Inhoudsopgave Voorwoord
1
1 Inleiding
2
2 Cijfers overgewicht
7
3 Deelconvenant school
10
4 Deelconvenant consument & vrije tijd
14
5 Deelconvenant werk
18
6 Deelconvenant JOGG
22
7 Convenantbureau
27
8 Adressen convenantbureau, partners
28
en overige organisaties Lijst met afkortingen, voetnoten, colofon
31
1
Doorstart Het eerste jaar van het Convenant Gezond Gewicht zit er bijna op. De ‘doorstart’ van het in 2005 opgestelde Convenant overgewicht is een feit. Op alle deelterreinen: werk, school, consument & vrije tijd en JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) zijn dit jaar flinke slagen gemaakt. Met steun van een enthousiast en versterkt team op het convenantbureau hebben alle convenantpartijen per deelconvenant de plannen voor de komende vijf jaar vastgesteld en nieuwe activiteiten ondernomen. Door de nieuwe structuur is de samenwerking verbeterd tussen de partijen die het verschil kunnen maken in de praktijk: in de bedrijven, op de scholen, in de winkels en de wijken. Het Convenant Gezond Gewicht bouwt verder op het kabinetsbeleid zoals vastgelegd in de Nota Overgewicht van 2009. Publiekprivate samenwerking, gerichte voor lichting en activiteiten die gezond eten en bewegen gemakkelijker maken, vooral voor jongeren en hun ouders, vormen de kern van de deelconvenanten. Cijfers van landelijke onderzoeken die het Convenant Gezond Gewicht gebruikt bij de monitoring en evaluatie, laten zien dat zo’n gerichte, directe aanpak nodig is en werkt. Overgewicht is weliswaar een nationaal (en inter nationaal) probleem, maar er zijn grote verschillen tussen verschillende groepen mensen en hun leef- en werkgebieden. Met het effectief en efficiënt bestrijden van overgewicht draagt het convenant bij aan het terugdringen van de snel stijgende kosten voor de gezondheidszorg. Maar investeren in activiteiten die gezond eten en voldoende bewegen bevorderen, levert veel meer op dan alleen financieel voordeel. Fitte mensen voelen zich beter, kunnen meer aan, hebben meer plezier in het leven, op het werk en op school. Leven langer en gelukkiger. Met die boodschap gaan we de komende jaren ambitieus en gericht door om ouders, kinderen, jongeren, ouderen, politici, werkgevers en werknemers, docenten, artsen en onderzoekers allemaal in beweging te brengen en te houden voor een gezonde leefstijl in een gezonde leefomgeving.
Voorwoord
We rekenen daarbij op de steun van het nieuwe kabinet en de nieuwe gemeenteraden die dit jaar gevormd zijn. Zij kunnen ook op ons, de partners van het Convenant Gezond Gewicht, rekenen. Ik zal mij de komende jaren blijven inzetten om onze ambitie ‘Nederland de gezondste jeugd van Europa’, waar te maken.
Met vriendelijke groet, Paul Rosenmöller Voorzitter stuurgroep
2
“Rijksoverheid is zeer betrokken” “Om de energie die het convenant bij partijen en personen heeft opgewekt vast te houden en de ontwikkelde plannen en aanpakken om te zetten in integrale en structurele activiteiten, heb ik ingezet op een vervolg van het convenant. Ons beleid heeft zich gericht op verscherping en verbinding van bestaand beleid. Versterking van de lokale integrale aanpak zorgt voor slagkracht. Verbinding van informatie, partijen, professionals en kennis zorgt voor transparantie en doelmatigheid. Onder andere de uitvoering van de Kamermoties, 100% gezonde schoolkantines in 2015 en de implementatie van de Epode-aanpak bij gemeenten, verloopt via het convenant. De rijksoverheid is een van de partijen bij het convenant en is zeer betrokken.” Ab Klink, oud-minister van VWS1
1 Inleiding
3
Het aantal kinderen en volwassenen dat te zwaar is, neemt toe in Nederland. Het is een groeiend probleem. Voor mensen met overgewicht, maar ook voor de samenleving. Het Convenant Gezond Gewicht streeft naar een goede balans tussen eten en bewegen. Het Convenant Gezond Gewicht is een vervolg op het Convenant overgewicht (2005-2010). Bewust werd gekozen voor een nieuwe naam: niet langer het probleem, maar het resultaat staat centraal. De convenantpartners willen overgewicht en obesitas op de maatschappelijke agenda zetten en mensen bewustmaken van de gezondheidsrisico’s. Ook willen de convenantpartners de groei van overgewicht en obesitas omzetten in een daling. Die trendbreuk hebben de partners zich voor de loop van dit convenant ten doel gesteld. Op 23 november 2009 werd tijdens de Nationale Balans Top in Den Haag het Convenant Gezond Gewicht getekend. Minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport plaatste zijn handtekening, evenals ruim twintig organisaties: bedrijven, sportorganisaties, maatschap pelijke organisaties, gemeenten en werkgevers- en werknemersorganisaties. Het Convenant Gezond Gewicht loopt van 2010 tot 2015.
De rijksoverheid vindt dat het Convenant Gezond Gewicht duidelijk meerwaarde heeft. De Nota Over gewicht uit 2009 prijst de gezamenlijke actie van overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De samenwerking tussen de convenantpartijen, die al begon in 2005, werpt vruchten af. Overgewicht en obesitas staan bij steeds meer organisaties op de agenda en de bewustwording in de samenleving is toegenomen. De samenwerking gaat nu door met nog meer ambitie en concretere afspraken.
Jaarverslag Dit jaarverslag rapporteert over de activiteiten uit het koepelconvenant in 2010, het eerste jaar van het Convenant Gezond Gewicht. Ook beschrijft het de uitvoering, de realisatie van ambities en inspanningsverplichtingen van de deelconvenanten in dezelfde periode. Het spreekt voor zich dat het Convenant Gezond Gewicht geen nieuwe start is. De activiteiten die begonnen onder het Convenant overgewicht gaan door, met vernieuwde ambitie. In dit jaarverslag komen vooral nieuwe elementen en activiteiten aan de orde.
Nieuwe structuur Het Convenant Gezond Gewicht heeft een nieuwe organisa tiestructuur. Hierdoor is het voor organisaties effectiever om samen te werken en om concrete afspraken te maken, omdat partijen bij die ambities betrokken zijn waar zij een rol kunnen spelen en invloed kunnen uitoefenen. In het koepelconvenant zijn de algemene doelstellingen opgenomen en procedurele en organisatorische afspraken gemaakt. Daarnaast zijn er vier deelconvenanten: werk, school, consument & vrije tijd en JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht). In de deelconvenanten zijn partijen actief die op hun terrein daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen. Daarnaast werkt het convenant samen met kennisinstituten, netwerken en organisaties die beschikken over kennis op het gebied van overgewicht en obesitas. Zoals het Centrum Gezond Leven van het RIVM en het Voedingscentrum.
Activiteiten koepelconvenant Stuurgroep De stuurgroep ziet erop toe dat de afspraken uit het koepel convenant en de deelconvenanten worden uitgevoerd. Verder brengen stuurgroepleden desgewenst hun deskun digheid in voor de uitvoering van de deelconvenanten en beantwoorden zij vragen van het convenantbureau. Elke partij van het koepelconvenant is vertegenwoordigd in de stuurgroep. De convenantpartijen hebben Paul Rosenmöller opnieuw verzocht en bereid gevonden voorzitter van de stuurgroep te zijn.
Stuurgroep
Paul Rosenmöller Voorzitter
Dhr. M. Jansen
Dhr. M. Limmen
4
Ambassadeur Gezond Gewicht en JOGG Naast voorzitter van de stuurgroep, is Paul Rosenmöller ook nationaal ambassadeur Gezond Gewicht en JOGG. Hij heeft in 2010 op vele bijeenkomsten, congressen en symposia gesproken en treedt regelmatig op in de media om het convenant en haar activiteiten breed in de samenleving onder de aandacht te brengen.
“
Congres Overgewicht -
samen op weg naar de juiste balans
Zwolle, de eerste JOGG gemeente van Nederland, Paul Rosenmöller en Wethouder E. Dannenberg ondertekenen samen de intentieverklaring voor Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). P aul Rosenmöller over gezonde werkvloer.
Den Haag eerste grote JOGG stad!
Paul Rosenmöller en Wethouder Rabin Baldewsingh ondertekenen samen de intentieverklaring voor Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG).
Gezonde Jongeren speerpunt gemeente Den Haag.
Symposium ‘De gezonde werkvloer: recht of plicht?’
Plannen van aanpak vastgesteld De stuurgroep heeft op 28 april 2010 voor de eerste keer in de nieuwe samenstelling vergaderd. In dit overleg heeft ze van elk deelconvenant het plan van aanpak vastgesteld voor de komende vijf jaar. De stuurgroep vond dat er veel concrete afspraken zijn gemaakt en sprak de verwachting uit dat de convenantpartijen elkaar bij de uitvoering zullen versterken. De afgelopen jaren zijn de deelnemers veel eigen activiteiten gestart om overgewicht en obesitas terug te dringen. De stuurgroep wees erop dat gezamenlijke projecten de voorkeur hebben. Door het convenant is een proces in gang gezet om de samenhang tussen de activi teiten van de verschillende partijen te vergroten. Daardoor valt er de komende jaren (nog) meer effect te verwachten van de activiteiten uit de plannen van aanpak.
Convenantbureau Vanwege de nieuwe structuur van het convenant is ook het convenantbureau anders ingericht. Accountmanagers begeleiden de uitvoering van de deelconvenanten en JOGG heeft een aparte afdeling binnen het bureau. Op dit moment wordt gewerkt aan het onderbrengen van de convenantactiviteiten in een zelfstandige stichting.
Monitoring Voor de monitoring maakt het convenantbureau gebruik van gegevens uit twee landelijke onderzoeken: POLS (Permanent Onderzoek LeefSituatie) van het CBS en de Monitor Bewegen en Gezondheid (onderdeel van OBiN: Ongevallen en Bewegen in Nederland). De monitor wordt beheerd door TNO. Speciaal voor de monitoring van het Convenant Gezond Gewicht worden binnen OBiN, sinds mei 2010, aanvullende vragen gesteld over (determinanten van) eetgedrag. Tijdens de Nationale Balans Top op 22 november 2010 presenteerde TNO een eerste gedeelte van de nulmeting van de OBiN gegevens en de meest recente cijfers van het CBS. Deze nulmeting onder de Nederlandse bevolking geeft inzicht in de bewustwording van overgewicht en obesitas en kennis over de gezondheidsrisico’s en de mogelijkheden voor preventie en aanpak. Het convenant gebruikt POLS van het CBS om de trend te meten van overgewicht en obesitas onder kinderen en volwassenen in Nederland.
“
Koninklijke Vereniging van leraren Lichamelijke Opvoeding
Dhr. P. den Ouden
Dhr. L. Hartveld
Mevr. R. den Besten
Dhr. L. de Vries
Mevr. Y. Sanders
Dhr. L. van Grinten
5
Financiën Het Convenant Gezond Gewicht ontvangt gedurende de looptijd van het convenant een financiële bijdrage van de ministers van VWS, OCW en in 2010 van Jeugd en Gezin. Daarnaast dragen de convenantpartijen financieel bij aan de uitvoering, naast de inzet van eigen menskracht en middelen. Ook andere partijen hebben financieel bijge dragen. Het convenantbureau bracht in november 2010 financieel verslag uit aan de stuurgroep. Vanaf 2011 doet het bureau dat elk halfjaar. Het ministerie van VWS heeft aanbevolen ook voor de deelconvenanten met budgetten te werken. De stuurgroep houdt hiermee, voor zover mogelijk, rekening bij het vaststellen van de jaarbe groting voor 2011.
Communicatie
Het Convenant Gezond Gewicht gebruikt, met name, de volgende communicatiemiddelen: Website
De website van het Convenant Gezond Gewicht heeft een kleine restyle ondergaan. Informatie op de site is nu beter te vinden. Bepaalde teksten zijn herschreven en de partnerpa gina’s zijn bijgewerkt en voorzien van recente gegevens. In 2011 wordt het extranet verbeterd zodat dit voor de conve nantpartners weer toegankelijk is om te rapporteren over de voortgang van hun activiteiten. Naast nieuwsberichten van het convenant staat er ook informatie op de website over de convenantpartners. Relevante artikelen uit de media zijn op de website via een link te vinden. De vernieuwde website bevat ook informatie voor de pers, zoals factsheets en fotomateriaal.
Het communicatiebeleid ondersteunt de activiteiten van het Convenant Gezond Gewicht en helpt de doelstel lingen van het convenant te realiseren. De volgende communicatiedoelstellingen en -middelen zijn hiervoor vastgesteld. 1 Overgewicht en obesitas op de maatschappelijke agenda zetten, evenals de maatregelen voor het terugdringen ervan - zowel op nationaal, regionaal als lokaal niveau. 2 Zorgen dat Nederlanders zich beter bewust zijn van de gezondheidsrisico’s van overgewicht en obesitas. Ook moeten mensen meer kennis hebben over deze risico’s en weten welke maatregelen bijdragen aan de preventie en aanpak van overgewicht en obesitas. 3 Het introduceren en positioneren van JOGG als landelijke beweging en merk voor een gezonde en actieve leefstijl.
Nieuwsbrief
Het Convenant Gezond Gewicht wil verschillende doelgroepen bereiken. De keuze van communicatie middelen is afhankelijk van de boodschap en de doelgroep. Om goed aan te sluiten bij de betreffende doelgroep worden vanuit de deelconvenanten ook communicatieactiviteiten ontwikkeld.
Factsheets
Dhr. van Zijl
Dhr. H. Stam
Dhr. E.R. Steenborg
De nieuwsbrief bevat recente berichten over de activiteiten van het convenant en haar partners. De nieuwsbrief gaat vier keer per jaar uit naar de partners, overige betrokken partijen en geïnteresseerden. Net als de website van het Convenant Gezond Gewicht is ook de vormgeving van de nieuwsbrief aangepast. Artikelen, interviews en columns
Paul Rosenmöller wordt regelmatig benaderd voor een interview. Ook de leden van het convenantbureau en partners zijn beschikbaar voor interviews in vakbladen, kranten en websites of via radio- of tv-programma’s. Vanaf 2011 krijgen partners van het convenant de gelegenheid iets te vertellen over hun recente activiteiten, bijvoorbeeld in de vorm van een column, op de website van het Convenant Gezond Gewicht.
Om de communicatie te stroomlijnen, heeft het convenant bureau factsheets van het koepelconvenant en de deelcon venanten toegezonden aan de deelnemers. Voor de verdere verspreiding onder het publiek zijn deze op de website van het convenant geplaatst. De factsheets geven een beschrijving van de ambities en activiteiten van het betreffende deelconvenant.
Mevr. C. Ros
Dhr. E. Lenselink
Mevr. T. van den Heuvel
6
Communicatie door convenant partijen Deelnemers aan het convenant hebben hun leden en achterban in 2010 geïnformeerd over de afspraken die zijn gemaakt. Onder andere via hun websites en perio dieken. Voor de komende jaren staan voorlichting en communicatie over het convenant, en vooral over de doelstellingen en bijbehorende activiteiten, vast op de agenda van de deelnemers. Hun achterban blijft zo niet alleen op de hoogte, maar wordt ook zelf aangemoedigd om de stijgende trend van overgewicht en obesitas te keren.
Congres Overgewicht Samen met het ministerie van VWS organiseerde het Convenant Gezond Gewicht het Congres Overgewicht. Dit vond plaats op 14 januari 2010 bij het ROC Midden Nederland te Utrecht. Er waren meer dan 300 deelnemers, waaronder GGD-medewerkers, gemeente ambtenaren, zorgprofessionals, bedrijfsleven, universi teiten en partners van het Convenant Gezond Gewicht. JOGG-ambassadeur Paul Rosenmöller en drie leerlingen van het ROC Midden Nederland lanceerden de website van JOGG. ’s Middags volgden de deelnemers kennis sessies. Bij een van deze sessies lichtte het Convenant Gezond Gewicht de JOGG- aanpak toe. Aan het einde van de dag kwamen tijdens een vernieuwende mindmapsessie de uitkomsten van de kennissessies samen in een masterplan. Dit masterplan helpt de deelnemers aan de slag te gaan om samen de juiste balans te bereiken.
Nationale Balans Top De Nationale Balans Top is het jaarlijks congres van het Convenant Gezond Gewicht. Deelnemers horen op deze dag het laatste nieuws over de activiteiten en de plannen voor het komende jaar. In november 2010 was het onderwerp Fit for You(th). Er vonden onder andere dialogen plaats tussen jongeren, partners van het convenant en prominenten. Daarbij stond de vraag centraal hoe de ideale toekomst met JOGG eruitziet en hoe we dit ideaalbeeld samen kunnen waarmaken. Professor Jeff French, CEO van Strategic Social Marketing Ltd, gaf een introductie over sociale marketing, een van de pijlers van JOGG. Op het marktplein waren de meest recente activiteiten van de partners uit de verschillende deelconvenanten te zien. De Nationale Balans Top vond plaats op de Haagse Hogeschool.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Dhr. A.J.J. Dingelstad
Mevr. K. Kervezee
Mevr. A. van de Kamp
Dhr. C.W. van der Waaij
Dhr. J. van Zundert
Dhr. T. Verheij
7
2 Cijfers overgewicht Voor de monitoring en evaluatie van de doelstellingen in het Convenant Gezond Gewicht, is begin 2010 afgesproken om aan te sluiten bij twee lopende landelijke onderzoeken: • De Monitor Bewegen en Gezondheid (onderdeel van OBiN: Ongevallen en Bewegen in Nederland) voor het meten van (determinanten van) eet- en beweeg gedrag, determinanten van een gezond gewicht en het aanbod en gebruik van relevante activiteiten op scholen en bij bedrijven. Deze monitor wordt beheerd door TNO. • POLS (Permanent Onderzoek Leefsituatie) van het CBS voor de trendmeting van overgewicht en obesitas.
Dit jaar zijn ook de gegevens van de Vijfde Landelijke Groei studie van TNO (10 juni 2010) bekend gemaakt. De BMI gegevens uit dit onderzoek zijn verkregen door kinderen en jongeren te wegen en meten. Deze meetmethode is anders dan bij POLS en OBiN, daar is sprake van zelfrapportage. Omdat de gegevens uit de Vijfde Landelijke Groeistudie zeer recent zijn, staan deze cijfers in dit jaarverslag. Ook zijn inter nationale gegevens opgenomen. De gegevens uit de Vijfde Landelijke Groeistudie en de internationale gegevens worden niet gebruikt voor de monitoring en evaluatie van de doelstellingen van het convenant.
Tijdens de convenantperiode zullen jaarlijks resultaten uit deze twee onderzoeken worden weergegeven in het jaarverslag van het convenant. De cijfers in dit jaarverslag dienen als een eerste aanzet voor de nulmeting. Bij het ter perse gaan van dit jaarverslag waren de gegevens van de Monitor Bewegen en Gezondheid (onderdeel van OBiN) nog niet gereed. Daarom zijn voor de monitoring en evaluatie van het convenant in dit jaarverslag alleen de gegevens van POLS vermeld. Tijdens de Nationale Balans Top op 22 november 2010 maakte TNO de gegevens van De Monitor Bewegen en Gezondheid bekend. Vanaf dat moment zijn deze cijfers ook beschikbaar gesteld op de website van het convenant: www.convenantgezondgewicht.nl.
Dhr. T. Schmitz
Mevr. Y. van Sluys
Dhr. M. Merkelbag
Mevr. J. de Jager
Dhr. P. van Rooij
8
A
B
Eerste aanzet nulmeting Convenant Gezond Gewicht via POLS
Vijfde Landelijke groeistudie van TNO 3
Trends van overgewicht 2 De uitkomsten voor matig overgewicht bij volwassenen van 20 jaar of ouder waren in 2009 nagenoeg gelijk aan die van 2008. Vier op de tien mannen en drie op de tien vrouwen hebben matig overgewicht. Het percentage volwassenen met ernstig overgewicht blijft echter nog steeds toenemen. Bij mannen (11,2%) was het aandeel met ernstig overgewicht sinds 1981 niet eerder zo hoog (overgewicht en obesitas berekend op basis van zelfrap portage van lengte en gewicht).
In de Vijfde Landelijke Groeistudie zijn actuele groeige gevens verzameld van kinderen en jongeren van 2 tot 21 jaar, door het meten van lengte en gewicht [Schönbeck et al, 2010]. Hierbij is alleen gekeken naar kinderen en jongeren van Nederlandse, Turkse en Marokkaanse afkomst. De resultaten van de studie zijn onderverdeeld in deze drie etniciteiten. De studie laat zien dat de prevalentie van overgewicht en obesitas bij alle kinderen en jongeren, zowel jongens als meisjes, blijft stijgen. 35% 35% 30% 30% 25% 25%
Mannen: matig overgewicht (25≤BMI<30)
40%
Turks Turks
20% 20%
30%
10% 10%
25%
5% 5% 0% 0%
Vrouwen: matig overgewicht (25≤BMI<30) 20% 15% 45%
Vrouwen: ernstig overgewicht (25≤BMI<30) Mannen: matig overgewicht (25≤BMI<30)
10% 40%
35% 35%
Vrouwen: matig overgewicht (25≤BMI<30) 20% Personen van 20 jaar en ouder met overgewicht. (bron: CBS)
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
1980
Percentage overgewicht
8% 6% 4% 2%
Personen van 0 tot 20 jaar met overgewicht. (bron: CBS)
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1988
1986
1984
1982
1980
1990
Percentage obesitas
0%
15% 15% 10% 10% 5% 5% 0% 0%
Nederlands Nederlands
1998 1998
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
1980
Percentage obesitas
0% 12%
Marokkaans Marokkaans
1980 1980
Vrouwen: ernstig overgewicht (25≤BMI<30)
percentage overgewicht en obesitas (op basis van 5% zelfrapportage van lengte en gewicht) bij kinderen en 12% Mannen: ernstig overgewicht (25≤BMI<30) 0% jongeren verloopt schommelend, maar er is onmis 10% kenbaar een stijgende trend. Gemiddeld genomen is het Percentage overgewicht 8% percentage overgewicht in 30 jaar gestegen met maar 6% liefst 40%. Het percentage jongeren met obesitas lijkt 4% zich gemiddeld genomen te stabiliseren. 14% 2%
Turks Turks
25% 25% 20% 20%
15% 10% 14% Het
30% 30%
2010 2010
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1986
1984
1982
1980
1988
Mannen: ernstig overgewicht (25≤BMI<30)
0% 30%
10%
Nederlands Nederlands
Jongens
35% 5%
25%
Marokkaans Marokkaans
1998 1998
15% 15%
1980 1980
35%
2010 2010
45%
Meisjes
Volgens de studie heeft op dit moment 13,3% van de jongens van Nederlandse afkomst, 32,5% van Turkse en 25,2% van Marokkaanse afkomst overgewicht of obesitas. Het aantal jongens met overgewicht en obesitas is vanaf 1997 gestegen met gemiddeld zo’n 50%. Bij jongens van Turkse afkomst heeft nu zelfs een op de drie overgewicht of obesitas. Bij meisjes liggen deze cijfers nog wat hoger. In 2010 is 14,9%, 31,7% en 29,1% van de meisjes van respectievelijk Nederlandse, Turkse en Marokkaanse afkomst te zwaar. Dat betekent dat op dit moment maar liefst een op de drie meisjes van Marokkaanse en Turkse afkomst overgewicht of obesitas heeft. Bij de meisjes is de stijging minder hard vergeleken met de jongens, maar lagen de cijfers in 1997 al veel hoger. Toch is het stijgingspercentage van meisjes met een Nederlandse etniciteit fors: 25%.
9
C
D
Volgens de laatste cijfers van de Wereld Gezondheid organisatie (WHO) zijn er nog steeds wereldwijd 1,6 miljard volwassenen met overgewicht en lijden er minstens 400 miljoen volwassenen aan obesitas. De dramatische toename van het wereldwijde lichaams gewicht wordt door de WHO bestempeld als Global Epidemic. Als deze ontwikkeling doorzet, zullen tegen 2015 zo’n 2,3 miljard mensen te zwaar zijn, van wie er zeker 700 miljoen aan obesitas lijden.
Uit de gepresenteerde gegevens blijkt dat het percentage overgewicht in Nederland nog altijd een stijgende lijn vertoont, zowel bij kinderen en jongeren als bij volwassenen. Voor volwassenen geldt deze stijgende lijn ook voor obesitas. Wat betreft obesitas bij kinderen en jongeren laat het POLS onderzoek zien dat het percentage zich iets stabiliseert, echter volgens de Vijfde Landelijke Groeistudie blijft het percentage kinderen en jongeren met obesitas stijgen. Aandacht en actie ter voorkoming en terug dringing van overgewicht en obesitas bij zowel kinderen en jongeren als volwassenen blijft dan ook hard nodig.
Internationale ontwikkelingen 4
• In de afgelopen dertig jaar is het aantal kinderen in
Conclusie
de VS met overgewicht verdrievoudigd. Bijna een op de drie kinderen is nu te zwaar. Van de kinderen en pubers lijdt inmiddels al zo’n 17% aan ernstig overgewicht. De kosten van medische hulp aan obesitaspatiënten in Amerika bedragen jaarlijks 150 miljard dollar. • Zuidoost-Azië, Midden-Oosten en Afrika laten zowel in welvaart als in overgewicht een stijgende lijn zien. • In Europa heeft een derde van de kinderen overgewicht. • Gebrek aan beweging en een ongezonde leefstijl zijn nog steeds grote risico’s voor ziektes als obesitas. Jaarlijks overlijden wereldwijd 2,6 miljoen mensen aan de gevolgen van overgewicht.
Inleiding deelconvenanten
Plannen voor de komende jaren
Het kwam al aan de orde in hoofdstuk 1: het Convenant Gezond Gewicht bestaat uit de deelconvenanten school, werk, consument en vrije tijd en JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht). De deelnemende partijen hebben zich in elk geval bij één deelconvenant aangesloten maar soms ook bij meerdere. Uitgangspunt is, dat een organisatie een concrete bijdrage kan leveren aan een deelconvenant, bij voorkeur in de vorm van gezamenlijke projecten die mogelijk kwantitatief meetbaar zijn. Voor het deelconvenant JOGG geldt een iets andere aanpak. Dit deelconvenant is ondertekend door alle partners van het koepelconvenant. Voor JOGG is geen werkgroep gevormd, maar een begeleidingscommissie. Voor elk van de vijf pijlers van JOGG is er een vertegen woordiger in deze commissie die het JOGG-bureau adviseert over de strategische koers, keuzes en middelen.
Vanzelfsprekend zijn de convenantpartijen in 2010 doorgegaan met de vele activiteiten waarmee zij al onder het Convenant overgewicht zijn begonnen. In 2010, maar vooral in de komende jaren, zullen ze vanuit deze activi teiten nog meer de verbinding zoeken. Waar is nog meer samenwerking mogelijk? En welke projecten kunnen samengaan? Dit proces is met het convenant in gang gezet en zal de komende jaren verder doorgaan. Natuurlijk zijn er ook nieuwe initiatieven. Het eerste kwartaal van 2010 heeft iedereen hard gewerkt aan de plannen van aanpak per deelconvenant. De plannen bestrijken de gehele looptijd van het convenant. Conform de eisen bevatten de plannen van aanpak minimaal de activiteiten, de taken en verantwoordelijkheden van partijen en een planning. Verder zijn in 2010 per deelconvenant de werkgroepen, en voor JOGG de begeleidingscommissie, ingesteld en voorzitters gekozen. Hierna volgt per deelconvenant een verslag van een aantal nieuwe elementen en de inzet voor 2010. Dit is een greep uit de inspanningen die partijen in 2010 hebben geleverd. Voor een compleet beeld wordt verwezen naar de plannen van aanpak: www.convenantgezondgewicht.nl.
10
“Samenwerken maakt het verschil” “De aandacht voor voeding en bewegen binnen de mbo-opleidingen krijgt door de samenwerking binnen dit convenant echt meer aandacht. Door de verschillende ervaringen te bundelen, kan het middelbaar beroepsonderwijs werken aan gezondere scholen waarin bewegen en voeding, in een goede balans, bijdragen aan het opleiden van gezonde werknemers. Nederland beter maken door te werken aan gezonde studenten en daarmee aan gezonde werknemers, is een doel in het mbo dat ik van harte ondersteun.” Jan van Zijl voorzitter MBO Raad
3 School
11
Alle kinderen en jongeren hebben recht op een gezonde schoolomgeving. Dat vinden de partners van het deelconvenant school. School is een goede ingang om theorie en praktijk over gezonde voeding en bewegen samen te brengen. Hier kan bij kinderen en jongeren de basis worden gelegd voor gezond en bewust gewoontegedrag later.
Ambities deelconvenant school Een gezonde leefstijl op het gebied van voeding en bewegen verdient een integrale en structurele aanpak op scholen. Het deelconvenant school wil dat bevorderen door: 1 Effectieve lesmethodes. 2 Een gezonde schoolkantine en een gezond aanbod in automaten. 3 Elke dag één uur sport en bewegen voor, tijdens of na school. 4 Ouders, scholen en onderwijscateraars bewustmaken van het belang van gezonde voeding en bewegen.
5 Samenwerken
met relevante partijen in de omgeving van scholen, zoals gemeenten, sportverenigingen en bedrijven. 6 Schoolbeleid over gezond eten en drinken. 7 Monitoring en evaluatie binnen scholen. 8 Signalering en doorverwijzing jeugdgezondheidszorg.
Inspanningsverplichtingen deelconvenant school De partijen hebben zeven subwerkgroepen ingesteld om uitvoering te geven aan de inspanningsverplichtingen van deelconvenant school: 1 Lobby
Deze werkgroep lobbyt bij overheid, gemeenten en scholen voor een integrale aanpak van overgewicht op de scholen. 2 Samenhang
De werkgroep samenhang versterkt het verband tussen de vele bestaande en nog te ontwikkelen beweeg- en voedingsinterventies en wil het scholen gemakkelijker maken om aan de slag te gaan. 3 Ouderparticipatie
Werkgroep deelconvenant school • • • • • • • • • • • • • • •
NHS (voorzitter) G4 GGD Nederland KVLO MBO Raad NISB NOC*NSF NVD NZO PO-Raad Productschap Tuinbouw, vertegenwoordigd door de stichting GroentenFruit Bureau Veneca Vewin VIDA VO-Raad
Het Voedingscentrum en het RIVM Centrum Gezond Leven zijn als kennisinstituten nauw betrokken bij de verschillende activiteiten van de partijen.
De partijen uit deze werkgroep bevorderen dat ouders zich beter bewust worden van de noodzaak voor hun kinderen om voldoende te bewegen en gezond te eten. 4 Gezonde Schoolkantine
Deze werkgroep stimuleert een gezonde schoolkantine op alle scholen en een gezond aanbod in de automaten. Het convenant geeft uitvoering aan de Kamermotie 100% gezonde schoolkantines in 2015. 5 Sport: beweegnorm
Deze werkgroep werkt aan het verhogen van het aantal uur sport en bewegen voor, tijdens of na school. 6 Sport: vakleerkracht primair onderwijs
Deze werkgroep pleit voor het vergroten van de kwaliteit van het bewegingsonderwijs in het basisonderwijs, door het stimuleren van de terugkeer van de vakleerkracht. 7 Kwaliteitsstandaard voortgezet onderwijs
Deze werkgroep ontwikkelt samen met middelbare scholen een kwaliteitsstandaard voor een gezonde leefstijl op het gebied van voeding en bewegen. Het is de bedoeling dat alle interventies uit het deelcon venant school in de Interventiedatabase van het CGL komen te staan.
v.l.n.r.: Marlies van den Bel (PO-Raad), Femke Hoekstra (G4), Liesbeth Preller (NISB), Jan Faber (MBO Raad), Wineke Remijnse (NVD), Margret Ploum (VCN), Karen van Reenen (NHS), Vivian Bos (CGL), Sabine Neppelenbroek (GGD Nederland), Aad Vernooij (NZO), Guus Klein Lankhorst (KVLO), Wendy van Hal (convenantbureau). Niet op de foto: Marja Slagmoolen (GroentenFruit Bureau), Gerda op het Veld (NOC*NSF), Liesbeth Dirven (Veneca), Cees Verkerk (Vewin), René van Winden (VIDA), Martin Merkelbag (VO-Raad)
12
Nieuwe activiteiten en inzet 2010
Gezonde schoolkantine en rondetafelgesprekken cateraars
Toetreding Nederlandse Zuivel Organisatie
In 2010 trad de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO, lid FNLI) toe tot het deelconvenant school. Deze partij is onder meer betrokken bij de website Gezonderwijs en heeft een onderwijsaanbod voor het primair- en voortgezet onderwijs. Lobbybrief
De werkgroep is in 2010 gestart met het opstellen van een position paper voor gemeenten, scholen en de politiek. Het is een oproep om aandacht en bekendheid te geven aan het belang van een integrale aanpak op scholen om overgewicht en obesitas te voorkomen. Samenhangbijeenkomst
In het najaar van 2010 vond een bijeenkomst plaats om meer samenhang aan te brengen in het aanbod van voedings- en beweeginterventies. Er werd gesproken over het ideale scenario voor een gezond aanbod van eten en drinken en meer bewegen en sport op scholen (primair, voortgezet en MBO). Centraal stonden de vragen ‘Hoe maken wij het scholen gemakkelijker’ en ‘Hoe laten wij de scholen door de bomen het bos weer zien?’ Hierbij speelt een belangrijke rol dat van scholen al veel gevraagd wordt en er prioriteiten liggen bij rekenen en taal. Naar aanleiding van deze bijeenkomst wordt het ideale scenario verder uitgewerkt met een daarbij behorend plan van aanpak.
Dit jaar organiseerden het Convenant Gezond Gewicht en het Voedingscentrum gezamenlijk een symposium over de gezonde schoolkantine. De titel was: ‘Alle schoolkantines gezond in 2015, maar hoe?’ Het W.J. Bladergroen College uit Purmerend won de Stimuleringsprijs De Gezonde School kantine 2009-2010. In het najaar organiseerde de werkgroep gezonde school kantine rondetafelgesprekken met cateraars. Hiermee wil zij draagvlak creëren voor gezonde schoolkantines in Nederland volgens de richtlijnen van de Gezondheidsraad. Bewegen en sport
Het deelconvenant school bouwt een samenwerking op met het Platform Sport, Bewegen en Onderwijs, ingesteld door het ministerie van VWS. Zo sluit het deelconvenant aan bij de hoofddoelstelling van dit platform dat 50% van de jeugdigen in 2012 voldoet aan de beweegnorm: 60 minuten matig intensief bewegen per dag. Daarnaast willen de partijen uit het deelconvenant de kwaliteit van het bewegingsonderwijs in het basisonderwijs verbeteren. Onder andere is de ‘Campagne 3+2 = een fit idee’ van de KVLO opgezet. De KVLO wil voor iedere leerling drie uur gym per week op school door een vakleraar én een naschools sportaanbod van twee uur voor primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Zo kan elk kind van 6 tot 18 jaar op iedere doordeweekse dag een uur sporten en bewegen onder deskundige begeleiding.
Inventarisatie activiteiten en interventies ouderparticipatie
Welke activiteiten en interventies bestaan er op het gebied van ouderparticipatie? Een landelijke bijeenkomst is georganiseerd om te weten te komen wat verschillende landeli jke instituten al doen op het gebied van ouderpar ticipatie. In 2011 wordt verder gekeken naar de mogelijke samenhang tussen deze activiteiten.
“Een gezond kind presteert beter” “Taal en rekenen zijn belangrijk, maar het is ook belangrijk dat een kind lekker in zijn vel zit. Daarom voeren we een lobby vanuit het deelconvenant school. We willen de sense of urgency van overgewicht meer op de kaart zetten bij overheden en scholen. Gelukkig zijn veel gemeenten en scholen er al mee bezig maar er valt nog veel te winnen. Scholen weten wel dat aandacht voor gezond leven voor kinderen belangrijk is, maar zien niet altijd in dat ze daar zelf ook een rol in en belang bij hebben. Een voorbeeld? Een kind dat lekker in zijn vel zit levert betere schoolprestaties.”
Karen van Reenen programmaleider Jeugd Nederlandse Hartstichting en voorzitter werkgroep deelconvenant school
13
Nationaal Schoolontbijt
Van 2 tot en met 5 november 2010 vond voor het achtste achtereenvolgende jaar het Nationaal Schoolontbijt plaats. Het thema was ‘Samen ontbijten geeft energie’. Aan dit grootste ontbijtevenement van Nederland deden 2500 basisscholen mee. Haagse basisschoolkinderen ontbeten op 3 november tijdens het Haagse Binnenhof ontbijt samen met leden van de Eerste en Tweede Kamer. Het Convenant Gezond Gewicht steunt Het Nationaal Schoolontbijt. Paul Rosenmöller was aanwezig bij het Binnenhofontbijt.
Gezondste schoolkantine staat in Purmerend Gezond eten en drinken, dat staat bij het W.J. Bladergroen College in Purmerend voorop. De school heeft met zijn gezonde kantineaanpak de Stimuleringsprijs De Gezonde Schoolkantine 2009-2010 gewonnen. Met de hoofdprijs van 10.000 euro gaat de school biologische producten en verse sappen verkopen. De leerlingen bereiden en verkopen zelf smoothies en vers afgebakken bruine broodjes met gevarieerd gezond beleg. Ze volgen kooklessen en lopen stage in de kantine. In de lessen besteedt de school eveneens aandacht aan gezond eten. Het Bladergroen College is onderdeel van de Purmerendse ScholenGroep en ook voor de overige scholen maken de leerlingen gezonde broodjes. Zo vervult het Bladergroen College een voorbeeldfunctie voor de omgeving.
160 scholen deden mee Het aanbod in de gemiddelde schoolkantine bestaat lang niet altijd uit een evenwichtig en gezond aanbod. Daarom reikt het Voedingscentrum elk jaar een prijs om gezonde schoolkantines te stimuleren. De scholen uit het voortgezet onderwijs worden uitgedaagd om plannen te bedenken om hun school gezond(er) te maken. De prijs is drie keer uitgereikt sinds 2007 en al 160 scholen deden mee. Waarom zoveel aandacht voor de schoolkantine? Het is dé plek om jongeren een goed voedingspatroon aan te leren, zeker als er in de lessen ook aandacht aan wordt besteed. Uit onderzoek blijkt bovendien dat leerlingen liever geen ongezonde hap in de school kantine zien. Bij een onderzoek naar automaten bleek
dat als er meer laag caloriehoudende snoep, snacks en frisdranken in zitten, scholieren vaker voor deze producten kiezen. Bovendien is het aannemelijk dat eten en drinken de leerprestaties beïnvloeden. Het Voedingscentrum hoopt dat andere scholen zich laten inspireren door de winnaars. Zeker op weg naar 2015, het jaar waarin alle schoolkantines in Nederland gezond moeten zijn.
14
“Gezonde voeding hoort bij sporten” “Gezonde voeding hoort bij sporten, NOC*NSF wil daar sporters en verenigingen bewust van maken. Daarom zijn wij betrokken bij het project De gezonde sportkantine van het deelconvenant consument en vrije tijd. In navolging van de gezonde keuze in de school- en bedrijfskantine gaan we aan de slag om de sportkantine gezonder te maken. We roepen verenigingen op om creatief te zijn, zoals de sportvereniging Houtrust in Den Haag. Het broodje gezond wordt daar wisselend vernoemd naar de ouder die de meeste kilometers (tijdens de training van hun kinderen) aflegt op de hometrainers die ze in de kantine hebben geplaatst. Hartstikke leuk, effectief en origineel!” Erik Lenselink manager sportontwikkeling NOC*NSF
4 Consument & vrije tijd
15
Een gezonde keuze moet de gemakkelijke keuze zijn, volgens het deelconvenant consument & vrije tijd. De convenantpartijen willen consumenten helpen bij het maken van gezonde keuzes voor eten en drinken en daarnaast voldoende beweging en sport bevorderen.
Ambities deelconvenant consument & vrije tijd 1 De consument is beter in staat een balans te vinden
tussen voeding en bewegen. 2 Er is een aanbod van producten, concepten en
gerechten die eenvoudiger passen in een gezond voedingspatroon. 3 Voorlichting en informatieverstrekking over voeding, bewegen en sport in het algemeen en op product niveau. 4 Dagelijks bewegen gecombineerd met sport en spel bevorderen en zo een lichamelijk actieve leefstijl van de consument stimuleren. 5 De consument op lokaal niveau in staat stellen gezond te eten, meer te bewegen en te sporten (JOGG).
Werkgroep deelconvenant consument & vrije tijd • • • • • •
FNLI (voorzitter) CBL KHN NISB NOC*NSF Productschap Tuinbouw, vertegenwoordigd door de stichting GroentenFruit Bureau • Vewin
Inspanningsverplichtingen deel convenant consument & vrije tijd • Verlagen van de energetische waarde en voedingswaarde van voedingsmiddelen.
• Fabrikanten, koks en productontwikkelaars informeren over mogelijkheden om nieuwe producten, concepten en recepturen te ontwikkelen. • Verantwoorde portiegroottes aanbieden. • Een groter aanbod van producten met een keuzebevor derend logo in supermarkten. • Voorlichting en informatie over de gezonde keuze en meer bewegen op etiketten, door gebruik van logo’s en de omgeving waar producten worden gekocht. • Georganiseerde sporten en het sportaanbod versterken, waardoor mensen meer gaan bewegen. Mogelijk in combinatie met school en werk. • Goede en eenduidige voorlichting aan de consument over bewegen en sport voor een betere balans tussen bewegen en eten en drinken. • Gezonde sportkantine: aanbod van eten en drinken passend in een gezond voedingspatroon.
Nieuwe activiteiten en inzet 2010 Dit deelconvenant wil de balans tussen voeding en bewegen verder versterken. Dit door partijen vanuit de voedingskant en de beweegkant nauwer te laten samen werken. Het project ‘De gezonde sportkantine’ is daar een mooi voorbeeld van. Het deelconvenant wil zich de komende jaren ook richten op de gezonde keuze voor eten en drinken in recreatie- en attractieparken, bij evenementen en op andere locaties waar mensen vrije tijd doorbrengen, zoals bioscopen.
Het Voedingscentrum en het RIVM Centrum Gezond Leven zijn als kennisinstituten nauw betrokken bij de verschillende activiteiten van de partijen.
v.l.n.r.: Cécile Prakke (convenantbureau), Evelien Brugman (KHN), Valérie Klostermann (VCN), Juul van Rijn (NISB), Christine Grit (FNLI), Marja Slagmoolen (GroentenFruit Bureau), Carolien Frenkel (convenantbureau), Henrieke Crielaard (CBL). Niet op foto: Martine Witteveen (NOC*NSF), Cees Verkerk (Vewin)
16
“Minder zout en minder energie” “De leden van FNLI zijn druk bezig met productherformulering. We werken aan producten die minder zout bevatten, een betere vetzuursamenstelling hebben en bovendien minder energie leveren. Dit laatste doen we door de energiedichtheid te verlagen of door de porties te verkleinen. Inmiddels hebben we 10% zoutreductie behaald. Regelmatig moedigen we onze leden aan om verdergaande stappen te ondernemen, onder andere via nieuwsberichten, tips om recepturen aan te passen en informatiesessies. En uiteraard via het FNLI Zichtboek, een online boek dat laat zien wat de levensmiddelenindustrie doet om overgewicht in Nederland aan te pakken.”
Verbeterde productsamenstelling en portiegroottes CBL, FNLI en KHN gaan meer samenwerken. Ze stimuleren hun leden om de energiedichtheid van producten, concepten en gerechten te verlagen en portiegroottes te optimaliseren. In het plan van aanpak zijn hiervoor verschillende activiteiten opgenomen, zoals het verbinden van de taskforces zout en vetzuursamenstelling aan het convenant, productinnovatie en de verdere ontwikkeling van Europees gestandaardiseerde portiegroottes. De FNLI rapporteert jaarlijks over verbeterde product samenstelling van de Nederlandse levensmiddelen industrie. KHN en CBL werken aan een betere samenwerking tussen groothandels en horecaondernemers. Dit om de bekendheid van horecaondernemers met producten die gemakkelijk in een gezond voedingspatroon passen te vergroten en hen te stimuleren bewuster in te kopen: met aandacht voor varianten met minder energie, minder zout of een betere vetzuursamenstelling.
De gezonde sportkantine In eerste instantie door NOC*NSF en KHN, maar in nauwe samenwerking met alle partijen, wordt de komende convenantperiode gewerkt aan de gezonde sportkantine. Omdat er nog weinig bekend is over sportkantines, zijn de deelnemers begonnen met een inventarisatie van het aantal sportkantines, het aantal sportverenigingen en de belangstelling bij de verschillende sporten voor dit project. Ook inventariseren zij hoeveel kantines er in eigen beheer zijn en hoeveel er zijn uitbesteed aan horecaon dernemers. Veel verschillende sportlocaties zijn betrokken in de inventarisatie, van zwembaden, fitnessbedrijven tot aan maneges en sportverenigingen. De ervaringen met de gezonde schoolkantine komen in dit project goed van pas.
Christine Grit manager Voeding & Gezondheid FNLI
Voorlichting consument Gezond eten en voldoende bewegen is ook een keuze. Maar om de gezonde keuze te maken, is bewustzijn en kennis noodzakelijk. Voor een betere voorlichting aan de consument werken de convenantpartijen op veel onderdelen samen. Nieuw is het project ‘Impulsaankopen bij de kassa’. Elke winkelformule die is aangesloten bij het CBL gaat een proef uitvoeren om in het schap voor de kassa ook de gezonde keuze aan te bieden. Het CBL zet zich er verder voor in dat de voedingswaardedeclaratie op 80% van de huismerken komt te staan. Ook de FNLI stimuleert haar leden om zoveel mogelijk de voedingswaarde te vermelden, veelal in combinatie met de Dagelijkse Voedingsrichtlijn. De partijen zetten zich er verder voor in dat meer producten in aanmer king komen voor een eenduidig keuzebevorderend logo. Het deelconvenant ondersteunt verder de massamediale campagne van de stichting KidsVitaal voor kinderen van 7-12 jaar. Ook is afgesproken dat de convenantpartijen aandacht vragen voor elkaars campagnes, zoals de campagne ‘2X2’ van het GroentenFruit Bureau en ‘Het nieuwe eten’ van het Voedingscentrum. De Vewin heeft de voorlichting voor het drinken van kraanwater voortgezet met de campagne ‘Kraanwater, daar kom je klok mee rond’.
17
Sport en bewegen
Opleidingen
Convenantpartijen roepen consumenten op mee te doen aan de activiteiten van het NISB en NOC*NSF. NOC*NSF moedigt, onder andere, inactieve Nederlanders aan te gaan sporten. Hiervoor is bijvoorbeeld ‘Proeftuinen nieuwe sportmogelijkheden’ opgezet, om uit te testen welk sportaanbod het aantrekkelijkst is om ook daad werkelijk te gaan sporten. NISB wil de 30-minuten bewegen campagne voortzetten en ook supermarkten, de levensmiddelenindustrie en de horeca gaan aandacht besteden aan het belang van voldoende bewegen en sport.
Het Voedingscentrum adviseert mbo-opleidingen voor categorymanagers, productontwikkelaars en marketeers in de horeca, food en retail en levert input om gezondheid en voeding in de opleidingen meer aandacht te geven. Daarbij richt het Voedingscentrum zich op zowel de opleidingen als op de instellingen die lesmaterialen maken. Voor het hbo wordt de hbo Bachelors Award ingesteld voor food managers. KHN neemt in het trainingsprogramma voor de regioadviseurs ook het thema gezonde voeding op. Omdat er verschillende partijen zijn die opleidingen en trainingen ontwikkelen, zijn er afspraken gemaakt om nauwer samen te werken.
Kansen voor gezonde voeding in de horeca Er is een belangrijke ontwikkeling gaande op het gebied van voeding, meent Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Het aanbod van verse sappen, salades en gezonde broodjes krijgt steeds meer de overhand in het straatbeeld. Met een toenemende vraag naar kwaliteit biedt dit voor horecaondernemers een kans om zich te onderscheiden. KHN behartigt de belangen van 20.000 horecaonder nemers. Van snackbars en hotels tot restaurants en bedrijven in het toerisme en de recreatie. Gezonde voeding aanbieden is volgens KHN niet alleen een kans voor horecabedrijven. De horeca heeft als aanbieder van voeding ook een maatschappelijke rol. Daarom wil KHN haar leden bewustmaken van wat zij aanbieden, zodat ze goede keuzes kunnen maken op het gebied van voeding. Ook kleine stapjes Zo is er de campagne Verantwoord frituren, die onder nemers aanmoedigt vloeibaar frituurvet te gebruiken. Bij de Caloriechecker, gemaakt met het Voedingscentrum, kunnen koks online de ingrediënten van een gerecht invoeren en zien wat de voedingswaarde is. Verder werkt KHN samen met groothandels, zodat ondernemers ook als ze inkopen doen aandacht hebben voor gezondheid. De KHN regioadviseurs spelen een belangrijke rol. Zij kunnen horecaondernemers in het land laten zien dat je al met kleine stapjes gezonder bezig kunt zijn.
18
“Overgewicht verdient aandacht - ook op het werk” “Overgewicht is een serieus risico voor de individuele gezondheid én een groeiend maatschappelijk probleem. Bewustwording en aanpak van dit probleem verdient daarom aandacht op school en op de werkvloer. Het CNV vindt dat het hoort bij de algehele zorg voor veiligheid en gezondheid op het werk. Het is belangrijk om gezonde voeding en het belang van regelmatig bewegen steeds aan de orde te stellen. Campagnes, gezondheidsweken en regelmatig aanbieden van healthchecks met daarnaast aanbod van gezonde lunches en sportactiviteiten kunnen helpen om gezonder te gaan leven. Het blijft echter de keus van de individuele werknemer om hieraan deel te nemen.” Sonja Baljeu beleidsadviseur Arbeidsomstandigheden vakcentrale CNV
5 Werk
19
In tijden van vergrijzing, langer doorwerken en concurrentie op de arbeidsmarkt is het belangrijk om fit for the job te blijven. In het deelconvenant werk zijn afspraken gemaakt om een gezonde leefstijl in en om de werkomgeving te bevorderen. Goed werkgeverschap, maatschappelijke betrokken heid en het kunnen sturen op ziekteverzuim – het zijn voor werkgevers allemaal redenen die een gezond gewicht en een gezonde leefstijl uitgangspunt van bedrijfsbeleid maken. De werkvloer is een logische omgeving om vitaliteit en een gezonde leefstijl te stimuleren en faciliteren. In deze nieuwe convenantperiode werken werkgevers en werknemers nauw samen. Ze stimuleren bedrijfs restaurants en andere verkooppunten op de werkvloer (zoals automaten) met een gezond aanbod en moedigen mensen aan dagelijks te bewegen en meer te sporten. Goede praktijkvoorbeelden kunnen anderen inspireren. Daarom staat het delen van kennis en ervaring in dit deelconvenant centraal.
Werkgroep deelconvenant werk • • • • • • • • •
VNO-NCW (voorzitter) CNV FNLI FNV MHP MKB-Nederland NISB NOC*NSF Productschap Tuinbouw, vertegenwoordigd door de stichting GroentenFruit Bureau • Veneca • VIDA
Ambities deelconvenant werk 1 Werkgevers en werknemers ervan bewustmaken dat de
werkvloer een logische omgeving is om een gezonde leefstijl te stimuleren en te faciliteren. 2 Activiteiten bevorderen die zijn gericht op een gezonde leefstijl in het algemeen, en een gezond aanbod van eten en drinken in en om de werkvloer in het bijzonder. 3 Bedrijfsbeleid voor een gezonde leefstijl en vitaliteit beleid stimuleren en bevorderen vanuit een business case benadering. 4 Lokale bedrijven stimuleren mee te doen aan de lokale aanpak JOGG.
Inspanningsverplichtingen deelconvenant werk: • Actieve communicatie en voorlichting aan leden en achterban over het belang van een gezonde leefstijl, ook op de werkvloer. • Ervoor zorgen dat vitaliteit en gezondheid regelmatig op de agenda staan van werkgevers en werknemers. • Het delen van kennis en informatie over best practices stimuleren. • Bevorderen dat bedrijfsrestaurants en overige verkoop punten op het werk een gezond aanbod in eten en drinken voeren. • Gedurende een werkdag (natuurlijke) beweegmomenten bevorderen. • Stimuleren dat werknemers deelnemen aan beweeg - en sportactiviteiten en dit waar mogelijk en nodig faciliteren. • Bevorderen dat er voldoende instrumenten en oplei dingsmaterialen zijn om activiteiten bij leden en achter bannen van de convenantpartijen te ondersteunen.
Het Voedingscentrum is als kennisinstituut nauw betrokken bij verschillende activiteiten en brengt ook eigen activiteiten in. Namens NOC*NSF is stichting Sport en Zaken actief in de werkgroep.
v.l.n.r.: Liesbeth Dirven (Veneca), Eric van der Veen (Stichting Sport en Zaken), Marja Slagmoolen (GroentenFruit Bureau), Nynke Bergsma (FNLI), Henk van der Velden (FNV), Sonja Baljeu (CNV), Milo Bakker (MKB), Cécile Prakke (convenantbureau). Niet op foto: Alfred van Delft (VNO-NCW), Carolina Verspuij (FNV Formaat), Hans Arends (NISB), Klaartje de Boer (MHP), Margret Ploum (VCN), René van Winden (Vida)
20
“Vitale werknemers, nu en in de toekomst” “Communicatie en voorlichting zijn de belangrijkste activiteiten uit het deelconvenant werk. Anderen inspireren en enthousiasmeren met goede voorbeelden uit de praktijk, daar zetten we sterk op in. Door communicatie naar onze achterbannen, die op hun beurt weer richting bedrijven communiceren, wordt de bewustwording voor vitaliteit en een gezond gewicht op het werk vergroot. Mensen brengen veel tijd door op het werk, dus het is een geschikte plek om hier aandacht voor te vragen. Daarbij pleit ik er zeer voor dat het niet blijft bij een ad hoc activiteit of een actieweek, maar dat communicatie over een gezonde leefstijl een vast onderdeel wordt in het communicatiebeleid van bedrijven. Ons uiteindelijk doel: duurzaam bedrijfsbeleid op dit gebied. We moeten in Nederland een voorsprong opbouwen met vitale werknemers voor nu en in de toekomst.” Kees van der Waaij bestuurder VNO-NCW en directievoorzitter Unilever Nederland Holdings B.V.
Nieuwe activiteiten en inzet 2010 Gezonde leefstijl en communicatiebeleid Communicatie en voorlichting aan de achterban over het belang van een gezonde leefstijl in en om de werkom geving. Dat is een van de belangrijkste inspannings verplichtingen van de partijen die deelnemen aan dit deelconvenant. In het plan van aanpak heeft de werkgroep een commu nicatieplan opgenomen om de bewustwording van een gezonde leefstijl en vitaliteit te vergroten. Het is de bedoeling dat dit niet ad hoc gebeurt, maar dat het structureel een plek heeft in het communicatiebeleid van bedrijven en organisaties. De uitvoering van het communicatieplan is een gezamenlijk project van alle partijen. In 2010 zijn hiervoor onder meer een factsheet, teksten voor websites en basisinformatie over best practices gemaakt.
Symposium en brochure Op 11 oktober 2010 organiseerde het Convenant Gezond Gewicht en de Stichting van de Arbeid het symposium ‘De gezonde werkvloer: recht of plicht?’. Naast het delen van best practices stond de vraag centraal in hoeverre een werkgever zich met de leefstijl van het personeel mag bemoeien en wanneer sprake is van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Ieder jaar zal een symposium worden georga niseerd met steeds een andere invalshoek. Om de aandacht voor vitaliteit en een gezond gewicht verder te vergroten, hebben het deelconvenant en de Stichting van de Arbeid een brochure gemaakt: ‘Maak werk van vitaliteit’. De FNLI heeft twee posters gemaakt voor gezond eten en meer bewegen op het werk. Iedereen kan ze op het eigen werk gebruiken met vermelding van het eigen logo. Volgens het communicatieplan zullen de convenantpartijen in de bedrijfs-, branche- en vakbladen minstens twee keer per jaar aandacht besteden aan gezond eten en meer bewegen. In 2011 wordt bekeken of dat goed verloopt. Verder gaat het deelconvenant in 2011 opnieuw best practices verzamelen bij de achterban van de convenantpartijen. Dat gebeurt tweejaarlijks.
Uitgangspunten in de communicatie: • Doe het als werkgevers en werknemers samen. • Houd het eenvoudig: beter kleine stappen dan ingewikkelde systemen. • Zorg dat de aanpak dichtbij de mensen zelf ligt, positief en concreet is. • Gezonde leefstijl en vitaliteit moeten onderdeel worden van duurzaam bedrijfsbeleid.
Best practices beter toegankelijk Goede voorbeelden stimuleren en inspireren anderen om ook aan de slag te gaan met een gezonde leefstijl en vitaliteit op de werkvloer. De convenantpartijen gaan samenwerken om de bestaande databanken met praktijk voorbeelden beter toegankelijk te maken. Het is niet de bedoeling om iets nieuws te creëren, maar aan te sluiten bij de bestaande databases van CGL, NISB, TNO en anderen. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar toch vindt iedereen het belangrijk te onderzoeken of dit kan.
21
Breder inzetten van beweeg- en sportactiviteiten
Opleidingen voor onderne mingsraden
De bestaande activiteiten op het gebied van gezonde voeding en bewegen en sport worden met meer effecti viteit ingezet op de werkvloeren van het bedrijfsleven en de publieke sector. Samen met de relevante branche organisaties zet het NISB activiteiten in bij het MKB en gemeentelijke instellingen. Daarnaast komen er activi teiten voor zogenaamde risicosectoren, zoals de levens middelenindustrie, papier- en grafische industrie en de transportsector. In aansluiting op het Olympisch Plan 2028 wordt bedrijfssport bevorderd. Stichting Sport en Zaken zet zich in voor een gezonde bevolking, fitte werknemers en vitale ouderen.
Integraal gezondheidsmanagement is opgenomen in de opleidingsmodules voor ondernemingsraden. Het is de bedoeling dat meer aandacht wordt gegeven aan een gezonde leefstijl en overgewicht. FNV Formaat en de convenantpartijen willen dat veel meer leden van onder nemingsraden een opleiding of training op dit gebied volgen.
Fitness for the job Hein Knaapen van KPN was spreker op symposium “De gezonde werkvloer: recht of plicht?” De opkomst was groot op 1 oktober 2010 op het jaarlijkse symposium van het Convenant Gezond Gewicht en de Stichting van de Arbeid. Centraal stond de vraag in hoeverre een werkgever zich mag bemoeien met de leefstijl van het personeel en wanneer sprake is van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
Nieuwe arbeidsverhoudingen KPN benadert dit vraagstuk vanuit de optiek dat er nieuwe arbeidsverhoudingen zijn ontstaan. Een bedrijf biedt niet meer de (langdurige) bescherming, zoals dit in de jaren vijftig het geval was. Flexibiliteit van werknemers is van groot belang. Bij nieuwe arbeidsver houdingen zijn talent, vakmanschap en gezondheid – fitness for the job – de kernelementen. En de mensen zijn hiervoor zelf verantwoordelijk.
KPN zorgt voor een gezonde werkomgeving en daar bovenop is in de CAO geregeld dat iedere werknemer 1000 euro krijgt dat besteed moet worden aan de eigen inzetbaarheid. De werknemer bepaalt zelf hoe. Werkgevers en werknemers moeten elkaar tegemoet treden als het gaat om een gezonde leefstijl en het fit blijven for the job. Hein Knaapen noemt dit wederzijds risicomanagement. En dat verdient, wat KPN betreft, de voorkeur boven de juridisering van dit thema.
22
“JOGG is bewezen effectief” “Iedereen begrijpt dat overgewicht een complex vraagstuk is. Het is anders dan roken, waarbij je weet dat elke peuk slecht is. Een kortdurende interventie zoals bijvoorbeeld een gezondheidsweek is leuk, maar beklijft niet. De aanpak van overgewicht moet echt in de genen gaan zitten van een bedrijf, school of gemeente. De kracht van JOGG? Aan de ene kant is het bewezen effectief. In Frankrijk hebben we gezien dat je er echt een trendbreuk mee kunt realiseren. Aan de andere kant is het ook eenvoudig: we moeten het samen doen. JOGG is de paraplu waaronder alle interventies samenwerken. Vooral de publiek-private samenwerking maakt JOGG sterk.” Paul Rosenmöller voorzitter stuurgroep Convenant Gezond Gewicht en ambassadeur JOGG
6 JOGG
23
JOGG is een beweging waarbij iedereen in een stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren van 0 tot 19 jaar, hun ouders en de omgeving staan centraal. Het is een lokale en duurzame aanpak die ervoor zorgt dat voldoende bewegen en gezonder eten de norm wordt. In een JOGG-gemeente werken alle partijen samen op gebieden die een gezond gewicht als onderdeel van een gezonde leefstijl bevorderen. Zoals onderwijs, zorg, welzijn, wonen (sociale en fysieke omgeving), levensmid delenaanbod, sport, recreatie en media. Met een duidelijke, aansprekende boodschap die zich uit in zichtbare, concrete acties. De JOGG-aanpak is gebaseerd op het succesvolle Franse Epode (Ensemble Prévenons l’Obésité Des Enfants), dat zo’n tien jaar geleden in Frankrijk startte. De ministers van VWS en Jeugd en Gezin hebben in de nota Overgewicht van 2009 de landelijke vertaling van de Epode aanpak in Frankrijk krachtig ondersteund als kansrijk initiatief om via publiek private samenwerking resultaten te boeken. Dit is nog eens benadrukt tijdens de behandeling van de nota in de Tweede Kamer in september 2009. In mei 2009 heeft het Convenant overgewicht, de voorganger van het Convenant Gezond Gewicht, zich in Parijs laten informeren over Epode. Vervolgens zijn de voorbereidingen gestart om een soortgelijke beweging in Nederland op te zetten. Sinds begin 2010 wordt er hard gewerkt om de JOGGbeweging in gang te zetten. Alle 27 partners van het Convenant Gezond Gewicht hebben het deelconvenant JOGG getekend.
Vijf pijlers van JOGG 1 Politiek bestuurlijk draagvlak:
Gezond gewicht, als onderdeel van een gezonde leefstijl, heeft een belangrijke plaats in het collegeprogramma. Burge meester en wethouders zijn enthousiast, bekend met en betrokken bij de JOGG-beweging. 2 Publiek-private samenwerking: Het lokale bedrijfsleven is nauw betrokken bij de JOGG-aanpak. Het denkt mee in het projectteam, levert communicatiekracht en draagt financieel bij aan activiteiten. 3 Sociale marketing: Gezondheid verkopen als een mooie spijkerbroek. Daar draait het om bij sociale marketing. Een JOGG-gemeente past de principes van sociale marketing toe op de lokale situatie. 4 Wetenschappelijke begeleiding en evaluatie: Een JOGGgemeente gebruikt de meest effectieve interventies en meet het effect hiervan. Daarnaast wordt het proces gemeten en waar nodig bijgestuurd. Uiteraard wordt ook de BMI van kinderen gemeten. 5 Verbinding preventie en zorg: Deze pijler is uniek voor de Nederlandse JOGG-aanpak. In een JOGG-gemeente signaleren (zorg)professionals overgewicht in een vroeg stadium. De zorg is goed op elkaar afgestemd en jongeren die zorg nodig hebben, komen direct op de juiste plek terecht.
Begeleidingscommissie JOGG 2010 Paul Rosenmöller, voorzitter stuurgroep Convenant Gezond Gewicht en ambassadeur JOGG
JOGG fungeert als de paraplu waaronder bestaande effectieve activiteiten versterkt worden ingezet. De JOGG-aanpak is gebaseerd op vijf pijlers.
Annet Bertram, gemeentesecretaris Den Haag Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam
Rob Oudkerk, lector leefstijlverandering bij jongeren aan de Haagse Hogeschool
Mariken Leurs, hoofd Centrum Gezond Leven, RIVM Teun Verheij, directeur Albron Marcel Schuttelaar, directeur Schuttelaar & Partners
v.l.n.r.: Mariken Leurs, Paul Rosenmöller, Annet Bertram, Rob Oudkerk, Marcel Schuttelaar.
Niet op de foto: Jaap Seidell, Teun Verheij
24
Organisatie JOGG
Landelijke bedrijfspartners
Het convenantbureau heeft sinds 15 mei 2010 een aparte afdeling JOGG met twee medewerkers. Het JOGG-bureau ondersteunt gemeenten met kennis, trainingen en communicatiemiddelen die zijn gericht op de uitvoering van de JOGG-aanpak. Daarbij maakt het bureau gebruik van alle kennis die aanwezig is of wordt ontwikkeld, in nauwe aansluiting met universi teiten en kennisinstituten. Paul Rosenmöller, voorzitter van de stuurgroep Convenant Gezond Gewicht, is ambassadeur van JOGG en lid van de begeleidingscommissie. De begeleidings commissie is in 2010 vijf keer bijeen geweest en heeft adviezen gegeven over onder andere het plan van aanpak, de positionering van JOGG en de werving van gemeenten en bedrijfspartners.
Het JOGG-bureau werkt samen met een groep landelijke partners om de JOGG-beweging in Nederland groot te maken. De partners trekken samen op om gezond gewicht, als onderdeel van een gezonde leefstijl, van jongeren te bevorderen.
Ambitie en doelstelling JOGG JOGG wil de stijging van overgewicht en obesitas bij jongeren terugdringen en omzetten in een daling. De ambitie is dat de JOGG-gemeenten in 2020 de gezondste jeugd van Europa hebben. JOGG maakt gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk, aantrekkelijk en vanzelfsprekend. In 2015 zijn er minimaal 75 gemeenten die de JOGG-aanpak toepassen. Zo bereikt JOGG naar verwachting vijf miljoen jongeren en ouders.
Eerste JOGG-gemeenten De eerste zes gemeenten die met de JOGG-aanpak aan de slag gaan, hebben zich inmiddels bij de JOGGbeweging aangesloten. Zwolle is op 19 februari 2010 de eerste JOGG-gemeente van Nederland geworden. Den Haag volgde op 30 juni. Op 3 november hebben zich nog eens vier gemeenten aangesloten: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Veghel. Samen vormen zij de koplopergemeenten en helpen ze mee om de JOGGbeweging groot te maken door actief aan de slag te gaan met de vijf pijlers, mee te denken over de inhoud van het ondersteuningspakket en best practices te delen.
“Social marketing: valuable tool within public health” “Social marketing is the process of developing social change programmes based on citizen or customer insight. It is about creating services, environments, products and systems that help people change, not telling them what to do or how to do things. It is also about creating solutions that are valued by people, things they want to do because they are fun and rewarding. Social Marketing is increasingly recognised as a valuable tool within public health, where it can improve health and reduce health inequalities. It is particularly important for influencing voluntary lifestyle behaviours such as smoking, drug use, drinking and diet.” Professor Jeff French Strategic Social Marketing Ltd Hampshire UK, en spreker op de Nationale Balans Top 2010
25
Communicatiemiddelen en JOGG-website Het JOGG-bureau heeft in 2010 een producten- en dienstenpakket ontwikkeld voor gemeenten; de JOGG-kit. Dit pakket, dat voor JOGG-gemeenten ook online beschikbaar is, bevat onder andere stappen plannen, handleidingen en uitleg over trainingen en bijeenkomsten die JOGG organiseert. De eerste trainingen voor projectleiders in de koplopergemeenten zijn inmiddels gestart. In 2010 zijn ook richtlijnen ontwikkeld om een correcte communicatie rondom het initiatief te waarborgen, is een algemene brochure over JOGG gemaakt en een zogenaamde moodfilm opgenomen. Deze film is voor het eerst getoond tijdens de Nationale Balans Top op 22 november 2010. Verder is er een website ontwikkeld: www.jongerenopgezondgewicht.nl. De site legt de JOGGaanpak uit en presenteert het aanbod van het JOGGbureau. Ook worden gemeenten, professionals, lokale bedrijven en andere partijen gestimuleerd om zich aan te sluiten bij de JOGG-beweging.
Partijen bundelen krachten
Jongeren in wijk (ouders/gezin)
Nieuwsbrief JOGG Naast de nieuwsbrief van het Convenant Gezond Gewicht is er een aparte nieuwsbrief JOGG. De nieuwsbrief bevat recente berichten over de activiteiten van JOGG en die van de betrokken partners. De nieuwsbrief JOGG gaat vier keer per jaar naar de gemeenten, de partners, overige betrokken partijen en geïnteresseerden.
Persconferentie Op 3 november 2010 vond er een persconferentie plaats om landelijk de aandacht te vestigen op JOGG. Scholieren en prominenten zorgden onder leiding van een dansschool voor een spectaculaire aftrap van de JOGG-persconferentie. Dit deden zij in de vorm van flashmob. Een flashmob is een (grote) groep mensen die plotseling op een openbare plek samenkomt, iets ongebruikelijks doet en vervolgens weer snel uiteen valt. Tijdens de persconferentie zijn de bedrijfspartners van JOGG en de koplopergemeenten bekendgemaakt.
26
Zwolle is de eerste JOGG-stad Een primeur voor Zwolle. De stad werd in februari 2010 de eerste JOGG-gemeente van Nederland. De gemeente wil de gezondheid van de jeugd én de gelijke kansen op een goede gezondheid verbeteren. De gemeente Zwolle pakt overgewicht bij kinderen al langer aan. In 2006 startte de GGD voor de gemeente het programma ‘Samen Gezond’ in de wijken Diezerpoort en Holtenbroek. Hiermee is een goede basis gelegd voor de integrale aanpak van overgewicht in de hele gemeente Zwolle.
JOGG in collegeakkoord Het college van B&W besloot in mei 2009 de huidige aanpak van overgewicht bij 0- tot 19-jarigen conform de Epode-aanpak te verbreden naar ‘De Gezonde Stad’. Er gaan meer partners meedoen en bovendien wordt
voortaan de JOGG-aanpak toegepast. Met het bestuurlijke draagvlak zit het goed. Het nieuwe college van B&W heeft in haar collegeakkoord opgenomen: “We zetten in op een gezonde leefwijze van onze inwoners, onder andere door het continueren van de Jongeren op Gezond Gewicht-aanpak.” Op 19 februari 2010 tekenden wethouder Erik Dannenberg en Paul Rosenmöller de intentieverklaring. Het werk gaat verder onder de noemer ‘Zwolle Gezonde Stad’. De komende jaren richt Zwolle zich hoofdzakelijk op een gezonde leefstijl, gezonde zorg en een gezonde sociale en fysieke omgeving. Om de gelijke kansen op een goede gezondheid te vergroten, richt de aanpak zich in de periode 2010-2013 vooral – maar niet uitsluitend – op kinderen en jongeren en hun ouders met een lage sociaaleconomische status in de wijken Diezerpoort en Holtenbroek.
27
7 Convenantbureau Convenantbureau Het convenantbureau kent vanaf 2010 een andere opzet als gevolg van de nieuwe structuur van het convenant. Voor de deelconvenanten zijn accountmanagers aangesteld en binnen het bureau is de JOGG-afdeling opgezet. Het convenantbureau ondersteunt en coördineert de uitvoering van de deelconvenanten en bewaakt de onderlinge samenhang van de activiteiten. De account managers ondersteunen de werkgroepen en de activi teiten uit de plannen van aanpak. Voorts ondersteunt het convenantbureau de stuurgroep en de voorzitter van de stuurgroep. Het convenantbureau draagt daarnaast zorg voor, onder andere, communicatie, monitoring en evaluatie, financiën en het jaarverslag.
v.l.n.r.: Carolien Frenkel (Hoofd convenantbureau), Wendy van Hal (Accountmanager deelconvenant school), Matthijs van Kampen (Accountmanager JOGG), Bonnie Pieterse (Secretaresse), Daphne Ketelaars (Coördinator JOGG), Cécile Prakke (Accountmanager deelconvenant consument en vrije tijd en deelconvenant werk), Monica Remmelink (Communicatie)
28
8 Adressen convenantbureau, partners en overige organisaties Het convenantbureau en de convenantpartners Convenant Gezond Gewicht Dhr. P. Rosenmöller, voorzitter stuurgroep Convenant Gezond Gewicht
[email protected] Mevr. C.S. Frenkel, hoofd Convenantbureau Gezond Gewicht
[email protected] Mevr. D. Ketelaars, coördinator JOGG
[email protected] 06 43154643 Zeestraat 84 2518 AD Den Haag 070 318 44 05 www.convenantgezondgewicht.nl
Mevr. H.J. Crielaard 070 3376200 Postbus 262 2260 AG Leidschendam
[email protected] www.cbl.nl
Mw. S. Baljeu 030 7511001 Postbus 2475 3500 GL Utrecht s.
[email protected] www.cnv.nl
Mevr. C.T.F. Grit 070 3365150 Postbus 161 2280 AD Rijswijk
[email protected] www.fnli.nl
Dhr. H. van der Velden 020 5816300 Postbus 8456 1005 AL Amsterdam
[email protected] www.fnv.nl
Gemeente Amsterdam Mevr. F. Hoekstra GGD Amsterdam, afdeling EDG 020 5555789 Postbus 2200 1000 CE Amsterdam
[email protected] www.jumpin.nl
Gemeente Den Haag Mevr. C. van Hooijdonk GGD Den Haag 070 3537288 Postbus 12652 2500 DP Den Haag
[email protected] www.denhaag.nl/gezondgewicht
Gemeente Rotterdam Mevr. A. Wulffraat Dienst Sport en Recreatie 010 2672274 Postbus 70012 3000 KP Rotterdam
[email protected] www.rotterdamlekkerfit.nl
Gemeente Utrecht Mevr. K. van der Goot Geneeskundige en Gezondheidsdienst Gezondheidsbevordering en Epidemiologie 030 2863209 Postbus 2423 3500 GK Utrecht
[email protected] www.utrecht.nl/gezondgewicht
29
Koninklijke Vereniging van leraren Lichamelijke Opvoeding
Mevr. S. Neppelenbroek 030 2523004 Postbus 85300 3508 AH Utrecht
[email protected] www.ggd.nl
Mevr. J. van Rijn 0318 490900 Postbus 643 6710 BP Ede (GLD)
[email protected] www.nisb.nl
Dhr. G. Klein Lankhorst 030 6912810 Postbus 389 3700 AJ Zeist
[email protected] www.kvlo.nl
Dhr. E. Lenselink 026 4834400 Postbus 302 6800 AH Arnhem
[email protected] www.noc-nsf.nl
Mevr. E. Brugman 0348 489 411 Postbus 566 3440 AN Woerden
[email protected] www.horeca.org
Mevr. W. Remijnse 030 6346222 Postbus 526 3990 GH Houten
[email protected] www.nvdietist.nl
Dhr. J. Faber 0348 753500 Postbus 2051 3440 DB Woerden
[email protected] www.mboraad.nl
Dhr. A. Vernooij 079 3430300 Postbus 165 2700 AD Zoetermeer
[email protected] www.nzo.nl
Dhr. M. Bakker 015 2191212 Postbus 93002 2509 AA Den Haag
[email protected] www.mkb.nl
Mevr. Y.M. Boersma 070 4123456 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
[email protected] www.rijksoverheid.nl
Mevr. K. de Boer 0345 851900 Postbus 575 4100 AN Culemborg
[email protected] www.vakcentralemhp.nl
Dhr. M. Weekenborg 030 3100933 Postbus 85246 3584 BW Utrecht
[email protected] www.poraad.nl
Mevr. K. van Reenen 070 3155555 Postbus 300 2501 CH Den Haag
[email protected] www.hartstichting.nl
Mevr. M. Slagmoolen 079 3470707 Postbus 280 2700 AG Zoetermeer
[email protected] www.tuinbouw.nl
30
Mevr. E.M. Dirven 0183 626172 Postbus 693 4200 AR Gorinchem
[email protected] www.veneca.nl
Dhr. C. Verkerk 070 4144750 Postbus 1019 2280 CA Rijswijk
[email protected] www.vewin.nl
Dhr. R. van Winden 0183 645026 Postbus 693 4200 AR Gorinchem
[email protected] www.vida.nl
Dhr. M. Bakker 070 3490349 Postbus 93002 2509 AA Den Haag
[email protected] www.vno-ncw.nl
Dhr. M. Merkelbag 030 2324800 Postbus 8282 3503 RG Utrecht
[email protected] www.vo-raad.nl
Mevr. T. Noorlander 070 3407911 Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag
[email protected] www.rijksoverheid.nl
Mevr. M.W.J. Maasdam 030 6988911 Postbus 520 3700 AM Zeist
[email protected] www.zn.nl
Overige betrokken partijen bij het Convenant Gezond Gewicht Er zijn veel partijen die zich bezighouden met het thema overgewicht. Informatie over deze partijen is te vinden op de website www.convenantgezondgewicht.nl. Hieronder worden de partijen genoemd die nauw met het Convenant Gezond Gewicht samenwerken.
CGL van het RIVM Mevr. M. Leurs 030 2748573 Postbus 1 3720 BA Bilthoven
[email protected] www.loketgezondleven.nl VCN Mevr. M.L.M. Ploum 070 3068888 Postbus 85700 2508 CK Den Haag
[email protected] www.voedingscentrum.nl Stichting Sport & Zaken Dhr. E. van der Veen 026 483 44 67 Postbus 302 6800 AH Arnhem
[email protected] www.sportenzaken.nl/bedrijfssport
31
Lijst met afkortingen CBL CBS CGL CNV FNLI FNV G4 GGD Nederland JOGG KVLO KHN MBO Raad MKB-Nederland MHP NHS NISB NOC*NSF NVD NZO OCW PO-Raad RIVM TNO VCN Veneca Vewin VIDA VNO-NCW VO-Raad VWS ZN
Centraal Bureau Levensmiddelenhandel Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum Gezond Leven Christelijk Nationaal Vakverbond Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie Federatie Nederlandse Vakbeweging De gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht Vereniging GGD-Nederland Jongeren Op Gezond Gewicht Koninklijke Vereniging voor leraren Lichamelijke Opvoeding Koninklijk Horeca Nederland Middelbaar Beroepsonderwijs Raad Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Vakcentrale voor Middengroepen en Hoger Personeel Nederlandse Hartstichting Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie Nederlandse Vereniging van Diëtisten Nederlandse Zuivel Organisatie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Primair Onderwijs Raad Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek Voedingscentrum Nederland Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties Vereniging van Waterbedrijven in Nederland Vereniging Inzake Distributie en Diensten door Automaten en apparaten Vereniging VNO-NCW Voorgezet Onderwijs Raad Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorgverzekeraars Nederland
Voetnoten 1 Bron: TK 2009-2010-2822 2 Bron: CBS POLS, maart 2010 3 Bron: Schönbeck Y, Van Buuren S. Factsheet Resultaten Vijfde Landelijke Groeistudie. TNO, 10 juni 2010. www.tno.nl/groei 4 Bron: World Health Report 1995-2008 en CBS
32
Colofon Fit for You(th) is een uitgave van het Convenant Gezond Gewicht. Overname uit deze uitgave is toegestaan, mits met bronvermelding. November 2010
Tekst:
Convenant Gezond Gewicht
Nieuwe Maan Adviseurs Maatschappelijke Vernieuwing
Redactie:
Marieke Mittelmeijer
Fotografie:
Sander Foederer, Den Haag
Vormgeving: SSO studio, Zoetermeer Druk:
RS-Drukkerij, Den Haag