INHOUD VOORWOORD 1. 1.1. 1.2. 1.3.
ALGEMEEN Inhoud PTA Terminologie Bijzondere gevallen
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4
DE BETROKKENEN Het bevoegd gezag De kandidaten De examencommissie Horeca Vakschool Rotterdam Examinatoren
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5
INRICHTING ONDERWIJS Algemeen Examendossier Basis of kaderberoepsgerichte leerweg Overgang van 3e leerjaar naar 4e leerjaar Schoolexamen 3.5.1 Inhoud 3.5.2 Weging 3.5.3 Maken van toetsen en opdrachten 3.5.4 Herkansing 3.5.5 Afsluiting 3.5.6 Onregelmatigheden 3.5.7 Bezwaar en beroep Het centraal examen 3.6.1 Inhoud 3.6.2 Weging 3.6.3. Afwezigheid 3.6.4. Herexamen 3.6.5 Afsluiting 3.6.6 Gedragsregels 3.6.7 Bezwaar en beroep Rapportdata Examensites
3.6
3.7 3.8 4
PTA Nederlands Engels Wiskunde Economie Lichamelijke Opvoeding Consumptief Horeca / Consumptief Bakkerij
Voorwoord Rotterdam, september 2015 Geachte student, ouders, verzorgers, e e Deze studiegids van de Horeca Vakschool Rotterdam is voor de examenkandidaten die in de 3 en 4 klas zitten. In klas 3 begint het eerste jaar van het schoolexamen, in klas 4 loopt dat door tot aan het eind van de vierde klas. Dan volgt voor de basisberoepsgerichte leerweg een centraal digitaal examen en voor de kaderberoepsgerichte leerweg een centraal schriftelijk examen. Daarnaast hebben beide leerwegen centraal praktisch examen. In de basisberoepsgerichte leerweg worden alle algemene (vroeger schriftelijke) examens met een computer afgenomen. Centraal staat in deze studiegids het Programma van Toetsing en Afsluiting per vak. In het PTA kun je vinden wat je voor de verschillende toetsen moet leren, op welke wijze die stof getoetst zal worden, of de toets herkansbaar is en hoe zwaar de toets weegt. In de studiegids is ook het examenreglement opgenomen. Hierin vind je welke regels er gelden met betrekking tot het examen. Bijvoorbeeld wat je moet doen bij ziekte, onder welke voorwaarden je mag herkansen, e.d. Mede namens alle personeelsleden van de Horeca Vakschool Rotterdam wens ik jullie heel veel succes.
M. Meily examensecretaris
1. ALGEMEEN 1.1. Inhoud en doel van het programma van toetsing en afsluiting Het programma van toetsing en afsluiting, in het vervolg PTA genoemd, bevat de algemene regels voor het schoolexamen, het centraal examen en een overzicht per vak van het examenprogramma. Het PTA wordt vastgesteld door het bevoegd gezag van de school en vòòr 1 oktober van het schooljaar aan de kandidaten uitgereikt. 1.2. Terminologie PTA Schoolexamen Centraal examen
Examenvakken
Herexamen / 2e tijdvak Herkansing Examendossier
Handelingsdeel CEVO Praktische opdracht Voldoende of Goed
Praktijkopdracht
Programma van toetsing en afsluiting, document waarin het schoolexamen en centraal examen worden omschreven. Het geheel van toetsen en opdrachten van de examen-vakken in het derde en vierde leerjaar. Het gedeelte van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is aangeduid. Het wordt gekenmerkt door landelijke standaardisering van opgaven, afname condities en beoordeling. De examenvakken Nederlandse taal, Engelse taal, Franse taal, Economie, Wiskunde en Praktijk worden afgesloten met een centraal landelijk examen. De vakken Maatschappijleer, Kunstvakken 1 (KV1) en Lichamelijke Opvoeding (LO) worden afgesloten met een schoolexamen, waarbij het vak Maatschappijleer meetelt in de zak-/ slaagregeling. Het voor een tweede keer afleggen van een centraal examen of het vak Maatschappijleer (zie ook 3.6.4) Het voor een tweede keer maken van een toets in de periode van het schoolexamen (zie ook 3.5.3) Document met: - Een overzicht van de af te leggen toetsen en uit te voeren opdrachten in de examenperiode (derde en vierde leerjaar). - Een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen.Informatie over het behaalde resultaat t.a.v. het handelingsdeel en/ of praktische opdrachten. Opdrachten waarvan per kandidaat door de examinator moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd. Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven centrale examens. Twee opdrachten van minimaal 10 uur waarbij zelfwerkzaamheid een belangrijk onderdeel is. De opdrachten worden beoordeeld met een cijfer. Voor de vakken LO, KV1 en de Stage (BPV) moet op de cijferlijst bij het eindexamen “voldoende” of “goed” worden vermeld. De criteria voor voldoende en goed staan bij de vakken LO en KV1 aangegeven in het PTA. Uitvoeren van een omschreven activiteit inclusief de beroepspraktijkvorming (BPV), ofwel de verplichte stage.
1.3. Bijzondere gevallen 1.3.1. Leerlingen met dyslexie kunnen vragen om examens met een groter lettertype en een langere tijd om schriftelijke examens af te leggen. De dyslexie moet blijken uit een officieel rapport, opgesteld door een ter zake deskundige. 1.3.2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de schoolleiding. 2. DE BETROKKENEN 2.1. Het bevoegd gezag. Het examen wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van de directie van de Horeca Vakschool Rotterdam. 2.2. De kandidaten. Hiermee worden de leerlingen bedoeld die aan schoolexamens en centrale examens deelnemen. 2.3 De examencommissie Horeca Vakschool Rotterdam Dhr. A.M. Kodde voorzitter Dhr. M.J. Meily secretaris 2.4 Examinatoren Horeca Vakschool Rotterdam Nederlands Dhr. M. Slieker Mevr. W. de Goede Mevr. V. van der Pol Engels Mevr. S. Martinovic Economie Dhr. A. ’s Gravendijk Wiskunde Dhr. F. van Nijen Mevr. L. van Leeuwen Maatschappijleer Mevr. B. Elis Consumptief Horeca Mevr. J. Hanssen Dhr. E. van Gendt Dhr. H. Vermeulen Dhr. R. Faasse Dhr. H. Sandberg Consumptief Bakken Dhr. A. Voogd Dhr. M. van Es Dhr. J. Winnen
3. INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 3.1. Algemeen De examens van het VMBO kenmerken zich door: • centrale-examens en schoolexamens in zowel de basis- als de kaderberoepsgerichte leerweg. • een examendossier waarin de resultaten van alle vakken (de schoolexamens) over het derde en vierde leerjaar worden opgenomen. • een centraal examen aan het einde van het vierde leerjaar. 3.2. Het digitale examendossier Zoals al eerder vermeld heeft het schoolexamen de vorm van een digitaal examen-dossier. De resultaten worden bijgehouden in Magister. Het examendossier bevat: • Een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten. • Een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen. • Informatie over het handelingsdeel/ praktische opdrachten. Zowel tijdens als na elke schoolperiode worden de kandidaten ouders/verzorgers schriftelijk geïnformeerd over de resultaten en voortgang.
en
hun
3.3. De Basisberoeps, kaderberoeps en theoretische leerweg In april/mei van het 2e leerjaar wordt door de docenten tijdens een rapportvergadering besloten in welke leerweg de leerling in de 3e klas zijn/haar leertraject vervolgt. Dit besluit wordt genomen op basis van het resultaat van de adviestoets van het CITO, de behaalde cijfers in het 2e leerjaar waarvoor de slaag/zakregeling leidend is en op basis van de studiehouding van de leerling. De onderliggende overwegingen voor het besluit worden tijdens de rapportvergadering schriftelijk vastgelegd. Het besluit dat tijdens de vergadering eindrapport wordt genomen wordt door de mentor mondeling en schriftelijk (voorzien van de argumentatie) aan de ouders/verzorgers en leerling meegedeeld. Ouders kunnen schriftelijk bezwaar aantekenen tegen het besluit bij de secretaris van de examencommissie vmbo. 3.4. De overgang van het derde naar het vierde leerjaar Om te worden bevorderd dient de kandidaat te voldoen aan de norm: • alle onderdelen van het examendossier moeten afgerond zijn • voor de examenvakken Nederlands, Engels, Wiskunde, Economie en Praktijk (telt dubbel) geldt dat de kandidaat één vijf mag scoren, bij twee getelde vijven dient de leerling een compensatie te hebben van twee punten. • voor het vak LO dient de kandidaat een gemiddelde score te hebben van minimaal 5,5; • het vak KV 1 dient met voldoende of goed te zijn afgesloten; • de praktische opdracht 1, de stage, dient met minimaal een 5,5 te zijn afgerond. Indien een kandidaat op één onderdeel niet aan de norm voldoet worden de resultaten voorgelegd in een vergadering van de betrokken examinatoren. Deze brengen een advies uit in de laatste rapportvergadering. In alle andere gevallen wordt de kandidaat niet bevorderd.
3.5. Het schoolexamen 3.5.1. De inhoud Het schoolexamen bevat: • Schriftelijke en/ of mondelinge toetsen • Praktijkopdrachten • Handelingsopdrachten • Twee praktische opdrachten, te weten: - alle taken die rondom de stage uitgevoerd moeten worden - de praktische opdracht bij Maatschappijleer (zoals omschreven in het Programma van Toetsing en Afsluiting), die met een cijfer beoordeeld wordt. 3.5.2. De weging De wijze van beoordeling van delen van het schoolexamen wordt gezamenlijk vastgesteld door alle docenten die in een bepaald vak lesgeven. De beoordeling wordt vastgelegd in correctievoorschriften en/of in beoordelingsformulieren. Bij de praktische opdrachten wordt het proces van de totstandkoming, het product zelf en de presentatie in de beoordeling betrokken. Deze wijze van beoordeling wordt vooraf aan de kandidaten bekend gemaakt. Een onderdeel van de praktische opdracht is de beroepspraktijkvorming (BPV), ofwel de verplichte stagecomponent binnen de opleiding. Voor de examenvakken geldt dat de som van de behaalde cijfers per vak in leerjaar drie en vier samen, gedeeld door het aantal cijfers (rekening houdend met het gewicht van de cijfers), het schoolexamencijfer bepaalt. Voor het vak Lichamelijke Opvoeding wordt de beoordeling uitgedrukt in “voldoende” ( gemiddelde tussen > 5,5 en < dan 7,0) of “goed” (gemiddelde van gelijk aan of > 7,0). De stage (BPV) heeft de status van een grote praktische opdracht. De leermeester beoordeeld de stage op de vastgestelde criteria die zijn opgenomen in het BPV stageboek. De boordeling is V (voldoende) of O (onvoldoende). Bij een onvoldoende afsluiting van de BPV is het niet mogelijk te diplomeren. Gemiste stagedagen worden ten alle tijden door de leerling ingehaald. Voor KV 1 wordt de beoordeling uitgedrukt in “voldoende” , “goed” of “onvoldoende” Op de cijferlijst van het eindexamen zal de beoordeling “goed” gebruikt worden indien drie of meer van de KV 1 opdrachten als “goed” beoordeeld zijn. In alle andere gevallen zal “voldoende” genoteerd worden. Cijfers worden uitgedrukt op een schaal lopende van 1 t/m 10, tussenliggende cijfers worden aangegeven met één decimaal. De afronding van de cijfers geschiedt op dezelfde wijze als bij de centrale examens. 3.5.3. Maken van toetsen en opdrachten In het PTA staan alle toetsen en opdrachten per vak en per periode vermeld. Leerlingen die drie keer, zonder voorafgaande (ziek)melding, niet aanwezig zijn geweest bij een aangeboden toets of opdracht krijgen het cijfer 1,0. Dit cijfer kan alleen via de herkansingsregeling veranderd worden.
3.5.4. De herkansing Elke kandidaat heeft per periode het recht om per vak één keer gebruik te maken van een herkansing. Herkansingstoetsen hebben in beginsel dezelfde vorm, duur en zwaarte als de oorspronkelijke toetsen. Praktische opdrachten kunnen herkanst worden door een aanvulling op de oorspronkelijke opdracht te maken. 3.5.5. De afsluiting Het schoolexamen duurt tot aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. Dit betekent dat alle mondelinge en schriftelijke toetsen, praktische opdrachten en handelingsopdrachten afgerond moeten zijn voor aanvang van het centraal examen. De vakken KV 1 en LO en Stage BPV moeten daarbij voldoende of goed zijn afgesloten. Is dat niet het geval dan heeft de leerling zijn schoolexamen nog niet afgerond en mag hij/zij niet deelnemen aan het centrale examen. Hij/zij wordt uitgesloten voor alle vakken van het centraal-examen. 3.5.6. Onregelmatigheden Indien de kandidaat zich ten aanzien van het schoolexamen of een onderdeel van het schoolexamen aan enige onregelmatigheid heeft schuldig gemaakt kan de directeur, overeenkomstig het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo, artikel 5, maatregelen nemen. 3.5.7. Klacht en beroep Klacht Indien de kandidaat een klacht heeft over een toets of (school)examen, of een onderdeel van het (school)examen, dan kan deze klacht kenbaar gemaakt worden bij de secretaris van de examencommissie Horeca Vakschool Rotterdam Dit is ook van toepassing indien gegronde twijfel bestaat aan de juistheid van een cijfer. De reden van de klacht moet worden omschreven. De klacht dient mede ondertekend te zijn door ouders/verzorgers van de kandidaat en moet uiterlijk binnen vijf werkdagen na bekendmaking van de uitslag van het schoolexamen of toets, schriftelijk ingediend worden. De examencommissie Horeca Vakschool Rotterdam bevestigt de ontvangst van de klacht waarna de klacht in behandeling wordt genomen, onderzocht en beoordeeld. De examencommissie neemt binnen vijf werkdagen een besluit en deelt dit besluit aan de kandidaat en zijn/haar ouders/verzorgers mede. Indienen van een beroep Indien het bezwaar ongegrond is verklaard bestaat de mogelijkheid om, binnen een periode van twee weken, beroep aan te tekenen bij de beroepscommissie.
3.6. Het centraal examen 3.6.1. De inhoud Het centraal examen is een door de CEVO vastgesteld examen, waarbij de kandidaten vragen beantwoorden en opdrachten uitvoeren. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een bindend correctievoorschrift of beoordelingsmodel. Een tweede correctie door een gecommitteerde behoort tot de mogelijkheden. 3.6.2. De weging In de kader en basisberoepsgerichte leerweg en in de theoretische leerweg bepalen het cijfer voor het centraal examen en schoolexamencijfer elk voor de helft het eindresultaat. Dit is vastgesteld in artikel 49 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. De som van het centrale examencijfer dient minimaal een 5.5 te zijn voor alle leerwegen. 3.6.3. Afwezigheid 3.6.3.1. Indien een kandidaat te laat bij een examenonderdeel verschijnt, kan hij uiterlijk tot een half uur na het begintijdstip van het examen tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij/ zij levert zijn/haar werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. De eindtijd van het examen blijft dus gelijk. 3.6.3.2. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is een examen bij te wonen, moet dit telefonisch voor de aanvang van het examen gemeld worden aan de examensecretaris. 3.6.3.3. Een kandidaat die door ziekte, of door een ander soort van overmacht niet heeft deelgenomen aan een examen dient een verklaring omtrent zijn verzuim ondertekend door zijn ouders/verzorgers in te leveren bij de examensecretaris. Een kandidaat die in gebreke blijft de in 3.6.3.3. genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht niet reglementair afwezig geweest te zijn. 3.6.3.4. Indien een kandidaat op grond van niet-reglementaire afwezigheid een toets niet heeft afgelegd, neemt de directeur overeenkomstig het eindexamenbesluit vwohavo-mavo-vbo, artikel 5, maatregelen. 3.6.3.5. Indien een kandidaat een toets van het centraal examen niet aflegt op grond van reglementaire afwezigheid, wordt de kandidaat in het 2e tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. 3.6.3.6. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. 3.6.3.7. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatscommissie het resultaat mede aan de examencommissie. 3.6.4. Het herexamen 3.6.4.1. Herexamen voor het vak Maatschappijleer Leerlingen die het vak maatschappijleer afsluiten met een cijfer lager dan 5,5 (en daardoor dus het examen met een onvoldoende zouden starten), hebben het recht herexamen te doen. Het herexamen moet uiterlijk een week voordat de uitslag van het examen wordt vastgesteld, afgelegd zijn.
3.6.4.2. Herexamen voor de vakken van het centrale examen In alle gevallen heeft de kandidaat het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het centrale examen in één vak of programma dat deel uitmaakt van het centrale examen en bij de bepaling van de uitslag is betrokken. Tevens heeft de kandidaat het recht aansluitend aan het eerste tijdvak of in het tweede tijdvak, deel te nemen aan de herkansing van de Praktijk. De herkansing van het praktische examen bestaat uit het opnieuw afleggen van de praktijktoets of van een of meer onderdelen daarvan. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centrale examen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de examensecretaris. 3.6.5. De afsluiting 3.6.5.1. De examencommissie stelt de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in 3.6.5.3. 3.6.5.2. De examencommissie stelt uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in de artikelen 23 en 24 van het eindexamenbesluit vwo-havo-vmbo, dat voldoet aan het bepaalde in 3.6.5.3. 3.6.5.3. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd is geslaagd indien hij/ zij: • voor één van zijn/ haar examenvakken het eindcijfer 5 heeft gehaald en voor zijn/haar overige examenvakken eindcijfers heeft gehaald van 6 of hoger, of • voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft gehaald, voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één cijfer 7 of hoger; • voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft gehaald, voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één cijfer 7 of hoger, met dien verstande dat het eindcijfer voor het afdelingsvak (de Praktijk) wordt meegerekend als twee eindcijfers; • een gemiddelde score van minimaal 5.5 heeft behaald voor alle vakken van het Centrale Examen. • In aanvulling op het bovenstaande geldt tevens dat voor de vakken Lichamelijke Opvoeding, Kunstvakken 1 en de Stage BPV de kwalificatie “voldoende” of “goed” is gehaald. 3.6.5.4. Kandidaten die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen ontvangen een diploma en een cijferlijst met daarop behaalde cijfers voor het schoolexamen en het centrale-examen. 3.6.5.5. Kandidaten die niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoen worden afgewezen; zij ontvangen voor de examenvakken die zij voldoende hebben afgesloten een certificaat. 3.6.5.6. Voor de afgewezen kandidaten die opnieuw aan het laatste jaar deelnemen, geldt dat de in het derde leerjaar behaalde cijfers en beoordelingen als zodanig in het examendossier blijven staan. 3.6.5.7. Duplicaten van afgegeven diploma’s, certificaten en cijferlijsten worden niet verstrekt. Een schriftelijke verklaring dat één van de genoemde documenten is afgegeven, welke dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door of vanwege onze Minister worden verstrekt.
3.6.6. De gedragsregels 3.6.6.1. De kandidaat dient uiterlijk 10 minuten voor aanvang van een examenzitting aanwezig te zijn op de plaats waar de zitting plaats vindt. 3.6.6.2. Toegestane hulpmiddelen worden gecontroleerd door de toezichthouder voor de examenzitting. 3.6.6.3. Het examenwerk dient gemaakt te worden op papier dat door de school is verstrekt. Dit geldt ook voor kladpapier. Er mag door de kandidaten geen papier meegenomen worden in het examenlokaal. Op elk papier dat door de school verstrekt wordt ten behoeve van het examen dient de kandidaat zijn naam en examennummer te vermelden. 3.6.6.4. Het examenwerk mag, met uitzondering van optisch leesbare antwoordformulieren, niet met potlood worden gemaakt. 3.6.6.5. De mogelijkheid bestaat dat examens namens het Ministerie door de CEVO alleen digitaal worden aangeboden. In dat geval maken de kandidaten de examens digitaal, dit in tegenspraak tot het bij punt 3.6.6.3. vermelde. • • • •
• •
•
• •
Tijdens de gehele examenzitting heerst er rust in het examenlokaal. De opgaven en de aantekeningen, respectievelijk kladwerk mogen niet voor het officiële einde van de examenzitting buiten het examenlokaal worden gebracht. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat gedurende een examenzitting het lokaal niet verlaten. De kandidaten moeten hun werk aan de toezichthouder overhandigen. Tijdens het ophalen van het gemaakte werk dient er volkomen rust in het examenlokaal te heersen. Pas als het gemaakte examenwerk is ingeleverd mogen de kandidaten het examenlokaal verlaten. Door deelneming aan een examenzitting geeft de kandidaat te kennen op de hoogte te zijn van en in te stemmen met de strekking van de gedragsregels. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt kan de directeur maatregelen nemen. De examinator stelt de desbetreffende kandidaat en de directeur direct op de hoogte van de geconstateerde onregelmatigheid. Alvorens de directeur een beslissing neemt over de te nemen maatregel hoort hij de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem/ haar aan te wijzen meerderjarig persoon laten bijstaan. De directeur deelt zijn beslissing binnen twee werkdagen mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. Een afschrift wordt toegezonden aan ouders/ voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, alsmede aan de inspectie. Mobiele telefoons / geluidsdragers worden voorafgaande het examen bij de examinator ingeleverd. Bij het inleveren van het examenwerk krijgt de kandidaat de telefoon / geluidsdrager terug. Als een examinator constateert dat een kandidaat tijdens een examen gebruik maakt van een telefoon / geluidsdrager wordt de kandidaat verdere deelname aan het examen ontzegd. Het gemaakte werk wordt ongeldig verklaard, waarvan melding wordt gemaakt in het proces verbaal.
3.6.7.
Bezwaar en beroep
Klacht Indien de kandidaat een klacht heeft over een examen, of een onderdeel van het examen, dan kan deze klacht kenbaar gemaakt worden bij de secretaris van de examencommissie. Dit is ook van toepassing indien gegronde twijfel bestaat aan de juistheid van een cijfer. De klacht dient mede ondertekend te zijn door ouders/verzorgers van de kandidaat en moet schriftelijk ingediend worden. De klacht moet worden omschreven met de reden(en) waarom je meent dat de zaken niet goed zijn gegaan. De examencommissie bevestigt de ontvangst van de klacht waarna de klacht in behandeling wordt genomen, onderzocht en beoordeeld. De examencommissie neemt binnen vijf werkdagen een besluit en deelt dit besluit aan je mede. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie.
3.7
Rapporten 1 14 december 2015 2 21 maart 2016 tevens eindrapport 4e leerjaar 3 5 juli 2016 eindrapport 3e klas
3.8 Websites m.b.t. examen http://toetswijzer.kennisnet.nl www.digischool.nl www.eindexamen.NU www.examen.kennisnet.nl www.examenblad.nl www.laks.nl www.vmbo-plein.nl www.watmoetikleren.nl