INHOUD Drie series proeftuinen elektrisch rijden in beeld ‘Gebruik design als onderscheidende taal’
N AT I O N A A L VA K T I JD SCHRIFT D ECEMB ER 2 0 1 0
‘sociale acceptatie intelligente netten nodig’ ‘Doelstelling 10.000 oplaadpunten Stichting e-laad.nl fier overeind’ Amsterdam, Brabant, Rotterdam en Friesland lopen ‘voorop’
Ruud Koornstra:
‘Nederland kan Europese mainport voor elektrische auto worden’
E-mobility Three partners, one goal
Offering innovation, business and knowledge of automotive technology in an attractive, high-quality environment. HTAS The Dutch national innovation program for the automotive sector, including an Electric Vehicle Technology line. www.htas.nl ATC The network organization with focus on clustering and knowledge transfer for the Dutch automotive sector. www.atcentre.nl HTACampus An attractive environment with growing facilities for the development of e-mobility. www.htacampus.nl Join us to give e-mobility a boost!
INHOUD
Grenzen verleggen…!
Ruud Koornstra, kernteamlid Formule E-team: ‘Nederland kan Europese mainport voor elektrische auto worden’
10
‘Cross-sectorale samenwerking noodzaak voor systeeminnovatie smart grids en elektrisch rijden’
14
Column Eric Beers - Het gaat gebeuren...
16
Drie series proeftuinen elektrisch rijden in beeld
17
‘In 2020 alleen nog elektrisch rijden op Texel’
18
Innovatieproject E-platform maakt hybride distributievoertuigen betaalbaar
19
Smart Charging ontwikkelt open en universeel slim laadsysteem
21
Autobinck, Heliox en ECS Breda over de business kansen van elektrisch rijden
22
Column Maarten Steinbuch en Henk Nijmeijer - Superintelligent vervoer
25
InnoSys Delft: ‘Niet hollen of rennen, maar hollen of vliegen’
26
‘Missiewerk nodig voor sociale acceptatie intelligente netten’
30
Column Frank Verhulst - De noodzaak van proeftuinen
32
E-Mobility Grid - ‘Doelstelling 10.000 oplaadpunten staat fier overeind’
33
Over de grens - ‘Niet Duits, maar Japans oplaadsysteem voorlopig leidend’
35
Amsterdam, Brabant, Rotterdam en Friesland lopen ‘voorop’
36
‘Gebruik design als onderscheidende taal’
38
E-Mobility Activiteitenkalender
41
We schrijven januari 2010. In Tilburg voer ik een gesprek met Bob Bouhuijs van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). Binnen de BOM is hij dé man van elektrisch rijden. Hij raakt direct enthousiast over het idee om een ieder professioneel betrokken bij elektrisch rijden, voor het eerst cross-sectoraal te verbinden met een eigen vaktijdschrift. De karakteristieken nationaal en cross-sectoraal geven aan dat E-Mobility niet denkt in grenzen. Zo denkt de BOM niet in provinciegrenzen, denken ondernemers niet in sectorgrenzen en proberen partijen onder aanvoering van het Formule E-team gezamenlijk grenzen te verleggen voor de introductie van de elektrische auto en smart grids in Nederland . De tijd is er ‘meer dan’ rijp voor! Na het gesprek met Bob zijn het Automotive Technology Centre, het nationale innovatieprogramma HTAS en Netbeheer Nederland enthousiast tot de redactieadviesraad van E-Mobility toegetreden. Bovendien verleent het Formule E-team medewerking aan deze uitgave, zo is vanaf pagina 10 een uitgebreid interview met kernteamlid Ruud Koornstra te lezen die voor het eerst spreekt over de successen van het Formule E-team. Verder leest u in dit nummer onder meer over de drie series proeftuinen die Nederland rijk is, de roadmap Smart Grids van Netbeheer Nederland, de stichting e-laad.nl, designtrends en DC-TEC. Bovendien treft u columns aan van een aantal vooraanstaande ‘elektrisch rijden’-experts. Kortom, vanaf nu vormt E-Mobility een communicatieplatform voor een ieder die betrokken is bij elektrisch rijden, van ondernemers, tot overheden en kennis- en onderwijsinstellingen; en van high tech, tot automotive, it, energie, infra en materialen. Het is een plaats waar kennis op het gebied van elektrisch rijden wordt gedeeld en vergroot. Samen sta je sterker! Ook de adverteerders moet ik niet vergeten. Zonder hun steun was E-Mobility er nooit gekomen. Daarom hebben wij speciaal voor hen en alle andere bedrijven en instellingen een partner- en ambassadeurspakket ontwikkeld waarmee wij elkaar ook in de toekomst blijven ondersteunen. U leest hierover meer op pagina 43. Tenslotte: het enthousiasme en de passie die wij vanuit alle bij elektrisch rijden betrokken sectoren hebben ervaren bij het maken van dit blad, geven ons een enorme boost! Het geeft aan dat elektrisch rijden in alle opzichten een leuke beleving is. Maar dat wist u natuurlijk allang… Veel leesplezier! Edwin Gelissen -Van Gastel Uitgever en hoofdredacteur
3
Elmonet opent Emobility Center in Amsterdam
Elmonet heeft begin november in Amsterdam de deuren geopend van het Emobility Center. Daarmee biedt de onderneming niet alleen een uitgebreide showroom en een werkplaats voor elektrische auto’s, maar ook een compleet servicepakket en expertise in zakelijke mobiliteit. ‘Elektrisch rijden moet hierdoor net zo gemakkelijk en vanzelfsprekend worden als rijden in een auto met benzine- of dieselmotor’, vertelt Arjan de Bie-Postma, algemeen directeur van Elmonet. ‘We regelen
ook de aanleg van de juiste oplaadpunten, zowel thuis als op kantoor, we adviseren over subsidiemogelijkheden, bieden elke gewenste vorm van financiering tot en met full operational lease en dragen zorg voor een volledige after sales service.’ Met de full service-formule bedient Elmonet vooral bedrijven en non-profitorganisaties. De onderneming heeft onder meer modellen van Think (personenauto), Piaggio (bedrijfswagens) en Qugo (driewieler) in de showroom.
Eerste elektrische RDW Elec-Cars zoekt financier voor doorstart dienstauto onthuld De Nederlandse toelatingsautoriteit voor voertuigen (RDW) heeft de eerste elektrische dienstauto, de Th!nk City, in gebruik genomen. Volgend jaar schaft de RDW nog een tweede elektrische auto aan. Beide auto’s rouleren de komende twee jaar tussen de RDW-vestigingen, zodat RDW-medewerkers kennis kunnen maken met de techniek van elektrische voertuigen. De opgedane kennis is volgens het instituut belangrijk, omdat er steeds vaker elektrische voertuigen aan de RDW worden aangeboden voor een keuring of toelating.
De Hoofddorpse onderneming Elec-Cars is op zoek naar een financier om een doorstart te kunnen maken. Directeur Harry Bakker over de huidige situatie: ‘Elec-Cars is niet failliet maar stop met de activiteiten. Elec-Cars is een onderdeel van Elec-company. Ik stop voorlopig wel met het bedrijf. De laatste tijd heeft het bedrijf flinke tegenslagen gehad en er is veel geld ingestoken. Mocht er op termijn een financier interesse tonen, zal ik het overwegen om een doorstart te maken. Het bedrijf blijft wel mijn belangstelling houden en ik probeer zo goed mogelijk de ontwikkelingen in de elektrische automarkt te volgen.’
LeasePlan neemt Leaf op in assortiment Als eerste Europese leasemaatschappij neemt LeasePlan de elektrische auto Leaf van Renault/Nissan in het assortiment op. De partijen hebben een overeenkomst getekend voor de levering van honderd auto’s voor dertien Europese landen in 2011. Deze auto’s die in het eerste jaar arriveren, sluiten aan op het Europese introductieplan van Nissan. Het gezamenlijke project moet nieuwe inzichten verschaffen in het gedrag van bestuurders en de operationele aspecten van het wagenparkbeheer van elektrisch aangedreven auto’s die geen CO2-uitstoot produceren.
Nederland van start met ECE-veiligheidsnormen Voor hybride- en elektrische voertuigen gelden vanaf februari 2011 nieuwe veiligheidseisen. De veiligheidseisen hebben specifiek betrekking op de elektrische aandrijflijn. Fabrikanten, bedrijven of particulieren die met een elektrisch of of hybride-elektrisch voertuig de openbare weg op willen, weten nu aan welke eisen zij moeten voldoen, ongeacht het bouwjaar. Nederland verstevigt hiermee haar koppositie op het gebied
Provincie Utrecht: twee oplaadpunten per gemeente in 2011 Als het aan de provincie Utrecht ligt krijgt elke gemeente binnen de provincie binnen een jaar minimaal twee oplaadpunten voor elektrische auto’s. Gedeputeerde Van Lunteren heeft dit eind september laten weten tijdens een Statenvergadering.
4
van veilig elektrisch rijden. Bovendien bevordert het de introductie op de markt van elektrische voertuigen en wordt het veiligheidsniveau van de voertuigen verhoogd. De nieuwe veiligheidseisen zijn gebaseerd op ECE-reglement nr. 100, aangevuld met eisen aan de elektromagnetische compatibiliteit (EMC), bekabeling, de aanwezigheid van een noodschakelaar en de plaatsing en bevestiging van het accupakket. Ook is een weggedragtest noodzakelijk. In de praktijk betekent dit dat tijdens de keuring door de RDW wordt gekeken naar alle onderdelen die tot de elektrische aandrijflijn behoren. Bij de onder spanning staande onderdelen wordt onder andere gelet op het voorkomen van contact met deze delen. Tevens wordt gelet op de isolatie van de onderdelen. Een goede isolatie is niet alleen van belang voor de inzittenden, maar ook voor monteurs en eventuele hulpverleners. Een ander praktisch punt is de EMC. Fabrikanten dienen maatregelen te treffen om te voorkomen dat bijvoorbeeld mobiele telefoons, pacemakers en andere apparaten storingen veroorzaken.
Provincie Zuid-Holland wil doorbraak elektrisch rijden forceren Als het aan het provinciebestuur ligt van Zuid-Holland, komen langs alle provinciale wegen een netwerk van oplaadpunten voor elektrische auto’s. Bovendien moeten deze draaien op groene stroom. Provinciale Staten willen hiermee in Zuid-Holland een doorbraak forceren van elektrisch rijden. Een ruime meerderheid van de statenleden heeft een voorstel van GroenLinks voor een onderzoek naar de oplaadpunten gesteund. Bovendien willen zij dat de gedeputeerden het goede voorbeeld geven door te kiezen voor een elektrisch wagenpark. Nu rijden alle dienstauto’s nog op biogas.
INTERNATIONAAL DAF lanceert hybride LF45-truck
Vrachtwagenfabrikant DAF komt nog dit jaar op de markt een hybride stadstruck die deels op een diesel- en deels op een elektromotor rijdt. De Technische Universiteit Eindhoven, Eaton trucks en Leyland Trucks stonden het bedrijf bij met de ontwikkeling van de vrachtwagen. De truck, met het typenummer LF45, is ontwikkeld voor winkelleveranciers en vuilniswagens in binnensteden. De twaalf ton zware vrachtwagen zal worden gebouwd in de fabriek in het Britse Leyland. De eerste exemplaren zijn bestemd voor de Nederlandse, Britse, Duitse, Franse en de Belgische markt omdat die landen de meeste interesse tonen in hybride trucks. Als de truck het goed doet in de landen neemt DAF het model in het wereldwijde assortiment op. Met de hybride DAF-truck zou het brandstofverbruik en de uitstoot van broeikasgas kooldioxide met tien tot twintig procent lager liggen. De accu’s hebben voldoende opslagcapaciteit om de truck over een afstand van twaalf kilometer volledig elektrisch voort te stuwen.
Subsidie voor Rotterdamse e-rijder De gemeente Rotterdam stelt twee subsidies beschikbaar voor bezitters van elektrische auto’s. Zo krijgen de eigenaren van deze duurzame auto’s niet alleen een vergoeding voor een oplaadpunt op eigen terrein, maar ook een eenmalige vergoeding voor het jaarlijkse groene stroomverbruik van hun auto. Het maximale subsidiebedrag is duizend euro. Na een jaar vergoedt de gemeente nog eens vierhonderdvijftig euro voor het
verbruik van groene stroom. De gemeente werkt nog aan een regeling voor mensen die geen eigen terrein hebben. De subsidie is onderdeel van het programma Stroomstoot, met dit programma wil de gemeente Rotterdam bewerkstelligen dat er in 2014 duizend elektrische voertuigen in de Maasstad rondrijden. Rotterdam is de volgende grote stad in een rij van gemeenten die elektrisch rijden stimuleren (zie ook artikel pagina 29).
Netwerk snellaadpunten elektrische auto’s gereed in februari Nederland krijgt vanaf komend jaar een netwerk van snellaadpunten voor elektrische auto’s. Vanaf februari zullen de eerste tien oplaadpunten verspreid over Nederland operationeel zijn. The New Motion en Epyon gaan het netwerk met financiële steun van Stichting DOEN realiseren. De twee bedrijven slechten hiermee de belangrijkste barrière voor de grootschalige introductie van elektrische auto’s, te weten beperkingen met betrekking tot de actieradius. De eerste snellaadpunten komen op strategische plaatsen in de Randstad en daarbuiten. Bestuurders van elektrische auto’s kunnen hun auto hier in dertig minuten voor tachtig procent volladen. De locaties zullen gemakkelijk te bereiken zijn, gedacht wordt aan onder meer wegrestaurants en benzinestations. Bestuurders zullen door middel van een abonnement toegang krijgen tot het netwerk. Het initiatief wordt opgezet in een open structuur. Marktpartijen, gemeenten en provincies kunnen aanhaken om het netwerk verder te laten groeien. Verschillende partijen zullen betrokken worden bij het initiatief om de leereffecten maximaal te benutten, zoals energiebedrijven, netwerkbedrijven, locatiepartners en overheden.
Wereldstandaard oplaadsysteem elektrisch rijden De Duitse automerken Audi, BMW, Daimler, Porsche en Volkswagen hebben een standaard ontwikkeld voor een modulair oplaadsysteem voor elektrische auto’s (zie ook het artikel op pagina 34). Het nieuwe systeem maakt het mogelijk om elektrische auto’s met allerlei soorten wisselstroom – waaronder netvoeding en krachtstroom – maar ook gelijkstroom op te laden. De Duitse merken hebben de hoop uitgesproken dat hun systeem een wereldstandaard zal worden en nodigen alle andere producenten uit om eraan mee te werken. Een standaard voor elektrisch laden is belangrijk om straks ongestoord een reis door verschillende landen te kunnen maken. Siemens bouwt honderd elektrische auto’s Binnen het proeftraject 4-Sustainelectromobility gaat elektronicafabrikant Siemens een vloot van honderd elektrische auto’s bouwen. Het is de bedoeling dat de medewerkers van het bedrijf de elektrische aandrijftechniek testen. Siemens verwacht dat er in de nabije toekomst wereldwijd een miljoen elektrische auto’s op de weg rijden en wil met het project onderzoeken wat het effect hiervan is op het elektriciteitsnet. Tegelijkertijd kan Siemens de kwaliteit van de techniek evalueren die ze voor elektrische auto’s ontwikkeld. Het bedrijf hoopt dat de resultaten van het testtraject helpen bij het opzetten van nieuwe businessplannen rondom elektrische mobiliteit. Verder heeft Siemens bekendgemaakt in de eerste maanden van 2011 een speciaal ontwikkeld laadstation met snellaadtechniek te presenteren. Saab bouwt plannen hybride en elektrisch rijden Saab Automobile en American Axle Manufacturing (AAM) hebben aangekondigd mede-eigenaar te worden van e-AAM Driveline Systems. e-AAM gaat een innovatieve, elektrische vierwielaandrijving ontwikkelen. Deze elektrische vierwielaandrijving kan gemakkelijk geïntegreerd worden op bestaande platformen, zonder grote aanpassingen aan architectuur en carrosserie. Saab zal een klant worden van het bedrijf, en componenten aanschaffen die gebruikt zullen worden in de volgende generatie van Saabs vanaf 2012.
Het nieuwe bedrijf zal ook zijn kennis en geavanceerde producten aanbieden aan andere autofabrikanten. LG Chem scoort grootste ‘accu’-order ooit Batterijfabrikant LG Chem heeft de grootste batterijdeal uit de geschiedenis gesloten met Renault. Dit stelt althans LG Chem-topman Song Choong-Sup. De komende vijf jaar neemt de Franse autobouwer voor omgerekend 1,8 miljard dollar aan accu’s af van het bedrijf. Renault is van plan om vanaf 2011 jaarlijks 500.000 elektrische auto’s te produceren. Het is de vraag of LG Chem die enorme productieplannen kan bijhouden. Song Choong-sup zegt bovendien nog in gesprek te zijn met andere autofabrikanten die interesse hebben in de lithiumion-accutechniek van LG Chem. Hij verwacht dat eind dit jaar nog drie overeenkomsten te ondertekenen. 2.500e Think City geproduceerd Het Finse Valmet Automotive heeft het 2.500e exemplaar van de elektrische Think City van de lopende band laten rollen. ‘Dit maakt de compacte tweezitter nu ’s werelds best verkopende elektrische auto’, stelt Think-topman Barry Engle. Think maakt zich ook op om in de Verenigde Staten naam te maken. Het bedrijf denkt dat de Amerikaanse productie volgend jaar al opgestart kan worden, uit die fabriek komt dan de derde generatie van de City gerold. Het is de bedoeling dat Think dit jaar nog vijfhonderd van die exemplaren produceert in Finland. De derde generatie van de City krijgt het nieuwe lithiumion-accupakket van de Amerikaanse fabrikant Enerdel. De lithiumionaccu’s zijn een stuk gebruiksvriendelijker dan de huidige Zebra-exemplaren en kunnen een stuk sneller opgeladen worden. Flanders test nieuwe draadloze oplaadtechniek Het Belgische kennisinstituut Flanders Drive is een proef gestart voor het draadloos opladen van elektrische voertuigen. Met een lus in het wegdek wordt in de test bekeken of een elektrische auto kan worden opgeladen. Met het project wil Flanders onderzoeken hoe batterijen van elektrische voertuigen efficiënt, snel en gebruiksvriendelijk kunnen worden opgeladen. Het systeem kan ook toegepast worden bij parkeerplaatsen en garages. Indien het experiment positieve testresultaten oplevert, kan Vlaanderen volgens Ingrid Lieten, minister voor innovatie, een belangrijke voorsprong uitbouwen op het gebied van milieuvriendelijk vervoer. >>>
5
>>> Toyota Prius passeert grens van twee miljoen verkopen De Toyota Prius is in meer dan zeventig landen twee miljoen keer over de spreekwoordelijke ‘toonbank’ gegaan. Waar de verkoop van ’s werelds eerste hybride auto – die inmiddels dertien jaar op de markt is – in 2010 een tijdje stagneerden, is dit jaar alsnog de historische verkoopgrens gepasseerd. Rijke Braziliaanse magnaat gaat elektrische auto’s bouwen De rijke Braziliaanse magnaat Eike Batista heeft aangekondigd dat hij zich op de bouw van elektrische auto’s gaat storten. De 53-jarige ondernemer staat in de miljardairsrangschikking van Forbes op de achtste plaats. Hij heeft zichzelf voorgenomen de rijkste mens ter wereld te worden. Het eerste jaar wil de ondernemer al honderdduizend stuks van de band zien rollen. Batista’s elektrische auto moet plaats bieden aan vijf personen en kan honderdzestig kilometer rijden voor deze een nieuwe oplaadbeurt nodig heeft. Met een investering van één miljard dollar wil de Braziliaanse topindustrieel over vier jaar een fabriek operationeel hebben in de haven Porto do Açu. Batista is van plan samen te werken met Europese en Japanse autoconstructeurs. BMW bouwt op grote schaal ‘auto van de toekomst’ Autofabrikant BMW investeert de komende jaren vierhonderd miljoen euro in de uitbreiding van de fabriek in Leipzig om de ‘auto van de toekomst’ – oftewel de elektrische auto – te bouwen. Volgens BMW is het voor het eerst dat in Duitsland elektrische auto’s in serieproductie worden gebouwd. Met de uitbreiding van de fabriek zijn zo’n achthonderd nieuwe banen gemoeid. In 2011 moeten de eerste elektrische auto’s van de band rollen. In 2013 wordt vervolgens de Megacity Vehicle (MCV) gelanceerd. Deze elektrisch aangedreven stadsauto is volgens de fabrikant uniek, omdat hij een ‘vederlichte carrosserie’ gemaakt van lichtgewicht carbon heeft. De auto zal honderden kilo’s lichter zijn dan andere auto’s en is daardoor nog energiezuiniger.
6
Duits-Nederlandse samenwerking internationaal opladen De stichting e-laad.nl heeft een samenwerkingsverband gesloten met haar Duitse zusterorganisatie Ladenetz.de. Door de coöperatie kunnen elektrische rijders uit de Euregio Rijn-Maas hun voertuig overal opladen met dezelfde pas. Met de innovatie pilot nemen de twee partijen een voortrekkersrol in Europa en maken zij het voor het eerst mogelijk om over de grens stroom te kunnen laden. E-laad.nl en ladenetz.de werken samen om grensoverschrijdende elektrische mobiliteit in Europa
te bevorderen. Beide partijen zien dit als het begin van een verdere ontwikkeling richting Europese e-mobiliteit. ‘We zorgen er voor dat mensen hun elektrische auto met één pasje overal kunnen opladen. Nu in alleen nog in de grensstreek, maar hopelijk straks in heel Europa. Net zoals je met je bankpas bij alle banken in Europa geld kunt pinnen, moet je met één pas ook overal kunnen opladen’, zegt Arjan Wargers, manager R&D van e-laad.nl. Maxime Verhagen, minister van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie: ‘Ik ben verheugd over dit grensoverschrijdende initiatief op het gebied van elektrisch vervoer. Grensoverschrijdende samenwerking is belangrijk om belemmeringen voor de introductie van de elektrische auto weg te nemen. Het is bemoedigend om te zien dat publieke en private partijen de handen in één slaan om de uitwisselbaarheid van betaal- en laadsystemen voor elektrische auto’s aan weerszijden van de grens mogelijk te maken.’
Amsterdam rijdt 70.000 kilometer elektrisch in één jaar
Ghosn: ‘2011 doorbraak van elektrische auto’
De elektrische auto’s die in Amsterdam rondrijden hebben in een jaar tijd bijna 70.000 kilometer afgelegd, dit is naar voren gekomen uit cijfers van energieleverancier Nuon en netbeheerder Liander. Uit de statistieken blijkt dat het aantal elektrisch gereden kilometers in Amsterdam elk kwartaal verdubbelt. Ruim tweehonderd mensen met een elektrische scooter, personen- of bedrijfsauto doen mee aan het stimuleringsprogramma van de gemeente. Tot april 2012 kunnen zij bij zeventig openbare oplaadpunten gratis tanken en parkeren. Het aantal deelnemers groeit zodanig dat binnenkort het honderdste oplaadpunt kan worden geopend. Nuon en Liander krijgen dankzij de pilot inzicht in het oplaadgedrag. Voor hen is het belangrijk om te weten wat de impact van grootschalig vervoer op het elektriciteitsnet is. De meeste mensen ‘tanken’ direct na een rit tussen elf uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds. Daarna is er een dip, gevolgd door een piek rond tien uur ’s avonds. Op zondag wordt het minst geladen. In totaal is er nu ruim 14.000 kWh groene stroom geladen.
Renault/Nissan-topman Carlos Ghosn heeft half novemer in een exclusief omroep met de NOS voorspeld dat de elektrische auto in 2011 doorbreekt bij het grote publiek. Volgens Ghosn speelt de overheid bij de introductie een sleutelrol, maar stimuleringsmaatregelen zijn na twee à drie jaar niet meer nodig. Renault en Nissan brengen volgend jaar een aantal volledig elektrische auto’s op de markt en nemen zo het voortouw op het gebied van zuinige auto’s. Als er 500.000 stuks worden verkocht is het volgens de topman een succes.
Eerste certificaten ‘Veilig werken aan elektrische voertuigen’ uitgereikt Prins Maurits van Oranje heeft de eerste certificaten van de training ‘Veilig werken aan elektrische & hybride voertuigen’ van opleidingsinstituut Innovam uitgereikt aan technici van Renault en Nissan autobedrijven. De voorzitter van het Formule E-team sprak tijdens de uitreiking zijn bewondering uit voor de voortvarendheid waarmee de autobranche zich voorbereidt op de komst van de elektrische auto: ‘Zonder pioniers komt niets van de grond. Binnen zes maanden is een training ontwikkeld waarin alle aspecten zijn getackeld. Dit getuigt van visie en leiderschap. De resultaten zijn er naar, mede dankzij gedreven cursisten die in deze beginfase bereid waren om de handen uit de mouwen te steken.’ Leo Fransen, algemeen directeur Innovam, onderstreept eveneens het belang van
de training: ‘Uiteraard is onze training niet de enige weg die naar Rome leidt. Maar deze training is volledig afgestemd op de NEN 3140-norm, een norm die de Arbowet expliciet vermeldt voor het uitvoeren
van elektrotechnische werkzaamheden. Nu de eerste elektrisch aangedreven auto’s op de weg komen, kan deze norm ook worden toegepast op de werkplaatsen in de autobranche.’
Limburg investeert 2,1 miljoen euro in Nedcar voor de bouw van elektrische auto’s
Amsterdam wint e-Visionary Award
De provincie Limburg investeert 2,1 miljoen euro in Nedcar voor de productie van elektrische auto’s. De provincie geeft een subsidie van 2,1 miljoen euro aan de Rheinisch Westfälische Technische Hochschule (RWTH) om een samenwerking met Nedcar te stimuleren. Nedcar werkt in samenwerking met de RWTH aan de ontwikkeling van elektrotechniek. Daarmee hoopt Nedcar kennis in te winnen om in de nabije toekomst elektrische auto’s te produceren. De studenten van
Amsterdam is winnaar geworden van de e-Visionary Award voor de Europese stad met de beste visie op het gebied van elektrisch vervoer. De prijs werd uitgereikt tijdens het World Electric Vehicle Symposium (EVS-25). Naast Amsterdam hebben ook het Amerikaanse Oregon en het Chinese Shenzhen een award gekregen. ‘Ik ben blij dat naast Londen in 2009 nu een andere baanbrekende Europese stad is verkozen als winnaar van 2010’, stelt Robert Stussi van de World Electric Vehicle Association (WEVA). Europa profiteert van de competitie tussen steden en landen om kampioen van elektrische mobiliteit te worden, in bredere zin; niet alleen in de inzet van elektrische voertuigen. Ik feliciteer iedereen die in Amsterdam is betrokken bij dit innovatieve initiatief. E-mobiliteit is alleen mogelijk door de betrokkenheid van veel belanghebbenden die samenwerken.’ WEVA wil met de Award organisaties belonen die als voorbeelden kunnen dienen voor toepassing van elektrisch vervoer en die de voordelen van elektrisch rijden onderkennen als het gaat om luchtkwaliteit, de gezondheid van burgers en de CO2-footprint van hun steden. Ze tonen visie en politieke daadkracht om het elektrisch rijden van de grond te tillen en laten de wereld zien dat het kan.
de Universiteit in Aken werken aan een langjarig programma waarvan de kosten honderd miljoen euro bedragen. Daarbij wordt onder meer een Streetscooterproject ontwikkeld. Volgens de provincie is Nedcar een potentiële productielocatie voor de Streetscooter. Als dat doorgaat, staat die in 2014 op de productielijn. Achter de Streetscooter bovendien nog de ontwikkeling van een elektrisch stadsauto schuil. Volgens de provincie is Nedcar in Born een potentiële productielocatie voor de elektri-
sche auto. Zoals het er nu naar uitziet, kan in 2014 de productielijn opgestart worden. Volgens gedeputeerde Jos Hessels van Economische Zaken ligt de samenwerking met de universiteit voor de hand. ‘De RWTH ligt op slechts vijf kilometer afstand van het Limburgse Vaals. We hebben dus een van ’s werelds grootste technische universiteiten om de hoek liggen. Daar moeten we in Limburg veel meer gebruik van maken. Ik beschouw de RWTH ook als een beetje van ons.’
Coronel presenteert elektrische bio-sportauto
Dertig volledig hybride Toyota’s Rijkswaterstaat
Autocoureur Tim Coronel heeft een elektrische sportauto gepresenteerd die uit milieuvriendelijke materialen is vervaardigd. Coronel presenteerde de auto tijdens het evenement ‘Elektrische Mobiliteit: Van verbinding naar beweging’. De sportauto is ontwikkeld door NPSP Composieten uit Haarlem en CQS Group T Racing Team uit het Belgische Leuven. De ontwerpers van de sportauto hebben hun best gedaan om de auto zo aerodynamisch, milieuvriendelijk en zuinig mogelijk te maken. De carrosserie is gemaakt van het duurzaam Nature Based Composites.
Rijkswaterstaat heeft een overeenkomst met Toyota gesloten voor de levering van dertig exemplaren van de Full Hybrid Auris. De sleutel van het eerste exemplaar is bij Toyota-importeur Louwman en Parqui in ontvangst genomen door Jan
DC-TEC nadert grens van drieduizend voertuigen Het Dutch Consortium for the Tender of Electric Cars (DC-TEC) heeft 23 fabrikanten gevonden die op korte termijn 2.200 elektrische auto’s aan het inkoopconsortium willen leveren. DC-TEC, een investeringsgroep bestaande uit Nederlandse bedrijven, wil de introductie van
de elektrische auto bevorderen door 3.000 exemplaren in te kopen. De organisatie telt sinds de oprichting een scala aan Nederlandse topbedrijven die hun steentje willen bijdragen. Op de lijst staan onder meer ABN Amro, BAM, Eneco en de Staat der Nederlanden. Het motto
luidt: ‘alleen door vraag creëer je aanbod’. Om in komende periode de drieduizend voertuigen te halen, is de organisatie nog op zoek naar meer participanten. Als dit aantal bereikt is, wil DC-TEC namens de organisaties een Europese aanbesteding doen.
Eppink, Fleetmanager bij Rijkswaterstaat. Volgens Eppink is de keuze voor de hybride Auris voor de hand liggend: ‘De Full Hybrid Toyota Auris heeft een aantal overduidelijke voordelen. Hij heeft een zeer lage uitstoot, is betaalbaar, compleet en heeft ook nog eens een lage integrale kilometerprijs. Door de lage totaalkosten is de Auris daarom een zeer interessante personenauto voor Rijkswaterstaat. Voeg daarbij dat ook kleinere auto’s qua uitstoot niet in de buurt komen van de uitstoot van de Full Hybrid Toyota Auris en het hoeft geen verder betoog waarom Rijkswaterstaat voor dit model heeft gekozen.’
7
R&D-project Toyota plug-in hybrid van start Op de Autosalon van Parijs is half oktober heeft officiële startsein gegeven voor een drie jaar durende praktijktest van Toyota met concept Plug-in Hybrid Vehicles (PHV’s), hybride auto’s die aan een stopcontact oplaadbaar zijn. Als voorzitter van het Formule E-Team gaf Maurits van Oranje Pieter van der Velden, algemeen directeur van Toyota-importeur Louwman & Parqui – het officiële startsein voor het R&D-project. De partners in het onder-
zoekproject zijn Van Gansewinkel, Stedin, Eneco, Roteb Lease, Rijkswaterstaat en TNT. Doel is om te leren of in de praktijk het gebruiksgemak, actieradius, techniek en kosten aansluiten bij de verwachtingen en wensen van gebruikers. Wereldwijd test Toyota zeshonderd concept PHV’s, daarvan gaan elf stuks in Nederland rondrijden. Het verschil met de gewone Toyata Prius is dat de testauto een lithiumion-batterij aan boord heeft waar-
mee hij met een maximumsnelheid van honderd kilometer per uur tot twintig kilometer ver volledig elektrisch kan rijden. Opladen van de batterij kan aan elk normaal stopcontact en duurt maximaal negentig minuten. Volgens Toyota zou de auto bij uitstek geschikt kunnen zijn voor het meeste woonwerkverkeer in Nederland, aangezien bijna zeventig procent van de Nederlandse werknemers binnen achttien kilometer van zijn werk woont.
BOM neemt aandeel in Epyon De N.V. Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) heeft een belang genomen in het aandelenkapitaal van Epyon. De investering is gedeeltelijk gefinancierd vanuit het spin-off fonds, opgezet door de provincie Noord-Brabant om kenniswerkers te steunen bij het opzetten van een eigen bedrijf. Epyon maakt snelladers waarmee elektrische auto’s in vijftien minuten kunnen worden opgeladen, in plaats van de gebruikelijke acht tot tien uur. Door de wereldwijd groeiende belangstelling voor elektrische auto’s heeft het bedrijf de omzet vorig jaar zien vertienvoudigen. De investering van de BOM biedt Epyon een solide basis om de activiteiten verder uit te bouwen in heel Europa. In totaal heeft Epyon zeven miljoen euro opgehaald bij vijf investeerders. Naast de bestaande investeerders SET Venture Partners en Chrysalix zijn dat de BOM, het Taiwanese bedrijf LiteOn Technology Corporate en Breesaap, de investeringsmaatschappij van oud-premier Ruud Lubbers. ‘Volgend jaar wordt een sleuteljaar voor onze snelgroeiende industrie’, stelt Hans Streng, ceo van Epyon. ‘Wij zijn klaar voor de toekomst en erg goed gepositioneerd om van de groei te profiteren met deze steun.’
Athlon Car Lease plaatst voororder voor Renault Fluence ZE Athlon Car Lease heeft bij Renault een voororder geplaatst voor honderd exemplaren van de elektrische Fluence ZE, een vierdeurs gezinsauto. De leasemaatschappij tekende de overeenkomst samen met zijn financiële partner Rabobank. Het is de eerste stap naar een voortzetting van de strategische samenwerking met Renault. ‘Onze keuze om met Renault samen te werken wordt gemotiveerd door hun brede aanbod. De elektrische auto’s van Renault vormen een aanvulling op onze bestaande mobiliteitsoplossingen voor klanten die bezorgd zijn over hun schadelijke invloed op het milieu en die de CO2-uitstoot van hun wagenpark willen verminderen’, aldus Hans Blink, president van Athlon Car Lease. Verder heeft Athlon Car Lease bekend gemaakt vanaf heden de Tesla Roadster in te zetten voor het ontwikkelprogramma Athlon Charged. In 2008 gaf de leasemaatschappij het start-
8
schot voor Charged met de inzet van de elektrische Lotus Elise. Doel van het programma is om elektrisch rijden mogelijk te maken voor haar klanten en leaserijders
en om hen zoveel mogelijk te ontzorgen op het gebied van elektrisch rijden. Met de ervaringen uit dit programma kan de leasemaatschappij een goed totaalaanbod
ontwikkelen voor e-mobility. Nu, twee jaar later, is Charged op het omslagpunt gekomen om naar de nieuwste generatie elektrische auto’s te gaan.
TU Delft ontwerpt elektrische superbus
De Technische Universiteit Delft heeft een experimenteel prototype van een supersnelle, elektrisch aangedreven bus gepresenteerd. De zogenoemde ‘Superbus’, mede ontwikkeld door hoogleraar en voormalig astronaut Wubbo Ockels, moet
snelheid combineren met duurzaamheid. Vijf jaar geleden werd de bus gepresenteerd als alternatief voor de magneetzweeftrein die tussen de Randstad en Groningen aangelegd zou worden. Dit Transrapid-project werd in 2007 vanwege de torenhoge investeringskosten van 6,5 miljard euro afgeblazen door de Rijksoverheid. De Superbus zou volgens Ockels maar een fractie van dit bedrag kosten, maar heeft om echt hoge snelheden te bereiken – tot 250 kilometer per uur – wel een eigen betonbaan nodig. Het prototype is bijna net zo lang en breed
als een gewone bus, maar is veel lager, meer gestroomlijnd en biedt plaats aan slechts 23 passagiers. Ook dankzij het gebruik van lichte materialen heeft de bus een laag energieverbruik. Voorlopig is de Superbus alleen te zien tijdens tentoonstellingen en demonstraties. Later dit jaar volgt nog meer technisch onderzoek, aan het protype werkten ruim vijftig bedrijven en instellingen mee en het ministerie van Verkeer en Waterstaat stelde negen miljoen euro subsidie beschikbaar.
Burton komt met elektrische sportwagen
Aantal elektrische auto’s groeit explosief
De Nederlandse autofabrikant Burton komt ter gelegenheid van het tienjarig jubileum met de eerste Nederlandse elektrische sportwagen. De ‘Burton-Electric’ krijgt de beschikking over een vijfentwintig kilowatt elektromotor en weegt slechts zevenhonderdvijftig kilo. De ontwikkeling van de Burton-Electric heeft meer dan een jaar geduurd. De komende maanden zullen zo’n tien BurtonElectric’s worden gebouwd. In samenspraak met de provincie Limburg en de Limburgse ontwikkelingsmaatschappij LIOF worden momenteel locaties gezocht voor de productie van de Burton-Electric.
Het aantal elektrische auto’s dat in Nederland rondrijdt groeit explosief. In een jaar tijd is het aantal met bijna zeventig procent toegenomen. Reden begin 2009 nog 23.666 exemplaren rond in ons land, begin 2010 waren dit er al 39.962. Dit blijkt uit het jaarlijkse rapport ‘Mobiliteit in Cijfers’ van de BOVAG en de RAI Vereniging. Volgens het rapport is die stijging vooralsnog voornamelijk te danken aan de enorme populariteit van de hybride personenauto. De fiscale stimulering die consumenten bij de aankoop van dit soort
CT&T opent kantoor in Amsterdam
Van de Donk onthult Brabantse innovatieprojecten De Brabantse Commissaris van de Koningin, Wim van de Donk, heeft tijdens het netwerkevenement ‘4Brabant’ in Brussel drie experimenteerprojecten op het gebied van elektrisch rijden en slimme oplaadsystemen en -netwerken officieel gelanceerd (zie ook de artikelen op pagina 17 en 20). De regeling is onderdeel van het tijdelijke maatregelenpakket Aanpak Kredietcrisis van de provincie NoordBrabant. Met de regeling stimuleert de
provincie ondernemingen juist nu in te stappen in de kansen die elektrisch rijden biedt voor de automotive, ict, high tech en design sector. Het doel is werkgelegenheid voor de regio te behouden en tevens via cross-sectorale samenwerking te werken aan duurzame vervoersoplossingen. Binnenkort wordt bekend welke projecten voor de tweede tender subsidie krijgen. Consortia konden tot 1 december projectvoorstellen indienen.
Het Koreaanse bedrijf Creative Transportation & Technology (CT&T) heeft sinds kort een nieuw hoofdkantoor in Amsterdam. CT&T en is de grootste Koreaanse producent van elektrische voertuigen. In de Amsterdamse showroom vertoont de onderneming stadsmodellen met een maximumsnelheid van tachtig kilometer per uur. In het komende half jaar brengt CT&T ook snellere en grotere elektrische auto’s op de Nederlandse markt. De verwachting van het bedrijf is dat het aantal elektrische voertuigen dat zij produceert snel toeneemt: eind 2011 wil het bedrijf 20.000 elektrische voertuigen hebben geproduceerd in Europa. In 2013 zal dat aantal tussen de 40.000 en 60.000 voertuigen liggen. Momenteel kijkt CT&T naar extra investeringen in Nederland. De komst van CT&T zal ongeveer driehonderd nieuwe banen met zich meebrengen.
Rijksoverheid start subsidieprogramma Truck van de Toekomst
Best honderdste oplaadpunt voor Stichting e-laad.nl
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft een subsidieprogramma geopend onder de naam ‘Truck van de Toekomst’. Voor het proeftuinprogramma is een bedrag van 4,3 miljoen euro beschikbaar gesteld. Transportondernemers kunnen tot dinsdag 11 januari subsidie aanvragen bij Agentschap NL voor projecten waarbij innovatieve technieken op het gebied van hybride aandrijving, alternatieve brandstoffen of systemen voor hulpvermogen in de praktijk worden toegepast. Binnen een project moeten minimaal drie vrachtwagens zijn uitgerust met een van de drie innovatieve technieken en een jaar lang rijden. Om de resultaten van de projecten met de sector te delen wordt in de komende maanden een kennisloket ‘Truck van de Toekomst’ opgezet.
De gemeente Best viel begin november de eer ten deel om het honderdste oplaadpunt voor elektrische auto’s van stichting e-laad.nl binnen haar dorpsgrenzen te verwelkomen. De gemeente Best is één van de eenentwintig gemeenten in de regio Eindhoven waar stichting e-laad.nl samen met netbeheerders Enexis en Endinet oplaadpunten plaatst.
auto’s ontvangt, is een belangrijke reden voor het verkoopsucces. BOVAG en RAI Vereniging voorzien dat de ‘volledig elektrische auto’ eind dit jaar zijn opwachting in dit segment gaat maken. De inspanningen van het Formule E-Team, een samenwerkingsverband tussen overheden, het bedrijfsleven en belangenverenigingen, hebben er volgens het rapport aan bijgedragen dat er in de komende maanden en in heel 2011 veel volledig elektrisch aangedreven voertuigen in ons land zullen worden geregistreerd.
Amsterdam sluit overeenkomst met Renault-Nissan
De gemeente Amsterdam wil eind 2011 duizend elektrische auto’s in haar stad rond hebben rijden. De hoofdstad heeft daartoe een intentieverklaring ondertekend met Renault-Nissan om het gebruik van elektrische auto’s aan te moedigen. Nissan zal in februari van volgend jaar beginnen met de levering van de eerste Leaf-modellen aan zakelijke klanten, waarna in juni 2011 de eerste particulieren hun auto in ontvangst mogen nemen. In het najaar van 2011 moeten de Renault Fluence ZE en de Kangoo Express ZE voor de verkoopaantallen gaan zorgen, geholpen door fiscale voordelen. Bovendien stimuleert de gemeente zelf het gebruik van elektrische auto’s door tot maart 2012 auto’s gratis op te laten laden en parkeren bij de verschillende laadstations. Voor bedrijven komen er bovendien subsidies beschikbaar die de aankoop van elektrische auto’s moeten aanmoedigen.
9
Ruud Koornstra, kernteamlid Formule E-team:
‘Nederland kan de Europese mainport voor de elektrische auto worden’ ‘De autofabrikanten exporteren binnen Europa in 2011 de meeste elektrische auto’s naar Nederland. Het is een van de toonaangevende prestaties die voortgekomen is uit het Formule E-team. Nederland is daarmee vandaag de dag de internationale proeftuin waar de elektrische auto tot wasdom kan komen.’ Aan het woord is Ruud Koornstra, een van de drie kernteamleden van het Formule E-team.
Lingo en ledlampen. Op het eerste oog niet twee zaken die direct met elkaar verbonden zijn. Toch is het zo. Het bedenken van televisieprogramma’s als Lingo en Villa Felderhof stelde ondernemer Ruud Koornstra in staat zijn productiehuis te verkopen en een duurzame initiëringmaatschappij te starten onder de naam Tendris. Met dit bedrijf heeft Koornstra inmiddels tal van duurzame innovaties – waaronder de eerste ledlamp die mooi en warm licht geeft – op zijn naam staan. Basisgedachte van Tendris: de wereld moet duurzaam, groen en bestendig worden. ‘Het uitgangspunt van Tendris is duurzaam met een handelsperspectief’, stelt Koornstra. ‘Of het nu om auto’s of lampen gaat, iedereen weet dat ze duurzaam moeten worden. Echter, ze moeten wel gemaakt worden. Ondernemerschap is daarom onlosmakelijk verbonden met de energietransitie.’ Schuurtjes Bijna twee jaar nu draagt Koornstra de elektrische auto een warm hart toe. Het ontstaan van dit warme gevoel, mag met recht een anekdote genoemd worden. ‘Innovaties komen uit schuurtjes’, memoreert Koornstra. ‘Een van die schuurtjes stond toevallig bijna in mijn achtertuin. Het was Willem van der Kooij die in Lochem bezig was met het elektrificeren van de sportauto Lotus Elise. Toen ik hoorde van zijn activiteit twijfelde ik om een exemplaar te kopen. Enerzijds wilde ik zijn duurzame idee steunen door als eerste een elektrische Lotus Elise te kopen, anderzijds twijfelde ik heel erg omdat ik onbekend was met elektrische auto’s. Toen ik op een dag onderweg was naar de VARA-studio om als tafelgast in het televisieprogramma Pauw & Witteman te vertellen over de ledlamp-campagne die wij gingen starten, kwam de ommekeer. In de auto werd ik gebeld door een van de redacteuren die bezig was een filmpje over mij te maken voor de uitzending. Zij vroeg mij of ik een foto kon opsturen van de helikopter die ik bezit. Een helikopter wekt al snel het beeld van een proleet op. Ik vertelde de redacteur daarom dat ik geen foto had van mijn helikopter, maar wel van mijn nieuwe sportauto. In de auto heb ik vervolgens snel Willem van der Kooi gebeld, de Lotus Elite gekocht en hem een foto op laten sturen naar de studio. ’s Avonds confronteerde Witteman mij direct in de uitzending met het feit
10
dat ik als duurzame ondernemer een nieuwe dure sportauto gekocht had. Vervolgens kon ik hem tegenover anderhalf miljoen kijkers van repliek dienen door te vertellen dat de auto elektrisch was. Anderhalf miljoen kijkers werd toen duidelijk dat elektrisch rijden geen utopie meer is. Betere reclame is er niet.’ The New Motion ‘In de periode die volgde heb ik mijn nek uitgestoken voor de elektrische auto’, vervolgt Koornstra. ‘Ik werd door tal van mensen benaderd om met hen samen te gaan werken aan de toekomst van de elektrische auto. Uiteindelijk is binnen mijn bedrijf toen besloten om te starten met The New Motion. Het idee hierachter? Een onderneming starten die de drempels slecht om elektrisch rijden mogelijk te maken. The New Motion vult alle gaten die het onmogelijk of moeilijk maken om elektrisch te rijden. Inmiddels staan Ritsaart van Montfrans en Alef Arendsen aan de leiding van het bedrijf en zij hebben inmiddels samen met partners als de Stichting DOEN en Epyon de eerste grote successen geboekt. Zo wordt in februari in Nederland een snellaadnetwerk gebruik genomen.’ Tegelijkertijd met de toenemende interesse van Koornstra voor de elektrische auto, begon ook bij de Rijksoverheid het besef te groeien dat de markt voor elektrische auto’s behoefte had aan een doorbraak, geïnitieerd vanuit de overheid. In de zomer van 2009 ontstond zo het idee voor de oprichting van een Formule Eteam. Hierin zouden overheid, kennisinstellingen en bedrijven de elektrische auto het benodigde duwtje in de rug moeten geven. Bovendien zou via proeftuinen kennis opgedaan worden over elektrische auto’s en een infrastructuur voor opladen. ‘En zo gezegd, zo gedaan’, stelt Koornstra. ‘Het Formule E-team werd eind vorig jaar opgericht en afgelopen voorjaar officieel geïnstalleerd (zie kader). In de privaat publieke samenwerking zijn alle partijen die een belang hebben bij elektrisch rijden vertegenwoordigd. Dit cross-sectorale karakter – van banken tot autoleasemaatschappijen, automotive en high tech ondernemingen, energiebedrijven en overheden – maakt het initiatief zeer krachtig. Daarnaast is het gelukt om een bekendheid als voorzitter van het team te krijgen. Die persoon, Prins Maurits van Oranje, was en is
nodig om de internationale automobielindustrie te interesseren om in Nederland proeftuinen en pilots te starten en in een later stadium Nederland als definitieve partner te kiezen.’ ‘Terugkomend op het cross-sectorale karakter’, vervolgt Koornstra. ‘Samen met Maurits van Oranje en Minnemijn Smit ben ik continu bezig de verschillende partijen te duiden op het gezamenlijke belang dat zij hebben bij elektrisch rijden. Want natuurlijk is het vervelend voor benzinestations dat zij straks geen benzine meer verkopen, maar je verzetten heeft geen zin. Bij de start van het Formule E-team merkte je dat elke partij zich ingroef in zijn eigen positie. Door echter het gezamenlijke belang aan te wijzen en de partijen aan de lopende band met elkaar te verzoenen, werden de eerste succesjes geboekt en de bijbehorende glimlachen al snel zichtbaar. Het is lovenswaardig dat alle verschillende partijen het gezamenlijke belang nu daadwerkelijk geïdentificeerd hebben en hier ook naar handelen.’ Open source innovatie Begin november ging Koornstra namens het Formule E-team met een omvangrijke Nederlandse delegatie – bestaande uit cross-sectorale vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen – naar China voor een business development en innovatiemissie. ‘Het is imposant om te zien hoe sterk de Chinezen in zetten op elektrisch rijden. De heer Wang – president van BYD, een van de bekendste en grootste Chinese spelers op het domein elektrisch rijden – maakte speciaal voor onze delegatie tijd vrij. Opvallend, want voor een minister maken dergelijke belangrijke personen geen ruimte in hun agenda, voor een prins uit Nederland wel. Daarom gaat mijn lof ook uit naar Maurits van Oranje, die deze ontmoeting mogelijk heeft gemaakt. Met Wang hebben wij een vruchtbaar overleg gehad. Hij vertelde dat in 2020 alle bussen en taxi’s in China elektrisch aangedreven moeten worden. BYD start daarom in 2011 met een pilot van maarliefst duizend elektrische bussen. In de ontmoeting hebben wij gesproken over de mogelijkheid om enkele van die bussen in Rotterdam en Amsterdam te laten rijden, dit wordt in de komende periode onderzocht. Een dergelijke samenwerking biedt Nederland kansen. De Chinezen kunnen onder meer leren
foto’s: Bettina Traas
11
van onze kennis over veiligheid, wij op onze beurt over de elektrische aandrijftechnologie. Als dit lukt, heb je een fantastische open source innovatie.’ Ruchtbaarheid De automotive missie naar China onderschrijft voor Koornstra de tot dusver bereikte prestaties van het Formule E-team, ondanks dat doelbewust weinig ruchtbaarheid gegeven wordt aan de rol die het orgaan speelt. ‘Het team heeft onder leiding van Maurits van Oranje een gunstig ondernemersklimaat gecreëerd voor het Nederlandse bedrijfsleven. Zo is de top van de Nederlandse overheid verleid en beseft deze dat elektrisch rijden niet alleen de toekomst heeft, maar ook leuk is. Direct gevolg daarvan – en een van de successen van het Formule E-team – is het gunstige fiscale klimaat voor de elektrische auto. Zo is de BPM en de wegenbelasting voor elektrische auto’s afgeschaft en is de bijtelling voor zakelijke rijders nul procent. Het fiscale beleid fungeert daarmee als startmotor voor de elektrische auto.’ De fiscale maatregelen die op initiatief van het Formule E-team doorgevoerd zijn, zijn echter niet de enige successen. ‘Een van de andere voornaamste successen is de komst van elektrische auto’s naar Nederland. Ons land krijgt volgend jaar binnen Europa de meeste elektrische voertuigen toebedeeld vanuit de autofabrikanten. Dit succes is voor een groot deel op het conto van Maurits van Oranje en zijn gevolg toe te schrijven. Daarnaast is op het gebied van interoperabiliteit – de standaardisatie –veel bereikt. Fabeltjes zijn de wereld uitgeholpen en er is een start gemaakt met de realisatie van oplaadpunten. In dit kader is ook de keuze voor een standaard oplaadstekker – type 2 mode 3 – van groot belang. Het Formule E-team heeft samen met al haar partners besloten niet te wachten op de internationale standaardisatie, dat hoort ook bij pionieren. Tenslotte is ook op het gebied van veiligheid een doorbraak bereikt door landelijk met hulpdiensten en in samenwerking met de RDW protocollen te maken over hoe hulpdiensten bijvoorbeeld bij ongelukken iemand veilig uit de auto kunnen halen.’ Wasdom ‘Samengevat is Nederland nu daadwerkelijk de internationale proeftuin waar de elektrische auto tot wasdom kan komen’, concludeert Koornstra. ‘Het Formule E-team heeft daarbij een cross-sectoraal samenwerkingsmodel gecreëerd. Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen agenda, maar het identificeren van het gezamenlijke belang heeft er toe geleid dat alle neuzen dezelfde kant op staan.’ Nu de vruchten van de oprichting van het Formule E-team zich afwerpen, rijst ook de vraag wanneer het orgaan opgeheven wordt. Bij de oprichting is immers aangekondigd dat het orgaan van tijdelijke aard is. ‘Het is inderdaad de vraag tot wanneer en in welke vorm we doorgaan’, vertelt Koornstra. ‘Naar mijn idee moeten we hoe dan ook nog even doorgaan. Nederland is klaar om de volgende fase, die van implementatie, in te gaan. Bij die
12
‘Nederland is nu daadwerkelijk de internationale proeftuin waar de elektrische auto tot wasdom kan komen’
uitrol ga je hoe dan ook zaken tegenkomen die niet voorzien waren. Het Formule E-team kan een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het verhelpen van die spreekwoordelijke kinderziektes. Een ander punt waar het team werk kan en moet verzetten is het aantrekken van buitenlandse bedrijven. In de komende paar jaar gaan de fabrikanten van elektrische auto’s beslissen waar zij hun nieuwe productiefaciliteiten gaan vestigen. Het is zeer goed mogelijk om deze activiteiten in Nederland te laten landen. Daarvoor is het wel zaak dat de weg voor deze nieuwe vestigers letterlijk en figuurlijk vrijgemaakt wordt. Het is belangrijk dat een organisatie daarbij de leiding neemt en dit zou zeer goed het Formule E-team kunnen zijn. Voor de korte termijn geldt dat 2011 voor elektrisch rijden een succes is, als we qua prestaties ruim over de geslagen piketpalen heen gaan. Ik durf te zeggen dat de technologie ons in aan het halen is en daarom is de tijd rijp voor de marktintroductie van een groter aantal elektrische auto’s. Daarbij zijn de kansen voor de BV Nederland groot. De effecten van de investeringen van het afgelopen jaar in elektrisch rijden, zijn nu al zichtbaar. Anderhalf jaar geleden werden wij uitgelachen, maar nu lopen wij voorop in Europa. De revolutie van elektrisch rijden gaat hard en Nederland kan de Europese mainport voor de elektrische auto worden.’
Over het Formule E-Team Het Formule E-team is onderdeel van de initiatieven van de Nederlandse overheid om de introductie van elektrisch vervoer in Nederland mogelijk te maken. Voormalig minister Camiel Eurlings kondigde in mei 2009 aan te komen met een actieplan om de introductie van duurzaam aangedreven auto’s te stimuleren. De Rijksoverheid wil Nederland daartoe dé internationale proeftuin voor elektrisch rijden laten worden. Om dit alles mogelijk te maken zag eind 2009 het Formule E-Team het levenslicht en is het onder leiding van voorzitter Prins Maurits van Oranje en kernteamleden Ruud Koornstra en Minnemijn Smit operationeel. Het Formule E-team is een samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid. Van ANWB, BOVAG, EnergieNed, HTAS, ICT-office, Natuur en Milieu, Nederlandse Vereniging van Banken tot RAI Vereniging, Rijksoverheid, VNA, VNG en 3TU; elke partner heeft zijn eigen expertise. Samen hebben ze vier speerpunten geformuleerd om doorbraken te realiseren: veiligheid, infrastructuur, batterijen en autotechniek. De benoemde knelpunten en prioriteiten die op deze domein benoemd zijn, zijn het afgelopen jaar diverse acties ondernomen om het gestelde doel – in 2011 een enkele duizenden elektrische auto’s in Nederland te laten rijden – te verwezenlijken.
13
Cross-sectorale samenwerking noodzaak voor systeeminnovatie smart grids en elektrisch rijden
‘Slimme inrichting elektriciteitsnetwerk kan miljardeninvestering voorkomen’ Om de productie en ontwikkeling van elektrische voertuigen van de grond te krijgen, is een systeeminnovatie nodig. Relaties in de keten moeten daartoe cross-sectoraal georganiseerd worden, waardoor ketenbrede en hoogwaardige innovatie tot stand komt. De koppeling van smart grids en elektrisch rijden is daarbij volgens Jan Peters van Enexis en Mart Noordam van AllGreenVehicles essentieel: ‘Voor het eerst in de geschiedenis hebben de verschillende sectoren – waaronder automotive, energie en it – elkaar echt nodig.’
Enexis is de netbeheerder in zes Nederlandse provincies. Jan Peters, directeur Asset Management van Enexis, draagt daarmee de eindverantwoording over 167.000 kilometer kabel, 56.000 kilometer pijplijn en nog eens 76.000 elektriciteits- en gasstations. ‘Sommige delen van het Nederlandse elektriciteitsnetwerk zijn al zestig jaar oud. Betrouwbaar, veilig, duurzaam en betaalbaar zijn de belangrijkste en soms conflicterende eisen die in de toekomst aan het elektriciteitsnetwerk gesteld worden’, licht Peters toe. ‘Als netbeheerder hebben wij net als onze collega’s de wens het net tijdig klaar te hebben voor de transitie naar duurzame energie. Elektrisch rijden is een essentieel onderdeel omdat met elektrisch rijden alleen al een factor twee aan energie bespaard wordt ten opzichte van fossiele brandstoffen in de auto. Ruim veertig procent van het huishoudelijk energieverbruik van de gemiddelde burger bestaat namelijk uit de benzine of diesel die ze in auto tanken.’ Eindgebruiker cruciaal Met de wetenschap dat elektrisch vervoer met een ongekende snelheid dichterbij komt, naderen de bijbehorende consequenties met een vergelijkbare snelheid. Volgens Peters is een van de voornaamste zaken die op de spreekwoordelijke rit gezet moet worden het mobile smart grid. ‘Dit is het totale systeem van slimme interactie tussen elektrische auto’s, netwerk en opwekfaciliteiten. Het mobile smart grid stelt ons als energienetwerkbedrijven in staat de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk te optimaliseren. Door het dom laden van elektrische auto’s ontstaan meer pieken in het verbruik. Waar wij nu energie opwekken navenant de vraag, is dit in de toekomst niet meer mogelijk. Enerzijds omdat het energieverbruik op sommige momenten veel hoger is en anderzijds omdat in de nieuwe wereld de zon en wind energie produceren
14
wanneer zij willen. Die overtollige energie moet je opslaan, elektrische auto’s zijn daarbij een vorm waar energie in opgeslagen kan worden. Door slim te investeren in het elektriciteitsnetwerk en daadwerkelijk een mobile smart grid te creëren waarmee de marktvraag, netwerk- en productiecapaciteit op elkaar afgestemd worden, voorkom je een noodzakelijke miljardeninvestering in infrastructuur.’ Toch is uiteindelijk het ontwikkelen van dit mobile smart grid volgens Peters niet de grootste uitdaging. Die is namelijk van maatschappelijke aard: ‘Nederland beschikt over de technologische capaciteiten om de eerste uitdaging aan te gaan. Echter, het gedrag van de eindgebruikers, moet rigoureus veranderen. Zo nonchalant als wij omgaan met het opladen van mobiele telefoons, is onacceptabel voor de elektrische auto. Als klanten de opgewekte energie niet beter en slimmer gebruiken, moeten wel extra en forse investeringen gedaan worden in het elektriciteitsnetwerk, in de elektriciteitsproductie of in grootschalige energieopslag. Helaas is het besef dat de eindgebruiker cruciaal is in het dossier van de elektrische auto, nog geen gemeengoed.’ Trouwpartij Peters vervolgt: ‘De samenwerking tussen de verschillende sectoren is daarmee essentieel, maar verloopt nog niet vlekkeloos. Niet vreemd, want dit is pas voor het eerst in de geschiedenis dat de verschillende sectoren – waaronder automotive, energie en it – elkaar echt nodig hebben.’ ‘Crosssectorale samenwerking helpt om de elektrische voertuigen daadwerkelijk op de weg te krijgen’, voegt Mart Noordam van de Oosterhoutse onderneming AllGreenVehicles (AGV) toe. ‘Daarbij geldt dat een koppeling tussen het smart grid en elektrische voertuigen essentieel is voor de benodigde systeeminnovatie. In feite is het
een moedwillige trouwpartij die niet uit liefde, maar uit praktische overwegingen plaatsvindt.’ AGV is een van de bekendere Nederlandse ondernemingen die elektrische voertuigen levert. Het bedrijf, waarvan de roots bij de aandrijvingen in de kassenbouw in het Westland liggen, wil zich de komende tien jaar ontwikkelen tot aandrijvingsspecialist voor elektrische voertuigen. ‘AGV assembleert en levert volledig elektrische voertuigen met een gewicht van 750 kilo tot 16 ton’, vervolgt Noordam. ‘Wij zijn geen ombouwer, maar een assemblagefabriek. Daarbij werken wij met fabrikanten die ons de kans geven auto’s elektrisch te maken en wij gebruiken daarbij het keuringscertificaat van diezelfde fabrikanten. Sinds kort beschikken wij ook over een vestiging in Amsterdam. Die hebben wij geopend om elektrische auto’s die wij in Amsterdam in de markt zetten, lokaal te kunnen servicen.’ Voorlopers ‘Het doel van onze eigen onderneming is om in de komende jaren elektrische auto’s op de weg te krijgen en om in 2020 zodoende de kennis en kunde opgebouwd te hebben, om aandrijflijnen te leveren aan original equipment manufacturers (oem’s). Dit jaar assembleren wij 100 voertuigen en volgend jaar proberen wij op te schalen naar een aantal van 275 tot 300 voertuigen.’ Noordam prijst de Nederlandse regio’s en overheidsinstellingen die voorop durven te lopen zoals de steden Amsterdam en Utrecht, maar ook de provincies Friesland en Noord-Brabant. ‘Het is essentieel dat zij het vliegwiel op gang brengen, want als het nu niet gebeurt, gebeurt het nooit. De Amsterdamse regeling waarbij burgers die een elektrische auto aanschaffen twee jaar gratis stroom, een oplaadpaal en subsidie krijgen, is een voorbeeld voor de rest van Nederland. Want hoe je het ook wendt of keert, de realisatie van de benodigde infrastructuur en de marktvraag van
elektrische voertuigen – en daarmee de systeeminnovatie – is nog afhankelijk van de overheid.’ ‘De overheid moet de randvoorwaarden creëren. Vervolgens kent elke individuele sector voorlopers’, vult Peters aan. ‘Die partijen moeten elkaar nu weten te vinden, want een verdere opschaling is van cruciaal belang. Als Enexis zijnde participeren wij daarom ook in een overleg tussen de grootste autofabrikanten ter wereld en de Europese energiebedrijven. Binnen dit overleg is tachtig procent van de standaard – ten aanzien van laadpalen en –punten, protocollen et cetera – neergezet. Kortom, de kop van de systeeminnovatie is eraf.’
Hoogste versnelling De visie van Peters dat samenwerking met internationale partijen nodig is, wordt gedeeld door Noordam. AGV haalt voor de productie van elektrische auto’s kennis uit de hele wereld en importeert deze naar Nederland. ‘Zo komt de kennis over accu’s uit Zuid-Korea, over motoren uit Engeland en over aandrijflijnen uit de Verenigde Staten. Helaas is die kennis niet in Nederland voorhanden. Naar mijn idee steekt de Nederlandse overheid vooralsnog onvoldoende geld in innovatieprojecten om kennis op deze specifieke domeinen te ontwikkelen. Hierdoor vindt de systeeminnovatie
niet in de hoogste versnelling plaats. Toch geldt ook hierbij dat er voorlopers zijn. Zo probeert de provincie Brabant een push te geven aan de automotive industrie. Zij probeert technologie te ontwikkelen en markt te creëren. Zelf proberen wij daar aan een bijdrage te leveren door samen met het Koreaanse CT&T een autofabriek in Nederland neer te zetten. Op het moment dat elektrische auto’s uit die fabriek de weg opgaan, brengt dit een zuigende werking met zich mee. Innovatieprojecten zoals die momenteel in Brabant gegenereerd worden trekken uiteindelijk buitenlandse industrie naar Nederland aan.’
Creëer een heldere en aantrekkelijke fiscale regelgeving ter compensatie van de hoge initiële aanschafprijs voor consumenten Vraagzijde Auto-industrie Leasemaatschappijen Belangenverenigingen Milieu-organisaties Overheden
Realiseer, gebaseerd op een algemene visie, de benodigde infrastructuur (laadpunten, betaling, besturingsmodel) inclusief mogelijkheden om voldoende duurzame energie in te zetten Infrastructuur Auto-industrie Eigenaren parkeermogelijkheden Energienetwerkbedrijven Commerciële energiebedrijven ICT bedrijven Overheden
Geef de auto-industrie, automotive bedrijven en kennisinstituten de zekerheid en mogelijkheid om elektrische auto’s te ontwikkelen en te produceren voor de Nederlandse markt
Aanbodzijde Auto-industrie Toeleveringsbedrijven Financiële instellingen Kennisinstituten Overheden
Benodigde spelers voor systeeminnovatie Om elektrisch vervoer succesvol van de grond te krijgen is cross-sectorale en nauwe samenwerking nodig tussen tal van verschillende partijen. Bij deze samenwerking zijn drie gebieden te onderscheiden. Op de eerste plaats de vraagzijde, te weten betaalbare elektrische auto’s voor de consument. Ten tweede de aanbodzijde, te weten de productie van betaalbare elektrische auto’s door de industrie. Tenslotte en als derde een duurzame infrastructuur met onder meer een netwerk van oplaadpunten en de beschikbaarheid en opslag van elektriciteit.
15
Het gaat gebeuren… Het lijkt erop dat het in 2011 dan eindelijk gaat gebeuren. De elektrische auto zou zomaar in grotere getalen dan nu het geval is op de Nederlandse wegen kunnen verschijnen in het aanstaande jaar. Koren op de molen van het Platform Elektrische Mobiliteit dat ik voor mag zitten. Wij behartigen immers de belangen van alle aanbieders van elektrische voertuigen en willen graag meehelpen aan de versnelde invoering van elektrisch vervoer en de bijbehorende vervoermiddelen in ons land. Waarop ik mijn eerste uitspraak over aantallen auto’s baseer? Op de uitlatingen van een aantal autofabrikanten en professionele ombouwers. Die uitspraken deden zij op onze derde platformbijeenkomst in Rotterdam eind september. Niet geheel toevallig viel die bijeenkomst samen met Ecomobiel. En daar stonden ze, veel voertuigen hadden we alleen nog maar op papier, of via internet gezien. Denk aan de Nissan Leaf, de Peugeot Ion en de Mercedes-Benz B Klasse F-Cell. Nu reden ze rond op een geïmproviseerd circuitje en mocht Prins Maurits van Oranje in zijn rol als voorzitter van het Formule E-team vanuit een elektrische auto stappend de opening van die beurs doen. Niet alleen auto’s, ook veel tweewielers waren er te zien. De opkomst van de elektrische scooter lijkt ook aanstaande. Nog niet alle fabrikanten wagen zich eraan, maar de eerste stappen worden ook in het gemotoriseerde tweewieler segment gezet. Als we erin slagen om de kinderen die nu nog niet mogen scooter rijden te overtuigen dat een elektrische scooter ‘cool’ is, dan denk ik zomaar dat we in dat segment ook echt stappen zullen gaan maken. Ik hoorde laatst de reactie van een veertienjarige Amsterdamse scholiere op haar eerste confrontatie met een E-scooter in de stad: ‘Zo cool, dat ding maakte helemaal geen geluid, vet hoor!’. Een E-scooterrijdster in de dop? Wat me ook duidelijk is geworden op die bijeenkomst is dat de rol van de overheid niet onderschat moet worden. Door middel van allerhande stimuleringsmaatregelen wil de overheid de elektrische mobiliteit in ons land een boost geven. Dat doen ze nu al en de vraag is of het nieuwe kabinet dat blijft doen. De autofabrikanten rekenen daar wel op. Alleen dan zal Nederland een gidsland kunnen worden voor
16
de introductie van elektrische voertuigen. Stopt het kabinet dus met de MRB en BPM vrijstelling omdat ze vinden dat er bezuinigd moet worden dan kan het zomaar zij dat de boot met Leafs uit Japan uitwijkt naar een andere haven en daar zijn innovatieve lading lost. Dat standpunt werd breed gedragen; het handhaven van de huidige stimuleringsregelingen en liefst het uitbreiden daarvan. Nadeel van de huidige productiemodellen is de prijs, zeker voor particuliere kopers. Met overheidssubsidiëring is er nog wel een mouw aan te passen, zonder lijkt dat heel moeilijk. Autofabrikanten willen nu eenmaal verkopen, dat is hun raison d’etre vandaar hun pleidooi voor handelingsperspectief. Naast de voertuigen hebben we natuurlijk ook aandacht voor andere zaken binnen ons platform. De laadinfrastructuur bijvoorbeeld, vanuit RAI Vereniging perspectief wellicht een wat vreemde eend in de bijt, vanuit de gebruiker gezien helemaal niet. Als hij of zij het voertuig op de oprit heeft staan moet het natuurlijk niet zo zijn dat door een ondergedimensioneerd elektriciteitsnetwerk er laadproblemen ontstaan. Met een ‘smart grid’ kom je een heel eind, zo wordt mij regelmatig verteld. Laat dat dan ook de insteek zijn, een ‘smart grid’ waardoor de vraag naar oplaadcapaciteit evenredig verdeeld wordt over de daluren en in de pieken gewoon onze lampen blijven branden. Elektrisch vervoer staat volop in de belangstelling de laatste tijd, dat is goed en belangrijk. Laten we met zijn alleen insteken op goede en juiste voorlichting aan gebruikers, overheden en particulieren. Het Formule E-team heeft daarin een belangrijke rol en onder haar leiding is dan ook een interessante website in de lucht gebracht, klik (www. nlmilieuenleefomgeving.nl/formuleeteam) daar eens op en kijk hoe hard er door verschillende partijen aan een zachte landing van elektrische mobiliteit in ons land gewerkt wordt, zeer de moeite waard. Klik dan ook eens op deze link (www.raivereniging.nl/dossiers/elektrische-voertuigen. aspx) en realiseer je wat er allemaal al is en kan qua elektrisch vervoer. ‘Vet cool!’ om de Amsterdamse scholiere nog maar eens aan te halen! Eric Beers Voorzitter Platform Elektrische Mobiliteit RAI Vereniging
Drie series proeftuinen elektrisch rijden in beeld Elektrisch rijden is hót. Niet alleen bij het bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen, maar ook bij de verschillende (semi-)overheidsinstellingen die Nederland rijk is. Inmiddels telt ons land drie soorten proeftuinen: praktijktesten van de Rijksoverheid, op innovatie gerichte projecten van het nationale innovatieprogramma High Tech Automotive Systems (HTAS) en de experimenteerprojecten van de provincie Noord-Brabant. E-Mobility bezoekt ieder kwartaal drie van deze proeftuinen.
Het innovatieprogramma HTAS kreeg afgelopen voorjaar vijftien miljoen euro van toenmalig minister van Economische Zaken, Maria van der Hoeven. Zij stelde dit bedrag aan het innovatieprogramma beschikbaar om te investeren in technologie voor het elektrisch rijden. Na de mogelijkheid voor de automotive industrie om projectvoorstellen in te dienen, zijn uiteindelijk tien aanvragen gehonoreerd. Overzicht HTAS proeftuinen 1. Onder leiding van TomTom werkt een consortium aan het ontwikkelen van navigatieapparatuur voor de bestuurders van elektrische auto’s. Deze apparatuur voorspelt de actieradius nauwkeurig en houdt daarbij rekening met het weer, verkeer, route en laadpunten; 2. Gemco E-trucks werkt met een aantal partners voor de gemeente Amsterdam aan een prototype van een plug-in hybride vuilniswagen ontwikkelen; 3. Met PDE-automotive als projectleider werkt een ander consortium eveneens aan de ontwikkeling van een toekomstige stadsvrachtwagen via een prototype van een volledig hybride vuilniswagen; 4. AllGreenVehicles staat aan de basis van een project om de componenten van elektrische/hybride aandrijflijnen te integreren; 5. In het project ‘Betaalbaar en duurzaam elektrisch rijden’ wordt een systeem ontwikkeld waarmee de integrale kostprijs per kilometer en de restwaarde van accu’s kan worden bepaald; 6. Sycada geeft leiding aan het project waarin gewerkt wordt aan de verbetering van de batterijen waardoor de actieradius wordt vergroot; 7. Ook het consortium onder leiding van Peec Power werkt aan het vergroten van de actieradius door in ‘Range Extender Innovations’ te werken aan diverse innovatieve oplossingen; 8. Gear Chain Industrial bekijkt met partners hoe voor zware voertuigen de energie bespaard kan worden die nodig is bij de overbrenging van de elektromotor naar de wielen; 9. Een vijfkoppig consortium ontwikkelt een lichtgewicht wielophanging met wielnaafmotor voor een volledige (elektrische) wielmodule; 10. Tenslotte wordt in het project E-Platform gewerkt aan de ontwikkeling van een modulair platform die als basis zal dienen voor de ontwikkeling van hybride- en elektrische auto’s. Het proeftuinenprogramma van de Rijksoverheid is geïnitieerd door voormalig minister van Verkeer en Waterstaat Camiel Eurlings. Doel is het stimuleren van de toepassing
van duurzame technieken rond voertuigmobiliteit in de praktijk. Op deze wijze wordt duidelijk welke innovaties toekomstperspectief hebben en op grote schaal geproduceerd kunnen gaan worden. Overzicht ‘Rijks’-proeftuinen 1. Van Gansewinkel schaft acht elektrische vuilniswagens en de benodigde laadpunten aan. Twee vuilniswagens worden ingezet op Schiphol, de overigen in binnenstedelijke gebieden; 2. Stedin, Eneco en gemeente Rotterdam testen 75 elektrische en plug-in hybride auto’s als poolauto’s; 3. Prestige Taxicentrale investeert in achttien elektrische personenauto’s en vijftig oplaadpunten, ze worden ingezet voor taxidoeleinden in de regio Utrecht; 4. Peter Appel investeert in veertig elektrische voertuigen voor de distributie aan huis van levensmiddelen in de regio Amsterdam; 5. Collect Car BV zet vijfentwintig elektrische Peugeots Ion in voor haar greenwheels autoverhuurconcept, verdeeld over de vier grote steden; 6. 020stadsdistributie investeert in vijftien elektrische tien ton vrachtwagens die voor fijnmazige stadsdistributie gebruikt worden; 7. Cornelissen Transport investeert in het kader van het Cityshopper project in elektrische distributievoertuigen voor supermarktbevoorrading en stadsdistributie in de stadsregio Arnhem-Nijmegen. 8. Binnen Texel Gastvrij Elektrisch Vervoer gaan negentien ondernemers op het eiland zesentwintig elektrische voer-
tuigen aanschaffen en veertig oplaadpunten realiseren; 9. Binnen Elektro-pool Haaglanden is ontwikkelingsmaatschappij Haaglanden coördinator van een samenwerkingsverband waar tien elektrische poolauto’s ingezet worden bij de deelnemers en vijf elektrische auto’s via ‘carsharing’ aan derden beschikbaar gesteld worden. De provincie Noord-Brabant heeft dit jaar de stimuleringsregeling ‘Elektrisch Rijden en slimme decentrale netwerken’ in het leven geroepen. Eind september werden de eerste drie gehonoreerde projecten bekendgemaakt. 1 december is de tweede tender gesloten en binnenkort wordt de tweede reeks van projecten bekendgemaakt. De regeling is bedoeld voor midden- en kleinbedrijven, kennisinstellingen, marktpartijen en overheden die zich richten op de technologie- of marktontwikkeling. De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij en het Automotive Technology Centre zijn belast met de uitvoering. Overzicht proeftuinen Noord-Brabant 1. Binnen ‘ETR’ wordt een nul-emmissie HD-TV reportagevoertuig ontwikkeld dat onder andere kan worden ingezet tijdens grote sportevenementen; 2. Het project Smart Charging richt zich op het slim laden van elektrische voertuigen. Het bestaande elektriciteitsnet wordt hiermee beter benut en kan gebruik maken van duurzame energie; 3. Een consortium werkt binnen Pro OV aan een 12 meter lange elektrische openbaar vervoerbus, draadloos geladen door middel van inductie.
17
‘In 2020 alleen nog elektrisch rijden op Texel’ Texel is met een landoppervlak van honderdzeventig vierkante kilometer het grootste Nederlandse Waddeneiland en telt ruim dertienduizend inwoners. Op het eiland vindt de komende drie jaar onder de titel ‘Texel Gastvrij Elektrisch Vervoer’ een pilot plaats waarbij de elektrische auto uitgebreid in de praktijk beproefd en gemonitord wordt. Het project maakt onderdeel uit van het Proeftuinenprogramma van de Rijksoverheid.
Texel wil in 2020 volledig in de eigen energiebehoefte voorzien middels duurzame energie. De gemeente wil zich daarom de komende jaren nadrukkelijker richten op open innovaties op het gebied van duurzame energie. Op deze manier moet, naast de doelstelling om in 2020 duurzame energieneutraliteit te bewerkstelligen, ook duurzaamheidstoerisme bevorderd worden. Onder de titel ‘Texel 2020’ is een grote proeftuin gecreëerd om innovaties te realiseren, zoals elektrisch rijden, smart grid en smart city. Toeristen ‘Het project Texel Gastvrij Elektrisch Vervoer sluit aanstekend aan bij de ambitie van de gemeente’, vertelt Marjan Minnesma, directeur van de Stichting Urgenda, dat coördinator is van het project op Texel. ‘Texel wil een duurzaam energie-eiland worden en elektrificeren draagt daar zeker aan bij. Inmiddels zijn bij de proeftuin zo’n dertig ondernemers aangesloten en zij zijn gestart met aanschaffen van de eerste auto’s. Van de lokale visboer, garage en accountant tot vakantiepark De Krim en EcoMare. Door de diversiteit van het consortium zijn niet alleen alle type ondernemers vertegenwoordigd, maar is ook veel kennis over elektrisch rijden aanwezig.’
18
‘Je komt straks overal op het eiland in aanraking met elektrisch rijden’, aldus Minnesma. ‘Op die manier laten wij aan de bewoners en toeristen zien dat elektrisch rijden niet iets van 2050, maar van nu is. Dit vergroot het draagvlak voor elektrisch rijden, zeker als allerlei extra mogelijkheden benut gaan worden om van elektrisch vervoer gebruik te maken. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan toeristen die na de boottocht elektrisch vervoerd worden. Verder zullen wij ook acte de presence geven tijdens evenementen als Rondje Texel en Texel Culinair.’ Zon, zee en zout Om de daadwerkelijke ‘beproeving’ in het veld te volgen, is binnen de proeftuin een volgprogramma opgezet. ‘Wij hebben ondernemers voor aanvang een enquête afgenomen en zullen ze elke zes maanden opnieuw vragen naar hun mening’, licht Minnesma toe. ‘Op die manier ontstaat een helder beeld van de ervaringen van de gebruikers. Daarnaast is er een technisch monitoringprogramma om het gedrag van de gebruiker te meten en te beïnvloeden. De intensiviteit waarmee de voertuigen gebruikt worden, verschilt sterk. De een haalt gedurende de hele dag toeristen op in de haven en de ander brengt af en toe pakketjes
rond. Bovendien kunnen zaken als de zee, zon en zout ook effect hebben op de prestaties van de auto’s.’ ‘Samenvattend zijn leren en bekendheid genereren de voornaamste doelen van het project’, vervolgt de Urgendadirecteur. ‘Wij hopen met de proeftuin de eerste aanzet te geven voor een eiland wat over tien jaar volledig elektrisch rijdt. Dit project mag daarbij een succes genoemd worden als alle ondernemers naar tevredenheid met de elektrische auto’s rijden en ook na het project blijven doen.’ Publieke opinie Na afloop van de proeftuin Texel Gastvrij Elektrisch Vervoer in 2012, hoopt Minnesma ‘het grotere doel’ te verwezenlijken. ‘Aansluitend op de ambitie van de gemeente, moeten in 2020 op Texel alleen nog elektrische vervoersmiddelen rondrijden. Belangrijkste uitdaging om dit te realiseren, is het beïnvloeden van de publieke opinie. Zo is het gedachtegoed dat je met een elektrische auto alleen zeer korte afstanden kunt rijden onjuist. Bovendien zijn er straks snellaadpunten waar tijdens het drinken van een kop koffie in tien minuten je auto voor de helft opgeladen wordt. Kortom, de consument moet positiever denken over elektrisch rijden en deze proeftuin is een mooie start.’
Innovatieproject E-platform maakt hybride distributievoertuigen betaalbaar Binnen het nationale innovatieprogramma High Tech Automotive Systems wordt in de projectlijn Electric Vehicle Technology nieuwe kennis gegenereerd over de ontwikkeling en productie van elektrische voertuigen. Eén van die projecten, E-platform, brengt de komst van betaalbare hybride distributievoertuigen aanzienlijk dichterbij.
HYREF Gemco E-trucks is projectleider van twee innovatieprojecten binnen de projectenlijn ‘Electric Vehicle Technology’ van het nationale innovatieprogramma High Tech Automotive Systems. In het eerste project – HYREF genaamd – werkt het bedrijf onder meer met TNO en DAF aan een prototype van een plug-in hybride vuilniswagen voor de gemeente Amsterdam. In het project ‘E-Platform’ werkt Gemco E-trucks met een aantal partners aan de ontwikkeling van een modulair platform als basis voor de ontwikkeling van hybride- en elektrische bedrijfsvoertuigen, van lichte tot zware vrachtwagens en bussen. ‘De elektrische vuilniswagen die wij in het HYREF-project ontwikkelen, is uitstekend geschikt voor zogenaamde blackspots in grote steden, de plaatsen waar de luchtkwaliteit erg slecht is’, vertelt Van Rijen. ‘Met het project maken wij het mogelijk om op die plaatsen elektrisch te rijden en daarmee de CO2-uitstoot tijdelijk te reduceren tot nul. In feite gaat het binnen dit project om het genereren van kennis over het ombouwen van vrachtwagens. Doel is namelijk het ombouwen van een bestaande truck met bestaande componenten naar een hybride uitvoering en ook nog eens tegen zo laag mogelijke kosten. De vuilniswagen moet uiteindelijk tien kilometer elektrisch kunnen rijden en een brandstofbesparing van dertig procent opleveren. Het project kan een succes genoemd worden als eind 2011 het eerste prototype de weg op gaat in de steden.’ Nieuwe elektromotor ‘De grootste technologische uitdaging van E-platform hebben wij inmiddels achter de rug’, vervolgt Van Rijen. ‘Dit betrof de ontwikkeling van een elektromotor. Al vrij snel na de start van het project werd namelijk duidelijk dat de benodigde
foto: Vincent Knnops
Gemco Mobile Systems is gespecialiseerd in de ontwikkeling en fabricage van speciale vrachtwagens voor onder meer hulpverlening en communicatie. Verder ontwikkelt Gemco slimme vervoersoplossingen voor logistieke doeleinden, bij voorkeur met een hoog laadvermogen waardoor toepassing voor stadsdistributie mogelijk is. Zo ontwikkelde Gemco de Bandit, een knielend distributievoertuig. De Bandit kan zijn bodem laten zakken tot op de grond, waardoor een laadklep overbodig is en het voertuig van drie kanten beladen kan worden. ‘In 2009 is Gemco E-trucks opgestart als zusteronderneming van Gemco Mobile Systems’, vertelt Michael van Rijen, general manager van Gemco E-trucks. ‘Wij gaan een aantal distributievoertuigen geschikt maken voor elektrisch en hybride vervoer en ze bovendien doorontwikkelen voor serieproductie.’
elektromotor voor toepassing in zware distributievoertuigen, nergens ter wereld beschikbaar was. Twee elementen maken het type elektromotor namelijk ongekend bijzonder. Op de eerste plaats is dit het idee om de motor te integreren in het wiel en ten tweede de hoge vermogensdichtheid. Nu de elektromotor ontwikkeld is, is het grootste technologische risico van het project verdwenen. Na succesvolle afronding van het E-platform-project is het zaak om de kosten te gaan drukken om vervolgens op te kunnen schalen in de productie zodat dit project hybride distributievoertuigen betaalbaar maakt. De techniek van het prototype kunnen wij immers ook gebruiken bij andere zware distributievoertuigen of bij vuilniswagens.’ Nu met de projecten HYREF en E-Platform door de Nederlandse automotive industrie de basis wordt gelegd voor de ontwikkeling van elektrische bestel- en vrachtwagens, is het volgens Van Rijen ook essentieel dat fleet owners hun steentje bij gaan dragen. ‘Logischerwijs zijn elektrische vrachtwagens nog aanzienlijk duurder dan traditionele distributievoertuigen. Echter, de vicieuze cirkel moet wel doorbroken worden. Als vlooteigenaren niet bereid zijn te investeren en overheidsinstellingen geen stimulerende maatregelen treffen, zal de introductie van elektrische distributievoertuigen zeer lang op zich laten wachten. Overheden en fleet owners kunnen fungeren als trigger. Gelukkig merken wij dat die investeringsbereidheid op sommige plaatsen al aanwezig is. Zo heeft een van de vijf grootste Europese truckfabrikanten al interesse getoond in de elektrische uitvoering van de Bandit. Deze betitelde de Bandit als de ‘truck van de toekomst’.’
OP ZOEK NAAR... Nu het consortium achter het E-platformproject met succes een elektromotor heeft ontwikkeld, is Gemco E-trucks met haar projectpartners op zoek naar vlooteigenaren die ‘het lef en de durf’ hebben om in het project in stappen en willen participeren in de pilot met de hybride distributietrucks zodat uiterlijk eind 2011 het prototype de weg op kan.
19
$XWRJURHS
(LQGKRYHQ+XJRYDQGHU*RHVODDQD +HOPRQG(XURSDZHJ 9DONHQVZDDUG3DUDOOHOZHJ1RRUG
ZZZGULHVVHQRSHOQO
Smart Charging ontwikkelt open en universeel slim laadsysteem Smart Charging is een van drie experimenteerprojecten die gebruik maakt van de Brabantse stimuleringsregeling ‘Elektrisch Rijden en slimme decentrale netwerken’. In de eerste tender van de regeling werden drie projecten goedgekeurd, 1 december sluit de tweede tender. ‘Kern van Smart Charging is het mogelijk maken van slim laden’, stelt projectleider Jurjen de Jong van de Amsterdamse onderneming Evehicle.nl. ‘Slim laden houdt in dit geval in dat het oplaadsysteem in meerdere soorten behoeften van de gebruiker kan voorzien. Van criteria als altijd de laagste prijs tot altijd duurzaam en altijd een volle batterij.’
‘Daarbij is de andere kant van de medaille de netbeheerder die door het slimme laden het elektriciteitsnet beter kan beheersen en piekbelastingen kan reguleren’, stelt De Jong. ‘Bovendien kan de netbeheerder door het slimme laden veel beter gebruik maken van duurzame energie. Als windmolens bijvoorbeeld tijdelijk veel energie opwekken, kan de netbeheerder deze energie opslaan in elektrische auto’s. Kortom, vraag en aanbod worden door smart charging beter met elkaar in evenwicht gebracht.’ Containerbegrip De ambitie van projectdeelnemers Enexis, Better Place en Oranjewoud om ’s werelds eerste slimme laadsysteem te ontwikkelen is ambitieus, maar ook realistisch volgens De Jong. ‘Helaas begint smart charging een beetje een containerbegrip te worden. Het project zoals wij dit neerzetten, is echter uniek door de verschillende elementen die gecombineerd worden. In onze optiek kun je ook pas van smart charging spreken als zowel de wensen van de berijder als die van de netbeheerder en de mobility service provider op elkaar afgestemd zijn. Intelligentie weegt bij een dergelijk systeem de verschillende behoeften af en vertaalt deze in het daadwerkelijk laden van de elektrische auto’s.’ Binnen het project worden vijftien oplaadpunten en zo’n twintig rijders betrokken. Daarbij vindt onderzoek plaats naar het consumentengedrag, zoals prijs, laadsnelheid en aanbod van duurzame energie. ‘Op zich is er namelijk voldoende energie op een dag voor het opladen van miljoenen elektrische auto’s, maar niet wanneer consumenten massaal op hetzelfde moment willen opladen’, licht De Jong toe. ‘Consumenten kunnen daarom in de toekomst zelf bepalen wanneer de accu moet opladen, maar de
prijs van het laden hangt af van de drukte op een bepaald tijdstip. In het project gaan wij uitzoeken wat de conflicterendheid is van de wensen van de verschillende partijen.’ Oplaadvraag De projectdeelnemers houden zich momenteel bezig met het uitwerken van de verschillende scenario’s die zich voor kunnen doen en leggen deze vast op papier, inclusief de bijbehorende protocollen. Daarbij wordt ook de link tussen het Better Place control center en het Enexis-netwerk beschreven. ‘Aan het eind van dit jaar hopen wij dit gedeelte afgerond te hebben’, stelt De Jong. ‘Daarna gaan wij daadwerkelijk een virtuele connectie tot stand brengen tussen Enexis en Better Place. Elke elektrische auto communiceert straks namelijk via het Enexis-netwerk met het Better Place control center. Het control center kent de contractafspraken met de betreffende klant en kan de oplaadvraag beantwoorden. Oranjewoud bestudeert daarbij het gedrag van de berijders in de pilot en de effecten van smart charging op het milieu.’ ‘De ambitie is om de basis te leggen voor een landelijk slim laadsysteem’, vervolgt de projectleider. ‘Hoe dat er precies uitziet weten we nog niet, we proberen in ieder geval een zo open mogelijk systeem neer te zetten. Veel spelers, maar ook landen beseffen nog niet dat een slim laadsysteem essentieel is voor het succes van de elektrische auto. Daarbij geldt, hoe universeler je het maakt, hoe beter het gaat werken. Dit standaardiseren is direct de complicerende factor. Mede daarom zijn wij het project slechts met drie partijen gestart. Pas als aangetoond is dat het systeem werkt, gaan wij andere partijen vragen zich bij ons aan te sluiten.’
De Jong besluit: ‘De introductie van de elektrische auto is een van de grootste uitdagingen van deze eeuw. De auto en het oplaadpunt,vormen daarbij misschien nog niet de helft van de totale oplossingen. Je hebt daarom alle partijen en alle sectoren nodig om een volledig ecosysteem te creëren waarin de elektrische auto tot zijn recht komt. Hoe meer je deelt, hoe groter het succes kan worden. Want geen enkele sector – of het nu de energie-, automotive of it-sector betreft – kan het alleen.’
OP ZOEK NAAR... Het consortium van Enexis, Better Place en Oranjewoud nodigt autofabrikanten (oem’ers), ombouwers en bedrijven met grotere wagenparken uit, om zich aan te sluiten bij het Smart Charging project door één of meerdere elektrische auto’s ter beschikking te stellen voor het in kaart brengen van het gebruikersgedrag en de prestaties van meerdere type elektrische voertuigen.
21
Autobinck, Heliox en ECS Breda over de business kansen van elektrisch rijden:
‘Ook non-automotive bedrijven kunnen in deze nieuwe markt stappen’ Vier ondernemers laten vanuit verschillende achtergronden en invalshoeken hun licht schijnen over de businesskansen en technologische uitdagingen die de opkomst van elektrisch rijden met zich meebrengt. Pieter Gabriëls van Autobinck, Mark Smidt en Rudi Jonkman van Heliox en Stef Rameckers van ECS Breda hebben één ding gemeen: alle vier geloven ze heilig in elektrisch rijden. ‘Als je over drie tot vijf jaar professional wilt zijn in het vakgebied elektrisch rijden – op het moment dat grote aantallen voertuigen afgezet gaan worden – moet je nu al strategische keuzes maken’, stelt Pieter Gabriëls, directeur business development van Autobinck. Het ruim honderd jaar oude automobielbedrijf – wat in zeven Europese landen actief is en een jaaromzet van één miljard euro kent – is met name bekend vanwege wholesale en retail van auto’s, onderdelen en accessoires. ‘Elektrisch rijden is in onze optiek voor de automobielindustrie één van de belangrijkste ontwikkelingen bij de opkomst van alternatieve aandrijftechnologieën en brandstoffen. Daarbij zal elektrisch rijden niet alleen leidend, maar ook de denkrichting zijn naar emissieloos transport.’ Integrale aanpak Bijna twee jaar geleden sloot Autobinck een belangrijk contract met het Chinese Build Your Dreams (BYD). Autobinck gaat in vijf Europese landen BYD vertegenwoordigen. Naast Nederland zijn dat Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Slovenië. BYD timmert als fabrikant van (elektrische) auto’s hard aan de weg, bovendien is het bedrijf een van de grootste producenten ter wereld van batterijen en een vooraanstaande fabrikant van it-componenten en mobiele telefoons. BYD wil vanaf eind 2011 elektrische modellen op de Nederlandse markt leveren. ‘Het gaat daarbij niet alleen om elektrische auto’s, maar ook serieel en parallel hybride auto’s’, vertelt Gabriëls. ‘Dit contract maakt voor ons onderdeel uit van een groter strategisch plan rond elektrisch rijden. Het importeren van een automerk wat zich focust op elektrisch rijden is daar onderdeel van. Een ander onderdeel is de opening van het Emobility Center in Amsterdam wat deze maand plaatsvond. Daartoe hebben wij dit jaar Elmonet overgenomen. Een van de activiteiten van dit bedrijf is de import van de elektrische auto’s Think City en de Piaggio Potter. Met de opening van het Emobility Center proberen wij de spreekwoordelijke haken en ogen voor consumenten bij de aanschaf van elektrische auto’s weg te nemen.
22
Pieter Gabriëls
Rudi Jonkman
Mark Smidt
In het center verkopen wij niet alleen auto’s, maar faciliteren wij ook de laadinfrastructuur, financiering en verzekering. Via een integrale aanpak proberen wij alle mogelijke drempels weg te nemen. De eerste uitdaging is om in de eerste periode van het Emobility Center alles vlekkeloos te laten verlopen. Parallel daaraan spannen wij ons fors in om extra producten toe te voegen. Het aanbieden van twee merken elektrische auto’s is namelijk niet voldoende. Daarom stropen we de wereld af om te kijken of wij in het komende half jaar nieuwe elektrische auto’s naar Nederland kunnen halen. Het eerste jaar is daarbij voor het Emobility Center een succes als de awareness voor elektrisch rijden gecreëerd wordt. De volgorde van het clientèle is daarbij de groot zakelijke markt en overheden, gevolgd door het midden- en kleinbedrijf en daarna pas de particuliere consument.’ Inverters Dit najaar zijn de ondernemers Rudi Jonkman en Mark Smidt in Best exact twee jaar actief met Heliox. Deze onderneming ontwikkelt high tech energie-oplossingen: van voeding architecturen tot converter topologieën. Targets zijn daarbij hogere energie-efficiëntie, lage standby-vermogens, gering gewicht, kleine afmetingen en flexibiliteit. Net als zo veel bedrijven in de high tech industrie kennen ook Jonkman en Smidt een Philips verleden, ook daar hielden zij zich bezig met het ontwikkelen en produceren van energieomzetters. Jonkman: ‘Wij hebben daarbij kennis opgebouwd over hoge vermogens en zijn ook in de automotive markt actief geweest. Mede daarom geniet de markt van elektrisch rijden onze interesse. Bovendien sluit het uitstekend aan bij onze core business: het ontwikkelen van technologie en bijbehorende producten om elektronisch vermogen met een zeer gering verlies om te zetten.’ ‘Met de opkomst van elektrisch rijden gaat ook voor nonautomotive bedrijven een nieuwe markt open’, vervolgen Jonkman en Smidt. ‘De traditionele autofabrikanten beschikken over weinig kennis op het domein van elektronica en al zeker niet over kennis op de domeinen vermogens-
23
elektronica en batterijen. Bedrijven als ons krijgen daardoor de kans in te stappen in deze nieuwe markt. Recent zijn wij in samenwerking met een van de drie grote Europese vrachtwagenfabrikanten gestart met het ontwikkelen van inverters voor elektrische en hybride vrachtwagens.’ Stoeien ‘Overigens stoeit iedereen die zich bezighoudt met elektrisch vervoer momenteel met de opzet van inverters’, vervolgt Smidt. ‘Dit komt voort uit het essentiële onderdeel wat hier aan verbonden is: het batterypack. In Europa is helaas zeer weinig kennis aanwezig over batterijtechnologieën, dat is namelijk een echte Japanse aangelegenheid.’ ‘Toch is de verhoging van de energiedichtheid van batterijen ook voor de Japanners nog een heikel punt’, stelt Jonkman. ‘De energiedichtheid is in batterijen nog altijd vele malen lager dan in fossiele brandstoffen. Daarom is een echt grote doorbraak op de langere termijn noodzaak.’ ‘Zelf streven wij er naar om binnen nu en drie jaar door het aanwenden van onze kennis substantiële verkopen met invertertechnologieën te realiseren voor het marktsegment van vrachtwagens’, vervolgt Smidt. ‘Het beter omzetten van energie is op de korte termijn een van de
24
belangrijkere actiepunten voor elektrische voertuigen. Wij willen in 2013 een merk neergezet hebben in de markt van elektrisch rijden en smart grids. De vrachtwagen is de spreekwoordelijke launching customer, waarna wij de stap kunnen maken naar personenauto’s.’ Jonkman besluit: ‘De grootste uitdaging is de innovatiesnelheid. Cross-sectorale samenwerking en open innovatie kunnen daarbij een prominente functie vervullen.’ Nauwgezet Een andere – in tegenstelling tot Heliox – bekende speler in de automotive markt die met bovengemiddelde interesse naar elektrisch rijden kijkt, is ECS Electronics BV te Breda. Het bedrijf produceert sinds 1988 trekhaakbekabeling en bijbehorende elektronica voor vrijwel ieder automerk. De onderneming is daarmee gespecialiseerd in voertuigspecifieke kabelsets en connectiesystemen. Jaarlijks worden door ECS enkele honderden nieuwe kabelsets ontwikkeld voor alle grote automerken, -fabrikanten en -importeurs. Alle grote automerken werken met producten van de Bredase onderneming. ‘Wij volgen de nieuwe markt van elektrisch rijden nauwgezet’, vertelt Stef Rameckers, manager New Business Development bij
ECS. ‘Wij houden het contact met elektrische voertuigfabrikanten en componentenleveranciers warm zodat wij straks letterlijk en figuurlijk de verbindende schakel in de elektrische voertuigen zijn.’ Kabelbomen en elektronica Volgens Rameckers is het van groot belang om bekabelingspecialisten vroegtijdig te betrekken bij de ontwikkeling van elektrische voertuigen. ‘Wij kunnen de toekomstige fabrikanten nu al adviseren over hoe zij de bekabeling van dit nieuwe type auto’s moeten inrichten. In het verleden is de kabelboom te vaak als een ondergeschoven kindje geweest. Vreemd, want de kabelboom is niet de sluitpost, want deze moet ervoor zorgen dat alles in de auto goed functioneert. Tot nu toe geven de grote spelers in onze markt bij de ontwikkeling van nieuwe producten nog nul op het rekest. Zij kiezen er voor om pas in te stappen als de grote aantallen geproduceerd gaan worden. Die autofabrikanten kunnen wel bij ons terecht en wij dokteren de nieuwe systemen voor hen uit. Daarbij richten wij ons eerst op de niches waarin kleinere aantallen kabelbomen en connectiesystemen geleverd dienen te worden, wij richten ons vooralsnog niet op de massaproductie.’
Superintelligent vervoer De auto is een computer op wielen. Voertuigen worden steeds meer aangestuurd door elektronica. Deurvergrendeling, airbags, cruise control, ABS en wegnavigatie. De elektronica wordt op haar beurt aangestuurd door regelsystemen. Ook in de aandrijftechniek zien we dit: de opkomst van hybride aandrijvingen en volledig elektrisch vervoer is pas net begonnen. Een auto telt tegenwoordig meer dan 250 afzonderlijke softwarefuncties. Een kabelboom is soms opgebouwd uit vierduizend onderdelen, weegt een slordige veertig kilo en bestaat uit 1.900 draden die aan elkaar geknoopt vier kilometer lang zijn. Het is onmiskenbaar: het mechanische tijdperk van een voertuig is sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw verleden tijd. De opkomst van elektronica heeft de automobilist veel moois gebracht. Veiligheid en comfort hebben een hoge vlucht genomen en het weggedrag van een moderne auto is sterk verbeterd. De ‘elektrificatie’ van een auto blijft hier niet toe beperkt, ook de aandrijving wordt steeds vaker hybride en ook in toenemende mate volledig elektrisch. Bij een hybride auto wordt de aandrijving verzorgd dor enerzijds een brandstof/diesel motor met daarnaast een elektromotor. Door ‘slim’ te schakelen tussen brandstofmotor en elektromotor kan er flink bespaard kan worden op het totale energieverbruik van de auto, maar ook de emissie van onder andere CO2 kan op deze manier beperkt worden. De mogelijkheid hierbij slimme software te gebruiken, zelfs hierbij navigatie en voorspelling te benutten, zijn de nieuwe trends. Onderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven aan hybride en elektrische voertuigen laat zien dat brandstofgebruik belangrijk kan worden gereduceerd. Dit is goed voor het milieu en onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Misschien is het daarom verbazingwekkend dat de instelling van regelsystemen die de elektronica in een auto aansturen in veel gevallen nog steeds berusten op intuïtie, ervaring en het ‘juiste gevoel’ van een deskundige. Dat kost heel veel tijd tijdens de ontwerpfase. En zodra een kleine aanpassing nodig is, moet alles opnieuw worden afgesteld door een deskundige. Gezien het aantal configuraties van een auto – denk aan de verschillende type motoren, aandrijflijnen, cruise control en zo verder –
is dat dus niet handig. Als je op inzicht regelt, weet je bovendien nooit of je het hoogst haalbare bereikt. Om deze reden zien we steeds vaker het gebruik van model gebaseerde analyses en ontwerpen. Hierbij worden de relevante karakteristieken van een voertuig in een model geva, en dat model wordt gebruikt om de gewenste prestatie-eisen en het beste regelsysteem automatisch te berekenen. Bij een andere configuratie hoef je dan alleen de bijbehorende parameters in het model aan te passen en kan de regelaar optimalisatie automatisch uitgevoerd worden. Een dergelijke aanpak kost aanvankelijk veel tijd, maar bij herhaald gebruik is de ‘winst’ direct merkbaar. De elektronica in een auto kan ook gebruikt worden om informatie die van buiten de auto komt, zoals GPSinformatie, radar- of camera-informatie en zelfs kan de CANbus (het interne brein van de auto) van een voertuig informatie draadloos doorsturen naar medeweggebruikers. Deze ontwikkelingen kunnen leiden tot een andere concepten van mobiliteit: zoals het zogenaamde ‘treintje’ rijden, auto’s rijden automatisch in een rij achter elkaar. Om dit voor elkaar te krijgen moet de informatie – in dit geval de versnelling of vertraging – van de voorganger, via een slim regelsysteem direct op de CANbus van de auto ingrijpen. Middels proeven op een afgesloten testbaan, is de potentie van dit ‘platooning’ al aangetoond. Het zal vanwege vragen rond de betrouwbaarheid en aansprakelijkheid overigens nog wel even duren voordat een dergelijk systeem ook op de openbare weg toegelaten zal worden. Dat ligt anders voor chauffeur ondersteunende systemen die een adviesrol in de auto hebben, zoals nu een GPS-systeem (TomTom) feitelijk ook al is. Door extra informatie van medeweggebruikers, maar ook vanuit de infrastructuur aan te bieden, kan de chauffeur advies gegeven worden om zijn snelheid aan te passen aan de wegomstandigheden, opkomende files, de groene golf van verkeerslichten et cetera. Hoewel dit ver weg lijkt, laten proeven van TNO en partners op de A270 tussen Helmond en Eindhoven zien dat zelfs eenvoudige communicatie al kan leiden tot minder files. De auto is een computer. Een I-to. Prof. Henk Nijmeijer, hoogleraar voertuigdynamica, TU/e Prof. Maarten Steinbuch, hoogleraar voertuigaandrijvingen, TU/e
25
foto: Robert van den Berge
26
InnoSys Delft: pionieren met compromissen
‘Het is voor ons niet hollen of rennen, maar hollen of vliegen’ ‘Bij het opleveren van elke auto voeren wij een gevecht om de bestaande systemen van de benzineauto aan de nieuwe systemen van de elektrische auto te lijmen. Tot nu toe ontwikkelen slechts enkele producenten hun componenten doelbewust voor elektrische auto’s. Komend jaar gaan wij daarom gebruiken om een nieuw pakket van eisen op te stellen dat we vervolgens bij onze leveranciers neer zullen leggen.’ Aan het woord is Tim de Lange, oprichter en eigenaar van InnoSys Delft.
Tim de Lange en Ton Bastiaanse staan aan de leiding van Innosys Delft. De twee ondernemers werden drie jaar geleden met elkaar in contact gebracht door Wubbo Ockels. Tim de Lange studeerde af aan de Technische Unversiteit Delft en stond meerdere keren aan de basis van de ontwikkeling van de prijzenwinnende zonne-energieauto Nuna. Op zijn beurt was Ton Bastiaanse al meer dan dertig jaar actief in de automobielindustrie. Al snel ontstond het idee om vanuit Delft een ingenieursbureau op het domein elektrisch rijden te starten. De onderneming die de twee vervolgens stichtten, richt zich op ‘sustainable engineering’ en heeft de afgelopen jaren veel kennis en ervaring opgedaan met het ombouwen van gewone auto’s naar volledig elektrisch aangedreven voertuigen. Inmiddels rijden er zo’n zeventig elektrische InnoSys-auto’s in Nederland. Variërend van een Daihatsu Sirion tot een Lotus Elise, een Volkswagen Golf en Volkswagen Caddy. Niches InnoSys is daarmee een van de weinige en pionierende bedrijven die zich in Nederland bezighouden met het ombouwen van traditionele auto’s naar elektrische voertuigen. Het bedrijf hanteert daarbij echter wel een andere strategie dan enkele van haar concurrenten. ‘Wij richten ons op de niches en bouwen niet seriematig auto’s om’, vertelt Ton Bastiaanse. ‘Wij opereren alleen op basis van wensen van klanten en de eisen die zij aan hun voertuigen stellen. Onze ultieme droom is om een auto te bouwen rondom een elektrische aandrijving. Tot nu toe sluiten wij – maar ook de grote autofabrikanten – een compromis, wij bouwen in een brandstofauto een elektromotor in. De auto’s zijn dus niet vanaf de basis ontwikkeld om elektrisch te rijden. De elektrische auto’s – uitgezonderd de Think – komen nog altijd niet uit de fabriek. Natuurlijk. De grote fabrikanten leveren volgend jaar weliswaar de eerste elektrische auto’s uit, maar ook daar is de massaproductie er nog niet. Dit betekent dat voor bedrijven als onze nog tijd aanwezig is om een goede
marktpositie in te nemen. Vast staat in ieder geval dat wij geen massaproductie-auto gaan leveren.’ Bloed, zweet en tranen Om de marktpositie waar De Lange over spreekt binnen nu en vijf jaar te bemachtigen, wedt InnoSys op twee paarden. ‘Door de ervaringen die wij de afgelopen jaren hebben opgedaan en in de komende periode ook zullen doen, zijn wij in staat niet alleen producten maar ook kennis te verkopen. Voor producten geldt dat het zowel componenten als eindproducten betreft. Daarbij denken wij aan aandrijflijnen en special vehicles, bijvoorbeeld stadsdistributie- of reportagevoertuigen (zie kader). Wij wedden dus inderdaad op meerdere paarden.’ Voor de korte termijn is binnen InnoSys een wijzigende strategie op handen. Door de constante stroom van orders en het bijbehorende tijdsgebrek, is het volgens De Lange tijd om extra capaciteit vrij te maken voor R&Dwerkzaamheden. ‘De afgelopen twee jaar was het bij ons niet hollen of stilstaan, maar hollen of vliegen. Daarbij hebben wij bij het opleveren van elke auto voortdurende gevechten om de bestaande systemen van de benzineauto aan de nieuwe systemen van de elektrische auto te lijmen. Een benzineauto ombouwen naar een elektrisch aangedreven auto betekent niet alleen de benzinemotor eruit halen en een elektromotor inbouwen, maar de juiste compositie vinden zodat het totaalsysteem werkt. Tot nu toe zijn er maar enkele producenten die hun componenten doelbewust voor elektrische auto’s ontwikkelen. Daardoor kost het ons bloed, zweet en tranen om de verschillende auto’s om te bouwen en duurt alles een factor pi zo lang dan nodig. Komend jaar gaan wij daarom gebruiken om een pakket van eisen op te stellen dat we vervolgens bij onze leveranciers neer zullen leggen. Bovendien zullen wij meer grondstoffen in gaan kopen. Hiermee bedoel ik dat wij de meeste componenten zelf gaan produceren. Op deze manier bouwen wij ook nieuwe kennis op en verbinden wij de korte met de lange termijn strategie.’
Olymische Spelen Londen 2012 InnoSys Delft is projectleider van een van de drie experimenteerprojecten op het gebied van elektrisch rijden en slimme oplaadsystemen en -netwerken in de provincie Noord-Brabant. In het project ‘ETR’ wordt onder leiding van de Oud-Gastelse onderneming een volledig elektrisch aangedreven HD-TV reportagevoertuig ontworpen en gebouwd. Recent ontwikkelde, efficiënte elektrische conversietechnieken worden toegepast in combinatie met hoog rendement ‘intelligente’ laadsystemen. Deze combinatie maakt het mogelijk dat het voertuig autonoom kan functioneren. Naast InnoSys participeren Carrosserie Akkermans en D&MS in het project, beiden net als InnoSys afkomstig uit Oud-Gastel. De drie partijen streven er naar om het HD-TV reportagevoertuig in te laten zetten bij de Olympische Spelen van het jaar 2012 in Londen. Vooraf wordt het voertuig uitvoerig getest door regionale omroepen. Carrosserie Akkermans en D&MS kennen een lange geschiedenis in deze markt en denken met het project een nieuw marktperspectief te creëren. Tim de Lange over het project: ‘Geen uitstoot, veel beter voor het milieu én de sporters, stukken duurzamer in energieverbruik en sneller in montage dankzij de nieuwste technieken. Kortom, dit is een echt voorbeeldproject.’
27
passie voor mobiliteit
■ Maatwerk
■ Direct & dichtbij
■ Ook voor short-lease Eindhoven Hugo van der Goeslaan 1a, 5643 TW Tel: (040) 264 65 15, Fax: (040) 258 77 49
[email protected]
www.driessen-autolease.nl
75047
■ Merkonafhankelijk
73056
Het gemak van Driessen Autolease
Grote autofabrikanten introduceren elektrische auto’s op Nederlandse markt ‘Elektrische auto breekt in 2011 door’. Het is een van de headings van de vele artikelen die de afgelopen maanden in de nationale en regionale kranten verschenen over elektrisch rijden. Of 2011 het jaar van de doorbraak wordt, is nog altijd onzeker. Eén ding staat echter vast: komend jaar introduceren diverse grote autofabrikanten volledige elektrische auto’s op de Nederlandse markt. Zij nemen zo het voortouw op het gebied van zuinige auto’s.
Een van de bedrijven die al in een zeer vroeg stadium aankondigde met een elektrische auto naar Nederland te komen is Mitsubishi. Mitsubishi is al sinds januari 2009 in Nederland in bezig om bedrijven, overheden, gemeentes, energie- en leasemaatschappijen voor te bereiden op de komst van de vierpersoons-auto Mitsubishi i-MiEV. Ruim twee maanden geleden is de Japanse autofabrikant gestart met de productie van de auto voor de Europese markt. De i-MiEV heeft een actieradius van honderdvijftig kilometer. Via een snellaadpaal kan de accu in dertig minuten van nul naar tachtig procent worden opgeladen. De ‘i’, Japans voor schattig/lief, is vanaf januari in de Nederlandse showrooms te bewonderen. Familieleden De Mitsubishi i-MiEV vormt niet alleen de basis van zijn ‘eigen’ auto, maar ook voor twee andere Franse familieleden die in 2011 op de Nederlandse markt komen. Als eerste staat de Citroën C-Zero op het platform van de Mitsubishi i. Samen met PSA (Peugeot) mag Citroën de auto in Europa onder eigen merknaam verkopen. Om de auto’s toch een unieke uitstraling te geven, heeft Citroën diverse aanpassingen doorgevoerd. Citroën liet in oktober weten wereldwijd de eerste achthonderd orders voor de elektrische C-Zero binnen te hebben. Hoeveel van deze auto’s naar Nederland komen is onbekend. Hoe dan ook, volgens de autofabrikant staat de Citroën C-Zero begin 2011 bij de dealers. Ook Peugeot komt onder de naam iON met zijn eigen variant van de Mitsubihsi i-MiEV op de markt. Al bij het ontwerp van de auto is veel aandacht besteed aan veiligheid en de betrouwbaarheid van de elektrische aandrijving. Alle delen van de accu bevinden zich in een volledig afgedichte ruimte onder de vloer van de auto, veilig bij eventuele aanrijdingen. Het opladen wordt volledig automatisch geregeld, de berijder hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken. Peugeot heeft op dit moment al letters of intent getekend met vijftien grote wagenparkbeheerders in verschillende Europese landen. Waar de Peugeot website nog meldt dat de auto vanaf nu (december 2010) leverbaar is, stellen vooraanstaande Peogeot-dealers dat de iON in de loop van 2011 leverbaar is.
Investeringen Naast Mitsubishi, Peugeot en Citroën, komen ook Opel, Renault en Nissan in 2011 met een elektrische auto naar Nederland. Opel pas vanaf eind 2011, Renault en Nissan vanaf komende zomer. Opel neemt sinds half november reserveringen aan voor de elektrische Ampera. Prins Maurits had eerder al de eer om als eerste in Nederland achter het stuur van de auto plaats te nemen. De Opel Ampera heeft een actieradius van meer dan vijfhonderd kilometer, rijdt altijd volledig elektrisch en zal door zijn vier zitplaatsen en normale bagageruimte als eerste grotere auto in het huishouden kunnen worden ingezet. Bovendien is de accu in slechts drie uur oplaadbaar. De Opel Ampera komt eind 2011 op de markt in Nederland. Voor de Nissan Leaf geldt dat deze komende zomer voor het ‘grote publiek’ beschikbaar is. De eerste Nissans Leafs worden weliswaar begin 2011 geleverd, maar het betreft slechts honderd exemplaren voor ondernemers in Amsterdam. Pas in juni kan de rest van Nederland de auto bij de dealer ophalen. Met een volle accu komt de auto honderdzestig kilometer ver. Nederland is uitverkoren als één van de eerste landen waar deze auto in de verkoop komt. Daartoe is besloten omdat de belastingvoordelen voor elektrische auto’s hier het gunstigst zijn. De combinatie Renault-Nissan investeert meer dan vier miljard euro om een leidende rol te gaan spelen bij de ontwikkeling van elektrische auto’s. Er staan in de nabije toekomst acht elektrische modellen op de agenda. Ook worden van die investeringen vijf accufabrieken gefinancierd en zeven fabrieken geschikt gemaakt voor de productie van elektrische auto’s. Voor Renault geldt dat zij aan het einde van het tweede kwartaal van 2011 in Nederland op de markt komt met de vierdeurs gezinsauto Fluence en de ZOE. Athlon Car Lease heeft al een voororder geplaatst bij Renault voor honderd exemplaren van de elektrische Fluence. Van boven naar onder staan hiernaast de volgende elektrische voertuigen afgebeeld: de Citroën C-Zero, de Mitsubishi i-MiEV, de Nissan Leaf, de Opel Ampera, de Peugeo iON en de Renault ZOE.
29
Martijn Bongaerts, voorzitter projectgroep Smart Grids van Netbeheer Nederland:
‘Missiewerk nodig voor sociale acceptatie van intelligente netten door eindgebruiker’ Smart grids zijn van groot belang voor een succesvolle introductie van elektrisch rijden. Ze zijn essentieel om de energietransitie gestalte te geven, maken nieuwe diensten voor afnemers mogelijk en zijn noodzakelijk om aan de toekomstige transportvraag te voldoen. Netbeheer Nederland heeft als branchevereniging van netbeheerders recentelijk een roadmap Smart Grids opgeleverd die de komst van intelligente netten middels actiepunten en concrete projecten moet faciliteren.
De Nederlandse energiebranche kent twee brancheverenigingen: Netbeheer Nederland als vereniging van energienetbeheerders en EnergieNed als vereniging van energieproducenten, -handelaren en -retailbedrijven. ‘Netbeheer Nederland is daarmee de koepelorganisatie waarbinnen gewerkt wordt aan de realisatie van intelligente netten, oftewel smart grids’, vertelt Martijn Bongaerts, beleidsadviseur Strategie bij netbeheerder Alliander. Bongaerts is voorzitter van de projectgroep Smart Grids van Netbeheer Nederland. Dit is een van de vier projectgroepen – naast ‘Groen Gas’, ‘Elektrisch Vervoer’ en ‘Wind op Zee’ – die de branchevereniging kent. ‘De projectgroepen maken onderdeel uit van de taakgroep ‘Duurzaamheid & Innovatie’. Die is in het leven geroepen om als netwerkbedrijven gezamenlijk invulling te geven aan de duurzame energietransitie.’ Toenemende scope Onder leiding van Bongaerts heeft de projectgroep Smart Grids afgelopen zomer een roadmap met de titel ‘Op weg naar een duurzame en efficiënte energievoorziening’ opgeleverd. ‘Met deze roadmap stellen de netbeheerders een werkagenda op, inclusief de formulering van een aantal actiepunten die van belang zijn om smart grids te implementeren’, stelt Bongaerts. ‘Basis van de roadmap is de visie dat intelligente netten geen doel, maar een middel zijn om de energietransitie te faciliteren. Intelligente netten zijn noodzaak om het energiesysteem betaalbaar en efficiënt te houden. Daarbij staan drie zaken centraal om de consument optimaal in zijn behoefte te voorzien: comfort, vrijheid en privacy. Je wilt immers nooit tegen een klant zeggen: ‘je mag je auto nu niet laden of je zonne-energie op dit moment niet terugleveren aan het net’. Met de roadmap en bijbehorende actiepunten gaan wij de komende jaren werken aan intelligente netten. Overigens vormt onze roadmap ook een belangrijk uitgangspunt voor visie van de Taskforce Intelligente Netten, die door de Rijksoverheid
30
ingesteld is om plannen te maken voor een actieprogramma met betrekking tot de toekomst van intelligente netten. Zij kijken in breder maatschappelijk verband naar de ontwikkeling van intelligente netten, zo onderzoeken zij ook hoe de BV Nederland van intelligente netten economie kan maken.’ De roadmap die Bongaerts met zijn projectgroep heeft opgeleverd, schetst de rol van smart grids in drie toekomstbeelden voor het jaar 2050 en doet dit met een toenemende scope: rondom de woning (het microniveau), de wijk (het mesoniveau) en het Nederlandse energiesysteem (het macroniveau). Volgend op elk toekomstbeeld zijn concrete acties vastgesteld die implementatie van het toekomstbeeld mogelijk maken. Deze acties zijn weer onderverdeeld in technisch georiënteerde, beleidsmatige en regulatorische en maatschappelijke acties (zie kader). ‘Die punten zijn gebaseerd op wat wij als netbeheerders momenteel voorzien als relevant om de geschetste toe-
komstbeelden te realiseren’, stelt Bongaerts. ‘Ze geven een breed overzicht van de stappen die voor de evoluerende ontwikkeling van smart grids nodig zijn en laten ook direct zien dat netbeheerders het niet alleen kunnen. Samenwerking in de hele keten en cross-sectoraal denken is noodzaak. Als Netbeheer Nederland gaan wij in het begin van het kalenderjaar 2011 workshops organiseren om met andere partijen over deze roadmap in discussie te treden en het pad voor introductie van smart grids gezamenlijk uit te denken en te finetunen.’ Identificering Parallel aan de afstemming van de roadmap met crosssectorale partners, start de projectgroep Smart Grids met het initiëren van projecten. Bongaerts: ‘De actiepunten worden momenteel inderdaad omgezet in ideeën voor projecten. Deze kunnen technisch van aard zijn, maar het kan
bijvoorbeeld ook om een position paper draaien. Het is de bedoeling om in januari met de eerste projecten van start te gaan en om uiterlijk in maart een breed draagvlak gecreëerd te hebben voor de roadmap zodat wij cross-sectoraal partners bij de projecten kunnen gaan betrekken. De meeste zaken kunnen wij als namelijk als netbeheerder niet alleen realiseren.’ Bongaerts beseft dat de geïdentificeerde acties in de roadmap zeer verschillend van aard zijn. Veel technische acties zijn redelijk ‘straightforward’ door de identificering van het moment waarop ze plaats moeten vinden. ‘De beleidsmatige, regulatorische, maatschappelijke en overige acties Impressies van smart grids van Siemens en Enexis (links)
zijn complexer te agenderen’, stelt Bongaerts. ‘Bijvoorbeeld omdat de betrokkenheid van de burgers als afnemers en andere actoren bij de uitvoering van de betreffende acties essentieel zijn. Daarom kan gesteld worden dat wij de technologische uitdagingen hoe dan ook de baas zullen zijn, vaak is het zelfs slechts een kwestie van tijd. Echter, de succesvolle implementatie van intelligente netten is voor een groot deel afhankelijk van de sociale acceptatie door de eindgebruikers, terwijl die nog geen idee heeft welke ontwikkelingen smart grids in de toekomst mogelijk kunnen maken. Daar moet dus nog genoeg missiewerk verricht worden.’
Actiepunten roadmap Smart Grids De actiepunten zoals die in de roadmap Smart Grids verwoord zijn – opgesteld door de projectgroep Smart Grids binnen Netbeheer Nederland – zijn onderverdeeld in drie categorieën: Technisch georiënteerde acties: onder deze categorie zijn de acties opgenomen die vooral te maken hebben met de voor smart grids relevante technologieën. Deze moeten worden ontwikkeld, getest en geïmplementeerd. Voorbeelden van actiepunten zijn het ontwikkelen van systemen voor loadmanagement, de installatie van slimme meterkasten, het genereren van laadstrategieën voor de elektrisch vervoer en het ontwikkelen van communicatiemogelijkheden met huishoudens. Beleidsmatige en regulatorische acties: de in deze categorie genoemde acties hebben te maken met het kader waarbinnen het netbeheer plaatsvindt. Dit betreft beleidsmatige en politieke aspecten, zoals de wettelijke taken en gewenste rollen van verschillende betrokken partijen, alsook financiële en regulatorische randvoorwaarden. Voorbeelden van actiepunten zijn het ontwikkelen van een visie op de inzet van opslag van elektriciteit en het genereren van businessmodellen voor elektriciteitsopslag. Maatschappelijke en overige acties: onder deze categorie worden de overige acties benoemd, onder meer rondom de verwachte gedragsverandering van energiegebruikers. Voorbeelden van actiepunten zijn het creëren van referentie-architectuur, bewustwording over energiegebruik bewerkstelligen en ketenoptimalisatie.
31
De noodzaak van proeftuinen Het jaar 2020 wordt door velen voor elektrisch rijden als een magische mijlpaal gezien. Het aantal van 200.000 elektrische voertuigen op de weg in dit jaar is niet alleen door de Rijksoverheid als ambitie bestempeld, maar ook door de provincie Noord-Brabant. Deze provincie is een van de regio’s die in Nederland naast Amsterdam voorop wil lopen op het gebied van elektrisch rijden. Ideaal zou je zeggen want met Amsterdam als trendsetter en de aanwezigheid van veel high tech en automotive industrie in Brabant, wordt een weg geboden, maar de weg is lang… Dat over een aantal decennia elektrische aandrijving de beste kaarten heeft, lijkt inmiddels ook de grootindustrie te beseffen, getuige de miljarden aan technologische investeringen wereldwijd. Deze investeringen betreffen echter met name de lange termijn waarbij de business case ‘elektrisch rijden’ aangenomen wordt. Maar de business case is niet vanzelfsprekend, sterker nog, op dit moment bestaat de business case niet bij het ontbreken van de markt! Nadat onlangs ook het eeuwigdurende ‘kip-ei’ vraagstuk werd opgelost (de kip was eerder...), dient ook deze impasse van ‘wiewacht-op-wie?’ worden doorbroken met een allesomvattend antwoord dat het vliegwiel op gang zou kunnen brengen: ‘vertrouwen’. Vertrouwen dat de markt zal ontstaan zet ondernemers aan tot ontwikkelen van voertuigen, systemen en diensten. Dit vertrouwen laat netwerkbedrijven investeren in een laagdrempelige, dekkende maar vooral ook slimme infrastructuur. Dit geeft energiebedrijven weer mogelijkheden om meer duurzame energie te produceren. Dit vertrouwen geeft vervolgens overheden kansen om maatschappelijke doelstellingen ten aanzien van luchtkwaliteit en duurzaamheid te combineren met economische kansen voor de BV Nederland. Het klinkt allemaal vanzelfsprekend, maar het vertrouwen heeft op hetzelfde moment ook te maken met een marktontwikkeling. Daarbij is naast verandering in de ‘mindset’ van de broodnodige consument, tevens opschaling nodig om de kosten enigszins concurrerend te kunnen wegzetten. Vrij vertaald: ‘De consument wil het (nog) niet hard genoeg, omdat de voordelen ‘enkel’ van duurzame aard zijn en de nadelen aanpassingen van zijn dagelijks patroon en portemonnee vragen!’ Welnu, als we de consument willen overtuigen, de (kennis-) industrie tot ontwikkelen willen aanzetten en de kosten willen reduceren, zullen we een omgeving moeten creëren die het vliegwiel op gang kan brengen. Deze vorm van ‘market pull’ komt niet vaak voor en wordt vooralsnog hoofdzakelijk gedreven door maatschappelijke belangen. Overheden zijn daarom aangewezen als initiator, dirigent en investeerder bij het opzetten
32
van kunstmatige markten: de proeftuinen. Binnen de provincie Noord-Brabant wordt momenteel invulling gegeven aan de energieagenda voor de periode tot en met 2020. Voor elektrisch rijden is het essentieel dat de provincie elektrisch rijden hoog op de agenda plaatst. Alleen zo blijft het onderwerp zichtbaar en onderdeel van de investeringsdiscussie. Zeer belangrijk, gezien de Statenverkiezingen van aankomend voorjaar. De gemeente Amsterdam toont hét voorbeeld van stimulering van elektrisch rijden. Burgers die een elektrisch voertuig aanschaffen hoeven op de eerste plaats niet op de wachtlijst plaats te nemen voor een parkeervergunning, bovendien wordt een oplaadpaal bij hun huis geplaatst, genieten zij een aantal jaren gratis stroom en zijn diverse fiscale voordelen aanwezig. Dit is een toonbeeld van de rol die een overheid kan én moet vervullen. Ook het optreden van het Formule E-team mag niet ongenoemd blijven. Ondanks dat zaken in gang gezet worden, mist helaas een structurele inzet op de drie onderdelen die de ‘elektrisch rijden’-evolutie moeten gaan voeden. Op de eerste plaats e-mobiliteitsconcepten, van technologie tot beleid en ruimtelijke ordening. Hier zal op de korte termijn op ingezet moeten worden om het vliegwiel in gang te zetten. Op de middellange termijn dient ingezet worden op kennisontwikkeling en valorisatie omtrent smart grids, met en naar de bedrijven toe. Tenslotte is er de link naar duurzame energie die vraagt om visie en structurele aanpak. Daar zijn zowel de overheid in de vorm van beleid, als onderzoeksinstituten voor kennisontwikkeling en ondernemers met proeftuinen voor nodig. De rol van de overheid is daarbij niet alleen stimulerend, maar zij is ook verantwoordelijk voor marktcreatie. Structureel inzetten op deze drie onderdelen, creëert grote kansen voor de BV Nederland. Geen van de drie spreekwoordelijke O’s – of het nu de overheid, onderzoeksinstituten of ondernemers betreft – kan de benodigde transitie eigenhandig realiseren. Zij zijn daadwerkelijk afhankelijk van elkaar. Echter, maar één van de drie O’s kan het vliegwiel in gang zetten en dat is de overheid. Dit kan zij door enerzijds beleid te vormen en anderzijds proeftuinen te faciliteren. Resumé: een structurele overheidsaanpak – geflankeerd door proeftuinen – stimuleert bedrijven en kennisinstellingen te innoveren. Zouden wij hierin slagen, dan kan Nederland als internationale voorbeeldregio fungeren en de nieuw ontwikkelde kennis als exportproduct benutten. De geschiedenis kan zich dan herhalen: waar in 1953 de oplossing van het wateroverlastprobleem een nieuw exportproduct creëerde met watermanagement, lijkt deze kans zich nu te manifesteren met elektrische mobiliteit. Frank Verhulst Verhulst Projectmanagement
E-Mobility Grid Stichting e-laad.nl: ‘Doelstelling 10.000 oplaadpunten staat fier overeind’ In de ‘elektrisch rijden boom’ van E-Mobility worden alle (koepel)organisaties die actief zijn op het gebied van elektrisch rijden in beeld gebracht. Bovendien wordt ieder kwartaal één organisatie uitgebreid voor het voetlicht gebracht. In deze editie spreken wij met Ralph Besseling van de stichting e-laad.nl. De stichting e-laad.nl heeft de ambitie om eind 2012 10.000 oplaadpunten voor elektrische auto’s in Nederland te installeren. Binnen de stichting hebben de meeste netbeheerders van Nederland hun krachten gebundeld en bieden zij gezamenlijk alle gemeenten in Nederland gratis oplaadpunten aan. ‘Wij willen door de realisatie van een uniforme, landelijk dekkende, laagdrempelige infrastructuur van oplaadpunten de introductie van elektrische auto’s vergemakkelijken’, vertelt Besseling. ‘Iedereen die een elektrische auto rijdt, kan bij ons gratis een oplaadpunt aanvragen dat op openbaar terrein geplaatst wordt. Afgelopen oktober gingen wij officieel ons tweede levensjaar in. Het eerste jaar is vooral gebruikt om kwartier te maken en het uitvoeren van alle voorbereidende activiteiten om laadpunten te kunnen plaatsen. Samen met Logica en Alfen is een centraal monitoringsysteem en de benodigde software ontwikkeld. Bovendien is inmiddels het honderdste oplaadpunt geplaatst. Grootste winpunt voor dit jaar, is het ontstaan van een standaard. Mede door plaats te nemen binnen een overlegorgaan
van het Formule E-team is samen met een groot aantal partijen de keuze gemaakt om te kiezen voor ‘type 2 mode 3’ laden in de openbare ruimte. Type 2 mode 3 is een manier van opladen gericht op veiligheid. Het laden vindt alleen plaats als de stekker op de goede manier is aangesloten op de auto. Ondanks deze technische progressie, moet gezegd worden dat wij hoopten in het eerste jaar duizend laadpunten te realiseren. Mede door het uitstellen van introducties van elektrische auto’s door grote fabrikanten is dit niet gelukt. De doelstelling om tienduizend oplaadpunten te realiseren, blijft echter fier overeind. Komende tijd moet het aantal dus flink oplopen, maar dat moet lukken gezien de aangekondigde introductie van een groot aantal elektrische auto’s op de Nederlandse markt. Bovendien kunnen vanaf januari de oplaadpalen voorzien worden van twee aansluitingen. Daardoor realiseer je met één plaatsing twee oplaadpunten. Niet alleen de fysieke arbeid wordt daardoor minder, maar gemeenten kunnen ook sneller meer capaciteit realiseren.’
33
E-MOBILITY GRATIS ONTVANGEN? SURF NAAR WWW.E-MOBILITYMAGAZINE.NL/ABONNEMENT
‘Niet Duits, maar Japans oplaadsysteem wordt voorlopig leidend’ In de rubriek ‘Over de grens’ geeft een Nederlandse ondernemer zijn visie op een ‘nieuwtje’ uit het buitenland. Deze maand geeft Crijn Bouman, oprichter en vice-president Business Development van Epyon zijn visie op het nieuws uit Duitsland waar de automerken Audi, BMW, Daimler, Porsche en Volkswagen onlangs aankondigden een standaard ontwikkeld te hebben voor een modulair oplaadsysteem voor elektrische auto’s. Dit nieuwe systeem maakt het mogelijk om de voertuigen met allerlei soorten wisselstroom, maar ook gelijkstroom op te laden. De Duitse merken hebben de hoop uitgesproken dat hun systeem een wereldstandaard zal worden. Bouman: ‘Elektrisch rijden bevindt zich in het midden van de standaardisatiefase. Deze actie van de Duitse autofabrikanten is daarbinnen een mooi initiatief en het is fijn dat de Duitse automobielindustrie eindelijk een keuze heeft gemaakt. Echter, doordat de keuze lang op zich heeft laten wachten, wordt het in de komende jaren vooralsnog niet de wereldstandaard. De joint-venture van de Japanse autofabrikanten,
CHAdeMO zal initieel de standaard dicteren. Zij hebben in een eerder stadium de keuze gemaakt en daardoor de koppositie genomen. Overigens is het niet zo dat door de verschillende standaarden automobilisten in het buitenland hun auto niet kunnen opladen. Om dit te voorkomen zijn de snellaadpalen – zogenaamde fast chargers – die wij maken‘futureproof’. Dit houdt in dat zij uitgerust zijn om met meerdere typen laadconnecties te werken. Bovendien zijn ze ook nog eens zo gemaakt dat ze door een minimale ingreep aangepast kunnen worden aan toekomstige standaarden. Kortom, wij opereren met de filosofie van een tankstation waar ook iedere auto die komt tanken net iets anders is.’ Nu de grote autofabrikanten joint-ventures sluiten om oplaadsystemen te standaardiseren, is Epyon volgens Bouman klaar om de fase van uitrol in te gaan. ‘De afgelopen twee jaar hebben wij gebruikt om onze technologie uit te ontwikkelen, waarbij de software het belangrijkste onderdeel vormt. Vanaf nu zijn wij klaar om onze productie – en daarmee ook de installatie – van snellaadpalen op te schalen naar een industrieel niveau. Wij hebben ons klaargemaakt om in de loop
van 2011 wekelijks twintig snellaadinstallaties met meerdere aansluitingen uit te kunnen leveren en te installeren in Europa. Om dit mogelijk te maken hebben wij zeven miljoen euro opgehaald bij vijf investeerders. Dit biedt ons een solide basis om de productie op te voeren. Bovendien hebben wij met het Taiwanese LiteOn een investeerder binnengehaald die ons kan helpen de stap naar de Aziatische markt te maken. Eerste prioriteit is echter de Europese markt waarbij Nederland een bijzondere positie inneemt. Door de ambitie die de Nederlandse overheid getoond heeft – onder meer via het Formule E-team, gunstige fiscale maatregelen en een gedegen subsidiebeleid – lopen wij als land voorop. Grote autofabrikanten als Nissan en Mitsibushi hebben daarom besloten om de eerste Europese badge elektrische voertuigen in Nederland te introduceren. Ik hoop dan ook dat het nieuwe kabinet dit beleid voortzet, het zou zonde zijn om de investeringen nu stop te zetten. Dan zullen de autofabrikanten alsnog de keuze maken om hun uitrol van elektrische voertuigen niet in Nederland, maar elders te starten, waardoor de Nederlandse industrie de huidige koploperspositie kan verliezen.’
35
Elektrische auto biedt Nederlandse industrie mogelijkheid tot herpositionering:
‘Gebruik design als onderscheidende taal’ Creatieve talenten triggeren carrière te maken in de wereld van automotive design, juist als Nederlander. Het is een van de missies die het Automotive Technology Centre (ATC) zichzelf gesteld heeft. Daarvoor organiseert het ATC design projecten met studenten en industrie, design masterclasses en de Design on Wheels Show. Afgelopen herfstvakantie wist deze show tijdens de Dutch Design Week vele duizenden bezoekers naar Eindhoven te trekken. Bovendien vond ook een druk bezocht seminar over design plaats, wat in samenwerking met de provincie Noord-Brabant georganiseerd werd. De vierde editie van de Design on Wheels Show stond dit jaar in het teken van de elektrische auto. De toekomst werd zichtbaar in fraaie elektrische concept cars van onder meer Peugeot, Renault, en Citroën. De gloednieuwe Qugo, Nederlands design van Maarten de Bruijn, liet bovendien zien dat elektrisch vervoer heel klein kan zijn.
‘Als ATC brengen wij aan alle studenten die Industrieel Product Ontwerpen (IPO) studeren – of ze nu aan de universiteit in Eindhoven, Twente, Delft of aan een van de vele hoge scholen studeren die deze opleiding aanbieden – de boodschap over dat zij zich prima kunnen specialiseren in automotive. Het is daadwerkelijk mogelijk als Nederlandse designer carrière te maken in deze wereld. Daar zijn vele voorbeelden van. Bovendien bestaat ook binnen Nederland bij de automotive toeleveranciers behoefte aan ontwerpers.’ Aan het woord is Jan-Willem van der Wiel van het ATC. Positioneren De laatste opmerking is tekenend voor de boodschap die Van der Wiel heeft. De automotive expert die ook al vele jaren betrokken is bij de internationale automotive design wereld, duidt erop dat het voor de Nederlandse toeleveranciers van toenemend belang is om hun producten te designen. ‘Het is een duidelijk advies aan de Nederlandse (auto-)industrie, haal er ontwerpers bij. Zij zorgen er voor dat je product betere looks en feels krijgt en daarmee beter verkoopt. Want ook al is je product uiteindelijk in de auto niet zichtbaar, het moet wel verkocht worden aan de original equipment manufacturer (oem’er) of de tier 1 supplier. Bovendien kun je ontwerpers voor meer inzetten dan sec vormgeving. Zij kunnen ook het concept van producten en het gebruikersgemak verbeteren. Dat is een krachtig verkoopaspect dat iedere toeleverancier kan gebruiken. Naar mijn idee kunnen de Nederlandse bedrijven dit nog veel meer omarmen. Een van de beste voorbeelden is Vredestein Banden. Tot Vredestein zich ging onderscheiden met design, dacht niemand in de automobielindustrie dat je middels vormgeving onderscheidend kunt zijn met autobanden.’ ‘Met de komst van de elektrische auto krijgen alle bedrijven een hernieuwde kans om zich te positioneren’, vervolgt Van der Wiel. ‘Het spreekwoordelijke ‘motor’ en ‘broem-broem’effect verdwijnt met de geluidsarme elektrische auto. Nu
36
dat wegvalt, gaan de autofabrikanten zich profileren en een nieuwe emotionele waarde creëren middels design. Ook de toeleveranciers kunnen dat gebruiken om zich te profileren.’ Downsizing Als direct gevolg van de nieuwe kansen voor de verschillende automerken en- fabrikanten, worden volgens Van der Wiel ook direct enkele nieuwe trends zichtbaar die onlosmakelijk verbonden zijn met de elektrische auto. ‘Een eerste algemene trend is downsizing. Er ontstaat een nieuwe kwaliteit: klein. Het wordt een statussymbool en ook de premium brands komen met kleine auto’s op de markt. Pal tegenover downsizing staat de trend naar ruimte. In de kleinere auto’s wordt de ruimte verbeeld en optimaal uitgenut om de voertuigen toch fors te laten ogen. De nieuwe kleine auto’s zien er niet meer zielig, vaak juist brutaal uit.’ Dit hele expressieve design is een andere trend die Van der Wiel noemt. ‘Je ziet het aan de buitenkant van de auto met veel lijnen, vlakken en in toenemende mate kleuren. Hetzelfde geldt voor producten in de auto. Voor Nederlandse toeleveranciers is het een kans om een onderscheidende taal te spreken. Helaas geniet dit nog niet bij alle leveranciers prioriteit.’ Een laatste punt waarmee toeleveranciers zich in design kunnen onderscheiden is volgens Van der Wiel het gebruik van materialen. ‘Als je toeleverancier wilt worden van fabrikanten van elektrische voertuigen, moeten je producten hoe dan ook lichtgewicht zijn. Daarnaast kun je door het gebruik van natuurlijke materialen het duurzame karakter van de componenten van de elektrische voertuig benadrukken. Daarbij valt in het geval van composiet bijvoorbeeld te denken aan het vervangen van glasvezels door natuurlijke vezels. Er zijn zelfs al harsen en hoogwaardige plastics uit plantaardige grondstoffen beschikbaar. Overall gezien zijn er dus kansen te over voor de Nederlandse bedrijven om zichzelf positief onder de aandacht te brengen.’
‘Werken vanuit de filosofie waarmee Apple haar producten maakt’ De Phileas, de Quicc DiVa en de Masdar City PRT. Stuk voor stuk duurzame en veelal elektrische voertuigen met een design van het Helmondse Dutch Vehicle Development Centre, oftewel Duvedec. ‘Wil je als designer een verandering teweegbrengen, moet je duurzame mobiliteit anders aanpakken, het moet een gedragscode worden’, stelt Hans Beumer, chief designer van DuvedeC. DuvedeC is specialist op het gebied van concepting, design, engineering en het bouwen van prototypen van voertuigen en voertuigonderdelen. Vanaf het moment dat het bedrijf in 1982 het levenslicht zag, heeft het aan toonaangevende automotive projecten gewerkt. Meest recent in dit rijtje is het Masdar City-project (bovenste afbeelding). Voor deze stad werkte DuvedeC samen met de twee Nederlandse collega’s 2Getthere en Spijkstaal, aan een Personal Rapid Transit (PRT) voertuig. Masdar City, gelegen in de Verenigde Arabische Emiraten, moet hét wereldcentrum voor hernieuwbare energie worden. De stad wordt autovrij, CO2-neutraal en gaat al haar afval hergebruiken. Een Nederlands consortium ontwikkelde voor de stad een elektrisch vervoersysteem dat plaatst biedt aan zes personen en zonder bestuurder over een netwerk onder de stad rijdt. Beumer: ‘Deze opdracht toont de potentie aan van wat de BV Nederland in de internationale markt kan bereiken op het gebied van elektrisch vervoer.’ Investeerders Waar het Masdar City-project een groot succes is, kent Beumer met DuvedeC ook de andere kant van de medaille. Het bedrijf zag afgelopen kwartaal met ledenogen aan hoe het Nederlandse stadsdistributievoertuig Quicc DiVa (onderste afbeelding) in Chinese handen terecht kwam. De elektrische bestelauto werd vorig jaar nog tot ‘Auto van de Toekomst’ verkozen en mocht bovendien al rekenen op een groot aantal voororders waarmee enkele honderden exemplaren al in bestelling waren. ‘Aan het begin van het jaar hebben wij vijf prototypes van de DiVa gemaakt’, vertelt Beumer. ‘Deze werden goedgekeurd door de RDW voor testritten op de openbare weg. Waar Duracar verwachtte halverwege 2010 met de reguliere productie te startten, mislukte het om investeerders te vinden. Na een lange juridische strijd en problemen met aandeelhouders is het bedrijf uiteindelijk in Chinese handen gevallen. De Chinezen hebben wel het budget en struinen heel de wereld af om technologie op te kopen. Het traject Duracar is helaas verloren. Het enige wat nodig was om het in Nederland te houden, was een partij met ballen. Misschien wel de overheid, maar de wil ontbrak. Dit product had in Nederland gemaakt kunnen worden.’ Materialen Beumer treurt echter niet en verwacht dat DuvedeC de opgedane kennis van de afgelopen jaren ook voor toekomstige projecten kan aanwenden. ‘Bij het Masdar City-project hebben wij bijvoorbeeld onze kennis over composiete bodyparts – ontwikkeld via de Quicc DiVa – opnieuw kunnen aanwenden. Met materialen is direct een belangrijk onderwerp genoemd dat bovendien gerelateerd is aan design. Niet alles hoeft namelijk van metaal te zijn, dit wordt op den duur ook een schaars goed. Daarbij vindt nu al onderzoek plaats naar de mogelijkheid om composieten als accu te gebruiken. Om deze nieuwe materialen aan te wenden is wel weer een gedragswijziging nodig, designers en ontwerpers moeten buiten de gebaande paden durven te treden. Want wil je als designer een verandering te weeg brengen, moet je duurzame mobiliteit – waar elektrisch rijden een belangrijk onderdeel van uitmaakt – anders aanpakken. Duurzame mobiliteit moet een gedragscode worden. Er moet gewerkt worden vanuit de filosofie waarmee Apple haar producten maakt, met echte overtuiging. Daarbij gaat van onze werkwijze een corrigerende werking uit. Wij redeneren vanuit engineering en packaging. Natuurlijk, wij kunnen ook de meest kekke voertuigen designen, maar het moet wel realistisch zijn. Een klant zit niet te wachten op een futuristisch design wat niet in de praktijk gebracht kan worden.’
37
Lokale en provinciale overheden stimuleren elektrisch rijden:
Amsterdam, Brabant, Rotterdam en Friesland lopen ‘voorop’ 1.200 elektrische auto’s en boten in Friesland in 2012. 10.000 Elektrische voertuigen in Amsterdam in 2015. 200.000 elektrische voertuigen in de regio Rotterdam in het jaar 2025. 200.000 elektrische voertuigen in de provincie Noord-Brabant in 2025. Het zijn de ambities die geformuleerd zijn door twee provincies en twee grote steden in Nederland. Deze lokale en provinciale overheden proberen door het scheppen van gunstige randvoorwaarden en het beschikbaar stellen van subsidies de grootschalige introductie van elektrisch rijden te stimuleren en te versnellen. Het zijn daarmee bovendien de vier regio’s die in Nederland voorop lopen op het gebied van elektrisch rijden.
Inmiddels bijna een jaar geleden nam ’s-Hertogenbosch als eerste Nederlandse stad drie elektrische bussen in gebruik. Tijdens een proefperiode van drie jaar rijden de bussen in de historische binnenstad van ’s-Hertogenbosch, naast de bestaande dienstregeling. De ontwikkeling van de elektrische bussen is een van de voorloopprojecten die de provincie in het kader van de aanpak kredietcrisis ondersteunt en bovendien was het de eerste Nederlandse ‘proeftuin’. Inmiddels rijden als onderdeel daarvan in ’s-Hertogenbosch meer dan vijftig elektrische voertuigen rond. Dit maakt onderdeel uit van een groter programma rond elektrisch rijden in de provincie Noord-Brabant. Tweede tender In het kader van het ‘Masterplan energie 2009-2020’ werkt de provincie Noord-Brabant namelijk aan een vooruitstrevend plan: 200.000 elektrische voertuigen in 2020. Onder de noemer ‘Powered by Brabant’ wil de provincie elektrisch vervoer op de kaart zetten en is vooruitlopend op de investeringsstrategie ‘Brabant investeert in de toekomst’ de subsidieregeling ‘Elektrisch rijden en Slimme decentrale netwerken’ in het leven geroepen. Deze is daardoor weer onderdeel van het provinciale maatregelenpakket om de gevolgen van de kredietcrisis voor Brabant te beperken. Met de regeling doen tien innovatieve projecten ervaring op met elektrische voertuigen, met onderdelen of met de benodigde wegvoorzieningen (zie ook artikel pagina 17). Kennisinstellingen, producenten, aanbieders en afnemers werken in de projecten samen aan vraaggerichte oplossingen. Afgelopen september zijn de eerste drie projecten goedgekeurd en recent is voor de tweede tender een groot aantal projectvoorstellen ingediend. In totaal is voor de regeling 2,8 miljoen euro beschikbaar en de projecten lopen tot en met komend kalenderjaar. Tussen 2011 en 2015 moet volgens de provincie vervolgens het concept elektrisch rijden uitgevent worden – de consument heeft dan een redelijke keuze – zodat tussen 2015 en 2020 de marktgroei kan plaatsvinden met ontwikkeling van de echte volumes na 2020.
38
Hoofdstad Amsterdam telt eind 2011 naar het zich nu laat aanzien al zo’n vijfhonderd elektrische voertuigen. Dit aantal is fors hoger dan de tweehonderd die verwachten werden toen de hoofdstad in april 2009 het prestigieuze plan ‘Amsterdam elektrisch’ lanceerde. Met het plan legde Amsterdam de ambitie op tafel om ‘capital of electric transportation’ te worden en om in 2015 al 10.000 elektrische auto’s in de stad te hebben. In 2040 moet Amsterdam vervolgens honderd procent elektrisch zijn. Voor de succesvolle promotie van het elektrisch rijden in de stad won de Amsterdam begin november in China de e-Visionary Award. De award wordt jaarlijks uitgereikt door de World Electric Vehicle Association (WEVA). Winnaars van de prijs zijn volgens de jury ‘een lichtend voorbeeld’. Ze onderkennen de voordelen van elektrisch rijden als het gaat om luchtkwaliteit, de gezondheid van burgers en de CO2-footprint van hun steden. Gemotoriseerd verkeer is een van de grootste veroorzakers van luchtvervuiling in Amsterdam. Vooral kleine stadsritten met auto’s, bestelbussen, taxi’s en brommers veroorzaken veel schadelijke uitstoot. De gemeente geeft de komende jaren daarom een stevige impuls aan elektrisch vervoer. Het plan ‘Amsterdam Elektrisch’ kent een aantal belangrijke pijlers. Ten eerste kunnen ondernemers kunnen subsidie aanvragen als zij overstappen op elektrische personen-, bestel- of vrachtauto’s. De subsidie bedraagt maximaal vijftig procent van de meerkosten van een elektrische auto, in totaal is drie miljoen euro gereserveerd voor de regeling. Verder mogen particulieren die een elektrische auto aanschaffen gratis opladen parkeren tot en met maart 2012. Uit de oplaadpunten komt overigens groene stroom. Stroomstoot Op haar beurt wil Rotterdam via het programma ‘Stroomstoot’ binnen nu en vier jaar duizend elektrische voertuigen in haar stad hebben rondrijen. In 2025 moet dat er 200.000 in de hele regio zijn. De gemeente presenteerde in het najaar van 2009 de ambitie van het programma. Sinds de
start van Stroomstoot heeft Rotterdam ingezet op gratis parkeervergunningen voor elektrisch vervoer, sponsoring van oplaadpunten en oplaadpunten in fietsenstallingen en parkeergarages. Het accent ligt op service- en bestelverkeer en kleinschalig openbaar vervoer in Rotterdam Centrum. De planning van Stroomstoot kan met recht ‘strak’ genoemd worden. De periode tot en met 2011 heeft Rotterdam ingeruimd voor de aanleg van laadpunten in fietsenstallingen. Bovendien is de gemeente inmiddels gestart met diverse innovatieve projecten. In de jaren die volgen tot en met 2014 staat het vergroten van de laadinfrastructuur voor elektrische auto’s, het verstrekken van gratis parkeervergunningen voor een jaar en het uitrusten van parkeergarages met laadvoorzieningen op het programma. Rotterdam wil voor het einde van dit jaar minimaal duizend elektrische voertuigen op de weg hebben die bovendien worden geladen met duurzame energie. Het college dat in 2015 aantreed wordt tenslotte verantwoordelijk voor het bevorderen van de schaalgrootte, om zo toe te werken naar uiteindelijk 200.000 elektrische voertuigen in 2025. Hoe dit wordt ingevuld hangt af van de ontwikkelingen in de komende jaren. In totaal is in ieder geval ruim 1,4 miljoen euro beschikbaar voor Stroomstoot. De eerste successen zijn inmiddels ook al zichtbaar. Zo werden elektrische veegmachines, elektrische scooters in het gemeentelijke wagenpark en een elektrische shuttlebus in gebruik genomen. Bovendien vinden twee van de tien nationale proeftuinen die onder het vorige kabinet door het ministerie van Verkeer en Waterstaat geïnitieerd zijn, plaats in Rotterdam. Nieuwste wapenfeit in de Rotterdamse strijd naar de elektrische auto, is de totstandkoming van een subsidieregeling voor het realiseren van oplaadpunten op eigen terrein. Deze regeling maakt de Rotterdamse wethouder Alexandra van Huffelen bekend tijdens Ecomobiel. De subsidie die beschikbaar gesteld wordt, levert een bijdrage in de kosten voor de aanschaf van een oplaadfaciliteit tot een maximum van duizend euro. Bovendien worden eenmalig
de jaarlijkse duurzame stroomkosten à vierhonderdvijftig euro vergoed. De regeling is toereikend voor minimaal honderd aanvragen. Noord-Nederland Ondertussen worden ook in het noorden van Nederland strategische allianties rond elektrisch rijden gesloten geworden. Zo zetten de provincie Friesland, de ontwikkelingsmaatschappij NOM, de gemeente Leeuwarden, energiebedrijf Essent, netwerkbedrijf Alliander, Energy Valley, ProRail, Stifting Elektrysk Farre Frylân en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden hun handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst. De zes willen meer auto’s, fietsen, boten en scooters op stroom laten rijden en varen. Ook moeten er meer oplaadpunten komen. In totaal investeren zijn gezamenlijk één miljoen euro. Langs deze weg hopen de partners eind 2012 rijden vijfhonderd elektrische
auto’s zevenhonderd elektrische boten in Friesland in het veld te hebben. Daarnaast moeten dan ook achthonderd oplaadpunten operationeel zijn. Door aankoop van eigen auto’s, aanleg van een infrastructuur en acties met proefritten moeten de doelen bereikt worden. Kinderschoenen Overigens heeft Friesland samen met de provincies Groningen en Drenthe in het ‘100.000-voertuigenplan’ de ambitie uitgesproken om in 2015 in Noord-Nederland 100.000 voertuigen op duurzame transportbrandstoffen – zoals elektriciteit en groen gas – te laten rijden. Friesland is nu al de grootste proeftuin voor elektrisch varen. In 2009 startte de provincie met een subsidieregeling voor elektrisch varen. Deze werd afgelopen zomer verlengd tot en met augustus 2011. De regeling is bedoeld voor het installeren van een elektrische motor in een nieuwe boot. Ook het vervangen
van een verbrandingsmotor door een elektrische motor komt in aanmerking. Inmiddels zijn 88 boten omgebouwd en is nog honderdduizend euro subsidie beschikbaar. Uiteindelijk wil Friesland in 2015 drieduizend elektrisch aangedreven boten in haar provincie herbergen. ‘Elektrisch varen staat nog in de kinderschoenen’, vertelt de Friese gedeputeerde Jannewietske de Vries. ‘Wij zetten in op kennisontwikkeling en innovatie. Samen met Friese bedrijven, de Stifting Elektrysk Farre Fryslân en de onderwijsinstellingen kunnen we koploper worden voor elektrisch varen. De eerste stappen zijn gezet met het realiseren van elektrische oplaadpunten met krachtstroom in Sneek. Bovendien ontwikkelen we exclusief voor elektrische boten twee vaarroutes. Deze routes zijn dus niet toegankelijk voor boten die varen op de huidige fossiele brandstoffen. Een mooie gelegenheid om Fryslân op weer een nieuwe, fluisterstille, manier te ervaren.’
39
Inform your relations on a unique manner… www.egmedia.nl
Duurzame energie ontstaat aan de grens tussen Nederland en Duitsland: wetenschaps- en bedrijvenpark Avantis! Wij zijn een grensoverschrijdend park, waar ontwikkeling van schone energie een belangrijk thema is. Bedrijven die zich richten op de ontwikkeling van innovatieve energievoorzieningen, bieden wij de ruimte en de faciliteiten om verder te groeien. Gerenommeerde bedrijven - zoals Solland Solar Energy bv - vinden bij ons synergie en partnerschap met andere bedrijven. Op deze grens ervaren bedrijven de vele voordelen van grenzeloos ondernemerschap. Bent u geïnteresseerd in onze grenzeloze energie?
Kijk op www.avantis.org
M2i is an international innovation program based on a partnership between industry, academia and Dutch government. M2i is organising research to develop and apply new and improved materials. By putting emphasis on valorisation M2i ensures that the results are being applied in practice. The aim is both to enable the realisation of societal themes and to help industries to increase the turnover in various market segmets. M2i is growing fast and interested industries and academia are invited to contact us to discuss future plans. Special programs are in place for SME’s.
For more information visit our website www.m2i.nl
E-Mobility Activiteitenkalender 7-8 december 2010 – Future of Electric Vehicles USA 2010 – San Jose, Verenigde Staten Deze conferentie en beurs brengt alle nieuwste industriële en commerciële ontwikkelingen rond elektrische voertuigen in de Verenigde Staten in beeld. www.IDTechEx.com/evUSA
9 december 2010 – ATC Workshop ‘Sustainable Production’ – Automotive House, Helmond Het Automotive Technology Centre (ATC) organiseert een workshop op het gebied van duurzame productiemethoden. www.atcentre.nl
19-21 januari 2011 – SuperGrid: Transmitting Energy Overseas – London, Verenigd Koninkrijk Technologie-event waarbij smart grid-experts bijeenkomen om de laatste ontwikkelingen en technologische innovaties te bespreken en kennis te delen om energie ‘overzees’ te transporteren. worldconferences.co.uk
24 januari 2011 – HTAS-Themabijeenkomst Light Constructions – Fontijne Grotnes, Vlaardingen Themabijeenkomst van het nationale innovatieprogramma High Tech Automotive Systems, het programma bestaat deels uit presentaties van lopende en nieuwe projecten en deels uit lezingen van externe experts over carbon fibre technology. www.htas.nl
24-28 januari 2011 – Advanced Automotive Battery Conference – Pasadena, Verenigde Staten Congres waar autofabrikanten en toeleveranciers bijeenkomen om de laatste ontwikkelingen rond energieopslagtechnologie voor de groeiende markt van hybride en elektrische voertuigen te bespreken. www.advancedautobat.com
26-29 januari 2011– Electric Vehicle Asia – Kowloon Shangri-La, Hong Kong Deze conferentie en beurs brengt alle nieuwste industriële en commerciële ontwikkelingen rond elektrische voertuigen in Azië in beeld. www.ibc-asia.com
1-2 februari 2011 – Slimme Energie Infrastructuur – Van der Valk Hotel, Breukelen
Tweedaagse conferentie waarbij een overzicht geboden wordt van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van smart grids in Nederland en wereldwijd. www.iir.nl
29-31 maart 2011 – 3e Electric Vehicle Battery Forum – Brussel, België
Met meer dan veertig sprekers schetst deze derde editie van dit batterijcongres een beeld van de wereldwijde batterijmarkt. www.evbatteryforum.com
Uw evenement op de E-Mobility Activiteitenkalender? Stuur een e-mail naar
[email protected]
41
E-Mobility Register
COLOFON
Door uw bedrijf en bedrijfsactiviteiten op te laten nemen in het E-Mobility Register wordt u voor slechts 500 euro per jaar ieder kwartaal onder de aandacht gebracht bij duizenden elektrisch rijden professionals, van autofabrikanten, tot it-bedrijven, materialenleveranciers, financiële instellingen, onderzoekers en investeerders. Vul het ‘E-Mobility Register’ formulier digitaal in via www.e-mobilitymagazine.nl/industrieregister
Jaargang 1 – Nr. 1 december 2010 E-Mobility is een onafhankelijk vakblad over elektrisch rijden en verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 5.000 exemplaren. Uitgever & Hoofdredacteur Edwin Gelissen-Van Gastel (EG Media) (E).
[email protected] Vormgeving Bette van Loenen (EG Media) (E).
[email protected]
N.V. BOM Ontwikkelingsmaatschappij van de provincie Noord-Brabant Goirleseweg 15, 5026 PB Tilburg T. 088-8311120 / I. www.bom.nl
Automotive Technology Centre clusterorganisatie voor de automotive industrie P.O. Box 1015, 5700 MC Helmond T. 0492-562500 / I. www.atcentre.nl
Fotografie Vincent Knoops, Bettina Traas en Robert van den Berge Columnisten Eric Beers, Frank Verhulst, Maarten Steinbuch en Henk Nijmeijer Druk Roto Smeets
HTAS Innovatieprogramma voor de automotive industrie P.O. Box 1015, 5700 MC Helmond T. 0492-562500 / I. www.htas.nl
High Tech Automotive Campus P.O. Box 1015, 5700 MC Helmond T. 0492-562500 / I. www.htacampus.nl
Abonnementen & Advertenties www.emobilitymagazine.nl of
[email protected] Redactieadviesraadleden Martijn Bongaerts (Netbeheer Nederland), Anton Wolthuis (HTAS), Martin van Besouw (ATC) en Bob Bouhuijs (BOM)
Netbeheer Nederland brancheorganisatie van regionale en landelijke netbeheerders Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem T. 026-3569500 / www.netbeheernederland.nl
Driessen Autogroep Pietersbergweg 29, 5628 BS Eindhoven T. 040-2646560 / www.driessenautogroep.nl
© EG Media 2010 - Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Redactie en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventueel in deze uitgave voorkomende onjuistheden.
42
Word partner of ambassadeur van E-Mobility en ontvang jaarlijks:
Partnerpakket - 5070 euro Vier hele pagina’s advertentie ter waarde van 6760 euro Vier keer per jaar vermelding in het E-Mobility Register ter waarde van 500 euro Per editie 50 extra exemplaren van E-Mobility Plaatsing bedrijfslogo in het colofon onder de rubriek ‘partners’
Ambassadeurspakket - 3040 euro Vier halve pagina’s advertentie ter waarde van 3800 euro Vier keer per jaar vermelding in het E-Mobility Register ter waarde van 500 euro Per editie 25 extra exemplaren van E-Mobility Plaatsing bedrijfslogo in het colofon onder de rubriek ‘Ambassadeurs’
Bedrijvig voor Brabant Kansen creëren voor Brabant, door het versterken van duurzame economische groei en innovatiekracht. Dat is in enkele woorden de missie van de N.V. Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). De BOM geeft bedrijven de ondersteuning die ze écht verder helpt. Door te organiseren en te participeren. Bovendien deelt de BOM kennis en ervaring met gemeenten en andere organisaties, zodat gezamenlijk wordt gebouwd aan een vruchtbaar vestigings- en investeringsklimaat. De BOM heeft vier kerntaken: - Investeringsbevordering: het werven en verankeren van (buitenlandse) bedrijven; - Participatie en beheer: verstrekken van risicodragend kapitaal, onder andere aan startende bedrijven; - Ontwikkeling en innovatie: bundeling van innovatieve krachten en stimuleren van nieuwe bedrijvigheid; - Herstructurering van bedrijventerreinen: het creëren van ruimte voor de Brabantse economie.
Meer weten over onze programma’s? Kijk dan op onze website, www.bom.nl, of neem contact op met onze programmamanagers, tel. (088) 83 111 51.
Meer informatie: N.V. Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Goirleseweg 15 Postbus 3240, 5003 DE Tilburg T (088) 83 111 20 F (088) 83 111 21 E
[email protected] I www.bom.nl
DE KRACHT VAN BRABANT: KENNIS EN LEF Volgens het ministerie van Economische Zaken kunnen de regionale pieken in de Nederlandse economie ervoor zorgen dat we economisch gezien tot de wereldtop behoren. De BOM schaart zich volledig achter die uitspraak. Als we Brabant krachtig op de economische kaart willen zetten, moeten we investeren in wat ons onderscheidt van andere regio’s. De beleidsnota ‘Pieken in de Delta’ van het ministerie van Economische Zaken omschrijft hoe we in Nederland onze sterkste kanten nog beter kunnen benutten. De BOM zet zich volledig in om kansen te creëren en ruimte te scheppen voor innovatie en groei in Brabant c.q. Zuid-Nederland. Want dat is de kracht van Brabant: een hoogwaardig kennisniveau en het lef om daadwerkelijk te vernieuwen. NUMMER ÉÉN IN EUROPA De BOM is graag een aanjager in dat proces. Voor Zuidoost-Nederland draait het de komende jaren met name om drie technologievelden: hightech systemen en materialen, food & nutrition en life sciences & medische technologie. In Zuidwest-Nederland vormen de procesindustrie, met name maintenance en energie, en logistiek de sterke punten. Maar hoe ‘jagen we dan aan’, creëren we kansen en realiseren we vernieuwing? Door mensen samen te brengen, ervaringen te delen. Door te waarschuwen voor valkuilen, risico’s te nemen en soms ook financieel de helpende hand te reiken. Onze programma’s sluiten aan bij landelijke en provinciale doelstellingen, zodat we innovatie in Brabant en Zuid-Nederland als geheel krachtig kunnen stimuleren, in samenwerking met partners als NV Rewin West-Brabant, NV Economische Impuls Zeeland, NV Industriebank LIOF, NV Rede en Syntens. Het is onze ambitie om de nummer één regio in Europa te worden en te blijven. Dat doen we door een slimme verbinding van de procesindustrie en logistiek te realiseren en de keten ‘Kennis-kunde-kassa’ zo goed mogelijk in te richten en te benutten.