium als tweede thuis ‘Je thuis voelen’, een mooie omschrijving van ‘je op je gemak voelen’, ‘het naar je zin hebben’, in een iets wijdere omschrijving ‘onbezorgd kunnen deelnemen aan het leven’, waarbij het woord thuis een positieve lading heeft als gezellig en geborgen, een plek waar je jezelf kunt zijn. Thuis is ook de plek waar wordt opgevoed; wat is goed voor je en wat minder; wat hoort wel en wat hoort niet; wat is handig om te weten en te kunnen? Kortom een inspirerende omgeving waar kinderen de kans krijgen zich te ontwikkelen op basis van hun persoonskenmerken en talenten. In die zin is het Utrechts Stedelijk Gymnasiumeen tweede thuis voor onze leerlingen. We willen graag dat ze zich zo goed mogelijk ontplooien, zich hier goed bij voelen, maar ook leren omgaan met normen en waarden en kritisch leren denken. Dit gebeurt door het pedagogisch klimaat, het geven van verantwoordelijkheid passend bij de leeftijd en een gevarieerd aanbod aan onderwijs en verrijkende activiteiten: voor elk wat wils. Extra vakken als Spaans en Chinees, het kunnen kiezen van extra vakken in de bovenbouw, onderwijs op maat voor toptalenten, begeleiding voor onderpresteerders, de schoolstrijd, leerlingen-verenigingen voor toneel, muziek, dans en debat, leerlingenraad, schoolkrant, jaarboek, horecateam, technisch team, tuincommissie, internationale reizen en uitwisselingen vormen samen de vele mogelijkheden voor leerlingen om meer te doen dan een diploma halen. De betrokkenheid bij school is groot en het gevoel van een tweede huis groeit. We zijn er trots op dat veel leerlingen het bijzonder naar hun zin hebben op het Utrechts Stedelijk Gymnasium en graag op school vertoeven. Dat medewerkers zich thuis voelen bij het Utrechts Stedelijk Gymnasium blijkt bijvoorbeeld tijdens de (functionerings-) gesprekken, waarin zij aangeven het erg naar hun zin te hebben. Het Stedelijk Gymnasiumis gecertificeerd voor Investors in People (IiP). De bijdrage van mensen aan de organisatie wordt erkend en gewaardeerd. Medewerkers worden nadrukkelijk aangemoedigd zich eigenaar te voelen en verantwoordelijkheid te nemen. Docenten worden daarbij op hun vakexpertise en docentkwaliteiten aangesproken. Zo zijn er al een paar studiedagen georganiseerd, waarbij docenten hun expertise inzetten voor hun collega’s. Onderwijsondersteunend personeel wordt evenzeer betrokken in de besluitvorming op een bij hun rol passend niveau. Nieuwe medewerkers volgen in hun eerste twee jaar bij het Utrechts Stedelijk Gymnasium een speciaal begeleidingsprogramma, waardoor ook zij zich snel thuis voelen en letterlijk en figuurlijk de weg weten. Cijfermatig blijkt de tevredenheid en het zich thuis voelen uit een laag verzuimcijfer en uit een geringe uitstroom. Ouders geven aan, bijvoorbeeld in tevredenheidsonderzoek, tijdens klankbordavonden en (indirect) via de ouderraad, het Utrechts Stedelijk Gymnasium een geschikt tweede huis te vinden voor hun kinderen. Ouders zijn positief over de respectvolle, open en vriendelijke sfeer. Hun kinderen gaan met plezier naar school. In de laatste enquête gaf 94% van de ouders aan het Utrechts Stedelijk Gymnasium aan andere ouders aan te raden.
5. Horizontale verantwoording Tenslotte gaan we in op de wijze waarop elke school de horizontale verantwoording in 2011 heeft ingericht. Per school kunnen we de resultaten als volgt typeren.
20 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 21
“De proefjes bij BIO en Science zijn het leukst. En natuurlijk Terschelling” (Kasper, leerling)
“Er is een gemoedelijke sfeer Ook zijn er veel activiteiten en verenigingen” (Asma, leerling) Utrechts Stedelijk Gymnasium
Kwaliteitsgelden In 2011 zijn de kwaliteitsgelden door het Utrechts Stedelijk Gymnasium ingezet voor verhoging van de kwaliteit van het onderwijs in bijna alle vakgebieden en voor verdere professionalisering van onze docenten. Taalonderwijs In 2011 zijn we begonnen met het intensiveren van het reeds bestaande versterkte taalonderwijs. Doel hiervan is de samenhang tussen de moderne vreemde talen te vergroten en gemeenschappelijk grammaticaonderwijs te realiseren. Versterkt onderwijs hangt verder nauw samen met alle activiteiten op het gebied van Internationalisering. In de verschillende talen zijn extra lessen aangeboden om ervoor te zorgen dat de leerlingen nog beter zijn toegerust. Voorbeelden hiervan zijn: aanvulling taalonderwijs Engels met extra spreekvaardigheid: Cambridge Engels extra lesuur Engels in leerjaar 5 extra lesuur Frans en Duits in leerjaar 6 binnen Duitse sectie: Goethe uur extra lesuur Grieks in leerjaar 4 voor leerlingen met Latijn én Grieks Kunstvakken Voor het vak Kunst heeft een van de docenten in 2011 eigen lesmateriaal ontwikkeld specifiek voor de bovenbouw. Bèta onderwijs Verschillende docenten zijn betrokken geweest bij de ontwikkeling van het vak NLT (Natuur Leven en Techniek). Het vak wordt nu in modules aangeboden. Er is een bèta-coördinator aangesteld, die de samenwerking tussen de medewerker van bètasecties optimaliseert en die zorgt voor vernieuwing binnen de bètasecties. In het kader van de talentontwikkeling en het excellentieprogramma neemt het Utrechts Stedelijk Gymnasium deel aan Bèta-excellent. Digitaal lesmateriaal Een van de docenten van het Utrechts Stedelijk Gymnasium participeert in Pegasus. Dit is een organisatie die de samenwerking stimuleert tussen de verschillende gymnasia en werkt aan digitalisering van lesmateriaal (internet) op gymnasiaal niveau. Leerlingbegeleiding Om de leerlingenzorg goed te regelen is een zorgcoördinator ingezet. Verder is er extra geïnvesteerd in de mentorteams onder andere door scholing op het gebied van leerlingbegeleiding, gesprekken met ouders en specifieke zorgvragen. Naast de decaan, die leerlingen begeleid bij hun profielkeuze, is er een profielcoördinator aangesteld, die inhoudelijk extra begeleiding biedt bij de profielkeuze. Professionalisering Goede introductie en begeleiding van nieuwe docenten vinden wij binnen het Utrechts Stedelijk Gymnasium essentieel. Om die reden zijn er twee ervaren docentbegeleiders die gedurende het 1e jaar Utrechts Stedelijk Gymnasiumzorgen voor een goede introductie. Zij coachen de nieuwe docenten, wonen lessen bij en hebben gesprekken met hen. Er zijn daarnaast centrale informatiebijeenkomsten in het begin van het jaar. Tijdens het 2e jaar plannen de begeleiders intervisiebijeenkomsten. In 2011 is vanuit de secties klassieke talen en geschiedenis extra begeleiding ingezet voor twee nieuwe docenten die duaal hun lerarenopleiding volgen.
22 - NUOVO jaarverslag 2011
Utrechts Stedelijk Gymnasium
Horizontale verantwoording Verantwoording en rekenschap afleggen van het handelen zijn belangrijk voor ons als medewerkers, maar evenzeer voor onze ouders en onze leerlingen. Evaluatie en verantwoording – ouders
Medezeggenschap
De medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit mensen die gekozen zijn uit de geleding van ouders en leerlingen en uit personeelsleden (PMR). De MR kan gezien worden als de ‘ondernemingsraad’ van de school. In de MRvergaderingen wordt o.a. gesproken over de inzet van personeel en middelen voor het volgende schooljaar. Ouderraad De ouderraad van het Utrechts Stedelijk Gymnasium behartigt de belangen van de leerlingen via de ouders. Er wordt goed contact onderhouden met zowel de schoolleiding als vertegenwoordigers van het docentencorps. Vergaderingen van de ouderraad worden bijgewoond door de rector en een (vaste) docent. De ouderraad organiseert eenmaal per jaar een klankbordavond. Deze avond heeft een bepaald thema, bijvoorbeeld de nieuwe missie/visie van het Utrechts Stedelijk Gymnasium of Internationalisering. Een aselecte groep ouders van Utrechts Stedelijk Gymnasium leerlingen wordt voor deze avond uitgenodigd. Mentoravond In september van ieder jaar worden ouders per jaarlaag uitgenodigd voor een informatieavond met de mentor van hun kind(-eren). Dit is tevens een moment waarop hen gevraagd wordt naar hun mening over de school, het onderwijs en specifieke onderwerpen.
Al deze elementen van overleg, informatie en communicatie leiden voor ouders en school tot een plezierige dialoog en zijn een zinvolle bron van wederzijdse informatievoorziening. Evaluatie en verantwoording – leerlingen
Leerlingenraad
Er is een actieve leerlingenraad met leden uit alle klassen, die regelmatig overlegt met de rector.
Leerlingenparticipatie
Leerlingen worden actief betrokken bij de school en het onderwijs door middel van klankbordgroepen, deelname aan studiedagen van docenten of door het leveren van een bijdrage aan de gymnasiumdag.
Evaluatie en verantwoording - medewerkers
Personele deel Medezeggenschapsraad (PMR)
Frequent vindt overleg plaats tussen schoolleiding en de PMR. De PMR brengt adviezen uit en beslist mee over veranderingen op het gebied van onderwijskundig beleid, taakbeleid voor het personeel, zaken met betrekking tot de arbeidsomstandigheden en dergelijke. Certificaat Investors in People (IiP) IiP heeft ons het belang van goede communicatie en evaluatie binnen het team en tussen het team en de schoolleiding duidelijk gemaakt. Tijdens vooraf geplande teamvergaderingen en ook op separate momenten en over separate onderwerpen wordt binnen school gecommuniceerd en geëvalueerd over onderwerpen die OP en OOP aangaan. Nil volentibus arduum Op didactisch gebied wordt middels het traject Nil volentibus arduum gewerkt aan meer aandacht voor en werken met verschillende leerstijlen, intelligenties en differentiatie. Ook de pedagogische aanpak is onder de loep genomen. Resultaat is dat leerlingen actiever betrokken zijn in de les en zich meer gekend voelen. Evaluatie Evaluatie van nieuwe activiteiten vindt tussentijds, informeel en aan het eind van een activiteit officieel plaats. Voorbeelden hiervan zijn de onderwijstijd, uitwisselingen en reizen. NUOVO jaarverslag 2011 - 23
“De leerlingmentoren zijn heel aardig en geven bruikbare tips. Leuk is ook dat je veel gym hebt, de practica en dat je Spaans en Chinees kan doen” (Milena, leerling)
Utrechts Stedelijk Gymnasium
Utrechts Stedelijk Gymnasium
Verantwoording aan derden
Primair onderwijs
Met het primair onderwijs vindt een zogenaamde ‘warme’ overdracht plaats: over iedere leerling uit groep 8 vindt contact plaats tussen de leerkracht en een coördinator onderbouw. In het 1e en 2e leerjaar op het Utrechts Stedelijk Gymnasium krijgen de scholen in het primair onderwijs de resultaten van hun voormalige leerling toegestuurd. Door deze contacten is er goed zicht op de wensen en behoeften van het primair onderwijs. Vragenlijst bezoekers Utrechts Stedelijk Gymnasium Vanaf 2011 ontvangen gasten aan de school, na afloop van hun bezoek, een enquêtekaart met vijf vragen over het Utrechts Stedelijk Gymnasium. Op deze wijze ontstaat een goed beeld van de impressie van derden over het Utrechts Stedelijk Gymnasium. De resultaten worden aan het einde van een kalenderjaar verzameld en geëvalueerd. Informele verantwoording Naast de hiervoor genoemde formeel geregelde evaluatie en verantwoording is er op verschillende wijzen sprake van informele verantwoording. Zo vormt de website van het Stedelijk Gymnasiumeen grote bron van informatie voor allen, betrokken bij of geïnteresseerd in onze school. De website wordt zeer goed bijgehouden; vaak staan verslagen en foto’s van een activiteit nog diezelfde dag op de website. Ouders en leerlingen weten docenten en schoolleiding vaak snel en rechtstreeks te vinden met vragen, opmerkingen, plannen et cetera. Vensters voor verantwoording In 2011 heeft het Utrechts Stedelijk Gymnasium de Vensters voor Verantwoording gevuld. Via de website schoolvo. nl zijn de gegevens over het Utrechts Stedelijk Gymnasium, met waar nodig een toelichting, te raadplegen door wie maar in de school geïnteresseerd is.
24 - NUOVO jaarverslag 2011
Januari
Winst voorronde Oxford Schools in Nederland. (twee teams naar het toernooi in Oxford)
April
Tweede en derde plek Intergymnasiaal debattoernooi (24 categorale gymnasia).
Mei
Winnaar Roosevelt Toernooi (Dutch Schools Debating Championships (DSDC)).
Augustus
Menno Schellekens en Joris Broeders worden tweede en vierde spreker in de categorie Non-native speakers op het WSDC (World School Debating Competition) in Dundee, Schotland. Het team haalt de hoogste notering ooit.
November
Hoogste score van de voorrondes voor het NK Debatteren.
December
Tweede plaats finale NK Debatteren, alle drie deelnemende leerlingen bij beste 10 sprekers.
December
Menno Schellekens (examenjaar 2011) wint tv-programma ‘Premier Gezocht’.
Januari 2012
Twee leerlingen in selectie World Schools Debating Championship (in Kaapstad, Zuid-Afrika, januari 2012), Menno Schellekens assistent coach.
NUOVO jaarverslag 2011 - 25
“We praten ook over dingen waar ik mee bezig ben. Zoals omgaan met geld, relaties, enzo” (leerling) POUWER
POUWER Resultaten POUWER is een praktijkschool en kent derhalve geen eindexamen. In plaats daarvan is het succes in het toeleiden naar werk of een passende vervolgopleiding van belang. Verheugend is, dat ook de inspectie in 2011 constateerde dat de opbrengsten van POUWER positief zijn. Wel is nog steeds aandacht nodig voor een rustige omgeving. In 2011 moest POUWER, om deze rust te handhaven, leerlingen schorsen. POUWER als tweede thuis Gegeven de centrale doelstelling van het praktijkonderwijs: leerlingen begeleiden naar zelfredzaamheid, is de school meer dan een instituut waar geleerd wordt. We beschouwen POUWER als een (school)gemeenschap waar de leerlingen, als was het een tweede thuis, leren om na te denken over zaken als werken, vrije tijd en relaties; waar zij kunnen dromen en kunnen ontdekken op welke wijze zij hun dromen kunnen waarmaken. Binnen deze schoolgemeenschap is het pedagogisch klimaat constant onderwerp van gesprek en dus in beweging. We proberen door middel van onder andere rituelen, vieringen, feesten of een herdenkingsbijeenkomst bij het overlijden van een leerling, het dagelijkse schoolleven te structureren en betekenis te geven, zoals dat ook in een gezin gebeurt (althans zou moeten gebeuren). In dit verband is de relatie tussen school en ouders natuurlijk ook van zeer groot belang. 2011 stond voor POUWER in het teken van het verder verhogen van de kwaliteit van onderwijs en begeleiding en het uitvoeren van maatregelen om de financiële huishouding van de school te verbeteren. Terug naar de basis en benoemen van een aantal prioriteiten: de methode Equip (voor sociale vaardigheden en morele ontwikkeling) uitvoeren in alle leerjaren, het uitbouwen van de activiteiten van de winkelstraat, het streven naar excellente coaches en het vergroten van het netwerk van bedrijven en stedelijke initiatieven (zoals de werkschool en de fietsfabriek). Hierdoor kunnen leerlingen nog beter bediend worden in het kader van de stage of het vinden van werk. In maart 2011 maakte de school met de winkelstraat een kans op de nationale onderwijsprijs. Wij hebben de prijs (natuurlijk geheel ten onrechte!) niet gewonnen, maar beschouwen de nominatie als een aanmoediging om op de ingeslagen weg voort te gaan. Kwaliteitsgelden Zoals eerder beschreven kijkt POUWER naar de kwaliteit van de individuele opleidingsroute (individueel ontwikkelingsplan op maat, begeleiding en verwachtingsmanagement), of de leerling het eindniveau behaalt dat verwacht mag worden en hoe het succes is op de arbeidsmarkt of in een vervolgopleiding. Daartoe wordt de ex-leerling twee jaar intensief gevolgd en wordt geregeld overlegd met relevante personen op de werkplek. Hiermee wordt aangesloten op de landelijke kwaliteitseisen van het praktijkonderwijs. De resultaten hiervan over 2011 stemmen tot tevredenheid. Er is in het verslagjaar op een gestructureerde wijze aandacht besteed aan het pedagogisch klimaat, in de klas en binnen de school als gemeenschap. POUWER heeft ten behoeven van de kwaliteit de kwaliteitsgelden in 2011 op de volgende wijzen ingezet: Kwaliteitszorgplan Het kwaliteitszorgplan van POUWER loopt van 2010 tot 2014. Tijdens koersdagen, waar gestructureerde activiteiten, teamdagen, scholing en externe ondersteuning deel van uitmaakten, is ook in 2011 gezamenlijk gewerkt aan de operationalisering naar de onderwijspraktijk, waardoor er een groot draagvlak is. Taal- en rekenprestaties Om de taal- en rekenprestaties van leerlingen van POUWER aantoonbaar te verbeteren, werkt POUWER samen met CITO: toetsen voor praktijkonderwijs.
26 - NUOVO jaarverslag 2011
Uitblinken op alle niveaus en een passende kwalificatie voor leerlingen. Aan het eind van het tweede jaar wordt geprognosticeerd wat het uitstroomniveau van de leerlingen is en op basis daarvan wordt de leerloopbaan verder ingevuld. Op basis van de in 2010 verscherpte procedure zijn de leerlingen beter te volgen en kan er meer op maat gewerkt worden. Dit zorgt ervoor dat leerlingen op hun hoogst haalbare niveau kunnen komen. Burgerschapsvorming In het kader van burgerschapsvorming komen er binnen POUWER specifieke thema’s aan de orde, zoals omgaan met geld, vrije tijd, relaties en (homo)seksualiteit. Daarnaast is de relatie met de buurt opnieuw verder uitgebreid. In deze situatie is de leerling niet meer alleen leerling, maar ook werknemer en burger. Professionalisering: ruimte voor de leraar POUWER heeft in 2011 opnieuw veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van coaches naar excellente coaches, op basis van het kwaliteitszorgplan 2010-2014. Dit is onder andere gebeurd door een grote betrokkenheid binnen een gestructureerd coaching- en feedbacktraject, waarin niet alleen de teammanager coacht en feedback geeft, maar ook meerdere collega’s een rol spelen. Daarnaast zijn er persoonlijke ontwikkelingsplannen vormgegeven. Ook investeert POUWER in individuele scholing en coaching, wanneer het management en/of de medewerker dit nodig acht(en). Verantwoording leerplusarrangement Praktijkschool Pouwer zet het leerplusarrangement in op maatwerk voor leerlingen, maximaliseren van schoolprestaties en het verminderen van voortijdig schoolverlaten. Dit doet zij op de volgende manieren. � Pouwer kent kleine coachgroepen (maximaal 16 leerlingen in theorielessen en maximaal 8 in praktijklessen), waardoor de leerlingen veel ondersteuning en begeleiding krijgen. Elke klas heeft twee coaches, die samen de uitvoering van de lessen en de begeleiding verzorgen � Op individuele basis wordt, indien nodig, extra ondersteuning geboden op de gebieden taal en rekenen. � POUWER heeft een eigen Schoolmaatschappelijkwerker (SMW’er) in dienst en maakt tevens gebruik van de diensten van Stade op dit domein, met een gezamenlijke formatie-omvang van 36 uur per week. De SMW’ers worden ingezet voor begeleidende gesprekken met individuele leerlingen en zijn/haar ouders/verzorgers en voor het begeleiden en adviseren van coaches, docenten en teams. Om dit goed te kunnen doen, observeren zij in de klassen. De SMW’er geeft daarnaast voorlichting aan teams of verzorgt studiedagen over thema’s met betrekking tot het begeleiden van leerlingen (bijvoorbeeld: ADHD, ADD, autisme en dergelijke). De SMW’er kan ook ingezet worden in het aanbieden van trainingen, zoals sociale vaardigheids-, faalangstreductie- en examenvreestraining. � Op POUWER wordt gewerkt met een Individueel Ontwikkelingsplan (IOP). Dit zorgt ervoor dat leerlingen meer zicht krijgen op hun persoonlijke ontwikkeling. In het IOP verzamelen leerlingen bewijzen over hun eigen leer- en ontwikkelingslijnen. � De leerplusarrangement gelden worden ook ingezet op het onderhouden van intensieve contacten tussen de coaches met de ouders van onze leerlingen. De driehoek leerling, ouders en school is uitermate belangrijk voor een optimale ontwikkeling van de leerling. Ouders worden vier keer per jaar op school verwacht voor een gesprek over het IOP. Ook worden er ouderavonden en ouderochtenden georganiseerd. Horizontale verantwoording De vorm die POUWER heeft gekozen voor de verantwoording aan stakeholders is het stakeholders-diner. POUWER weet als geen ander hoe belangrijk een goede stageplek is en dat een goede begeleiding ervoor kan zorgen dat Praktijkonderwijsleerlingen een succesvolle toekomst tegemoet gaan. Daarvoor zijn de contacten tussen school en bedrijven/instellingen bij individuele stages van leerlingen van groot belang. Er moet echter ook gelegenheid zijn voor de bedrijven/instellingen om gezamenlijk met de school en met elkaar van gedachten te wisselen over trends en ontwikkelingen in het onderwijs, binnen het bedrijfsleven en met betrekking tot de doelgroep van praktijkschoolleerlingen. Uitwisseling van ervaringen kan een meerwaarde zijn: bedrijven kunnen ‘good practices’ NUOVO jaarverslag 2011 - 27
“De coaches investeren echt in de relatie met de kinderen” (ouder) POUWER
van elkaar overnemen en de school blijft op de hoogte van relevante nieuwe ontwikkelingen. Er is gekozen voor de vorm van een diner waar ook in informele sfeer gesproken kan worden, omdat ook de persoonlijke relatie tussen de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de school van belang is. Dit biedt POUWER tevens de gelegenheid om de mogelijkheden van het restaurant te laten zien! Naast de bedrijven en instellingen waar de school een relatie mee heeft in het kader van stages, zijn er een aantal andere relevante partijen voor wie het van belang kan zijn te participeren in bijeenkomsten van school en bedrijfsleven: ouders, gemeentelijke instellingen en dergelijke. Voor het diner worden dan ook verschillende mensen uitgenodigd: werkgevers, ouders, oud-leerlingen, stagebegeleiders, ROC’s, MEE, UWV, Het Jongerenloket, DMO, De Provincie, Kennis Centra, Bedrijfsverenigingen, het MKB, KvK, jobcoach-organisaties en arbeidstrainingscentrum Working Out. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 is binnen POUWER een start gemaakt met een wat meer gestructureerde manier van werken binnen de driehoek leerlingen, ouders en school. We zien POUWER als een (school) gemeenschap en de ouders zijn daar een essentieel onderdeel van. Er wordt dus niet alleen gestreefd naar meer ouderbetrokkenheid (onder andere door de aanwezigheid bij 10-minuten-gesprekje en het volgen van het leerproces van het kind), maar er wordt ook geprobeerd de relatie tussen ouders en school te verdiepen en van daaruit zaken als horizontale verantwoording op te zetten. In het kader hiervan is gestart met het doen van een onderzoek onder ouders, docenten en leerlingen om de verwachtingen en wensen in kaart te brengen. Het onderzoek heeft in het voorjaar van 2011 tot conclusies en aanbevelingen geleid op basis waarvan beleid is gemaakt en activiteiten zijn opgezet.
Het Trajectum College (TJC) Resultaten Het Trajectum College heeft sinds augustus 2011 een nieuw schoolgebouw betrokken en kent pas sinds die tijd een docententeam op één plek. Dit zal de samenwerking, met name tussen onder- en bovenbouw, sterk bevorderen. Dat is ook wel nodig, omdat de resultaten van de kaderberoepsgerichte leerweg, na een beperkte positieve periode, te wensen overlaten en er ook zorgen zijn bij de andere leerwegen. Dit heeft inmiddels geleid tot een verbeterplan, dat vanaf 2012 tot zichtbare verbeteringen moet leiden. Het Trajectum College als tweede thuis Halverwege 2011 betrok het Trajectum College een modern, eigentijds schoolgebouw aan de Vader Rijndreef. Het is een open en transparant schoolgebouw, waar leerlingen en personeel zich vanaf de eerste dag echt thuis voelden. De officiële opening vond plaats op 22 november en in de dagen daaromheen waren er festiviteiten voor leerlingen, ouders, personeel, oud-personeel en voor de buurt. In gesprekken met leerlingen wordt duidelijk dat ze trots zijn op het gebouw en ook op de schoolomgeving met haar groen en vijverpartij. Het is een gebouw geworden met pleinen waar leerlingen zelfstandig en/of onder begeleiding kunnen werken, maar ook een gebouw waar klassen in eigen lokalen aan het werk kunnen, zonder dat ze opgesloten zitten. Alle lokalen hebben glazen wanden gericht op de pleinen en brede gangen, maar ook op bijvoorbeeld het echt open leercentrum. Het Trajectum College wil school in de wijk zijn. Vandaar ook het restaurant en het vergadercentrum, evenals het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang van Ludens in het gebouw. Voor de leerlingen is het schoolgebouw echt een tweede huis; ze hebben het er erg naar hun zin en voelen zich er thuis; ze zijn er trots op en steken dat niet onder stoelen of banken. De beroepsvoorbereidende opleidingen geven er hun praktijklessen vanuit leerpleinen, de theorielessen worden gegeven in aanpalende en in zicht zijnde theorielokalen. Door het hele gebouw heen staan grote aantallen computers en ieder leslokaal is voorzien van een digibord om zo in het onderwijs ook de digitale mogelijkheden goed te kunnen benutten. Voor docenten zijn er diverse werkplekken gecreëerd om op school hun les voorbereidende en overige nietlesgebonden taken goed te kunnen uitvoeren. Een gebouw waar ieder zich dus echt thuis voelt en dat uitnodigt om er plezierig en eigentijds te leren. Kwaliteitsgelden Het Trajectum College heeft het afgelopen schooljaar verdere stappen gezet om te komen tot een betere bewaking van de kwaliteit van het onderwijs. Enkele zaken uit ons verbeterplan zijn: Examenresultaten Aan het eind van iedere periode in het schooljaar worden er periodetoetsen gegeven voor ieder vak. Deze toetsen zijn diagnostisch van aard en bevatten de ingrediënten om te komen tot verbeteringen en betere sturing van de onderwijskwaliteit. Dit moet leiden tot betere examenresultaten voor al onze leerlingen. Doorlopende leerlijnen In 2011 is gestart met het opzetten van leerlijnen per vak in de bovenbouw van de school. Vervolgens worden er toetsen gemaakt die vanuit de vakgroepen opgesteld worden en beoordeeld op validiteit, zowel qua stof als op het gebied van beoordeling. De toetsen worden opgenomen in een toetsenbank. In schooljaar 2012 zal een en ander ook worden ingevoerd in de onderbouw van de school. Dit om te komen tot doorlopende leerlijnen door de vier leerjaren heen.
28 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 29
“We moeten het samen doen, niet alleen ouders of alleen school. Maar vader, moeder en school, dat is goed” (ouder) Trajectum College
Digitale toetsing Nu de centrale examinering binnen de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg digitaal is voor alle vakken, is het van belang dat leraren en leerlingen hier goed mee kunnen omgaan. Nadat eerst de docenten geleerd hebben hoe om te gaan met digitale toetsing, is er een traject gestart met alle leerlingen om hen vertrouwd te maken met digitaal examen doen. Het toetsenprogramma maakt goede analyses van de vorderingen van leerlingen en ook van de hiaten die er nog zijn. Op basis van die gegevens gaan docenten hun leerlingen gerichter voorbereiden op het examen. Professionalisering docenten Schoolbreed worden er systematisch en regelmatig lesobservaties gehouden door de schoolleiding bij alle docenten, waarover vervolgens nagesprekken gehouden en verbeterafspraken gemaakt worden. Daarnaast bezocht Eduniek een groot deel van de docenten en coachte hen op het gebied van de basisles, het gedifferentieerd werken en taalgericht vakonderwijs. In school wordt dit als uitermate waardevol ervaren en ook gezien als een goed instrument om te komen tot verbeteringen. Taallessen Omdat veel van onze leerlingen op school starten vanuit achterstanden, hebben we er in 2011 voor gekozen de leerlingen een extra lesuur Nederlands te geven. Dit omdat de Nederlandse taal in grote mate verantwoordelijk is voor het schoolsucces. Daarnaast kunnen leerlingen dagelijks na afloop van de reguliere lessen extra huiswerkbegeleiding krijgen vanuit Switch en het Open Leer Centrum (OLC). Enkele tientallen leerlingen maken daar gebruik van. Resultaatgericht werken Vanuit het APS is het Management Developmenttraject voortgezet om te komen tot resultaatgericht werken gestuurd door de schoolleiding. Het APS ondersteunt het Trajectum College verder bij de bewaking van de resultaten die geformuleerd staan in het meerjarenkwaliteitsplan en de jaarplannen. In cycli van 90 dagen wordt volgens de PDCAcyclus (Plan, Do, Check, Act) verder gewerkt aan de noodzakelijke verbeteringen. Verantwoording leerplusarrangement Het Trajectum College heeft het leerplusarrangement op de volgende manieren ingezet: � Veel van onze leerlingen komen uit Turkse en Marokkaanse gezinnen. De ouders zijn meestal zeer laag of niet opgeleid. De leerlingen leven in drie culturen: thuis, school en straat. We hebben een tweetal schoolcontactpersonen in dienst, ieder voor 16 klokuren, om de contacten tussen ouders en school te verbeteren en ouders en leerlingen te leren omgaan met deze verschillen om zo tot een succesvolle schoolloopbaan te komen. � Op het Trajectum College is Schoolmaatschappelijk werk (SMW) ingezet voor 18 uur per week. De SMW’er is er voor begeleidende gesprekken met individuele leerlingen en zijn/haar ouders/verzorgers en het begeleiden van mentoren, docenten en teams. Bovendien speelt de SMW’er binnen het Zorgadviesteam (ZAT) en in het kader van deskundigheidsbevordering van docenten en, in het bijzonder, mentoren een begeleidende rol. � De ingezette orthopedagoog en Remedial Teacher, voor elk 16 uur per week, begeleiden leerlingen en docenten op het gebied van leer- en gedragsproblemen en bieden hulp in het interne zorgoverleg en aan het ZAT. Leerlingen hebben baat bij deze extra begeleiding die vaak individueel is of plaatsvindt in kleine groepjes (vaak van maximaal 6 leerlingen). � Er zijn extra taal- en rekenlessen in de onderbouw van het Trajectum College. Dit om de leerlingen, die veelal met achterstanden vanuit het basisonderwijs bij ons binnenkomen, maximale kansen te geven om de school succesvol, op het eigen niveau, af te kunnen ronden.
30 - NUOVO jaarverslag 2011
�
� �
�
De leerplusgelden worden op het Trajectum College ook ingezet voor de intensieve contacten die de mentoren onderhouden met de ouders van onze leerlingen. Zo brengen de mentoren jaarlijks huisbezoeken en zijn er minimaal vijf keer per jaar ouderavonden/rapportavonden , waarop ouders, leerlingen en mentoren met elkaar in gesprek gaan over leervorderingen en toekomstige opleidingskeuzes. We kennen op het Trajectum College een dubbelmentoraat om zo de leerlingen maximale begeleidingskansen te geven . Het regelmatig voeren van loopbaanoriëntatie en -begeleiding en voortgangsgesprekken tussen mentoren en leerlingen om te komen tot een goede determinatie en keuze voor een vervolgopleiding is essentieel om leerlingen te motiveren voor het onderwijs en bewuste en goede keuzes te laten maken. Mentoren worden hierin begeleid door een trainer/coach uit de Rodingroep. Na de reguliere lessen worden leerlingen die dat nodig hebben op school begeleid om daar hun huiswerk te maken of opgelopen leerachterstanden weg te werken. Deze vorm van begeleiding vindt plaats door onder andere de jongerenwerkers van Switch en ook door medewerkers uit het open leercentrum (OLC).
Horizontale verantwoording Het Trajectum College is een school die midden in de Utrechtse samenleving staat. Alle leerlingen lopen stages, zowel op maatschappelijk gebied als beroeps- en opleidingsoriënterend. De eerste stappen zijn gezet om de beroepsvoorbereidende opleidingen bedrijfsmatig op te zetten. Zo wordt er intersectoraal vanuit leerbedrijven gewerkt. In de afdelingen horeca en facilitair binnen Dienstverlening en Commercie is dat het verst uitgewerkt met een eigen restaurant en vergadercentrum. Beiden hebben in de korte tijd, vanaf september 2011, hun nut bewezen. Het restaurant en de schoolcatering lopen voortreffelijk en het vergadercentrum heeft ook zijn plek in Utrecht inmiddels verworven. Andere afdelingen volgen met vergelijkbare concepten. Jaarlijks, dus ook in 2011, hebben we een enquête uitgezet onder stage-verlenende bedrijven om op grond daarvan verdere verbeteringen door te voeren. Deze enquête geeft aan dat de stagebedrijven tevreden zijn over de aanpak en begeleiding in de stages. Men geeft ons hiervoor het cijfer 7,5. Naast deze stages en het krijgen van feedback daarop, is er een groep bedrijven die vrienden van het Trajectum College zijn. Vertegenwoordigers uit deze bedrijven kwamen in 2011 twee keer bijeen om te spreken over ons onderwijssysteem en de gekozen werkwijze, met name binnen de intersectorale programma’s, en over de ideeën die binnen deze bedrijven leven over onze werkwijze en onderwijskundige aanpak. Dit alles om te komen tot een verdere verbetering van ons onderwijs, aansluitend bij de wensen vanuit het bedrijfsleven. Enkele malen per jaar is er een bijeenkomst van personeel en leerlingenvertegenwoordigers om met elkaar en de schoolleiding van gedachten te wisselen over de voortgang die geboekt wordt bij het Trajectum College. Dit draagt bij aan de ambitie om ons te ontwikkelen tot de kwaliteitsschool, zoals beschreven in onze onderwijskundige koers en het meerjarenkwaliteitsplan. De onderlinge communicatie wordt als waardevol ervaren zowel door het personeel als door de leerlingen.
NUOVO jaarverslag 2011 - 31
“Door het maken van mijn portfolio weet ik nu waar mijn talenten liggen” (leerling)
Trajectum College
UniC
UniC
Jos van Sluijters, docent Dienstverlening en Commercie, werd 4e bij de landelijke verkiezing tot mentor van het jaar. Leerlingen van de afdeling horeca binnen het Trajectum College maakten in het kader van hun maatschappelijke betrokkenheid bavarois als paastoetje voor de voedselbank
32 - NUOVO jaarverslag 2011
Resultaten UniC nam in 2011 voor de derde keer het examen havo af en voor de tweede keer het examen vwo. Voorheen was voor beide afdelingen de afstand tussen het centraal examen en het schoolexamen te groot en het cijfer voor het centraal examen laag. Dit is inmiddels ingelopen voor de havo: in het jaar 2011 vielen deze gegevens binnen de normen. Omdat de inspectie over drie jaar meet, levert dit nog wel geïntensiveerd toezicht op. Ook bij het vwo zijn er verbeteringen, maar nog niet voldoende. Voor het examenjaar 2011-2012 zijn verbeteringen ingezet die naar verwachting tot positieve resultaten zullen leiden. Ook de doorstroomcijfers zijn nog niet op orde, zowel wat de onder- als de bovenbouw betreft. Daarom heeft UniC nadere maatregelen genomen voor een betere verwijzing. UniC als tweede thuis UniC zit in een nieuw schoolgebouw. Bij het ontwerpen en inrichten van het gebouw is nadrukkelijk geprobeerd een schoolgebouw te laten ontstaan waar de leerlingen zich “thuis “ kunnen voelen. Dat thuisgevoel wordt opgeroepen door de kleinschaligheid, het gebruik van veel kleuren en meubilair waarop je ook kunt hangen of liggen. De school kent meerdere zithoeken waar leerlingen ook tijdens de lessen te vinden zijn om hun werk te doen. Dat wordt mogelijk gemaakt door het draadloze netwerk dat in het gehele gebouw is aangelegd. Leerlingen zelf laten kiezen waar zij aan het werk zijn, past bij het uitgangspunt dat een prettige werkomgeving bijdraagt aan het behalen van een goed eindresultaat. De leerlingen werken bijna allemaal met een laptop die zij zowel thuis als op school gebruiken. Schoolwerk, gebruik van sociale media, surfen op internet en gamen vinden daardoor in dezelfde omgeving plaats. De scheiding tussen school en thuis vervaagt. Laptoppen worden in toenemende mate ook ‘gepimpt’ om zo de eigenheid van de eigenaar te benadrukken. De school is verdeeld in drie bouwen met elk tussen de 120 en 200 leerlingen. Elk bouw heeft een eigen team dat verantwoordelijk is voor onderwijs en begeleiding van de leerlingen. Doordat we werken met een vast team per bouw, voelen de leerlingen zich gekend en gezien. Dat draagt bij aan hun gevoel van welbevinden. In de eerste drie jaren zitten de leerlingen in een maatjescirkel. Een maatjescirkel bestaat uit 5 leerlingen die gedurende een aantal maanden nauw met elkaar samenwerken en elkaar helpen als er problemen zijn. Door de maatjescirkels voelen de leerlingen zich geborgen. Een maatjescirkel wordt begeleid door een vaste mentor die met de leerlingen geregeld de wijze van samenwerken bespreekt. UniC is meer dan een plek waar je de benodigde kennis en vaardigheden leert voor het behalen van een diploma. Op UniC wordt in elk jaar ook uitgebreid aandacht besteed aan de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Daarbij gaat het om de volgende vragen: “Wie ben ik?, Wat wil ik? en Wat kan ik?” Voor het in kaart brengen van de persoonlijke ontwikkeling is een doorlopende kwaliteiten-leerlijn ontwikkeld die zichtbaar maakt waar een leerling in zijn of haar ontwikkeling staat. In een portfolio verzamelen leerlingen hiervan de bewijzen. Dat portfolio kan meegenomen worden naar de vervolgopleiding. Tijdens het dagdeel Motivaktie werken de leerlingen gedurende een periode aan een eigen onderzoek of leervragen. Het resultaat wordt gepresenteerd en het proces beoordeeld. Hierdoor wordt de zelfkennis van de leerlingen vergroot en dat helpt bij het maken van de juiste keuzes voor profiel en vervolgstudie. Door de nadruk die wordt gelegd op de persoonlijke ontwikkeling worden de leerlingen zich steeds meer bewust van hun unieke zelf. Dat draagt bij aan de groei van zelfvertrouwen bij de leerlingen en past in het streven van UniC naar de bevordering van autonomie. Hierbij hoort regelmatig contact met ouders over de voortgang van hun kind. De betrokkenheid van de ouders wordt bevorderd doordat zij digitaal toegang hebben tot het lesmateriaal, mentorverslagen en behaalde resultaten. Zo werken de ouders en de school gezamenlijk aan opvoeding en begeleiding.
NUOVO jaarverslag 2011 - 33
“Veel geleerd op UniC: naar oplossingen zoeken, samenwerken, debatteren, met kritiek omgaan” (ex-leerling) UniC
UniC
Kwaliteitsgelden UniC heeft, net als in de afgelopen jaren, de kwaliteitsgelden ingezet ter verbetering van de examenresultaten. De school heeft zich gericht op de eindexamentrainingen en de professionalisering van het personeel. Mede onder invloed van deze trainingen en de bijkomende professionalisering zijn de resultaten die bij het examen worden behaald in de afgelopen jaren verbeterd. Eindexamentraining Elk jaar maakt UniC een analyse van de behaalde examenresultaten. Op basis van deze analyse wordt een verbeterplan opgesteld. Een vast onderdeel hierin zijn de examentrainingen. De trainingen starten elk jaar na afloop van de schoolexamens en duren tot de eindexamens. In deze tijd wordt per vak extra aandacht besteed aan het verwerven van vakspecifieke vaardigheden voor het centraal examen. Bij het oefenen van die vaardigheden ligt de focus op onderdelen die bij de eerdere analyse naar voren zijn gekomen. Professionalisering personeel Voor de examentrainingen maken vakcollega’s bij de voorbereiding van de training voor hun vak een eigen analyse van de vaardigheden die leerlingen nodig hebben, naast de kenniscomponent, die voor dat vak onderscheidend en van invloed zijn voor het behalen van een goed resultaat van het examen. Docenten worden hierdoor steeds vaardiger in het goed voorbereiden van leerlingen op het examen. Afhankelijk van de uitkomsten van de analyse, wordt eventueel externe expertise ingezet. Dit kan bijvoorbeeld een collega-school, een lerarenopleiding of een instituut voor onderwijsontwikkeling zijn.
Dit jaar is UniC gestart met allerlei projecten voor de maatschappelijke stage. Dit jaar stond het in het teken van “Jij en de maatschappij” en Serious Request. Tijdens het project “Jij en de maatschappij” hebben de leerlingen workshops gevolgd als vooroordelen, imago, omgaan met lastige situaties en sollicitatietraining. Daarnaast maakt de leerlingen een presentatie over vooroordelen en imago. Ook kwamen zij in aanraking met de mindere kanten in de maatschappij, denk bijvoorbeeld aan interviews met een ex-gedetineerde en een dakloze. Voor Serious Request hebben zowel de leerlingen van leerjaar 1 als leerjaar 2 allerlei acties georganiseerd om geld op te halen voor het doel van Serious Request. De leerlingen maakten een stappenplan en voerden vervolgens het idee uit. Deze ideeën varieerden van een sponsorloop, 36 uur gamen, eieren gooien, een diner voor ouders tot een schoolgala. Al met al haalden de leerlingen een bedrag op van € 6.500. Een mooi resultaat alleen bereikt door de leerlingen.
Horizontale verantwoording Tevredenheidsonderzoeken Op UniC worden leerlingen, ouders en teamleden jaarlijks gevraagd naar hun tevredenheid. De vragenlijst over de tevredenheid onder ouders is zeer uitgebreid. Deze lijst is opgesteld door een aantal ouders uit de onderwijsgroep. De tevredenheid van de ouders kreeg gemiddeld een 7,3. Ouders De onderwijsgroep wordt door de school gebruikt om te praten over allerlei zaken die op het onderwijs betrekking hebben en heeft daarbij vaak ook de functie van een klankbord. Naast de ouderavonden die bedoeld zijn om de voortgang van de leerlingen te bespreken, organiseert de school ook ouderavonden die gewijd zijn aan de bespreking van een bepaald thema. Voorafgaand aan de avond wordt aan de ouders gevraagd of er andere zaken zijn die zij graag op die avond zouden willen bespreken. Als dat bij meerdere ouders het geval is, wordt een dergelijk onderwerp op de agenda geplaatst. Vaak hebben deze onderwerpen te maken met de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Daarover met ouders open in gesprek gaan, past ook bij het streven om ouders meer bij de school te betrekken. Platform Eigentijds Onderwijs (Pleion) Het Platform Eigentijds Onderwijs waar UniC aan deelneemt, is mede bedoeld om met elkaar te werken aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Dat gebeurt niet alleen door de schoolleiders maar ook door de docenten. Met collega’s van twee andere Pleion-scholen werkt UniC samen aan de verbetering van de examenresultaten. Daarnaast hebben deze drie scholen een gezamenlijke studiedag georganiseerd waarbij de onderwijspraktijk en –ervaringen centraal stonden. Keurmerk opleidingsschool UniC heeft het Keurmerk voor opleidingsschool van de lerarenopleiding Archimedes van de Hogeschool Utrecht. Afgelopen jaar is het Keurmerk vernieuwd. In dat kader heeft op UniC een audit plaatsgevonden, uitgevoerd door een commissie van de lerarenopleiding en een aantal schoolopleiders van andere Keurmerkscholen. Tijdens deze audit is de kwaliteit van het opleiden van leraren op UniC opnieuw in kaart gebracht en positief beoordeeld. 34 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 35
“In de pauze zitten we gezellig in de aula met elkaar te kletsen” (Yussef, leerling)
“Als ik niet goed luister, krijg ik straf, het is eigenlijk niet anders dan thuis ;-)” (Daniëlle, leerling)
Leidsche Rijn College
Leidsche Rijn College
Leidsche Rijn College (LRC) Resultaten De resultaten van de havo-afdeling van het Leidsche Rijn College zijn op alle fronten positief te noemen. Voor de vwoafdeling geldt dat in 2011 nog niet voor het gemiddeld centraal examencijfer. Met inachtneming van de jaren ervoor betekent dit nu nog dat de inspectie het toezicht intensiveert. We verwachten dat dit in de loop van 2012 niet meer het geval hoeft te zijn. Leidsche Rijn College als Tweede thuis Een van onze sterke punten is dat leerlingen de sfeer op het Leidsche Rijn College als heel goed ervaren. Het viel ook de inspectie op dat het welbevinden van de leerlingen hier groot is en dat de relatie tussen de leerlingen en hun docenten/ mentoren erg positief is. ‘Mijn mentor probeert me echt te helpen’ en ‘ik vind het Leidsche Rijn College echt een fijne school’ zijn uitspraken die we vaak teruglezen in het jaarboek van de examenleerlingen. Het lukt ons goed ervoor te zorgen dat de leerlingen zich hier ‘thuis’ voelen. Wanneer je ons gebouw binnenloopt, roepen de grote hoge grijze ruimtes niet onmiddellijk een vergelijking met thuis op. Het kost leerlingen daarentegen totaal geen moeite om onze grijs/rode houten banken in de aula en het kapstoknisje in de hal als ‘chill-plek’ te gebruiken. Leerlingen vermaken zich in de pauzes en na schooltijd opperbest met de tafeltennistafels en het airhockeyspel, blijven lang ‘hangen’ na de lessen en maken hun huiswerk aan de kantinetafels onder het genot van kopjes thee en iets lekkers. Net als thuis moeten ze vervolgens wel helpen opruimen en net als thuis proberen ze daar geregeld onderuit te komen. Uiteraard vinden er ook geregeld flinke discussies plaats over afspraken en regels. Soms zwichten we voor hun argumenten en mogen ze bijvoorbeeld één keer ‘gratis’ te laat komen. Gemopper en tevredenheid wisselen elkaar af en het echte grote ‘dank je wel’ komt meestal pas als ze bijna ‘het huis uit gaan’ en hun diploma in ontvangst nemen. Op dat moment leggen we nog een keer de rode loper voor ze uit. Daarna wachten we geduldig tot de reünies om de nieuwe verhalen en herinneringen te horen. Herinneringen die dan meestal, net als een familie fotoalbum, de hoogtepunten en de uitjes betreffen. De Londen- en Romereis, de kampen, de activiteitendag, een gewonnen sporttoernooi en die ene musical waarin ze zelf een grote rol speelden staan in dat ‘herinneringsfotoalbum’. Het zijn ook die momenten dat leerlingen en docenten elkaar echt leren kennen en het gevoel ontstaat dat je ‘ergens bij hoort’. Onze oud-leerlingen ontvangen we graag nog jaren lang om dat gevoel weer even op te halen; ze mogen altijd weer even terug naar ‘huis’. Kwaliteitsgelden Het Leidsche Rijn College heeft in 2011 de kwaliteitsgelden ingezet op taal- en rekenprestaties, de eindexamencijfers, professionalisering van docenten, talentontwikkeling en de ontwikkeling van digitaal lesmateriaal.
36 - NUOVO jaarverslag 2011
Taal- en rekenprestaties Het Leidsche Rijn College heeft taalbeleid hoog op de agenda staan. Dit jaar nemen zij deel aan het stedelijk netwerk Taal. In navolging hierop voert de taalwerkgroep van de school een school-breed taalbeleid in. Een groep voortrekkers is begonnen met een intensieve nascholing in het kader van vakgerichte taaldidactiek. Tevens heeft een aantal vakgroepen taalgericht vakonderwijs ingevoerd, bij andere vakgroepen is dit in ontwikkeling. We gebruiken daarnaast al enige jaren de Cito-VAS-toetsen. Leerlingen die volgens deze toetsen zwak zijn op onderdelen krijgen een extra lesprogramma. We zijn dit jaar met een tweede lichting leerlingen gestart. Om het rekenniveau te behalen dat nodig is om de rekentoets af te leggen, hebben alle bètavakken het speciaal hiervoor ontworpen Salvo-programma geïmplementeerd. Eindexamencijfers Er werd in 2011 voortvarend gewerkt aan een verbeterplan voor de examencijfers. Zowel de PTA’s als inhoud van de zwakkere vakken zijn aangepast. De gemiddelde eindexamencijfers en het verschil tussen het centraal examen en het schoolexamen zijn de afgelopen jaren verbeterd. De resultaten van het vwo laten een stijgende lijn zien. Naast een determinatiebeleid is er sinds dit jaar ook een strikter toelatingsbeleid. Verder is er een aantal additionele maatregelen genomen zoals een gemeenschappelijk huiswerkbeleid en extra lessen voor zwakke leerlingen. Eveneens zijn er extra middelen ingezet ten behoeve van examentrainingen en een examencarrousel. De examencarrousel is een avond voor examenleerlingen en hun ouders waarop in een zevental workshops door docenten tips worden gegeven over alle mogelijke onderwerpen rondom het eindexamen. De school bereidt hierdoor ouders en leerlingen beter voor op het examen. Professionalisering; Ruimte voor de leraar De school heeft volgens de IiP-leidraad verder gewerkt aan school-brede professionalisering. De school stimuleert na- en bijscholing die gericht is op onder andere klassenmanagement, taakgerichtheid en taalbeleid. Met hulp van docentcoaches is ingezet op intercollegiale consultatie. Talentontwikkeling In het kader van de talentontwikkeling en het excellentieprogramma nemen we deel aan Bèta-excellent. Ook biedt het Leidsche Rijn College dit schooljaar alle leerlingen van alle leerjaren de mogelijkheid deel te nemen aan de Anglia examens. Het Anglia examen kent veertien niveaus waaruit de leerling zelf kan kiezen. De certificaten die hiermee behaald kunnen worden, worden op steeds meer vervolgopleidingen en bij buitenlandse instanties erkend als een goede graadmeter van het taalniveau van de bezitter. Ook de vakgroepen van Frans en Duits oriënteren zich op deelname aan een Europees erkend examen. De vakgroep Duits start komend jaar met een pilot. Digitaal lesmateriaal Alle medewerkers, leerlingen en hun ouders zijn dit jaar aangesloten op de Elektronische Leer Omgeving (ELO). Er wordt op veel verschillende manieren gebruik gemaakt van de nieuwe mogelijkheden die de ELO biedt. We hebben flink geïnvesteerd in nascholing ten behoeve van gebruik van de ELO. Docenten kunnen nu steeds beter gebruik maken van digitaal materiaal. Voor het vak Duits draait er een pilot waarbij voor een hele leerlaag digitaal materiaal wordt ontwikkeld. We meten onder andere de effecten op het leerrendement. In de toekomst verwacht het Leidsche Rijn College hier verder op in te gaan zetten.
NUOVO jaarverslag 2011 - 37
“Soms ben je het ergens niet mee eens, maar dan kun je daar gewoon over praten” (Suffian, leerling) Leidsche Rijn College
Horizontale verantwoording In het kader van de horizontale verantwoording hebben wij een aantal van onze ‘partners’ gevraagd naar hun kijk op onze school en naar verbetermogelijkheden. Stakeholders Naar mate we langer in Leidsche Rijn gevestigd zijn, worden onze contacten met externe partners geïntensiveerd. We leren elkaar steeds beter kennen. Zo hebben we dit jaar deel genomen aan de publicatie van ‘de ondernemers’ in Leidsche Rijn. Met alle externe partners, te weten het samenwerkingsverband, de externe leden van het Zorgteam, de partners van het veiligheidsconvenant (politie en Bureau Halt, de lokale middenstand en buurtwerk), leerplicht, basisscholen, de vrijwilligerscentrale, de Hogeschool Utrecht en het IVLOS hebben we jaarlijks evaluatiegesprekken. Wij leggen verantwoording af over ons zorgplan, het afgesloten veiligheidsconvenant, de begeleiding van docenten in opleiding, de overdracht van leerlingen vanuit het basisonderwijs naar onze school, de stages die leerlingen lopen in het kader van de maatschappelijke stage en ons verzuimbeleid. Tijdens de hierboven genoemde gesprekken vragen wij deze partners middels een aantal vragen om een ‘overall’ oordeel en om ‘tips en tops’. Deze partners gaven onze school als ‘overall oordeel’ even vaak het cijfer 7 als 8 en gaven aan tevreden te zijn over structuur en communicatie (veel korte lijnen). Er is een stabiel team met weinig wisselingen en duidelijke taakverdelingen. Dit maakt dat het voor deze partners duidelijk is wie voor hen de aanspreekpersonen zijn. Uiteraard waren er ook waardevolle tips voor verbetering, die zich echter richten op heel specifieke punten. Naar aanleiding van een van de tips zijn we ons nu duidelijker aan het profileren op de website. Afgelopen jaar hebben wij ook een inspectiebezoek gehad en heeft de bestuursvoorzitter onze school bezocht. Ook met deze bezoeken doen wij uiteraard ons voordeel. Conclusie Uit alle geledingen in en buiten de school komt duidelijk naar voren dat het ons lukt ons sterke punt, ‘sfeer en veiligheid’, duidelijk te profileren. De communicatie daarover en het goed ‘uitventen’ is een van onze opdrachten voor komend jaar. De sfeer op het Leidsche Rijn College is positief en dat moeten we zien vast te houden.
38 - NUOVO jaarverslag 2011
Leidsche Rijn College
Finaleplaats OP WEG NAAR HET LAGERHUIS debat van de Vara. Bovenbouwlln van havo en vwo oefenen inmiddels twee jaar om hoge ogen te gooien op de debatwedstrijden. Ze blijven in de bovenste regionen eindigen. Nuovo sportcup De leerlingen van de nuovo scholen hebben afgelopen jaar voor het eerst gestreden om de nuovo-sportcup. Dit jaar was basketbal als sport gekozen en is de cup door het LRC gewonnen. Maritime Design Challange 2011 Leerlingen uit 6v hebben deze door Delft uitgesreven wedstrijd gewonnen. Hun boot met gaten bleef het langste drijven en was ook inderdaad het slimst ontworpen. Junior Gouden Kalf Tijdens de utrechtse filmdagen is onze school altijd van de partij. Het is dan ook niet de eerste keer dat we een Junior gouden kalf gewonnen hebben. Wereldrecord Lay-ups Vlak voor de kerst heeft U-Ball een poging gedaan om met meerdere teams in het Guinness book of Records terecht te gaan komen. Dat is gelukt! Winnaars was het team onder 18, waar lln van het LRC en Via Nova in zaten.
NUOVO jaarverslag 2011 - 39
Internationale Schakelklassen (ISK) Resultaten De Internationale Schakelklassen hebben in 2011 hun normen voor succes gepreciseerd. De inspectie heeft een positief oordeel geveld over de opbrengsten en het onderwijsproces. Internationale Schakelklassen als tweede thuis In het kader van het thema ‘de school als (tweede) huis’ volgt hier een interview met Janina Stijnen en Najim Amjahad, de twee conciërges op de La Bohèmedreef. Is volgens jullie de school voor de leerlingen een soort tweede huis? Janina: Ja, ik denk voor de meesten wel. Najim: Ja, dat denk ik ook. Maar er is natuurlijk wel een verschil. Thuis is voor de meeste ‘gewone’ dingen. Eten, kleden, hygiëne, liefde. Op school gaat het vaak om andere dingen: het opbouwen van je toekomst, sporten, vriendschap. Hoe merk je dan aan leerlingen dat de school een soort tweede huis is? Najim: Door de vragen die ze stellen. Heel veel stellen vragen als: ‘Hoe moet ik dit doen?’ en ‘Kan je me hiermee helpen?’ Dat zijn dezelfde vragen die mijn kinderen thuis ook aan mij als vader stellen. Janina: Veel kinderen vragen ook ‘Juf, doe ik het zo goed?’ Ze willen graag bevestiging. Maar je merkt het ook na schooltijd. Veel leerlingen blijven na schooltijd nog even hangen. Ze doen dan graag nog mee aan activiteiten als sport of muziek. Najim: Net als thuis dragen wij op school ook iets bij aan de opvoeding van de kinderen. We leren ze omgaan met regels. Janina: Ja, met regels en met elkaar. Hoe je elkaar met respect behandelt. En hoe je elkaar helpt als er verdriet is of een probleem. Wat kan je als conciërge doen om leerlingen zich thuis te laten voelen? Najim: Warmte geven. Janina: Een luisterend oor hebben. Vooral bij meiden zie je dat. Dan komen ze binnen met zo’n gezichtje van ‘ik heb het moeilijk’. Dan vraag je er even naar. Veel kinderen willen dan wel vertellen, dat ze bijvoorbeeld een probleem hebben met een cultuurverschil of een verliefdheid. Najim: Leerlingen maken fouten. Natuurlijk, dat doet iedereen. Je kunt ze helpen hun fouten in te zien en die te herstellen. Dat gebeurt vaak bij ruzies. Dan kan je helpen de relatie weer in orde te maken. En dan is het natuurlijk de bedoeling dat ze die fout niet weer maken. Janina: Je wilt als conciërge kinderen helpen in te zien hoe het allemaal werkt in de wereld, wat je kan doen om jezelf verder te helpen en wat je beter niet kan doen. Kan je daar een voorbeeld bij noemen? Janina: Sommige kinderen vragen vaak op een negatieve manier je aandacht. Ze komen bij je zeuren, maken veel lawaai of gooien een stoel in de kantine om. Dat probeer je dan om te buigen; dat ze op een positieve manier aandacht krijgen. Soms doe je dat door ze een klus te laten doen. Als ze dat dan goed doen, kunnen ze rekenen op een compliment. Najim: Ja, daar hebben we nog wel meer trucs voor. Zo heb ik eens een leerling een armbandje gegeven, dat hem eraan herinnert dat tegen een volwassene schreeuwen je vaak niet verder helpt. Zo’n reminder helpt een leerling het goede gedrag te kiezen.
40 - NUOVO jaarverslag 2011
Als de school een soort tweede huis is, zijn jullie dan de vader en de moeder? Najim: Daar lijkt het vaak wel op. Janina: Veel leerlingen willen graag ook dat we in contact komen met hun ouders. Op een ouderavond merk je dat. Er zijn zoveel leerlingen die hun ouders aan mij komen voorstellen. Ouders benaderen je ook vaak als er een probleem is. We worden soms gevraagd een oogje in het zeil te houden. En dat doen we dan. Najim: Ja, sommige ouders beschouwen je als een verlengstuk van henzelf. Ze vertrouwen erop dat je op school in hun lijn de opvoedende taak overneemt, maar je hebt natuurlijk nooit de permanente relatie met de kinderen, die de ouders zelf hebben. Kwaliteitsgelden Internationale Schakelklassen zet in 2011 de kwaliteitsgelden in voor professionalisering en leesonderwijs. Professionalisering Twee-derde van de docenten werkt korter dan drie jaar bij de Internationale Schakelklassen. De eerste twee fasen van intensieve begeleiding van deze nieuwe docenten zijn in de meeste gevallen nu afgesloten. Maar de derde fase, waarin de verdere professionele ontwikkeling van de docent centraal staat, is in volle gang. Veel docenten worden intensief gecoacht ‘on the job’ door een collega op het gebied van algemene didactiek of specifiek op het taalontwikkelend lesgeven. Leesonderwijs Verder zijn initiatieven ontwikkeld om het leesonderwijs verder te intensiveren. In alle groepen wordt dagelijks tijd ingeruimd voor lezen. Er wordt gebruikt gemaakt van werkvormen als tutorlezen en de Ralfimethode wordt ingezet. De voorbereidingen voor meer structureel woordenschatonderwijs zijn in gang gezet. Vanaf medio 2012 zal een geïntegreerde aanpak in alle groepen de dagelijkse praktijk zijn. Horizontale verantwoording De horizontale verantwoording wordt binnen de Internationale Schakelklassen met name vormgegeven via de adviesraad. In 2010 is door de inhoudelijk medewerkers een visie ontwikkeld op een zevental thema’s, te weten: Leren, autonomie, burgerschap, perspectief, pedagogisch klimaat, samenwerking & organisatie en ouders. Elk van de medewerkers heeft voor een schooljaar één van de terreinen ‘geadopteerd’ en vormt zo een themagroep met mede-geïnteresseerden. Gedurende dit schooljaar kwamen de themagroepen bijeen om te bespreken welke initiatieven nodig waren om de geformuleerde visie verder gestalte te geven. Op 30 mei werd daarover aan de adviesraad verslag gedaan. De adviesraad is samengesteld uit externe deskundigen: Jeroen Lutters, Jos Beishuizen, Fred Korthagen en Joop Swieringa. In 2011 deed de adviesraad twee suggesties voor verbetering: 1. 2.
Zeven thema’s is wel veel; leg de focus per jaar op één à twee thema’s. Onderbouw de te ondernemen activiteiten met wetenschappelijke inzichten.
De Internationale Schakelklassen heeft beide adviezen overgenomen en heeft voor het schooljaar 2011-2012 gekozen voor de thema’s ‘leren’ en ‘perspectief’. Andere activiteiten in het licht van de horizontale verantwoording zijn: Periodieke ‘rondetafelgesprekken’ met een leerling-vertegenwoordiging uit de groepen. � Onderzoek door leerlingen naar veiligheidsbeleving op school � Audit door de Hogeschool Utrecht in het kader van Opleidingsschool. Dit heeft geleid tot certificering
NUOVO jaarverslag 2011 - 41
“We willen kunst en cultuur bewust een onderdeel laten zijn van het leren, in de breedste zin van het woord” (Inge Tanis, cultuur coördinator) X11
(in Cultuurplein Magazine 04 mei 2012)
X11 Resultaten Ook in 2011 heeft X11 op alle onderwijsindicatoren positief gescoord. Als enige vmbo-school in Nederland is X11 een cultuurprofielschool. De aandacht voor creativiteit zal de volgende jaren worden gecontinueerd. X11 als tweede thuis X11-leerlingen werken samen aan stopmotion project Vrijwel alle leerlingen voelen zich vooral thuis bij X11 als zij helemaal kunnen opgaan in bij hen passende opdrachten. Hier zet X11 zich voor in. Een goed voorbeeld hiervan is de ‘stopmotion-workshop’ die als volgt kan worden beschreven. Fotograferen, Figuren schetsen, in FOAM uitwerken en vervolgens presenteren in het Museum voor hedendaagse Aboriginal kunst (AAMU). Tweedejaarsleerlingen van X11 doen dit onder begeleiding van Thomas Brand (projectontwerper en professioneel videomonteur). De leerlingen maken kant en klare attributen voor de stopmotionworkshop die AAMU volgend jaar wil aanbieden aan bezoekende scholen. Het stopmotion project is een initiatief van X11 School voor Grafimedia en het AAMU. Het museum heeft Thomas Brand ingeschakeld om de jonge kunstenaars en de school te begeleiden in het ‘stopmotion project’. Gedurende zeven weken zijn de leerlingen op school druk bezig geweest met het maken van de filmattributen en foto’s om in te zetten bij het maken van ‘stopmotion’ filmpjes. Woensdag 12 oktober presenteerden de leerlingen het eindresultaat van de zeven weken zweten en zwoegen. Wat is het resultaat van jullie duurzame samenwerking? Wilke Heijnen is educatief medewerker en projectcoördinator van het AAMU. “Dit is een wederzijds leerproces waarbij naar mijn mening zowel X11, het museum, de leerlingen en de betrokken zzp’ers (workshop- en website ontwikkelaars) er iets uithalen. Voor de leerlingen is de nagebootste praktijksituatie met name een interessante ingang. Daarnaast hebben wij inzicht gekregen in een voor ons interessante doelgroep en hebben we bruikbare attributen gekregen voor onze eigen stopmotion workshop, dat volgend jaar in het AAMU start.” Wat betekent dit resultaat voor de school en de leerling? Charlotte Henning, docent bij X11: “Onze leerlingen dragen hun steentje bij aan het ontwikkelen van lesmateriaal voor hun eigen leeftijdsgenoten. Want wie weet er nou beter wat leerlingen aantrekt en interesseert dan de leerling zelf? De leerlingen zijn betrokken bij het ontwerpproces en zijn een inspiratie voor Thomas. Het is alsof het AAMU zijn oor te luisteren legt bij de leerling om zo goed mogelijk in te spelen op hun interesse. Je voelt de trots en betrokkenheid bij de leerlingen en je merkt dat zij veel meer met hun ouders delen. X11 probeert alle leerjaren erbij te betrekken. Iedereen natuurlijk op zijn eigen niveau.” Hoe is de samenwerking tot stand gekomen? Wilke Heijnen over de samenwerking: “Het project is bedacht door AAMU maar is mede tot stand gekomen door de al bestaande relatie met X11. Het totale plan was om de tentoonstelling meer op jongeren te richten in een gedeelte van het museum. Zo ontstond het idee voor het maken van de attributen voor de stopmotion filmpjes in combinatie met een jongerenwebsite om de filmpjes op te presenteren. Dit idee is omgesmeed tot een projectplan voor het creatief partnerschap. De truc was om de doelstellingen van X11 hierin te verwerken. Wat ik bijvoorbeeld miste was het feedbackmoment van de leerling. Na enig pas- en meetwerk is het gelukt om ook dit erin te verwerken. Nu hebben we een leuk meerjarig project waar wij, de school, maar vooral de leerling iets aan heeft.”
42 - NUOVO jaarverslag 2011
“We willen niet zomaar even naar het museum gaan. We willen het museum als partner essentieel onderdeel maken van ons curriculum” (Inge Tanis, cultuur coördinator) X11
(in Cultuurplein Magazine 04 mei 2012)
Kwaliteitsgelden De kwaliteitsgelden zijn in 2011 vooral ingezet voor twee onderwerpen: lesobservaties en cultuureducatie. Investeren in lesobservaties In 2011 maakten collegiale observaties onderdeel uit van het ontwikkelplan van docenten. Van iedere docent wordt verwacht dat hij minimaal 3x per jaar een les van een collega observeert en deze les aan de hand van een observatielijst (Basisles) nabespreekt. Medewerkers worden hierbij ondersteund door de kwaliteitsmedewerker en de schoolleiding. Observaties door een collega of de kwaliteitsmedewerker hebben vooral als doel de medewerker te ondersteunen en niet te beoordelen. Bij alle observaties wordt gebruik gemaakt van hetzelfde instrument: het formulier Basisles. De Basisles is afgestemd op de eisen die we rondom Taal stellen. Een onderliggend idee van het gebruik van dit formulier is dat zichtbaar wordt dat de docent een structurerende en activerende rol heeft in het leerproces en dat de les verloopt volgens een vooropgezet plan. Medewerkers nemen de feedback op de les op in hun bekwaamheidsdossier. Het bekwaamheidsdossier is onderdeel van het beoordelingstraject. Medewerkers krijgen meerdere keren per jaar begeleiding bij het vormgeven van hun bekwaamheidsdossier. Het SBL-lerarenportfolio wordt hierbij als basis gebruikt. Cultuureducatie verankeren in het onderwijs van X11 Onze school is een schakel op weg naar de creatieve industrie zoals industriële vormgeving, media en entertainment en kunstzinnige beroepen. Het merendeel van onze leerlingen stroomt door naar het Grafisch Lyceum of verwante creatieve opleidingen. In de grafische industrie spelen technische vaardigheden nog steeds een grote rol, maar de nadruk ligt meer op een combinatie van techniek en creativiteit. Het gebruik van grafische programma’s is met de snelle ontwikkelingen en veranderingen in deze branche gemeengoed geworden. Wij willen dat de leerlingen zich er bewust van worden dat zij het verschil kunnen maken door technisch vaardig te zijn, maar vooral ook door creativiteit. Door ons onderwijs kunnen zij zich beroepsmatig, als aankomend grafisch professional, onderscheiden van de massa. Naast de ontwikkeling van technische vaardigheden willen wij cultuureducatie inzetten als middel om creativiteit, originaliteit en eigenheid bij leerlingen te ontwikkelen en te stimuleren. X11 is aangesloten bij het ontwikkelnetwerk cultuurprofielscholen. Dit is een traject samen met andere scholen met als doel een erkend cultuurprofielschool te worden. Het cultuurprofielplan, waarin de visie, het beleid, de leerlijnen, het leerplan, het budget, de evaluatie en de taken staan omschreven, is het basisdocument voor de cultuurprofielschool. Dit traject zit in de afrondende fase. Planning is om aan het eind van het schooljaar het cultuurprofielplan te presenteren. Horizontale verantwoording Als school hechten wij grote waarde aan goede contacten met de ouders/verzorgers van onze leerlingen en vinden we het waardevol om een open en vriendelijk klimaat te scheppen, waar ouders zich welkom voelen. We hechten groot belang aan een goede samenwerking tussen ouders en school. De leer- en ontwikkelprestaties van onze leerlingen zijn mede afhankelijk van de mate waarin ouders hierbij betrokken zijn. Wij willen de ouders van onze leerlingen betrekken bij de talentontwikkeling van hun kind. Om die betrokkenheid te vergroten hadden wij in 2010 ontmoetingen tussen ouders, school en het bedrijfsleven georganiseerd. De ontmoetingen stonden in het teken van kennismaken met elkaar, het verkennen van mogelijkheden en het maken van afspraken voor de toekomst. Tijdens deze ontmoeting gaven ouders onder andere aan dat zij onvoldoende kennis hebben van het beroepenveld waar hun kind voor opgeleid wordt. Zij zouden graag meer informatie krijgen over de verschillende beroepsmogelijkheden. Daarom hebben we in 2011 ook bedrijfsbezoeken voor ouders waarvan de kinderen op stage gaan, georganiseerd. De komende jaren zullen we deze bedrijfsbezoeken ook organiseren voor ouders van leerlingen uit andere leerjaren.
NUOVO jaarverslag 2011 - 43
X11
Op de ouderavond is aan de ouders uitgelegd hoe de stageperiode er volgend jaar voor onze kinderen uit komt te zien. Ook is er uitgelegd dat X11 in contact staat met een aantal bedrijven die een eventuele stageplaats beschikbaar stellen. Wij als ouders konden ons die avond inschrijven om eens een kijkje te gaan nemen in zo’n bedrijf om te zien hoe dat nu precies in zijn werk gaat en een goed idee te krijgen van wat het hele grafische gebeuren nu inhoudt. Een onderdeel van de grafische wereld is de drukkerij, en daar mochten we als ouders op 28 September een kijkje nemen in het bedrijf. We zijn bij Drukkerij Libertas geweest in Bunnik, waar we allerhartelijkst ontvangen zijn. Na een welkomstwoord van Directeur Peter Engelhart, met uitleg over het ontstaan van en het reilen en zeilen binnen het bedrijf, kregen we een rondleiding door het bedrijf. Elke ruimte werd bezocht, en bij elke machine werd uitgelegd hoe het werkt en waarvoor het dient. Vanaf de binnenkomst van order tot aan aflevering van het drukwerk. Ik denk dat wij als ouders een goed beeld hebben gekregen van dit onderdeel uit de grafische wereld. Ik ben dan ook blij dat de ouders in staat zijn gesteld om eens te kijken hoe dat nu precies werkt.
Juni
X11 heeft het keurmerk cultuur profielschool gekregen. Een aantal scholen in Nederland kiest naast hun breed opgezette kunsten cultuurprogramma voor een talentenstroom. Leerlingen die zeer creatief begaafd zijn, worden binnen deze specifieke talent programma’s uitgedaagd om zich te ontplooien. De leerling krijgt op deze manier binnen het regulier onderwijs extra begeleiding op zijn of haar talent (http://www.cultuurprofielscholen.nl)
Oktober
Presentatie Stop motion animatie filmpjes voor het AAMU. De filmpjes van de leerlingen zijn te bekijken op http://www.youtube.com/deongelovige
Mei
Tentoonstelling over de buurt Rivierenwijk
December
Foto tentoonstelling
Moeder van Kim (3A)
X11 in Rivierenwijk In 2011 zijn we gestart met de samenwerking tussen X11 en de stichting Doenja. De stichting DOENJA helpt kinderen, jongeren en volwassenen in Leidsche Rijn en Utrecht Zuidwest met grote en kleine problemen waar ze zelf niet goed uitkomen. Zij helpen kinderen hun kansen op een succesvolle (school)loopbaan te vergroten en bewoners die betrokken zijn bij hun wijk en hier hun steentje aan bij willen dragen. Dit doen ze onder andere door activiteiten die door bewoners zijn bedacht te ondersteunen. Onze school staat in Utrecht Zuidwest in het gebied Dichterswijk en Rivierenwijk. Veel leerlingen komen vanuit andere wijken of steden naar X11 en kennen de wijken rondom de school niet of nauwelijks. Leerlingen uit jaar 1 hebben in deze eerste periode van het schooljaar de wijk verkend. Ze hebben foto’s gemaakt en wijkbewoners en winkeliers geïnterviewd. Dit is gebeurd in samenwerking met Doenja, met als doel een tentoonstelling over de buurt Rivierenwijk. 4 November was het dan zover. Na weken voorbereiding waren de leerlingen van het eerste jaar eindelijk klaar om hun eerste zelf ingerichte tentoonstelling te openen. Onder het genot van een koekje en wat limonade presenteerden zij het zelfgemaakte werk in het wijkgebouw van de organisatie Doenja. Het thema van de tentoonstelling was de buurt, Rivierenwijk, waar de leerlingen de afgelopen weken op onderzoek uit zijn gegaan. Interviews, kaarten, verhalen over de geschiedenis en de toekomst en natuurlijk ook foto’s van de wijk werden allemaal op een mooie en creatieve manier gepresenteerd aan elkaar en de aanwezige gasten. Iedereen was enthousiast over de uitkomsten en de leerlingen mogen dan ook terecht trots zijn op wat zij gemaakt hebben! Ook Annemiek van Vliet, directeur Recreatie & Participatie van Doenja was aanwezig bij de presentatie. Zij vertelde dat buurtbewoners zeer enthousiast gereageerd hebben en dat Doenja in de toekomst graag meer projecten met X11 in de wijk wil vormgeven.
44 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 45
Via Nova College (VNC) Resultaten Het Via Nova College is een nog jonge school die in 2011 voor de derde keer eindexamens afnam. De opbrengsten laten voor de kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg nog te wensen over: de afstand tussen schoolexamen en centraal examen en de hoogte van het resultaat van het centraal examen moeten nog verbeterd worden. Het in september 2011 opgestelde verbeterplan is inmiddels volledig in uitvoering. We verwachten de resultaten daarvan bij het examen van 2012. School als tweede thuis: Het Via Nova gevoel Het Via Nova College heeft een mooie plek in het hart van Leidsche Rijn: een architectonisch fraai gebouw omgeven door een atletiekbaan en veel groen. De filosofie van de architect is dat de binnenkant van de school zo rustig en eenvoudig mogelijk ingericht moet worden (met veel wit en grijs) zodat de leerlingen en de medewerkers de school ‘kleur’ kunnen geven. Dit gebeurt elke dag volop. Het Via Nova College staat open voor alle leerlingen, ouders, medewerkers en bezoekers. Iedereen die onze school binnenkomt, roemt de sfeer en voelt zich welkom en prettig in de school. De leerlingen voelen zich thuis in de mentorklas en op de vloer en zijn blij met de begeleiding en de aandacht die ze van hun mentor(en) krijgen. Uit de leerling-enquête blijkt dat de leerlingen de mentor en de mentorklas gemiddeld een negen geven. Leerlingen voelen zich veilig en durven zichzelf te zijn. Ook mentoren en vakdocenten zijn trots op hun mentorklas en voelen een sterke verantwoordelijkheid voor de begeleiding van ‘hun’ mentorleerlingen. Daar betrekken ze ook de ouders/verzorgers van de leerlingen bij. De leerlingen en docenten van de verschillende vloeren voelen een sterke verbondenheid met elkaar. Dat is terug te zien in de samenwerking en in de harmonie waarin de leerlingen veelal zelfstandig aan het werk zijn. Dit geldt ook voor de leerlingen van de sportklas. Zij voelen zich thuis in de mentorklas en in de sportklas. Alle leerlingen van de sportklas van leerjaar één hebben onlangs een verjaardagsfeestje georganiseerd. Ze hebben toen diverse sporten/spelletjes gedaan en het super gezellig gehad. Sportklas twee heeft een ‘schaatsclinic’ gehad van Annemarie Thomas. In december deden de leerlingen van de sportklas mee met de lay-up recordpoging van Uball om in twee uur tijd zoveel mogelijk ‘lay-ups’ te maken voor een eervolle vermelding in het Guinness Book of records. Onze leerlingen deden in hun Via Nova sportklas outfit vol trots mee. Deze leerlingen voelen zich erg betrokken bij de school en zorgen voor een goede sfeer en sportief gedrag. Zij hebben een voorbeeldfunctie voor vele andere leerlingen. Als sporters zorgen zij voor binding en teamvorming en daarin nemen ze hun verantwoordelijkheid. Uit bovenstaande blijkt het Via Nova gevoel. Zowel leerlingen als medewerkers van de school voelen zich thuis op het Via Nova College. Als het welbevinden in orde is, dan volgen de goede resultaten vanzelf!
46 - NUOVO jaarverslag 2011
Kwaliteitsgelden Het Via Nova College heeft net als in de afgelopen jaren de kwaliteitsgelden ingezet op de verbetering van de examenresultaten, op de implementatie van taal en rekenen in alle leerjaren en op de professionalisering van het personeel. Verbeteren eindexamenresultaten Elk jaar maakt het Via Nova College een analyse van de behaalde examenresultaten. Op basis van deze analyse wordt in het teamplan een verbeterplan opgesteld. Per vak wordt extra aandacht besteed aan het verwerven van vakspecifieke vaardigheden en examenvraagstellingen. Bij het oefenen van die vaardigheden ligt de focus op onderdelen die bij de eerdere analyse naar voren zijn gekomen. In 2011 is voortvarend gewerkt aan een verbeterplan voor de examencijfers. Zowel de PTA’s als de inhoud van de zwakkere vakken zijn aangepast. Er is ingezet op leren leren en het didactisch coachen van de leerlingen op de vloer. Helaas heeft de Inspectie in 2011 geconcludeerd dat de opbrengsten op de afdeling kader- en theoretische leerweg onvoldoende zijn. De gemiddelde eindexamencijfers en het verschil tussen het centraal examen en het schoolexamen binnen de kaderberoepsgerichte leerweg zijn de afgelopen jaren wel verbeterd, maar nog niet goed genoeg.. Binnen de theoretische leerweg blijft de verbetering nog achterwege, maar we verwachten een stijgende lijn in het komende schooljaar. Professionalisering personeel met betrekking tot eindexamenresultaten Collega’s maken voor hun vak een eigen analyse van de vaardigheden die leerlingen nodig hebben en die voor dat vak onderscheidend en van invloed zijn voor het behalen van een goed resultaat van het examen. Docenten worden hierdoor steeds vaardiger in het voorbereiden van de leerlingen op het examen. Het komende schooljaar wordt hiervoor ook externe expertise ingezet. Dit kan bijvoorbeeld een collega-school, een lerarenopleiding of een instituut voor onderwijsontwikkeling zijn. In de leergebieden wordt de doorgaande leerlijn in kaart gebracht en afgestemd op de kerndoelen en de eindexameneisen. Het team van het derde leerjaar heeft een verbeterplan voor de schoolexamens ontwikkeld. Taal- en rekenprestaties Het Via Nova College heeft het taal- en rekenbeleid hoog op de agenda staan. Er is een taal- en rekenadviseur aangesteld. Dit jaar nemen deze adviseurs deel aan de stedelijk expertgroep Taal en Rekenen van het UMD-project. In navolging hierop voert de taal- en rekenadviseur van de school samen met de vakdocenten en het managementteam een schoolbreed taal- en rekenbeleid in. Nieuwsbegrip is ingevoerd en er is een start gemaakt met taalgericht vakonderwijs. Alle mentoren en vakdocenten van leerjaar een tot en vier geven op vaste momenten taal- en rekenonderwijs. We gebruiken daarnaast al enige jaren de CITO-VAS-toetsen. Leerlingen die volgens deze toetsen zwak zijn op onderdelen, krijgen een op maat gemaakt taal- en rekenprogramma. Naast een determinatiebeleid is er sinds dit jaar ook een strikter toelatingsbeleid. Voor leerlingen met grote leerachterstanden is de plusklas in het tweede leerjaar een voorziening die ze gedurende een periode intensieve begeleiding en structuur biedt.
NUOVO jaarverslag 2011 - 47
“Stap voor stap, kun jij een berg verzetten” (docent tegen leerling) Via Nova College
Burgerschap, maatschappelijke stages en loopbaanportfolio Het Via Nova College heeft twee adviseurs Burgerschap die ook deelnemen aan de stedelijke UMD expertgroep Burgerschap. Door de Via Nova werkwijze en de belangrijke rol van de mentor en het mentorprogramma is het thema Burgerschap geheel verankerd in het curriculum van de school. In dit curriculum spelen de volgende thema’s een belangrijke rol: de leerling als deelnemer aan de arbeidsmarkt, de leerling als consument, de leerling in de (multiculturele) samenleving en de leerling als democratisch burger. In het tweede leerjaar volbrengen de leerlingen hun maatschappelijke stage van 30 uur. Hierbij werkt de school nauw samen met Critical MaS (maatschappelijke stage) en met verschillende bedrijven in de omgeving van de school. Het Via Nova College heeft een schooleigen loopbaanportfolio ontwikkeld. De leerling geeft in dit portfolio een beeld van zijn eigen ontwikkellijnen (zoals zelfstandigheid, reflecteren e.d.), het keuzeproces naar vervolgopleiding, een eigen showcase en de rapportages van de school weer. Professionalisering met betrekking tot excellent expertschap Het Via Nova College heeft verder gewerkt aan schoolbrede professionalisering. De school stimuleert na- en bijscholing die gericht is op onder andere taal, rekenen en burgerschap binnen het Utrechts Meester Docentschap. Een aantal collega’s is opgeleid tot ViB’er (Video Interactie Begeleider) waarbij collegiale coaching op de werkvloer gemeengoed wordt binnen de school en de kwaliteit en feedback van docenten op het werk van de leerlingen verbeterd wordt. Binnen het Via Nova College vinden we goede introductie en begeleiding van nieuwe docenten en studenten essentieel. Om die reden worden ervaren schoolopleiders gedurende het schooljaar ingezet en zorgen ze voor een goede introductie. Zij coachen de nieuwe docenten en studenten, wonen workshops bij en hebben gesprekken met hen. Aan het begin van het schooljaar zijn er inspirerende informatiebijeenkomsten voor docenten. Voor studenten vindt op elke woensdagochtend scholing en begeleiding door de schoolopleiders en het Instituut Opleider van de Hogeschool Utrecht plaats. De ViB-en Opleidersadviseurs coachen de teams in het geven van feedback en het werken volgens herkenbare routines op het leerplein. Verantwoording leerplusarrangement Het Via Nova College zet met het leerplusarrangement in op het bieden van maatwerk aan leerlingen, het maximaliseren van de schoolprestaties en het verminderen van voortijdig schoolverlaten. Dit doet zij op de volgende wijze: � Het Via Nova College kent kleine mentorgroepen van 18-20 leerlingen waardoor leerlingen veel begeleiding krijgen. De meeste klassen hebben twee mentoren: een expert en een instructeur, student of onderwijsassistent. � Extra taal en rekenen wordt toegevoegd aan het programma voor alle leerlingen van leerjaar één tot en met vier. � Voor leerlingen met grote leerachterstanden of voor leerlingen die moeite hebben met het structureren van de weektaak, is de plusklas een tijdelijk alternatief. In de plusklas wordt gewerkt in een vaste groep van maximaal vijftien leerlingen in de stilteruimte. Een vaste docent begeleidt deze leerlingen intensief en bespreekt dagelijks de voortgang. � Op het Via Nova College zijn twee Schoolmaatschappelijk werksters ingezet voor 18 uur per week. De maatschappelijk werkster is er voor begeleidende gesprekken met individuele leerlingen en zijn ouders / verzorgers, maar ook voor het begeleiden van mentoren, docenten en teams. De SMW’er geeft soms voorlichting aan teams of verzorgt studiedagen over thema’s met betrekking tot het begeleiden van leerlingen (bijvoorbeeld: ADHD, ADD, autisme e.d.). De SMW’er kan ook ingezet worden in het aanbieden van trainingen als sociale vaardigheidstraining, faalangstreductie en examenvreestraining. � Op het Via Nova College wordt gewerkt met een loopbaanportfolio waardoor de leerling meer zicht krijgt op zijn persoonlijke ontwikkeling. In het portfolio verzamelt de leerling bewijzen over zijn eigen ontwikkellijn, bijvoorbeeld zelfstandigheid, reflectie en keuzeproces naar vervolgopleiding. Hierbinnen laat de leerling zien waar hij trots op is en verzamelt de leerling de rapportages van de school.
48 - NUOVO jaarverslag 2011
“Bij de taalles van deze juf, leer ik pas echt veel” (leerling) Via Nova College
De leerplusgelden worden ook ingezet voor de intensieve contacten die de mentoren onderhouden met de ouders van onze leerlingen. De driehoek leerling, ouders en school is uitermate belangrijk voor een optimale ontwikkeling van de leerling. Ouders worden vier keer per jaar op school verwacht voor een rapport- of portfoliogesprek. Ook zijn er verschillende ouderavonden.
Horizontale verantwoording Het Via Nova College realiseert zich dat de wereld buiten de school belangrijk is voor ons onderwijs. Het Via Nova College heeft een gewaardeerde plek verworven binnen het Utrechtse netwerk. Zeven jaar geleden is de school begonnen als pilot voor vernieuwend vmbo-onderwijs in Leidsche Rijn. Inmiddels is het Via Nova College een volwaardig vmbo met 560 leerlingen met een eigentijds en sportief onderwijsconcept en een duurzaam netwerk rond de school. Samenwerking met bedrijven en instellingen De visie van de school is uitgediept en het leren in zowel theorie als praktijk heeft een duidelijke plek. Het zelfstandig werken aan weektaken, workshops, instructiemomenten, stiltetijd en mentortijd is versterkt. Het afgelopen schooljaar is gestart met meer resultaatgericht werken voor zowel leerlingen als voor alle medewerkers in de school. Naast de kennislijn blijft ook de doellijn (het loopbaanleren) een nadrukkelijk plek in het curriculum innemen. Het bezoeken van bedrijven en het zicht krijgen op ‘beroepsbeelden’ blijft een belangrijk aspect van het onderwijs op het Via Nova College. In het eerste leerjaar brengen leerlingen ter afronding van de Praktische Competentiegerichte Prestaties altijd een bezoek aan het bedrijfsleven. In het tweede leerjaar komen leerlingen door de maatschappelijke stages in contact met bedrijven, instellingen en de omgeving van de school. In het derde leerjaar krijgt het evenementenonderwijs steeds meer vorm. Binnen het evenementenonderwijs en de maatschappelijk stages wordt nadrukkelijk de samenwerking met de wijk gezocht voor de organisatie van bijvoorbeeld sportevenementen voor de basisscholen (Olympia Nova). Veel contacten onderhoudt de school zelf. Een aantal contacten verloopt ook in goede samenwerking met JINC. JINC helpt jongeren uit wijken met sociaaleconomische achterstand op weg naar een goede startpositie op de arbeidsmarkt. JINC laat hen al op jonge leeftijd kennismaken met het bedrijfsleven door beroepsoriëntatie op de werkvloer, het aanleren van (sociale) vaardigheden en workshops over ondernemerschap. In het vierde leerjaar onderhoudt de stagecoördinator intensieve contacten met het bedrijfsleven in verband met beroepsstages. De leerlingen in leerjaar vier liepen in 2011 vijf weken stage. Ouderparticipatie (Ouderraad en MR) De ouderraad en de MR krijgen een vaste plek in de school en hebben frequent overleg. De MR bestaat vooralsnog uit een personeels- en oudergeleding. De ouderraad wordt begeleid door één van de teamleiders die samen met de ouders werkt aan de ontwikkeling van duurzame participatie van ouders bij de school. Doel hiervan is onder andere de betrokkenheid van ouders bij de begeleiding van hun zoon/dochter tijdens de schoolcarrière, maar ook betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van het schoolbeleid en andere schoolse zaken. Zowel de ouderraad als de MR werken aan de structurele opbouw van ouderparticipatie op het Via Nova College. Basisscholen, HBO en Universiteit Met de basisscholen hebben we voornamelijk contact in het kader van de warme overdracht, de samenwerking PO en VO en de betrokkenheid bij evenementen. Er wordt gezocht naar structureel opbouwen en onderhouden van deze contacten. Dit is in 2011 nog niet voldoende gelukt. In 2012 wordt hier meer tijd en aandacht aan besteed.
NUOVO jaarverslag 2011 - 49
“Het mooiste dat ik heb mee gemaakt: het WK zaalvoetbal voor scholieren in Turkije!” (leerling)
Via Nova College
Via Nova College
Intensieve samenwerking vindt plaats met de Hogeschool Utrecht in verband met het opleiden en begeleiden van studenten. Het project Samen op Scholen (SoS-opleiden) loopt ten einde maar in het Nieuw Educatief Ontwerp (NEO) van de Hogeschool Utrecht gaan we uit van een goede en intensieve samenwerking waarbij onderzoek in de school centraal staat. Hierbij werken we ook samen met de Universiteit Utrecht in het project de Academische Opleidingsschool. Het Via Nova College kent een eigen Via Nova Academie waarin opleiden in de school van studenten en (nieuwe) docenten centraal staat. Hierin werken de eigen schoolopleiders nauw samen met de Instituut Opleider van de Hogeschool Utrecht.
1
Ayoub Boubakari, Daphne Wils, Dave Borsboom, Jardain van Korput, Luuk Horsman, Merel Kannegieter, Michelle ten Boske, Milou van Ettekhoven, Moreno Jourdain, Nathan Bosanga, Nick Borboom, Nick Duncker, Otmar Creebsberg, Randy Stegenga, Rhonda de Lange, Roman Rahmani, Samantha Slootbeek, Shivaro Hok-Ahin, Sylian Mokono, Timo van Asch, Yahmyl Logali.
De Gemeente Utrecht en de andere vmbo scholen Het Via Nova College neemt samen met de vier andere vmbo scholen in Utrecht deel aan diverse projecten. Een aantal van deze projecten is in 2011 afgerond, namelijk: Taskforce, UMD en Utrechtse Kansen. Deze projecten heeft de school veel gebracht en er is veel gedeeld met de andere scholen, zoals: loopbaanleren, Imago VMBO, bredeschool. Er is bovendien een stedelijk loopbaancoördinator aangesteld. Ook werken we samen binnen het Samenwerkingsverband VO, het Platform Midden Nederland, POVO, de wijkcoach Leidsche Rijn, de maatschappelijke stage en het Veiligheidsoverleg met de gemeente en de wijk. Via Nova College en het ROC Tot slot werkt de school samen met het ROC Midden Nederland. Een medewerker van dit ROC is vier uur per week aanwezig op het Via Nova College om de overstap van vmbo naar ROC zo soepel mogelijk te laten verlopen. De kernteamleider van leerjaar vier neemt deel aan de zorg voor een warme overdracht naar de ROC’s in de stad. Personeelsleden van het ROC participeren jaarlijks binnen portfoliopresentatie van de leerlingen van het Via Nova College en zijn aanwezig op onze ROC-informatieavonden.
We zijn trots op onze LOOT-leerlingen (tegenwoordig officieel “Top Sport Talent leerlingen):
Binnenkort zijn onze LOOT-leerlingen ook te bewonderen op de Top sport galerij. Zie ook bijgaand overzicht met alle informatie. 2
Bijzondere prestaties van de LOO-leerlingen:
Michelle ten Boske is onlangs Nederlands kampioen judo geworden. In de zomer was Rhonda de Lange uitgenodigd door de ex-trainer van Venus en
3
Serena Williams. Ze heeft met hem in Florida getraind.
En we zijn trots op alle medewerkers die zo’n sportieve sfeer kunnen creëren.
Via Nova College en de buitenwereld Het beeld van de buitenwereld over het Via Nova College is gematigd positief. Bezoekers ervaren de sfeer in de school als zeer positief wanneer ze eenmaal binnen zijn. Voor ze binnen zijn hebben ze echter vaak een ander beeld van de school. Door de directeurswisseling die heeft plaats gevonden, is het in 2011 nog niet gelukt hier sterk in te sturen. In 2012 zal er meer geïnvesteerd worden in de contacten met de stakeholders en zal er ook onderzoek gedaan worden naar de bevindingen van deze waardevolle contacten. In de afgelopen weken zijn er, in verband met onderzoek met betrekking tot het verbeterplan, steekproefsgewijs vragen gesteld aan derden. Ze bevestigen het beeld van de buitenwereld, maar eenmaal binnen ervaren ze de sfeer als open en transparant en is er een positieve dynamiek in de samenwerking met de medewerkers in de school.
50 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 51
2.4. Onderwijs in cijfers
2.4.3. Leerlingenaantallen NUOVO
Grafiek 2. Leerlingenaantallen NUOVO
2.4.1 Aantal leerlingen, FTE medewerkers en tevredenheid In onderstaande tabel geven we een overzicht van het aantal leerlingen in het cursusjaar 2011-2012, de hoeveelheid medewerkers en de resultaten van het leerling- en oudertevredenheidsonderzoek. De leerlingen die ingeschreven zijn op de locatie “Wim Sonneveld School” genoten hun onderwijs bij het OPDC “Utrechtse School” (US).
4100
Tabel 2. Aantal leerlingen,aantal medewerkers (in FTE) en tevredenheid ouders en leerlingen (in cijfers tussen 1 en 10)
3900
USG Aantal leerlingen 2011-2012 747 51,0 Medewerkers FTE* 2,7 - Directie 37,9 - Onderwijzend 10,4 - Ondersteunend 8 Leerlingentevredenheid 8 Oudertevredenheid
POU 179 35,5 0,9 22,4 12,2 7 7
TJC 441 66,8 1,0 54,2 11,6 7,3 7,5
UniC 521 44,3 1,0 36,7 6,6 7,5 7,3
LRC 922 73,0 2,0 58,8 12,2 7,1 8,4
ISK 296 50,1 1,0 40,8 8,3 7 7
X11 313 29,9 1,0 24,9 4,0 9,5 9,5
VNC 558 65,8 0,6 45,3 19,9 6,4 7
* Inclusief personele inzet vervanging
US 31 17,8 1,0 15,4 1,4 Nb. Nb.
Totaal 4008 434,2 11,2 336,4 86,6 n.v.t. n.v.t.
4000
3800 3700 3600 3500 3400
Consistent met de verwachte stijging van het aantal leerlingen in het VO van Utrecht, zien wij bij NUOVO vanaf 2011 een groei in het aantal leerlingen.
2.4.2 Leerlingenprognoses gemeente Utrecht van 2010 tot 2025
Grafiek 1. Leerlingenprognoses NUOVO
2.4.4 Marktaandeel percentage VO Utrecht NUOVO
4900
Grafiek 3. Marktaandeel percentage VO Utrecht NUOVO
4700
37%
4500
36%
4300
35%
4100
34% 33%
3900
32%
3700
31%
3500 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
30% 29%
Aantal leerlingen Tot 2016 zal het totaal van 3859 leerlingen in 2010 vermoedelijk stijgen tot 4667 leerlingen. In de grafiek is te zien dat het marktaandeel in 2011-2012 weer een stijgende lijn inzet. NUOVO hoopt volgend jaar deze lijn door te zetten. Dit is consistent met het stijgende leerlingenaantal binnen NUOVO.
52 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 53
2.4.5 Uitbesteding leerlingen VAVO-onderwijs In 2011 zijn 15 leerlingen uitbesteed aan het VAVO-onderwijs. Van deze 15 leerlingen hebben in 2011 negen leerlingen een diploma behaald. Zie onderstaande tabel voor het overzicht van het aantal VAVO-leerlingen. Tabel 3. VAVO leerlingen per school, per soort en het aantal behaalde diploma’s voor schooljaar 2011-2012.
Via Nova College UniC Leidsche Rijn College Utrechts Stedelijk Gymnasium Totaal NUOVO
VAVO niet teruggekeerd gezakt 3
VAVO teruggekeerd gezakt 3 1 1
Diploma behaald 3 0 1
-
7
5
3
12
9
2.5. Klachtenafhandeling en toelating Klachtenafhandeling Het uitgangspunt is dat, in het geval van een potentiële klacht, de direct betrokkenen in eerste instantie proberen zelf tot een oplossing te komen. Lukt het niet om op schoolniveau de klacht op een voor beide partijen acceptabele wijze af te ronden, dan kan een formele klacht worden ingediend bij het bevoegd gezag of – desgewenst al eerder – bij de landelijke klachtencommissie onderwijs (LKC). De externe vertrouwenspersoon kan in alle fasen van het klachtproces een adviserende rol vervullen. Ook zijn interventies van het schoolmaatschappelijk werk en andere deskundigen mogelijk en soms gewenst. De contactpersonen per school zijn klagers behulpzaam in het vinden van de meest geschikte klachtroute. Voor de meer ingewikkelde zaken biedt het Bureau NUOVO ondersteuning. Scholen kunnen hun eigen accenten leggen in de zogenaamde ‘voorfase’ van de klachtafhandeling. De manier waarop ze dit doen, staat beschreven in de schoolgids. In 2011 is een zaak door een leerling voorgelegd aan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Door tussenkomst van het CGB is de kwestie naar tevredenheid van de leerling in de school afgehandeld. De leerling heeft hierop volgend de zaak ingetrokken. Er heeft geen zitting plaats gevonden en er is dan ook geen uitspraak gedaan door het CGB. In 2011 is een klacht door een leerling bij het bestuur ingediend. Deze klacht is ter advies voorgelegd aan de LKC. In 2011 heeft de betreffende school aangegeven het advies van het LKC te volgen. Daarnaast is er een klacht ingediend door een leerling bij het bestuur. Door mediatie van een externe vertrouwenspersoon is deze klacht naar tevredenheid afgerond. Tot slot is in 2011 een klacht ingediend door een personeelslid bij het bestuur. Deze klacht is met de beklaagde besproken, maar niet meer teruggekoppeld aan de klager, omdat die inmiddels met onbekende bestemming naar het buitenland was vertrokken. Toelating In Utrecht zijn tussen gemeente en schoolbesturen afspraken gemaakt over de procedure voor toelating en plaatsing in het voortgezet onderwijs; de POVO-procedure. Er zijn gemeenschappelijke afspraken over de informatieoverdracht tussen primair onderwijs en voortgezet onderwijs, de procedure van aanmelden, de te hanteren toelatingseisen, het aantal beschikbare plaatsen per school en de handelswijze bij over-aanmelding. Bij aanmelding wordt ook een school van tweede keuze opgegeven; op deze manier wordt invulling gegeven aan het bieden van een ‘passend alternatief’ als er op de school van eerste keuze geen plaats is. Verreweg de meeste leerlingen kunnen terecht op hun school van voorkeur.
54 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 55
Bedrijfsvoering 56 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 57
3. Bedrijfsvoering 3.1. Personeelsbeleid
Voor 2011 waren de belangrijkste aandachtspunten NUOVO-breed de volgende: management development managementinformatie en salarisadministratie verzuimbeleid strategische personeelsplanning Functiemix We nemen deze onderwerpen nu door en sluiten af met algemene personele getallen over de leeftijdsopbouw en het aantal vrouwen in de schoolleiding. Management development Het middenmanagement heeft zijn eigen scholing en training ter hand genomen en met behulp van de Rodin Groep vormgegeven. De teamleiders organiseren conferenties en houden begeleide en onbegeleide intervisiesessies met diverse deskundigen. Zij zijn zeer tevreden over wat ze in een jaar bereikt hebben en hebben ondertussen alweer een nieuw programma voor 2012 voorbereid en gepresenteerd aan de schoolleiders. De schoolleiders zelf volgden opleidingen of kregen coaching op individuele basis. Managementinformatie en salarisadministratie De software voor de personele administratie is in 2011 extern geplaatst en wordt nu “in the cloud” beheerd. Verder zijn in 2011 voorbereidingen getroffen voor het eveneens via deze software uitbetalen van de salarissen. Tot en met 2011 werd dit uitbesteed. Verzuimbeleid In 2011 zijn we begonnen met het hanteren van het ‘eigen regiemodel’ voor het verzuimbeheer. Dat wil zeggen dat we zonder Arbodienst werken en alleen een beroep doen op een bedrijfsarts die we via het bureau Argon hebben ingehuurd. Om deze reden zijn leidinggevenden en personeelsconsulenten het afgelopen jaar getraind en/of geschoold in het uitvoeren van verzuimbegeleiding. Deze aanpak is versterkt met een werkcoach, die het afgelopen jaar heeft geholpen met het verbeteren van de inzetbaarheid van medewerkers en het voldoen aan de verplichtingen van de wet Poortwachter. NUOVO beschikt nu over een uitgebreide handleiding, een netwerk van gekwalificeerde bedrijven voor re-integratie en verzuimbegeleiding en de nodige kennis om het verzuim effectief aan te pakken. We zijn er niet helemaal in geslaagd het verzuimpercentage terug te dringen naar de 5,7% die we ons als doel hadden gesteld, maar wel bijna, namelijk: 5,92%. In 2010 was het landelijk verzuimcijfer in het VO bij benadering 5% en op scholen met 25% tot 50% allochtone leerlingen was het in dat jaar 5,25%1. Het streefpercentage van 1,5 % voor het kortdurend verzuim2 hebben we wel bereikt. Het kortdurend verzuim is gedaald naar 1,39%. Het langdurend verzuim lijkt vooral de laatste maanden van 2011 sterk afgenomen te zijn. Dit percentage is gedaald van 4,21% in augustus naar 2,56% in december. Dit geeft ons goede hoop op het behalen van het streefpercentage van 3,5% voor het komende jaar. Ook de verzuimfrequentie3 is licht gedaald: van 1,37 in het eerste naar 1,21 in het vierde kwartaal. 1 2 3
Grafiek 4. Verzuimpercentage NUOVO 8% 7% 6% 5%
Percentage kortdurend verzuim
4%
Percentage Langdurig Verzuim
3% 2% 1% 0% 2008
2009
2010
2011
Strategische personeelsplanning Voor het Utrechts Stedelijk Gymnasium is het afgelopen jaar een strategische personeelsplanning afgemaakt. Vooral kwalitatief is onderzocht in welke mate de huidige medewerkers beschikken over de competenties die het Utrechts Stedelijk Gymnasium nodig heeft in de school en in het onderwijs over vijf jaar. Daarnaast is met behulp van een rekenmodel per vak bekeken welke frictie zich voordoet over vijf jaar. Voor het Utrechts Stedelijk Gymnasium leverde dit onder andere de conclusie op dat de vergrijzing goed is op te vangen door een brede aanwas van jonge docenten op dit moment. Verder werd er inzichtelijk binnen welke secties over vijf jaar vacatures ontstaan. We kunnen hier nu tijdig op anticiperen door bijvoorbeeld zij-instromers aan te trekken en op te leiden. In vervolg op de rapportage zijn een aantal activiteiten in gang gezet, waaronder het doorlopen van een soortgelijke analyse voor het Onderwijs ondersteunend personeel (OOP). Verder wordt er een scholingsplan gemaakt om onder andere in te spelen op de toekomstige vacatures en op de ontwikkeling van competenties. Professionalisering Naast de professionalisering die vanuit de scholen zelf wordt georganiseerd, bestaan er ook landelijke en lokale initiatieven. In het kader van het Utrechtse Kansentraject, een traject om het werken in de risicoregio aantrekkelijker te maken, en het aanvalsplan Utrecht VMBO nemen zeven docenten van NUOVO deel aan stedelijke werkgroepen. Die werkgroepen houden zich bezig met taal, rekenen en burgerschap. Hierin wisselen zij ervaring uit en produceren zij lesmaterialen die in de scholen gebruikt kunnen worden. Naast dit plaatselijke project is in het kader van het actieplan LeerKracht ook de lerarenbeurs ingesteld. Zeventien docenten van NUOVO maken gebruik van die beurs. Zij volgen opleidingen waarmee ze breder bevoegd of meer gespecialiseerd raken.
De verzuimcijfers zijn hier samengesteld op basis van de samenstelling van het personeel, ervan uitgaande dat 20% medewerkers van een school OOP (onderwijsondersteunend personeel) is en 80% OP (onderwijzend personeel). Als bron hiervoor hebben we de cijfers van de VO-raad gebruikt: http://www.arbo-vo.nl/kennisenadvies/verzuimcijfers-vo/zv-en-schoolkenmerken Verzuim korter dan 6 weken. Het aantal keren dat een medewerker zich gemiddeld per jaar ziek meldt
58 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 59
Functiemix In het kader van het actieplan LeerKracht hebben de bonden en het ministerie besloten om functiemixstreefcijfers vast te stellen. Dit is een zeer positieve ontwikkeling, omdat daarmee gelden beschikbaar komen om docenten een beter salaris te kunnen bieden en om functiedifferentiatie binnen het beroep van de leraar mogelijk te maken. NUOVO heeft de streefcijfers weten te bereiken, al kostte dit wel de nodige moeite. Er waren niet altijd voldoende docenten die aangaven belangstelling te hebben voor de uitgezette functies en een enkele keer voldeden docenten ook niet aan het opgestelde profiel. Desondanks is NUOVO erin geslaagd om de streefcijfers voor de functiemix te bereiken. Er zijn 77,7 “functiemixpunten” op 1 oktober behaald, terwijl er 75 punten vereist waren. Dit heeft in december 2011 geresulteerd in de volgende verdeling van de verschillende lerarenfuncties. We gaan ons het komende jaar bezinnen over mogelijke andere afspraken voor de verdeling van de functies over de scholen en ook nadere afwegingen maken ten aanzien van de kosten voor de functiemix.
Grafiek 5. Funcitiemix NUOVO 80% 70%
Leeftijdsopbouw De leeftijdsopbouw binnen NUOVO is redelijk evenwichtig. Zeker vergeleken met de gemiddelde leeftijdsopbouw binnen het voortgezet onderwijs in de rest van Nederland in 2010. Hierdoor zullen de negatieve effecten van de vergrijzing wat minder groot zijn dan in de rest van Nederland.
Grafiek 6. Leeftijdsopbouw NUOVO 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0%
NUOVO 2011 Landelijke 2010
0-25 jaar 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 56 t/m 65 jaar jaar jaar jaar
60%
65+
50%
Landelijke cijfers ontleend aan Stamos.nl
40%
Vrouwen in de schoolleiding Wanneer we kijken naar alle posities voor schoolleiding en College van Bestuur eind 2011, dan is er een vrij evenwichtige verdeling tussen de mannen en de vrouwen, zoals de onderstaande figuur laat zien. Binnen de scholen van NUOVO wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding. Dit houdt in dat ernaar gestreefd wordt het percentage vrouwen in de schoolleiding groter of gelijk te laten zijn aan het percentage vrouwelijke medewerkers in de desbetreffende school. Voor een viertal scholen betekent dit in voorkomende vacatures een voorkeur voor een vrouw bij gelijke geschiktheid.
30% 20% 10% 0%
2009 2010 2011
Grafiek 7. Verdeling vrouwen in de schoolleiding 25 20 15 Vrouw 10
Man
5 0 Middenmanagement 60 - NUOVO jaarverslag 2011
Adjunct directeuren
Directeuren en CvB NUOVO jaarverslag 2011 - 61
3.2. Facilitaire zaken en Huisvesting
Met de oplevering van de nieuwe behuizing van het Trajectum College beschikt NUOVO thans over een reeks van bijdetijdse schoolgebouwen. Er zijn nog wel zorgen rond de beide scholen die gevestigd zijn op de Sportcampus en over de definitieve huisvesting van de Internationale Schakelklassen. Daarnaast is er een inkoper aangetrokken. Deze heeft een start gemaakt met het professionaliseren van onze inkoop. Ook is er inzicht verkregen in de totale omvang van het onderhoud van onze gebouwen, wat heeft geresulteerd in een zowel technische als financiële meerjarenonderhoudsplanning (MJOP).
3.3. ICT
Voor ICT was het voornemen om de voorzieningen zoveel mogelijk buiten de deur te plaatsen. Hiervoor zijn in 2011 de eerste stappen gezet. De applicatie voor het beheer van financiën en personeel is extern geplaatst. Voor de leerlingenadministratie zal dit in 2012 gebeuren. Verder fungeert het Trajectum College vanaf 1 augustus 2011 als proeftuin voor het extern plaatsen en beheren van zoveel mogelijk applicaties.
62 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 63
Financiële resultaten en vooruitzichten
64 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 65
4. Financiële resultaten en vooruitzichten 4.1 Kerncijfers De belangrijkste cijfers en kengetallen over 2011 zijn opgenomen in onderstaande tabel.
(bedragen x EUR 1.000)
2011
2010
37.895 37.775 120 2.556 14.233
39.103 39.693 -590 2.437 15.770
Weerstandsvermogen (%) Solvabiliteitsratio (%) Kapitalisatiefactor (%) Liquiditeit (%) Rentabiliteit gemiddeld eigen vermogen (%)
6,7 18,0 33,2 1,1 0,5
6,2 15,5 30,2 1,2 -2,2
Rijksbijdragen / totale baten (excl.financieel resultaat)(%) Personele lasten / totale lasten (%)
88,4 83,1
86,0 77,4
Totale lasten / aantal leerlingen (in euro’s)
9.425
10.286
Aantal leerlingen per 1 oktober
4.008
3.859
Financieel Totale baten Totale lasten Resultaat boekjaar Eigen vermogen Totaal activa
4.3. Verbonden organisaties/samenwerkingsverbanden Er waren in 2011 twee organisaties waarmee NUOVO verbonden is en waar financiële betrekkingen mee worden onderhouden: Het Samenwerkingsverband VO Utrecht & De Vechtstreek Er bestaat voor de stad Utrecht en voor de regio de Vechtstreek een samenwerkingsverband gericht op zorgleerlingen in het Voortgezet Onderwijs. Het bestuur van deze stichting wordt gevormd door afvaardigingen van de besturen van de VOstichtingen uit de stad Utrecht en de Vechtstreek. Eén van de taken van dit samenwerkingsverband is de instandhouding van het OPDC “Utrechtse School”. Als de wet op het Passend Onderwijs doorgaat, krijgt dit samenwerkingsverband meer bevoegdheden en zal het uitgebreid worden met besturen van stichtingen voor speciaal voortgezet onderwijs. Stichting “Doe Maar Utrecht” De Stichting “Doe Maar Utrecht” is een stichting die gericht is op het verwerven van subsidie voor activiteiten die liggen op het grensvlak van onderwijs en zorg voor de buurt rond de school. Het bestuur wordt gevormd door de voorzitter van het College van Bestuur van NUOVO, de directeuren van POUWER en het Trajectum College, de bestuurder van een stichting voor maatschappelijk werk en de voorzitter van de Kamer van Koophandel Regio Utrecht. In 2011 heeft deze stichting zich gericht op de besteding en verantwoording van de subsidie van de Stichting “Doen” (gericht op de oefenwinkelstraat van POUWER). De stichting is niet geconsolideerd in de jaarrekening omdat de Stichting “Doe Maar Utrecht” geen vermogen heeft en de omvang van de baten buiten het wettelijk percentage baten valt. 4.4 Stelselwijziging OCW vordering 7,5% Voor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de (Gewijzigde) Regeling “Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” (kenmerk: WJZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F-2006/1769) toegestaan een vordering op te nemen op de Ministerie van OCW. Tot 1 januari 2011 werd hiervan gebruik gemaakt. Voor het verslagjaar 2011 is besloten om deze vordering niet meer op te nemen in de balans, maar onder de Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen. Dit heeft geleid tot een wijziging in de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling.
4.2 Financieel beleid In 2011 stonden in het financieel beleid twee zaken centraal: de herziening van afspraken rond de verdeling van gelden over de scholen en de consequenties van ombuigingen en investeringen, zoals geformuleerd in het regeerakkoord. Voor de verdeling van de gelden wordt vanaf 2012 als basisprincipe gehanteerd, dat de scholen al het geld ontvangen waar zij, gezien de financieringssystematiek van OCW recht op hebben. Er zijn dus nauwelijks bovenschoolse budgetten meer. Wel wordt een deel van de gelden aangewend voor de bekostiging van een centraal bureau. De ombuigingen en investeringen vanuit het regeerakkoord zijn zo concreet mogelijk vertaald in te verwachten bezuinigingen per school; deze zijn zichtbaar gemaakt in de meerjarenraming.
66 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 67
4.5 Resultaat 2011 NUOVO heeft een positief resultaat behaald van EUR 120 duizend. Het begrote exploitatieresultaat voor 2011 was EUR 96 duizend negatief. De belangrijkste oorzaken van het hogere resultaat ten opzichte van de begroting zijn de volgende: Resultaat volgens begroting Bedragen x 1.000 EUR Meer baten/minder lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Afschrijvingen Huisvestingslasten Minder baten/meer lasten Personeelslasten Overige instellingslasten Financiële baten en lasten
-96
Minder afschrijvingen De onderschrijding van de afschrijvingskosten is een gevolg van begrote maar niet gerealiseerde investeringen (voornamelijk bij Trajectum College). Minder huisvestingslasten De onderschrijding van de huisvestingslasten is een gevolg van de vrijval van de voorziening groot onderhoud in 2011.
1.291 309 93 59 1.046
Meer personeelslasten Lonen en salarissen: EUR 426 duizend Op de payroll van de meeste scholen binnen NUOVO hebben in 2011 meer FTE’s gestaan dan begroot.
2.798
Overige personeelslasten: EUR 1.502 duizend Ruim EUR 800 duizend is niet begrote dotatie aan de voorziening WW 25%. Verder ruim EUR 250 duizend meer extern personeel dan begroot. Meer instellingslasten De overschrijdingen bij de overige instellingslasten hebben meer betrekking op leerlingenactiviteiten (inclusief sport en reizen). Deze overschrijding hangt ook samen met het hogere leerlingaantal dan begroot.
1.928 626 28 2.582 120
Resultaat boekjaar 2011
Toelichting op de belangrijkste oorzaken van het hogere resultaat ten opzichte van de begroting: Meer rijksbijdragen De volgende opbrengsten die onder de rijksbijdragen vallen zijn hoger dan begroot (x 1.000 EUR): - Vrijval vooruitontvangen Functiemixgelden - Lumpsum (meer leerlingen en hogere vergoeding GPL) - Lerarenbeurs en zij-instroom - Nieuwkomers en Eerst opvang vreemdelingen - Lesmateriaal en Innovatie videolessen - Vrijval investeringssubsidies - Prestatiesubsidies convenant 2011 - Overig
Meer overige baten De stijging van het aantal leerlingen in 2011 is ook van invloed geweest op de meer gerealiseerde overige baten, zoals de ouderbijdragen. Daarnaast is meer ontvangen aan verhuur en kantine opbrengsten.
481 314 92 117 46 51 110 80
Minder financieel resultaat Achterblijvende rendementen op de effectenportefeuille verklaren het lagere financieel resultaat dan begroot.
4.6 Eigen vermogen, solvabiliteit en kapitalisatiefactor
Het eigen vermogen ultimo 2011 bedraagt EUR 2.556 duizend. Het eigen vermogen is toegenomen met EUR 120 duizend, zijnde het positieve resultaat van 2011. Het eigen vermogen bedraagt ultimo 18,0 % (solvabiliteit) van het balanstotaal en komt daarmee onder de gestelde ondergrens van 20%. Uitvoering van het financieel beleid zal leiden tot een hoger eigen vermogen en daarmee een verbetering van de solvabiliteit. De kapitalisatiefactor bedraagt ultimo 2011 33,2% en dit blijft binnen de signaleringsbovengrens van 35%.
4.7 Liquiditeit, investeringen en kasstroom
De liquiditeitspositie (current ratio) uitgedrukt in de verhouding tussen de vlottende activa (inclusief de effectenportefeuille onder financiële vaste activa) en de kortlopende schulden (exclusief vooruit ontvangen investeringssubsidies) is ultimo 2011 1,1 tegen 1,2 ultimo 2010. De investeringen in materieel actief bedragen EUR 1.695 duizend. Er is voor EUR 12 duizend geïnvesteerd in verbouwingen, EUR 644 duizend in inventaris en apparatuur en EUR 1.039 duizend is nog in uitvoering. De kasstroom uit operationele activiteiten is EUR 59 duizend negatief.
Meer overheidsbijdragen en subsidies Naast de stijging van het aantal leerlingen in 2011 ten opzichte van de begroting, is de hogere realisatie in overige overheidsbijdragen en subsidies een gevolg van niet begrote of hogere realisatie dan begroot van een aantal overheidsbijdragen en subsidies. Het gaat hierbij om de volgende overheidsbijdragen en subsidies (ATCC gelden, UMD, Dieptepilot, Lerarenbeurs, OC&W vergoeding Kers, Innovatie Videolessen, Combinatiefunctionaris, SWV Zorg)
68 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 69
4.8 Treasury
4.9 Financiële indicatoren
Beleid Het treasurybeleid van NUOVO beoogt het uitsluiten dan wel het minimaliseren van het debiteurenrisico, het renterisico en het interne liquiditeitsrisico, door: het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de Stichting zijn verbonden; het zorgdragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities; het minimaliseren van de kosten van beleggingen, leningen en liquiditeiten; het optimaliseren van het rendement van op korte of langere termijn uit te zetten liquide middelen binnen de kaders van het Treasurystatuut. Gewijzigd treasurystatuut Begin 2012 is een gewijzigd treasurystatuut vastgesteld, waarin onder andere het huidige bestuursmodel is verwerkt. Effectenportefeuille en -rendement De effectenportefeuille van NUOVO is ondergebracht bij vermogensbeheerder Schretlen & Co. De effectenportefeuille is per 31 december 2011 als volgt (x EUR 1.000): Omschrijving portefeuille Aandelen met beperkt risico Vastrentende waarden Totaal
Kostprijs
Marktwaarde
Koersresultaat
1.198 4.627 5.825
1.200 4.816 6.016
2 189 191
In de effectenportefeuille bevindt zich één positie die niet voldoet aan de huidige regeling Beleggen en belenen, waarbij uitsluitend in leningen wordt belegd met minimaal een AA-rating. Deze lening, 4,75% RBS 2003-2014, bevond zich al in portefeuille op 1 januari 2010 toen de regeling is aangescherpt. Deze positie valt daarmee onder de overgangsregeling en mag in portefeuille worden gehouden. Per 31 december 2011 was de vermogensopbouw als volgt: 20% � Aandelen met beperkt risico 80% � Vastrentende waarden Ondanks de crisis op de financiële markten viel het behaalde rendement mee (2,78%).
70 - NUOVO jaarverslag 2011
In onderstaande tabellen de financiële indicatoren die worden gebruikt. Beoordeling vermogensbeheer: Kengetal (toelichting)
Berekening
Ondergrens
Bovengrens
Waarde 2011
Waarde 2010
a. Solvabiliteit (in hoeverre financiële verplichtingen op lange termijn kunnen worden voldaan)
Eigen vermogen/ balanstotaal
20%
Geen
18,0%
15,5%
b. Kapitalisatiefactor (in hoeverre het kapitaal wordt benut voor de vervulling van de taken).
Balanstotaal -/boekwaarde gebouwen en terreinen/totale baten incl. rentebaten
Geen
35%
33,2%
30,2%
c. Financieringsfunctie (in hoeverre er middelen aanwezig zijn die moeten worden aangehouden om te zijner tijd om de materiële vaste activa – niet zijnde gebouwen en terreinen te kunnen vervangen).
50% van aanschafwaarde materiële vaste activa –niet zijnde gebouwen en terreinen/totale baten incl. rentebaten
N.v.t.
N.v.t.
13,3%
12,1%
d. Transactiefunctie (in hoeverre er middelen aanwezig zijn om de kortlopende schulden te voldoen).
Kortlopende schulden (exclusief vooruit ontvangen investeringssubsidie/ totale baten incl. rentebaten)
N.v.t.
N.v.t.
18,0%
19,3%
e. Financiële buffer (in hoeverre er middelen aanwezig zijn om risico’s op te vangen).
Kapitalisatiefactor -/- transactiefunctie -/financieringsfunctie
Geen
5%
1,9%
-1,2%
f. Weerstandsvermogen (in hoeverre er middelen aanwezig zijn om risico’s op te vangen).
Eigen vermogen / totale baten incl. rentebaten
10%
40%
6,7%
6,2%
NUOVO jaarverslag 2011 - 71
4.11 Verwachtingen voor 2012
Beoordeling budgetbeheer: Kengetal
Berekening
a. Liquiditeit
Current ratio: vlottende activa (inclusief effectenportefeuille onder financiële vaste activa)/ vlottende passiva (exclusief vooruit ontvangen investeringssubsidies)
0,5
Exploitatieresultaat / totale vermogen
0%
b. Rentabiliteit
Ondergrens
Bovengrens
Waarde 2011
Waarde 2010
De begroting 2012 sluit op een positief saldo K€ 52. Een bescheiden positief saldo, maar er is -in tegenstelling tot voorgaande jaren- al ruimte ingebouwd voor eventuele tegenvallers, en een groot deel van de kosten van de verwachte groei van leerlingen per 1-8-2012 is al ingecalculeerd. De begrotingscijfers voor het jaar 2012 zijn vastgesteld door de Raad van Toezicht en zien er als volgt uit:
1,5
5%
1,1
0,3%
1,3
-1,5%
Begroting 2012
Bedragen x 1.000 EUR
Baten
Rijksbijdragen
4.10 Risico-analyse
In 2011 is een uitgebreide risico-analyse met behulp van AON uitgevoerd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de voorziene risico’s weliswaar beperkt zijn, maar de algemene reserves nog toe zouden moeten nemen. In de komende jaren worden thans hiernaast de volgende risico’s onderkend:
Bezuinigingen vanuit OCW: voor NUOVO bedragen de OCW bezuinigingen in 2013 EUR 558 duizend oplopend tot
structureel ruim 1 miljoen Euro vanaf 2015.
De stijgende loonkosten worden nauwelijks door OCW gecompenseerd. Het aantal leerlingen blijkt moeilijk te prognosticeren.
33.966
Overige overheidsbijdragen en subsidies
1.447
Overige baten
2.460
Totaal baten
37.873
Lasten
Personeelslasten
29.658
De volgende maatregelen zijn getroffen:
Afschrijvingen
1.376
� Het opstellen van een meerjarenraming 2013-2017 waarin maatregelen zijn genomen om de bezuinigingen OCW
Huisvestingslasten
2.435
Overige instellingslasten
4.452
�
en de gestegen loonkosten op te vangen, zoals het vergroten van de klas, minder overhead en het beperken van de onderwijstijd tot het verplichte minimum. Het vanaf 2012 begroten van EUR 400 duizend onvoorzien met de bedoeling niet te besteden, waardoor de algemene reserves de komende jaren zullen toenemen.
Verder wordt bezien hoe een flexibele schil behouden of gevormd kan worden van tijdelijk personeel. Ook zal de meerjarenraming 2014-2018 diverse scenario’s bevatten waarvan de effecten financieel worden vertaald.
Totaal lasten
37.921
Saldo baten en lasten
-48
Financiële baten en lasten
100
Nettoresultaat
72 - NUOVO jaarverslag 2011
52
NUOVO jaarverslag 2011 - 73
Jaarrekening 74 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 75
5. Jaarrekening 5.1 Balans per 31 december (na resultaatbestemming) Activa (bedragen x EUR 1.000)
2011
Passiva (bedragen x EUR 1.000)
2010*
Vaste activa Immateriële vaste activa Ontwikkelingskosten
1
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Activa in uitvoering
2 2 2
Financiële vaste activa Effecten
196 1.663 3.824 1.039
6.526
3
266 1.712 4.242 0
6.016
Totaal vaste activa
5.954
13.535
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren OCW Gemeente Overige subsidiegevers Overige vorderingen en overlopende activa
4 4 4 4 4 4
164 57 141 305
157 63 56 377
828
1.147
Liquide middelen
5
Totaal vlottende activa Totaal activa
1.800
1.495
6 6 6 6
2010*
1.726 551 159 120
1.598 1.209 220 -590 2.556
7.315
12.738
Eigen vermogen Stichtingskapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Wettelijke reserve Resultaat boekjaar
2011
0
435
1.495
2.235
14.233
15.770
*) De cijfers 2010 zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast in verband met de stelselwijziging 7,5% vordering OCW.
Voorzieningen Onderhoudsvoorziening Personeelsvoorzieningen Langlopende schulden Spaarverlof Kortlopende schulden Crediteuren OCW Gemeente Overige overheden/subsidiënten Belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenen Overige kortlopende schulden en overlopende passiva Kredietinstellingen
Totaal passiva
7 7
1.100 1.297
8
2.437 3.001 512
2.397
3.513
163
185
9 9 9 9
1.301 1.681 2.465 221
2.327 1.939 2.139 49
9 9
1.149 371
1.178 364
9 9
1.820 109
1.639 0 9.117
9.635
14.233
15.770
*) De cijfers 2010 zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast in verband met de stelselwijziging 7,5% vordering OCW.
Voor de volledige jaarrekening verwijzen wij u naar
[email protected].
76 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 77
5.2 Staat van baten en lasten over 2011
5.3 Kasstroomoverzicht 2011
Begroting 2011
2010*
2011
(bedragen x EUR 1.000) Baten Rijksbijdragen OCW 10 Overige overheidsbijdragen en subsidies 11 Overige baten 12 Totaal baten
33.343
32.052
33.435
1.575 2.780
1.266 2.687
2.559 2.885
37.698
36.005
38.879
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
13 14 15 16
31.389 1.259 987 4.140
29.462 1.318 2.033 3.514
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
17
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Belastingen
Nettoresultaat
30.858 1.639 3.061 4.135
Saldo baten en lasten Gecorrigeerd voor: • Afschrijvingen • Mutatie voorzieningen
120 1.259 -1.116
-590 1.639 -625
143 Veranderingen in vlottende activa • Mutatie vorderingen • Mutatie kortlopende schulden Mutatie werkkapitaal
305 -627
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen in financiële vaste activa Waardemutatie in financiële vaste activa
1.014 438 338
-322
776
-59
1.200
-66 0 -1.695 0 0 1.312 -13
-49 0 -2.801 0 -884 1.107 -56
37.775
36.327
39.693
-77
-321
-814
197
225
224
120 -
-96 -
-590 -
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
-462
-2.683
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
-22
185
120
-96
-590
Mutatie liquide middelen
-543
-1.298
Beginstand liquide middelen
434
1.732
Eindstand liquide middelen
-109
434
*) De cijfers 2010 zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast in verband met de stelselwijziging 7,5% vordering OCW.
78 - NUOVO jaarverslag 2011
2010
(bedragen x EUR 1.000)
NUOVO jaarverslag 2011 - 79
Bijlage 1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur van Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de staat van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het Bestuur Het Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, derde lid van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2011 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 18 juni 2012 KPMG ACCOUNTANTS N.V. S. Haringa RA
80 - NUOVO jaarverslag 2011
NUOVO jaarverslag 2011 - 81
6. Afkortingen AAMU
Museum voor hedendaagse Aboriginal kunst
IOP
Individueel Ontwikkelingsplan
OC&W
Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap
USG
Utrechts Stedelijk Gymnasium
ADD
Attention Deficit Disorder
Isk
Internationale schakelklassen
US
Utrechtse School
Internationale Schakelklassen (school)
OLC
Open leercentrum
UWV
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden
OOP
Onderwijs ondersteunend personeel
Vavo
Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
OP
Onderwijzend personeel
ViB
Video interactie begeleiding
Centraal examen
IVO
Individueel voortgezet onderwijs
OPDC
Orthopedagogisch-didactisch centrum
Vmbo
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Commissie gelijke behandeling
KvK
Kamer van Koophandel
P&O
Personeel en Organisatie
CITO
Centraal instituut toetsontwikkeling
LKC
Landelijke klachtencommissie
PDCA
Plan, Do, Check, Act
Vmbo bbl
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, de basisberoepsgerichte leerweg
CITO-VAS
Tegenwoordig Cito Volgsysteem voortgezet onderwijs
LWOO
Leerweg ondersteunend onderwijs
PLEION
Platform Eigentijds Onderwijs
Vmbo gl
LRC
Leidsche Rijn College
PMR
Personele medezeggenschapsraad
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, de gemengde leerweg
CMO
Centraal management overleg
MaS
Maatschappelijke stage
PO
Primair onderwijs
CvB
College van Bestuur
Mbo
Middelbaar beroepsonderwijs
POVO
Primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Vmbo kbl
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, de kaderberoepsgericht leerweg
DMO
Dienst maatschappelijke ontwikkeling Utrecht
MEE
MEE ondersteunt mensen met een beperking
PTA
Programma toetsing en afsluiting
Vmbo tl
ELO
Elektronische leeromgeving
MJOP
Meerjarenonderhoudsplan
ROC
Regionaal opleidingscentrum
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, de theoretische leerweg
FTE
Fulltime-equivalent
MKB
Midden- en kleinbedrijf
Salvo
VNC
Via Nova College
GMR
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
ML
Moeilijk leren
Het project Samenhangend leren voortgezet onderwijs
VO
Voortgezet onderwijs
Havo
Hoger algemeen voortgezet onderwijs
MR
Medezeggenschapsraad
SBL
Stiching Beroepskwaliteit Leraren
Vwo
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
HBO
Hoger beroepsonderwijs
NEO
Nieuw Educatief Ontwerp
SE
Schoolexamen
WO
Wetenschappelijk onderwijs
HRM
Human Resource Management
NIVOZ
SMW
Schoolmaatschappelijkwerk
WSS
Wim Sonneveldschool
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
Nederlands instituut voor onderwijs en opvoedingszaken
SoS
Samen op scholen
WVO
Wet Voortgezet Onderwijs
IiP
Investors in People
Natuur, leven en techniek
TJC
Trajectum College
ZAT
Zorgadviesteam
ZZP
Zelfstandige zonder personeel
ADHD APS BVE CE CGB
Attention Deficit Hyperactivity Disorder Algemeen Pedagogisch Studiecentrum
ISK IVLOS
Beroeps- en volwasseneneducatie
82 - NUOVO jaarverslag 2011
NLT
NUOVO jaarverslag 2011 - 83