Inhoudsopgave 1 Het klimaat Helemaal van de kaart De lamp uit (1) De lamp uit (2) Rare wereld De klimaattrein en iconen 2 Inburgeren maar Over de grenzen van Europa Inburgeren in Marokko Veel te veel zedig Open Temperaturen rondom het hart 3 De inrichting van ons dorpje Bord voor de kop De kern waar het om draait Fikken af ! Klep en kluts Op de kop, over de kop ? 4 Op de fiets Op de fiets … naar Duitsland Op de fiets … naar Beuningen Rare afsluitingen Een ideetje parkeren Rammelende (ambts-)ketting 5 …en morgen gezond weer op! Een vangnet. Of een vangnet ? Genietend slank worden Beter of slechter? Heksenjacht Het CAK 6 Regeldepegel: raden en commissies Goede raad? Tegenstrijdig Sena Architectuurpolitie Nederland ten onder
7 Lang leve Europa Krom protest De handjes de lucht in De Vijfde Penning Zorgtoeslag en de EU Wie de handschoen past… 8 Het thuisfront Zo saai, zo kaal zo … zonder pc Herberekenen! Lootjes trekken Zuiver water Verschillende standjes 9 De gebruikelijke gang van zaken Schijt Eén op tien H5N1 ofwel: Reageert u maar Een cadeautje Zwaaien
Inleiding ‘Hij staat in de sneeuw aan de poort van de stad. En prikt de dagen van december op z’n hoed’. Zo zongen Boudewijn de Groot & Ellie Nieman ruim 40 jaar geleden over Meester Prikkebeen in het gelijknamige lied met de prachtige tekst van Lennaert Nijgh. In de geest van die voorganger uit 1968 schrijft deze Meester Prikkebeen alweer vanaf 2004 zijn columns in De Wegwijs. Het is Meester Prikkebeen die vanaf enige afstand – bij wijze van spreken vanaf de poort van de stad – het dagelijkse dorpsleventje gadeslaat en daar vragen bij stelt. Soms zijn de vragen kritisch, soms naïef, maar altijd met een vleugje humor erin. Met zijn scherpe kroontjespen prikt Meester Prikkebeen leugentjes om bestwil door en hij beschrijft wel en wee van het dorpsleven en de rest van de wereld op prikkelende wijze. Om de dagelijkse gang van zaken te relativeren. Om de dikdoenerij van politici tot normale proporties terug te brengen. En om de mening van de gewone burger te laten horen. De hier gebundelde stukjes zijn alle eerder verschenen in De Wegwijs, het weekblad voor gemeente Wijchen. Als u denkt dat de teksten alleen over Wijchen gaan, dan heeft u het mis: natuurlijk komt de lokale dorpspolitiek aan de orde maar ook zaken van landelijk, ja zelfs mondiaal belang. En denkt u maar niet dat Wijchen uniek is: in elke gemeente, groot of klein, is er immers wel een wethouder die zich dreigt te vertillen aan zijn eigen ambities, een burgemeester die wel erg eigenzinnig zijn gang gaat, inwoners die terugverlangen naar het dorp van jaren terug. Zo uniek zijn ze daar in Wijchen immers ook weer niet. Wie weet is dat wel de kernboodschap van … Meester Prikkebeen
5 februari 2006 Zou u niet in Boekel willen wonen? Boekel geeft mij wel een warm gevoel. Ze hebben er leuke gebouwen, een nieuw gemeentehuis bijvoorbeeld. En wat meer is: die gebouwen worden ook nog eens op een leuke manier neergezet. Dat komt doordat de bestuurders daar lef hebben. Zoveel lef dat ze zichzelf niet meer willen laten gelden. Ze hebben er namelijk de welstandscommissie afgeschaft. Wáááát zegt u, de welstandscommissie afgeschaft? Ja. Simpel hè? Al jaren achtervolgen ons de verhalen van brave burgers die een huisje willen bouwen. Ze bedenken een droomontwerp bij elkaar, laten een bouwkundig verantwoorde tekening maken, dienen vol geloof in de goedheid van de mensheid een bouwaanvraag in en krijgen vervolgens te horen dat de ronde bogen in de tekening rechte lijnen moeten zijn. Of dat de rechte lijnen rond moeten zijn. Dat een raam kleiner moet. Of juist groter. En er is geen mens in de verre omtrek die weet waarom. Maar wanneer je je eenmaal bevindt in de tentakels van de welstandscommissie, wordt er voorlopig niet gebouwd. Formeel heeft de welstandscommissie de taak om na te gaan of de vorm, het materiaal en het kleurgebruik van het bouwwerk in de directe omgeving past. Maar waar meet je dat aan af? Probleem is natuurlijk, dat die welstandscommissie kan roepen wat ze wil. En dat doet ze dan ook: ik ken gevallen waarbij de uitbouw van een huis meer dan een jaar vertraagd is doordat de commissie vindt dat een muur recht moet lopen terwijl het de bewoners mooier en praktischer lijkt als die muur een bochtje maakt. Geen van de naaste buren heeft enig bezwaar tegen zo’n bochtje in de muur. Ze zien het niet eens, tenzij ze met gevaar voor eigen leven op het regentonnetje gaan staan om over de heg naar de achtergevel van de buren te gaan loeren. En het erge is: ik ken ook een geval waarbij de bouw ernstig vertraagd is omdat de welstandscommissie vindt dat de muur met een bochtje moet lopen terwijl de enthousiaste aanvragers van de bouwvergunning nou net een réchte muur wilden. Hèhè, op die manier worden we er allemaal moe van. Maar de mensen in Boekel niet. Niks geen bouwvergunning nodig daar. Zou het jaarlijkse schoolreisje van het College van B&W dit jaar naar Boekel kunnen? Effe kijken of ze daar opvallend raar bouwen of zo? Met de bus is het nog geen drie kwartier! Zouden ze durven? Wie weet…
Veel te veel zedig
10 oktober 2007
’t Is me wat met ons koningshuis. Gezeten op zo’n typisch Nederlandse ANWB-paddestoel in de tuin voor haar huis schijnt onze prinses Maxima te hebben geroepen dat Nederland niet bestaat. Of iets in die trant in elk geval. Dat wilde ik zelf wel eens horen, dus ik heb een tijdje op de loer gelegen tot er een NOS-journaal kwam waarin de feitelijke uitspraken herhaald werden. Spijt dat ik het niet heb opgenomen op video ! Onze prinses zei namelijk, terwijl ze heur hoofdje scheuf hield en heur lange blonde, als altijd ongekamde haar schudde: “Nederland is veel te veel zedig”. Wow, dat is pas een prinses. Ze zei het echt ! Die heeft lef, die krikt het koningshuisje op, die durft tegen de wind in … Terwijl er juist in Nederland een discussie woedt over de toenemende onzedigheid op straat, op tv en bij de jeugd in het bijzonder, komt de prinses ons met ongekamd haar vertellen dat we veel te veel zedig zijn. Ik stootte mijn vrouw aan en vroeg of ze misschien ook bijtijds naar bed wilde vandaag. Maar nee, daar voelde ze niet veel voor. Maxima zei ook nog dat dé Nederlander niet bestaat. Dat stuitte me aanvankelijk erg tegen de borst. Daarna deed ik maar net of ik het niet begreep, want ik voel me pakweg de laatste dertig jaar hét prototype van dé Nederlander. Ik doe alles zo Nederlands mogelijk: boodschappen op de fiets. Behalve als het regent. Of als het zou kúnnen gaan regenen. En dat boodschappen doen stel ik bovendien zo lang mogelijk uit. Zodat mijn vrouw ongeduldig wordt en ze zelf snel doet. Typisch Nederlands. En als we bezoek hebben één koekje bij de koffie. Nou ja, één koekje per kópje koffie. Als we geen bezoek hebben, eten we de koekjestrommel trouwens in een mum van tijd leeg. Wij doen eigenlijk alleen maar net alsof we een koekje per kopje koffie eten… En met succes, want veel mensen die uit het buitenland komen, geloven nog steeds in dat verhaal van één koekje bij de koffie. Dat zei onze blonde allochtone Maxima trouwens ook nog, dus die typisch Nederlandse illusie houden we goed in stand. Maar dat veel te veel zedige, dat beviel me. Mijn vrouw probeerde nog even: “Bedoelt ze niet veel te veelzíjdig?” Oeps, slik… ik zal het in mijn jeugdige enthousiasme toch niet verkeerd verstaan hebben? Nou, wie weet…
Meester Prikkebeen Naschrift: Lof, maar vooral kritiek kreeg Maxima nadat ze op 24 sept. 2007 in een toespraak had gezegd dat ‘de Nederlander veel te veelzijdig is om in één beeld samen te vatten’. Zo vond Michiel Zonnevylle, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen, het ' jammer en curieus'dat prinses Máxima zo sprak over de Nederlandse identiteit. Op 10 oktober 2007 moest premier Balkenende zelfs in de Tweede Kamer uitleggen waarom hij Maxima niet had tegengehouden… Je gaat je afvragen of Nederland het koekje bij de thee wel verdient.
Schijt !
2 mei 2004
Een man op leeftijd loopt langzaam over het trottoir, voor een basisschool langs. Een eindje van hem vandaan loopt een hond over het gras te snuffelen. Na een tijdje staat de man stil: hij blijkt de baas te zijn van het dier, er zit een lijn van een slordige 10 meter tussen man en hond. De hond is intussen uitgebreid gaan zitten en aan de achterkant komt er een flinke partij blubber uit. Ondertussen probeert de hond nog een beetje te lopen, met zijn achterpoten helemaal krom alsof het dier kreupel is van de reuma. Een man aan de andere kant van de straat is gaan stilstaan. Hij staat uitgebreid te kijken naar de hond. En daarna naar het baasje. Baasje doet net alsof hij dat niet in de gaten heeft en kijkt expres de andere kant uit. Dat helpt niet. De man aan de overkant roept: ‘Hé, dat hoort toch niet zo?’ Baasje kijkt verbaasd naar zijn hond, alsof hij zeggen wil: ‘Hé, die hond zie ik nu ook pas voor het eerst.’ De man aan de overkant herhaalt: ‘Zeg, dat hoort toch niet zo? Vind je dat nou fatsoenlijk?’ Even is baasje in verwarring, maar soms gaat hij in de aanval: ‘Ik betaal toch hondenbelasting?’ De man aan de overkant roept terug: ‘En moeten de schoolkinderen daarom maar door de stront lopen?’ Baasje roept nu boos: ‘Ik snap niet waar jij je mee bemoeit.’ Hij recht zijn rug, dan lijkt hij groter. De man aan de overkant antwoordt: ‘Nou, ik bemoei me met jou, dat hoor je toch?’ Baasje merkt dat hij niet kan winnen en keert zich af. Ondertussen roept hij: ‘Nou, ik heb er mooi schijt aan.’ Langzaam loopt hij weg, hij trekt de hond moeizaam met zich mee. De man aan de overkant roept, als om afscheid te nemen: ‘Nou, ik vind jou maar een onbeschoft stuk vreten.’ En tegen mij zegt hij boos: ‘Ze moeten het baasje maar eens met de neus door de stront heen vegen, dan leert ‘ie het wel af.’ Dan stapt hij in zijn auto en rijdt weg. Ik blijf achter met de vraag aan wie baasje nou eigenlijk schijt heeft. Aan schoolkindertjes toch niet? Aan de mensen die morgen op school de vloer mogen dweilen? Aan de gemeente dan? Misschien het meest nog aan zichzelf, wie weet… Meester Prikkebeen