Inhoud, week 20, 2013
De Nederlandsche Bank: benut vrijvallende pensioenpremies voor een extra loonimpuls DNB: beperking Witteveenkader kan economie oppepper geven ’Red opbouw pensioen met extra heffing fonds’ 'Overwaarde huis voor zorg of extra pensioen' Vooral Nederlanders denken langer te moeten doorwerken Kosten uitvoering pensioenregeling Onderzoek naar Europese variant van Pensioenregister PGGM eist vertrek CEO en voorzitter vastgoedfonds GSW Reken je rijk PFZW gaat over op IBAN
De Nederlandsche Bank: benut vrijvallende pensioenpremies voor een extra loonimpuls Jule Hinrichs, Financieele Dagblad, 14 mei 2013
De kwakkelende Nederlandse economie kan een stevige impuls krijgen als miljarden aan pensioenpremies worden teruggesluisd naar werknemers in de vorm van een hoger loon. Hogere lonen kunnen ertoe leiden dat de particuliere consumptie flink toeneemt, terwijl het begrotingssaldo van de Staat juist lager uitvalt. In het gunstigste geval rolt er na enkele jaren een bijna € 7 mrd lager begrotingstekort uit. Terugsluizen in de economie Dat stelt de Nederlandsche Bank (DNB) in een vandaag te publiceren studie. Volgens DNB is er bij elkaar voor € 9 mrd per jaar minder aan pensioenpremie fiscaal af te trekken. Dat is een gevolg van de afspraak in het regeerakkoord om de fiscale aftrek van pensioenpremies te beperken. Als die € 9 mrd wordt teruggesluisd in de economie, zou dat aanzienlijk positieve effecten hebben. De koopkracht stijgt meteen flink. De ervaring leert volgens DNB dat dit na enige jaren tot een vergelijkbare stijging van de consumptieve uitgaven leidt. Hoge 'pensioenambitie' in Nederland De vraag is echter of die € 9 mrd inderdaad in zijn geheel terugvloeit. Met name de vakbonden willen deze pot met geld gebruiken om een verslechtering van de pensioenopbouw te repareren. In het kader van het sociaal akkoord wordt hier nog over onderhandeld. Bovendien zijn in dit bedrag ook de pensioenafdrachten van de werkgevers meegerekend. Die vormen in feite uitgesteld loon van werknemers, maar zouden dan in loon moeten worden omgezet. De Nederlandsche Bank neemt in de notitie geen stelling, maar levert wel argumenten waarom het verstandig zou zijn dit geld niet te benutten voor een reparatie van pensioenrechten. ‘Waar nu in veertig jaar maximaal 90% van het gemiddelde loon aan pensioen kan worden opgebouwd, kan een huidige jongere na de versobering in 45 arbeidsjaren nog steeds een pensioen van bijna 80% van het gemiddelde loon bereiken’, schrijft DNB. Er wordt aan toegevoegd dat de ‘pensioenambitie’ in Nederland, ondanks de versobering, nog altijd hoog is vergeleken met andere landen. Effect van terugsluizen Als de € 9 mrd volledig wordt teruggesluisd naar werknemers, leidt dat volgens berekeningen van DNB al na een jaar tot een reële inkomensgroei van ruim 2% . Na vier jaar leidt dat ook tot een vergelijkbare
toename van de consumptie. Dan zou het bruto binnenlands product 0,6% hoger uitkomen, de particuliere consumptie zou 2,4% hoger uitvallen en de werkloosheid zou iets dalen. Voor minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën zou er ook een en ander in het vat zitten. Al na één jaar komt het begrotingstekort 0,7 procentpunt lager uit, weer onder de voorwaarde dat al het geld wordt teruggepompt. Het kabinet zelf heeft slechts 0,2 procentpunt als positief effect ingeboekt. Na vier jaar zou het positieve effect oplopen tot 1,1%. Uitgaande van de huidige nominale omvang van het bbp van ruim € 600 mrd is dat bijna € 7 mrd.
DNB: beperking Witteveenkader kan economie oppepper geven Pensioenfederatie, 14 mei 2013
De voorgenomen beperking van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw (het zogenoemde Witteveenkader) creëert ruimte voor lagere pensioenpremies en dat kan de economie een impuls geven. Dat stelt De Nederlandsche Bank in een vandaag gepubliceerde notitie. In het Regeerakkoord is afgesproken om de maximale aftrek van pensioenpremies terug te brengen van 2,25 procent per jaar op dit moment naar 1,75 procent in 2015. Verder zal de fiscaal gefacilieerde pensioenopbouw vervallen voor inkomens boven € 100.000,-. In het sociaal akkoord is afgesproken dat sociale partners nog met alternatieven mogen komen, waarvoor het kabinet € 250 miljoen beschikbaar heeft gesteld. DNB stelt dat de beperking van het Witteveenkader weliswaar primair een bezuinigingsdoelstelling dient, maar ook de bestedingen kan stimuleren omdat circa € 9 miljard aan pensioenpremies vrijvalt. Voor zover dit bedrag niet nodig is om pensioenpremies op kostendekkend niveau te brengen, kan het beschikbaar komen voor de loonruimte voor werknemers. Dit kan een forse impuls aan de koopkracht geven. Als de vrijvallende premies volledig ten goede zouden komen aan de loonruimte kan dit volgens DNB na 4 jaar leiden tot een 2,3 procent hoger consumptievolume en een 0,6 procent groei van de economie. In de notitie wijst DNB er wel op dat de vrijvallende premies ook kunnen worden gebruikt voor het verbeteren van pensioenregelingen en dat sociale partners uiteindelijk bepalen welke bestemming de vrijvallende premies krijgen. Reactie Pensioenfederatie Het ligt volgens de Pensioenfederatie niet voor de hand dat sociale partners de € 9 miljard, die volgens DNB maximaal kan vrijvallen, voor andere doeleinden dan pensioenopbouw zullen inzetten. Veel pensioenfondsen hebben de premies hard nodig om hun financiële positie te versterken. Verhogen van indexatieambities of andere verbeteringen van bestaande pensioenregelingen zijn de komende jaren voor hen niet aan de orde. Bovendien heeft DNB zelf in een beleidsregel bepaald dat pensioenfondsen met een dekkingstekort een premie moeten hanteren die bijdraagt aan herstel. De visie die DNB vandaag uitdraagt lijkt hiermee op gespannen voet te staan. De Pensioenfederatie heeft eerder al aangegeven dat de door het kabinet gewenste beperking van het Witteveenkader slecht uitpakt voor de pensioenopbouw, met name die van jongeren.
‘Red opbouw pensioen met extra heffing fonds’ Sameer van Alfen, De Telegraaf, 18 mei 2013
Ondernemingsraden van 25 grote bedrijven willen een heffing op de miljardenvermogens van pensioenfondsen en verzekeraars. Die moet voorkomen dat de pensioenopbouw van 7 miljoen Nederlanders fors wordt verlaagd, aldus de Vereniging van Ondernemingsraden in een brandbrief aan het kabinet. Als het aan de regering ligt, kunnen werknemers vanaf 2015 nog maximaal 1,75% per jaar belastingvrij aan pensioen opbouwen via hun baas. Dit moet de schatkist jaarlijks €2 miljard opleveren. Volgens critici betekent dit dat jongeren die nu starten met werken minder dan de helft van het laatstverdiende loon krijgen als hun oude dag aanbreekt.
Op dit moment overleggen sociale partners om de pijn te verzachten. Ze hebben hiervoor tot 1 juni de tijd, het kabinet stelde €250 miljoen beschikbaar. Maar Erik Kok, woordvoerder van de Vereniging van Ondernemingsraden, is sceptisch over een eventueel eindresultaat. „Met €250 miljoen kun je geen verlaagde pensioenopbouw van €9 miljard per jaar reparen.”
'Overwaarde huis voor zorg of extra pensioen' De Telegraaf, 14 mei 2013
Huizenbezitters moeten de overwaarde van hun huis kunnen gebruiken om het pensioeninkomen aan te vullen, extra zorg aan huis te regelen of andere grote uitgaven te kunnen financieren. Tot deze conclusie komt de Taskforce Verzilveren, een initiatief van maatschappelijke organisaties, financiële partijen en overheidsinstellingen in een rapport aan minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst. De Taskforce onderzocht hoe de overwaarde in het eigen huis is te verzilveren als het inkomen of pensioen ontoereikend is. Het rapport 'Eigen haard is zilver waard' laat zien dat veel gepensioneerden extra financiële armslag goed kunnen gebruiken of hard nodig hebben, maar niet in staat zijn om de overwaarde van hun huis te gelde te maken. Ondanks de crisis op de woningmarkt is de totale overwaarde van het woningbezit in Nederland nog ruim 500 miljard euro. De huidige gepensioneerden hebben daarvan zo'n 38 procent in bezit. De gemiddelde overwaarde per huis van gepensioneerden is 257.000 euro. De potentie om te verzilveren is volgens het rapport dan ook volop aanwezig, maar nauwelijks te benutten omdat banken en andere geldverstrekkers er niet of nauwelijks in voorzien. De Taskforce wijst erop dat in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk die mogelijkheid er wel is. Veelal via een zogeheten omkeerhypotheek of 'verkoop-en-terughuur'-constructie. In beide gevallen krijgt de huiseigenaar een voorschot op de toekomstige verkoopopbrengst van zijn huis.
Vooral Nederlanders denken langer te moeten doorwerken Mariel Hovemann, HR Praktijk, 16 mei 2013
Werknemers bereiden zich wereldwijd slecht voor op hun pensioen. Dat komt door te weinig kennis en interesse. Bovendien zorgt de economische crisis ervoor dat werknemers geen geld hebben om opzij te zetten voor later. 62 procent van de werknemers denkt daarom langer te moeten doorwerken, in Nederland is dat zelfs de hoogste score: 68 procent. Dat blijkt uit onderzoek van Aegon naar de pensioenvoorbereiding in twaalf landen. In totaal ging het om 12.000 mensen in 12 landen in Europa, Azië en Noord-Amerika. Belangrijkste bevindingen voor Nederland • Werknemers willen een gegarandeerd pensioen maar zijn niet bereid ervoor te betalen: 73 procent wil zekerheid over de hoogte van het pensioeninkomen, zelfs als dat ten koste gaat van het rendement. Maar 33 procent is niet bereid om meer te betalen voor een dergelijk pensioen en 41 procent wil slechts 5 procent meer betalen. • Nederlanders zijn zich slechter gaan voorbereiden op hun pensioen. De Aegon Retirement Readiness Index (ARRI) is voor Nederland gedaald van 5,5 naar 4,9 (op een schaal van 0 tot 10). De ARRI meet de mate waarin werknemers zijn voorbereid op hun pensioen. • Mensen verwachten een sober pensioen in de toekomst. Bijna driekwart (71 procent) denkt dat toekomstige generaties slechter af zullen zijn tijdens hun pensioen dan huidige gepensioneerden. • Pensioen roept vooral positieve gedachten op. Mensen associëren 'met pensioen gaan' eerder met positieve zaken als vrije tijd (57 procent) en vrijheid (36 procent), dan met negatieve aspecten, zoals armoede (14 procent) of slechte gezondheid (3 procent).
Kosten uitvoering pensioenregeling PFZW, 17 mei 2013
Wij beheren de pensioenen van ruim 2,5 miljoen mensen. Daar komen kosten bij kijken. We doen echter ons best deze kosten zo laag mogelijk te houden zodat er meer pensioen overblijft. En
dat lukt! De kosten voor het beheren en uitbetalen van alle pensioenen zijn ongeveer 2,5% van alle premies. Dat kwam in 2012 neer op in totaal ongeveer 120 miljoen euro. Ons fonds behoort daarmee, mede dankzij de schaalgrootte, tot de goedkoopste van het land. Wij realiseren ons dat de kosten bij pensioenuitvoering een belangrijk verschil maken in de uiteindelijke pensioenuitkomst. De lage kosten van het fonds zijn dan ook nooit reden om tevreden achterover te leunen. Op kostenbeheersing wordt voortdurend gestuurd. Wie zijn pensioen zelf individueel bij een verzekeraar moet regelen, is al gauw veel meer geld aan kosten kwijt. Samen je pensioen regelen betekent dus uiteindelijk meer pensioen voor dezelfde euro. Daarbij hoeven Nederlandse pensioenfondsen geen winst te maken. Ook dat draagt bij aan de lage kosten van een collectief pensioen. Natuurlijk blijven wij altijd scherp op de kosten letten. Want hoe minder kosten, hoe hoger uw pensioen. De kosten zijn per jaar afgerond € 75,40 per deelnemer. Met deze kosten is PFZW iets goedkoper dan het gemiddelde van vergelijkbare grote pensioenfondsen in binnen- en buitenland. Maar de service die we voor dat geld bieden is een stuk hoger dan gemiddeld. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksinstituut CEM uit Canada, dat kosten en servicekwaliteit van een groot aantal pensioenfondsen over de hele wereld vergelijkt.
Onderzoek naar Europese variant van Pensioenregister PGGM, 13 mei 2013
Een consortium van pensioenuitvoeringsorganisaties PGGM, MN, Syntrus Achmea, APG, het Deense PKA en Finse ETK gaat onderzoeken hoe alle Europeanen online inzicht kunnen krijgen in hun opgebouwde pensioen. Dat maakte de Europese Commissie, opdrachtgever van het systeem, eind vorige week bekend. Het consortium presenteert volgend jaar zijn aanbevelingen. De Europese Commissie publiceerde vorig jaar het Witboek voor adequate, veilige en duurzame Europese pensioenen. Daarin staan twintig aanbevelingen, waarvan de ontwikkeling van een Europees pensioentraceersysteem er een is. In augustus 2012 werd een zogenaamde ´call for proposals´ uitgeschreven, waarvoor Europese partijen een voorstel konden indienen. Eind vorige week maakte de Europese Commissie bekend dat het samenwerkingsverband van PGGM, MN, APG, Syntrus Achmea, PKA en ETK de beste partij is om het fundament voor een Europees pensioentraceersysteem te leggen. Het consortium onderschrijft het belang om de pensioenen binnen Europa toekomstbestendig te maken. Een pensioentraceersysteem kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Zowel Denemarken, Finland als Nederland hebben al ervaring met een dergelijk systeem. Zo is in Nederland in 2011 het Pensioenregister geïntroduceerd, waarbij iedere Nederlandse burger via DigiD overzicht kan krijgen in zijn opgebouwde pensioen.
PGGM eist vertrek CEO en voorzitter vastgoedfonds GSW PGGM, 15 mei 2013
Vermogensbeheerder PGGM eist het aftreden van de voorzitter van de Raad van Commissarissen van het in Berlijn gevestigde Vastgoedfonds GSW Immobilien AG (GSW). PGGM brengt dit als aandeelhoudersvoorstel in op de aandeelhoudersvergadering van GSW op 18 juni 2013. De aandeelhouders zal ook worden gevraagd om een motie van wantrouwen te steunen tegen de onlangs aangestelde CEO van GSW. PGGM vindt het uitermate belangrijk dat de bedrijven waarin wordt belegd een robuuste bestuursstructuur hebben en behouden. PGGM vindt de gevolgde procedure voor de recente benoeming van een nieuwe CEO bij GSW onacceptabel. PGGM roept de voorzitter van de Raad van Commissarissen (RvC), de heer dr. Von Freyend, ter verantwoording en dringt aan op zijn vertrek. PGGM verwacht van de RvC dat de selectie en benoeming van een nieuwe CEO door een onafhankelijke RvC selectiecommissie wordt overgedaan op basis van een gedegen profielschets. Intransparante benoemingsprocedure PGGM is van mening dat de benoeming van de heer Kottmann tot CEO op 18 maart 2013 op een intransparante wijze tot stand is gekomen. PGGM heeft als aandeelhouder meermaals vergeefs om uitleg gevraagd bij de voorzitter van de RvC over de gevolgde benoemingsprocedure. PGGM ziet zich nu genoodzaakt om gebruik te maken van het zware instrument van een aandeelhoudersvoorstel. De
aandeelhouders zullen zich op de aandeelhoudersvergadering moeten uitspreken over deze benoeming en daarmee over het aanblijven van de voorzitter van de RvC én over het vertrouwen in de recent aangestelde CEO. Volgens PGGM zijn er meerdere aanwijzingen dat aan de zorgvuldigheid van de benoemingsprocedure kan worden getwijfeld. Eerdere schriftelijke en mondelinge navraag bij de voorzitter van de RvC, ook al vóór de benoeming van de nieuwe CEO, hebben deze twijfel niet kunnen wegnemen. Naast de onzekerheid over onder andere een gedegen procedure, profielschets en een onafhankelijke RvC selectiecommissie, zijn er ook vragen gerezen over de onafhankelijkheid van de voorzitter van de RvC zelf bij de benoeming van de CEO. Beide heren hebben deel uit gemaakt van het bestuur van vastgoedbedrijf IVG Immobilien AG, dat in 2008 onder hun leiding in grote moeilijkheden raakte. Tijdens de komende aandeelhoudersvergadering zal worden aangedrongen op het vertrek van de voorzitter van de RvC, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de intransparante wijze van benoemen van de nieuwe CEO. PGGM betwijfelt daarnaast of de heer Kottmann de beste persoon is voor de functie van CEO bij GSW, en vraagt de overige aandeelhouders de motie van wantrouwen tegen de nieuwe CEO te steunen. PGGM ziet graag dat GSW een nieuwe selectieprocedure start voor een nieuwe CEO. Daarbij zou bij gelijke of vergelijkbare geschiktheid onze voorkeur uitgaan naar een interne kandidaat. Graag zien wij dat een nieuwe CEO de huidige strategie van het bedrijf continueert.
Reken je rijk Jaap Koelewijn, Financieele Dagblad, 18 mei 2013
Sparen voor de oude dag gaat tegen de menselijke natuur in. Met een beetje geluk slagen we er nog wel in om geld apart te zetten voor een nieuwe wasmachine of het opknappen van ons huis. Maar geld sparen om daar over veertig jaar van te kunnen leven, dat is voor de meesten van ons een brug te ver. Waarom zou je jezelf nu de zekerheid van consumptie ontzeggen voor een hoogst onzeker inkomen later? Het is daarom goed dat we in ons land een systeem hebben dat werknemers dwingt om consumptie uit te stellen voor later inkomen. Dat is paternalistisch, maar de dwang is wel noodzakelijk. Pensioenpot Het gevolg van ons pensioensysteem is dat we collectief een enorm vermogen hebben opgebouwd. De magische grens van € 1000 mrd is ondertussen overschreden. De verleiding om eens lekker in de pensioenpotten te graaien is groot. In de jaren tachtig deed het kabinet-Lubbers een greep in de kas van het ABP. Lubbers kwam ermee weg, want de gevolgen zouden we pas later merken en ze waren destijds nauwelijks te becijferen. Had Lubbers c.s. zich destijds kunnen inhouden, dan zou het ABP er nu een stuk beter voor staan. De afgelopen jaren werden diverse voorstellen gedaan om het pensioengeld voor de economie in te zetten, zoals het financieren van ziekenhuizen, snelwegen, woninghypotheken en het midden- en kleinbedrijf. De meeste voorstellen komen neer op een doorzichtige vorm van vestzak-broekzakspelletjes. Boekhoudkundige winst De geest is gewillig, maar het vlees zwak. De voorgenomen beperking van het Witteveenkader, die neerkomt op een verlaging van het fiscaal vrijgestelde opbouwpercentage, een maximum aan de pensioengrondslag en een hogere pensioenleeftijd, heeft tot gevolg dat er op slag € 9 mrd vrijvalt aan pensioenpremies. Dat geld valt natuurlijk niet echt vrij, want de vermeende vrijval is niets anders dan een boekhoudkundige winst. Het afspreken van andere regels leidt natuurlijk nooit tot reële waardecreatie. Sterker nog, het inperken van de fiscale ruimte leidt tot een welvaartsverlies. De toekomstige gepensioneerden krijgen immers minder fiscale faciliteiten en zullen dus meer zelf moeten sparen om dezelfde pensioenen op te bouwen. Te mooi om waar te zijn De rekenmeesters van DNB hebben doorgerekend wat voor leuke dingen we met het gevonden geld kunnen doen. De vermeende winst van € 9 mrd zouden we kunnen gebruiken om onze economie een impuls te geven. De modellen zijn gewillig. Wat je erin stopt, komt er ook weer uit. Natuurlijk, het besteedbare inkomen neemt toe, de staatsschuld daalt en de groei wordt hoger. Het lijkt te mooi om waar te zijn en dat is het ook! We financieren de extra welvaart nu door een stukje van ons toekomstige pensioen op te eten.
Lange termijneffecten Ik snap niets van de beweegredenen van DNB om alleen maar het scenario van de bestedingsimpuls door te rekenen. Het publieke debat over pensioenen wordt gedomineerd door schijnbewegingen en drogredenen. DNB had ten behoeve van het publieke debat inzichtelijk kunnen maken wat de effecten op de lange termijn zijn. Die zijn uiteraard negatief. Aan die informatie hadden de financiële consumenten wat gehad. Nu levert de rekenexercitie weinig anders op dan een voorbeeld van ‘reken je rijk’. Ik verwacht van een toezichthouder dat die beide kanten van de medaille laat zien. Jaap Koelewijn is hoogleraar corporate finance aan Nyenrode Business Universiteit.
PFZW gaat over op IBAN PFZW, 17 mei 2013
Europa is op weg naar een gezamenlijke betaalmarkt zodat we straks overal op dezelfde manier kunnen betalen. Daar is voor nodig dat we allemaal gebruik maken van een IBAN (International Bank Account Number) als rekeningnummer. De komende periode gaan we in Nederland steeds vaker gebruik maken van dit Europese rekeningnummer. PFZW gaat vanaf juni 2013 over op IBAN voor het overschrijven van euro’s. U hoeft niets te doen Wij hebben uw rekeningnummer en zetten dat automatisch om naar uw IBAN. U hoeft zelf dus niets te doen. De omzetting gebeurt heel zorgvuldig. Mocht er toch iets misgaan en merkt u bijvoorbeeld dat u na juni geen maandelijkse uitkering van ons ontvangt of een maandelijkse incasso niet wordt afgeschreven, neem dan op werkdagen tussen 8:00 en 18:00 uur contact op met onze klantenservice via (030) 277 55 77. Wilt u meer weten over IBAN en de nieuwe gezamenlijke Europese betaalmarkt, kijk dan op www.overopiban.nl.