Programmabegroting gemeente Losser
2015-2018
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .....................................................................................................................2 Aanbiedingsbrief ..................................................................................................................3 Leeswijzer .............................................................................................................................6 3. Financiële positie .............................................................................................................8 4. Programmaplan .............................................................................................................. 18 PROGRAMMA Natuur en Ruimte ...................................................................................... 19 PROGRAMMA Welzijn en Zorg .......................................................................................... 29 PROGRAMMA Economie en Werk .................................................................................... 36 PROGRAMMA Bestuur en Dienstverlening ...................................................................... 42 5. Toelichting financiële positie ........................................................................................ 49 6. Verplichte paragrafen..................................................................................................... 68 6.1. Lokale Heffingen ........................................................................................................... 69 6.2. Weerstandsvermogen ................................................................................................... 73 6.3. Onderhoud kapitaalgoederen ........................................................................................ 79 6.4. Financiering................................................................................................................... 89 6.5. Bedrijfsvoering .............................................................................................................. 93 6.6. Paragraaf verbonden partijen ........................................................................................ 98 6.8. Grondbeleid................................................................................................................. 128 7. Voorstel en Besluit ....................................................................................................... 136 8. Bijlagen ......................................................................................................................... 137 8.1. Actuele beleidsdocumenten ........................................................................................ 139 8.2. Beleidsverplichtingen en wensen 2015........................................................................ 143 8.3. Vervangingsinvesteringen 2015 .................................................................................. 144 8.4. Financiële uitgangspunten ........................................................................................... 145 8.5. Saldo economische en monetaire unie (EMU) ............................................................. 147 8.6. Organisatieoverzicht .................................................................................................... 150 8.7. Lijst van afkortingen .................................................................................................... 151
blz. 2 (van 155)
Aanbiedingsbrief Hiermee bieden wij u de programmabegroting 2015 van de gemeente Losser aan. De begroting is in een nieuw jasje gestoken. Deze aanpassing past binnen de lijn van het raadsbesluit van 10 juni 2014 over de doorontwikkeling van de planning- en controlcyclus. We zijn verheugd dat wij u, na de forse bezuinigingen van de afgelopen jaren, dit jaar minder ingrijpende bezuinigingsvoorstellen hoeven te doen. Positief daarbij is bovendien dat wij, in tegenstelling tot de verwachting in vorige jaren, dit keer geen verhoging van de ozb hoeven voor te stellen. Ook een inflatiecorrectie van de ozb wordt dit jaar eenmalig niet toegepast. Van de reserve Reiniging wordt dit jaar € 250.000,-- teruggegeven aan de inwoners, wat neerkomt op gemiddeld € 25,-- per huishouden. Een en ander komt ten goede aan de beheersing van de woonlasten. Een aantal belangwekkende ontwikkelingen vragen in 2015 onze aandacht. De grootste betreft de decentralisaties. Een belangrijke prioriteit voor het college is een goede invoering van de decentralisaties in het sociale domein, te weten: de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hiermee krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid voor het bieden van ondersteuning op het gehele sociale domein. De gemeente kiest voor een benadering gericht op samenwerking. In haar regierol kiest de gemeente ervoor de totstandkoming en uitvoering van voorzieningen zoveel mogelijk bij de professionals en vrijwilligers in de samenleving te beleggen. Het taakveld waar de decentralisaties betrekking op hebben, beslaat een groot deel van de gemeentelijke begroting. Het gaat daarnaast veelal om open einde regelingen die een robuuste (financiële) beheersing vragen. In de definitieve versies van de afzonderlijke beleidsplannen hopen we een realistische begroting te kunnen maken van de uitvoeringskosten en de geschatte inkoop. Daar zullen we dan een totaalbegroting uit kunnen afleiden. Het doel is om deze ontschot, simpel en flexibel in te richten. Voor 2015 zal dat nog niet volledig het geval zijn. De ontvangen rijksgelden zijn taakstellend. Op 11 maart 2014 heeft de gemeenteraad van Losser een krediet beschikbaar gesteld voor de realisatie van het Kulturhus Losser. In het coalitieakkoord is afgesproken dat er een aanvullend onderzoek dient plaats te vinden. Het college is van mening dat de ontwikkeling gericht op de totstandkoming van het Kulturhus, mooie kansen voor Losser biedt. Deze kansen ziet het college ook voor het Kulturhus Overdinkel. Een prachtige combinatie van sporthal, scholen, ruimte voor Fundament en anderen. Een 'kloppend Hart' voor Overdinkel. De woningcorporatie Domijn is de bouwer en financier van het Kulturhus. Per 1 januari 2015 zijn alle voormalige werknemers van de GR – WOT / Top – Craft in dienst van de Stichting Werken In Losser (WIL). In het kader van de participatiewet blz. 3 (van 155)
wordt een vergelijkbare aanpak verwacht voor de mensen met een uitkering waaronder Wajongers. Het wordt voor 2015 een uitdaging om met een verlaagd budget, de doelstellingen te realiseren en daarbij binnen de budgetten te blijven. Temeer daar het rijk extra kortingen toepast op de uitkeringen Wsw. Een goede samenwerking met verenigingen en bedrijven is hier in het belang van de betrokkene, de gemeente en het bedrijf zelf. Het coalitieakkoord 2014 – 2018 geeft blijk van de stevige financiële uitdaging die er de komende jaren voor Losser nog altijd ligt. Naar de toekomst toe zullen wij daarover het gesprek met Losserse burgers en instellingen in toenemende mate voeren, om op die manier mogelijkheden te vinden voor bezuinigingen en opties voor het vergroten van inkomsten. Ondanks het, vanuit economisch en financieel perspectief, gure klimaat, ziet het college licht aan het eind van de tunnel. Het heeft er alle schijn van dat de moeilijke jaren van heftige bezuinigingen die burgers, instellingen en onze gemeentelijke organisatie hebben geraakt, achter ons liggen. We zijn er blij mee dat een structureel sluitende begroting kan worden gepresenteerd, waarbij sprake is van een geringe lastenstijging, terwijl de aantasting van het voorzieningenniveau relatief beperkt is gebleven. Overigens hoeden wij ons voor zelfgenoegzaamheid en blijft de ‘vinger aan de pols’. Daarvoor zijn de onzekerheden, als de implementatie van de decentralisaties, de ontwikkelingen binnen het Grondbedrijf en de sociale werkvoorzieningen, nog te groot. Ook is de financiële structuur van Losser nog te weinig robuust. Voor 2015 en volgende jaren presenteren wij u, zoals hiervoor gesteld, een structureel sluitend financieel perspectief. Hierbij hebben wij rekening gehouden met het op 1 juli door de raad vastgestelde amendement inzake de Kadernota. Wij prijzen ons gelukkig dat we ruimte hebben gevonden om ons weerstandsvermogen verder op niveau te brengen (zie verderop onder de paragraaf Weerstandsvermogen.
Financieel kader (bedrage x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Financiële situatie begroting 2015 na kadernota
-276
-269
-202
-356
79
160
132
2
-225
-225
-225
-225
-422
-334
-295
-579
230
260
262
264
-192
-74
-33
-315
-64
314
347
393
-256
239
314
78
Bezuinigingsvoorstellen
367
158
159
161
Knelpunten begroting
-50
-50
-45
-35
Verwerking meicirculaire 2014 Loon- en prijscompensatie Financiële situatie begroting 2015 na raadsinfobrief Bezuinigingen kadernota - verwerking amendement Financiële situatie begroting 2015 na kadernota incl. amendement Actualisering begroting Financiële situatie begroting 2015 - 2018 na herrekening begroting
blz. 4 (van 155)
Toevoegingen aan algemene risico reserve Financiële situatie begroting 2015 - 2018 inclusief bezuinigingsvoorstellen en knelpunten
-61
-347
-428
-204
0
0
0
0
In eerdergenoemd amendement van 1 juli 2014 heeft de gemeenteraad het college gevraagd om met bezuinigingsalternatieven te komen. De zomerperiode is hiervoor benut. Het college is tot de conclusie gekomen dat verdere bezuinigingen alleen nog te realiseren zijn, door te snijden in het takenpakket van de gemeente Losser. Dit leidt onontkoombaar tot een pijnlijke aantasting van het voorzieningenniveau van onze gemeente. Daarvoor is nu maar in beperkte mate gekozen. In het programma Bestuur en Dienstverlening zijn enkele indicatoren benoemd. Voor de begroting van volgende jaar zal worden onderzocht welke andere indicatoren nog kunnen worden opgenomen, ter ondersteuning van de discussie tussen gemeenteraad en college.
Het college van burgemeester en wethouders.
De secretaris,
De burgemeester,
Drs. J. van Dam
Mr. drs M. Sijbom
blz. 5 (van 155)
Leeswijzer Financiële positie In hoofdstuk 3 vindt u een toelichting op het financiële kader. Programmaplan In het programmaplan wordt per programma antwoord gegeven op de volgende Wvragen: • • •
Wat willen we bereiken? Wat gaan we ervoor doen? Wat mag het kosten?
De eerste vraag geeft de lange termijn visie weer. Per programma wordt vanuit de toekomstvisie, het coalitieakkoord en andere beleidsnota's aangegeven wat de doelen voor de komende jaren zijn. Met het antwoord op de tweede vraag geeft de Raad opdracht aan het college, wat er concreet in 2015 gerealiseerd moet worden. Het college is hieraan gehouden en zal de Raad met de bestuursrapportage op de hoogte houden van de vorderingen. De laatste W-vraag geeft aan wat het maximale budget voor 2015 is per programma. Programma overschrijdende budgetwijzigingen worden in de loop van het jaar aan de Raad voorgelegd. Op 10 juni 2014 heeft de Raad ingestemd met het voorstel “Doorontwikkeling Planning & Control-cyclus”. De uitvoering van dit voorstel, voor de onderdelen die betrekking hebben op de programmabegroting, wordt zichtbaar in voorliggende programmabegroting en vertaalt zich in de opzet en uitwerking van het Programmaplan. Het programmaplan bevatte een vermelding van het bestaand beleid, per programma en tabellen waarin de vragen ‘Wat willen we bereiken?’ en ‘Wat gaan we ervoor doen?’ werden beantwoord op deelprogramma-niveau. Daarnaast werd de begroting van het betreffende programma gepresenteerd op deelprogrammaniveau. In de voorliggende programmabegroting start ieder programma met een doelenboom. In deze doelenboom wordt de verbinding tussen de beleidsdoelen (‘Wat willen we bereiken?’) en de in te zetten producten ( ‘Wat gaan we ervoor doen?’) schematisch weergegeven. Het betreft een samenvatting voor het hele programma. Vervolgens worden per programma indicatoren aangegeven waarmee de realisatie van het voorgenomen beleid gemeten kan worden. In de tabel met speerpunten wordt toegelicht op welke wijze de verschillende producten ingezet gaan worden voor het begrotingsjaar. Tot slot wordt per programma de begroting 2015 weergegeven op productniveau. Hiermee krijgt de Raad inzicht de kosten per product. De informatie met betrekking
blz. 6 (van 155)
tot het bestaand beleid is nu opgenomen in de bijlage van de begroting. De gepresenteerde begroting is nog in ontwikkeling. In de komende jaren zal deze nog verder vorm worden gegeven.
De programmabegroting 2015 is, conform het coalitieakkoord, opgebouwd vanuit 4 programma's, te weten: 1. 2. 3. 4.
Natuur en Ruimte Welzijn en Zorg Economie en Werk Bestuur en Dienstverlening
De opbouw van deze programma's is afkomstig uit de voormalige programmaindeling. In grote lijnen is de volgende vertaling gemaakt: • • •
•
Natuur en Ruimte is nagenoeg hetzelfde programma gebleven als in 2014. Het programma Welzijn en Zorg bestaat uit de welzijns- en zorgtaken uit het voormalige programma 'Leefbaarheid en Maatschappelijke ontwikkeling'. De resterende taken van het voormalig programma 'Leefbaarheid en Maatschappelijke ontwikkeling' zijn, te samen met het voormalig programma 'Toerisme en Economie', ondergebracht onder het programma Economie en Werk. Tot slot is te vermelden dat het programma Bestuur en Dienstverlening bestaat uit de voormalig programma's 'Bestuur en Dienstverlening', 'Veiligheid' en 'Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien'.
Financieel perspectief In hoofdstuk 5 is een toelichting op het financieel perspectief opgenomen, bestaande uit een resultatenoverzicht op programmaniveau en een overzicht van de ontwikkelingen van de Algemene Reserve.
blz. 7 (van 155)
3. Financiële positie Bij de discussie over de doorontwikkeling van de planning & controlcyclus, heeft de gemeenteraad er voor gekozen om het aantal p&c documenten tot vier te beperken. Deze zijn (in volgorde van de p&c cyclus): de Kadernota, de begroting, de bestuursrapportage en de jaarrekening. •
• •
•
De Kadernota heeft betrekking op het komende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren. De raad stelt (financiële) kaders voor de komende jaren; De begroting gaat over het komende begrotingsjaar en borduurt voort op de uitgangspunten die in de Kadernota zijn geformuleerd; De bestuursrapportage wordt in het begrotingsjaar behandeld. Deze rapportage geeft inzicht in de begrotingsuitvoering en biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om bij te sturen; De jaarrekening is het sluitstuk van de p&c cyclus en wordt na afloop van het begrotingsjaar aan de raad voorgelegd. Na vaststelling door de raad is het college gedechargeerd voor het gevoerde financiële beleid.
Aanvullend zal er nog een aantal afspraken worden gemaakt, wanneer en op welke wijze de raad actief wordt geïnformeerd over majeure financiële ontwikkelingen, die zich tussentijds voordoen. Het college zal daarvoor op korte termijn, via de commissie Bestuur en Samenleving, met voorstellen komen.
3.1. Financieel perspectief De Kadernota 2015 – 2018 is op 1 juli 2014 door de gemeenteraad behandeld. Het college heeft een aantal bezuinigingsalternatieven voorgelegd. Na amendering en verwerking van de bezuinigingen, resteerde het navolgend financiële perspectief. (in euro’s) 2015 192.000 N
2016 74.000 N
2017 33.000 N
2018 315.000 N
Het college hecht aan een reëel sluitend meerjarenperspectief. Om die reden is een pakket met dekkingsmaatregelen opgesteld. Ondanks het positieve financiële beeld dat het college u presenteert, realiseert het college zich dat voorzichtigheid is geboden. Niet voor niks hebben we in de aanbiedingsbrief gewezen op enkele onzekere ontwikkelingen/risico’s, met mogelijke financiële consequenties. Ook is de Losserse financiële huishouding nog onvoldoende robuust. Daarnaast is er nog een aantal knelpunten benoemd, dat niet is gehonoreerd. Indien de omstandigheden dit ook maar enigszins toelaten, zal het college koersen op een verdere versterking van de financiële positie. Overigens verheugt het ons dat de ‘ratio Weerstandsvermogen’
blz. 8 (van 155)
in de komende jaren, uitgaande van de huidige inzichten, verder zal versterken. Dit is een belangrijke stap op weg naar een structureel gezonde financiële huishouding. Om vorm aan deze verbetering te geven, stelt het college de raad voor om deze geprognosticeerde ruimte voor de komende jaren toe te voegen aan de algemene risicoreserve. Hiermee wordt het Losserse weerstandsvermogen vergroot. Het uiteindelijke financiële perspectief ziet er dan als volgt uit: (in euro’s) 2015
2016
2017
2018
Perspectief
61.000
347.000
428.000
204.000
Naar risicoreserve
61.000
347.000
428.000
204.000
0
0
0
0
In het vervolg van deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de begroting sinds de in november 2013 vastgestelde begroting 2014. Ook wordt aandacht gegeven aan de voorgestelde bezuinigingen en de opgenomen knelpunten. Financieel kader (bedragen x € 1.000)
2015
Stand begroting 2014
0
0
0
0
-283
-386
-324
-324
Amendement bij begroting 2014 - niet overgenomen bezuinigingen
-39
-47
-56
-56
Verwerking december circulaire
125
140
167
9
-197
-293
213
-371
-6
-116
-112
-108
0
0
0
0
-318
-200
-212
-212
150
150
150
150
95
190
185
185
-276
-269
202
-356
79
160
132
2
-225
-225
-225
-225
-422
-334
295
-579
230
260
262
264
-192
-74
-33
-315
Nog in te vullen bezuiniging nav sep circulaire 2013
Financiële situatie begroting 2015 A. Investeringen -vervanging B. Nieuwe beleidswensen C. Knelpunten D. Bezuinigingen en ombuigingen Beschikbare reeks in begroting voor vervanging/nieuw beleid Financiële situatie begroting 2015 na kadernota Verwerking meicirculaire 2014 Loon- en prijscompensatie Financiële situatie begroting 2015 na kadernota na raadsinfobrief Bezuinigingen kadernota - verwerking amendement Financiële situatie begroting 2015 na kadernota incl.
blz. 9 (van 155)
2016 2017
2018
amendement Loon- en prijscompensatie, actualisering investeringsplanning, overige mutaties
93
315
348
245
Correctie kadernota - tellingen Algemene uitkering - ber.investeringen
6
-1
-1
148
-256
239
314
78
Bezuinigingsvoorstellen
367
158
159
161
Nieuwe knelpunten begroting
-50
-50
-45
-35
Toevoegingen aan algemene risico reserve
-61
-347
-428
-204
0
0
0
0
Aanvullende besluiten raad
-163
Financiële situatie begroting 2015 - 2018 na herrekening begroting
Financiële situatie begroting 2015 - 2018 inclusief bezuinigingsvoorstellen en knelpunten
3.2. Uitwerking bezuinigingen In onderstaand overzicht zijn de bezuinigingsvoorstellen weergegeven. In de volgende paragraaf wordt elk voorstel verder toegelicht. Bezuinigingen begroting - bedragen in € x 1.000 Onderwerp
2015
2016
2017
2018
10,0
10,0
10,0
84,0
84,0
84,0
1,5
3,0
4,5
11,2
11,2
11,2
3,8
3,8
3,8
3,8
12 Werving en selectie - afschaffen budgetten
18,0
18,0
18,0
18,0
13 Dimpact nog niet invoeren
70,0
1
Studie- en opleidingskosten B&W
10,0
2
Werkgeversbenadering en bedrijvencontacten samenvoegen
10,0
3
Milieu algemeen - besparing op inkoop
10,0
4
Handhaving milieu - besparing op inkoop
2,0
5
Onderzoeken geluid - besparing op inkoop
5,0
6
Inzet personeel - flexibele schil tijdelijk afstoten
84,0
7
Stoppen met vervanging speelvoorzieningen
25,0
8
Wegbeheer - incidentele bezuiniging
9
Subsidie amateurkunst verminderen
100,0
10 Subsidie vrijwilligersorganisaties verminderen 11 Afschaffen geschenkbonnen aan gepensioneerden
14 Afschaffen glasverzekering gemeentehuis
2,1
2,1
2,1
2,1
15 Verhogen tarief uittreksel GBA
1,3
1,3
1,3
1,3
16 Beperken openingstijden dienstverlening
11,0
11,0
11,0
11,0
17 Verhogen leges huwelijken
15,0
15,0
15,0
15,0
367,2
157,9
159,4
160,9
Totaal Bezuinigingen en ombuigingen
Toelichting bezuinigingen blz. 10 (van 155)
1. Studie- en opleidingskosten B&W - € 10.000 incidenteel Incidentele bezuiniging in 2015 op studie- en opleidingskosten voor college. Het structurele budget bedraagt € 25.000. 2. Werkgeversbenadering en bedrijvencontacten samenvoegen - € 10.000 structureel Door het combineren van functieonderdelen/taken van verschillende afdelingen is een structurele besparing te realiseren van € 10.000. De voorgestelde bezuiniging gaat niet ten koste van de activiteiten die worden ondernomen om werkzoekenden naar een arbeidsplaats te bemiddelen. 3. Milieu algemeen – besparing op inkoop - € 10.000 incidenteel Betreft een bezuiniging op een werkbudget, waar kosten van diensten van het RUD uit worden gedekt. Het gaat om specifieke vraagstukken. Door 'scherp' onderhandelen bij zowel de inkoop als de verkoop van diensten kan worden bezuinigd. Voordeel daarbij is dat Losser beschikt over gekwalificeerde medewerkers, waardoor hoge tarieven in rekening kunnen worden gebracht. Daarnaast worden zoveel mogelijk vraagstukken in eigen huis opgelost. 4. Handhaving milieu – besparing op inkoop - € 2.000 incidenteel Als onder ad 3. 5. Onderzoeken geluid - besparing op inkoop - € 5.000 incidenteel Als onder ad 3. 6. Inzet personeel – flexibele schil tijdelijk afstoten - € 84.000 structureel voor vier jaren Tijdelijke mogelijkheid ( 4 jaren) om beschikbare middelen te bezuinigen. Op het moment dat de WSW capaciteit binnen de afdeling openbare werken terug loopt moeten de middelen weer beschikbaar zijn anders komt het vastgestelde niveau van de openbare ruimte onder druk. 7. Vervanging speelvoorzieningen - € 25.000 incidenteel Er wordt tijdelijk gestopt met de vervanging van speelvoorzieningen. Het jaarlijks budget voor vervanging is incidenteel als bezuiniging ingeboekt. 8. Wegbeheer - incidentele bezuiniging - € 100.000 incidenteel Door de gemeenteraad is in 2011 tot 2020 € 100.000 per jaar beschikbaar gesteld om de wegen op een niveau te brengen dat vergelijkbaar is met kwaliteitsniveau "C". Deze inhaalslag is nodig om te voorkomen dat er achterstallig onderhoud ontstaat. Voorgesteld wordt om genoemd budget voor 2015 (incidenteel) niet beschikbaar te stellen. Zoals bij de Nota Kapitaalgoederen is vastgelegd, wordt middels kwaliteitsmetingen blz. 11 (van 155)
en technische inspecties het verloop van de technische kwaliteit en onderhoudskwaliteit van de wegen gevolgd. Hieruit zal blijken wat de invloed van verdergaande bezuinigingen is op de kwaliteit van de wegen in Losser op middellange termijn. 9. Subsidie amateurkunst verminderen – structureel vanaf 2016 Deze bezuiniging heeft consequenties voor verenigingen zoals muziek, zang-, en toneelverenigingen. Het subsidiebudget wordt gehalveerd. Onderzocht wordt of er beleid kan worden ontwikkeld, waarbij meer prestatiegericht subsidiëren uitgangspunt is. De bezuiniging zal niet eerder worden ingevoerd, dan dat het nieuwe subsidiebeleid is vastgesteld. 10. Subsidie vrijwilligersorganisaties verminderen – € 11.200 structureel vanaf 2016 deze bezuiniging heeft consequenties voor het subsidie aan verenigingen zoals muziek, zang-, en toneelverenigingen. Zie de toelichting op het vorig onderdeel. 11. Afschaffen geschenkbonnen aan gepensioneerde medewerkers - € 3.800 structureel Afschaffen geschenkbonnen voor gepensioneerde oud medewerkers van de gemeente Losser 12. Werving en selectie - afschaffen budgetten - € 18.000 structureel Afschaffen van de budgetten voor werving en selectie van personeel met ingang van 2015. De kosten van werving en selectie zullen in het vervolg worden gedekt uit de vacatureruimte. 13. Dimpact - € 70.000 incidenteel In de begroting 2012 is rekening gehouden met een jaarlijkse bijdrage aan Dimpact. In 2015 is er nog geen bijdrage aan Dimpact nodig, omdat we nog niet over zijn gegaan op Dimpact vanwege de oprichting van de intergemeentelijke bedrijfsvoeringsorganisatie (IBO) in 2015. Binnen dit kader moet nog bekeken worden of uiteindelijk voor Dimpact wordt gekozen. 14. Afschaffen glasverzekering gemeentehuis - € 2.100 – structureel Glasverzekering voor het gemeentehuis wordt afgeschaft met ingang van 2015. Eventuele schade komt dan voor rekening van de gemeente, waarbij incidentele dekking moet worden gevonden. 15. Verhogen tarief uittreksel GBA - € 1.300 structureel Verhoging van de leges voor een uittreksel uit het GBA. Het tarief stijgt met 2,15 euro naar 14,95 euro. 16. Beperken openingstijden dienstverlening - € 11.000 – structureel
blz. 12 (van 155)
Beperking van de openingstijden voor gemeentehuis in Losser, op basis van managementinformatie over klantcontacten. 17.Verhogen leges huwelijken - € 15.000 - structureel Verhoging van de leges voor huwelijken met ingang van 2015. Het tarief stijgt met 125 euro naar 404 euro.
Bezuinigingen vastgesteld bij kadernota - bedragen in € x 1.000 Onderwerp
2015
1 Rentevoordeel grondbedrijf
2016
2017
2018
150,0
150,0
150,0
150,0
200,0
200,0
200,0
200,0
30,0
30,0
30,0
30,0
4 Bezuiniging jeugdsportsubsidie
1,9
3,7
5,5
5 Verkeersbeleid
1,5
1,5
1,5
18,0
18,0
18,0
8,5
8,5
8,5
230,0
259,9
261,7
263,5
380,0
409,9
411,7
413,5
Amendement 2 Rekenrente 5,5% handhaven 3 Drank- en horecawet - knelpunt niet honoreren
6 WWB inkomsdeel:langdurigheidstoeslag 7 Bijzondere bijstand: drempelbedrag TOTAAL AMENDEMENT
Totaal bezuinigingen en ombuigingen
Toelichting 1.Rentevoordeel grondbedrijf In de begroting is 390.000 euro structureel begroot als rentekosten in verband met het niet meer toerekenen van rente aan de niet in exploitatie genomen gronden. Dit naar aanleiding van de afwaardering van de gronden en de getroffen voorziening . In 2013 zijn twee complexen (Het Zijland en Luttermolenveld) in exploitatie genomen. Door het in exploitatie nemen worden de rentekosten weer toegerekend. Het nadeel dat we in onze begroting hebben opgenomen wordt daarmee 150.000 euro lager.
2. Renteonderzoek In de begroting rekenen we momenteel met een rekenrente van 5,5%. De provincie, als toezichthouder, heeft aangegeven het wenselijk te vinden dat het rentepercentage dicht bij het percentage ligt wat er daadwerkelijk betaald wordt. Bij de behandeling van de jaarrekening in de financiële werkgroep van de raad heeft de accountant aangegeven dat het door ons gehanteerde percentage van 5,5% nog niet
blz. 13 (van 155)
zodanig afwijkt dat er een verlaging noodzakelijk is. Een verlaging met 0,5% leidt in onze begroting tot een lager renteresultaat van circa 200.000 euro. Met dit resultaat is in de begroting van 2014 reeds rekening gehouden. Middels het amendement bij de kadernota 2015 heeft u er voor gekozen om het huidige rentepercentage van 5,5% te blijven hanteren. hierdoor ontstaat er begrotingstechnisch een positief resultaat van circa € 200.000.
3. Drank- en Horecawet Het knelpunt in de kadernota met betrekking tot het toezicht houden op de naleving op de DHW is niet toegekend.
4. Bezuiniging jeugdsportsubsidie Voorgestelde bezuiniging op jeugdsportsubsidie kan zoals aangegeven in het amendement, door wijziging van het subsidiestel, in 2016 worden gerealiseerd. Ook deze bezuiniging zal niet eerder worden ingevoerd, dan dat het nieuwe subsidiebeleid is vastgesteld.
5. Verkeersbeleid Budget voor verkeersbrigadiers is met ingang 2016 bezuinigd.
6. WWB inkomensdeel: langdurigheidstoeslag. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is vanaf 2010 niet langer wettelijk vastgesteld, waarmee in theorie de hoogte op € 1 kan worden gesteld. Middels amendement bij de kadernota is besloten om de langdurigheidstoeslag te halveren vanaf 2016, dit leidt tot een besparing van € 18.000
7. Bijzondere bijstand: drempelbedrag De gemeente heeft bij het toekennen van de bijzondere bijstand de mogelijkheid om een zogenaamd drempelbedrag toe te passen voordat bijzondere bijstand wordt verstrekt. Een eigen bijdrage van 125 euro per jaar is het wettelijk toegestane bedrag. Er is besloten om vanaf 2016 een drempel bedrag toe te passen.
3.3 Uitwerking investeringen, nieuwe beleidswensen en knelpunten
blz. 14 (van 155)
In de kadernota 2015 is een overzicht gepresenteerd van de knelpunten en vervangingsinvesteringen. Door vaststelling van de kadernota (inclusief amendement) zijn deze verwerkt in de begroting. Alleen het knelpunt met betrekking tot de drank- en horecawet is niet overgenomen. Daarnaast zijn in het vervolg proces van de begroting nog een aantal nieuwe knelpunten geïnventariseerd. In onderstaand overzicht staan deze knelpunten. Overzicht knelpunten begroting 2015-2018 bedrag in euro x 1.000 Onderwerp
2015
2016
2017
2018
Knelpunten - O&O(onontkoombare en onuitstelbare) 1. Aanpassing raming opbrengst hondenbelasting
10,0
10,0
10,0
10,0
2. Kosten RUD algemeen
10,0
10,0
10,0
10,0
3. Investeringen SSNT/IBO
25,0
25,0
20,0
10,0
5,0
5,0
5,0
5,0
50,0
50,0
45,0
35,0
4. Drank- en horecawet Totaal knelpunten
Toelichting 1. Aanpassing raming opbrengst hondenbelasting De raming van de inkomsten wordt naar beneden bijgesteld met € 10.000. Dit gebeurd op basis van de werkelijke inkomsten van de afgelopen jaren.
2. Kosten RUD-algemeen Hangende het proces is gebleken dat ingeschatte incidentele kosten toch structureel zijn (o.a. automatisering). Op basis van de gekozen verdeelsleutel betekent dit voor Losser dat de structurele bijdrage de komende jaren ook omhoog moet (uitgaande van een netwerkRUD). 3. Investeringen SSNT/IBO Voor de verschillende projecten in de regionale samenwerking binnen SSNT lopen de kosten voor de baat uit. Hier is in de begroting tot en met 2015 geld beschikbaar. Indien Losser wil blijven deelnemen aan projecten dan is ook voor de periode na 2015 budget nodig. In de bouwfase van IBO (2014 – 2016) zijn op een gegeven moment enige out-of-pocketmiddelen nodig. Hiervoor is geen budget beschikbaar.
4. Drank- en horecawet Voor het toezicht houden op de naleving van de DHW stellen we voor om € 5.000 beschikbaar te stellen. Bekeken zal worden hoe dit beperkte budget het beste kan worden ingezet, waar bij aan voorlichting kan worden gedacht. Actief toezicht is niet aan de orde.
blz. 15 (van 155)
Niet verwerkte knelpunten, risico's en beleidswensen Tijdens het opstellen van zowel de kadernota en de begroting zijn knelpunten en beleidswensen geinventariseerd. Niet alles kan gezien de financiele situatie worden uitgevoerd. De knelpunten en wensen die niet zijn voorgesteld of in een eerder stadium zijn afgewezen zijn: • • • • • • •
Extra middelen voor meerjaren investerings- en onderhoudsprogramma Openbare Ruimte (boven op de toegekende middelen in de kadernota); Vervanging Mitsubishi en twee pick-ups; Extra middelen voor werkzaamheden voor invoering BGT; Archiefbewerkingsplan; Toevoegingen aan het conjunctuurfonds; Extra budget voor inhuur derden specialistische taken en opvangen knelpunten, m.n. bij ziekte; Extra middelen voor toezicht DHW;
Verder zijn er nog wensen in de richting van een multifunctionele accommodate en huisvesting voor het voortgezet onderwijs (Carmel).
3.4 Uitwerking kaders In deze begroting zijn de kaders vanuit de begroting 2012 opgenomen. Door verdere uitwerking van deze kaders moeten we in 2014 en verdere jaren de bezuinigingen realiseren. Kader (bedrag * 1.000 euro)
2015
2016
2017
2018
Andere rol van de overheid Noaberschap
17,5
35
35
35
25
25
25
25
5
5
5
5
Vastgoed
25
25
25
25
Samenwerking andere gemeenten
10
10
10
10
0
40
40
40
Duurzaamheid
15
15
15
15
Gemeentelijke gebouwen
60
60
60
60
0
67
67
67
157,5
282
282
282
Innovatie Wijkcoaches Jeugdzorg - Loes concept
Bedrijfsvoering Het nieuwe werken
Verhuur gemeentehuis Totaal uitwerking kaders
blz. 16 (van 155)
Reserve uitwerking kaders In de raad van 12-7-2011 heeft de raad ingestemd met het instellen van een reserve van € 500.000 voor het uitwerken van de kaders uit de begroting 2012. Het college heeft toegezegd de raad actief te informeren over dit meerjarige budget. Kader
Verwachte uitgaven
Reeds uitgegeven t/m berap 2014
Aangegane verplichtingen
Resterend
Andere rol van de overheid Noaberschap
150.000
0
31.000
119.000
50.000
33.575
0
16.425
Het nieuwe werken
96.000
57.250
17.000
21.750
Duurzaamheid
40.000
13.782
0
Verhuur gemeentehuis
42.947
44.947
0
Besparing zwembad
15.300
15.300
0
Kerntakendiscussie
24.200
24.200
0
Invoering P&O instrumentarium
26.570
0
26.570
Onderzoek buitendienst
73.000
55.973
2.295
14.732
518.017
245.027
76.865
196.125
Innovatie Vastgoed
Bedrijfsvoering
Totaal verwachte uitgaven
blz. 17 (van 155)
4. Programmaplan Wij kennen de volgende programma's: • • • •
Natuur en Ruimte Welzijn en Zorg Economie en Werk Bestuur en Dienstverlening
De verdeling van de lasten is als volgt:
blz. 18 (van 155)
PROGRAMMA Natuur en Ruimte
blz. 19 (van 155)
"Wonen in karakteristieke kerkdorpen met een uniek landschap"
Strategische doelen: • • • •
Behouden van het unieke landschap met ruimte voor de landbouwsector Kwalitatief goede en levensloopbestendige woningen in vitale karakteristieke kerkdorpen Goede verbindingen tussen kerkdorpen, natuurgebieden, omliggende steden en (Duitse) buren Aantrekkelijk ondernemersklimaat
blz. 20 (van 155)
Doelenboom Natuur en Ruimte Wat willen we bereiken?
Wat gaan we ervoor doen? Landelijk gebied
Behouden en versterken van de kernkwaliteiten in het landschap. Binnen de kaders streven naar ontwikkelingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied.
- Uitvoering geven aan bestemmingsplan Buitengebied - Implementeren Natura-2000 beheersplannen - Uitvoeren landschapsbeheer - Realisering uitvoeringsprogramma Gebiedsontwikkeling Noordoost Twente - Onderhouden landschapselementen
Zorgen voor een passende kwaliteit van bestaande woningen en de directe woon-omgeving, onder andere faciliteren van langer thuis wonen.
Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, vooral op het gebied van wonen en bedrijvigheid.
Wonen - Realiseren woonservicegebieden - Herijking woningbouwprogrammering - Stimuleren levensloopbestendig bouwen
Grondbedrijf Uitvoeren MPG
Ruimtelijke ordening - Herstructurering en verduurzaming bestaande woningvoorraad - Herontwikkeling bedrijventerreinen - Het actueel houden van alle bestemmingsplannen - Inrichten en onderhouden openbare ruimte Behouden van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente.
Vergunningen Vergunningverlening Handhaving Handhaven van verleende vergunningen bij woningen en bedrijven Verkeer en vervoer Optimale bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven.
- Uitvoeren incidentele verkeersmaatregelen - Uitvoeren parkeerbeleid - Bevorderen openbaar vervoer - Bevorderen verkeersveiligheid Wegen Beheer, onderhoud, reconstructie en herinrichting van wegen, fietspaden, kunstwerken, straat- en wegmeubilair, openbare verlichting. En ook gladheidsbestrijding. Groen
Beheer en onderhoud van groenvoorzieningen We streven naar een duurzame, schone en veilige openbare ruimte die mededrager is in het bereiken van de Afval en reiniging strategische doelen van de gemeente. Regie op inzameling van huishoudelijk afval en exploiteren afvalbrengpunt Riolering en water Aanleg, onderhoud en vervanging van rioleringen en aanvullende voorzieningen ten behoeven van de uitvoering van de gemeentelijke watertaken (zogenaamde ‘brede zorgplicht’).
blz. 22 (van 155)
blz. 23 (van 155)
Speerpunten in 2015 Doelstelling: Behouden en versterken van de kernkwaliteiten in het landschap. Binnen de kaders streven naar ontwikkelingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied. Landelijk gebied
Uitvoeren van het bestemmingsplan Buitengebied In stand houden, stimuleren en waar mogelijk verbeteren van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen. Het verder verbeteren en optimaliseren van de toeristische infrastructuur. Landschapsbeheer: •
• •
Uitvoering Cascobeleid en aanpassen Cascokaart om waardevolle houtwallen in stand te houden en vernieuwing mogelijk te maken. Zo mogelijk openstellen verlengde regeling Groenblauwe diensten met gemeentelijke co-financiering. Onderhoud houtwallen in eigendom van de gemeente.
Doelstelling: Zorgen voor een passende kwaliteit van bestaande woningen en de directe woonomgeving, onder andere faciliteren van langer thuis wonen. Wonen
Herijking van de woonvisie 2012-2022 waarbij een voorstel wordt gedaan tot het terugbrengen van het aantal woningbouwplannen (planologische overcapaciteit) naar een niveau dat passend is bij de economische crisis en de bevolkingsontwikkeling en waarbij toch ontwikkelingen in de dorpen mogelijk gemaakt worden. Uitvoering geven aan startersleningen. Stimulering van collectief opdrachtgeverschap bij kaveluitgifte.
Doelstelling: Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, vooral op het gebied van wonen en bedrijvigheid. Grondbedrijf
Uitvoering geven aan de afspraken die in de Nota Grondbeleid zijn gemaakt, zoals het berekenen van de grondprijzen op grond van taxatiewaarde en het maken van een vermarktingsstrategie.
Doelstelling: Behouden van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Ruimtelijke ordening
Vanuit het uitvoeringsprogramma van de gebiedsontwikkeling NoordOost Twente projecten ontwikkelen met partners die passen binnen de gebiedsvisie. Bijdragen aan de provinciale trajecten/projecten rondom de Natura 2000 beheerplannen. Meewerken aan de instandhouding en uitbreiding van de Ecologische Hoofdstructuur en andere doelen uit de provinciale omgevingsvisie, waarin wij een faciliterende rol hebben.
Vergunningen Evenals tijdens voorgaande begrotingsperiode zal de vergunningverlening (o.a. bouwen, milieu, Algemene Plaatselijk
Verordening en bijzondere wetten) met de beschikbare capaciteit op een niveau moeten blijven die de toets aan beleidsregels, wet- en regelgeving (dit met inbegrip van jurisprudentie) kan doorstaan. Hierbij moet ook gedacht worden aan het in elk geval binnen de daartoe gestelde termijnen afhandelen van de procedures. Er zijn geen extra ambities gedefinieerd ten opzichte van het wettelijk minimaal vereiste niveau. Bij het vergunningsproces is al een grote slag gemaakt in het digitaal werken. Vooral intern zijn er evenwel nog mogelijkheden om het proces verdergaand digitaal te maken. Het doel is volledig digitaal. Ook zal de ingeslagen koers, dat het product steeds meer in samenwerking, o.a. Regionale Uitvoeringsdienst( RUD Twente), wordt gemaakt, worden voortgezet. Dit kan zowel in positieve als negatieve zin van invloed zijn op de producten. Handhaving
•
•
• • •
Toezicht op en handhaving (inclusief juridische procedures) van verleende omgevingsvergunningen voor de activiteit bouw; dit bij particulieren en bij bedrijven Toezicht op de naleving van milieuregelgeving door bedrijven en handhaving in dit kader (inclusief de juridische procedures); hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Regionale Uitvoeringsdienst. Actief toezicht bij sloopactiviteiten met asbest Goede afstemming met de brandweer op de controles in het kader van het brandveilig gebruiken van gebouwen Geen (actief) toezicht/handhaving in het kader van de Algemene plaatselijke verordening en bijzondere wetgeving (zoals Drank- en horecawet)
Hierbij dient opgemerkt te worden dat er voldaan zal moeten worden aan de kwaliteitscriteria VTH (Vergunning, toezicht en handhaving). In dit kader wordt er ook samengewerkt binnen de RUD. Verder zal ook digitaliseren c.q. het digitaal handhaven (waarmee in 2014 wordt gestart) in 2015 steeds verder vorm krijgen. Doelstelling: Optimale bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven. Verkeer en vervoer
• • • •
Uitvoeren incidentele verkeersmaatregelen Uitvoeren parkeeronderzoek kern Losser in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen Bevorderen openbaar vervoer Bevorderen verkeersveiligheid, onder andere door verkeerskundige aanpassingen in infrastructuur integraal deel uit te laten maken van herinrichtingsprojecten.
Doelstelling: We streven naar een duurzame, schone en veilige openbare ruimte welke mede drager is in het bereiken van de strategische doelen van de gemeente Wegen
•
Opstellen van een beleid- en beheerplan voor wegen, fietspaden en openbare verlichting
blz. 25 (van 155)
• •
Groen
•
• •
Afval en reiniging
• •
Riolering en water
•
• • •
Implementatie nieuw beheerpakket voor Wegen, Kunstwerken en Openbare Verlichting Groot onderhoud, evenals de bestemmingsreserve "Reserve Wegen" opnemen in het MIP (integraal meerjaren investerings- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte) en vanuit MIP deze gelden doelmatig inzetten voor het veilig houden van wegen en integrale herinrichtingsprojecten. In 2015 ligt de nadruk op: - afronding fase I Hart voor Overdinkel, - Tj. Knolstraat, Overdinkel, - doorloop uitvoering Bentheimerstraat, De Lutte - doorloop uitvoering Lutterstraat, Losser - start uitvoering deel Gronausestraat, Losser Opstellen en implementeren Groenstructuurplan voor de kernen binnen de gemeente Losser met invulling van een meer robuuste en duurzame groenstructuur Implementatie nieuw Groenbeheerpakket Onderhoud van groen in de kernen, met inzet van de medewerkers van St. WiL, in samenwerking met de buitendienst. Dit op basis van een beeldbestek. Continueren regierol inzameling huishoudelijk afval en exploitatie afvalbrengpunt Evaluatie pilot afvalscheiding in De Lutte Rioolvervangingen en groot onderhoud opnemen in het MIP en van hieruit de investeringsgelden doelmatig inzetten in integrale herinrichtingsprojecten. In 2015 ligt de nadruk op: - rioolvervanging Tj. Knolstraat, Overdinkel - afronding rioolvervanging Lutterstraat, Losser - rioolvervanging in delen van de Gronausestraat Gefaseerde vervanging en renovatie van rioolgemalen in het buitengebied Hydraulische herberekening van alle rioolstelsels binnen de kernen van Losser Implementatie nieuw beheerpakket voor Riolering en voorzieningen tbv stedelijk waterbeheer.
Wat mag het kosten?
Programma Natuur & Ruimte
Realisatie
Begroting
Begroting
blz. 26 (van 155)
Raming
Raming
Raming
2013
2014
2015
2016
2017
2018
1.078
224
116
115
115
115
228
164
117
116
116
116
Grondbedrijf
2.898
8.047
7.666
3.027
3.668
1.662
Ruimtelijke ordening
3.608
925
866
857
857
857
Vergunningen
1.088
1.126
1.143
1.136
1.136
1.136
Handhaving
1.002
970
982
985
985
985
213
239
215
235
232
234
Wegen
1.999
2.610
2.344
2.559
2.670
2.637
Groen
1.329
1.211
1.160
1.139
1.125
1.118
Afval en reiniging
1.861
1.841
1.810
1.796
1.816
1.813
Riolering en water
2.218
2.340
1.975
2.214
2.335
2.659
17.522
19.696
18.393
14.179
15.056
13.333
2.568
0
0
0
0
0
127
70
70
70
70
70
2.301
7.657
7.426
2.787
3.428
1.422
Ruimtelijke ordening
652
56
56
56
56
56
Vergunningen
483
441
491
491
491
491
4
3
3
3
3
3
24
38
38
38
38
38
Wegen
167
24
24
24
24
24
Groen
155
21
21
21
21
21
2.084
2.100
1.940
1.990
2.063
2.290
Lasten Landelijk gebied Wonen
Verkeer en vervoer
Totaal - Lasten
Baten Landelijk gebied Wonen Grondbedrijf
Handhaving Verkeer en vervoer
Afval en reiniging Riolering en water
2.143
2.167
2.309
2.461
2.622
2.622
10.709
12.575
12.376
7.938
8.813
7.034
Mutaties reserves Natuur&Ruimte
712
12
166
131
199
97
Totaal - Storting Reserves
712
12
166
131
199
97
Mutaties reserves Natuur&Ruimte
974
541
268
256
283
224
Totaal - Onttrekking reserves
974
541
268
256
283
224
6.551
6.592
5.916
6.116
6.159
6.172
Totaal - Baten
Storting Reserves
Onttrekking reserves
Natuur & Ruimte
Toelichting Grondbedrijf
blz. 27 (van 155)
In de planning van het grondbedrijf is de huidige woonvisie als uitgangspunt genomen, inclusief de afname van Rotij in de Saller conform het contract. Er is nog geen rekening gehouden met het lopende onderzoek naar overprogrammering. Storting en onttrekking reserves De storting in de reserve betreft een toevoeging aan de reserve riolering en de reserve vervanging lampen. De onttrekking reserve betreft de mutatie in de reserve reiniging en de vrijjval van een investeringsbijdrage aan vervanging van riolering. Door de gewijzigde programmaindeling is het niet mogelijk om de cijfers op produkten of programmaniveau te vergelijken met voorgaande P&C produkten. Zie verdere toelichting in de leeswijzer.
blz. 28 (van 155)
PROGRAMMA Welzijn en Zorg "Gezonde en zelfredzame burgers"
Strategische doelen: • •
Adequaat voorzieningenniveau, bereikbare zorg en gevarieerd aanbod aan sport en cultuur. Stimuleren van inwonersparticipatie en eigen kracht volgens goed noaberschap.
blz. 29 (van 155)
Doelenboom Welzijn en Zorg Wat willen we bereiken?
Wat gaan we ervoor doen? Maatwerkvoorzieningen WMO Het verstrekken van voorzieningen gericht op het individu, zoals hulp bij het huishouden, rolstoelen, extramurale zorg, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen. Algemene voorzieningen WMO De gemeenschap faciliteren bij het opzetten en continueren van algemene voorzieningen ter ondersteuning van kwetsbare groepen.
Burgers zijn zo lang en zoveel mogelijk zelfredzaam
Sport Verleiden van de burger tot sportief bewegen. Sportaccommodaties Beheren en exploiteren van binnen- en buitensportvoorzieningen. Kunst en cultuur - Subsidiëren culturele initiatieven en kunstbeoefening - Bijdragen aan gemeentelijke evenementen, zoals kermis, carnaval en Breugheliaans festijn - Onderhouden monumentaal vastgoed met culturele waarde
De zorg voor de jeugd zo lokaal mogelijk aanbodgericht organiseren. Daarbij in acht nemen dat het kind Jeugdzorg
centraal staat en de ouders zelf verantwoordelijk zijn.
Taken op het gebied van Jeugdzorg uitvoeren
Welzijnswerk Burgers ervaren de dorpen als sociaal, leefbaar en veilig en dragen daar zelf ook aan bij.
Faciliteren van welzijnswerk door subsidiëring van welzijnsactiviteiten Welzijnsaccommodaties Accommodaties ten behoeve van de uitvoering van welzijnstaken. Onderwijsopbrengsten Behouden van kwaliteit van onderwijs en uitvoeren leerplichtwet en RMC-wet. Onderwijshuisvesting Zorg dragen voor goede onderwijshuisvesting, zodat onderwijs gegeven kan
Het behouden van de kwaliteit van het onderwijs en het uitvoeren van de wettelijke taken.
worden. Leerlingenvervoer Ouders van leerlingen kunnen, onder voorwaarden benoemd in de verordening Leerlingenvervoer, aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vervoerskosten van en naar school. Kind en peuteropvang Uitvoeren wettelijke taken rondom de kindcentra (0-13 jaar)
blz. 31 (van 155)
Speerpunten in 2015 Doelstelling: Burgers zijn zo lang en zoveel mogelijk zelfredzaam. Maatwerkvoorzieningen We ondersteunen de zelfredzaamheid en participatie van WMO onze inwoners die dit echt niet zelf, met behulp van hun netwerk of met behulp van algemene voorzieningen kunnen regelen en betalen door het verstrekken van maatwerkvoorzieningen. Beschermd wonen en opvang is bereikbaar en betaalbaar voor Losserse cliënten; inwoners van de gemeente Losser die een indicatie hebben voor beschermd wonen en/of opvang kunnen terecht bij deze voorzieningen. Algemene voorzieningen WMO
We stimuleren initiatieven die, op grond van de vraagbehoefte, algemene voorzieningen in willen richten, waardoor inwoners minder afhankelijk zijn van maatwerkvoorzieningen. We stimuleren maatschappelijke partners en ondernemers om meer algemene voorzieningen te realiseren. We geven maatschappelijke partners de ruimte om algemeen toegankelijke en betaalbare gemaksdiensen en sociale ontmoetingsplekken te realiseren, waar met name burgers met een beperking behoefte aan hebben, wanneer zij voldoen aan de volgende randvoorwaarden: betaalbaar, toegankelijk, op basis van behoeften, voor iedereen beschikbaar voorzieningen/diensten zijn collectief opgezet óf opgezet in afstemming met collega-organisaties.
Sport
Bevorderen van een actieve en gezonde leefstijl van inwoners. Inwoners de gelegenheid bieden en stimuleren om op een verantwoorde wijze, tegen een aanvaardbare eigen bijdrage, en in overeenstemming met eigen aanleg, interesse en mogelijkheden, sport te beoefenen.
Sportaccommodaties
Realiseren van een kwaliteitsverbetering van sport- en recreatieve voorzieningen, waarbij de inbreng van particulieren/verenigingen toeneemt ten opzichte van de overheid. Zwembad Brilmansdennen moet zo efficiënt en effectief mogelijk worden geëxploiteerd.
Kunst en cultuur
De lokale initiatieven en ambities op het gebied van kunst en cultuur, cultureel erfgoed en cultuureducatie worden op beperkte en sobere wijze ondersteund.
Doelstelling:
De zorg voor de jeugd zo lokaal mogelijk aanbod-gericht organiseren. Daarbij in acht nemen dat het kind centraal staat en de ouders zelf verantwoordelijk zijn. Jeugdzorg
Zelfredzaamheid en eigen kracht van de jongere wordt zoveel mogelijk ondersteund. Door in te zetten op vroegsignalering en preventie voorkomen we onnodige doorstroom naar de zwaardere hulp. hierbij is er een systeem van integrale zorg waarbij een plan , een gezin , een regisseur centraal staat.
Doelstelling: Burgers ervaren de dorpen als sociaal, leefbaar en veilig en dragen daar zelf ook aan bij. Welzijnswerk
Zelfredzaamheid en eigen kracht van inwoners worden zo veel mogelijk ondersteund en gestimuleerd, gericht op vergroting van de leefbaarheid in wijken en dorpen. Het welzijnswerk heeft hierin een belangrijke rol vanuit haar kennis van en betrokkenheid bij de lokale samenleving. Zij vormt hiermee een algemene voorliggende voorziening binnen het sociaal domein.
Welzijnsaccommodaties Het lokale welzijnswerk volgt het principe van outreachend en vindplaatsgericht werken. Het beheren van welzijnsaccommodaties vormt geen kernactiviteit op zich, maar is gericht op het faciliteren van ruimte voor uitvoering van activiteiten. Doelstelling: Het behouden van de kwaliteit van het onderwijs en het uitvoeren van de wettelijke taken. Onderwijs
Samen met het onderwijs en in combinatie met het passend onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg gaan we samen met het onderwijs zorgdragen voor een eenvoudig maar effectief netwerk rondom het opgroeiden kind.
Onderwijshuisvesting
De gemeente draagt zorg voor adequate huisvesting van scholen. Hierbij rekening houdend met de toekomstige onderwijskundige ontwikkelingen en de gevolgen voor huisvesting van de scholen. De kwaliteit van de onderwijshuisvesting in het voortgezet onderwijs wordt de komende begrotingsperiode in beeld gebracht. Per 1 januari 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van schoolgebouwen in het primair onderwijs over van gemeenten naar schoolbesturen.
Leerlingenvervoer
Er wordt voortdurend gestreefd naar een zo efficiënt en goedkoop mogelijke uitvoering van het leerlingenvervoer, rekening houdende met de bepalingen in de gemeentelijke
blz. 33 (van 155)
verordening leerlingenvervoer. Kinderopvang
Uitvoering wordt gegeven aan de minimale wettelijke taken op het terrein van de kinderopvang, te weten registratie en handhaving.
Wat mag het kosten?
Programma Welzijn & Zorg
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Maatwerkvoorzieningen WMO
4.512
4.644
7.241
7.217
7.198
7.197
Collectieve voorzieningen WMO
1.043
1.068
1.057
1.052
1.052
1.052
97
262
5.413
5.412
5.412
5.412
759
739
706
701
701
701
1.383
682
617
579
576
573
185
292
191
184
182
180
2.293
2.113
2.123
2.087
2.062
2.041
Kunst en cultuur
308
186
179
169
167
165
Onderwijs
327
342
307
313
311
310
1.882
1.339
1.039
1.423
1.394
1.368
Leerlingenvervoer
676
469
471
470
471
471
Kinderopvang
165
154
117
116
115
113
13.630
12.289
19.460
19.723
19.641
19.582
638
454
454
454
454
454
Collectieve voorzieningen WMO
5
1
1
1
1
1
Jeugdzorg
0
196
0
0
0
0
13
0
0
0
0
0
475
54
53
52
52
51
35
2
2
2
2
2
Sportaccommodaties
599
607
618
615
613
610
Kunst en cultuur
119
44
69
69
69
69
Onderwijs
140
136
136
136
136
136
Onderwijshuisvesting
15
11
10
9
9
9
Leerlingenvervoer
10
9
9
9
9
9
Kinderopvang
5
-2
16
16
16
16
Totaal - Baten
2.055
1.512
1.369
1.364
1.360
1.356
52
0
0
0
0
0
Lasten
Jeugdzorg Welzijnswerk Welzijnsaccommodaties Sport Sportaccommodaties
Onderwijshuisvesting
Totaal - Lasten
Baten Maatwerkvoorzieningen WMO
Welzijnswerk Welzijnsaccommodaties Sport
Storting Reserves Mutaties reserves Welzijn&Zorg
blz. 34 (van 155)
Totaal - Storting Reserves
52
0
0
0
0
0
Mutaties reserves Welzijn&Zorg
880
75
75
68
68
68
Totaal - Onttrekking reserves
880
75
75
68
68
68
10.747
10.702
18.017
18.290
18.213
18.158
Onttrekking reserves
Welzijn & Zorg
Toelichting Storting en onttrekking reserves De totale onttrekking aan de reserves bestaan uit de egalisatie reserve investeringsbijdragen aan diverse sport- onderwijs- en welzijnsaccommodaties.
Door de gewijzigde programmaindeling is het niet mogelijk om de cijfers op produkten of programmaniveau te vergelijken met voorgaande P&C produkten. Zie verdere toelichting in de leeswijzer.
blz. 35 (van 155)
PROGRAMMA Economie en Werk "Ondernemen en werken in de schatkamer van Twente"
Strategische doelen: • • •
Aantrekkelijk ondernemersklimaat Behouden en versterken van cultureel erfgoed als trekpleister voor toeristen Activeren van sociale en arbeidsparticipatie
blz. 36 (van 155)
Doelenboom Economie & Werk Wat willen we bereiken?
Wat gaan we ervoor doen?
Participatiebudget Bevorderen participatie, het ontwikkelen van de Realiseren van duurzame uitstroom van uitkeringsgerechtigden werkgeversbenadering waarmee het arbeidsvermogen van de doelgroep wordt verzilverd. Sociale werkvoorziening Stichting Werken in Losser Bijstand Verstrekken uitkering voor levensonderhoud Preventie en handhaving Voorkomen van oneigenlijk gebruik van de bijstand, het terugvorderen van bijstand Het bieden van een tijdelijk vangnet aan kwetsbare burgers bij het voorzien in de primaire basisbehoeften Armoedebeleid met als doel de burger te stimuleren en begeleiden Het verstrekken van individuele bijdrage kortingsregeling, het tegemoet komen naar een zelfstandige deelname aan de maatschappij. in kosten van kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie en schuldhulpverlening. Huisvesting statushouders Het huisvesten van statushouders binnen de gemeente Economische zaken Aanjagen, verbinden, faciliteren van initiatieven, zorgen dat voor een
Ruimte voor lokaal ondernemen en bevorderen ondernemerschap
aantrekkelijk ondernemersklimaat Gemeentelijke eigendommen Gemeentelijk vastgoed
De gemeente Losser vermarkten als de 'Schatkamer van Twente' waarin toerisme, recreatie en ondernemerschap samen gaan met behoud van natuur- en landschappelijke waarden.
Toerisme Ruimte voor ondernemen, aanjagen, verbinden, faciliteren van initiatieven
blz. 38 (van 155)
Speerpunten voor 2015
Doelstelling: Bevorderen participatie, het ontwikkelen van de werkgeversbenadering waarmee het arbeidsvermogen van de doelgroep wordt verzilverd. Participatie
Wij willen mensen met een uitkering deel laten nemen aan de maatschappij, bij voorkeur via werk. Via een gerichte regionale en lokale werkgeversbenadering willen wij de uitstroom naar werk bevorderen.
Sociale De persoon met een arbeidsbeperking waarvoor regulier werk om werkvoorziening redenen niet haalbaar of geschikt is, begeleiden wij via de Stichting Werken in Losser (WIL) naar werk of beschut werk. Doelstelling: Het bieden van een tijdelijk vangnet aan kwetsbare burgers bij het voorzien in de primaire basisbehoeften met als doel de burger te stimuleren en begeleiden naar een zelfstandige deelname aan de maatschappij. Bijstand
Burgers die (tijdelijk) niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, ontvangen een uitkering.
Preventie en handhaving
Onze acties (o.a. aan de poort bij toekenning uitkering) zijn erop gericht alleen die mensen een uitkering te verstrekken die dit ook echt nodig hebben. Wij vorderen onterecht verstrekte bijstand terug en ook de bijstand die in de vorm van een lening is verstrekt.
Armoedebeleid
Ondersteuning vindt zowel plaats via inkomensondersteunende regelingen als bijv. bijzondere bijstand, de gemeentelijke Kortingsregeling, kwijtschelding gemeentelijke belastingen als ook via hulp bij het voorkomen van schulden en/of het daadwerkelijk regelen van schulden.
Huisvesting statushouders
In verband met de Taakstelling Huisvesting Statushouders nemen wij ieder jaar een aantal vluchtelingen op aan wie in Nederland een vergunning tot verblijf (status) is verstrekt.
Doelstelling: Versterken van de economische structuur van de gemeente Losser. Economische zaken Gemeentelijke eigendommen Doelstelling: De gemeente Losser meer vermarkten als toeristisch en recreatieve landschapsgemeente met behoud van haar natuur- en landschappelijke waarden. Toerisme
Wat mag het kosten?
Programma Economie & Werk
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
582
643
669
688
701
710
Sociale werkvoorziening
6.223
5.671
5.428
5.239
5.204
5.204
Bijstandsverlening
5.552
5.819
4.694
4.666
4.666
4.666
Preventie en handhaving
122
142
142
140
140
140
Armoedebeleid
426
530
533
525
528
528
57
45
45
45
45
45
Economische zaken
175
223
225
223
223
225
Gemeentelijke eigendommen
408
578
569
568
566
565
Toerisme
235
257
265
262
260
258
13.782
13.908
12.568
12.356
12.333
12.340
530
409
422
431
431
431
Sociale werkvoorziening
4.996
4.676
4.455
4.455
4.455
4.455
Bijstandsverlening
4.621
4.594
3.314
3.314
3.314
3.314
Armoedebeleid
50
60
60
60
60
60
Huisvesting statushouders
60
0
0
0
0
0
Economische zaken
119
118
118
118
118
118
Gemeentelijke eigendommen
198
10
10
10
10
10
32
29
27
25
23
21
10.608
9.896
8.405
8.412
8.410
8.408
Mutaties reserves Economie&Werk
296
39
39
39
39
39
Totaal - Onttrekking reserves
296
39
39
39
39
39
2.878
3.973
4.125
3.906
3.885
3.894
Lasten Participatiebudget
Huisvesting statushouders
Totaal - Lasten
Baten Participatiebudget
Toerisme Totaal - Baten
Onttrekking reserves
Economie & Werk
Toelichting Onttrekking reserves Betreft bijdrages
blz. 40 (van 155)
Door de gewijzigde programmaindeling is het niet mogelijk om de cijfers op produkten of programmaniveau te vergelijken met voorgaande P&C produkten. Zie verdere toelichting in de leeswijzer.
blz. 41 (van 155)
PROGRAMMA Bestuur en Dienstverlening "Een activerende en voorwaardenscheppende gemeente"
Strategische doelen: • •
Laagdrempelig bestuur en optimale publieksdienstverlening aan inwoners Samenwerking in nieuwe allianties
blz. 42 (van 155)
Doelenboom Bestuur en Dienstverlening Wat willen we bereiken? Waarborgen tevredenheid over de kwaliteit van dienstverlening. Meer diensten digitaal aanbieden.
Wat gaan we ervoor doen? Burgerzaken Dienstverlening naar inwoners, instellingen en bedrijven Openbare orde en veiligheid
Optimale (brand-)veiligheid waarin het accent verschuift van bestrijden naar - Integrale veiligheid bestuurszaken voorkomen. Het bieden van adequate brandweerzorg en het in stand houden - Algemene plaatselijke verordening (APV's) van een adequate organisatie voor gemeentelijke rampenbestrijding. Regionale crisisbeheersing Raad Inwoners meer betrekken bij hun directe leefomgeving en een hogere participatie stimuleren. In gemeentelijke samenwerking als zelfbewuste én zelfstandige gemeente een actieve rol vervullen.
Bestuur Bestuursondersteuning Belastingen
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
Algemene uitkering Onvoorzien Treasury
blz. 44 (van 155)
Indicatoren Indicator
2015
2016
2017
2018
Ratio weerstandsvermogen
0,73
0,89
1,06
1,1
Ruimte onder renterisiconorm
8,53 mln
7,70 mln
7.95 mln
7.65 mln
algemene klanttevredenheid
8
8
8
8
Toelichting Ratio weerstandsvermogen: de raad heeft bepaald dat de wenselijke bandbreedte tussen 0,8 en 1 ligt. Gelet op de onzekerheden waar Losser mee te maken heeft, vinden wij het wenselijk dat de ratio hoger uitvalt. Bij de prognose van de toekomstige ratio's gaan wij uit van de huidige kennis en stand van zaken. Ruimte onder renterisiconorm: de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) introduceert de zogenaamde 'renterisiconorm'. Om de renterisico's te beperken, mogen gemeenten in enig jaar niet meer dan 20% van het begrotingstotaal aan aflossingen/renteherzieningen plegen. De ruimte onder de renterisiconorm geeft aan in welke mate Losser aan deze norm voldoet. Al gedurende een aantal jaren wordt de klanttevredenheid van de baliedienstverlening onderzocht. Onze 'klanten' gaven ons in de afgelopen jaren de volgende cijfers: • • •
2012: 8,3 2013: 8,2; 2014: 8,5
Voor de komende jaren streven wij minimaal naar een 8. Speerpunten in 2015 Doelstelling: Waarborgen tevredenheid over de kwaliteit van dienstverlening. Meer diensten digitaal aanbieden. Burgerzaken
De ambitie is om de dienstverlening aan inwoners en bedrijven verder te verbeteren. De klant moet zo snel en goed mogelijk worden geholpen. In toenemende mate gaat dit in digitale vorm. Daarnaast zal ook de dienstverlening aan de balie en telefoon in stand blijven.
Doelstelling: Optimale (brand-)veiligheid waarin het accent verschuift van bestrijden naar voorkomen. Het bieden van adequate brandweerzorg en het in stand houden van een adequate organisatie voor gemeentelijke rampenbestrijding. Openbare orde en veiligheid
De gemeenten zetten, gezamenlijk met de Veiligheidsregio Twente, in op verdergaande samenwerking met andere
partijen zoals het Nederlandse Rode Kruis en stichting Salvage bij de bestrijding van incidenten. Voor de registratie van slachtoffers wordt vanaf 2015 gebruik gemaakt van een landelijk slachtoffer registratiesysteem (SIS) met een landelijke front en backoffice voor registratie van slachtoffers en verwanteninformatie. Brandweer Twente wil door het geven van (preventieve) adviezen en voorlichting op gebied van brandveiligheid aan gemeenten, bedrijven en burgers ten aanzien van brandveiligheid zoveel mogelijk brandonveilige situaties voorkomen. Landelijke ontwikkelingen zoals de variabele voertuigbezetting en innovatieve technologieën worden vertaald naar regionale toepassingsmogelijkheden. In dat kader wordt ook het project innovatieve incidentbestrijding uitgevoerd. Neveneffect van dit project is de totstandkoming van een nieuw dekkingsplan en realisatie van het laatste deel van de taakstellende bezuiniging die door het Algemeen Bestuur werd opgelegd bij de vorming van Brandweer Twente op 1 januari 2013. Regionale crisisbeheersing
Op basis van de resultaten van de landelijke adviescommissie Bruinooge vindt thans een doorontwikkeling plaats van de gemeentelijke crisisorganisatie genaamd de kolom Bevolkingszorg, waarbij het uitgangspunt voor de organisatiestructuur is dat de bevolking steeds meer zelfredzaam is. In 2015 wordt samengewerkt met andere gemeenten en de kolommen brandweer, politie en GHOR binnen de Veiligheidsregio Twente (VRT). Door het houden van oefeningen en het verzorgen van opleidingen in samenwerking met de VRT. Ook de regionale doorontwikkeling van de kolom Bevolkingszorg en het in stand houden van lokale teams Bevolkingszorg.
Doelstelling: Inwoners meer betrekken bij hun directe leefomgeving en een hogere participatie stimuleren. In gemeentelijke samenwerking als zelfbewuste én zelfstandige gemeente een actieve rol vervullen. Raad College van B&W
Het college draagt bij en geeft inhoud aan een open stijl van besturen. Kernbegrippen zijn samenwerking met en participatie door maatschappelijke partners. De gesprekken met de verschillende dorpsraden worden voortgezet. Zowel het functioneren van de huidige website wordt
blz. 46 (van 155)
onderzocht, als de impact van de inzet van social media. Door optimalisatie van de online kanalen wordt de communicatieve kracht van de gemeente versterkt. Bestuursondersteuning Volgende jaar zal de Intergemeentelijke Bedrijfsvoerings Organisatie (IBO) naar verwachting operationeel zijn. Hierin werken de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Losser samen op het terrein van bedrijfsvoering. Dit vanuit het perspectief van het Twentebedrijf. Vormgeving van dit traject gebeurt in nauw overleg met de ondernemingsraad. Voor de dienstverlening blijft de samenwerking met Enschede in tact. Doelstelling: Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. Belastingen
Het college koerst op een gezonde financiële huishouding op lange termijn, met een gematigde ontwikkeling in de belastingdruk.
Treasury
Er wordt voorzien in een optimale financieringsstructuur, met een goede mix van belangen op korte en lange termijn.
Wat mag het kosten?
Programma Bestuur & Dienstverlening
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
455
463
412
412
412
412
81
88
90
90
90
90
2.335
1.333
1.471
1.509
1.509
1.509
Raad
443
520
470
467
466
465
College van B&W
518
613
649
658
658
658
1.123
1.172
1.108
1.062
1.039
1.029
Belastingen
242
238
233
222
214
214
Onvoorzien
115
205
-164
151
297
453
Treasury
1.474
1.550
1.486
1.682
1.587
1.706
Totaal - Lasten
6.786
6.180
5.755
6.252
6.272
6.536
345
333
379
379
379
379
1
5
5
5
5
5
890
0
0
0
0
0
20
0
55
55
55
55
Lasten Burgerzaken Openbare orde en veiligheid Regionale crisisbeheersing
Bestuursondersteuning
Baten Burgerzaken Openbare orde en veiligheid Regionale crisisbeheersing College van B&W
blz. 47 (van 155)
Belastingen Algemene uitkering Onvoorzien Treasury
4.652
4.819
4.751
4.751
4.751
4.751
19.471
19.976
26.934
27.012
26.941
26.818
-52
6
-48
-44
-44
-44
3.095
3.233
2.669
2.910
2.928
3.058
28.422
28.371
34.747
35.069
35.016
35.022
Mutatie reserve Bestuur&Dienstverlening
1.411
1.650
977
549
530
306
Totaal - Storting Reserves
1.411
1.650
977
549
530
306
Mutatie reserve Bestuur&Dienstverlening
327
727
44
44
44
44
Totaal - Onttrekking reserves
327
727
44
44
44
44
-20.551
-21.267
-28.058
-28.312
-28.257
-28.224
Totaal - Baten
Storting Reserves
Onttrekking reserves
Bestuur & Dienstverlening
Toelichting Storting en onttrekking reserves De storting in de reserves bestaan uit de toevoegingen aan de algemene risico reserve. De onttrekkingen hebben betrekking op de egalisatie reserve investeringsbijdragen voor diverse aanpassingen aan de werkplaats het gemeentehuis en aantal voertuigen.
Door de gewijzigde programmaindeling is het niet mogelijk om de cijfers op produkten of programmaniveau te vergelijken met voorgaande P&C produkten. Zie verdere toelichting in de leeswijzer.
blz. 48 (van 155)
5. Toelichting financiële positie In de kadernota hebben we u geïnformeerd over de te verwachten financiële situatie voor de komende jaren. Dit resulteerde bij de kadernota in een totaal overzicht. Bij de behandeling van de kadernota in juli is de kadernota vastgesteld inclusief een amendement. Op basis van uitspraken van uw raad is het financieel kader geactualiseerd. In onderstaand overzicht ziet u de stand van de begroting 2015. Financieel kader (bedragen * € 1.000)
2015 2016 2017 2018
Stand begroting 2014
0
0
0
0
-283
-386
-324
-324
Amendement bij begroting 2014 - niet overgenomen bezuinigingen
-39
-47
-56
-56
Verwerking december circulaire
125
140
167
9
-197
293
213
371
-6
-116
-112
-108
0
0
0
0
-318
-200
-212
-212
150
150
150
150
95
190
185
180
-276
269
202
356
79
160
132
2
-225
-225
-225
-225
-422
334
295
579
230
260
262
264
Financiële situatie begroting 2015 na kadernota incl. amendement
-192
-74
-33
315
Loon- en prijscompensatie, actualisering investeringsplanning
-151
70
103
0
245
245
245
245
6
-1
-1
149
-256
239
314
78
Bezuinigingsvoorstellen
367
158
159
161
Nieuwe knelpunten begroting
-50
-50
-45
-35
Toevoegingen aan algemene risico reserve
-61
-347
-428
-204
0
0
0
0
Nog in te vullen bezuiniging nav sep circulaire 2013
Financiële situatie begroting 2015 A. Investeringen -vervanging B. Nieuwe beleidswensen C. Knelpunten D. Bezuinigingen en ombuigingen Beschikbare reeks in begroting voor vervanging/nieuw beleid Financiële situatie begroting 2015 na kadernota Verwerking meicirculaire 2014 Loon- en prijscompensatie Financiële situatie begroting 2015 na kadernota na raadsinfobrief Bezuinigingen kadernota - verwerking amendement
Overige mutatie btw Correctie kadernota - tellingen Algemene uitkering - berekening investeringen Aanvullende besluiten raad
-163
Financiële situatie begroting 2015 - 2018 na herrekening begroting
Financiële situatie begroting 2015 - 2018 inclusief
blz. 49 (van 155)
bezuinigingsvoorstellen en knelpunten
Uitgangspunten voor het opstellen van deze begroting zijn begroting 2014, de meicirculaire 2015 en de vastgestelde kadernota 2015 inclusief amendement. Daarnaast zijn er wijzigingen in de begroting aangebracht door de actualisering van investeringsplanningen, technische correcties en verwerking van loon- en prijscompensatie. We verhogen alleen de budgetten die we vanwege contractuele verplichtingen moeten aanpassen in deze begroting. De meicirculaire is verwerkt op basis van de informatie zoals we in de raadsinfobrief aan u hebben verstrekt. Circulaire gemeentefonds De doorrekening van de meicirculaire 2014 levert het onderstaande resultaat op: Omschrijving (x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Stand gemeentefonds na meicirculaire 2014
26.935
27.012
26.941
26.818
Stand gemeentefonds na decembercirculaire 2013
18.775
18.790
18.737
18.590
Bruto mutatie
8.161
8.222
8.204
8.228
8.082
8.062
8.072
8.079
79
160
132
149
Taakmutaties meicirculaire Netto mutatie
Toelichting taakmutaties Omschrijving taakmutatie ( x € 1.000) E-overheid
2015
2016
2017
2018
-6
-6
-6
-6
4
12
20
23
-159
-159
-159
-159
-11
-12
-14
-16
3
8
14
19
WMO 2015 - sociaal domein
3.351
3.351
3.351
3.351
Sociaal domein jeugd
5.353
5.353
5.353
5.353
-486
-486
-486
-486
1
1
1
1
8.082
8.062
8.072
8.079
Individuele studie toeslag Buitenonderhoud onderwijs E-boeken Waterschapsverkiezingen
32
Participatiewet
Mutaties WMO Mutatie centra jeugd en gezin Totaal
Er volgt nu een toelichting op de vermelde posten: • •
E-overheid: De afschaffing van facturen van het Kadaster en het Handelsregister moet deze besparing opleveren. Individuele studie-toeslag: In het kader van de Participatiewet wordt een individuele studietoeslag geïntroduceerd. Dit is een aanvullende
blz. 50 (van 155)
•
•
•
•
•
•
• •
inkomensondersteuning voor bepaalde groepen studerenden. Het bedrag is inclusief uitvoeringskosten. Buitenonderhoud onderwijs: De korting betreft de overheveling van het buitenonderhoud van het primair en speciaal onderwijs naar de schoolbesturen. E-boeken: In 2011 is al besloten om het gebruik van E-boeken door bibliotheken te centraliseren. Lokale bibliotheken voeren deze taak niet meer uit. Waterschapsverkiezingen: De waterschapsverkiezingen worden met ingang van 2015 tegelijk gehouden met die voor Provinciale Staten. De gemeente ontvangt een vergoeding voor de kosten die hiervoor gemaakt moeten worden. Uitvoeringskosten participatiewet: De verdeling van de budgetten vanuit de nieuwe Participatiewet zijn nog niet in deze circulaire opgenomen. De uitvoeringskosten voor de toename van de gemeentelijke doelgroep door de beperking van toegang tot de Wajong worden wel al toegevoegd aan het gemeentefonds. WMO 2015- sociaal domein: Dit is het budget voor de nieuwe WMO-taken. Deze verdeling is nu nog op basis van historische budgetten. Vanaf 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd en wijzigt de uitkering. De al bestaande WMO-middelen zijn geen onderdeel van deze uitkering. Sociaal domein – jeugd: Ook hier wordt de verdeling gedaan op basis van historische budgetten. Het verdeelmodel is naar verwachting in december 2014 gereed. Mutatie WMO: Vanaf 2015 daalt de uitkering door de korting van het rijk op de huishoudelijke hulp. Mutatie centrum jeugd en gezin: Geringe mutatie als gevolg van de actualisatie van de maatstaven.
De doorrekening van de decembercirculaire 2013 levert het onderstaande resultaat op:
Omschrijving (x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Stand gemeentefonds na decembercirculaire 2013
18.775
18.790
18.737
18.590
Stand gemeentefonds na septembercirculaire 2013
18.500
18.499
18.417
18.417
Bruto mutatie
274
291
320
173
Taakmutaties decembercirculaire
149
151
154
166
Netto mutatie
125
140
167
7
Toelichting taakmutaties
blz. 51 (van 155)
Omschrijving taakmutaties
2015
2016
2017
2018
Armoedebeleid
75
77
80
81
Overdracht provinciale taken vergunningsverlening
74
74
74
85
149
151
154
166
Totaal
•
•
Armoedebeleid: In het Regeerakkoord is een intensivering van het armoedebeleid aangekondigd. De verdeling voor 2013 was al opgenomen in de septembercirculaire 2013. Nu volgt de verdeling voor de jaren vanaf 2014. Provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving: Vanaf 1 januari 2014 zijn een deel van de provinciale taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving overgedragen aan de gemeenten. Voor de jaren 2014 tot en met 2017 wordt hiervoor 40,7 miljoen euro toegevoegd aan het gemeentefonds. Vanaf 2018 is dit bedrag hoger, namelijk 46,7 miljoen euro.
blz. 52 (van 155)
Meerjaren perspectief (bedragen x € 1.00
Jaarverslag Begroting Begroting Meerjarenpe 2013 2014 2015 2016 Programma 1. Natuur en Ruimte 2. Welzijn en Zorg 3. Economie en Werk 4. Bestuur en dienstverlening Totaal programma’s Stelpost vervangingsinvesteringen: jaar 2016 jaar 2017 jaar 2018 Totaal investeringsruimte Onvoorzien Totaal budget Onvoorzien Resultaat voor bestemming (functie 970)
6.813 11.575 3.173 -21.635 -74
7.121 10.776 4.012 -22.190 -282
6.018 18.091 4.164 -29.002 -729
2017
2018
6.241 18.358 3.944 -28.922 -378
6.243 18.281 3.923 -29.038 -591
6.299 18.226 3.932 -28.966 -509
95
190 95
0
0
0
95
285
185 190 95 470
0
0 0
10 10
10 10
10 10
10 10
-74
-282
-719
-273
-296
-29
55 2.211
20 605
0 262
0 250
0 278
0 218
Mutaties reserves
Bijdrage van reserves: Algemene risicoreserve Bestemmingsreserves
Egalisatiereserve investeringsbijdrage
totaal bijdrages van reserves
211
163
163
156
156
156
2.477
788
425
406
434
374
1.229 97 47 0
250 0 65 741
802
13
215 0 1 700 62 166
95 0 2 100 351 131
95 0 2 0 434 199
95 0 2 0 209 97
2.175
1.069
1.144
679
730
403
-302
281
719
273
296
29
376
1
0
0
0
0
Toevoegingen aan reserves: Toevoeging Toevoeging Toevoeging Toevoeging Toevoeging Toevoeging
algemene risicoreserve algemene risicoreserve algemene risicoreserve algemene risicoreserve algemene risicoreserve bestemmingsreserve
resultaat resultaat resultaat resultaat
PB PB PB PB
'12-'15 '13-'16 '14-'17 '15-'18
totaal toevoegingen aan reserves
Totaal mutaties reserves (functie 980) Resultaat na bestemming
voordelig
blz. 54 (van 155)
Algemene risicoreserve Overzicht ontwikkeling algemene risicoreserve 2014-2018 bedragen x € 1.000
Beginstand Algemene risicoreserve Totaal reserves Toevoegingen Bespaarde rente (a) Toevoeging resultaat PB 2012-2015 Toevoeging resultaat PB 2013-2016 Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2013 Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2014 1ste nota van wijziging cf raadsbesluit 23 april 2013 Bestemmingsvoorstel jaarresultaat 2012 cf raadsbesluit 28 mei 2013 Vrijval voorziening WVG cf raadsbesluit 17 september 2013 Toevoeging resultaat snippergroen Toevoeging oud papier en karton 2012 cf raadsbesluit 17 september 2013 Resultaat bestuursrapportage 2013 cf raadsbesluit 17 september 2013 Bestemmingsvoorstel jaarresultaat 2013 Amendement Berap 2014 cf raadsbesluit 9 september 2014 Reservering aanvulling algemene reserve cf programmabegroting 2015
2013 Jaarverslag
2014
2015
2016
2017
2018
-€ 337
€ 1.227
€ 2.640
€ 3.713
€ 4.261
€ 4.695
-€ 337
€ 1.227
€ 2.640
€ 3.713
€ 4.261
€ 4.695
€ 65 € 250 € 741
€1 € 215 € 700
€2 € 95 € 100
€ 62
€ 351
€ 434
€ 209
€ 548
€ 434
€ 209
€ 97 € 47
€ 933 € 246 € 78 € 90 € 38 € 90 € 356 € 594
€ 95
Verkoop Essent 2e tranche + rentevergoeding wegens uitgestelde verkoop (a) Totaal toevoegingen
€ 1.619
blz. 55 (van 155)
€ 2.006
€ 1.073
Lagere onttrekking ombuigingen op basis van resultaat raming 2010 en 2011 Onttrekking tbv Ontwikkeling Kulturhus Losser cf Raadsbesluit 10 mei 2011 Onttrekking ivm Privatisering Buitensportaccommodaties cf Raadsbesluit 21 juni 2011 Onttrekking tbv welstandsnota cf raadsbesluit 14 februari 2012 Onttrekking tbv gesubsidieerde arbeid cf raadsbesluit 14 februari 2012 Bestemmingsvoorstel jaarresultaat 2011 Mutatie bestuursrapportage 2012 cf raadsbesluit 16 oktober 2012 Onttrekking tbv Herstructurering / Ontmanteling Top Craft cf raadsbesluit 13 november 2012 Knelpunten geplande werkzaamheden versus beschikbare formatie cf raadsbesluit 2 juli 2013 Resultaat bestuursrapportage 2014 cf raadsbesluit 9 sept 2014 (excl. Amendement)
Totaal onttrekkingen Prognose stand ultimo van het jaar
-€ 55 -€ 593
-€ 55
-€ 593
€0
€0
€0
€0
€ 1.227
€ 2.640
€ 3.713
€ 4.261
€ 4.695
€ 4.904
Tekorten/overschotten op de algemene reserves (a) Rentetoevoeging 2012 op basis van eindstand reserves en voorzieningen 3112-2011. De rente over de IJzeren algemene reserve wordt m.i.v. 2011 als dekkingsmiddel gebruikt
blz. 56 (van 155)
(b) De definitieve financiele afwikkeling vindt plaats bij het opstellen van de jaarrekening 2013. (a) D e verkoop Essent vindt in 2 delen plaats. Uitbetaling van de Escrow vordering heeft voor 50% plaatsgevonden in 2011 en het restant wordt verwacht in 2015 echter ook mogelijk dat dit iets later wordt.
Bestemmingsreserves Ontwikkeling bestemmingsreserves en voorzieningen 2015-2018
Bestemmingsreserves bedragen x € 1.000
stand per 2015 2016
2017
2018
2019
Reserve Reiniging Reserve Riolering Reserve onderhoud wegen Reserve uitwerking Kaders Kadernota 2012-2 Reserve bouw Kulturhus Overdinkel Reserve Onderhoud MOP Reserve Nationaal Actieplan Sport en Beweg Reserve Brede impuls combinatiefuncties Reserve Verv. Lampen openbare verlichting Reserve Akoestische aanpassing Gronausestr Reserve nationaal uitvoeringsprogramma (NU Egalisatiereserve investeringsbijdragen
1.227 1.714 960 169 375 390 101 150 43 25 123 2.887
727 1.031 0 0 0 0 50 100 12 0 0 2.568
500 667 0 0 0 0 0 0 24 0 0 2.412
500
977 1.337 490 0 275 0 50 150 50 0 0 2.724
blz. 57 (van 155)
472 0 0 0 0 0 0 36 0 0 2256
Totaal bestemmingsreserves 8.164
6.053
4.488
3.603
3.264
2.752 96 2.855
2.732 82 2.855
2.775 67 2.855
2.770 54 2.855
2.760 39 2.855
Totaal voorzieningen 5.703
5.669
5.697
5.679
5.654
Voorzieningen
Pensioenvoorziening wethouders Voorziening uitstroom personeel Herstructurering / ontmanteling Top Craft
blz. 58 (van 155)
Toelichting bestemmingsreserves Reserve Reiniging Het saldo tussen lasten en baten met betrekking tot de afvalinzameling wordt jaarlijks verrekend met de reserve Reiniging. Het saldo wordt in de volgende jaren in de tarieven verwerkt. Op deze wijze worden behoudens (autonome) kostenstijgingen, onregelmatige schommelingen in de tarieven beperkt. De afspraak is om de reserve af te bouwen naar ongeveer € 500.000. Om dit te verwezenlijken wordt er in 2015 € 250.000 in 2016 € 250.000 en in 2017 € 227.000 onttrokken aan de reserve zodat het saldo van de reserve reiniging in 2018 ca. de maximaal gestelde hoogte zal hebben. Reserve Riolering Het saldo tussen lasten en baten met betrekking tot de riolering wordt jaarlijks verrekend met de reserve riolering. Het saldo wordt in de volgende jaren in de tarieven verwerkt. Op deze wijze worden onregelmatige schommelingen in de tarieven beperkt. De hoogte van het rioolrecht is gebaseerd op het kostendekkingsplan, dat onderdeel is van het vernieuwde Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP). In december 2012 heeft de raad het vGRP vastgesteld. Het verloop van de reserve is eveneens gebaseerd op het vGRP. Reserve Onderhoud Wegen Tijdens de bezuinigingsoperatie in mei 2009 is besloten, dat de jaarbudgetten van onderhoud wegen volledig voor dit doel kunnen worden aangewend. Dat betekent dat een overschot via deze reserve beschikbaar blijft en tekorten hieruit onttrokken kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat bij doorgeschoven werkzaamheden of onvoorziene uitgaven geen problemen ontstaan bij de financiering. Reserve Uitwerking kaders Kadernota 2012-2015 Op 12 juli 2011 heeft de raad besloten bij het vaststellen van de kadernota 2012 eenmalig € 500.000 beschikbaar te stellen voor het realiseren van de benodigde structurele ombuigingen. Reserve bouw Kulturhus Overdinkel Op 19 maart 2013 heeft de raad de nieuwe uitgangspunten voor deze beschikbare reserve gesteld. De beschikbare € 400.000 is nu beschikbaar voor de inrichting van de openbare ruimte in relatie tot het Kulturhus Overdinkel. Reserve onderhoud MOP Deze reserve betreft het jaarlijks reguliere onderhoud aan gebouwen om de functie te waarborgen en kapitaalvernietiging tegen te gaan. In de meerjarenplanning MOP kent de uitvoering pieken en dalen. Door het instellen van deze reserve worden meerjarige schommelingen opgevangen. Reserve Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) De gemeente heeft gedurende de periode 2008 - 2012 hiervoor middelen ontvangen via de algemene uitkering. Met de Vereniging Sport en Gemeenten is een convenant gesloten voor de uitvoer van diverse beweeginterventies. De budgetten hiervoor zijn
in de begroting opgenomen. Het verschil budget en realisatie wordt verrekend met de reserve. Met toestemming van de Vereniging Sport en Gemeenten wordt het restant van deze reserve uitgegeven in de jaren 2015-2017 omdat de Provincie begin 2013 in het kader van de €1.- regeling € 45.000 subsidie heeft verleend voor sport-en beweegactiviteiten. Dit budget moet in 2013 en 2014 besteed worden. Reserve Brede Impuls Combinatiefuncties In maart 2009 is een meerjarig convenant met het rijk gesloten om deel te nemen aan de impuls om combinatiefuncties mogelijk te maken. De doelstelling van het rijk hiermee is om tenminste 2.500 combinatiefuncties te realiseren. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij 1 werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Losser heeft gekozen voor een samenwerking tussen onderwijs, sport en/of cultuur. Via de algemene uitkering ontvangen we budget voor 3,6 FTE. Het niet gebruikte budget wordt in de reserve gestort. Reserve vervanging lampen Openbare Verlichting Deze reserve is bedoeld voor de 4-jaarlijkse vervanging van de lampen van de openbare verlichting. Jaarlijks wordt een bedrag ad € 12.500 gereserveerd. Het maximum saldo van de reserve is bepaald op € 50.000. In 2017 is in de begroting voor een bedrag van € 50.000 rekening gehouden met de vervanging. Reserve Akoestische aanpassingen Gronausestraat In verband met vergunningverlening en uitvoering bestemmingsplan de Pol is het noodzakelijk op grond van hogere grenswaarden akoestische aanpassingen te verrichten aan woningen in de omgeving. Door de gekozen beperkte zoneringsvariant is het aantal wettelijk te saneren woningen teruggebracht ten opzichte van de vorige variant. Naar verwachting zal dit in 2016 zijn gerealiseerd. Egalisatiereserve investeringsbijdragen Op grond van BBV 2004 mogen bijdrage uit eigen reserves in investeringen met een economisch nut niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van de investeringen. Hier is sprake van een zogenaamde bruto verantwoording. In de praktijk houdt dat in, dat er een jaarlijkse vrijval van deze reserve plaatsvindt op basis van het afschrijvingstermijn van het betreffende activum. Hierbij wordt ook rekening gehouden met rente, zodat een en ander hetzelfde effect heeft als een netto verantwoording, zij het dat de vrijval op grond van de regelgeving niet geschiedt via het betreffende product (functie), maar via mutatie reserves en op deze wijze dus via de bestemmingen.
Toelichting voorzieningen Pensioenvoorzieningen Op grond van BBV2004 dient voor de pensioenverplichtingen, die de gemeente Losser heeft tegenover bestuurders en oud-bestuurders dan wel tegenover hun nabestaanden, een voorziening te worden gevormd. Op basis van actuariële berekeningen wordt er jaarlijks beoordeeld of deze voorziening nog toereikend is.
blz. 60 (van 155)
Uitkeringen van de pensioenen vinden jaarlijks plaats uit de voorziening en via de exploitatie wordt deze voorziening aangevuld tot de noodzakelijke omvang. Voorziening uitstroom personeel Door uitstroom van een personeelslid is er een personele verplichting ontstaan tot en met 2021. Jaarlijks vindt er een uitkering plaats uit deze voorziening. Herstructurering / ontmanteling Top Craft Op basis van de notitie “Mensenwerk” hebben de drie deelnemende gemeenteraden in december 2011 besloten om de huidige uitvoeringsstructuur van zowel Gr-Wot als het uitvoeringsbedrijf Top Craft te ontmantelen. En over te gaan tot separate uitvoering van de WSW door de drie afzonderlijke gemeenten. Als gevolg van deze beslissing is in de jaarrekening 2011 van Top Craft BV en het Gr-Wot een voorziening “Herstructurering/ontmanteling” gevormd van € 8.284.00 ter dekking van toekomstige kosten die verband houden met de herstructurering. Voor Losser resulteerde dit tot het vormen van een voorziening ter hoogte van € 2.610.000. In 2013 is deze voorziening om diverse reden (lente akkoord, doorschuiven ontmanteling, ontbinding huurcontracten en gewijzigde verwerking btw teruggaaf) bijgesteld en voor Losser verhoogd met € 245.000 waardoor de huidige stand van de voorziening € 2.855.000 bedraagt. De herstructureringskosten bestaan voor een groot deel uit wachtgeldregelingen en reïntegratiekosten. De wachtgeldregeling heeft een duur van vijf jaar. De mutaties hierin zijn bij het opstellen van deze begroting nog niet in beeld maar zullen naar verwachting leiden tot een jaarlijkse daling van deze voorziening.
blz. 61 (van 155)
Incidentele en structurele lasten en baten Onderstaande tabel laat zien dat de gemeente Losser geen structurele uitgaven met incidenteel geld bekostigd.
Incidentele en structurele lasten en baten bedragen x € 1.000
Lasten 1. Natuur en Ruimte
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Structurele lasten Incidentele lasten
18.559 18.559 0 19.460 19.460 0 12.568 12.568 0 6.732 5.786 946
14.310 14.310 0 19.723 19.723 0 12.356 12.356 0 6.801 6.229 572
15.255 15.205 50 19.641 19.641 0 12.333 12.333 0 6.803 6.255 548
13.430 13.430 0 19.582 19.582 0 12.340 12.340 0 6.842 6.623 219
totale lasten
57.320
53.189
54.032
52.195
Structurele baten Incidentele baten
12.643 12.643 0 1.443
8.194 8.194 0 1.432
9.096 9.096 0 1.428
7.258 7.258 0 1.424
Structurele lasten Incidentele lasten 2. Welzijn en Zorg Structurele lasten Incidentele lasten 3. Economie en Werk Structurele lasten Incidentele lasten 4. Bestuur en Dienstverlening
Baten 1. Natuur en Ruimte
2. Welzijn en Zorg
Begroting 2015
Structurele baten Incidentele baten
Structurele baten Incidentele baten
1.443 0 8.443 8.443 0 34.790 34.881 -91
1.432 0 8.450 8.450 0 35.113 35.113 0
1.428 0 8.448 8.448 0 35.059 35.059 0
1.424 0 8.446 8.446 0 35.066 35.066 0
totale baten
57.320
53.189
54.032
52.195
0
0
50
0
35 215 700 62 -123 32 25
25 95 100 352 0 0 0
20 95 0 433 0 0 0
10 0 0 209 0 0 0
946
572
598
219
-123
0
0
0
3. Economie en Werk Structurele baten Incidentele baten 4. Bestuur en Dienstverlening
Specificatie incidentele lasten N&R
- Vervanging straatverlichting
B&D
- Bijdrage SSNT - Toevoeging algemene risicoreserve PB 2013-2016 - Toevoeging algemene risicoreserve PB 2014-2017 - Toevoeging algemene risicoreserve PB 2015-2018 - Nationaal Uitvoeringsplan - Waterschapsverkiezingen - Extra opleidingsbudget cf CAO -
totaal incidentele lasten Specificatie incidentele baten B&D
- Gemeentefonds Nationaal Uitvoeringsplan
blz. 63 (van 155)
- Gemeentefonds Waterschapsverkiezingen
totaal incidentele baten Saldo incidentele lasten/baten
32
0
0
0
-91
0
0
0
-1.037
-572
-598
-219
nadeel
nadeel
nadeel
nadeel
blz. 64 (van 155)
blz. 65 (van 155)
blz. 66 (van 155)
Toelichting op incidentele en structurele lasten en baten Vervanging straatverlichting Bestemmingsreserve bijdrage vervanging lampen. Om de vier jaar worden de lampen van de openbare verlichting, waar nodig vervangen. Hiervoor wordt de reserve vervanging lampen aangewend. Bijdrage SSNT / IBO In 2013 is er een convenant gesloten met de SSNT. De samenwerking binnen SSNT vraagt van alle gemeenten een geringe bijdrage voor de programmasturing. Daarnaast zijn nog middelen nodig voor kosten van projecten waaraan Losser deelneemt binnen SSNT. Daarnaast is er ook budget nodig voor de bouwfase IBO.
Toevoeging aan de algemene risicoreserve PB 2013-2016 In de programmabegroting 2013-2016 is besloten om bij te dragen aan het structureel op orde brengen van de algemene risicoreserve.
Toevoeging aan de algemene risicoreserve PB 2014-2017 Het weerstandsvermogen van de gemeente Losser is beneden het met de raad afgesproken ratio. Om binnen een afzienbare periode weer te groeien naar het vereiste ratio stellen we voor om de genoemde reeks in de tabel toe te voegen aan de algemene risicoreserve. Toevoeging aan de algemene risicoreserve PB 2015-2017 In deze begroting wordt wederom een reeks toegevoegd aan de algemene risico reserve om het weerstandsvermogen op het gewenste ratio te krijgen. Gemeentefonds Nationaal uitvoeringsplan Dit betreft een voorfinanciering binnen het gemeentefonds waarmee gemeenten in staat zijn investeringen te doen in het kader van de implementatie van de E-overheid. In 2015 wordt het totale bedrag weer in mindering gebracht op de algemene uitkering zodat het budgettair neutraal verloopt. Waterschapsverkiezingen Voor de waterschpasverkiezingen, die in 2015 plaatsvinden, is via de algemene uitkering budget beschikbaar gesteld. Extra opleidingsbudget cf CAO In de CAO is afgesproken dat gemeenten een loopbaanbudget van € 500 per medewerker per kalenderjaar (t/m 2015) beschikbaar moeten stellen. Dekking uit het reguliere opleidingsbudget is niet mogelijk. Voor de jaren 2014 & 2015 is er incidenteel € 25.000 extra beschikbaar gesteld.
6. Verplichte paragrafen
blz. 68 (van 155)
6.1. Lokale Heffingen Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in het najaar van 2014. De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting en toeristenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt. De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Losser en is als volgt opgebouwd: 1. ontwikkeling 2. tariefsaanpassingen 3. belastingdruk uitgangspunten en een vergelijking met gemeenten met een vergelijkbare omvang en met de regio 4. kwijtschelding
1. Ontwikkeling Macronorm Elke gemeente is verantwoordelijk voor het vaststellen van haar OZB tarieven. De grondslag daarvoor is de WOZ waarde. Met ingang van 2008 is de in 2005 ingestelde maximering van de OZB-tarieven op grond van artikel 220g Gemeentewet ingetrokken. Het schrappen van de limitering van de OZB mocht echter niet leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk is een zogenaamde macronorm ingesteld. Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale
blz. 69 (van 155)
opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. De macronorm is een landelijke norm en niet een norm voor individuele gemeenten. Met de areaalontwikkeling wordt dan ook niet op individuele basis rekening gehouden. Deze wordt landelijk benaderd en wel doordat de economische groei wordt meegenomen in de macronorm. Het kabinet handhaaft de macronorm OZB in 2015 als instrument. Conform de afgesproken berekeningssystematiek bedraagt de norm voor 2015 3,0% over € 3,711 miljard. Vooral met het oog op de omvangrijke decentralisaties per 2015 heeft het kabinet besloten om dat jaar met een schone lei te beginnen. Dat betekent dat de overschrijding van de macronorm OZB in 2014 met €11 miljoen niet in mindering wordt gebracht op de macronorm voor 2015. Woonlastennorm Het kabinet is voor 2016 en verder voornemens om samen met de VNG te komen tot een woonlastennorm. Daartoe zal door de werkgroep die het evaluatierapport over de macronorm OZB heeft opgesteld de variant van woonlastennorm verder worden uitgewerkt ten behoeve van besluitvorming in het voorjaar van 2015. 2. Tariefsaanpassingen Onroerende-zaakbelasting Voor 2015 is de noodzaak niet aanwezig. Ook een aanpassing van de tarieven aan de prijsstijging is niet nodig. U wordt geadviseerd om bij de bepaling van het ozbbelastingtarief 2015 uit te gaan van een gelijkblijvende opbrengst. Over de berekening van het tarief nog het volgende. De belastingaanslag van de wordt berekend, door de WOZ-waarde van de onroerende zaak te vermenigvuldigen met het tarief. De gewenste opbrengst van de ozb-heffing is het uitgangspunt. Jaarlijks worden de woningen getaxeerd om de WOZ-waarde te kunnen bepalen. Dit is een wettelijke verplichting. Alleen al vanwege de marktomstandigheden wijkt de WOZ-waarde in het ene jaar nagenoeg altijd af ten opzichte ten opzichte van het andere jaar. Indien het tarief ongewijzigd zou blijven, zou de hoogte van de belastingaanslag van jaar tot jaar grote afwijkingen vertonen. In tijden van hoogconjunctuur zouden de aanslagen hoger uitvallen, in tijden van recessie het omgekeerde. Logischerwijze zou ook de belastingopbrengst voor de gemeenten door de jaren heen onvoorspelbaar zijn. Om die reden wordt het belastingtarief jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling in de WOZ-waarde.
Rioolheffing De tariefstelling is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2016, dat in de raadsvergadering van 18 december 2012 is vastgesteld. Voor 2015 hoeft het tarief niet te wijzigen. Afvalstoffenheffing
blz. 70 (van 155)
De gemeente Losser heeft een reserve Reiniging, die bedoeld is om de tarieven van de afvalstoffenheffing te egaliseren. Ultimo 2014 zal deze reserve naar verwachting een omvang hebben van 1,2 miljoen. De raad heeft aangegeven dat deze reserve moet worden afgebouwd naar 500.000 euro. Om die reden wordt geadviseerd om 250.000 euro aan de reserve te onttrekken. Uitgaande van ruim 9.000 huishoudens, heeft dit een matigend effect op het tarief van gemiddeld ruim 25 euro. Woonlasten Door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) wordt jaarlijks een “Atlas van de lokale lasten” opgesteld. In onderstaand overzicht is te zien wat de gemiddelde woonlasten per gemeente van meerpersoonshuishoudens in Overijssel zijn. In Losser bedraagt deze belastingdruk voor 2014 volgens de COELO € 742 (in 2013 € 705, in 2012 € 676, in 2011 € 703, in 2010 € 693, en in 2009 was dit € 687). (Hierbij is uitgegaan van 140 gft/140 rest mini-containers, rioolheffing en van de gemiddelde woningwaarde in elk jaar voor de OZB). Belastingdruk 2014 gemeente
Almelo Borne Enschede Haaksbergen Hengelo Losser Oldenzaal
gemiddeld Overijssel
bruto woonlasten éénpersoons huishouden 712 (698) 762 (745) 725 (707) 715 (681) 615 (617) 742 (705) 620 (613) tussen ( ) 2013
bruto woonlasten meerpersoons huishouden
rang nummer netto meerpersoons woonlasten huishouden
rang nummer netto woonlasten
712 (698) 762 (745) 758 (741) 764 (730) 699 (694) 742 (705) 680 (674)
200 (192) 296 (285) 289 (278) 302 (266) 169 (183) 263 (204) 130 (144) 1 laagste, 417 is hoogste
293 (282) 313 (309) 361 (354) 325 (292) 228 (234) 301 (252) 152 (166)
636 (630) 653 (643)
704 (697) 710 (700)
763 (745) 778 (759) 808 (789) 785 (748) 730 (722) 766 (731) 691 (687)
696 (689) 732 (721)
4. Kwijtschelding De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt: •
•
Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en ozb. De kwijtschelding van de hondenbelasting voor de eerste hond wordt met ingang van het belastingjaar 2014 niet meer verleend; Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm; blz. 71 (van 155)
• • •
Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren; Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en; Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.
Bij kwijtschelding vindt er een toetsing plaats op basis van inkomen en vermogen. Aan mensen, die al meerdere keren in aanmerking zijn gekomen voor kwijtschelding, wordt na informatie door het GBT bij het landelijke inlichtingenbureau, automatisch kwijtschelding verleend.
blz. 72 (van 155)
6.2. Weerstandsvermogen Inleiding weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente tegenvallers kan opvangen zonder dat de uitvoering van taken in gevaar komt. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de benodigde weerstandscapaciteit (alle risico’s waarvoor geen dekkingsmaatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie). Het verhoudingsgetal, beschikbare weerstandscapaciteit ten opzichte van de benodigde weerstandscapaciteit noemen we het ratio weerstandsvermogen. In de raadsvergadering van 10 juli 2012 heeft uw raad besloten de ratio van het weerstandsvermogen naar beneden bij te stellen van C naar D, waarderingsklasse 0,8-1,0. Oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 80 tot 100% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen. Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandvermogen zijn vastgelegd in: • • •
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2003 (art. 9, 11 en 26), Financiële verordening gemeente Losser. Nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2012
Het wettelijke kader van BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) stelt dat de paragraaf betreffende het weerstandsvermogen ten minste moet bevatten: 1. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, 2. een inventarisatie van de risico’s, 3. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. De paragraaf is conform deze opbouw.
A.Inventarisatie van de beschikbare weerstandcapaciteit Met weerstandscapaciteit bedoelen we alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om tegenvallers te bekostigen. De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en gebouwen.
Ontwikkelingen beschikbare weerstandscapaciteit:
blz. 73 (van 155)
Algemene risicoreserve: Zoals in hoofdstuk 5. “Toelichting Financiële positie”, de tabel Algemene risicoreserve, laat zien is de prognose voor de algemene reserve voor ultimo 2014 € 2.640.000. In deze tabel wordt een overzicht gegeven van de verwachte ontwikkeling van de reserve over de periode 2014 tot en met 2018. Stille reserves: Ten behoeve van de bepaling van de weerstandscapaciteit wordt de waarde van de stille reserves op gronden en gebouwen periodiek bepaald. Dit heeft geleid tot een wijziging in het bedrag dat voor de stille reserves mee kan worden genomen voor de bepaling van de weerstandscapaciteit. Zoals onderstaande tabel laat zien is de prognose voor de beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2014 € 4.565.523. Verwachte ontwikkeling beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2014 Componenten Algemene risicoreserve inclusief resultaat bestuursrapportage 2014
2.640.000
Stille reserves gebouwen en gronden
1.909.523
Prognose stand eind jaar 2014
4.549.523
B. Inventarisatie van de risico's Benodigde weerstandscapaciteit: Voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit zijn de geïnventariseerde risico’s opnieuw geanalyseerd. Zowel de financiële gevolgen die het risico met zich meebrengt als de kans dat het risico zich voordoet is bepaald. Met behulp van een risicoscore kunnen de risico’s worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk welke risico’s het meest belangrijk zijn.
De 10 grootste risico’s: Onderwerp
Risico
1
Schommelingen in de conjunctuur
Als gevolg van schommelingen in 21,27% de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de opbrengsten kant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden
2
Overig onvoorziene risico's Financiële nadelen
21,19%
3
Garantstellingen
13,17%
Door de leningverstrekker wordt een beroep gedaan op de
blz. 74 (van 155)
Invloed
garantstellingen 4
Decentralisaties: Het rijk zal in totaliteit ca. 8,5 miljard aan budgetten overhevelen naar de gemeenten, ten behoeve van de decentralisaties: Werken naar vermogen, WMO (AWBZ naar WMO), Jeugdzorg
Alhoewel besloten is met de rijksmiddelen de taken uit te voeren zonder dat uit de algemene middelen wordt bijgelegd, is het niet op voorhand uit te sluiten dat nadelige financiële gevolgen uit deze overdracht zullen voortvloeien.
9,94%
5
Sociale werkvoorziening
Het subsidieresultaat is negatief (loonkosten zijn hoger dan de rijksubsidie).
7,11%
6
Wet werk en bijstand Rijksbijdrage is ontoereikend om bijstandsuitkeringen van te betalen.
Het gemeentelijk aandeel overstijgt het maximaal (wettelijk vastgelegde) aandeel van 10%. Ontwikkeling aantal bijstandsgerechtigden is lastig te beïnvloeden, is met name afhankelijk van economische ontwikkelingen.
6,40%
7
Open eind regeling Bijzondere bijstand
Toenemend aantal aanvragen en 2,84% open eind financiering moeilijk beheersbaar
8
Vermindering legesopbrengsten
Door economische situatie daling van omgevingsaanvragen
2,13%
9
Invoering RUD
Boventallig personeel in verband met vernieuwde kwaliteitseisen
2,13%
10
Voorzieningen algemeen (woningaanpassing, rolstoelen, vervoer en huishoudelijke hulp)
Financieel tekort, open einde 2,13% financiering. Aantal aanvragen en gebruik van voorzieningen neemt nog steeds toe.
Het totaal van de geïnventariseerde risico’s van de gemeente Losser bedraagt € 5.055.000. Het betreft hier het geschatte geldelijke gevolg van de geïnventariseerde risico’s (exclusief de risico’s van het grondbedrijf). In februari 2014 heeft de raad een nieuwe nota Grondbeleid vastgesteld. Ten aanzien van het risicomanagement van het grondbedrijf is gekozen voor een andere werkwijze. Naast projectgebonden risico’s wordt er nu door het Grondbedrijf ook gekeken naar niet projectgebonden risico’s, ofwel conjuncturele risico’s geïnventariseerd en gekwantificeerd. Deze risico’s zijn vaak niet beïnvloedbaar
blz. 75 (van 155)
binnen de projecten en liggen op het vlak van macro-economische trends en wet- en regelgeving van hogere overheden. Te denken valt aan spreidingsrisico’s rondom gehanteerde parameters. Hiermee ontstaat er een vollediger en betrouwbaarder beeld van de risico’s binnen het grondbedrijf. Niet alle risico’s doen zich tegelijkertijd en in volle omvang voor, er hoeft dan ook een minder groot risico te worden opgevangen. Dit systeem van risicosimulatie vormt de basis voor het weerstandsvermogen van de gemeente Losser. In de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is het gemeentelijke beleid over beide onderwerpen vastgelegd. Uit de gevolgde risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 2.842.201 voor de overige risico’s en een bedrag van € 3.430.000 voor de risico’s samenhangend met het grondbedrijf. Totaal benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 6.272.201.
C. Beleid omtrent weerstandscapaciteit en risico's Benodigde weerstandcapaciteit: In 2014 zijn de risico’s opnieuw beoordeeld. Deze risico’s zijn de basis voor de risicosimulatie welke uitgevoerd wordt om te berekenen welk bedrag er nodig is om deze risico’s in financiële zin af te dekken. Uit de gevolgde risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 6.272.201. Beschikbare weerstandscapaciteit: De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve, vrij aanwendbare andere reserves en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en gebouwen. De aanwezige weerstandscapaciteit bedraagt ultimo 2014 € 4.549.523. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het ratio weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen eind 2014 =
€ 4.549.523 € 6.272.201 =
0.73
De gemeente streeft hierbij een ratio weerstandvermogen tussen de 0,8 en 1,0 na. Oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 80 tot 100% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen. De ratio weerstandsvermogen komt, naar verwachting, eind 2014 daarmee uit op 0.73 en bevindt zich nog onder de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 0.8 -1.0.
blz. 76 (van 155)
Ontwikkeling in weerstandsvermogen 2015 ev.: Met ingang van 2011 wordt er periodiek een risico-inventarisatie uitgevoerd om na te gaan of de risico’s alsook de omvang van de financiële gevolgen van de risico’s zijn gewijzigd. Daarnaast kunnen er ook maatregelen worden getroffen die de risico’s verkleinen. Na de sterke daling in 2012 van de ratio, is in de afgelopen jaren sterk gestuurd op het verbeteren van is de ratio weerstandsvermogen. Deze daling van de ratio werd met name veroorzaakt door de afwaardering van de gronden en het treffen van een voorziening voor de ontmanteling van Topcraft in 2012. Mede door het opnemen van (forse) toevoegingen aan de algemene risicoreserve in de begrotingen van afgelopen jaren komt de ratio weerstandsvermogen in de buurt van de gewenste ratio van 0,81,0. In de door uw raad vastgestelde Nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat wanneer het weerstandsvermogen (nog) niet voldoet, zoals nu het geval is, alle meevallers respectievelijk het rekeningresultaat prioritair bestemd wordt om het weerstandsvermogen weer op een financieel verantwoord niveau te brengen. In de onderhavige begroting is door uw raad bewust gekozen, om, net zoals in voorgaande jaren, door middel van begrote toevoegingen, de algemene risicoreserve te laten groeien en daarmee het weerstandsvermogen op peil te brengen. Hieronder zijn de verwachte ontwikkelingen van de algemene risicoreserve, de aanwezige weerstandscapaciteit en de ontwikkeling van het ratio weerstandsvermogen weergegeven. Verwachte ontwikkeling algemene risicoreserve ultimo 2015 tot en met 2018 Component
2015
01-01 Algemene risico reserve
2016
2017
2.640
3.713
1
2
Reservering vanuit begroting 2013
215
95
Reservering vanuit begroting 2014
700
Reservering vanuit begroting 2015
62
Opbrengst verkoop Essent en rentevergoeding
95
Toevoegingen resultaat begroting 2013
Algemene risicoreserve 31/12
3.713
2018
4.261
4.695
100
0
0
351
434
209
4.261
4.695
4.904
Verwachte ontwikkeling weerstandscapaciteit ultimo 2015 tot en met 2018 Component
2015
2016
2017
2018
Verwachte alg. risicoreserve 31/12
3.713
4.261
4.695
4.904
Stille reserves Gebouwen en gronden
1.910
1.910
1.910
1.910
Prognose weerstandscapaciteit
5.623
6.171
6.605
6.814
blz. 77 (van 155)
Verwachte ontwikkeling ratio weerstandsvermogen ultimo 2011 tot en met 2018 2011 2012 2013 Ratio weerstandsvermogen jaarrekening
1,00
0,21
2014 2015 2016
2017 2018
0,41
Verwachte ratio
0,73
0,90
0,98
1,05
1,09
Let wel; de waarden in bovenstaande tabellen zijn een momentopname en gaan uit van gelijkblijvende risico's.
Toelichting op verwachte ontwikkeling ratio weerstandsvermogen In 2015 komt de ratio op het door de raad bepaalde gewenste niveau van het weerstandsvermogen. In 2017 zal de gemeente Losser naar verwachting weer boven de door de raad vastgestelde minimale verhouding tussen het aanwezige en het benodigde weerstandscapaciteit komen. Gezien de economische situatie en alle daarmee samenhangende mogelijke ontwikkelingen en onzekerheden is het op peil hebben van ons weerstandsvermogen voor de gemeente Losser van wezenlijk belang.
blz. 78 (van 155)
6.3. Onderhoud kapitaalgoederen Gemeenten beschikken over kapitaalgoederen zoals groenvoorzieningen, wegen, bruggen, riolering, water, vijvers, sport- en speelvoorzieningen en gebouwen. Deze gemeentelijke eigendommen vertegenwoordigen een grote waarde. Investeren in onderhoud is noodzakelijk om deze kapitaalgoederen voor lange termijn in stand te houden. De totale vervangingswaarden van de kapitaal goederen in Losser wordt geschat op ruim 260 miljoen euro. Onderstaande tabel geeft een overzicht op hoofdlijnen van de in beheer zijnde kapitaalgoederen.
Algemeen In het coalitieakkoord “Naar een nieuwe samenwerking” (2014-2018) heeft het college aangegeven dat de Toekomstvisie met haar strategische doelen een belangrijke stip aan de horizon is bij ontwikkelingen en uitvoering van projecten. Een goed ingerichte en goed onderhouden openbare ruimte, als directe woon- en werken leefomgeving, is van groot belang bij het bereiken van deze strategische doelen. Ten aanzien van de financiële positie van de gemeente Losser, wil het college verder kijken dan de komende vier jaar om een solide toekomst van Losser te waarborgen.
blz. 79 (van 155)
Onzekere factoren die de financiële situatie beïnvloeden, waaronder het meerjaren investerings-programma voor de openbare ruimte, zullen de komende periode worden onderzocht en verder worden uitgewerkt. In algemene zin is het uitgangspunt om wettelijke taken op minimumniveau uit te voeren. Verder is de intentie om in de begroting een budget beschikbaar te houden voor cofinanciering voor mogelijke subsidies. Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte betekent dit dat het MIP (integraal meerjaren onderhouds- en investeringsprogramma voor de openbare ruimte) verder wordt uitgewerkt en dat de reeds gehanteerde werkwijze om beheerbudgetten mede in te zetten als cofinanciering voor integrale uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte, wordt voortgezet. Verder wordt de komende periode doorgegaan met de implementatie van het kader stellende plan voor het onderhoud van de openbare ruimte; de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018). Middels dit plan, dat in juli 2013 door de raad is vastgesteld, is vastgelegd dat de openbare ruimte op een kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair wordt onderhouden (op basis van de landelijke CROW-systematiek). Voor wegen wordt het kwaliteitsniveau “C” gehandhaafd met de ambitie om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te bereiken. In het algemeen geldt dat op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen blijkt dat het beschikbare budget voldoende om een kwaliteitsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van relatief goedkope arbeid (SW-medewerkers) is het mogelijk het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair, te realiseren. Strategie Om de ambitie van de vastgestelde onderhoudskwaliteit te behalen wordt de volgende strategie gevolgd: Sturen op kwaliteit De onderhoudswerkzaamheden worden gestuurd op het door de raad vastgestelde onderhoudsniveau. Vanwege het feit dat beschikbare financiële middelen onder druk staan betekent dit dat voor alle voorzieningen in de openbare ruimte dat de levensduur zo ver mogelijk wordt opgerekt als mogelijk is binnen de afgesproken kwaliteit, om zodoende kosten te besparen. Met deze strategie worden “de grenzen” opgezocht. Daarom is het belangrijk om het verloop van de technische kwaliteit en van de onderhoudskwaliteit van de voorzieningen in de openbare ruimte te volgen. De frequentie van kwaliteitsinspecties en schouwrondes wordt daarom geïntensiveerd. De metingen van technische kwaliteit en de analyse van de ontwikkeling van de onderhoudskwaliteit wordt gecombineerd met beschikbare gegevens van burgertevredenheid (klachten en meldingen), verkeersongevallencijfers en gegevens over schadeclaims in het kader van aansprakelijkheid van de gemeente in haar brede rol van ‘wegbeheerder’. Middels de systematiek van indicatoren op programmaniveau wordt inzicht gegeven
blz. 80 (van 155)
in de ontwikkeling van de kwaliteit en beleving van de openbare ruimte. Opstellen beleid- en beheerplannen Na vaststelling van de “Nota kapitaalgoederen voor de openbare ruimte” is/wordt gefaseerd gewerkt aan het opstellen van beleid- en beheerplannen voor alle vakdisciplines die gerelateerd zijn aan het beheer van de openbare ruimte. Hierin vindt de uitwerking plaats van de in de nota vastgestelde kaders en wordt concreet invulling gegeven aan de doelstelling om met beheer van de openbare ruimte zoveel mogelijk de strategische doelen uit de Toekomstvisie te ondersteunen. Vervangingsinvesteringen en herinrichting openbare ruimte (via MIP) De Nota Kapitaalgoederen betreft het onderhoud van de openbare ruimte en gaat niet in op de vervanging of herinrichting van de openbare ruimte. Daarom wordt, op basis van de vervangingsplannen die per vakdiscipline in de afzonderlijke beleid- en beheerplannen zijn opgenomen, het integraal meerjaren onderhouds- en investeringsprogramma voor de openbare ruimte (MIP) opgesteld. Net als de vervangingsplannen wordt het MIP jaarlijks geactualiseerd. Het MIP bevat een lijst van technisch urgente projecten en een overzicht van synergie-kansen. Dit zijn projecten die door samenloop van onderhoud, vervanging en nieuw beleid, op basis van synergie, meerdere doelen kunnen bereiken. Door de integrale aanpak krijgen ook ‘derden’ kansen om aan te haken bij investeringen in de openbare ruimte en zijn er wellicht bijdragen mogelijk vanuit andere overheden (subsidies) en/of bijdragen van derden (bijvoorbeeld bij ontwikkellocaties). Op basis van het MIP worden jaarlijks, bij de kadernota, voor de meest urgente vervangingsinvesteringen en/of synergiekansen, financiële middelen aangevraagd. De raad besluit over deze kredieten. Indien geen kredieten en/of vervangingsbudgetten beschikbaar worden gesteld, moet er worden er “doorbeheerd”. Dit betekent dat vanuit het onderhoudsbudget, met dagelijks onderhoud en kleine maatregelen, de omgeving veilig wordt gehouden. Het (wettelijk)minimum niveau is inmiddels bereikt. Elke € 1,-- die niet meer aan onderhoud wordt uitgegeven betekent dat, als je de kwaliteit ooit weer terug wilt brengen op het minimum niveau, je € 2,-- tot € 3,-- nodig hebt. Dit geld zal er in de toekomst waarschijnlijk niet zijn. De weg van kapitaalvernietiging is dan ingezet. Relatie tussen het MIP en de meerjarenbegroting: In het MIP wordt op hoofdlijnen integraal inzichtelijk gemaakt welke (vervangings-) investeringen en projecten in de openbare ruimte de komende 4 jaar een rol gaan spelen. Het MIP is echter een dynamisch plan waarop vele externe factoren invloed hebben. Om deze reden is ervoor gekozen steeds de investeringen die de komende 2 jaar concreet worden, op te nemen in de programmabegroting. Hierbij wordt alleen voor het komende jaar daadwerkelijk besloten om kredieten en budgetten voor vervangingen en investeringen beschikbaar te stellen. In 2015 wordt, conform het MIP, geen ‘beslag’ gelegd op de programmabegroting maar wordt verder uitvoering gegeven aan (deels al lopende) projecten die worden gefinancierd uit reeds eerder beschikbaar gestelde kredieten (o.a. vGRP), subsidies
blz. 81 (van 155)
en de reserve wegen. Dit betreft met name de afronding van fase I van Hart voor Overdinkel, de Tj. Knolstraat, de Bentheimerstraat in De Lutte en de Lutterstraat en een deel van de Gronausestraat in Losser. Voor 2016 wordt voorzien in investeringen in de vervanging van openbare verlichting (gefaseerd) en in verschillende wegreconstructies en herinrichtingsprojecten. Detailuitwerking vindt in 2015 plaats. Kapitaalgoederen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is gesteld dat de paragraaf kapitaalgoederen tenminste een toelichting op de volgende onderdelen bevat. • • • • •
Wegen Riolering Water Groen Gebouwen
Wegen Wegen en verhardingen Beleid Wegen en verhardingen maken deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “C”, waarbij de ambitie is uitgesproken om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te bereiken. Naast de beeldkwaliteit speelt ook de technische kwaliteit van de constructie een belangrijke rol. In een tweejaarlijkse cyclus wordt de technische kwaliteit gemonitord conform de landelijke CROW-systematiek. Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders zijn 2014 verder uitgewerkt in een beleid- en beheerplan voor het onderhoud van wegen, verhardingen, (recreatieve) fietspaden, wegbermen en sloten. In 2015 wordt dit plan aangeboden aan uw raad. Belangrijk aandachtspunt hierbij zijn de vervangingsinvesteringen en de samenloop met andere investeringen in de openbare ruimte. Het jaarprogramma voor "planbaar onderhoud" is gebaseerd op periodieke kwaliteitsinspecties en wordt afgestemd met het MIP. Eénmalige bezuiniging in 2015 In 2015 wordt éénmalig € 100.000,-- bezuinigd op de eerder ingestelde jaarlijkse “inhaalslag onderhoud wegen”. De bovengenoemde kwaliteitsinspecties en berekeningen in het kader van het wegenbeleidsplan 2015 zullen uitwijzen wat hiervan de invloed is op de kwaliteit van de wegen in Losser op middellange termijn. Openbare verlichting
blz. 82 (van 155)
Beleid Openbare verlichting maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”. Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden in 2015 verder uitgewerkt in een beleid- en beheerplan voor het onderhoud en vervangen van de openbare verlichting (de noodzakelijke onderliggende gegevens hiervoor zijn in 2014 verzameld). Belangrijk aandachtspunt in het beleid- en beheerplan zijn de technologische ontwikkelingen (LED, energieverbruik) en vervangingsinvesteringen van masten, armaturen en lampen in de periode tot 2020. Vooruitlopend op het vaststellen van beleidskaders ten aanzien openbare verlichting is vanaf 2016 jaarlijks een bedrag in de begroting gereserveerd voor het vervangen van openbare verlichting. Eind 2013 heeft de 4 jaarlijkse remplace plaatsgevonden waarbij alle PLL lampen zijn vervangen. Dit geeft ruimte in de tijd om een aanvang te maken met de geleidelijke vervanging van een belangrijk deel van de openbare verlichting. Voor het dagelijks beheer wordt vooral gestuurd op meldingen van defecte lichtpunten, aanrijdingen etc. Gladheidsbestrijding Beleid Gladheidsbestrijding maakt geen deel uit van de Nota Kapitaalgoederen, maar wordt gestuurd op basis van het in 2011 opgestelde gladheidsbestrijdingsplan. Hierin is het nieuwe versoberde gladheidsbestrijdingsbeleid vastgelegd. Strooiroutes e.d. zijn hierop gebaseerd. Uitvoering In het winterseizoen 2012/2013 is voor het eerst invulling aangegeven aan het versoberde gladheidsbestrijdingsbeleid. De ervaringen hiermee worden meegenomen in het strooiplan voor 2014/2015. In de begroting is een bedrag gereserveerd voor het vervangen van de natzoutstrooier in 2015. Recreatieve fietspaden Beleid Recreatieve fietspaden maken deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”. Uitvoering In de periode 2011 t/m 2013 is fors geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering van fietspaden. Dit betreft de fietspaden die deel uitmaken van het Fietsnetwerk Twente.
blz. 83 (van 155)
Het waarborgen van openbaarheid en toegankelijkheid van recreatieve fietspaden blijft voortdurend een punt van aandacht. Het formele instrument hiertoe is de gemeentelijke “Legger der Wegen” (de wegenlegger). In 2010 is de Wegenlegger door uw raad vastgesteld waarmee de openbaarheid van de hoofdstructuur formeel is vastgelegd. De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden verder uitgewerkt in het beleid- en beheerplan voor het onderhoud van wegen en verhardingen. Fietspaden, zowel utilitair als recreatief, maken deel uit van dit plan. Straatmeubilair Onder straatmeubilair wordt het geheel aan ondersteunende voorzieningen verstaan ten behoeve van de functie van de wegen. Naast banken en afvalbakken vallen hieronder ook de (toeristische) bewegwijzering en de straatnaam- en verkeersborden. Beleid Straatmeubilair maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”. Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden in 2015/2016 verder uitgewerkt in een beleid- en beheerplan. Voor wat betreft het straatmeubilair is er een sterke samenhang met de taakvelden “wegen en verkeer” en recreatie en toerisme. Kunstwerken (bruggen, viaducten en beschoeiingen) Beleid In 2011 heeft een kwaliteitsinspectie plaatsgevonden. Op basis daarvan is een maatregelprogramma opgesteld voor het onderhoud van de kunstwerken. De kunstwerken worden op het niveau basis (globaal overeenkomende met kwaliteitsniveau “C” uit de Nota Kapitaalgoederen die in 2013 is vastgesteld) onderhouden. Uitvoering De inspectie van 2011 heeft uitgewezen dat met de huidige beschikbare middelen dit basis niveau net kan worden uitgevoerd. Een lager niveau betekent op termijn kapitaalsvernietiging. In 2015/2016 zal een nieuwe kwaliteitsinspectie plaatsvinden en zal, op basis van de kaders uit de Nota Kapitaalgoederen, een nieuw beleid- en beheerplan worden opgesteld.
Riolering Beleid Op 18 december 2012 is het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013-
blz. 84 (van 155)
2016 door de raad vastgesteld. Hierin is naast de afvalwaterzorgplicht, ook de zorgplicht voor grondwater en hemelwater opgenomen. Besloten is om uit te gaan van een behoudend en sober basisscenario en om de reserve riolering in te zetten om een deel van de kosten te dekken. Op basis hiervan is de verwachting dat vanaf 2014 een geleidelijke stijging van de rioolheffing noodzakelijk is om kostendekkend te kunnen blijven. Investeringen in rioolvervangingen bieden vaak kansen om ook de bovenliggende openbare ruimte opnieuw in te richten. De financiële middelen voor deze herinrichting kunnen niet ten laste van het vGRP gebracht worden. Hiervoor worden andere dekkingsmiddelen ingezet zoals onder andere het budget “Groot onderhoud Wegen” en wordt getracht externe bijdragen te verwerven. Het budget voor groot onderhoud aan wegen staat onder druk, waardoor dit gevolgen heeft voor de planning van het uitvoeringsprogramma van het vGRP. Om de synergiekansen niet verloren te laten gaan moet er geschoven worden in de planning. Uitvoering In de planperiode wordt invulling gegeven aan het maatregelenprogramma zoals dat in het vGRP is vastgelegd. De investeringen in riolering worden integraal benaderd zodat zo veel mogelijk synergie en maatschappelijke winst wordt behaald. Het MIP is hiervoor het document om te sturen in een integrale planning voor investeringen in de openbare ruimte. Omdat zo veel mogelijk synergie met de andere taken in de openbare ruimte wordt nagestreefd, kan het voorkomen dat er geschoven moet worden in het uitvoeringsprogramma en ook in de planning daarvan. Dit heeft tot gevolg dat de prognose uit het kostendekkingsplan bijgesteld moet worden. Vanaf 2015 wordt jaarlijks het kostendekkingsplan geactualiseerd en opnieuw doorgerekend (voorafgaand aan de Kadernota).
In 2015 ligt de nadruk op: • • • • •
rioolvervanging Tj. Knolstraat te Overdinkel; de afronding rioolvervanging Lutterstraat te Losser; rioolvervanging in delen van de Gronausestraat te Losser; vervanging en renovatie rioolgemalen buitengebied (clustergewijs); hydraulische herberekening van alle rioolstelsels van binnen de gemeente Losser, inclusief simulatie van klimaatontwikkelingen (extreme neerslagsituaties). Deze berekening vormt mede de basis voor het nieuwe vGRP dat in 2016 moet worden opgesteld.
Water Beleid Het gemeentelijk beleid op gebied van water is vastgelegd in het vigerende Gemeentelijk Waterplan. Het uitvoeringsprogramma is door het ontbreken van financiële middelen tot op heden slechts gedeeltelijk gerealiseerd. Met ingang van 2013 is het vGRP van kracht waarin ook de nieuwe watertaken zijn opgenomen. De activiteiten uit het Gemeentelijk Waterplan die vallen onder de nieuwe watertaken
blz. 85 (van 155)
zijn opgenomen in het vGRP. Vanuit “Brussel” speelt de Kaderrichtlijn Water (KRW). Vertaling naar de Regio vindt plaats middels stroomgebiedbeheersplannen (SGBP). De taken voor de gemeenten liggen vooralsnog voornamelijk op het gebied van de ruimtelijke ordening. Het Nationaal Bestuursakkoord Water gaat steeds nadrukkelijker een rol spelen. Samenwerking in de afvalwaterketen, verbetering van doelmatigheid, etc. zijn ontwikkelingen die steeds nadrukkelijker een rol gaan spelen. Deze landelijke ontwikkeling wordt vertaald naar de regio’s. In Twente heeft dit geresulteerd in “Waterwinst 2.0”. Middels deze intentieverklaring spreken de 14 Twentse gemeenten, samen het waterschap, de bereidheid uit om samen te gaan werken in de (afval)waterketen teneinde te kunnen komen tot een structurele kostenbesparing in de keten. Daarnaast zijn kennis en kwetsbaarheid speerpunten in “Waterwinst 2.0”. Uitvoering De komende jaren wordt middels de systematiek van “werkplaatsen” verder gewerkt aan de concrete invulling van “Waterwinst 2.0”. Losser neemt hierin actief deel. Groen en Landschap Beleid Openbaar groen maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op kwaliteitsniveau “B”. Op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen blijkt dat het beschikbare budget voldoende om een onderhoudsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van relatief goedkope arbeid door SW-medewerkers is het mogelijk het door de raad vastgestelde niveau “B” te realiseren. Uitvoering De in de Nota Kapitaalgoederen vastgestelde kaders worden verder uitgewerkt in beleid- en beheerplannen voor het onderhoud van openbaar groen. Zo wordt in 2015 het groenstructuurplan aangeboden aan uw raad. Verder wordt begin 2015 het nieuwe groenbeheerpakket in gebruik genomen zodat ook het groenbeheerplan opgesteld kan worden. De inzet van SW-medewerkers en de ontwikkelingen ten aanzien van de ontmanteling van TopCraft en implementatie van stichting WiL vormen een belangrijk aandachtspunt. Vastgoed / MOP Huidig beleid Voor het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed (incl. scholen, sportgebouwen, zwembad, gemeentehuis e.d.) is er tot op heden geen beleid vastgesteld. Er is ook geen vastgesteld onderhoudsplan. Wel is er een actueel meerjaren onderhoudsplanning (MOP) De vastgoedportefeuille van de gemeente Losser bestaat uit 117 objecten (stand datum 26-08-2014). De totale WOZ-waarde is M€48 met een boekwaarde van M€24. 52 gebouwen worden door de gemeente Losser onderhouden. Hiervoor is structureel
blz. 86 (van 155)
een bedrag van ca. € 955.000 benodigd. Aanvankelijk was er in 2014 € 870.000 beschikbaar. Incidenteel is hierop in de jaarschijf 2014 een bedrag van € 100.000 besparing opgevoerd. Toekomstig beleid De Vastgoedlijst eigendom gemeente Losser vormt de basis voor keuzes in het aanhouden dan wel verkopen of ontwikkelen van locaties. Daarbij spelen budgettaire redenen maar ook de wens om de mogelijkheden van privatisering nader te bekijken, een rol. Daarnaast is met ingang van 1 juli 2014 de Wet Markt en Overheid van kracht geworden. Hierin zijn gedragsregels voor overheden opgesteld om concurrentievervalsing tegen te gaan. Voor vastgoed geldt dat ten minste een kostprijs dekkende huur wordt doorberekend, tenzij men daar gemotiveerd van af wil wijken. Dit laatste zal voor het maatschappelijk vastgoed het geval zijn, terwijl voor commerciële partijen de marktconforme huurprijs blijft gelden. In de Vastgoednota gemeente Losser is dit nader uitgewerkt en vastgelegd. De uitwerking van de consequenties van een kostprijs dekkend huurtarief voor het maatschappelijk vastgoed zal naar verwachting medio 2015 in het financieel systeem zijn verwerkt en als ‘verborgen subsidies’ in beeld zijn gebracht. De keuze om deze ‘verborgen subsidies’ in stand te laten moet daarna worden gemaakt in relatie tot het maatschappelijk rendement. Bovengenoemde Vastgoednota heeft ook gevolgen voor de mate van onderhoud van de verschillende panden en daarmee het benodigd budget voor het MOP in de toekomst. Het benodigd budget voor het MOP zal daarom ook opnieuw geïnventariseerd en geïnspecteerd worden. De aanbesteding hiervoor zal eind 2014 plaatsvinden, maar de uitvoering zal zeker nog tot in 2015 doorlopen. Hierbij zullen we gebruik maken van een landelijk geaccepteerde methodiek in conditiemeting (RGD-BOEI richtlijn Rijksgebouwendienst). De mogelijkheid bestaat dan om een (minimaal) onderhoudsniveau af te spreken met het daarvoor benodigde budget. E.e.a. vergelijkbaar met de nota kapitaalgoederen voor de openbare ruimte. Duurzaamheid Duurzaamheid is een breed begrip en hier wordt op vele vlakken (inkoop, diensten, projecten, openbare ruimte) invulling aan gegeven. Een concrete ambitie met doelstelling is in september 2012 door de Raad in haar Visie op Duurzaamheid en het daaruit voortkomende Duurzaam Energie Beleid Gemeente Losser vastgesteld. Hierin is de ambitie voor de gemeente Losser uitgesproken om 20% CO2-reductie en 20% duurzame energie in 2020 (ten opzichte van 1990) te realiseren. Omdat hierin geen extra financiële middelen worden ingezet, anders dan de verstrekte subsidie van de Provincie, zal de rol van de gemeente beperkt blijven tot een stimulerende en faciliterende rol. Middels een Uitvoeringsprogramma wordt met name gericht op de bebouwde omgeving, particuliere woningen. Dit betreft in de gemeente Losser ook de grootste groep v.w.b. energieverbruik en levert daarmee de meeste winst op. Op 1 oktober 2012 is het Energieloket gelanceerd “Doe Groen. Dat Scheelt”. Het betreft vooralsnog een website met een telefonisch loket om de inwoners te stimuleren (bv middels de thermoscan en zonnekaart) en te helpen bij aanvragen
blz. 87 (van 155)
voor een subsidie en/of lening (faciliteren). In de tweede helft van 2014 is het de bedoeling om met een lokaal bedrijvenconsortium extra aandacht hieraan te besteden (bv meerder bewonersavonden). Tevens zal hier de nodige communicatie (briefings, flyeren, posters, etc.) aan worden toegevoegd. De uitvoering hiervan gebeurt in samenwerking met de gemeente Enschede.
blz. 88 (van 155)
6.4. Financiering Doelstellingen treasurybeleid De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. Op 18 december 2012 is de herziene Financiële verordening en het Treasurystatuut vastgesteld door de raad. Hierin zijn de beleidskader voor Losser inzake treasury opgenomen. In het treasurystatuut worden onder meer de verdeling van taken en bevoegdheden en de verantwoordingsrelaties inzake het treasurybeleid tussen de gemeente Enschede en Losser vastgelegd. De doelstellingen zijn o.a.: • •
Het tegengaan van ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s. Het minimaliseren van de rentekosten van de uitstaande leningen, binnen de randvoorwaarden van de wettelijke normen uit de Wet fido zijnde de renterisiconorm en de kasgeldlimiet.
Voor het einde van 2014 zal een herzien treasurystatuut worden vastgesteld. Hierin zal de invoering van het verplichte schatkistbankieren zijn opgenomen. Renterisicobeheer Onder financiële risico’s worden zowel renterisico’s (van vaste en vlottende schuld) als kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s verstaan. De Wet fido geeft een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. Een belangrijke eis uit de Wet fido is dat de uitvoering van de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (verstandig) dient te zijn. De gemeente Losser is niet voornemens om uitzettingen te doen in de komende begrotingsjaren. Daarnaast bezit zij uitsluitend een aantal aandelenpakketten in het kader van de publieke taak. Informatie over deze bedrijven zijn opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. Door de wetswijziging van de Wet fido in 2009 is ook het verstrekken van geldleningen aan gemeentepersoneel niet meer toegestaan. De portefeuille met personeelshypotheken wordt derhalve afgebouwd. Daarnaast wordt zeer terughoudend omgegaan met het verstrekken van leningen. Er zijn slechts leningen verstrekt vanuit de deelnemingen in Vitens en Enexis. De risico’s vanuit deze leningen zijn nihil. Van de 4 leningen die verstrekt zijn aan Enexis bij de verkoop van de aandelen van Essent, zijn er overigens al een tweetal vervroegd afgelost. Ook met garanties wordt terughoudend omgegaan. De uitstaande garanties op geldleningen stammen allen uit de jaren 90. Bij deze garanties zijn geen zekerheden c.q. onderpand verkregen. De risico’s die hieruit voortvloeien zijn opgenomen in het
blz. 89 (van 155)
weerstandsvermogen. Daarnaast neemt Losser een achtervangpositie bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor verstrekte leningen aan corporaties. De risico’s hiervan zijn ook ingeschat op nihil aangezien er momenteel geen aanwijzingen zijn dat het WSW niet aan haar garantieverplichtingen zal voldoen en de gemeente zal aanspreken op haar achtervangpositie. Omslagrente Bij de toerekening van rente door middel van kapitaallasten wordt uitgegaan van een gemiddelde rekenrente, ook wel de omslagrente genoemd. De omslagrente wordt berekend aan de hand van: • • • •
De rente van langlopende geldleningen; De rente van kortlopende geldleningen; De rente van de eigen financieringsmiddelen; Het totaal geïnvesteerde vermogen
In de begroting 2015 wordt de omslagrente op 5,5% gesteld, bij wijze van voorcalculatie. Wanneer de daadwerkelijke omslagrente lager is ontstaat een rentevoordeel, dat tot uiting komt in een inkomenspost op het product Treasury (programma Bestuur & Dienstverlening). Renteresultaat Het renteresultaat voor 2015 is lager dan het resultaat uit de programmabegroting 2014-2017. De daling wordt veroorzaakt doordat minder rente kan worden toegerekend aan het geïnvesteerde vermogen als gevolg van achterblijvende investeringen. Aan de andere kant dalen de rentelasten van de geldleningen en het kortlopende krediet door de aanhoudende lage rentestanden. Per saldo leidt dit tot een lager renteresultaat. Kasgeldlimiet Voor het beperken van de renterisico's is in de Wet fido ook een norm voor de kortlopende schulden opgenomen, de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente als gemiddelde netto vlottende schuld (vlottende passiva -/vlottende activa) maximaal mag hebben. Berekening kasgeldlimiet (x 1.000 euro) 1. Begrotingstotaal (grondslag voor berekening kasgeldlimiet)
2015
2016
2017
2018
57.320 53.189 54.032 52.195
2. vastgesteld percentage
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
3. Kasgeldlimiet (=1. x 2.)
4.872
4.521
4.593
4.437
Aangezien de korte rente momenteel aanzienlijk lager is dan de rente op langlopende leningen zal maximaal gebruik worden gemaakt van de ruimte binnen de kasgeldlimiet. Zo worden de rentelasten geminimaliseerd. Renterisiconorm In de Wet fido is bepaald dat de gemeente binnen de renterisiconorm moet blijven.
blz. 90 (van 155)
Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico's op de langlopende schulden (schulden met een looptijd van één jaar of langer). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico op snel oplopende rentelasten. De renterisiconorm beoogt in de kern dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen totaal niet meer dan 20% van het begrotingstotaal mogen bedragen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente Losser in de komende jaren de norm niet zal overschrijden: Berekening renterisiconorm (x 1.000 euro)
2015
2016
2017
2018
57.320
53.189
54.032
52.195
20%
20%
20%
20%
3. Renterisiconorm (1. x 2.)
11.464
10.638
10.806
10.439
4. Aflossingen
2.930
2.930
2.857
2.789
5. Ruimte onder renterisiconorm (3. -/- 4.)
8.534
7.708
7.950
7.650
1. Begrotingstotaal 2. vastgesteld percentage
Schuldpositie In de afgelopen jaren is er een groeiende belangstelling geweest voor de schuldpositie van gemeenten. Naast een sluitende begroting wordt steeds meer gekeken naar de financiële positie van de gemeente en of deze gezond is. Deels komt deze tot uitdrukking in de omvang van de schuldpositie. De VNG hanteert een tweetal normen voor de hoogte van de schuldpositie die gebaseerd zijn op de volgende kengetallen: • •
De schuldratio moet lager zijn dan 80%. Deze ratio geeft aan hoe hoog de bezittingen van de gemeente zijn belast met schulden. De netto schuldquote als aandeel van de exploitatie moet lager zijn dan 150%. Hiermee wordt een indicatie gegeven of de rentelasten te hoog zijn. Onlangs is in het rapport vernieuwing BBV aangegeven dat het wenselijk is dat alle gemeenten met eenzelfde set van indicatoren gaan werken om de onderlinge vergelijkbaarheid te vergroten. Voor de schuld wordt dan gerapporteerd over de netto schuldquote waarbij wordt aanbevolen deze te vermelden exclusief én inclusief de doorverstrekte leningen. Er wordt nog geen gewenste uitkomst gemeld door de commissie vernieuwing BBV. Deze ratio’s zijn opgenomen in de onderstaande tabel. Uit de onderstaande tabel, met de berekende ratio’s op basis van de gemeentebalans, blijkt dat Losser in de afgelopen jaren ruim binnen de gestelde normen is gebleven:
Omschrijving
Eind 2010
blz. 91 (van 155)
Eind 2011
Eind 2012
Eind 2013
Schuld-ratio
64%
70%
70%
69%
Netto schuldquote, exclusief verstrekte leningen
65%
69%
72%
63%
Netto schuldquote, inclusief verstrekte leningen
47%
52%
55%
48%
Een doorkijk naar de toekomst laat zien dat overschrijding van de normen niet te verwachten is in de komende jaren.
•
•
Beleidsvoornemens treasury In 2015 gaat de treasuryfunctie zich bezig houden met: Ondertussen is een meerjarenliquiditeitsplanning gereed. De informatievoorziening met betrekking tot treasury kan echter nog worden verbeterd om de liquiditeitsprognoses verder aan te scherpen. Betere prognoses zorgen voor betere financieringsbeslissingen. Inbedding van de middelen vanuit het sociaal domein in alle treasuryactiviteiten die hierdoor worden geraakt zoals aanpassing van de liquiditeitsplanning Hiertoe behoort ook het maximale benutten van de middelen in de financieringsstrategie van de gemeente. Limieten 2015 In de treasuryparagraaf dienen conform artikel 16, lid 3 van de Financiële verordening jaarlijks de limieten voor het opnemen van kredieten in rekeningcourant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen vastgesteld. De Raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college in 2015 kan financieren of beleggen.
•
•
•
De limieten voor 2015 zijn: Limiet opnemen krediet in rekening-courant bedraagt 110% van de kasgeldlimiet (4.9 miljoen euro voor 2015). De limiet is dus 5.4 miljoen euro groot. Deze limiet geeft aan hoeveel maximaal kortlopend gefinancierd kan worden. Limiet voor uitzetten tijdelijk overtollige middelen bedraagt 5 miljoen euro voor het jaar 2015. Het is niet waarschijnlijk dat er overtollige middelen zijn om uit te zetten. Limiet aantrekken langlopende leningen wordt vastgesteld op 10 miljoen euro voor het jaar 2015. Hiermee kan de ingeschatte 5 miljoen euro voor 2015 aan langlopende leningen worden aangetrokken en is het mogelijk om eventueel vroegtijdig financieringen af te sluiten voor de komende jaren, indien de renteontwikkeling hiertoe aanleiding geeft.
blz. 92 (van 155)
6.5. Bedrijfsvoering Losser, flexibel en verbonden De wereld om ons heen verandert. We hebben te maken met veel maatschappelijke ontwikkelingen en uitdagingen (krimp, recessie, decentralisaties, veranderende rol overheid, vorming van (sociale) netwerken) waar Losser een passende reactie op moet hebben. Om die reden willen we onder de vlag van ‘Losser, flexibel en verbonden’ toewerken naar een manier van samenwerken, waarbij resultaatgericht (samen)werken in verantwoordelijkheid centraal staat. Om deze resultaten te bereiken, krijgen medewerkers de ruimte in het waar, wanneer, met wie en hoe zij (samen)werken. Belangrijk uitgangspunt is wel dat medewerkers verbonden blijven met de organisatie. ‘Losser, flexibel en verbonden’ vraagt een verandering op de volgende gebieden: 1. Fysieke omgeving (kantoor, werkplekken en ontmoetingsplekken); 2. ICT omgeving (digitaal en mobiel werken); 3. Mentale omgeving (human resource aspecten). Naar het zich nu laat aanzien zal de besluitvorming, over de totstandkoming van het Kulturhus Losser, begin 2015 zijn beslag krijgen. Met de komst van het Kulturhus komt voor de gemeentelijke organisatie minder m2 beschikbaar. De beschikbare ruimte zal zo efficiënt mogelijk worden ingericht, waarbij met flexplekken zal worden gewerkt. Ruimtes worden intensiever en mobieler gebruikt. De inrichting van de ICT omgeving hangt nauw samen met de inrichting van de fysieke omgeving. Nagegaan zal worden welke hulpmiddelen een goede bijdrage zullen leveren aan nieuwe manier van werken. Werkprocessen zijn deels al doorgelicht en zullen voor een deel nog worden doorgelicht, om te komen tot een doelmatiger wijze van werken. Via een digitaliseringslag zullen de bedrijfsprocessen verder worden geautomatiseerd. IBO De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Losser hebben in maart 2014 het voorgenomen besluit genomen om een Intergemeentelijke Bedrijfsvoerings Organisatie (IBO) op te gaan richten. In het IBO zullen de bedrijfsvoeringstaken (PIOFJAHC-taken) van genoemde gemeenten worden ondergebracht. De vorming van IBO wordt als een logische tussenstap gezien op weg naar een Twents perspectief. Met de vorming van IBO beogen de colleges de dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen krachtig te ondersteunen door de kwetsbaarheden binnen de bedrijfsvoering te verminderen, de kwaliteit ervan te verhogen, de kosten na ommekomst van de opbouwfase te verlagen, de innovatiekracht te versterken en bij te dragen aan de ontwikkelkansen voor de medewerkers. Het besluit van het college van Losser had in eerste aanleg nog een voorwaardelijk karakter. De gestelde voorwaarde was dat er bestuurlijke overeenstemming zou
blz. 93 (van 155)
worden verkregen over mogelijke transitiekosten. Voorbeeld hiervan zijn de kosten die optreden, doordat bijvoorbeeld een contract met een softwareleverancier moet worden opgezegd. Het college stelt zich op het standpunt dat het niet redelijk is dat Losser in het kader van IBO met transitiekosten wordt geconfronteerd, aangezien bij de voorbereiding van de samenwerking met Enschede deze kosten ook al aan de orde kwamen. Enschede heeft inmiddels bevestigd dat de gemeente Losser geen ‘dubbele’ transitiekosten in rekening gebracht zal krijgen. De besluiten van de colleges zijn ter advisering aan de ondernemingsraden van de deelnemende gemeenten voorgelegd. De ondernemingsraden hebben besloten om op dit moment negatief met betrekking tot de voorgenomen besluiten te adviseren. Men mist in de adviesaanvraag onder andere de “noodzakelijke proces technische stappen”. Ook moet er meer duidelijkheid komen over de personele gevolgen. De ondernemingsraden vragen dit in een meer uitgewerkt plan van aanpak op te nemen. Het afgelopen jaar is er veelvuldig en constructief overleg geweest met de vier ondernemingsraden afzonderlijk en gezamenlijk. Dit overleg wordt de komende tijd verder geïntensiveerd en levende vragen zullen worden beantwoord. Daarbij is het vizier gericht op een voor alle betrokkenen succesvolle oprichting van IBO.
Informatievoorziening Algemeen In 2014 zijn verdere stappen gezet die ervoor moeten zorgen dat burgers en bedrijven in 2017 alle zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen. Het gaat daarbij vooral om de zogenaamde NUP bouwstenen. Deze vormen de basis voor een goed werkende informatievoorziening binnen de gehele overheid. Het stelsel van basisregistraties is één van de bouwstenen waar ook in 2015 nog aan wordt gewerkt. Daarnaast krijgt beveiliging in de breedste zin van het woord meer aandacht. Vooral de 3 grote transities in het Sociale Domein stellen hoge eisen aan informatiebeveiliging. Om ervoor te zorgen dat digitale dienstverlening voor iedereen beschikbaar is conformeren Enschede en Losser zich aan de NUP bouwsteen Webrichtlijnen. Het betreft bij webrichtlijnen zowel om technische voorzieningen (website) als procesafspraken. Ontwikkelingen In 2015 wordt een zware claim gelegd op de inzet van ICT. Per 1 januari 2015 treedt de nieuwe wetgeving in het Sociale Domein in werking en dit vraagt de nodige aanpassingen binnen de informatievoorziening. Hetzelfde geldt voor de invoering van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Voor de nieuwe samenwerkingsinitiatieven in Twente (IBO / SSNT) is de verwachting dat in 2015 de eerste feitelijke stappen worden gezet. De invlechting van de bedrijfsprocessen in het kader van de samenwerking met Enschede moet met genoemde ontwikkelingen worden afgestemd. Er wordt van uitgegaan dat Losser in 2015 nog niet op de Dimpact eSuite zal aansluiten.
blz. 94 (van 155)
Basisregistraties Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de basisregistratie Personen (BPR), de WOZ, Adressen en Gebouwen (BAG) en de basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De BPR, WOZ en BAG zijn gereed en aan de BGT wordt hard gewerkt. Ook in 2015 betreft het werkzaamheden aan de inhoud van de BGT, de informatievoorziening (applicaties en koppelingen) en de aansluiting aan de landelijke voorziening. Voor de invoering en het beheer van de BGT worden plannen ontwikkeld om dit regionaal in SSNT verband op te pakken. Basisregistraties staan niet op zichzelf maar zijn onderdeel van het stelsel van basisregistraties. Aansluiting op de basisregistratie Nieuw Handelsregister wordt in 2015 gerealiseerd. Dit geldt tevens voor de technische aansluiting op het landelijke (Digi) netwerk waarover basisregistraties onderling gaan communiceren. Beveiliging en privacy Losser en Enschede volgen de landelijke ontwikkelingen van de informatiebeveiliging. De Informatie Beveiligings Dienst (IBD) van de VNG heeft in 2013 de "baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten"(BIG) opgesteld. De BIG bevat alle relevante thema’s op het gebied van beveiliging. Met het besluit om de BIG voor Losser verbindend te verklaren, sluit de gemeente aan bij de resolutie van 29 november 2013 die door VNG is genomen over informatiebeveiliging. Hierin is de BIG als hét gemeentelijk basisnormenkader aangenomen voor informatiebeveiliging. Op basis van de BIG zijn een Algemeen Veiligheidscoördinator en een Vertrouwelijke Contactpersoon Informatiebeveiliging aangewezen. Functionarissen van Enschede vervullen tevens deze rollen voor Losser. Binnen SSNT verband is afgesproken om het landelijke beleid rond informatiebeveiliging als basis te nemen. De verdere uitwerking van dit beleid wordt, voor zover mogelijk, regionaal opgepakt. Gezamenlijk wordt de risicoanalyse uitgevoerd (GAP analyse), wordt een plan van aanpak opgesteld en worden maatregelen geïmplementeerd. Het waarborgen van de privacy wordt steeds belangrijker. Vooral ketenautomatisering, denk hierbij aan de decentralisaties in het Sociale Domein, vragen om de juiste maatregelen om de privacy te borgen. Landelijke- en op termijn Europese regelgeving vereisen investeringen in techniek en processen. Twentse Arbeidsvoorwaarden Regeling (TAR) Volgens de huidige projectplanning wordt medio 2015 resultaat verwacht van het overlegproces over een gezamenlijke arbeidsvoorwaardenregeling voor de Twentse gemeenten. Dit resultaat kan voor de deelnemende gemeenten leiden tot wijzigingen in bijvoorbeeld de huidige vergoedingsregelingen of – als gevolg van de harmonisatie – tot situaties van afkoop van bepaalde arbeidsvoorwaarden. Onzeker is nog in welk jaar de financiële implicaties daarvan hun effect hebben.
blz. 95 (van 155)
HR21 Per einde 2015 zal de invoering van het functiewaarderingssysteem HR21 zijn afgerond. Hoewel het uitgangspunt is dat bij de invoering hiervan de bestaande waarderingsverhoudingen in stand blijven, kan de invoering van het systeem voor enkele functies tot gevolg hebben dat deze hoger of lager worden gewaardeerd. Dit kan leiden tot een negatief financieel effect. Een positief financieel effect (behoudens op langere termijn) is niet denkbaar, aangezien bij een lagere waardering het huidige salaris(perspectief) gegarandeerd blijft.
Aanbesteding Arbodienstverlening Door de 14 Twentse gemeenten gezamenlijk wordt de dienstverlening met betrekking tot arbo (voor Losser beperkt zich dit tot inzet bedrijfsarts) opnieuw aanbesteed. Afhankelijk van de geselecteerde aanbieder kan dit in 2015 leiden tot een positief of negatief financieel effect. In dit proces kan Losser echter naar verwachting in het laatste kwartaal van 2014 de afweging maken om al dan niet definitief deel te nemen aan het contract met de nieuwe aanbieder, waarbij verwachte financiële gevolgen kunnen worden afgezet tegen de voordelen van het nieuwe contract.
Werkkostenregeling (WKR) Per 1 januari 2015 is Losser evenals andere werkgevers verplicht om te werken volgens de nieuwe werkkostenregeling. Deze wettelijke regeling vervangt alle bestaande fiscale regelingen rond vergoedingen en verstrekkingen aan personeel. In samenwerking met enkele andere Twentse gemeenten zijn in 2014 voorbereidingen getroffen om de regeling succesvol te kunnen uitvoeren per 1 januari 2015. De fiscale ruimte voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen bedraagt per genoemde datum 1,2% van de totale fiscale loonsom. Al wat daarboven wordt verstrekt wordt loonbelasting betaald in de vorm van een eindheffing van 80%. In 2014 worden mogelijk nog afspraken met het GO gemaakt om zo nodig het arbeidsvoorwaardenpakket op onderdelen aan te passen, waardoor de vrije ruimte van 1,2% niet overschreden gaat worden. Wanneer in 2015 toch een overschrijding plaatsvindt, zal een negatief financieel effect optreden.
Uitwerking nieuwe CAO In 2014 is een akkoord bereikt over de nieuwe CAO gemeenten met een looptijd van 1 januari 2013 tot 1 januari 2016. Door de nieuwe loonafspraken daaruit zal dit leiden tot een stijging van de loonsom in 2015 (per 1 april 2015 verhoging van de schaalbedragen met € 50,-). Een deel van de CAO-gevolgen zal nog in 2014 vallen (eenmalige uitbetaling van € 350,- bruto in oktober 2014 en 1% verhoging per 1 oktober 2014). Ook kunnen uitwerkingsafspraken nog financiële gevolgen hebben,
blz. 96 (van 155)
zoals het uit te werken generatiepact (waarbij als voorbeeld een maatregel is genoemd om oudere medewerkers 80% tegen 90% salaris en 100% pensioenopbouw te laten werken). Het moment en de omvang daarvan zijn nog niet te voorspellen, aangezien dit wordt meegenomen in het overleg over de TAR.
Communicatie Goed openbaar bestuur kan niet zonder optimale communicatie. Informatie en communicatie met burgers - zeker in het kader van participatieve trajecten - is noodzakelijk om snel, adequaat en slagvaardig te kunnen handelen. Online communicatie krijg in dit perspectief extra aandacht in 2015. Zowel het functioneren van de huidige website wordt onderzocht, als de impact van de inzet van social media. Door optimalisatie van de online kanalen wordt de communicatieve kracht van de gemeente versterkt.
blz. 97 (van 155)
6.6. Paragraaf verbonden partijen Inleiding Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan derderechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Voor deze begrotingsparagraaf ligt het criterium daarvoor bij de vraag of de gemeente bij deze partijen een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Belang voor de Raad Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of deze uitvoering juist te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Vaak zijn er ook andere oplossingen mogelijk, zoals het verstrekken van een subsidie aan een private stichting. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenstemmen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente moet steeds de afweging maken, welke aanpak de beste garantie biedt dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente dat voor ogen staat. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft binnen de uitvoering van een taak.
Beheer verbonden partijen Op 20 december 2011 heeft de raad ingestemd met de Nota verbonden partijen. In de Nota verbonden partijen is verder ingegaan op de rol van uw raad met betrekking tot verbonden partijen. Daardoor kan de raad invulling kan geven aan de toezichthoudende rol. In het Nota verbonden partijen is een standaardopzet van de paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting en de jaarrekening vastgelegd. Dit gebeurt in de vorm van een vooraf vastgesteld format. Dit format is gevuld met de informatie van alle verbonden partijen van de gemeente Losser.
blz. 98 (van 155)
Besluit begroting en verantwoording (BBV) en verbonden partijen Vanaf de programmabegroting 2014-2017 is aan de informatie per verbonden partij financiële informatie toegevoegd zoals de wijziging van het BBV per 25 juni 2013 ook voorschrijft. Per 16 juli 2014 is het BBV wederom aangepast. Deze wijzigingen zijn wederom opgenomen in deze begroting. Het gaat om: • Het opnemen van het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar. Voor Losser is dit geen nieuwe informatie. Bij elke verbonden partij staat bij bestuurlijk belang vermeld welke zeggenschap Losser heeft. En bij het onderdeel financieel belang is het financiële aandeel van de gemeente Losser opgenomen. • De informatie over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en het resultaat is nader gespecificeerd. Dit bekent dat in de begroting de informatie uit de begrotingen van de verbonden partij worden opgenomen. Bij de jaarrekening wordt vervolgens aansluiting gezocht met de informatie uit de jaarrekeningen van de verbonden partijen. Niet bij alle verbonden partijen wordt de balans voor het komende jaar geprognotiseerd. En ook is niet voor alle verbonden partijen een begroting beschikbaar aangezien de gemeente niet in alle gevallen instemming moet verlenen aan de begroting. Dit is bijvoorbeeld niet het geval bij de grote NV’s zoals Vitens, de BNG Bank en Enexis. Voor deze verbonden partijen zal de informatie uit de meest recente jaarrekening (2013 in dit geval) worden opgenomen. • Bij het opstellen van de lijst met verbonden partijen bij deze programmabegroting is geconstateerd dat niet bij de jaarrekening 2013 niet bij alle verbonden partijen gewerkt is met de juiste definitie van vreemd vermogen. In een aantal gevallen was slechts de langlopende schuld vermeld terwijl het vreemd vermogen bestaat uit de langlopende én de kortlopende schulden. In deze begroting is nu per verbonden partij het correcte vreemd vermogen vermeld.
Regio Twente 1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. Er wordt uitvoering gegeven aan de plusregio in het kader van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
2.
Doel
De Regio Twente heeft met inachtneming van wat in de regeling is bepaald, tot doel in de desbetreffende regio de volgende belangen te behartigen: volksgezondheid, milieu en afvalverwerking, ruimtelijke ontwikkeling, verkeer en vervoer, sociaal- economische ontwikkeling, recreatie en toerisme, grensoverschrijdende samenwerking, arbeidsvoorziening en grondbeleid. De taakvelden van bijna alle afdelingen zijn betrokken bij dit samenwerkingsverband.
3.
Partijen
Raden, colleges en burgemeesters van de 14 Twentse gemeenten.
blz. 99 (van 155)
4.
Bestuurlijk belang
Alle betrokken gemeenten zijn met twee leden vertegenwoordigd in het Regioraad (algemeen bestuur) , waarvan één uit het college en één uit de gemeenteraad. De gemeente Losser wordt in de Regioraad vertegenwoordigd door burgemeester mr. drs. M. Sijbom en mevrouw A.G.M. Visschedijk-ten Veldhuis. Wethouder J.M. van Rees en de heer J. van Essen zijn de beide plaatsvervangers. De stemverhouding in de Regioraad wordt bepaald door het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten.
5.
Financieel belang
In de begroting van de Regio Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening van de Regio Twente wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is afhankelijk van het aantal inwoners. De begrote bijdrage voor 2015 is € 820.000,-. (tegenover ruim 802.000 euro in 2014). De geringe stijging van de bijdrage wordt veroorzaakt door de looncompensatie. Er wordt door de Regio afgezien van prijscompensatie voor 2015.
6.
Prestatieseffecten
Veel (boven)gemeentelijke taken vragen een gezamenlijke en duurzame benadering. Gemeenten maken hierover afspraken met elkaar om die vervolgens in eigen huis verder vorm te geven. Ze bereiken daardoor een groter financieel en maatschappelijk rendement voor het gebied. De Regio Twente heeft in dit proces vooral een ondersteunende en faciliterende rol. Ze brengt gemeenten samen, initieert, maakt verbindingen, stimuleert nieuwe initiatieven en ondersteunt de uitvoering. Daartoe onderhoudt ze nauwe relaties met de rijksoverheid, de provincie en Brussel. De Regio levert op verzoek van de gemeenten producten en diensten op de eerder genoemde gebieden. Daarmee leveren ze een bijdrage aan een vitaal Twente, een gebied waar het gezond en veilig wonen, werken en recreëren is. Wij ontvangen jaarlijks de begroting, een bestuursrapportage en de jaarrekening.
7.
Voortgang
Op het niveau van de 14 regiogemeenten zijn trajecten gestart om te bezien op welke terreinen verdergaande regionale samenwerking mogelijk is onder meer in de vorm van shared services. Op het onderdeel Jeugdzorg (één van de decentralisaties) krijgt deze samenwerking in 2015 vorm.
8.
Risico's en kansen
De uitgaven voor de Regio Twente moeten in de pas blijven lopen met de gemeentelijke financiële mogelijkheden. In die zin zal de Regio Twente de komende jaren een stap terug moeten doen. Bij de behandeling van de begroting 2014 voor de Regio Twente is een substantiële bezuiniging ingeboekt, die doorloopt een bedrag van 1,6 miljoen euro in 2017 en die nog nader inhoudelijk geconcretiseerd moet worden. De jaarschijven 2014 en 2015 zijn van dekking voorzien. Voor de
blz. 100 (van 155)
jaren 2016 en 2017 staat nog een restant taakstelling open van 303.000 euro. 9.
Ontwikkelingen Het huidige kabinet heeft een wetswijziging ingediend ter afschaffing van de zogenaamde WGR-plus regio’s waarvan de Regio Twente er één is. Dit betekent dat de Regio Twente haar bevoegdheden met betrekking tot Verkeer en Vervoer zal verliezen. Deze gaan terug naar de provincie. De datum van inwerkingtreding van deze wetswijziging is naar verwachting 1 januari 2015, maar het wordt steeds duidelijk dat deze datum waarschijnlijk niet wordt gehaald.In het verlengde hiervan speelt de discussie over de toekomstige structuur van de Regio Twente. Deze heroriëntatie op de gemeentelijke samenwerking is gestart in 2013 en heeft geleid tot de notitie “eerste contour vernieuwde gemeentelijke samenwerking”. Deze notitie is op 12 februari 2014 in de Regioraad besproken. Inmiddels is er een stuurgroep ingesteld, die een concreet voorstel voor de gemeenteraden moet voorbereiden.
10. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
11. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013 12. Resultaat begroting 2015
€ 3.970.087
€ 8.446.273 De stijging wordt grotendeels verklaart door de storting van het resultaat van Twence in de reserve ter financiering van de Agenda van Twente. Voor 2015 wordt een weerstandsratio van 1,05 verwacht. Daarmee komt de Regio Twente uit binnen de grenswaarden van het gewenste weerstandsvermogen van 1,0 tot 1,4. € 22.400.000 € 19.100.000 De langlopende schulden bedragen € 2.300.000 miljoen euro per eind 2013. De kortlopende schulden bestaan voornamelijk uit nog uit te betalen bedragen aan de Veiligheidsregio.
Er is sprake van een sluitende begroting
Stadsbank 1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in vorm van een openbaar lichaam
2.
Doel
Als kredietbank, met inachtneming van wat in de gemeenschappelijke regeling is bepaald, zowel vanuit
blz. 101 (van 155)
bedrijfseconomisch als ook vanuit maatschappelijk oogpunt, verantwoord een pakket van al dan niet financiële dienstverlening aan te bieden, in het bijzonder aan ingezetenen in haar rechtsgebied. 3.
Partijen
De raden van de gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Oost-Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van Twente, Lochem, Losser, Montferland, Oldenzaal, Oude IJsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden, Winterswijk.
4.
Bestuurlijk belang
Elke gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door een door de raad uit zijn midden of uit het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen vertegenwoordiger. Het dagelijks bestuur bestaat uit 8 leden, waarin in ieder geval zitting hebben de AB-leden uit de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede. De voorzitter wordt door het AB uit zijn midden aangewezen. De gemeente Losser wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder drs. J.F. Hassink.
5.
Financieel belang
De gemeente Losser is afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling voor een bedrag van circa 140.000 euro. De aangesloten gemeenten zijn, overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling, gezamenlijk verantwoordelijk voor de overschotten en de tekorten van de Stadsbank Oost Nederland (SON).
6.
Prestatieseffecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting, de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7.
Voortgang
Volgen van de voortgang door managementrapportages per kwartaal.
8.
Risico's en kansen
De gemeente is verantwoordelijk voor integrale schuldhulpverlening, waarbij zowel aandacht is voor preventie, vroegsignalering en nazorg. Een belangrijke rol binnen deze integrale schuldhulpverlening is weggelegd voor de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland. Door de beleidsvrijheid die gemeenten hebben gekregen ten aanzien van de vorm van schuldhulpverlening, is er bij de aangesloten gemeenten behoefte ontstaan aan een andere vorm van dienstverlening van de Stadsbank. De Stadsbank is daarom in samenwerking met de gemeenten bezig te komen tot een ander (meer flexibel) dienstverleningsmodel, waarbij de Stadsbank een aantal publieke basistaken zoals kredietverstrekking en het daadwerkelijk regelen van schulden zal blijven uitvoeren, en de gemeenten verder zelf kunnen beslissen om meer taken in te kopen. Er moet nog onderzocht worden welke financiële gevolgen deze omvormingsoperatie
blz. 102 (van 155)
heeft. Uitgangspunt daarbij is dat dit voor de gemeente budgettair neutraal verloopt en dat het de gemeenten dus geen extra geld kost. 9.
Ontwikkelingen Bij de ontwikkeling naar een nieuw dienstverleningsmodel zal de huidige Gemeenschappelijke Regeling (GR) Stadsbank Oost Nederland moeten worden aangepast en gemoderniseerd. Bij deze modernisering van de GR moet o.a. aandacht worden besteed aan de exacte taken van de Stadsbank en de overhead, de keuze van een geschikte bestuursstructuur en de ontwikkeling van een nieuwe kostentoedeling.
10. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
€ 2.777.400 € 2.777.400
Het weerstandsvermogen is voldoende per eind 2013 om de ingeschatte risico's af te dekken. Aan de hand van het nieuwe dienstverleningsmodel zal opnieuw de gewenste hoogte van het weerstandsvermogen worden bepaald. € 15.900.000
€ 14.800.000 Het vreemd vermogen bestaat grotendeels uit kortlopende schulden aan cliënttegoeden. De langlopende schulden bedragen € 3.500.000 per eind 2013.
12. Resultaat De primitieve begroting sluit op een voordeel van € 5.000 in begroting 2015 2015. Werkvoorzieningschap Oost-Twente 1.
Rechtsvorm
2.
Doel
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. 1. Het zorgdragen dat zoveel mogelijk ingezetenen van de deelnemende gemeenten die volgens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep behoren, betaalde arbeid kunnen verrichten in het kader van de Wsw. De arbeid is gericht op het behouden, dan wel bevorderen van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer, mede met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden. 2. Het begeleidend laten werken van in de deelnemende gemeenten woonachtige personen die voldoen aan de vereisten, zoals omschreven in artikel 11 Wsw.
blz. 103 (van 155)
3. De mogelijkheid tot het verrichten van taken op het terrein van overige vormen van werkgelegenheid. 3.
Partijen
De colleges van de gemeenten Dinkelland, Oldenzaal en Losser.
4.
Bestuurlijk belang
Er is een algemeen bestuur (AB) waarin alle betrokken gemeenten met twee leden - aangewezen door en uit het college van een deelnemende gemeente - zijn vertegenwoordigd en een dagelijks bestuur (DB) waarvan de leden (naast de voorzitter en secretaris bestaande uit tenminste een en ten hoogste drie leden) door het AB worden aangewezen. De Losserse vertegenwoordiging in het algemeen bestuur bestaat uit de wethouders drs. J.F. Hassink en ir. M. Wildschut. Wethouder J.M. van Rees is plaatsvervanger. Daarnaast is wethouder drs. J.F. Hassink lid van het dagelijks bestuur en van de Raad van Commissarissen.
5.
Financieel belang
De ontvangen Rijkssubsidie voor de Sw-medewerkers wordt één op één aan Top Craft betaalbaar gesteld. Daarnaast dragen de gemeenten jaarlijks naar rato van het aantal Sw-medewerkers bij in het exploitatietekort. De bijdrage in het exploitatietekort van de gemeente Losser is gemiddeld 35%. De begroting en de jaarrekening van het WOT/Top Craft worden door de raden van de deelnemende gemeenten vastgesteld. In de begroting 2015 wordt van de gemeente Losser een bijdrage voorzien in het exploitatietekort van 163.350,- euro.
6.
Prestaties-effecten De raden van de gemeenten hebben in december 2011 besloten om afzonderlijk van elkaar de Wsw te gaan uitvoeren. Daarvoor zal de gemeenschappelijke regeling WOT worden opgeheven en Top Craft BV worden ontmanteld. Dientengevolge voert Top Craft vanaf 1 januari 2015 geen bedrijfsactiviteiten meer uit en zullen alle lopende verplichtingen worden afgehandeld.
7.
Voortgang
8.
Risico's en kansen De opheffing van het WOT en de ontmanteling van Top Craft gaan gepaard met transitiekosten. Deze zijn voor de gemeente Losser geraamd op 3.164.285,- euro. De transitiekosten worden in werkelijkheid lager naarmate er minder overhead (kosten van personeel, materiaal en gebouwen) overblijft na ontmanteling. Door een efficiënte, alternatieve structuur te ontwikkelen voor de uitvoering van de Wsw moet de jaarlijkse bijdrage van de gemeente Losser in het exploitatieresultaat afnemen en de transitiekosten worden terugverdiend.
Zie hierboven.
blz. 104 (van 155)
9.
Ontwikkelingen
De gemeente Losser heeft in 2013 een alternatieve uitvoeringsstructuur voor de Wsw vastgesteld. De definitieve opheffing van het WOT en de ontmanteling van Top Craft vinden plaats wanneer alle verplichtingen zijn afgehandeld. In de meerjarenraming is rekening gehouden met de ingezette ontwikkeling van de ontmanteling van Top Craft en de opheffing van het WOT en is uitgegaan van een daling van de gemeentelijke bijdrage aan de Wsw als gevolg van een efficiëntere uitvoering. € 63.000
10. Eigen vermogen begin 2013
€ 48.000 Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013
€ 7.451.000
Vreemd vermogen eind 2013
€ 7.111.000
12. Jaarresultaat 2013
€ 3.356.000 negatief
Crematoria Twente 1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam.
2.
Doel
Het stichten en exploiteren van één of meer crematoria.
3.
Partijen
Het Openbaar Lichaam Crematoria Twente is een gemeenschappelijke regeling, waaraan 13 gemeenten in Twente en de Achterhoek deelnemen. Het betreft de raden, colleges en burgemeesters van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo (O), Hof van Twente, Losser, Berkelland Oldenzaal, Tubbergen, Wierden en Winterswijk.
4.
Bestuurlijk belang
Er is een algemeen bestuur waarin alle betrokken gemeenten met elk een lid - benoemd door de raad van een deelnemende gemeente uit zijn midden, inclusief de voorzitter, op aanbeveling van het college zitting hebben. Het dagelijks bestuur bestaat uit vijf leden, die door het AB uit zijn midden worden benoemd met dien verstande dat drie van de vijf zetels worden ingenomen door leden van de deelnemende gemeenten, waarvan het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarin de keuze plaats vindt, minder is dan 40.000. De gemeente Losser wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder J.M. van Rees. Wethouder drs. J.F. Hassink is plaatsvervanger. De stemverhouding in het algemeen bestuur wordt bepaald door het inwonersaantal.
blz. 105 (van 155)
Elk lid heeft één stem per 20.000 inwoners. Losser heeft hierdoor 1 stem bij een totaal van 30 beschikbare stemmen. 5.
Financieel belang
Crematoria Twente / Oost Nederland B.V. keert jaarlijks dividend uit aan OLCT, die het dividend aan de deelnemende gemeenten uitkeert naar rato van het aantal crematies van ingezetenen. Voor het jaar 2015 is er geen winstuitkering begroot.
6.
Prestatieseffecten
De meerjarenbegroting 2015-2018 laat een beeld zien waarbij sprake is van een winstdaling. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt er geen uitkering van dividend verwacht. Dit is vooral een gevolg van de verwachte opening van een nevenvestiging in Oldenzaal, de vastgestelde toekomststrategie en de werkzaamheden die daaruit voortvloeien.
7.
Voortgang
De activiteiten voor 2015 zijn onder andere: • •
Bouw/afronding van het crematorium in Oldenzaal Uitvoering van de toekomststrategie bestaand uit verbetering van de bestaande crematoria en eventueel oprichten van een nieuwe vestiging in de subregio Hengelo.
8.
Risico's en kansen
9.
Ontwikkelingen De Crematoria Twente hebben een toekomststrategie vastgesteld. Deze strategie bestaat uit het opknappen van de locaties Almelo en Enschede en het oprichten van een nieuwe locatie in de regio Hengelo. Deze stap wordt gedaan om de huidige marktpositie te behouden en te verstevigen.
10. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind
De risico’s inzake de Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Door de vele verwachte investeringen staat de winst voor de komende jaren onder druk. Voor de gemeente Losser betekent een lagere winst van de Crematoria Twente dat een lagere dividenduitkering wordt ontvangen. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt geen winstuitkering verwacht.
€ 1.579.837
€ 1.594.837 Het eigen vermogen is conform de vastgestelde solvabiliteitseisen. € 156.360
€ 127.772 Het vreemd vermogen bestaat uit het nog uit te keren dividend
blz. 106 (van 155)
2013 12. Resultaat begroting 2015
aan gemeenten. Er zijn geen leningen verschuldigd. De begroting 2015 sluit op een positief saldo van € 200.
Veiligheidsregio Twente 1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam. Er is sprake van een wettelijk verplichte gemeenschappelijke regeling.
2.
Doel
Belangenbehartiging, beleidsmatige en operationele voorbereiding en uitvoering op het gebied van fysieke veiligheid. O.a. brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in regionaal verband.
3.
Partijen
Gemeenschappelijke regeling samen met 13 andere gemeenten in Twente.
4.
Bestuurlijk belang
Kwaliteit van de regeling: een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, bestaande uit een algemeen bestuur, waarin elke gemeente is vertegenwoordigd door de burgemeester en een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners.
5.
Financieel belang
De aangesloten gemeenten betalen hun verplichte bijdrage naar verhouding van de bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft. Begrote bijdrage 2015 is 1,4 miljoen.
6.
Prestatieseffecten
De raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten.
7.
Voortgang
Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages.
8.
Risico's en kansen
De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat bij de Veiligheidsregio. Wordt de taakstelling niet gehaald, dan kan dit van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage.
9.
Ontwikkelingen Het AB van de VRT heeft op 30 juni 2014 besloten dat de stijging van de loon- en prijsindex voor het jaar 2015 van in totaal € 1.300.000 binnen de begroting van de VRT opgevangen moet worden. Daarvan moet de VRT zelf structureel € 400.000 taakstellend opvangen en moet structureel € 900.000 gevonden worden. Dekking van de €
blz. 107 (van 155)
900.000 voor 2015 vindt incidenteel plaats uit het rekening overschot van 2013, middels in te stellen reserve bij de jaarrekening 2013. Als gevolg hiervan wordt er aan de gemeenten een lager bedrag uitgekeerd. 10. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
€ 814.921
€ 4.932.276 De Veiligheidsregio beschikt over meer dan voldoende weerstandscapaciteit ter afdekking van de ingeschatte risico's. € 3.100.000
€ 43.600.000 Het vreemd vermogen is enorm gestegen door dat per 1 januari 2013 de brandweeractiva door de deelnemende gemeenten zijn overgedragen aan de Veiligheidsregio. Ter financiering hiervan zijn kortlopende en langlopende leningen afgesloten.
12. Resultaat De begroting 2015 sluit op een saldo van nul. begroting 2015 Gemeentelijk Belasting Kantoor 1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam.
2.
Doel
Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.
3.
Partijen
De colleges van de gemeenten Borne, Hengelo, Enschede, Losser, Haaksbergen, Almelo en Oldenzaal.
4.
Bestuurlijk belang
Wethouder drs. J.F. Hassink maakt deel uit van het algemeen bestuur. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft drie stemmen, met meer dan 50.000 inwoners twee stemmen en met minder dan 50.000 inwoners één stem.
5.
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage wordt bepaald aan de hand van tariefdifferentiatie. Bij tariefdifferentiatie worden tarieven per verdeelsleutel vastgesteld en de deelnemende gemeente betaalt naar rato voor het aantal “verdeelsleutels” dat is afgenomen. Verschuivingen in aantallen of wijzigingen in het tarief van een verdeelsleutel ten opzichte van voorgaand jaar kunnen er in resulteren dat de onderlinge verhoudingen
blz. 108 (van 155)
tussen gemeentelijke bijdragen veranderen. 6.
Prestatieseffecten
De ambitie is om eind 2015 te functioneren op eenzelfde kostenniveau als vergelijkbare samenwerkingsorganisaties.
7.
Voortgang
De activiteiten in 2015 zullen zijn: - In december 2013 is de bezuinigingsstrategie 2015-2017 vastgesteld. In de jaarschijf 2015 zijn besparingsmogelijkheden benoemd waardoor in de begroting een kostenreductie van 389.000 euro is verwerkt. - Proberen om het aantal deelnemers verder uit te breiden.
8.
Risico's en kansen
Het GBT voert drie keer per jaar een risico-inventarisatie uit, waarbij alle risico’s worden benoemd en het risicoprofiel wordt bepaald. Dit risicoprofiel wordt afgezet tegen de weerstandscapaciteit om te bepalen in hoeverre deze capaciteit voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen zonder dat het beleid bijgesteld moet worden en/of dat doelstellingen in gevaar komen. Het GBT heeft bij het voordoen van risico’s te weinig eigen vermogen om zelf de risico’s af te kunnen dekken. Hierdoor moet mogelijk een beroep op een extra financiële bijdrage vanuit de deelnemers worden gedaan. Dit kan ongewenst zijn. Besluitvorming over het eigen vermogen afgezet tegen het risicoprofiel moet in de afzonderlijke gemeenten nog plaatsvinden.
9.
Ontwikkelingen Het GBT heeft de ambitie om als modern Twentse overheidsorganisatie de taken uit te voeren voor overheden op het gebied van vastgoed, financiën en belastingen. Het GBT wil partners ontzorgen door deskundigheid in te brengen en beheertaken over te nemen. Op deze manier worden overheden in de gelegenheid gesteld om zich te richten op de ontwikkelingen van de Twentse samenleving. De bedrijfsvoering kenmerkt zich in 2015 door deze ambitie verder vorm te geven. Per 1 januari 2015 is toepassing van de werkkostenregeling verplicht. Het is nog onduidelijk wat de financiële gevolgen voor het GBT zullen zijn.
10. Eigen vermogen begin 2013 Eigen vermogen eind 2013
11. Vreemd vermogen
€ 445.000 € 693.000 De weerstandsratio bedraagt 0,8 per eind 2013 en is daarmee lager dan de beoogde ratio van minimaal 1,0. De deelnemende gemeenten kan verzocht worden een bijdrage te leveren indien zich risico's voordoen en het weerstandsvermogen niet afdoende is om deze op te vangen. De deelnemers zullen moeten besluiten of zij dit een wenselijke situatie vinden. € 1.900.000
blz. 109 (van 155)
begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013
12. Jaarresultaat 2015
€ 3.100.000 Het vreemd vermogen bestaat vrijwel volledig uit de rekeningcourant verhouding met de deelnemende gemeenten. Het vreemd vermogen is gestegen door de uitbreiding van deelnemers aan het GBT. Het GBT heeft geen leningen aangetrokken. De begroting 2015 sluit op een saldo van nul.
Ambtelijke samenwerking Enschede-Losser 1.
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumregeling
2.
Doel
Het komen tot een doelmatige en toekomstbestendige uitvoering van taken die door de gemeente Losser aan de gemeente Enschede zijn opgedragen.
3.
Partijen
De colleges en de burgemeesters van de gemeenten Enschede en Losser
4.
Bestuurlijk belang
Er is tenminste zes maal per jaar op strategisch niveau overleg over de Dienstverlening.
5.
Financieel belang
Enschede ontvangt van Losser een structurele bijdrage op basis van integrale kosten in de primaire begroting 2010 van de gemeente Losser. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd. Jaarlijks wordt het besparingsvoordeel vastgesteld, dat door beide deelnemers wordt gedeeld.
6.
Prestatieseffecten
In de dienstverleningsovereenkomsten is de wijze en de kwaliteit van dienstverlening van Enschede aan Losser vastgelegd. Op hoofdlijnen heeft Enschede geleverd wat afgesproken is. Op detailniveau wordt er, kwalitatief gezien, soms meer geleverd dan afgesproken is en soms minder. Indien nodig wordt daar het gesprek over gevoerd.
7.
Voortgang
De samenwerking loopt steeds gestructureerder. Aanvangsproblemen zijn grotendeels verholpen. Enschedese en Losserse collega's weten elkaar steeds beter te vinden. Door het jaar heen passeert uiteraard het nodige. Zaken die goed opgepakt en uitgevoerd worden door Enschede en zaken waar vanuit Losser op bijgestuurd moet worden. Een goede voortgang is een blijvend aandachtspunt.
blz. 110 (van 155)
8.
Risico's en kansen
9.
Ontwikkelingen
10. Eigen vermogen begin 2013
De samenwerking is aangegaan vanwege de 3 k's: kwaliteit, kwetsbaarheid en kosten. Hier zitten dan ook de risico's en kansen in. Wordt de afgesproken kwaliteit gehaald? Of meer of minder? Beide is in de praktijk aan de orde. Is de kwetsbaarheid afgenomen? Op onderdelen zeker wel, maar op onderdelen blijft Losser, ondanks de samenwerking, toch kwetsbaar. Indien er een groter besparingsvoordeel wordt gerealiseerd dan levert dit een extra financieel voordeel voor beide gemeenten op. Een kleiner besparingsvoordeel dan geraamd betekent een financieel nadeel.
n.v.t.
Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013
n.v.t.
vreemd vermogen eind 2013 12. Jaarresultaat 2013
n.v.t.
Regionale uitvoeringsdienst 1.
Rechtsvorm
Samenwerking op basis van een bestuursovereenkomst. Deze overeenkomst heeft betrekking op de samenwerking ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aangevuld met de door partijen gezamenlijk overeengekomen gebieden, in de vorm van een Regionale Uitvoeringsdienst, binnen het grondgebied van de Veiligheidsregio Twente.
2.
Doel
Het doel van de RUD Twente is het door gestructureerde samenwerking: 1. leveren van goede adviezen aan de partners ten behoeve van vergunningverlening, toezicht en
blz. 111 (van 155)
handhaving en daardoor een goede kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving te bevorderen; 2. breed inzetten van kennis en kunde (kwaliteiten van medewerkers van deelnemende partners) ten behoeve van de partners, door middel van een netwerkorganisatie; bieden van een structuur waarin de partners voldoen aan de wettelijke eisen van kwaliteit, effectiviteit en robuustheid voor de uitvoering van hun vth-taken; 3. realiseren van een centraal aanspreekpunt voor externe partners; 4. realiseren van efficiencywinst, waarbij deze in de eerste plaats wordt ingezet voor kwaliteitsverbetering (kostenneutrale kwaliteitsverbetering). 3.
Partijen
De veertien Twentse gemeenten en de provincie Overijssel.
4.
Bestuurlijk belang
Het bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst bestaat uit vijftien leden zijnde de vertegenwoordigers van de deelnemende colleges. Het bestuurslid wordt aangewezen door het college. Voor de gemeente Losser is dit burgemeester Sijbom. Plaatsvervanger is de heer J.M. van Rees.
5.
Financieel belang
De gemeente Losser betaalt voor 2015 een vaste bijdrage van circa € 31.000,-.
6.
Prestatieseffecten
De wettelijke kwaliteitscriteria moeten nog in de Wet vth worden vastgesteld. De gemeente moet daarop vooruitlopend wel aan deze kwaliteitscriteria voldoen.
7.
Voortgang
8.
Risico's en kansen
De RUD moet zorgen voor een kwaliteitslag en efficienter werken. Het risico van de netwerkorganisatie is afstemming.
9.
Ontwikkelingen
In 2015 komt er meer duidelijkheid over de vraag of de netwerk-RUD voortgezet kan worden of dat er voor een andere (juridische) vorm gekozen moet worden.
10. Eigen vermogen begin 2013
-
Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013
-
blz. 112 (van 155)
Vreemd vermogen eind 2013 12. Jaarresultaat 2013
-
Bank Nederlandse Gemeenten 1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
De NV heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden.
3.
Partijen
De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten (dus ook de gemeente Losser bezit een deel), provincies en een hoogheemraadschap. De BNG is gevestigd in Den Haag en heeft geen nevenvestigingen. De BNG heeft als doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. De bank houdt zich binnen die doelstelling onder meer bezig met het aantrekken en uitzetten van gelden, het verzorgen van het betalingsverkeer en het verrichten van valutatranacties. Voor de gemeente Losser is de BNG hoofdbankier.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,03%.
5.
Financieel belang
De gemeente bezit 17.550 aandelen à € 2,50. In de begroting 2015 is er een dividendopbrengst begroot van € 25.000,-.
6.
Prestatieseffecten
-
7.
Voortgang
De activiteiten voor 2015 zijn onder andere: • •
Het handhaven van de excellente status van kredietwaardigheid Het behoud van een scherpe inkooppositie
8.
Risico's en kansen
De winst van de onderneming staat nog steeds onder druk als gevolg van de financiële crisis. Daarnaast schrijven de nieuwe regels voor banken voor dat zij meer risicovermogen moeten aanhouden. De BNG zal derhalve haar eigen vermogen moeten ophogen. Voor de gemeente kunnen beide zaken leiden tot een lagere dividendopbrengst.
9.
Ontwikkelingen
Zie risico’s en kansen
10. Eigen vermogen begin 2013
€ 2.741.000.000 € 3.430.000.000
blz. 113 (van 155)
Eigen vermogen eind 2013
11. Vreemd vermogen begin 2013
De BNG Bank voldoet aan de opgelegde solvabiliteitseisen. In de komende jaren zal echter het eigen vermogen moeten worden verhoogd om aan de verhoogde eisen, die gelden vanaf 2018, te kunnen voldoen. Daarom wordt vanaf 2012 een lager percentage van de nettowinst uitgekeerd aan de aandeelhouders. € 139.476.000.000
€ 127.753.000.000 Vreemd vermogen eind 2013 12. Jaarresultaat 2013
€ 283.000.000
Enexis 1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
De NV heeft ten doel: •
•
•
•
Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water. Het in stand houden, beheren, exploiteren en uitbreiden van distributie- en transportnetten met annexen voor energie. Het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld. Het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten.
3.
Partijen
De aandelen van de nv Enexis zijn in handen van 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
5.
Financieel belang
De Gemeente Losser bezit 32.331 aandelen, waar jaarlijks dividend over wordt uitgekeerd.
6.
Prestatieseffecten
-
7.
Voortgang
De activiteiten voor 2015 bestaan onder andere uit: De verdere installatie van slimme meters op alle adressen; Samenwerking intensiveren met particulieren die zelf energie opwekken (door middel van zonnepanelen), zodat een goede
blz. 114 (van 155)
afstemming plaatsvindt tussen de geleverde energie door particulieren en de benodigde inkoop van energie door Enexis. Ook wordt onderzoek gedaan naar de opslag van tijdelijke overtollige zone-energie. Verduurzaming van de eigen organisatie. 8.
Risico's en kansen
Per 1 augustus 2013 wordt een nieuw marktmodel wordt een nieuw marktmodel voor de energiesector ingevoerd. Hiermee wordt de facturatie verschoven naar de energieleverancier. Voor Enexis betekent dit dat vele medewerkers naar ander werk begeleid moeten worden. De gevolgen hiervan zijn nog niet duidelijk.
9.
Ontwikkelingen
Zie bij risico’s en kansen.
10. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
€ 3.500.000.000
11. Vreemd vermogen begin 2013
€ 3.153.000.000
Vreemd vermogen eind 2013
€ 3.625.000.000 Per eind 2013 bedroeg het eigen vermogen nog € 3.291.000.000. Enexis voldoet hiermee aan de gestelde solvabiliteitseisen.
€ 2.702.000.000 Enexis geeft aan geen inschatting te kunnen geven voor de omvang van het vreemd vermogen per begin en eind 2015.
12. Resultaat Het verwachte resultaat over 2015 bedraagt 200 miljoen euro. begroting 2015 Over 2013 is een nettowinst behaald van 221 miljoen euro. Dat is vrijwel gelijk aan het resultaat over 2012 (224 miljoen euro). Stichting Werken in Losser 1.
Rechtsvorm
Privaatrechtelijke stichting
2.
Doel
Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening.
3.
Partijen
Volgens de statuten heeft stichting tot doel: •
•
4.
Bestuurlijk
het bieden van ondersteuning aan de gemeente Losser ter zake van de uitvoering van de Wsw, de Wwb en de aanstaande Participatiewet; Het gaat daarbij om de volgende categorieën Wswmedewerkers: begeleid werken, detachering, beschut werken en groen.
De stichting kent een raad van bestuur en een raad van
blz. 115 (van 155)
belang
toezicht. De raad van bestuur is belast met het besturen van de stichting. De raad van toezicht stelt het aantal bestuurders vast. De bestuurder(s) worden benoemd door de raad van toezicht. De raad van toezicht wordt benoemd door het college van Losser. Leden zijn de leden van het college van Losser.
5.
Financieel belang
De stichting voert in opdracht van de gemeente Losser de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Voor de uitvoering van de Wsw ontvangt de gemeente jaarlijks een subsidie van het Rijk. Daarnaast draagt de gemeente jaarlijks uit eigen middelen bij in het exploitatietekort. De gemeentelijke bijdrage in 2015 is in de meerjarenbegroting geraamd op € 753.000,-.
6.
Prestatieseffecten
Het doel van de Wsw is het bieden van passende arbeid aan inwoners van de gemeente met een arbeidshandicap. De uitvoering van de Wsw is een verplichting voor de gemeenten. De rijkssubsidie is echter ontoereikend, waardoor tekorten voor rekening komen van de gemeente.
7.
Voortgang
De stichting Werken in Losser is in 2015 verantwoordelijk voor de gehele Wsw-populatie in de gemeente Losser. De afdeling WIZ voert de regie op de uitvoering. Voor de organisatie van het werk en de begeleiding van SW-medewerkers die aangewezen zijn op een beschutte werkomgeving, koopt stichting Werken in Losser vanaf 1 januari 2015 de diensten in van het Sw-bedrijf Larcom.
8.
Risico's en kansen
Het Rijk stelt jaarlijks de rijksbijdrage vast. Voor 2015 is een korting op het macrobudget aangekondigd van 8%. Daardoor ontstaat een groter tekort in de begroting van stichting WiL en wordt de gemeentelijke bijdrage groter.
9.
Ontwikkelingen
Met de inwerkingtreding van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 is er geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk. De huidige Wsw-ers behouden hun dienstverband en alle rechten die daarmee samenhangen. Door natuurlijk verloop zal de huidige Wsw-populatie in de gemeente Losser daarom geleidelijk afnemen.
10. Eigen vermogen begin 2013
n.v.t.
Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013
n.v.t.
Vreemd
blz. 116 (van 155)
vermogen eind 2013 12 Jaarresultaat 2013
n.v.t.
Vitens 1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, evenals het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
3.
Partijen
De aandelen van de Naamloze Vennootschap Vitens zijn in handen van 5 provincies en 107 gemeenten.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,7%.
5.
Financieel belang
De gemeente Losser bezit 25.480 gewone aandelen à 1 euro nominaal, waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Begrote opbrengst voor 2015 is € 60.000.
6.
Prestatieseffecten
Het minimaliseren van de kosten van schoon drinkwater voor de afnemers.
7.
Voortgang
Vanaf 2014 wordt gewerkt aan de mogelijkheden tot integratie van de waterketen. De waterketen is momenteel sterk versnipperd. Het streven is om tot 2015 de tarieven voor het drinkwater niet te verhogen.
8.
Risico's en kansen
De afronding van de volledige integratie van de fusieonderdelen van Hydron en Vitens zal nog duren tot 2015. Ook de harmonisatie de drinkwatertarieven in het gehele verzorgingsgebied zal in 2015 afgerond zijn.
9.
Ontwikkelingen Zie onder risico’s en kansen.
10. Eigen vermogen begin 2013
€ 386.100.000
€ 438.300.000 Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013
€ 1.296.000.000
€ 1.270.000.000 Vreemd vermogen eind
blz. 117 (van 155)
2013 12. Jaarresultaat 2013
€ 39.300.000
Twente Milieu 1.
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
2.
Doel
Namens en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding evenals op het gebied van andere milieuvelden, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten.
3.
Partijen
Gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal.
4.
Bestuurlijk belang
De gemeente heeft een zeggenschap heeft van 5,3% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.
5.
Financieel belang
De gemeente Losser bezit 5,3% van de aandelen. Twente Milieu keert geen dividend uit. Bij een positief jaarresultaat en een solvabiliteit van 25% wordt het dividend verrekend in de kostprijs van het product of de geleverde dienst.
6.
Prestatieseffecten
Twente Milieu werkt aan de efficiency van alle dienstverlening om zo de tarieven te kunnen minimaliseren.
7.
Voortgang
De Gemeente Losser heeft de wettelijke taak het inzamelen van het huishoudelijk afval aan Twente Milieu overgedragen. Zij realiseert dit binnen de afgesproken kaders die vastgelegd zijn in de DVO (Dienstverleningovereenkomst). Eventuele (financiële) afwijkingen hebben geen direct gevolgen voor de programmabegroting. Deze worden verrekend met de reserve afvalstoffenheffing. Daarnaast worden additioneel de rioolinspecties aan Twente Milieu opgedragen.
8. Risico's en kansen
Kansen. Twente Milieu is zijn dienst verlening aan het verbreden. Zij richt zich m.n. op (eenvoudige) taken in de openbare ruimte. Twente Milieu kan daardoor op onderdelen een interessante partner zijn om taken die nu bij de buitendienst liggen onder te brengen. (Verminderen kwetsbaarheid, Schaalvoordelen) Risico’s. Twente Milieu is een op afstand gezette overheidsorganisatie.
blz. 118 (van 155)
De gemeente Losser heeft 5,3% van de aandelen. De invloed is daardoor zeer beperkt. Hoewel de kwaliteit van de leverde dienst goed te noemen is zijn (momenteel) de kosten in vergelijk met marktpartijen relatief hoog. 9.
Ontwikkelingen Twente Milieu is zeer actief in het zoeken naar meerdere aandeelhouders. Er worden gesprekken gevoerd met meerdere Twentse gemeenten. Met ingang van 1 januari 2014 is de gemeente Borne toegetreden als nieuwe aandeelhouder van Twente Milieu.
10. Eigen vermogen begin 2013
€ 7.856.494
€ 7.966.930 Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013 12. Jaarresultaat 2013
De solvabiliteit bedraagt 35,3% per eind 2013 en zit hiermee ruim boven de nagestreefde solvabiliteit van 25 tot 30%. € 13.316.689
€ 12.003.465
€ 110.436
Twence 1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap (vanaf 1 september 2011)
2.
Doel
Het doel van de vennootschap is: •
• •
3.
Partijen
Het vanuit de zorgtaak van deelnemende overheden beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en het verlenen van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval in het bijzonder. Het produceren en leveren van (duurzame) energie; Het deelnemen in, het voeren van beheer over, het verlenen van diensten aan en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, alsmede al hetgeen met een en ander verband houdt of daarvoor bevorderlijk is.
14 Twentse gemeenten, de gemeente Berkelland en het
blz. 119 (van 155)
Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen. 4.
Bestuurlijk belang
Losser heeft 4,9 % van de gewone aandelen van Twence. Vanwege de sterk inhoudelijke inbreng wordt de gemeente Losser in de Algemene vergadering van aandeelhouders vertegenwoordigd door de vakinhoudelijke wethouder.
5.
Financieel belang
Losser heeft 41.804 aandelen à 1 euro in bezit. Er wordt een dividenduitkering en een borgstellingsprovisie ontvangen.
6.
Prestatieseffecten
Per 1 september 2011 is het aandeelhouderschap van een collectief aandeelhouderschap via de Regio Twente naar een individueel aandeelhouderschap per deelnemende gemeente gewijzigd. Jaarlijks vinden twee aandeelhoudersvergaderingen plaats. Elke vier jaar wordt een strategisch beleidsplan vastgesteld.
7.
Voortgang
De 14 Twentse aandeelhoudende gemeenten waaronder de Gemeente Losser hebben voor de verwerking van een aantal afvalstromen een leveringsplicht aan Twence t/m 2020. De verwerking van dit afval realiseert Twence binnen de afgesproken kaders die vastgelegd zijn in een contract. Eventuele (financiële) afwijkingen hebben geen directe gevolgen voor de programmabegroting. Deze worden verrekend met de reserve afvalstoffenheffing. De aandeelhouders van Twence hebben unaniem het Strategisch Beleidsplan Twence 2012-2015 vastgesteld. Dit houdt in dat de strategische koers, met onder meer de doelstellingen en de daarbij passende beleidsmaatregelen van het bedrijf voor een aantal jaren zijn vastgelegd. Die komen er op neer dat Twence: •
•
•
8.
Risico's en kansen
zich wil handhaven en versterken in de snel veranderende markt van grondstoffen, energie en afval; een evenwichtig dividend- en tarievenbeleid voor de aandeelhouders wil realiseren en een bijdrage leveren aan de Agenda van Twente. wil bijdragen aan duurzaamheid en met name de duurzaamheidsagenda van de (gemeentelijke) aandeelhouders;
Door de economische crisis is er sprake van minder brandbaar afval. Ook is er een sterke concurrentie op de markt voor afvalverwerking. ‘Afval’ wordt niet meer gezien als afval maar als grondstof. Door onder meer deze ontwikkeling in de vuil- en energiemarkt kan momenteel het zogenaamde superdividend voor de komende jaren ter financiering van de
blz. 120 (van 155)
Agenda van Twente niet zeker worden gesteld. 9.
Ontwikkelingen Zie risico's en kansen. Twence zal de komende 2 jaar de sortering van het kunststofverpakkingsmateriaal voor het merendeel van de Twentse gemeenten uitvoeren. Mogelijk leidt dit tot het opzetten van een nieuwe scheidingsinstallatie.
10. Eigen vermogen begin 2013
€ 120.000.000
€ 122.700.000 Eigen vermogen eind 2013 11. Vreemd vermogen begin 2013
De solvabiliteit bedraagt 36,5% per eind 2013. Hiermee voldoet Twence aan de gestelde solvabiliteitseisen. € 170.900.000
€ 183.000.000 Vreemd vermogen eind 2013 12. Jaarresultaat 2013
Over 2013 is een resultaat behaald van € 11.800.000 (11,9 miljoen euro in 2012). Hieruit is € 8.000.000 uitgekeerd aan de Agenda van Twente.
Wadinko 1.
Rechtsvorm
Naamloze vennootschap
2.
Doel
De doelstelling van Wadinko is door participatie maatschappelijke doelen te dienen zoals ontwikkeling bedrijvigheid en het bevorderen van de werkgelegenheid in Overijssel, de Noord-Oostpolder en Zuidwest Drenthe.
3.
Partijen
De aandelen van de Naamloze Vennootschap zijn in handen van de provincie Overijssel en 24 deelnemende gemeenten.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 2,3%
5.
Financieel belang
De gemeente Losser bezit 55 aandelen van de in totaal 2.389 aandelen. Over de afgelopen jaren heeft Wadinko geen dividend uitgekeerd. Dit beleid is veranderd. Voorstel is om 500 euro per aandeel uit te keren voor de periode 2013-2017.
6.
Prestatieseffecten
Wadinko neemt langdurig deel in een nieuwe of bestaande, kansrijke ondernemingen. De deelname zal bestaan uit inbreng van kapitaal, kennis en managementondersteuning. Het gaat vooral om bedrijven die zich willen verzelfstandigen, opvolgingsvraagstukken hebben, die willen expanderen of
blz. 121 (van 155)
innoveren. 7.
Voortgang
Het kapitaal, dat Wadinko belegt, is afkomstig uit de dividenden die de Waterleiding Maatschappij Overijssel beheer NV ontving uit Wavin BV. Elk jaar wordt er door Wadinko actief gezocht naar nieuwe participaties. Innovatie en duurzaamheid zijn bij de Wadinko-participaties belangrijke onderwerpen.
8.
Risico's en kansen
Onlosmakelijk verbonden met de opdracht, doelstellingen en activiteiten van Wadinko is het bewust aangaan van ondernemingsrisico's. Geheel in lijn met het Wadinkobesturingsmodel zijn de directies van de participaties primair verantwoordelijk voor een adequate beheersing van risico's op strategisch, operationeel en financieel gebied.
9.
Ontwikkelingen
Zie voortgang
10. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
€ 60.000.000
11. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
n.v.t. n.v.t.
12. Jaarresultaat 2013
€ 1.664.635
€ 60.000.000
Publiek Belang Electriciteitsproductie 1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Hier is het aandeel van 50% van Essent N.V. in de NV Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) opgenomen. EPZ is onder meer eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de rechter dat dit aandeel (voorlopig) niet mocht worden verkocht aan RWE.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%
5.
Financieel belang
0,02% van de waarde
6.
Prestatieseffecten
-
blz. 122 (van 155)
7.
Voortgang
In 2011 is ingestemd met de verkoop van het aandeel in de kerncentrale aan deels RWE en deels Delta NV (de bezitter van de overige 50% van de kerncentrale). PBE zal de laatste zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Naar verwachting wordt deze BV binnen afzienbare tijd opgeheven.
8.
Risico's en kansen
9.
Ontwikkelingen
10. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
€ 1.600.000 € 1.600.000 Het eigen vermogen bedraagt per eind 2013 ook al € 1.600.000.
11. Vreemd vermogen € 100.000 begin 2015 Vreemd vermogen € 100.000 eind 2015 Per eind 2013 bedraagt het vreemd vermogen € 111.272 12. Resultaat begroting 2015
Het verwachte resultaat is € 5.000 negatief. Over 2013 was het resultaat € 18.114 negatief
Vordering op Enexis 1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Deze BV is in het leven geroepen om de aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf is, in het kader van de splitsing en de verkoop van het productiebedrijf aan RWE, door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden waarvan de langste 10 jaren bedraagt.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
5.
Financieel belang
0,02% van de waarde. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden (met looptijden van 3. 5, 7 en 10 jaar). De eerste lening is in 2012 volledig afgelost , de tweede lening is in 2013 afgelost. In 2016 wordt de derde lening afgelost.
6.
Prestatieseffecten
-
blz. 123 (van 155)
7.
Voortgang
8.
Risico's en kansen
9.
Ontwikkelingen Zie bij risico’s en kansen.
10. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
Het enige risico is dat van het niet kunnen voldoen aan de rente- en aflossingsverplichting van de aandeelhouderslening door Enexis.
€ 72.000
€ 62.000
Per eind 2013 bedroeg het eigen vermogen € 82.250 11. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
€ 862.000.000
€ 862.000.000
Het vreemd vermogen bedroeg ook 862 miljoen euro per eind 2013. Er wordt derhalve geen stijging verwacht van het vreemd vermogen. 12. Resultaat Over 2015 wordt een negatief resultaat verwacht van € begroting 2015 10.000. In 2013 was het resultaat € 11.918 negatief. Verkoop Vennootschap 1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V.. Bij afronding van de verkoop heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst (escrow) gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden. Het beheer hiervan wordt gedaan door Verkoop Vennootschap.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
blz. 124 (van 155)
belang 5.
Financieel belang
0,02% van de waarde.
6.
Prestatieseffecten
-
7.
Voortgang
In 2015 wordt het resterende bedrag van de escrow (achtergehouden bedrag voor afwikkeling van de fiscale en juridische claims) uitgekeerd aan de aandeelhouders.
8.
Risico's en kansen
Het risico voor de gemeente is de ontvangst van een lagere escrow dan wordt verwacht. Voorzichtigheidshalve is overigens gerekend op een nihile uitbetaling.
9.
Ontwikkelingen Zie bij risico’s en kansen.
10. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
€ 380.000.000
11. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
€ 500.000
€0 Per eind 2013 bedraagt het eigen vermogen € 347.300.000
€0
Per eind 2013 bedraagt het vreemd vermogen nog € 828.000. 12. Begroot resultaat 2015
Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (uiterlijk begin 2016) geliquideerd en valt een positief saldo vrij aan de aandeelhouders. De omvang hiervan is onbekend.
CBL Vennootschap 1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
In het kader van de transactie met RWE is een eventueel te verwachten claim in verband met de afwikkeling van de Cross Border Leases (CBL) en belastingclaims door Essent N.V. hierin ondergebracht. De doelstelling is de vertegenwoordiging van de verkopende aandeelhouders bij de afwikkeling van de claims.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,02%.
5.
Financieel belang
0,02% van de waarde
6.
Prestaties-
-
blz. 125 (van 155)
effecten 7.
Voortgang
Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders.
8.
Risico's en kansen
De risico’s bestaan uit: • De afkoop van de CBL-contracten valt hoger uit dan verwacht. • De belastingclaims vallen hoger uit.
9.
Ontwikkelingen Zie bij risico’s en kansen.
10. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
€ 380.000.000
11. Vreemd vermogen begin 2015 Vreemd vermogen eind 2015
€103.000.000
€0
€ 0
12. Resultaat Naar verwachting wordt de vennootschap geliquideerd per begroting 2015 eind 2015 en valt en eventueel positief saldo vrij aan de aandeelhouders. CSV Amsterdam 1.
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
2.
Doel
Dit was voorheen de Claim Staat Vennootschap. In februari 2008 is Essent met toestemming van de toenmalige aandeelhouders een procedure begonnen tegen de Nederlandse Staat. Zij willen dat een aantal bepalingen van Wet Onafhankelijk Netbeheer onverbindend zijn. Na de verkoop van de aandelen in Essent is deze procedure ondergebracht in deze BV.
3.
Partijen
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders.
4.
Bestuurlijk belang
Het aandeel van de gemeente Losser bedraagt 0,021%.
5.
Financieel belang
0,021% ter waarde van 1 euro.
6.
Prestatieseffecten
-
7.
Voortgang
Het betreft een slapende BV totdat een uitspraak wordt gedaan in deze procedure. De BV wordt feitelijk aangestuurd
blz. 126 (van 155)
via de Verkoop Vennootschap. 8.
Risico's en kansen
9.
Ontwikkelingen
10. Eigen vermogen begin 2015 Eigen vermogen eind 2015
11. Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2013 12. Jaarresultaat 2015
10,5 miljoen euro 4 miljoen euro Het eigen vermogen wordt ingezet ter bekostiging van de procedures. Bij de verkoop van de aandelen Essent is dit bedrag ingebracht ten laste van de verkoopopbrengst door de zittende aandeelhouders. 25.000 euro 25.000 euro
3 miljoen euro negatief (dit zijn de kosten die worden gemaakt voor het voeren van de procedure).
Overige toelichtingen
blz. 127 (van 155)
6.8. Grondbeleid
1. Inleiding Zoals over de hele linie in Nederland en Twente blijft ook in de Losser de kavelverkoop achter bij de geprognosticeerde aantallen. In 2013 is in de Saller 1 woningbouwkavel aan een particulier verkocht en zijn 7 kavels afgenomen door een ontwikkelaar. In ’t Zijland is een groot perceel (fase 1) verkocht aan Domijn. De geprognosticeerde verkoop is echter niet gehaald. Om een positief signaal naar de markt te geven zijn de grondprijzen per 1-1-2014 verlaagd. Deze prijsverlaging sorteert samen met de voorzichtig aantrekkende economie effect op de woningmarkt. In het eerste half jaar van 2014 zijn 21 opties op kavels genomen en is een kavel aan een particulier verkocht. Ondanks de positieve signalen qua kavelverkoop wordt het woningbouwprogramma in Losser momenteel tegen het licht gehouden. Gezien de marktverwachtingen voor de komende jaren is het aanbod te omvangrijk met alle financiële risico’s van dien. Op dit moment loopt er een onderzoek naar overprogrammering. Naar verwachting zullen er ongeveer 300 woningen uit de woningbouwprogrammering worden geschrapt. Deze aangepaste programmering moet aan het einde van het jaar gereed zijn en zal worden opgenomen in een ‘Nota van Uitgangspunten voor de grondexploitaties’. In deze nota zijn de uitgangspunten voor de grondexploitaties vastgelegd, zoals programmering, prijzen en parameters. De financiële vertaling hiervan vindt plaats in de jaarrekening.
2.Grondbeleid De vorige nota Grondbeleid was uit 2009. In februari 2014 heeft de raad een nieuwe nota Grondbeleid vastgesteld. Ten opzichte van de nota uit 2009 is een aantal beleidswijzigingen doorgevoerd. De belangrijkste zijn: •
•
•
Qua ontwikkelstrategie wordt per geval maatwerk toegepast, ofwel ‘situationeel grondbeleid’. Uitgangspunt bij verwerven is ‘nee, tenzij’. Voorheen was beleidsmatig sprake van actief grondbeleid. Daarnaast zal nadrukkelijker worden ingezet op de verkoop van gronden die niet meer nodig zijn voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Toepassen van een andere grondprijsmethodiek: jaarlijks zullen de grondprijzen worden bepaald door genormeerd residueel rekenen. Hiermee worden de prijzen jaarlijks op marktconformiteit getoetst en indien nodig bijgesteld. Voorheen gebeurde dit met behulp van de comparatieve methode met een jaarlijkse indexering. Vaststellen van de grondprijzen door B&W in plaats van de raad. Dit sluit beter aan bij de rolverdeling: de raad legt de kaders van het grondbeleid vast.
blz. 128 (van 155)
De uitvoering van het grondbeleid – waaronder de ook de grondprijzen - is een taak van het college.
3. Beleid omtrent risico's Risico’s zijn inherent aan het ondernemerschap dat wordt uitgeoefend in de grondexploitatie. De risico’s, welke de gemeente loopt zijn in 3 categorieën in te delen. Hierbij is de indeling van de BBV (Besluit begroting en verantwoording) overgenomen: BIE (Bouwgrond in exploitatie), NIEGG (niet in exploitatie genomen bouwgrond), Overige gronden (bijvoorbeeld ruilgronden), Economische ontwikkelingen, groeimogelijkheden en verdienmogelijkheden zullen nauwlettend gevolgd worden. Met behulp van een tijdig opgestelde analyse kan bijvoorbeeld goed inzicht worden verkregen in de gevolgen van het eventueel (deels) niet verwerven van gronden en de gevolgen voor de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. Bij de ontwikkeling van nieuwe uitbreidings- en inbreidingsplannen zal in een vroeg stadium een risicoanalyse worden opgesteld. Bij al het handelen van de gemeente wordt gekeken naar finan-cieel rendement en maatschappelijk rendement (beleidsdoelen). Telkens geldt dat de gemeente Losser risico’s opspoort, analyseert en probeert af te wentelen. Het restrisico wordt geparkeerd in een algemene reserve. Reserves Om de risico’s in de grondexploitatie op te kunnen vangen, zonder de algemene risicoreserve aan te moeten spreken, is besloten een reserve grondexploitatie te vormen. Hierbij is bepaald dat indien het jaarresultaat van de overige gemeentelijke activiteiten een negatief saldo vertoont, dit eerst wordt aangevuld. Het meerdere wordt voor 50% bestemd voor de algemene reserve en de andere 50% voor de reserve grondexploitatie. De reserve grondexploitatie mag maximaal € 1.000.000 bedragen. De stand van de reserve grondexploitatie per 1-1-2014 bedraagt € 0. Met ingang van 2009 worden ook de fondsopslagen op de grondverkopen bij de reserve grondexploitatie opgenomen. De functie van de reserve is daarmee uitgebreid. De opslag op de verkopen in 2013 van € 61.010 is volledig benut als dekking van het negatieve resultaat op de grondexploitatie. Daarbij wordt de reserve, voor zover het saldo dit toelaat, ook gebruikt voor dekking van kosten voor de aanleg van bovenwijkse voorzieningen. Per vierkante meter verkochte bouwgrond (woningbouw- en industriegrond) wordt een bedrag in de reserve gestort. Voorts worden de reserves gevoed door stortingen van een tarief door particuliere exploitanten. Het tarief bedraagt € 10 p/m².
4. Winst- en verliesnemingen Algemene principes zijn: winst wordt pas genomen als deze daadwerkelijk is verdiend (realisatieprincipe); verlies wordt genomen als dit voorzien wordt (voorzichtigheidsprincipe). De volgende
blz. 129 (van 155)
winstnemingsprincipes worden gehanteerd binnen de grondexploita-tie: bij liquidatie van een complex; partiële liquidatie; gedeeltelijke winstneming; bij excessieve winst op een (grond) transactie. Indien bij in exploitatie genomen complexen blijkt dat waarde van toekomstige kosten en opbrengsten en geïnvesteerd vermogen een tekort vertoont, is er sprake van verlies. Hiervoor dient een voorziening getroffen te worden ten laste van de algemene dienst. Waardebepaling In de huidige tijd van minder uitgifte en dalende vastgoedprijzen is het hebben actuele en marktconforme grondprijzen van groot belang. In deze snel veranderende markt volstaat het jaarlijks indexeren van grondprijzen niet meer. Vandaar dat met de nieuwe nota Grondbeleid is afgestapt van het indexeren en de prijzen jaarlijks worden getaxeerd. Deze taxatie gebeurt via de residuele grondwaarde methode. Dit houdt in dat de grondprijs het residu is van de verkoopprijs van een woning of bedrijfspand minus de stichtingskosten (alle kosten die gemaakt moeten worden om het gebouw te realiseren zoals bouwkosten, ontwerpkosten, leges, rente etc.). De grondprijzen worden elk jaar per 1 januari door het college vastgesteld.
5. Actuele vermogenspositie grondexploitatie Jaarlijks worden de uitkomsten van de bouwgrondexploitatie afgezet tegen de kostprijsopzetten en worden verschillen die zich voordoen ten opzichte van de kostprijsopzet tot het jaarresultaat gerekend. De uitgaven en inkomsten worden verwerkt in de boekwaarde zodat deze overeenkomt met het bedrag van de kapitaaluitgaven aan het einde van het boekjaar. Jaarlijks wordt de exploitatie herzien met als vertrekpunt de boekwaarde. Deze paragraaf is zowel opgenomen in de begroting (vooruitkijken) als in de jaarrekening (verantwoording). De vermogenspositie van de grondexploitatie bestaat uit twee componenten, te weten: het geïnvesteerde vermogen van de complexen per 1-1-2014 (boekwaarde); de prognoses van de complexen (exploitatieopzetten). Het laatste deel is een belangrijk aspect bij de beoordeling van de resultaatontwikkeling in de jaren (winstgevendheid grondexploitatie) en bij de beoordeling van de actuele vermogenspositie van de grondexploitatie. In de raadsvergadering van 10 juni 2014 zijn de herziene grondexploitaties vastgesteld. De hierbij gehanteerde uitgangspunten handhaven we voor onderhavige grondexploitaties. Conform de afspraken met de accountant zijn de uitgifteprognoses gebaseerd op de planning van de vorig jaar vastgestelde uitvoeringsmodule van de woonvisie. Waarbij de looptijden met een jaar zijn verlengd. De grondprijzen zijn gebaseerd op de residuele grondprijsbepaling zoals bij de vaststelling van de Nota Grondbeleid dit jaar is bepaald.
Complex
Boekwaarde per 1-1-2014
Prognose eindresultaat
blz. 130 (van 155)
Einddatum prognose
Resultaat per 1-1-2014
Saller
2.844.000
2.439.000 31-12-2023
1.428.000
-49.000
467.000 31-12-2014
442.000
41.000
22.000 31-12-2014
21.000
Luttermolenveld
1.342.000
0 31-12-2020
0
Geurmeij
1.654.000
0 31-12-2024
0
't Zijland
-919.000
44.000 31-12-2015
40.000
Lutte Zuid Lutte Noord
Totaal
4.913.000
2.972.000
1.931.000
De Saller Het complex bestaat uit een gerealiseerd deel (1e fase) en een deel dat in ontwikkeling is (2e fase). De 2e fase bestaat uit drie delen (2A, 2B en 2C). Om boekhoudkundige redenen is de exploitatieopzet in 2004 gesplitst. Vanaf 2006 is de Saller weer verenigd in één complex. Gelijktijdig met het bestemmingsplan is de exploitatieopzet in 2010 door de raad vastgesteld. De realisatie van de verkopen blijft achter bij de uitgifteprognose. Dit komt vooral doordat onze contractpartner vanwege marktomstandigheden een beroep gedaan heeft op temporisatie. De afname van de kavels en de voorwaarden waaronder blijft daarom onzeker. Partijen zijn in gesprek over de te volgen koers. De uitkomst kan consequenties hebben voor de planning en financiën. Er is één kavel verkocht en er zijn twaalf opties uitgegeven. Betreft allemaal gemeentelijke kavels bestemd voor particulier opdrachtgeverschap. Fase 2A is nagenoeg afgerond en de bouwrijpwerkzaamheden van fase 2B verlopen voortvarend. Een deel van het programma in fase 2B wordt heroverwogen. Er is weinig animo van corporaties voor sociale huurwoningen. Mogelijk worden deze omgezet naar koopwoningen. Dit kan leiden tot hogere grondopbrengsten. Vooralsnog nemen we dit als positief risico mee in de risicoanalyse. Lutte Zuid Dit complex is in 2004 in exploitatie genomen. Het complex bevat de realisatie van een bedrijventerrein en een woningbouwgedeelte. Alle kavels op het bedrijventerrein zijn ultimo 2007 verkocht en van dit deelplan is tevens het woonrijp maken afgerond. In boekjaar 2009 en 2010 zijn winsten gerealiseerd van € 350.000 en € 170.000 . Het bouwrijp maken van het woningbouwgedeelte is gereed. In 2009 is gestart met de woonrijp werkzaamheden. De nog uit te voeren werkzaamheden zijn minimaal. Na een periode van weinig animo zijn op twee van de vier kavels opties uitgegeven. De prognose dat de grondexploitatie in 2014 afgesloten kan worden blijft onzeker. We verwachten de einddatum wederom met een jaar te verlengen. Lutte Noord In boekjaar 2008 is een winst gerealiseerd van € 130.000 De woonrijp werkzaamheden zijn nagenoeg afgerond. Er is nog één kavel te koop. Ondanks de getroffen maatregelen om de verkoop van deze laatste kavel te bespoedigen is er weinig animo. De afsluiting van het complex was voorzien in 2014. De verwachting is
blz. 131 (van 155)
dat de einddatum wederom met een jaar wordt verlengd. Luttermolenveld Het bestemmingsplan Luttermolenveld is in februari 2009 in werking getreden en vanaf januari 2010 is het plan onherroepelijk. Eind 2010 heeft de gemeente conform de overeenkomst van februari 2006 circa 11.000 m² bouwrijpe grond afgenomen van de projectontwikkelaar. Waarna het complex in 2011 in exploitatie is genomen. De resterende werkzaamheden zijn minimaal. Na een periode van weinig animo zijn er dit jaar zeven kavels in optie uitgegeven. Ter verbetering van de ontsluiting is de gemeente in onderhandeling over de verwerving van een perceel. Het proces van de dagvaarding door de VOF Luttermolenveld loopt nog. Geurmeij In Overdinkel zijn plannen ontwikkeld om aan de Weverstraat te realiseren. Het bestemmingsplan “De Geurmeij” is op 17 juni 2008 door de gemeenteraad vastgesteld en op 27 januari 2009 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Tegen de beslissing van de Gedeputeerde Staten is beroep ingesteld bij de Raad van State. Dit beroep is ongegrond verklaard. Hiermee is het bestemmingsplan van kracht. Bij de vaststelling van de herziene grondexploitatie in de raadsvergadering van 10 juni 2014 is de fasering van drie naar vier fasen gebracht. Dit ter beperking van het risico van overaanbod van kavels. De voorbereidingen van de bouwrijpwerkzaamheden voor de eerste fase zijn aangevangen. In de eerste fase zijn 16 kavels gepland. Vooralsnog is een inschatting gemaakt van de kosten conform de knip in vier fasen. De verwachting is dat de herziene kostenramingen niet hoger zullen uitvallen. Bij de eerstvolgende herziening verwachten we uitsluitsel te geven. Aangezien ook in het programma van de Geurmeij weinig animo is van corporaties voor sociale huurwoningen overwegen we deze om te zetten naar koopwoningen. Dit leidt mogelijk tot hogere grondopbrengsten. Dit is verwerkt in de risicoanalyse. ’t Zijland In 2008 is er een overeenkomst gesloten tussen de gemeente Losser en Domijn. Als gevolg van de markomstandigheden en gewijzigde regelgeving kon en wilde Domijn het oorspronkelijk programma niet realiseren. De gemeente en Domijn hebben daarom heronderhandeld over een aangepaste overeenkomst. Eind 2013 is deze overeenkomst ondertekend. Uitgangspunt van de gewijzigde overeenkomst vormen de financiele afspraken zoals deze in 2008 zijn vastgelegd. Over de meerkosten van archeologie zijn aanvullende afspraken gemaakt. Op basis van de nieuwe overeenkomst is in 2013 krediet bij de raad aangevraagd waarbij ook de grondexploitatie ’t Zijland formeel geopend is. De werkzaamheden verlopen voortvarend. Conform planning is in 2014 de 2e fase afgenomen door Domijn. Restpercelen Losser Het perceel gelegen aan de Veldzijde wordt mogelijk verkocht aan een omwonende.
blz. 132 (van 155)
De percelen gelegen aan de Wilgenkamp zijn vanwege vervuiling deels afgeboekt. Het resterende deel kan verkocht worden. Mogelijk worden ze betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. De boekwaarde van de restpercelen wordt niet verhoogd. De toename van de boekwaarde over 2013 is daarom als verlies genomen en bedraagt € 1.000.
Niet in Exploitatie genomen Gronden (NIEGG) Overzicht met betrekking tot niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
De BBV-regelgeving omtrent de waardering van de NIEGG is aangescherpt. Net als vorig jaar heeft het college besloten de boekwaarden van de NIEGG niet te verhogen, met uitzondering van het voormalig Topcraft-terrein. Bij de uitvoeringsmodule van de woonvisie is dit terrein aangemerkt als zijnde toekomstige ontwikkellocatie. Voor de overige NIEGG blijkt dat deze voor de komende tijd niet voor woonbestemmingen benodigd zijn. Het college handhaaft daarom de getroffen voorziening. Losser Momenteel worden de gronden in Losser noord verpacht. Daarnaast maken tevens de percelen bij de Steenfabriek (excl. opstallen) en Gronausestraat (incl. opstallen) deel uit van de toekomstige exploitatie Losser. De toename van de boekwaarde in 2013 is volledig als verlies genomen. Deze bedraagt € 63.000. De reeds getroffen voorziening bedraagt € 3.621.000 en wordt gehandhaafd. Voormalig Top Craft terrein In 2007 is het voormalig Top Craft terrein met opstallen aan de Ravenhorsterweg te
blz. 133 (van 155)
Losser aangekocht voor een bedrag van €1.520.000 inclusief kosten. De totale boekwaarde ultimo 2013 bedraagt € 1.799.000. Het terrein is in beginsel bestemd voor toekomstige woningbouw onder meer in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Voor de exploitatie van dit terrein bestaan nog enige risico’s door de aanwezigheid van een rioolwaterzuivering en de ligging bij de Dinkel. De stijging van de boekwaarde komt doordat de rente-, beheers- en voorbereidingskosten de huuropbrengsten overstijgen. Er is door marktpartijen belangstelling getoond voor de ontwikkeling van dit terrein. Het college heeft de voorstellen in beraad. Overdinkel De percelen gelegen aan de Invalsweg, Goormatenweg en P. van Laakstraat hebben overwegend een agrarische bestemming. In verband met de aanleg van een retentiegebied is 22.394 m² overgedragen aan de algemene dienst. Consequentie is dat er een opbrengst gegenereerd is ter hoogte van de agrarische waarde en de voorziening is aangesproken voor het deel dat de boekwaarde de agrarische waarde overstijgt. De voorziening bedraagt hierdoor € 350.000. De toename van de boekwaarde in 2013 van € 36.000 is volledig als verlies genomen. De Lutte De toename van de boekwaarde in 2013 van het perceel gelegen aan de Stockacker bedraagt € 9.000 en is volledig als verlies genomen. Aangezien ook hier de huidige bestemming agrarisch is, bedraagt de getroffen voorziening € 644.000 en wordt gehandhaafd. Glane De toename van de boekwaarde in 2013 van het perceel gelegen aan de Meulderinksesch bedraagt € 2.000 en is als verlies genomen. Ruilgronden Losser Percelen ten zuiden van de Honingloweg worden momenteel verpacht. Thans is er deels sprake van bodembescherming in verband met grondwateronttrekking. Tenslotte wordt het perceel ten zuiden van de Hoofdstraat tussen de Dinkel en het industrieterrein vooralsnog in bezit gehouden als toekomstig ruilverkavelingsgebied. Overdinkel De percelen aan de Tiekenveenweg worden verpacht. De bodem is verontreinigd. Het betreft de oude stortplaats van de gemeente. Het perceel aan de Pastoor van Laakstraat wordt eveneens verpacht en wordt mogelijk betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting. Glane De percelen rondom de Gronausestraat en de Glanergrensweg hebben strategisch een gunstige ligging. Ze worden in de toekomst mogelijk betrokken bij een grondruil in het kader van de landinrichting.
blz. 134 (van 155)
blz. 135 (van 155)
7. Voorstel en Besluit VOORSTEL 1. Wij stellen u voor de begroting 2015 conform vast te stellen en kennis te nemen van de sluitende meerjarenraming 2016-2018
Het college van burgemeester en wethouders van Losser.
De secretaris,
De Burgemeester,
BESLUIT
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 11 november 2014
Griffier,
Voorzitter,
blz. 136 (van 155)
8. Bijlagen
blz. 137 (van 155)
blz. 138 (van 155)
8.1. Actuele beleidsdocumenten Natuur en Ruimte Beleidsdocument
Datum vaststelling
Uitvoeringsnota speelterreinen
2001
Notitie speelvoorzieningen
2007
Datum herziening (nieuwe versie in 2015)
Gemeentelijk rioleringsplan vGRP 2013 2016 Nota kapitaalgoederen openbare ruimte 2014 - 2018 Waterplan
2007
Verkeerscirculatieplan kern Losser
2004
Categoriseringsplan Wegen op basis van Regionaal uitvoeringsprogramma's duurzaam veilig
1999
Wegenlegger
2010
Landschapontwikkelingsplan
2008
Bouwverordening
2012
Milieuprogramma en uitvoeringsplannen RUD (regionaal) Actieprogramma VROM
2006
Welstandsnota
2013
Gladheidsbestrijdingsplan
2012 - 2016
Regionaal mobiliteitsplan
2012 - 2016
Prestatieafspraken woningbouw gemeente - provincie
2012
Gebiedsvisie Noordoost Twente
2012
Casco benadering in Noordoost Twente
2012
Woonvisie
2012 - 2022
Bestemmingsplan buitengebied
2013
Toekomstvisie gemeente Losser 2025
2013
Welzijn en Zorg Beleidsdocument
Datum vaststelling
blz. 139 (van 155)
Datum herziening (nieuwe versie in 2015)
Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs
2013
Verordening Leerlingenvervoer
2012
Verordening Wet kinderopvang
2005
Buiten Schoolse Opvang: een nieuwe schakel in kinderopvang
1999
Integraal huisvestingsplan 2010 - 2018
2011
Nota algemeen sportbeleid
1997
Notitie binnensportaccommodaties
2008
Notitie privatisering buitensportaccommodaties
2010
Algemene subsidieverordening gemeene Losser
2009
Nota subsidiebeleid
2010
Cultuurnota
2010
Monumentenverordening Visie lokaal bibliotheekbeleid 2011 -2013
2011
Nota integraal jeugdbeleid
2013
Startnotitie voor jeugd en gezin
2009
Verordening inburgering
2010
Nota ouderenbeleid
2009
Nota lokaal gezondheidsbeleid
2008
Verordening, besluit en beleidsregels WMO
2011
Nota uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod
2009
Beleidsnota WMO
2011
Economie en Werk Beleidsdocument
Datum vaststelling
Nota Armoedebeleid
2007
Kadernota Wet werk en bijstand (WWB)
2004
Verordeningen en beleidsregels Wet werk en bijstand, IOAW/IOAZ en Sociale werkvoorziening
2013
Verordeningen Wet Sociale Werkvoorziening
blz. 140 (van 155)
Datum herziening (nieuwe versie in 2015)
Nota participatievisie gemeente Losser
2009
Actieplan jeugdwerkloosheid Twente ‘Jongerenoffensief 2013’
2013
Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015
2012
Bijstandsbesluit Zelfstandigen 2004
2004
Reclamebeleid
2014
Evenementenbeleid
2008
Marketingplan Recreatie en Toerisme
2007
Nota Verblijfsrecreatie Noordoost Twente
2013
Sociaal Economische Strategie Nota
2008
Koopstromenonderzoek
2010
Bedrijventerreinenvisie gemeente Losser
2010
Uitwerkingsnotitie locaties bedrijventerreinen
2011
Toekomstvisie gemeente Losser 2025
2013
Bestuur en Dienstverlening Beleidsdocument
Datum vaststelling
Collegeprogramma 2014 - 2018
2014
Algemene Plaatselijke Verordening
2010
Regionaal risicoprofiel
2011
Beleidsplan integrale veiligheid gemeente Losser 2013 - 2016
2013
Regionaal beleidsplan
2012
Regionaal crisisplan
2012
Uitvoeringsprogramma integrale veiligheid
2013
Wet Veiligheidsregio
2010
Besluit en organisatieplan één brandweer Twente
2012
Besluit overdrachtsdossier gemeente Losser - brandweer
2012
Toekomstvisie gemeente Losser 2025
2013
Notitie zelfstandig blijven: samenwerken
2010
blz. 141 (van 155)
Datum herziening (nieuwe versie in 2015)
moet! En zelfstandigheid, wat is dat? Nota representatie
2010
Nota verbonden partijen
2011
Kadernota communicatie 2008 - 2011 Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid (art. 213a Gemeentewet)
2004
Financiële verordening gemeente Losser (art. 212 Gemeentewet)
2012
Controleverordening (art. 213 Gemeentewet) P&C-cyclus
2011
Nota weerstandsvermogen en risicomanagement
2011
Nota reserves en voorzieningen
2012
blz. 142 (van 155)
8.2. Beleidsverplichtingen en wensen 2015 Programma/omschrijving Afdeling V/W/O Bedrag termijn Lasten investering 2015
2016
2017
2018
Structurele beleidsverplichtingen en wensen Natuur en Ruimte Meerjaren investerings- en onderhoudsprogramma openbare ruimte * Urgente projecten Wegen
OW
V
200.000
10
0
30.000
29.000
28.000
* Vervanging 1e deel openbare verlichting
OW
V
460.000
8
0
80.500
77.625
74.750
Prorail
OW
O
16.400
16.400
16.400
16.400
Drank- en horecawet
VH
O
5.000
5.000
5.000
5.000
Kosten RUD algemeen
VH
O
10.000
10.000
10.000
10.000
WIZ
O
18.000
18.000
18.000
18.000
Deelname GVOP
COM
O
6.000
6.000
6.000
6.000
Gratificaties ambtsjubilea
DIR
O
8.550
14.840
26.550
26.890
Post onvoorzien
DIR
O
10.000
10.000
10.000
10.000
Vervanging natzoutstrooier
OW
V
0
7.200
6.925
5.650
Opbrengst hondenbelasting - DIR bijstelling verwachte opbrengst
O
10.000
10.000
10.000
10.000
25.000
25.000
20.000
10.000
108.950
232.940
235.500
220.690
Economie en Werk Knelpunt afdeling Werk, Inkomen en Zorg
Bestuur en Dienstverlening
Bijdrage SSNT/IBO
40.000
DIR
TOTAAL BELEIDSVERPLICHTINGEN EN WENSEN
700.000
8
Legenda V = Vervangingsinvestering W = Beleidswens O = Beleidsverplichting/ Onontkoombare en onuitstelbare (O&O) investeringen
blz. 143 (van 155)
8.3. Vervangingsinvesteringen 2015 Programma/omschrijving Afdeling Bedrag
Afschrijvings Lasten -termijn 2015 2016
2017
2018
Natuur en Ruimte Meerjaren investerings- en onderhoudsprogramma openbare ruimte - urgente projecten Wegen
OW
200.000
10
0
30,00
29,00
28,00
- vervanging 1e deel openbare verlichting
OW
460.000
8
0
80,50
77,63
74,75
OW
40.000
8
0
7,20
6.93
6,65
0
117,70
113,56
109,40
Bestuur en Dienstverlening Vervanging natzoutstrooier TOTAAL GENERAAL (bedragen x 1.000 euro)
700.000
blz. 144 (van 155)
8.4. Financiële uitgangspunten Het voeren van een gezond financieel beleid en het opstellen van een (meerjaren)begroting kunnen niet zonder duidelijke financiële randvoorwaarden, die borg staan voor een evenwichtig en consequent financieel beleid. Het is daarom van belang dat de financiële uitgangspunten door de raad worden onderschreven.
Algemeen • • •
We starten met het toerekenen van de kosten voor afschrijven en rente in het jaar nadat een investering gereed is Voor de loon- en prijsontwikkeling wordt bij het opstellen van de (meerjaren)begroting uitgegaan van de meest recente prognose van het CBS De algemene uitkering uit het gemeentefonds is geraamd op basis van de mei circulaire
Gegevens
Gegevens gemeente Losser
Personeelskosten Nominale ontwikkelingen Goederen en diensten a. Nominale ontwikkelingen b. Huurverhogingen
Rentegegevens Rente Langlopende Rente Langlopende Rente Langlopende Rente Langlopende Rente Langlopende
Begroting 2014Begroting 2015 0,00%
1,019%
Begroting 2014Begroting 2015 +1,50% +1,50%
+2,00% +2,00%
Begroting 2014Begroting 2015 leningen 4,00% 3,00% leningen 4,50% 3,50% leningen 5,50% 4,00% leningen 5,50% 4,50% leningen
Rente Kortlopende leningen Rente Kortlopende leningen
1,25% 2,00%
0,75%
blz. 145 (van 155)
Meerjarenbegr. 20152018 Peil 2015 Meerjarenbegr. 20152018 Peil 2015 Peil 2015
Meerjarenbegr. 20152018 Peil 2014 Peil 2015 Peil 2016 Peil 2017 Peil 2018 Peil 2014 Peil 2015
Rente Kortlopende leningen Rente Kortlopende leningen Rente Kortlopende leningen
2,50% 3,00%
1,25% 2,00% 2,50%
Peil 2016 Peil 2017 Peil 2018
Rente-omslagpercentage
5,50%
5,50%
Peil 2015
Kerngegevens en demografische ontwikkelingen Inwoners Woonruimten Bijstandsontvangers Uitkeringsontvangers Minderheden
2014 22.612 9.740 279 1.907 345
2015 22.669 9.651 304 1.932 349
Bron: meicirculaire 2014 Gemeentefonds/Pauw
blz. 146 (van 155)
2016 22.733 9.719 319 1.947 353
2017 22.801 9.787 334 1.962 357
2018 22.875 9.855 349 1.977 362
8.5. Saldo economische en monetaire unie (EMU) Berekening EMU-saldo Gemeenten en Provincies In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is vastgelegd in de wet Houdbare overheidsfinanciën. Voor 2015 bedraagt de norm voor de gezamenlijke gemeenten 0,34%. De totale norm wordt verdeeld in referentiewaarden over alle gemeenten.
Omschrijving
2014
2015
2016
x € 1000,-
x € 1000,-
x € 1000,-
Volgens realisatie begroting 2014, Volgens Volgens begroting aangevuld met meerjarenraming 2015 raming resterende in begroting 2015 periode 1
2
3
4
5
Wat is uw exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)? Wat zijn uw afschrijvingen ten laste van de exploitatie? Wat zijn uw bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie? Wat zijn uw uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd? Wat zijn de in mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen?
-282
-719
-273
1.735
1.608
2.041
123
123
123
4.338
4.756
6.222
0
0
0
blz. 147 (van 155)
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: 6a Wat zijn uw verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)? 6b en wat is daarin de te verwachten boekwinst?
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.495
2.309
1.961
0
0
0
7.657
7.426
2.787
0
0
0
Wat zijn uw betalingen ten laste van de voorzieningen?
173
87
34
10 Zijn er voorts betalingen die niet via de onder vraag 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande vragen?
0
0
0
0
0
0
nee
nee
nee
0
0
0
1.228
1.286
-3.539
7
Hoeveel bedragen de uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.?
8 Grondverkopen: 8a Wat zijn de verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)? 8b en wat is daarin de te verwachten boekwinst? 9
11 Verkoop van effecten: 11a Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen? (ja/nee) 11b Zo ja wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst?
Berekend EMU-saldo
blz. 148 (van 155)
blz. 149 (van 155)
8.6. Organisatieoverzicht
blz. 150 (van 155)
8.7. Lijst van afkortingen A AB APV ATB AU Awb AWBZ
Algemeen Bestuur Algemene plaatselijke verordening All Terrain Bike Algemene uitkering Algemene wet Bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
B BAG BBV BCF BDU BDUR BERAP BGT BHV BIE BIG BIZ BIZA Bofv BSO BSP BTW BV BZK
Basisadministratie Adressen en gebouwen Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten Btw Compensatiefonds Brede Doeluitkering Brede Doeluitkering Rampenbestrijding Bestuursrapportage Basisregistratie Grootschalige Topografie Bedrijfs Hulpverlening Bouwgrond in exploitatie Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeente Bedrijven investeringszone Binnelandse Zaken Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen Buiten Schoolse Opvang Beleid, Strategie en Projecten Belasting Toegevoegde Waarde Besloten Vennootschap Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C CAK CAO CBL CBS CIO CJG COA COELO CPO CTOB
Centraal administratiekantoor Collectieve Arbeidsovereenkomst Cross Border Lease Centraal Bureau voor de Statistiek Chief Information Officer Centrum voor Jeugd en Gezin Centraal Orgaan Asielzoekers Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Crematoria Twente/Oost Nederland BV
blz. 151 (van 155)
D DB DDC DHW DV DVO
Dagelijks Bestuur Documentair Diensten Centrum Drank- en Horecawet Duurzaam veilig Dienstverleningsovereenkomst
E EHS EMU EPZ
Ecologische Hoofdstructuur Economische en Monetaire Unie Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland
F Fvw
Financiële verhoudingswet
G GBA GBT GGD GRP
Gemeentelijke Basis Administratie Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Gemeentelijk Rioleringsplan
H HALT HNW HVO
Het Alternatief (instantie) Het Nieuwe Werken Hart voor Overdinkel
I IAU Incidenteel aanvullende uitkering IBD Informatie Beveiligingsdienst IBO Intergemeentelijke Bedrijfsvoering Organisatie ICS Informatie coördinatie en besturingseenheid ICT Informatie en Communicatie Technologie ID-ers In- en doorstromers IGO Integraal Groot Onderhoud IHP Integraal Huisvestingsplan IMG Investeren met Gemeenten IMOP Integraal Meerjaren inversterings- en onderhoudsprogramma IOAW/IOAZ Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen IPC Integraal Planning en Control Cyclus K KRW
Kaderrichtlijn Water
blz. 152 (van 155)
L LED
Light Emmitting Diode
M MIP MJB MFA MOP MT MPG
integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma Meerjarige begroting Multifunctionele Accommodatie Meerjarenonderhoudplanning Managementteam Meerjaren programma Grondbeleid
N NASB NHR NNIEG NOT NUP NV
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Nieuw Handelsregister Niet in exploitatie genomen gronden Noordoost Twente Nationaal Uitvoeringsprogramma Naamloze Vennootschap
O OKE OLCT OR OZB
Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Openbaar Lichaam Crematoria Twente Ondernemingsraad Onroerende zaakbelasting
P PBE Publiek Belang Electriciteitsproductie BV P&C-cyclus Planning&Control cyclus PGB Persoons Gebonden Budget PLB Productie- en leveringsbedrijf PmjP Provinciaal meerjaren programma R REO RUDDO RUD RWE
Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Regeling Uitzettingen van Derivaten Decentrale Overheden Regionale Uitvoeringsdiensten Rheinisch-Westfalisches Elektrizitatswerk
S SGBP SMI
Stroomgebiedsbeheerplan Sociaal Medische Indicatie
blz. 153 (van 155)
SON SPV SSNT SW SWL SZW
Stadsbank Oost Nederland Special Purpose Vehicles Shared Services Netwerk Twente Sociale Werkvoorziening Stichting Woningbelangen Losser Sociale Zaken en Werkgelegenheid
T TAR TBT TIP TOF TOOM
Twentse arbeidsvoorwaarden regeling Twents Bureau voor Toerisme Toerisitische Informatie Punten Tubbergse Onderwijsfederatie Terugdringing Ongewenste en Onechte Meldingen
U UWV
Uitvoerder van de sociale werknemersverzekeringen
V vGRP VH VGN VON-prijs VROM VRT VTH VVE VVV V en W
vernieuwd gemeentelijk rioleringsplan Vergunningen en Handhaving Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vrij op naam prijs Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Veiligheidsregio Twente Vergunning, toezicht en handhaving Voor- en Vroegschoolse Educatie Vereniging Voor Vreemdelingenverkeer |Verkeer en Waterstaat
W WABO Wet fido Wgr WIZ WiW WMO WON WOT WOZ Wsw Wvg WW WWB
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet financiering decentrale overheden Wet gemeenschappelijke regelingen Werk Inkomen en Zorg Wet inschakeling werkzoekenden Wet Maatschappelijk Ondersteuning Wet onafhankelijk netbeheer Wet op het Onderwijstoezicht Wet waardering Onroerende Zaken Wet sociale werkvoorziening Wet voorziening gehandicapten Wet werklozen Wet Werk en Bijstand
blz. 154 (van 155)
blz. 155 (van 155)