Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 5
Inhoud Voorwoord – De dictatuur van de ‘politieke correctheid’ 7
1. Vader van een natie 25 2. Het lot van vluchtelingen 45 3. De keerzijde van de medaille 59 4. Sabra en Shatila 71 5. De lange weg naar het vredesproces 88 6. Al-Quds – ‘De Heilige’ 105 7. De Al-Aqsa Intifada 138 8. Moord als strategie 155 9. Zoektocht naar een oplossing 187 10. Christenen in Palestina 225 11. De weg naar Hamastan 269 12. De Bijbel over de Palestijnse kwestie 352 Noten 395
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 7
Voorwoord De dictatuur van de ‘politieke correctheid’
De Palestijnen, ze zijn niet mijn favoriete gespreksonderwerp. Maar wie is geïnteresseerd in Israël, moet zich ook bezighouden met de Palestijnen. Ze vragen hier niet alleen zelf om, dat zijn vooral hun vrienden. Er bestaat een dictatuur van politieke correctheid, maar nog sterker van evenwichtigheid. Met het schrijven van dit boek, heb ik een knieval gemaakt voor die dictatuur. Tegelijk heb ik veel interessante mensen ontmoet. In Bethlehem, Ramallah, Hebron, Nablus, Jenin, Jericho en Gaza. Maar ook in Libanon, in Syrië, in Jordanië en Egypte, in Turkije, op Cyprus en in Duitsland en Tsjechië ben ik Palestijnen tegengekomen. Met sommigen ben ik inmiddels al jaren bevriend – wat niet wegneemt dat er tussen ons een wereld van verschil ligt en ik niet weet of ik hen ooit helemaal zal begrijpen. Ik bewonder de hardnekkigheid waarmee dit volk zijn doel nastreeft – de politieke correctheid verbiedt mij dit te zeggen. Ik denk bijvoorbeeld aan de Hamassjeik uit Tulkarem. Volgens hem zal het pas echt vrede worden als alle joden en christenen zich aan de islam onderwerpen. In mijn geheugen staat ook die blinde Palestijnse vrouw gegrift. Tijdens een van de nachtelijke bombardementen roept ze de Palestijnse strijders toe: ‘Als jullie op joden schieten, vechten jullie niet tegen mensen! Jullie vechten tegen God!’ 7
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 8
Het past bij de rechtlijnigheid van het Palestijnse volk dat het zich nooit heeft verontschuldigd voor de verkiezingsoverwinning van Hamas in januari 2006 – hoewel de wereld de wil van het volk in de autonome Palestijnse gebieden tot op de dag van vandaag nooit erkend heeft. Die karaktertrek tekent ook de voormalige sjeik van de salafisten, een fundamentalistische stroming binnen de islam. Hij werd christen en heeft Jezus van Nazareth erkend als Verlosser van de wereld en als Koning van Israël. Hij verkondigt dit openlijk, ook op straat en in zijn geboorteplaats, hoewel het duidelijk is dat zijn passie voor Jezus en zijn liefde voor het Joodse volk hem zijn leven kunnen kosten. De Palestijnen zijn een zeer intelligent volk. In het Midden-Oosten behoren zij tot de bevolkingsgroep met het hoogste percentage universitair geschoolden. In ziekenhuizen over de hele wereld werken Palestijnse artsen. Toen ik onze dochter, die diabetes heeft, naar het Hadassahziekenhuis in Jeruzalem bracht, ontmoette ik daar een team van artsen dat behoort tot de top van de medische onderzoekswereld. Het team bestond uit een orthodoxe jood, een gelovige moslima (met hoofddoek) uit Bethlehem en een ‘Israëlische Arabier’ – pardon, de politieke correctheid vereist hier de aanduiding ‘Palestijn met Israëlisch staatsburgerschap’. De voorzitter van de lokale Kamer van Koophandel klaagt dat er tegenwoordig amper nog installateurs, meubelmakers of metselaars te vinden zijn in Bethlehem. Iedereen heeft gestudeerd en is nu ingenieur, arts, advocaat of wetenschapper. De laatste overgebleven vakmensen werken in Israël omdat ze daar beter worden betaald. De invloed van Palestijnse theologen is enorm, niet in de laatste plaats vanwege de wereldwijde islamitische jihad. Bij alles wat zij doen, tonen de Palestijnen een gewiekstheid die ervoor zorgt dat hun tegenstanders geloven dat ze helemaal zelf en zonder invloed van buitenaf hun mening vormen. Dat zie je niet alleen bij de kooplieden van de Bazaar in de oude stad van Jeruza8
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 9
lem. Geen enkele toerist gaat daar weg zonder het gevoel dat hij een echt goede deal heeft gesloten – het staat natuurlijk buiten kijf dat hij is afgezet. Dit geldt ook voor de publieke opinie in West-Europa. Hier betekent tegenwoordig ‘pro-Palestijns’ hetzelfde als ‘evenwichtig’. Iedere vorm van kritiek, ook als het maar zijdelings de Palestijnse gemeenschap betreft, wordt verafschuwd als ‘pro-Israëlisch’ – een begrip dat bijna een scheldwoord is geworden. Al is de aanleiding voor deze situatie misschien eerder in de geest van mijn volk, de Duitsers, te zoeken dan in de geniale propaganda van het Palestijnse volk. Hoe dan ook, ik blijf op deze plek volhouden dat de politieke correctheid mij ertoe heeft gedwongen een boek te schrijven over dit thema. Ze heeft mij er echter niet toe kunnen dwingen u alleen te vertellen wat u wilt horen en tegelijkertijd te verzwijgen wat u tegen de borst stuit. Wat ik in mijn ‘geschiedenis van Palestina’ vertel, is bepaald door wat ik heb gezien, gehoord, gelezen, gemerkt en ervaren. Juist omdat ik veel sympathie voel voor de mensen in de Palestijnse gebieden, in Israël en in de wereldwijde Palestijnse diaspora, zie ik het als mijn plicht corruptie, geweld, leugens en Jodenhaat bij de naam te noemen. Het druist lijnrecht in tegen mijn rechtvaardigheidsgevoel als mannen in krijtstreeppakken met een diplomatieke lach de westerse ontwikkelingsgelden in hun zakken steken, terwijl enkele honderden meters verderop mensen moeten vechten voor hun levensonderhoud. Protserige villa’s in Ramallah omgeven door een totaal verwaarloosde infrastructuur, pronkerige auto’s op de versleten straten van Nablus of luxe hotels in Bethlehem direct naast de vluchtelingenkampen; de beelden spreken duidelijke taal. Ik kan niet mijn mond houden als vrouwen en meisjes moeten vrezen voor hun leven, zodra ze ervan verdacht worden dat ze zich ‘onkuis’ hebben gedragen. Dat mensen ter dood worden veroordeeld omdat ze land aan de Joden hebben verkocht, gaat net zozeer 9
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 10
in tegen mijn gevoel voor rechtvaardigheid. Evenzeer als de doodstraf zelf, die in een islamitische staat iedereen boven het hoofd hangt die het enige ware geloof de rug wil toekeren. De beelden van zeer trouwe, gelovige moslims die vreselijk worden gemarteld door de Fatah zal ik nooit uit mijn geheugen kunnen wissen. Net zomin als het beeld van die jonge Fatahman in een rolstoel die door Hamas in zijn knie was geschoten toen ze de macht hadden overgenomen op de Gazastrook. Ik zou mijn Arabische vrienden graag open en eerlijk willen zeggen welke vruchten Hitlers Mein Kampf hebben voortgebracht, en waartoe het kan leiden als je waarde hecht aan de protocollen van de
Een boekhandel in Beiroet biedt Hitlers Mein Kampf te koop aan
10
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 11
wijzen van Sion. Daarbij denk ik aan de zes miljoen vermoorde Joden, maar ook aan de vijftig miljoen Europeanen die in de Tweede Wereldoorlog het leven hebben gelaten. Echter, om dat te durven zeggen, moet ik natuurlijk eerst het feit onder ogen zien dat Hitlers nalatenschap nu als standaardwerk wordt verkocht in de boekwinkels van de Arabische hoofdsteden en in de stalletjes langs de straten. Zelfs in de meest verafgelegen bedoeïenentent wordt de complottheorie geloofd dat de ‘wijzen van Sion’ overal achter zitten. In Palestina is Hitler een held! Ik geef eerlijk toe: als ik sta tussen de puinhopen op de Gazastrook of bij de muren van Bethlehem, heb ik maar zelden de moed om deze gedachten openlijk uit te spreken. Maar dat verandert niets aan het feit dat men het Palestijnse volk geen recht doet als men de oorzaken voor alle misstanden automatisch bij ‘de Joden’ zoekt. En daaraan verander je ook niets als je ‘Joden’ op politiek correcte wijze ‘Israëlische bezetters’ noemt – of nog beter, als je alle persoonlijke trekken wegzuivert en zonder enige schaamte spreekt van ‘Israëlische kolonisatiepolitiek’. Er zijn veel redenen om je voor de Palestijnse Arabieren te interesseren. Wie het Joodse volk en de Joodse staat wil begrijpen, kan niet om het bestaan, denken en handelen van het Arabische buurvolk heen. Na jarenlang de situatie te hebben geobserveerd, kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat veel voorstellen voor oplossingen en vredesinitiatieven in het Midden-Oosten uit de afgelopen jaren wel moesten mislukken. Ze houden geen rekening met de mentaliteit, de wensen en de dromen van de mensen, noch met de maatschappelijke en religieuze verplichtingen waarvan zich slechts een enkeling kan losmaken. Wie een vruchtbare bijdrage wil leveren aan een politieke vrede in Israël en de Palestijnse gebieden moet de Palestijnen kennen. Ten slotte nog een woord voor de Israëlvrienden. Jullie lezen in de Bijbel dat het Joodse volk door God is uitverkoren. Jullie beschouwen 11
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 12
alle gebeurtenissen rondom de staat Israël als het handelen van de levende God. Maar als God met Zijn volk handelt, tegen hen spreekt en Zijn beloften vervult, is er ook altijd ‘een andere kant’. De Heilige Schrift schrijft daar verbazend veel en uitgebreid over. Gods plan met Israël is ingebed in een heilsplan voor de hele wereld. Abrahams nakomelingen moeten het Beloofde Land verlaten, terwijl God de Amorieten nog enige tijd respijt geeft (Gen. 15:16). De misdaden van de Amorieten moet je in geen geval op zichzelf bekijken. Je moet ze begrijpen in het licht van Gods gericht over mensen die een relatie met de God van Israël hebben en diens wetten kennen. Veel buitenstaanders werden in dit volk van God opgenomen of leefden broederlijk naast dit volk – waarbij de Bijbel niet verzwijgt dat er aan beide kanten schuld ligt. Tot in de tijd van Jezus ontmoeten we niet-Joden in het land Israël. Ronduit grof wees Jezus de Kanaänitische moeder van een ziek meisje af: ‘Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël.’ – maar vervolgens ging Hij toch in op haar smeekbede omdat Hij een groot geloof in haar zag (Matth. 15:24, 28). Over de centurio uit Kapernaüm zegt Hij zelfs: ‘Ik zeg u: Ik heb zelfs in Israël zo’n groot geloof niet gevonden’ (Luk. 7:9). Deze ‘andere kant’ bestaat ook vandaag nog. De situatie is nog net zo gecompliceerd en ondoorzichtig als altijd. Er zijn niet alleen Palestijnen die tegen Israëliërs strijden, en daarbij niet alleen zichzelf maar ook het geluk van hun gezin en volk opofferen. Er zijn ook niet-Joden die hun toekomst met dit jonge volk verbinden. Daarnaast zijn er Palestijnen die Israëlische nederzettingen op omstreden land bouwen en daar gaan wonen. Sinds de stichting van de staat Israël zijn er Arabieren die meevechten met het Israëlische leger. Daarnaast zijn er natuurlijk niet-Joden die onder Israël lijden. Voor alle bijbellezers geldt: wie Israël wil begrijpen, kan zijn ogen niet sluiten voor diens buurman. Uit alle ideologische windrichtingen, politieke richtingen en religieuze groeperingen komen goedbedoelende mensen op mij af. Ze 12
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 13
praten op me in omdat ik journalist ben en christen: ik zou de plicht hebben mij in te zetten voor vrede en gerechtigheid en ik zou de zaak van de Palestijnen moeten verdedigen. Ik zou het vaandel moeten hooghouden voor wederzijds begrip en een vreedzame samenleving, of juist – en vooral vanwege de verschrikkelijke Holocaust – het bestaansrecht van Israël moeten verdedigen. De lijst met verplichtingen is eindeloos en wordt met iedere crisisperiode, met iedere militaire confrontatie en met iedere spectaculaire vredesdemonstratie langer. In de herfst van 2009 verwees ik in een artikel naar de pogrom die opgehitste Arabieren tachtig jaar eerder begonnen waren tegen hun Joodse buren. Die gebeurtenis maakte een einde aan meer dan 3000 jaar Joodse geschiedenis in Hebron. Een bezorgde lezer schreef hierop in een brief: ‘Ik ben bang dat de wijze waarop u dit artikel heeft geschreven, alleen maar haat oproept tegen de Palestijnen’, en ‘Ik heb altijd gedacht dat christenen de opdracht hadden te werken aan vrede, mensenrechten en internationale gerechtigheid.’ Een jaar daarvoor vierde de staat Israël zijn zestigste verjaardag. Ik was van mening dat ik mijn lezers ook nu de keerzijde van de medaille moest laten zien. Daarom bracht ik de nakba, de ‘catastrofe’, in beeld. Ik liet zien hoe rampzalig de immigratie van Joden uit de hele wereld en de oprichting van de staat Israël had uitgepakt voor de Arabieren. Prompt deed het gerucht de ronde dat ik onder invloed was gekomen van Palestijnse propaganda. Sommige lezers zegden zelfs hun abonnement op van de krant waarin het artikel was verschenen. Heb ik als journalist werkelijk de plicht op te komen voor vrede, mensenrechten, gerechtigheid, een vreedzame samenleving, begrip, volkerenrecht of hoe men het ‘ware geloof ’ ook noemen wil? Nee! Daarvan ben ik overtuigd. Een journalist mag rechter noch activist zijn. Mijn opdracht is betrouwbare informatie zo secuur mogelijk door te geven. En daarbij doe ik mijn best de historische 13
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 14
context en de verdere samenhang niet uit het oog te verliezen. Maar ik ken ook mijn grenzen. Als journalist ter plaatse heb ik slechts zelden de luxe van een academicus, die maanden- of jarenlang in bibliotheken kan rondstruinen zodat hij geen enkel standpunt over het hoofd ziet. Met deze verzameling van indrukken en artikelen wil ik op generlei wijze de illusie wekken dat ik alles weet, alles kan aantonen of in ieder opzicht de waarheid spreek. Wellicht vergis ik mij ook op veel punten. Misschien heb ik ook alleen maar de spreekwoordelijk zo beroemde ‘andere kant van de medaille’ gezien door berichtgeving van anderen tegen te spreken. Natuurlijk is de situatie in het Heilige Land niet zo eenvoudig te begrijpen, hoe graag de lezer in Europa dat ook zou willen. In ieder geval wil ik een aanzet geven om hierover na te denken en ik hoop dat deze aanzet helpt de situatie in het Midden-Oosten beter te begrijpen. In augustus 2003 bezoek ik een Palestijnse collega op zijn kantoor in Ramallah. Hij heeft zijn journalistieke loopbaan een tijdje in de ijskast gezet, zodat hij woordvoerder kan zijn voor de Palestijnse minister voor Binnenlandse Aangelegenheden, Muhammed Dahlan. Bij het gebruikelijk kopje sterke Arabische koffie peinzen we over de vastgelopen politieke situatie en de oorzaken ervan. Geheel onverwachts zegt deze christelijke Palestijn, Arabische journalist en politieke activist opeens iets wat ik me nu nog herinner. De opmerking staat als een weerbarstige rots in de stroom van stereotypen over het conflict in het Midden-Oosten: ‘Wij zijn het slachtoffer geworden van onze eigen propaganda. Ons probleem is dat wij zijn gaan geloven in de leugen die wij zelf in de wereld hebben geholpen.’ Deze uitspraak is mij sindsdien bijgebleven en hij laat me niet los. Ik spreek de wens uit dat dit boek een bijdrage zal leveren aan de dialoog en ons ervoor zal behoeden slachtoffer te worden van onze
14
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 15
eigen propaganda – los van welke levensbeschouwing, ideologie of religieuze overtuiging ook. Overigens: propaganda begint met de keuze voor bepaalde begrippen en het gebruik ervan!
De genesis van een begrip De aanduidingen ‘Palestijnen’ en ‘Palestina’ nemen we vandaag de dag zo vanzelfsprekend in de mond alsof dit land en de zo aangeduide bewoners altijd al hebben bestaan. Slechts weinigen zijn zich ervan bewust dat het begrip ‘Palestina’ een heel interessante ontwikkeling heeft doorgemaakt. De naam ‘Palestina’ duikt rond de twaalfde eeuw v.Chr. voor het eerst op in de bronnen. De Egyptische farao Ramses iii bezingt zijn overwinning op zijn Syrische buren op de muren van een tempel in Madinat Habu. In de lijst met vijanden die hij heeft verslagen, noemt hij de ‘Filistijnen’. Omdat uitsluitend over ‘de Filistijnen’ wordt gesproken, zou het kunnen dat deze tekst, die veruit de oudste getuige is, een schrijffout bevat.1 In de vijfde eeuw v.Chr. gebruikt de Griekse geschiedschrijver en wereldreiziger Herodotus van Halicarnassus het begrip Palaestine (o.a. boek II,104,3). Vaker nog gebruikt hij de aanduiding syrie he Palaestine (o.a. boek I,105,1) waarmee hij uitdrukt dat hij het hele kustgebied ‘tot na Egypte’ beschouwt als deel van Syrië. Hij noemt echter niet alleen de ‘Filistijnen’ of ‘Palestijnen’ als de bewoners van het land. Hij schrijft bijvoorbeeld in boek II,104,15: ‘In Palestina wonen zowel Phoeniciërs als Syriërs.’ Tot in de tweede eeuw n.Chr. gebruiken de antieke politieke auteurs uitsluitend de ambtelijke staats- of provincienaam ‘Judea’ voor dit gebied. Soms wordt het kustgebied beschouwd als deel van Phoenicië. De Joods-hellenistische filosoof Philo van Alexandrië merkt op dat ‘Judea’ het oude ‘Kanaän’ is, dat nu ‘Palestina’ of 15
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 16
‘Palestijns Syrië’ wordt genoemd (De Abrahamo 133; Vita Mosis 1,163).2 Na de tweede Joodse opstand onder Simon Bar Kochba in 135 n.Chr doet de Romeinse keizer Hadrianus verwoede pogingen om het verzet van het Joodse volk en zijn verbondenheid met het land te breken.3 Hij verandert de naam van de provincie Judea in ‘Syrisch Palestina’.4 Het bijbelse Sichem wordt ‘Neapolis’ – omdat de Arabieren geen ‘P’ kunnen uitspreken, spreken ze sindsdien van ‘Nablus’. Het Joodse Jeruzalem krijgt een nieuwe bestemming als Romeinse militaire legermachtbasis en wordt omgedoopt in ‘Aelia Capitolina’. Hieraan herinnert de latere Arabische naam ‘Ilia’. Joden wordt de toegang tot de stad verboden. Op ongehoorzaamheid volgt de doodstraf. Vanaf deze tijd draagt het begrip ‘Palestina’ het stigma dat iedere Joodse aanspraak op ‘Eretz Jisrael’ ongeldig is – wat verklaart waarom de naam pelastinei (= Palaestine) slechts zelden voorkomt in de rabbijnse literatuur.5 In 333 n.Chr. schrijft de Pelgrim van Bordeaux: ‘Eens woonden de Hebreeërs in Judea, dat wordt bij ons Palestina genoemd’ (Praeparatio Evangelica 10,5).6 Duitse reisgidsen uit de tweede helft van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw noemen het gebied tussen Egypte en het Tweestromenland ‘Palestina’. ‘Palestina’ is in deze tijd puur een geografische aanduiding – vergelijkbaar met aanduidingen als ‘het Zwarte Woud’, ‘het Ertsgebergte’, ‘de Alpen’ – het verwijst naar een deel van zuidelijk Syrië. Geleerden uit de negentiende eeuw, waaronder de Duitse hoogleraar theologie Gustav Hermann Dalman, noemen zichzelf ‘Palestinawetenschapper’. Dalman schrijft boeken met titels als Arbeit und Sitte in Palästina7 of Pälestinensischen Diwan. Als Beitrag zur Volkskunde Palästinas.8 Hij is professor ‘Palestinawetenschappen’ aan de universiteit van het Duitse Greifswald en uitgever van het tijdschrift Palästina-Jahrbuch.
16
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 17
Uit dezelfde tijd stammen ook die getekende landkaarten uit oude bijbels die titels hebben als Palestina ten tijde van het Oude Testament, Palestina ten tijde van het Nieuwe Testament of Palestina van bovenaf gezien.9 In dezelfde geest geeft het Duitse bijbelgenootschap Württemberger Bibelanstalt uit Stuttgart in 1913 de Palästina-Bilder-Bibel [Bijbel met foto’s uit Palestina, vert.] uit. Zelfs de dertigdelige HebreeuwsEngelse uitgave van de Babylonische Talmoed, die tussen 1960 en 1990 verschijnt bij Soncino Press in Londen, gebruikt in plaats van ‘Het land Israël’ nog consequent ‘Het land Palestina’ als vertaling voor het Hebreeuwse begrip Eretz Israel. Interessant genoeg duikt in geen enkele reisgids uit deze tijd het begrip ‘Palestijnen’ op in zijn huidige betekenis: als aanduiding van een volk dat leeft in ‘Palestina’. ‘Een Arabier die in het geografische gebied “Palestina” leefde, noemde zich moslim of Arabier of Ottomaan of hij noemde zich naar het dorp waar hij vandaan kwam’, aldus Yehoshafat Harkabi.10 ‘De Arabieren’ – schrijft Jesaias Press in zijn Neuen Palästina-Handbuch uit 1934 – ‘die oorspronkelijk afkomstig zijn van het Arabisch schiereiland vormen ongeveer 75 procent van de bevolking. Ze zijn onder te verdelen in drie groepen: Madain (bewoners van de steden), Fellachen (boeren) en bedoeïenen (woestijnbewoners, nomaden).’11 ‘De tot nomade gemaakte bedoeïenen’ – ongetwijfeld de interessantste bevolkingsgroep voor geleerden uit het begin van de twintigste eeuw die onderzoek deden naar Palestina – ‘hebben de traditionele Arabische levenswijze in zijn meest pure vorm weten te behouden. Ze noemen zichzelf el-Arab, wat Arabier betekent.’12 ‘Hoewel ze op het eerste gezicht mohammedanen lijken, weten ze weinig af van de islam. Meestal zijn het ook geen fanatieke gelovigen. Ze zijn ongeletterd, sluw, hebzuchtig en diefachtig en daarom moet men voor hen op z’n hoede zijn’, karakteriseert een reisgids voor Palestina en Syrië uit de serie Meyers Reisebüchern uit 1913 de bevolkingsgroep. Vervolgens wordt in diezelfde reisgids 17
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 18
geschreven: ‘Deze bedoeïenstammen hebben onderling voortdurend vetes, wat een geluk is voor de regering.’13 ‘Arabieren die in dorpen wonen, worden Fellachen genoemd (naar het Semitische woord falach dat “de bodem bewerken” betekent)’, schrijft de Joodse reisboekenschrijver Sev Vilnay. ‘De Fellachen zijn geen echte Arabieren, zij hebben zich sinds vele generaties vermengd met de verschillende inheemse bevolkingsgroepen van Palestina. Er is ook vermenging met het Joodse ras.’ Over de derde groep van de Arabische bewoners in Palestina schrijft hij: ‘De Arabieren die in de steden wonen (Madanije) zijn eveneens geen echte Arabieren. Wel wonen in de grote steden enkele voorname families die zichzelf beschouwen als nakomelingen van de Arabieren die het land hebben veroverd.’14 Je moet goed zoeken in de reisbeschrijvingen van een eeuw geleden voordat je er eentje vindt die ‘Palestijnen’ noemt. Sterker nog, de reisgidsen van destijds noemen de bewoners van Palestina ‘Joden’. Deze Joden worden vervolgens onderverdeeld in Sefardische Joden ‘die een vergeten soort Spaans spreken’ en Asjkenazische Joden, ‘die uit het oosten van Europa (…), Duitsland en Nederland stammen en die het bekende Jiddisch spreken’.15 Daarnaast noemen deze reisgidsen nog de druzen, de Samaritanen, de Nosairier16, de sjiitische Metawile, ‘die in enkele dorpen in Opper-Galilea wonen’17, Ismaeliëten en christenen. ‘De Syriërs zijn de nakomelingen van de oudste bewoners van het land’, schrijft Jesaias Press. ‘Ze zijn echter, vooral in Zuid-Palestina, zo sterk gearabiseerd dat het amper meer mogelijk is een scheiding te maken tussen hen en de Arabieren. Ze wonen in Jeruzalem, Bethlehem, Beit Djalla, Ramallah en de dorpen daaromheen, in Ludd en Gaza. Ze komen vooral veel voor in Galilea.’18 Daarnaast wordt er gesproken over Turken, Turkmenen, Koerden, Tsjerkessen ‘die hun taal, hun oude gewoonten en zelfs hun Kaukasische
18
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 19
dracht hebben behouden’19 en van Berbers, Marokkanen, Algerijnen, Tunesiërs, ‘Nubiërs en negers’20 uit Afrika. Andere tijdgenoten van Press schrijven over Perzische sektariërs, Armeniërs, Egyptische kopten, bewoners afkomstig uit Abessinië, Grieken en Italianen, ‘die de oriëntaalse gewoonten hebben overgenomen’ en van Britten, Amerikanen en vooral Duitsers – meestal Schwaben – die in het Heilige Land leven. Het begrip ‘Palestijnse Arabieren’ vind ik uitgerekend bij de joodse auteur Sev Vilnay, wiens volgelingen tot op de dag van vandaag grote invloed hebben op de maatschappij en de politiek in de staat Israël. Vilnay weet te vermelden dat de Palestijnse Arabieren ‘gedurende de dertien eeuwen van hun vestiging in Palestina niet politiek waren georganiseerd. Ook hadden ze geen bijzondere onderscheidende aspiraties in vergelijking tot de Arabieren in de aangrenzende landen. Pas met de Britse bezetting kwamen ook in Palestina nationalistische stromingen op. De Arabieren in het land begonnen zich te organiseren en ze begonnen binnen de wereld van de muzelmannen een bijzondere groep te vormen. De mohammedanen en christenen van het land verenigden zich om een Arabische wetgevende macht te vormen die tot doel had de politieke belangen te behartigen van de Arabieren in het land.’21 Op 24 juli 1922 verklaart de Volkerenbond het ‘gebied Palestina, dat voorheen tot het Turkse rijk behoorde’ tot Brits mandaatgebied.22 Dit mandaat heeft tot doel ‘een nationaal thuisland te stichten voor het Joodse volk in Palestina’. Hiermee wordt terugverwezen naar de zogenoemde Verklaring van Balfour van 2 november 1917.23 Daarbij moet ‘wel duidelijk zijn dat niets zou worden ondernomen dat de burgerlijke en godsdienstige rechten van niet-Joodse gemeenschappen in Palestina zou kunnen aantasten’. Artikel 9 benadrukt dat ‘de persoonlijke status van de verschillende volkeren en gemeenschappen en hun religieuze belangen zullen worden gegarandeerd’. ‘In het bijzonder de taken en controlerende functie van de waqf zal in overeenstemming met de religieuze 19
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 20
wetgeving en andere regelgeving worden uitgeoefend.’ Met het begrip waqf worden religieuze stichtingen binnen de islamitische geloofsgemeenschap aangeduid. Dergelijke stichtingen zijn verantwoordelijk voor het beheer van landerijen, maar vooral van de heilige plaatsen van de moslims. Volgens het islamitische recht, de sharia, is al het land dat eens onder heerschappij van de islam stond, waqf. In artikel 15 staat: ‘Er zal geen discriminatie plaatsvinden tussen de inwoners van Palestina op grond van hun ras, hun godsdienst of taal. Geen persoon zal in Palestina worden uitgesloten alleen op grond van zijn godsdienstige overtuigingen.’ Bovendien heeft ‘iedere gemeenschap recht op eigen scholen zodat leden van deze gemeenschap in hun eigen taal kunnen worden opgeleid’. Artikel 22 schrijft: ‘Engels, Arabisch en Hebreeuws zijn de officiële talen van Palestina. Iedere uitleg of opdruk op postzegels of geld in Palestina in het Arabisch, moet in het Hebreeuws worden herhaald en iedere uitleg of opdruk in het Hebreeuws moet in het Arabisch worden herhaald.’ Oorspronkelijk omvat het mandaatgebied Palestina niet alleen de huidige staat Israël en de Palestijnse gebieden, maar ook het totale grondgebied van het Hasjemitische koninkrijk Jordanië. Weliswaar spreekt de mandaatsverklaring van 24 juli 1922 nog van het gebied ‘tussen de Jordaan en de oostgrens van Palestina’ – ze behandelt het echter duidelijk gescheiden van de Westbank of de Westelijke Jordaanoever, het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee. Als de plo (Palestine Liberation Organization) Palestina omschrijft als het gebied dat de Volkerenbond na de Eerste Wereldoorlog aan de Britten als mandaatgebied heeft toevertrouwd, dan is dat met inbegrip van Transjordanië, de Oostelijke Jordaanoever, en zelfs met inbegrip van het huidige Jordanië.24 Tijdens de debatten in de vergaderingen van de Verenigde Naties (vn) in 1947 over het verdelingsplan wijst een gedelegeerde uit 20
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 21
Syrië erop dat Palestina eigenlijk een Syrische provincie is. Er zouden geografische, historische, religieuze en genetische verbanden zijn. Zonder de Verklaring van Balfour en het Mandaat zou er geen onderscheid zijn tussen Palestijnen en Syriërs.25 In de periode dat Palestina Brits mandaatgebied was, van 1922 tot 1948, werd iedere persoon met een Palestijns staatsburgerschap, ongeacht zijn etnische of religieuze achtergrond, aangeduid als Palestijn. Pas met de identificatie van Joden in Palestina als ‘Israëliër’ raakt het adjectief ‘Palestijns’ in onbruik, wat de Palestijnse Arabieren de gelegenheid geeft om deze term uitsluitend voor zichzelf te claimen.26 Tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog – die vandaag de dag door de Palestijnen wordt aangeduid als nakba, ‘catastrofe’ – zijn het de Arabieren die tegen de Joodse staat strijden. Niemand sprak toen over Palestijnen. In de jaren vijftig van de vorige eeuw waren het de sjiitische ismaëlieten die vanuit de door Egypte bezette Gazastrook en vanuit de door Jordanië bezette Westelijke Jordaanoever Israël binnenvielen. Over Palestijnen wordt niet gesproken in de mij bekende documenten uit die tijd. Wanneer schrijvers uit het laatste decennium van de twintigste eeuw in een terugblik schrijven over Palestijnen, moeten we dit beschouwen als een anachronisme. De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie plo wordt in 1964 opgericht op instignatie van de Egyptische president Gamal Abdel Nasser. De eerste leider is Ahmad Schuqairi, die in 1907 is geboren in het zuiden van Libanon als zoon van een Arabische vader en een Turkse moeder. Vanaf 1957 is Schuqairi minister in Saoedi-Arabië en is hij afgevaardigde voor dit land bij de Verenigde Naties. Pas nadat Yasser Arafat in februari 1969 de leiding van de organisatie overneemt, wordt het idee van een Palestijns volk gevormd.27 Het is niet mijn bedoeling iemand te kwetsen met deze vaststellingen. Zoals ik het zie, zijn dit alleen maar simpele historische feiten. Ik ben graag bereid mijn uitspraken te corrigeren op basis van nieuwe bronnen. 21
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 22
De unrwa (United Nations Relief and Works Agency; hulporganisatie van de Verenigde Naties voor gevluchte Palestijnen) gebruikt in ieder geval al vanaf 1948 de term Arabische vluchtelingen en niet Palestijnen.28 Feit is bovendien dat vóór 1967, toen de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem door Jordanië, en de Gazastrook door Egypte waren bezet, niemand een staat voor de Palestijnen eiste, omdat het bestaan van een Palestijnse natie volledig onbekend was in de wereld.29 Trouwens, als etnische grootheid, als volk, duikt de aanduiding ‘Palestijnen’ in Europa pas voor het eerst op in de laatste weken van 1974. Na Arafats beroemde rede voor de vergadering van de Verenigde Naties op 13 november 1974 wijst vn-afgezant Rüdiger Freiherr von Wechmar naar de eis voor recht op zelfbeschikking voor het Palestijnse volk.30
Jongen in de Palestijnse plaats Tulkarem
Desondanks antwoordt Yasser Arafat bijna gelijktijdig met zijn optreden voor de Verenigde Naties op de vragen ‘Wat is Palestina?’ en ‘Wie behoort het toe?’: ‘De grenzen interesseren ons niet. 22
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 23
Palestina is slechts een kleine druppel in de grote Arabische oceaan. Onze natie is de Arabische natie, die reikt van de Atlantische Oceaan tot aan de Rode Zee en nog verder.’31 En in november 1992 verklaart de Syrische president Hafez Al-Assad in een interview met het Amerikaanse Time Magazine: ‘Wij Arabieren hebben allemaal dezelfde oorsprong. Onze taal, onze geschiedenis, onze hoop is een. Als de president van Syrië een fout maakt, zullen alle Arabische burgers of zij nu in Algerije of Marokko wonen hierover rekenschap moeten afleggen, net als de Syrische staatsburgers.’32 Ook nu nog komt het begrip ‘Palestijnen’ nauwelijks los van alle propaganda. Zo noemen Arabieren die puur technisch Palestijnen zijn omdat zij sinds het Verdrag van Oslo van 1939 geen ander staatsburgerschap bezitten en hun historische wortels in Palestina hebben, zich helemaal niet graag Palestijnen als zij persoonlijk een goede relatie hebben met de Joodse staat. Daarbij denk ik aan de bedoeïenen die jarenlang in het Israëlische leger hebben gediend, hoewel zij uit gebieden afkomstig zijn die sinds 1967 door Israel zijn bezet. Niet-Joodse, Israëlische politici, zoals bijvoorbeeld de druus Ajoub Qara, zullen zich nooit Palestijn noemen. Anderzijds benadrukken Arabieren die weliswaar het Israëlische staatsburgerschap bezitten, maar niet blij zijn met het bestaan van een Joodse staat, sinds enige jaren hun Palestijnse identiteit. Zij noemen zich ‘Palestijnen met een Israëlisch staatsburgerschap’ of om de wens nog meer te benadrukken ‘Palestijnen die het Israëlisch staatburgerschap werd opgedrongen’. In januari 1994 schreef de Amerikaanse journalist Nancy Gibbs: ‘De Israëlische premier Golda Meir heeft eens beweerd dat er niet zoiets bestaat als “de Palestijn”. Destijds had ze gewoon gelijk. Voordat Arafat aan zijn missiewerk begon, beschouwden de meesten Arabieren in het gebied zich als leden van een allesomvattende Arabische natie. Het was Arafat die de intellectuele stap zette tot het definiëren van de Palestijnen als een bijzonder volk. Hij formuleerde de Palestijnse zaak, organiseerde hem, streed ervoor 23
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 24
en bracht hem onder de aandacht van de wereldopinie, zoals dat nog nooit de Koerden of de Basken is gelukt.’33 Het is onmogelijk over het fenomeen ‘Palestijnen’ te praten, zonder tegelijk ook te denken aan die revolutionair met zijn zwartwitte hoofddoek en stoppelbaard. Daarbij blijft terecht de vraag of Yasser Arafat de bron van het Palestijnse zelfbewustzijn heeft geschapen, of dat hij slechts, trendgevoelig als hij was, vier decennia lang een beweging leidde en stempelde, waarvan de wortels al in de jaren twintig van de vorige eeuw liggen.
24
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 25
1 Vader van een natie Al tijdens zijn leven is hij een mythe. Van een van de meest gezochte mensen wordt hij een van de meest bewonderde. Als vader van de Palestijnse vrijheidsstrijders wordt hij verheerlijkt, als leider van het moderne terrorisme gehaat tot op het bot. Niemand sluit en verbreekt vaker een wapenstilstand. Niemand beraamt zo veel moord en doodslag en tekent nooit één vredesverdrag om daarna de Nobelprijs voor de Vrede te ontvangen. Niemand staat zo vaak op
Arafats teraardebestelling op 12 november 2004 in Ramallah
25
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 26
het juiste moment aan de verkeerde kant en wedt zo vaak op het verkeerde paard, en wint desondanks steeds weer. Meer aanslagen dan hij overleeft niemand. Zo vaak dood gewenst om dan toch vriend en vijand met een politieke wederopstanding te overdonderen, wordt niemand. Niemand staat zo vaak vlak voor de stichting van een eigen staat en niemand laat dat doel zo vaak weer in het honderd lopen.
De herkomst van Yasser Arafat Mythen zijn moeilijk te beschrijven. Je moet ze als legende vertellen. In het geval van Mohammed Abdel Rahman Abdel Raouf Arafat Al-Qudua Al-Husseini – zo luidt de volledige naam van Yasser Arafat – begint de mythevorming al bij de geboorte. Jeruzalem geldt als de favoriete geboorteplaats, maar ook Gaza komt in aanmerking. Zijn meest waarschijnlijke geboorteplaats is echter de Egyptische stad Caïro.34 Dit blijkt in ieder geval uit een geboorteakte die in Caïro wordt ontdekt. Zijn geboortejaar is eveneens lange tijd omstreden. Vermoedelijk wordt hij ergens in augustus 1929 geboren als zoon van een textielen kruidenhandelaar. In zijn overlijdensakte, die op 11 november 2004 in het Franse Ville de Clamart wordt opgesteld, staat over ‘dode nr. 964’: ‘Op 11 november 2004 stierf in Clamart (Haut de Seines) 101, avenue Henri Barbusse: Yasser al Kodwa Arafat, geboren in Al Qods/Jeruzalem op 3 augustus 1929, de president van de Palestijnse Autoriteit (pa, een semi-autonome staatsorganisatie die officieel de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook regeert), woonachtig in Ramallah (Palestina), van een vader en moeder wiens namen bij de aangever onbekend zijn. Echtgenoot van Suha Tawil.’ Yasser Arafat, vrijheidsstrijder, aartsterrorist en drager van de Nobelprijs voor de Vrede, werd 75 jaar oud. 26
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 27
Opmerkelijk is dat zijn overlijdensakte, zelfs al is hij zo’n hooggeplaatste figuur, niet wordt gebaseerd op objectieve gegevens, maar op een ‘aangever’. De nakomeling van de eerbiedwaardige Husseini-clan groeit op in de schaduwen van de Rotskoepel in Jeruzalem. Een oudoom, Haj Mohammed Amin al-Husseini, is de eerste die door de Engelse koloniale machthebbers wordt benoemd als grootmoefti (hoge islamitische geestelijk leider) in het Heilige Land. Hij is een vurig vereerder van Adolf Hitler en woont vanaf eind 1941 een tijdje als persoonlijke gast van de Führer in Berlijn. Daar leidt hij het Islamische Zentralinstitut en maakt hij – met gebruik van royale financiële middelen – propaganda in de islamitische wereld voor de zaak van zijn beschermheer.35 Yasser zelf wordt de meest grimmige vijand van de Joden. Hij vindt dat zijn volk is verraden door de machthebbers uit het Westen, door Israël, maar vooral ook door zijn eigen Arabische broeders, Jordanië voorop. Het Hasjemitische koninkrijk Jordanië had het oostelijk deel van Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever simpelweg ingelijfd in plaats van daar een onafhankelijke Arabische staat te stichten. Na zijn studie elektrotechniek in Caïro en een paar werkzame jaren aan de Perzische Golf richt de inmiddels welgestelde ingenieur36 zich op zijn eigenlijke passie: de bevrijding van Palestina. In de jaren vijftig richt hij de Fatahbeweging op (Fatah betekent letterlijk ‘overwinning’). Die ontwikkelt zich na de Zesdaagse Oorlog van 1967 tot de sterkste en belangrijkste groepering binnen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (plo). In de jaren zeventig maakt hij het begrip ‘Palestijnen’ tot handelsmerk van zijn inspanningen. Zijn zwart-witte keffiyeh wordt de ‘Palestijnse sjaal’ of de ‘Arafatsjaal’. De manier waarop hij hem om zijn hoofd doet, wordt een symbool voor de Palestijnse strijd en de omtrek van het door hem gedroomde Palestina, van de Middellandse Zee tot de Jordaan. Voor een Joods Israël is daarin geen plaats. 27
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 28
Arafat geeft bevel tot vliegtuigkapingen, tot overvallen op bussen en scholen, tot moord op diplomaten en tot het ontwrichten van de infrastructuur. In 1972 geeft hij zijn kameraad Abu Daoud bevel het olympische dorp in de Duitse stad München te overvallen – wat overigens nooit met bewijzen kon worden aangetoond; de reden waarom een vertegenwoordiger van de Israëlische regering in 2003 moest erkennen dat er ‘puur juridisch gezien geen enkel bewijsstuk was om Yasser Arafat voor de rechter te dagen’.
Zwarte September Als de plo op 2 september 1970 met een aanslag op de Jordaanse koning Hoessein openlijk diens macht ter discussie stelt, leren de Hasjemitische strijders de Fatahbeweging een bloedige les. Tijdens deze zogenaamde Zwarte September worden minstens tienduizend mensen gedood.37 De leiders van de Palestijnen en hun aanhangers vluchten verslagen naar Libanon, waar ze in het zuiden van het land een nieuwe machtsbasis oprichten; een staat in een staat, het land van de Fatah.38 Vandaaruit strijden ze tegen Israël en de regering in Beiroet, die moeizaam laveert tussen maronitische christenen, sjiieten, soennieten en druzen. Zes jaar later ligt Libanon in puin en wordt het land verscheurd door een bloedige burgeroorlog. Iets wat Arafats Palestijnen grotendeels kan worden verweten. Het legendarische hoogtepunt van Arafats diplomatiek-terroristische carrière is zijn optreden in 1974 voor de algemene vergadering van de Verenigde Naties in New York. Tijdens deze vergadering draagt hij in zijn ene hand een pistool en in zijn andere een olijftak! Toch lijkt zijn ster al in 1982 te dalen. In dat jaar verlaat hij samen met veel volgelingen Beiroet per schip, zonder zijn geliefde Arafatsjaal, in de richting van Tunesië – verslagen door Israël. Geen enkele 28
Binnenwerk De Palestijnen_Opmaak 1 27-05-13 09:53 Pagina 29
serieuze politiek commentator durft op dat moment de weddenschap aan te gaan dat Arafat nog geen tien jaar later op het gazon voor het Witte Huis in Washington staat en onder toeziend oog van de hele wereld een verdrag sluit met zijn Joodse aartsvijand.
Het Verdrag van Oslo Tijdens de eerste Golfoorlog, begin jaren negentig, sympathiseert Yasser Arafat openlijk met Saddam Hoessein. Onder zijn leiding ondersteunen de Palestijnen ijverig de executie van prominente Koeweiti en de plunderingen van hun land. Na de bevrijding van Koeweit worden de Palestijnen het land uitgegooid. De rijke oliesjeiks draaien de geldkraan dicht en de plo staat aan de vooravond van een economisch en politiek bankroet. Het vertwijfelde zoeken van Israël en de Verenigde Staten naar een Palestijnse gesprekspartner voorkomt dat de organisatie zinkt in een politieke betekenisloosheid. Zo schudt Arafat al in september 1993 de hand van de Israëlische minister-president Yitzhak Rabin. Op het groene gazon voor het Witte Huis in Washington zijn ze allebei getuige van de ondertekening van een ‘principeakkoord’. Ze beloven alle meningsverschillen in de toekomst op een vreedzame manier op te lossen. Namens de plo ondertekent Mahmoud Abbas het akkoord. Hiervoor, en ook wel als aanmoediging voor een lang gedroomd vredesproces, ontvangen Arafat en Simon Peres in 1994 de Nobelprijs voor de Vrede. In het kader van het Verdrag van Oslo, zoals het akkoord later zal worden genoemd, keert Yasser Arafat met duizenden vertrouwelingen terug uit de Tunesische ballingschap. Eerst krijgen ze Gaza en Jericho, en later enkele steden en gebieden in de bijbelse kerngebieden Judea en Samaria. Als tegenprestatie erkent hij Israël – al gaat het hierbij slechts om het onbetwistbare bestaan van een Joodse staat die bijna vijftig jaar ervoor is opgericht; de erkenning 29