Handleiding
Inhoudsopgave Aan de slag........................ 5
Training....................................... 20
Uw Rider 50.................................. 5
Testtrainingen............................ 21
De Rider 50 resetten.................... 6
Training stoppen........................ 22
Accessoires................................... 6
Stappenteller.................. 23
Statuspictogrammen................... 6
Zoeken & Gaan.................. 8 Ritten vanaf Historiek navigeren...................................... 8 Ritten navigeren vanaf Geplande trip................................................. 8 Locatie zoeken............................. 9 POI zoeken...................................................... 9 De naam van een locatie met het schermtoetsenbord invoeren................10 Een categorie selecteren.........................10 Locatie zoeken.............................................11
Mijn favoriet............................... 12 Navigatie stoppen...................... 13 Gegevensregistratie.................. 13 Historieverslag........................... 13 De kaart gebruiken.................... 14
Training........................... 16 Eenvoudige trainingen.............. 16 Op tijd.............................................................16 Op afstand.....................................................17 Op calorieën.................................................17
Basistrainingen.......................... 18 Interval trainingen..................... 19 Ronde-trainingen...................... 19 Mijn buddy................................. 20
2 Inhoudsopgave
Instelling......................... 24 Rasterweergave......................... 24 IInfo-pagina / Hoogtepagina / Kaartpagina / Mijn Buddy pagina.........24 Dag-/nachtmodus......................................25
Sensoren..................................... 26 Kompas..........................................................26 Kompaskalibratie........................................26 Ritme...............................................................27 Hartslag..........................................................27 Snelheid.........................................................28 Autom. detecteren.....................................29
Hoogte-instellingen wijzigen...................................... 29 Huidige hoogte...........................................29 Hoogte andere positie..............................30
Systeeminstellingen wijzigen...................................... 30 Acht.verl.uit...................................................30 Helderheid....................................................31 Taal...................................................................31 Datumopmaak............................................31 Tijdopmaak...................................................32 Eenheidnotatie............................................32
Datum en tijd instellen.............. 33 Waarschuwing ........................... 33 Ritme...............................................................34 Afstand...........................................................34
NEDERLANDS ENGLISH
Snelheid.........................................................35 Tijd...................................................................35 Hartslag..........................................................35
GPS-status weergeven............... 36 Gebruikersprofiel aanpassen.... 36 Fietsprofiel aanpassen.............. 37 Kaartinstellingen wijzigen........ 37
Gegevensbeheer............. 38 Bestanden laden........................ 38 Plaats een microSD-kaart (optioneel)....................................................38 de USB-kabel aansluiten..........................38 Bestanden overbrengen naar uw computer.......................................................38
Bestanden overbrengen naar een andere Rider 50.......................... 38 Geg. overdragen.........................................39 Geg. ontvangen..........................................39
Stopwatch....................... 40 Aftellen....................................... 40 Timer........................................... 41
Bijlage.............................. 42 Specificaties................................ 42 Batterij-informatie..................... 43 Wielgrootte en -omtrek............. 44 Hartslagzones............................ 45 Basisonderhoud van uw Rider 50....................................... 45
Inhoudsopgave 3
WAARSCHUWING
Raadpleeg altijd uw arts voordat u een trainingsprogramma start of wijzigt. Lees de details in de gids garantie- en veiligheidsinformatie in de verpakking.
Productregistratie
Help ons u beter te ondersteunen door uw apparaatregistratie te voltooien via Bryton Bridge. Ga naar http://support.brytonsport.com voor meer informatie.
Bryton-software
Ga naar http://brytonsport.com om de gratis software te downloaden voor het uploaden van uw persoonlijk profiel en tracks en voor het analyseren van uw gegevens op internet.
4 Aan de slag
In dit hoofdstuk begeleiden wij u doorheen de standaard voorbereidingen zodat u aan de slag kunt met uw Rider 50 .
Uw Rider 50
5 1
6
2
7
3
8
4 1 Voeding • Houd de knop ingedrukt om de Rider 50 in of uit te schakelen. • Druk kort om de achtergrondverlichting in of uit te schakelen. 2 Start / Stop • Houd ingedrukt in trainingsmodus of de richtingsmodus om het opnamelogboek te stoppen. • Druk op tijdens vrij fietsen om de registratie te starten. Houd ingedrukt om de registratie te stoppen. 3 Info • Indrukken om informatie weer te geven over de berichtenlijst, het trainingsoverzicht (wordt weergegeven na het starten van een training), het stappenoverzicht (wordt
weergegeven na elke ingeschakelde stappenteller) of de trajectinfo (wordt weergegeven na het starten van een trajecttraining).
4 5-wegnavigatie / Enter • Beweeg de navigator omhoog/ omlaag om door de lijst te bladeren, naar rechts om naar de volgende pagina te gaan en naar links om naar de vorige pagina te gaan. In het midden drukken om een selectie te bevestigen. • Beweeg op de pagina Kaart de cursor met de 5-wegnavigator naar de locatie die u wilt opslaan en druk op om de POI op te slaan. Omhoog / omlaag / naar links / naar rechts bewegen om de map te verschuiven. In het midden drukken om de balk voor het in/uitzoomen op te roepen. Druk opnieuw om te annuleren.
Aan de slag 5
NEDERLANDS
Aan de slag
5 LED-indicator • Rood staat voor opladen, groen staat voor volledig opgeladen. 6 Menu • Indrukken om het menu te openen. • Ingedrukt houden om de barometer te kalibreren. 7 Modus • Indrukken om te schakelen tussen de modi: Raster, Kaart en Mijn buddy (weergegeven na het starten van een training).
De Rider 50 resetten
Om de Rider 50 opnieuw in te stellen, houdt u
• Voor het snel wijzigen van de weergegeven info in een raster, kunt u een raster markeren door de 5-wegnavigator te verplaatsen en het openen om een nieuw weergave-item te selecteren.
8 Vorige • Druk op de pagina Kaart op om de cursorpositie op de rasterweergave opnieuw te centreren. • Op andere pagina's indrukken om terug te keren naar de vorige pagina of om een bewerking te annuleren.
en
gedurende vijf seconden ingedrukt.
Accessoires De Rider 50 wordt geleverd met de volgende accessoires: Optionele items: • Voedingsadapter • Stekker(s) • Snelheids-/ritmesensor • USB-kabel • Hartslagriem • Fietsmontage • microSD-kaart
Statuspictogrammen Pictogram
Beschrijving Fiets in gebruik
Beschrijving Voedingsstatus
Fiets 1
Vol batterijvermogen
Fiets 2
Half batterijvermogen
GPS-signaalstatus
6 Aan de slag
Pictogram
Laag batterijvermogen
Geen signaal (niet vastgelegd)
Hartslagmonitor actief
Zwak signaal
Ritmesensor actief
Sterk signaal
Energiemeter actief
NEDERLANDS
Pictogram
Beschrijving Melding nieuw bericht Trainingsschema bezig Logverslag bezig
OPMERKING: De meldingen voor het trainingsplan, de logverslag en een nieuw bericht worden alleen weergegeven wanneer ze worden uitgevoerd.
Aan de slag 7
Zoeken & Gaan Met de functie Zoeken & Gaan kunt u ritten navigeren vanaf Historiek, Geplande Trip en Mijn favoriet. U kunt ook uw nuttige plaatsen of een andere plaats vinden doro de naam, het adres of de coördinaten van de locatie in te voeren. 1. Druk op de knop Menu menu te openen.
om het
2. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan te selecteren. • Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. • Druk op het midden om de keuze te bevestigen.
Ritten vanaf Historiek navigeren U kunt elke route die u in de geschiedenis van uw Rider 50 hebt opgeslagen, navigeren. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Zoeken & Gaan om Geschiedenis te selecteren. 2. Selecteer een rit uit de lijst. 3. Markeer en druk op het midden van de 5-wegnavigator om de training te starten. 4. Een roze stippellijn (traject) verschijnt op de kaart en toont de richting naar uw bestemming.
Ritten navigeren vanaf Geplande trip U kunt een route navigeren die naar uw Rider 50 is geüpload vanaf de Bryton Bridgetoepassing. 1. U kunt uw trip voorbereiden en downloaden via brytonsport.com en de Bryton Bridgetoepassing. 2. Sluit uw Rider 50 aan op uw computer via de USB-kabel. 3. Volg de instructies op het scherm om gegevens over te dragen naar uw Rider 50. 4. Druk op de knop Menu
.
5. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Geplande trip te selecteren. 6. Selecteer een rit in de lijst en druk op het midden van de 5-wegnavigator ter bevestiging. De details van de rit worden weergegeven.
8 Zoeken & Gaan
Selecteer een optie in het scherm Overzicht. - verwissel de begin- en eindpunten. - bekijk de route op de kaart. - navigeer naar uw gekozen bestemming. • Een vooraf geplande trip is een groene lijn op de kaart, de roze lijn geeft de richting naar uw bestemming aan.
OPMERKING: Druk op de knop Info
om een locatie toe te voegen aan de lijst Mijn favoriet. Markeer en voer de naam van de locatie in.
Locatie zoeken U kunt naar nuttige plaatsen zoeken in de opgeslagen waypoints (locatie) en recente zoekresultaten in uw Favorieten. U kunt een bepaalde plaats ook opzoeken door het adres in te voeren.
POI zoeken 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Zoeken & Gaan om Zoeken > POI zoeken te selecteren. 2. Voer een naam in en selecteer een categorie. 3. Gebruik de 5-wegnavigator om het zoeken te starten en
te markeren,
waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt.
Zoeken & Gaan 9
NEDERLANDS
Selecteer een optie: - geef de route weer. - verwijder de geselecteerde route uit de lijst Geplande trip.
De naam van een locatie met het schermtoetsenbord invoeren 
1. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het teken te selecteren. 2. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. om te wisselen tussen • Tik op hoofd- en kleine letters. om de invoermethode te • Klik op wijzigen. of om de positie van • Klik op de aanwijzer te verplaatsen. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de te markeren, 5-wegnavigator om waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging.
Een categorie selecteren 
1. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om de gewenste categorie te selecteren. 2. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen.
Een voorbeeld van het resultaat van zoeken naar POI
Zoekdetails
10 Zoeken & Gaan
Zoekresultaat

1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Zoeken & Gaan om Zoeken > Adres te selecteren. 2. Voer een adres in (land, stad, straatnaam, en huisnummer). 3. Gebruik de 5-wegnavigator om de navigatie naar de bestemming te starten en te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt.
OPMERKING: Om de zoekoptie te gebruiken, moet u een GPS-positie hebben. Het zoeken wordt uitgevoerd binnen een straal van 6 km van de huidige positie.
Coördinaat zoeken U kunt naar plaatsen zoeken door de coördinaten in te voeren.  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Zoeken & Gaan om Coördinaat zoeken te selecteren. 2. Gebruik de 5-wegnavigator om de zoekindeling voor coördinaten te selecteren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. 3. Gebruik de 5-wegnavigator om de nieuwe coördinaten in te voeren. • Klik op of om naar een ander veld te gaan. U kunt de coördinaten ook veranderen door of te kiezen. 4. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. U kunt de coördinaten opslaan door op te klikken en navigeren door op te klikken.
Zoeken & Gaan 11
NEDERLANDS
Locatie zoeken
Mijn favoriet U kunt navigeren naar elke favoriet die in Mijn favoriet is opgeslagen. 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Zoeken & Gaan om Mijn favoriet te selecteren. 2. Selecteer een plaats in de lijst en druk ter bevestiging op het midden van de 5-wegnavigator. De details van de POI verschijnen. 3. Gebruik de 5-wegnavigator om te markeren om de navigatie voor de rit te starten.
Selecteer een optie: - toon de POI-route op de kaart. - verwijder de geselecteerde route uit de POI-lijst. - navigeer naar uw gekozen POI.
Terug naar Start Druk nadat u uw bestemming hebt bereikt of uw rit hebt voltooid, op de menuknop en gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Terug naar start te selecteren. De Rider 50 navigeert u terug naar uw beginpunt.
12 Zoeken & Gaan
NEDERLANDS
Navigatie stoppen  Uw rit stoppen: 1. Druk op de knop Menu . 2. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Route stoppen te selecteren.
Gegevensregistratie De Rider 50 kan elke seconde van uw rit punten registreren. • Druk in trainingsmodus of de richtingsmodus op om de registratie van het logboek te stoppen. • Druk in vrij fietsen op om de registratie te starten en druk opnieuw om de registratie te stoppen.
Historieverslag De Rider 50 slaat de geschiedenis automatisch op wanneer de timer wordt gestart. Geschiedenis bevat datum, tijd, afstand, gemiddelde snelheid en hoogte. Nadat u een rit hebt voltooid, kunt u de geschiedenisgegevens bekijken op de Rider 50. 
Uw geschiedenis weergeven: 1. Druk op de knop Menu menu te openen.
om het
2. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Historieverslag te selecteren. 3. Selecteer een route in de lijst en druk ter bevestiging op het midden van de 5-wegnavigator. De details van de route verschijnen.
Zoeken & Gaan 13
Selecteer een optie: - geef de route weer. - bewerk de naam voor de geselecteerde Historieverslag. - verwijder de geselecteerde route uit de Historieverslag lijst.
OPMERKING: • De drie pictogrammen worden alleen weergegeven voor de opgenomen log met GPSinformatie. Anders ziet u slechts een pictogram . • u kunt uw geschiedenis ook uploaden naar brytonsport.com om als uw ritgegevens bij te houden. zie "Gegevensbeheer" op pagina 38. • U kunt ook de geschiedenis bekijken door op de menuknop 5-wegnavigator Gesch. weerg. te selecteren.
te drukken en met de
De kaart gebruiken Druk op de modusknop om naar de kaartmodus te schakelen. Als u uw rit begint, verschijnt een roze stippellijn (traject) op de kaart die u de route naar uw bestemming toont. 
Gebruik de 5-wegnavigator om op de kaart in te zoomen. • In het midden drukken om de balk voor het in/uitzoomen op te roepen. • Omhoog / omlaag / naar links / naar rechts bewegen om de map te verschuiven. • Druk nogmaals op het midden om de zoombalk te verbergen.
Druk als de route tijdens de navigatie uit de koers gaat op de infoknop om de route opnieuw te berekenen.
14 Zoeken & Gaan
Zoeken & Gaan 15
NEDERLANDS
Als u het apparaat voor navigatie gebruikt, drukt u op de Infoknop om de volgende afslag te zien (zie de afbeelding links) en drukt u op Meer om de volgende afslagen te zien.
Training Fietsen is een van de beste oefeningen voor uw lichaam. Hiermee verbrandt u calorieën, verliest u gewicht en verbetert u uw algemene fitheid. Met de training-optie van de Rider 50 kunt u plannen voor fitness-training of eenvoudige/geavanceerde workouts opzetten en trainen met uw virtuele partner, Mijn Buddy. Gebruik de Rider 50 om de voortgang van uw training of workout te volgen. 1. Druk op de knop Menu menu te openen.
om het
2. Gebruik de 5-wegnavigatie om Training te selecteren. • Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. • Druk op het midden om de keuze te bevestigen.
Eenvoudige trainingen U kunt eenvoudige trainingen instellen door uw doelstellingen in te stellen. Mijn buddy zal u helpen om deze doelstellingen te bereiken. De Rider 50 biedt u drie types eenvoudige trainingen. Op tijd, Op afstand, en Op calorieën.
Op tijd 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Plan > Simpel > Op tijd te selecteren. 2. Stel uw tijd in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht “Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm.

16 Training
6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten.
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Plan > Simpel > Op afstand te selecteren. 2. Stel de afstand in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht “Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. 
Op calorieën 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Plan > Simpel > Op calorieën te selecteren. 2. Stel het aantal calorieën in dat u wilt verbranden. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht “Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. 
Training 17
NEDERLANDS
Op afstand
Het toetsenbord op het scherm gebruiken
 1. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het teken te selecteren. • Markeer om de gegevens opnieuw in te stellen. • Markeer om de gegevens te wissen. • Markeer of om de aanwijzer te verplaatsen. • Markeer om te wisselen tussen hoofd- en kleine letters. • Markeer om de invoermethode te wijzigen. 2. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. • Markeer de instelling te annuleren.
te markeren, waarna u in het
Basistrainingen U kunt trainingen maken op basis van de tijd en de hartslagzone. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Plan > Basis te selecteren. 2. Stel uw tijd en het gewenste type zone in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht “Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten.
18 Training 
U kunt een aangepast interval van trainingen opgeven met uw Rider 50. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Plan > Interval te selecteren. 2. Stel de interval-trainingsinstellingen in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht “Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. 
Ronde-trainingen Met de optie Ronde kunt u de Rider 50 gebruiken om de ronde automatisch op een specifieke locatie te markeren of nadat u een bepaalde afstand hebt afgelegd. U kunt de ronde ook handmatig markeren. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Plan > Ronde te selecteren. 2. Selecteer het gewenste type ronde. 3. Stel de geselecteerde ronde-instellingen in. 4. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. 
Training 19
NEDERLANDS
Interval trainingen
Mijn buddy Mijn buddy is uw virtuele partner die ontworpen is om u te helpen voldoen aan uw trainings- of eenvoudige workout-doelen.
U
Mijn buddy
 1. Kies een trainingsplan uit Geplande trip of Historieverslag. 2. Vertrek voor een rit. De Rider 50 laat Mijn buddy zien en dit neemt het tijdens de training tegen u op. OPMERKING: U kunt de gegevensvelden in de modus My Buddy aanpassen. Zie “Mijn Buddy-pagina” op pagina 24.
Training Met deze functie kunt u de training starten met het trainingsplan dat u eerder hebt opgeslagen. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Training te selecteren. 2. Selecteer het gewenste trainingsplan en druk op het midden van de 5-wegnavigator ter bevestiging. 3. De details van de geselecteerde training verschijnen op het scherm. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de training te starten. 4. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. 
20 Training
Testtrainingen worden automatisch bijgewerkt op uw Rider 50 nadat u met de toepassing Bryton Bridge hebt gesynchroniseerd. Gedurende de testtraining kunt u uw FTP (Functional Threshold Power), LTHR (Lactate Threshold Heart Rate), MAP (Maximum Aerobic Power), of MHR (Max Heart Rate) op uw Rider 50 meten. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Test te selecteren. 2. Selecteer de gewenste testtraining en druk op het midden van de 5-wegnavigator ter bevestiging. • FTP-test: een testtraining om uw functionele drempelenergie te testen. • LTHR-test: een testtraining om uw lactosedrempel-hartslag te testen. • MAP-test: een testtraining om uw maximale aëroob vermogen te testen. • MHR-test: een testtraining om uw maximale hartslag te testen. 3. De details van de geselecteerde training verschijnen op het scherm. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de training te starten. 4. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten.
 OPMERKING: Voordat u met de testtraining start, moet u over een Rider 50, een hartslagriem en een energiemeter beschikken. De hartslagriem wordt gebruikt om de MHR en LTHR te meten, en de energiemeter wordt gebruikt voor het meten van de FTP en MAP.
Training 21
NEDERLANDS
Testtrainingen
Training stoppen U kunt de huidige training stoppen nadat u uw doel hebt bereikt of wanneer u beslist om de huidige training te beëindigen. 1. Houd
ingedrukt.
2. Het bericht "De huidige training en registratie worden gestopt. Wilt u doorgaan?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de huidige training te stoppen de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging.
22 Training
Met de functie Stappenteller kunt u het aantal stappen registreren dat u zet. Dit kan ook de afgelegde afstand bepalen en berekenen hoeveel calorieën u verbrand hebt. Gebruik de stappenteller om uw voortgang bij te houden. 1. Druk op de knop Menu menu te openen.
om het
2. Gebruik de 5-wegnavigatie om Stappenteller te selecteren. • Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. • Druk op het midden om de keuze te bevestigen. 3. Ga lopen. De Rider 50 telt automatisch elke stap die u zet.  OPMERKING: • Druk om de stappenteller te sluiten op de toets of of en selecteer in het berichtvak. • U kunt dagstaptellingen bekijken door op de toets te drukken of door de gegevens via Bryton Bridge te uploaden zodat u een analyse van de gegevens op brytonsport.com kunt zien. • Het apparaat houdt de stappen 7 dagen bij. Gebruik Bryton Bridge om uw stappen te uploaden voordat ze door nieuwe records worden overschreven.
Stappenteller 23
NEDERLANDS
Stappenteller
Instelling Met de functie Instellingen kunt u pagina-instellingen, sensorinstellingen, systeeminstellingen, fiets- en gebruikersprofiel, waarschuwingen en de kaart instellen.  1. Druk op de knop Menu menu te openen.
om het
2. Gebruik de 5-wegnavigatie om Instelling te selecteren. • Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. • Druk op het midden om de keuze te bevestigen.
Rasterweergave U kunt het raster instellen voor de weergave van informatie, hoogte, kaart en Mijn Buddy. U kunt ook de instelling voor de helderheid van het scherm opgeven.
IInfo-pagina / Hoogtepagina / Kaartpagina / Mijn Buddy pagina 1. Gebruik in het menu Instellingen de 5-wegnavigator om Rasterweergave > Info-pagina, Info-pagina2, Infopagina3, Hoogtepagina, Kaartpagina of Mijn Buddy-pagina te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator naar links of rechts om het aantal weer te geven rasters te selecteren en druk ter bevestiging op het midden.

24 Instelling
3. Gebruik de 5-wegnavigator om het veld te selecteren dat u wilt aanpassen.
6. Druk als u klaar bent op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. 
OPMERKING: Als u “--” in een raster ziet, betekent dit dat de sensor inactief is. Zie “Sensoren” op 26-29 om de sensor in te schakelen.
Dag-/nachtmodus 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu instellingen om Rasterweergave > Dag-/ nachtmodus te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Auto dag-/nacht: de helderheid van de verlichting automatisch aanpassen. • Dagmodus kleurenschema voor dagweergave. • Nachtmodus kleurenschema voor nachtweergave.
Instelling 25
NEDERLANDS
4. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Verplaats de 5-wegnavigator naar links of rechts om naar de volgende/vorige pagina in de lijst te gaan. 5. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren.
Sensoren U kunt de sensorinstellingen aanpassen, zoals het in-/uitschakelen van de functie, het opnieuw scannen of kalibreren voor de Rider 50.
Kompas 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Sensoren > Kompas te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Aan: de sensor inschakelen. • Uit: de sensor uitschakelen. • Kalibratie: kalibreer het kompas van de Rider 50.

Kompaskalibratie 1. Houd de Rider 50 stevig in uw hand. 2. Zwaai met uw arm en noteer het oneindigheidssymbool dat meerdere seconden op het scherm wordt weergegeven. 3. Wanneer de kalibratie is voltooid, wordt een pieptoon weergegeven.
LET OP!! Als u het elektronische kompas gebruikt, moet u de Rider 50 niet vlakbij voorwerpen plaatsen die magnetische velden genereren, zoals elektrische apparaten, magneten, of gebouwen (hoogspanningstoren). Deze voorwerpen kunnen de oorzaak zijn dat de Rider 50 in de verkeerde richting wijst.
26 Instelling
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Sensoren > Ritme te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Aan: de sensor inschakelen. • Uit: de sensor uitschakelen. • Scan: opnieuw scannen om de ritmesensor te detecteren.  OPMERKING: Let er tijdens het verbinding maken tussen de ritmesensoren op dat zich binnen 5 m. geen andere ritmesensor bevindt.
Hartslag 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Sensoren > Hartslag te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Aan: de sensor inschakelen. • Uit: de sensor uitschakelen. • Scan: opnieuw scannen om de hartslagsensor te detecteren.
 OPMERKING: • Wanneer de hartslagmonitor wordt gekoppeld, verschijnt het hartslagpictogram op het hoofdscherm. • Let er tijdens het verbinding maken tussen de ritmesensoren op dat zich binnen 5 m. geen hartslagsensor bevindt.
Instelling 27
NEDERLANDS
Ritme
Snelheid 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Sensoren > Snelheid te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Aan: de sensor inschakelen. • Uit: de sensor uitschakelen. • Scan: opnieuw scannen om de snelheidsensor te detecteren.
Snelheid/Ritme 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Sensoren > Snelheid/Ritme te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Aan: de sensor inschakelen. • Uit: de sensor uitschakelen. • Scan: opnieuw scannen om de snelheidof ritmesensor te detecteren.

OPMERKING: • Als de cadenssensor is gekoppeld, verschijnt het cadenssensorpictogram op het hoofdscherm. • Let er tijdens het verbinding maken tussen de ritme/snelheidssensoren op dat zich geen andere ritme/snelheidsensor in de buurt bevindt.
Voeding 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Sensoren > Voeding te selecteren.

28 Instelling
2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Aan: de vermogensmeter inschakelen. • Uit: de vermogensmeter uitschakelen. • Scan: opnieuw scannen om de vermogensmeter te detecteren. • Kalibratie: kalibreer de vermogensmeter.
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Sensoren > Autom. detecteren te selecteren.

2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Ja: automatisch naar de sensoren zoeken • Nee: handmatig naar de sensoren zoeken
Hoogte-instellingen wijzigen U kunt de hoogte-instelling opgeven voor de huidige locatie en voor 5 andere locaties.
Huidige hoogte  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Hoogtekalibratie > Huidige hoogte te selecteren. 2. Stel de huidige hoogte in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging.
Instelling 29
NEDERLANDS
Autom. detecteren
Hoogte andere positie U kunt 5 locaties instellen die het meest bezocht worden. Nadat u de hoogte voor elke locatie met de hand hebt ingevoerd, selecteert u een gewenste locatie, bijvoorbeeld Positie 1 en selecteert u Kalibratie om de juiste hoogte in te stellen.  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Hoogtekalibratie > Positie 1, Positie 2, Positie 3, Positie 4, of Positie 5 te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Hoogte: stel de hoogte van de locatie in. • Naam bewerken: geef de naam van de locatie op. • Kalibratie: de Rider 50 kalibreren met de hoogte van de opgegeven locatie. OPMERKING: Om te garanderen dat de gegevens nauwkeurig zijn, is het sterk aanbevolen de barometer telkens af te stellen voordat u de Rider 50 gebruikt.
Systeeminstellingen wijzigen U kunt de systeeminstellingen van de Rider 50 aanpassen, zoals achtergrondverlichting uit, helderheid, schermtaal, en notatie tijd-/eenheidsgegevens.
Acht.verl.uit  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Systeem > Acht.verl.uit te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden.
30 Instelling
 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Systeem > Helderheid te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om het helderheidniveau in te stellen en druk ter bevestiging op het midden.
Taal  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Systeem > Taal te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste taal te selecteren en druk ter bevestiging op het midden.
Datumopmaak  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Datumopmaak te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste datumopmaak te selecteren en druk ter bevestiging op het midden.
Instelling 31
NEDERLANDS
Helderheid
Tijdopmaak  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Tijdopmaak te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste tijdopmaak te selecteren en druk ter bevestiging op het midden.
Eenheidnotatie 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Eenheid te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste eenheidopmaak te selecteren en druk ter bevestiging op het midden.
32 Instelling
NEDERLANDS
Datum en tijd instellen U kunt de huidige datum en tijd instellen. 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Datum of Tijd te selecteren. 2. Voer de nieuwe datum in of pas de huidige tijdinstelling aan met het schermtoetsenbord. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging.
te markeren, waarna u in het
Waarschuwing Met de functie Waarschuwen piept de Rider 50 en verschijnt een bericht om u te waarschuwen als: • uw hartslag hoger of lager is dan een opgegeven aantal slagen per minuut (bpm). • De snelheid tijdens de rit hoger of lager is dan een bepaalde instelling. • de ritmesnelheid hoger of lager is dan een bepaald aantal omwentelingen van de arm van de crank per minuut (rpm). • u een bepaalde afstand voor de lange trainingen hebt afgelegd. • u een bepaalde tijd voor de lange trainingen hebt afgelegd. OPMERKING: Om de waarschuwingen voor hartslag, snelheid of ritme te kunnen gebruiken, hebt u een Rider 50, een hartslagriem en een ritmesensor nodig.
Instelling 33
Ritme 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Waarschuwing > Op ritme te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Waarschuwing: stel de waarschuwingsstatus in. • Max. ritme: geef de snelste ritmehoeveelheid op in omwentelingen van de crank-arm per minuut (rpm). • Min. ritme: geef de langzaamste ritmehoeveelheid op in omwentelingen van de crank-arm per minuut (rpm).
Afstand 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Waarschuwing > Op afstand te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Waarschuwing: stel de waarschuwingsstatus in. • Afstand: geef de maximale afstand op.
34 Instelling

1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Waarschuwing > Op snelheid te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Waarschuwing: stel de waarschuwingsstatus in. • Max. snelheid: geef de maximale snelheid op. • Min. snelheid: geef de minimale snelheid op.
Tijd  1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Waarschuwing > Op tijd te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Waarschuwing: stel de waarschuwingsstatus in. • Tijd: geef de maximale rittijd op.
Hartslag 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Waarschuwing > Hartslag te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Waarschuwing: stel de waarschuwingsstatus in. • Max HS: geef de maximale hartslag op. • Min. HS: geef de minimale hartslag op.
Instelling 35
NEDERLANDS
Snelheid
GPS-status weergeven U kunt informatie weergeven over het GPS-signaal dat de Rider 50 momenteel ontvangt. Het GPS-signaalpictogram wordt blauw wanneer de GPS-positie is vastgelegd. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om GPS-status te selecteren.

2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Aan: hiermee schakelt u de GPSsatellieten in. De Rider 50 zal automatisch satellietsignalen zoeken. • Uit: hiermee schakelt u de GPSsatellieten uit.
Gebruikersprofiel aanpassen U kunt uw persoonlijke informatie wijzigen. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Gebruikersprofiel te selecteren.

36 Instelling
2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Naam: Voer uw naam in via het toetsenbord op het scherm. • Geslacht: selecteer uw geslacht. • Geboortedag: voer uw geboortedag in. • Lengte: stel uw lengte in. • Gewicht: stel uw gewicht in. • MHR: stel uw maximale hartslag in. • LTHR: stel de melkzuurdrempel voor uw hartslag in. • MAP: stel uw maximale aerobische vermogen in. • FTP: stel uw functionele drempelvermogen in.
U kunt uw fietsprofiel aanpassen en weergeven 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Fietsprofiel > Fiets 1 of Fiets 2.in te stellen. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Status: stel de fietsstatus in. • Naam: voer de naam van de fiets in via het toetsenbord op het scherm. • Fietstype: selecteer het fietstype. • Gewicht: stel het fietsgewicht in. • Wiel: stel de grootte van het fietswiel in. • Tot. km: stel het totale aantal kilometers van de fietstocht in.

OPMERKING: Raadpleeg "Wielgrootte en -omtrek" op pagina 44 voor meer informatie over de wielgrootte.
Kaartinstellingen wijzigen U kunt de stand van de kaart wijzigen. 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Instellingen om Kaart > Altijd noorden te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. • Ja: geef de kaart zo weer dat de bovenkant altijd het noorden is. • Nee: geef de kaart weer in de normale vogelvluchtweergave.
Instelling 37
NEDERLANDS
Fietsprofiel aanpassen
Gegevensbeheer U kunt de Rider 50 als USB-opslag gebruiken en u kunt een aparte microSD-kaarthouder kopen voor aanvullend extern geheugen.
Bestanden laden Plaats een microSD-kaart (optioneel) Plaats een microSD-kaart met het gouden contactgebied omlaag gericht, zoals weergegeven in de afbeelding.
de USB-kabel aansluiten 1. Open de weerkap van de mini-USB-poort. 2. Sluit de mini-USB-aansluiting van de USB-kabel aan op de mini-USB-poort van de Rider 50. 3. Sluit het andere uiteinde aan op uw computer. De Rider 50 wordt opnieuw ingesteld en gaat naar de USB-modus. De computer detecteert automatisch de Rider 50 en installeert het benodigde stuurprogramma en de toepassing.
Bestanden overbrengen naar uw computer 1. Start de Bryton Bridge-toepassing. 2. Volg de instructies op het scherm om gegevens over te dragen naar uw computer. OPMERKING: Upload uw historische gegevens naar brytonsport.com en houd al uw gegevens bij via de toepassing Bryton Bridge.
Bestanden overbrengen naar een andere Rider 50
Met de functie Klop Klop kunt u bestanden overbrengen naar een andere Rider 50 met behulp van draadloze technologie. 1. Schakel beide Rider 50's in en breng ze binnen elkaars bereik (4 m). 2. Druk op de knop Menu menu te openen.
om het
3. Gebruik de 5-wegnavigatie om Klop Klop te selecteren. • Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. • Druk op het midden om de keuze te bevestigen.
38 Gegevensbeheer

1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Klop Klop om Geg. overdragen te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de records te selecteren die u wilt delen en druk ter bevestiging in het midden. 3. Gebruik de 5-wegnavigatie als u klaar bent om Klop Klop te selecteren. 4. Een pop-upvenster "Klaar voor Klop" verschijnt op het scherm. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen.
5. Gebruik om de gegevens over te dragen de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt.
OPMERKING: Breng beide Rider 50-apparaten binnen 4 meter van elkaar.
Geg. ontvangen 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Klop Klop om Geg. ontvangen te selecteren. 2. Een pop-upvenster "Klaar voor Klop" verschijnt op het scherm. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. 3. Gebruik om de gegevens te ontvangen de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. OPMERKING: • De duur van de bestandsoverdracht is van de bestandsgrootte afhankelijk. Aanbevolen wordt om telkens bij het delen van gegevens kleinere bestanden over te zetten. • Houd de apparaten maximaal 4 meter uit elkaar bij het overzetten of ontvangen van bestanden.
Gegevensbeheer 39
NEDERLANDS
Geg. overdragen
Stopwatch Met de functie Stopwatch kunt u meten hoeveel tijd er verstreken is sinds de Rider 50 werd geactiveerd en gedeactiveerd. U kunt schakelen tussen twee modi: Aftellen en Timer. Aftellen wordt gebruikt om u te waarschuwen wanneer een bepaalde tijd is verstreken. Timer wordt gebruikt om te meten hoelang iets duurt. 1. Druk op de knop Menu menu te openen.
om het
2. Gebruik de 5-wegnavigatie om Stopwatch te selecteren. • Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. • Druk op het midden om de keuze te bevestigen.
Aftellen 
1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Aftellen te selecteren. 2. Stel de afteltimer in, markeer en druk ter bevestiging op het midden van de 5-wegnavigator. 3. Verplaats om de aftelling te starten de 5-wegnavigator naar links of rechts om te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. 4. Verplaats om de aftelling te pauzeren de 5-wegnavigator naar links of rechts om te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. 5. Verplaats om de aftelling te pauzeren de 5-wegnavigator naar links of rechts om te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt.
40 Stopwatch
 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Stopwatch om Timer te selecteren. 2. Druk om de timer te starten ter bevestiging op het midden van de 5-wegnavigator.
 3. Verplaats om een ronde te registreren terwijl de klok draait de 5-wegnavigator naar links of rechts om te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. Hiermee wordt de tijd van het eerste traject weergegeven. • Herhaal deze stap om een nieuw traject te maken. 4. Verplaats om de klok te stoppen de 5-wegnavigator naar links of rechts om te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt.
Stopwatch 41
NEDERLANDS
Timer
Specificaties
Bijlage
Rider 50 Item
Beschrijving
Scherm
2,2 inch kleuren-LCD
Resolutie
176 x 220
Fysisch formaat
54,7 x 96 x 21,6 mm (2,15” x 3,77” x 0,85”)
Gewicht
106 g (105,74 g)
Bedrijfstemperatuur
-15oC tot 50oC
Temperatuur voor opladen batterij
0oC tot 40oC
Batterij
1200mAh oplaadbare Li-batterij
Levensduur batterij
Als de verlichting is uitgeschakeld, blijft hij tot 15 uur actief.
GPS
Ingebouwde hooggevoelige ST GPS-ontvanger met interne patch-antenne
RF-zendontvanger
2,4GHz ANT+ zendontvanger met geïntegreerde antenne
Opslagruimte
Intern 2 GB iNAND, ondersteunt microSD tot 32 GB
Barometer
300 ~ 1100 hPA (+9000 ~ -500 m boven de zeespiegel)
Snelheids-/ritmesensor Item
Beschrijving
Fysisch formaat
37,5 x 35 x 12 mm
Gewicht
25 g
Waterbestendig
1 ATM
Transmissiebereik
3m
Levensduur batterij
1 uur per dag gedurende 22 maanden (660 uren)
Bedrijfstemperatuur
5oC tot 40oC
Radiofrequentie/protocol
2,4GHz / Dynastream ANT+ Sport draadloos communicatieprotocol
De nauwkeurigheid kan teruglopen door een slecht sensorcontact, elektrische interferentie, en de afstand tussen ontvanger en zender.
42 Bijlage
NEDERLANDS
Hartslagmonitor Item
Beschrijving
Fysisch formaat
34,7 x 3,4 x 1,1 cm
Gewicht
44 g
Waterbestendig
10 m
Transmissiebereik
3m
Levensduur batterij
1 uur per dag gedurende 16 maanden (480 uren)
Bedrijfstemperatuur
5oC tot 40oC
Radiofrequentie/protocol
2,4GHz / Dynastream ANT+ Sport draadloos communicatieprotocol
De nauwkeurigheid kan teruglopen door een slecht sensorcontact, elektrische interferentie, en de afstand tussen ontvanger en zender.
Batterij-informatie Batterij hartslagmonitor en ritmesensor De hartslagmonitor/ritmesensor heeft een door de gebruiker vervangbare CR2032-batterij. De batterij vervangen: 20
32 3 V
A R
1. Zoek de cirkelvormige batterijklep op de achterkant van de hartslagmonitor/ritmesensor.
B AT T E RY ear W ital eazrt Dig H 2.4GH
2. Gebruik een munt om de klep linksom te draaien zodat de pijl op de klep naar OPEN wijst. 3. Verwijder de klep en de batterij. Wacht 30 seconden.
C
1G RMHW G 4GH ID:0 HRMHW1 FCC 6AM1G IC: 766 : SHR INA MODEL IN CH MADE
B
R SIO
L
4. Plaats de nieuwe batterij met het positieve contact eerst en stop hem in het batterijvak.
5. Gebruik een munt om de klep rechtsom te draaien zodat de pijl op de klep naar GESLOTEN wijst.
A
B
OPMERKING: • Wanneer u een nieuwe batterij installeert en de batterij niet met de positieve aansluiting eerst is geplaatst, kan de positieve aansluiting gemakkelijk vervormen en defect raken. • Zorg dat u de O-ring-pakking op de klep niet beschadigt of verliest. • Neem contact op met uw lokale afvalverwerkingmaatschappij om lege batterijen correct te verwijderen.
Bijlage 43
Wielgrootte en -omtrek De wielgrootte is gemarkeerd aan beide zijden van de banden. Wielgrootte
L (mm)
Wielgrootte
L (mm)
12 x 1,75
935
24 x 1,75
1890
14 x 1,5
1020
24 x 2,00
1925
14 x 1,75
1055
24 x 2,125
1965
16 x 1,5
1185
26 x 7/8
1920
16 x 1,75
1195
26 x 1(59)
1913
18 x 1,5
1340
26 x 1(65)
1952
18 x 1,75
1350
26 x 1,25
1953
20 x 1,75
1515
26 x 1-1/8
1970
20 x 1-3/8
1615
26 x 1-3/8
2068
22 x 1-3/8
1770
26 x 1-1/2
2100
22 x 1-1/2
1785
26 x 1,40
2005
24 x 1
1753
26 x 1,50
2010
24 x 3/4 buis
1785
26 x 1,75
2023
24 x 1-1/8
1795
26 x 1,95
2050
24 x 1-1/4
1905
26 x 2,00
2055
26 x 2,10
2068
700 x19C
2080
26 x 2,125
2070
700 x 20C
2086
26 x 2,35
2083
700 x 23C
2096
26 x 3,00
2170
700 x 25C
2105
27 x 1
2145
700 x 28C
2136
27 x 1-1/8
2155
700 x 30C
2170
27 x 1-1/4
2161
700 x 32C
2155
27 x 1-3/8
2169
700C buis
2130
650 x 35A
2090
700 x 35C
2168
650 x 38A
2125
700 x 38C
2180
650 x 38B
2105
700 x 40C
2200
700 x 18C
2070
44 Bijlage
Zone
Wat het doet
% van hartslagreserve 50-60%
1: Zeer licht
Fantastisch voor beginners, gebruikers met een uitzonderlijk slechte conditie en gebruikers die in de eerste plaatst interesse hebben voor de training met het oog op gewichtsverlies omdat het lichaam een groter mengsel van vetcalorieën dan koolhydraatcalorieën verbrandt voor zijn brandstof.
60-70%
2: Licht
Gewichtmanagement & versterking van uw hart waarbij u het de kans geeft te werken op zijn optimaal niveau Ook bekend als de "aerobic-conditiedrempel" omdat uw lichaam vanaf dit punt begint te profiteren van de positieve effecten van uw aerobic-oefeningen.
70-80%
3: Gemiddeld
Niet alleen voordelig voor uw hart, maar ook voor uw ademhalingssysteem. Verhoogt uw weerstand en verbetert uw aëroob vermogen, d.w.z. de capaciteit om zuurstof te transporteren naar kooldioxide te verwijderen van de sportspecifieke spieren. Verhoogt uw MET-output (metabolische equivalent).
80-90%
4: Zwaar
Voordelen van trainen met hoge prestaties. Verhoog de mogelijkheid van uw lichaam om melkzuur te metaboliseren, zodat u zwaarder kunt trainen voordat u over de drempel gaat van de pijn door de opeenhoping van melkzuur en het gebrek aan zuurstof.
90-100%
5: Max
Alleen extreem fitte atleten werken in deze zone met een beperkte frequentie en duur. Werken met gebrek aan zuurstof om metabolische paden van snel samentrekkende spiervezels te trainen, niet-duurzame paden of enzymen.
Basisonderhoud van uw Rider 50 Als u goed zorg draagt voor uw Rider wordt het risico op schade aan uw Rider 50 beperkt. • Laat uw Rider 50 niet vallen of stel deze niet bloot aan schokken. • Stel uw Rider 50 niet bloot aan extreme temperaturen en overdadig vocht. • Het schermoppervlak kan gemakkelijk krassen oplopen. Gebruik de niet-klevende algemene schermbeschermingen om uw scherm tegen kleine krassen te beschermen. • Gebruik een opgelost neutraal schoonmaakmiddel op een zachte doek om uw Rider 50 schoon te maken. • Probeer uw Rider 50 niet te demonteren, repareren of aan te passen. Elke dergelijke poging zal de garantie ongeldig maken.
Bijlage 45
NEDERLANDS
Hartslagzones