•£H
m:
Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond
81
10
R. Meischke Het Amsterdamse fabrieksambt 1595-1625
end
123
vanV.
125
Monumentenzorg Vereniging Open Monumenten-i.o. Cultuurhistorisch toerisme Gouda. Rattentoren toont middeleeuws Roermond. in
127
vande
Signalementen
DJ.de
dr.i
dr.
dr.
dr.M
Redactie prof. Bock, C.M.J.M, Heuvel, prof. drs. H.L. Janssen, dr. E. de Jong, prof. dr. A.J.J. Mekking, prof. dr. K.A. Ottenheym (hoofdredacteur), drs. H. Sarfatij, prof. E.R.M. Taverne, prof. C.L. Temminck Groll, prof. dr. ir. F.W. van Voorden, drs. ing. Vries (eindredacteur).
op
Publikaties Reactie Kuyper artikel Schmidt (1992): De deugden van het Huis Cardinaal te Groningen
vanW.
het
de
Bulletin Tweemaandelijks tijdschrift van de KNOB, tevens orgaan van Rijksdienst voor Monumentenzorg Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek.
van
17
Beschermvrouwe H.K.H. Prinses Juiiana.
de
Chris Kolman en Ronald Stenvert Nieuwe vormen traditionele bouw: het Vleeshuis te Kampen in het midden van de 16de eeuw en
Opgericht januari 1899
INHOUD
in
het
Kopij voor Bulletin: Gaarne t.a.v. de eindredacteur RDMZ Postbus 1001 3700 BA Zeist
Archeologie 128 Opgravingen in park Valkenberg. Archeologische afdeling Abdij van Middelburg. Stadsarcheologen Leiden en Deventer? Karolingische Burg Oost-Souburg. Kijk op keien. Archeologie Noord-Nederland onderzocht. Nationaal archeologisch themapark ARCHEON geopend. Dendrochronologische service RING. Archeologie Amsterdam. KNOB
en
R.
Dr.
131
Summaries
13
Archeologisch Informatie Centrum Riemer Knoop Drs. Birre B. Walvis
Auteurs en
Lay-out vormgeving Walburg Pers.
Summaries Mevr. drs. V.J.M.W. Vrijman.
51
Abonnementen Bureau KNOB, Mariaplaats 3511 LM Utrecht tel. 030-321756 ƒ
en
nog
Losse nummers voor zover verkrijgbaar ƒ15,— Abonnement lidmaatschap KNOB: 75,—; ƒ 50,— (tot 27 jr); ƒ 125,— (instelling etc.).
Opzeggingen voor l december van het jaar.
AE
Druk Walburg Druk Postbus 222 7200 Zutphen tel. 05750-41522.
ISSN 0166-0470
Afbeelding omslag: Huis Bartolotti, Herengracht 170-172 in Amsterdam, 1617 (geveltop gereconstrueerd 1969-'7I) BULLETIN KNOB Jaargang 93, 1994, nummer 3
132
en
Nieuwe vormen traditionele bouw: Het Vleeshuis te Kampen in het midden van de 16de eeuw Chris Kolman en Ronald Stenvert
die
mochten brengen 'in den vleyschuus', noch op straat vóór het gebouw.4 In andere 14de-eeuwse keuren voor de
Kamper vleeshouwers wordt eveneens melding gemaakt inhet
in
ofdienu
Opde
ofen
en
en
van 'huus' 'halle'. 5 handel rund-, schape- varkensvlees, plaatsvond
oudf
endat
dat
ofp
Vleeshuis straat, hielden twee stadsbeambten toezicht. Deze 'vleyschmeysters' moesten erop toezien slacht ordelijk verliep burgers geen slecht vlees aangeboden kregen. 6
het
De
of
de
Hetis
banken vleeshal. 7 echter vraag inde
vande
ande
die
De
vanhet
de
metn
en
Niet alle Kamper vleeshouwers konden verkoopplek in het Vleeshuis bemachtigen. Een keur uit 1408 bepaalde dat zij moesten loten om de beschikbare banken. geen geluk had, moest zich tevreden stellen bank buiten hal. vleeshouwers huurden Vleeshuis stadsbestuur. 'huyshuere' werd hoofdelijk omgeslagen over allen meededen verloting
de
ok
deze gezamenlijke financiële verplichting betekende dat er in het begin van de 15de eeuw een formeel erkend
vleeshouwersgilde bestond. uithe
wein
Een beschrijving van de lokatie van het oudste Kamper Vleeshuis vinden transportacte midden
van de 15de eeuw. In 1455 verkochten Boelman Putte en zijn vrouw Geertruut aan Bernt Jacobsz een huis 'gelegen
lag
Het
in der Olderstraten, geheten dat olde vleischuus, tusschen Gheyenstege ende Wessel backer'. Vleeshuis dus vanouds op Oudestraat 117, op de hoek van de Melksteeg, die toen nog de 'Gheyenstege' heette (afb. 3, nr. die
kanu
Zo
andem
datzijhun
verkopen, maar koopwaar niet
l). 8 Het gebouw was in 1455 al geruime tijd in particulie-
vandaar sprak over 'dat olde vleischuus'. 9 In verschillende voorschriften jaren
15de eeuw wordt melding gemaakt van een 'vleischuus'. 10 In die tijd was het pand op de hoek van de Melk-
'60vande
uitde
datmen
de
re handen en niet meer als stedelijke vleeshal in gebruik;
end
er
vandit
wed
steeg particulier bezit, moeten lokatie dus
an
vande
de
danok
en
vanhet
Dat
als
enht
an
het
vanhet
de de
dat
het
De vroegste aanwijzing voor het bestaan van een Vleeshuis in Kampen dateert uit het midden van de 14de eeuw. In 1347 bepaalde stadsbestuur vleeshouwers niet het Kamper burgerrecht bezaten wel vlees mochten
de
hetar-
Een
van
het
vanhetg-
omde
Eris
top
ofdathe
te
om
gafop
nogals
dathe
Vleeshuis'. Dit huis, Oudestraat 119, werd in 1939 ingrijpend gerestaureerd. De metamorfose die de 16de-eeuwse gevel daarbij onderging, baarde zoveel opzien veertig jaar later uitgangspunt diende voor tikel: 'Monumentenzorg en restauratie: waar zijn we mee bezig?'. En inderdaad, de verbluffende gedaanteverandering van een 'wat vreemde, afgeknotte topgevel' (afb. 1) tot een 'stralende renaissancegevel anno 1596' (afb. 2) zich voldoende aanleiding over wezen de moderne monumentenzorg filosoferen.2 dergelijke ingrijpende restauratie leidt immers onvermijdelijk tot de vraag of het pand een oninteressante curiositeit is geworden, zijn architectuurhistorische waarde zekere hoogte heeft behouden. alle aanleiding geschiedenis bouw en de gevel opnieuw te beschrijven en onder de aandacht te brengen. Recent historisch onderzoek heeft belangrijke gegevens opgeleverd over bouwgeschiedenis pand gebruik ervan Vleeshuis. kan nu worden aangetoond dat het bouwjaar van de gevel niet 1596 is, zoals op de top te lezen valt, maar dat de gevel enkele decennia eerder is gebouwd. Er is al meer geopperd dat het bouwjaar naar het midden van de 16de eeuw zou moeten worden verschoven, maar daarbij ontbrak steeds concreet bewijs. 3 bewijs worden geleverd. Bovendien hebben de bronnen de naam van de steenhouwer van de gevel prijs gegeven. Met de nieuwe historische gegevens als uitgangspunt moet ook architectuurhistorische betekenis Oude Vleeshuis worden herzien kunnen nieuwe kanttekeningen bij de restauratie van 1939 worden geplaatst. In dit artikel komen achtereenvolgens bod: geschiedenis van het Kamper Vleeshuis in de late middeleeuwen en 16de eeuw, architectuur gevel restauratie van 1939.
I. De bouwgeschiedenis van het Vleeshuis
Wie
Ou-
be-
vande
inde
vanhet
isde
de
In Kamper binnenstad zijn twee historische natuurstenen gevels prominent zichtbaar. Wellicht het meest bekend gevel zogeheten 'Gotische huis', destraat 158, daterend van omstreeks 1500.' Aan dezelfde straat, maar meer richting Bovenkerk, vindt zich de renaissancegevel van het zogeheten 'Oude
nieuwe Vleeshuis elders zoeken. In de 16de eeuw was het Vleeshuis gevestigd op Oudestraat 119, direct naast de PAGINA'S 81-99
?!_
_ _
BULLfiTIN IC]^OB_J_9_9423
Afb. l. Kampen, het 'Olde. Vleixhuus', Oudestraat 119, mei gevel uit 1557 vóór restauratie in 1939 (foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, 1923).
BULLB1TN_ K^O£_12S4lJ_____
4/6, 2, Kampen, het Oude Vleeshuis, Oudestraat 119, na restauratie in 1939 (foto Rijksdienst voorde Monumentenzorg, Zeist, 1960).
_83
84
BULLETIN KNOB I994~3
washet
Als
meters breder en aan drie zijden toegankelijk zijn geweest. verkoopcentrum 16de-eeuwse gebouw dus minder ruim van opzet. Het is mogelijk dat het nieuwe Vleeshuis meer belang had als plaats van toezicht en vergaderplaats of gildehuis
dan als verkoopplek voor een groot aantal vleeshouwers.
opde
enid
Zij
vande
van
de
was
Het
de
ophun
danok
vandt
Inhet
laatste kwart 15de eeuw eerste helft van de 16de eeuw waren de vleeshouwers verenigd in een gilde. Dit gilde stond onder leiding van de twee 'ghildemeysters vleischuys'. hielden toezicht vleeshandel van de gildebroeders. Vanaf 1512 werden de gildemeesters 'koermeisters' genoemd. 14 Deze keurmeesters stonden beurt weer onder toezicht van stadsbeambten, 'visch ende vleysmeysters'. 15 vleeshouwersgilde niet enige gebruiker
het Vleeshuis. Het stadsbestuur verhuurde de zolder van het gebouw aan particulieren; als opslagruimte voor hanIn
vleyschhuus' gaan terug 1486. eerste instanto
neopt
delswaar. De afrekeningen van de huur voor 'der stat boetie verhuurde de stad één zolder of 'boene', maar vanaf 1511 is er sprake van twee 'boenen'. 16 Voortaan werd vermoedelijk niet alleen de zolder, maar ook de verdie-
ping als opslagruimte verhuurd. Dat laatste was aan het bijde
opt
de
De
ge-
die
.
4)
het
ter
de
en
de
van
V
en
van
de
per
bo-
en
gafhet
vande
an
Als
zekerheid. gevolg onrust stadsbestuur werkzaamheden stadsmuur poorten prioriteit
ven het onderhoud van andere stedelijke gebouwen. Na
de
inde
vrede Venlo 1543 keerde Usselstreek in
wasdit
en
vande
enht
dien
De
viade
Vleeshuis alleen smalle voor- achterzijde toegankelijk. vleeshal 14de begin 15de eeuw op Oudestraat 117 was gevestigd, moet enkele
In de eerste helft van de 16de eeuw werd de Usselstreek geteisterd door gevechtshandelingen in de machtsstrijd tussen hertog Gelre keizer Karel over landsheerlijke rechten op het hertogdom Gelre. De Kameconomie, vanouds sterk afhankelijk handel scheepvaart, ondervond grote hinder van de politieke on-
van
Aande
toande
inde
de
(afb. 2). 13 Door ingeklemde positie
De verbouwing van het Vleeshuis in 1557
de
ensom
vande
endi
het
vande
dat
het
en
per
de
In het laatste kwart van de 15de eeuw moet de stadsvleeshal zijn ingericht op Oudestraat 119. Vanaf 1482 huurden vleeshouwers Vleeshuis stad voor van herenpond jaar betalingen lopen door tot in de 16de eeuw. 12 Uit diverse transportacten blijkt dat het Vleeshuis toen lag tussen de huizen 'de Rave' (nr. 121) 'die Clocke' (nr. 117, hoek Melksteeg). achterzijde reikte perceel Warmoesmarkt, zoals deel Voorstraat tijd werd genoemd 54
1557 noteerden stadscameraars geen inkomsten:
'want die stat 't fleyshuys dyt jaer an sich beholden hefft'.20 Er waren plannen in de maak voor een grondige
verbouwing.
Het Vleeshuis op Oudestraat 119
3,nr.
okhet
vande
van
de
dus
vande
enht
vande
de Raad uit de verdiepingsvensters van het Richthuis (Oudestraat afkondigingen wilde voorlezen, moest huurder 'onderste boene voir vynsteren' ontruimen.17 Na 1540 droeg het vleeshouwersgilde geen huur meer af voor het Vleeshuis. Vanaf die tijd ontbreken in de stedelijke administratie ook de namen van de keurmeesters. 18 Het is dus heel goed mogelijk dat het gilde in moeilijkheden verkeerde en dat de vleeshouwers geen kans zagen gezamenlijk de huur op te brengen. In 1546 en 1547 werd gebouw 'den vleyshouwers voor nyet gont', gratis beschikking gesteld. 19 zolders bleven tot 1556 overigens nog wel apart verhuurd. In dat jaar
ok
inhet
oudste vleeshal, maar midden 15de eeuw was het pand op dat perceel nog in gebruik als bakkerij en woonhuis." De lokatie van het tweede Vleeshuis van Kampen is dus niet bekend en kan met de bewaard gebleven archivalia vermoedelijk niet meer worden achterhaald.
huur 'der stat twee boenen Rychthuis'. Wanneer
eni
uit
van
inde
van
3.
Afl>. Detail stadsplattegrond Kampen 1598 (kopergravure van Paul ötenwael: Gemeentearchief Kampen), waarop de gelokaliseerde Vleeshuizen Kampen zijn weergegeven: 1. Oudestraal 117, Vleeshuis 14de begin 15de eeuw 2. Oudestraat 119. Vleeshuis van het laatste kwart van de 15de eeuw tot 1593 3. Botermarkt, Vleeshuis vanaf 1593 lot midden 17de eeuw Ter oriëntatie: 4. Broederkerk, 5 Raadhuis.
eind 15de eeuw namelijk geval ver-
rust terug. De grote schuldenlast die de Kamper bijdrage
B U L L E T I N K N O B 1994-3
en
de
het
Inde
was
het Raadhuis, januari 1543 uitgebrand. datin
jaren daarna volgden verbouwingen van de pastorie bij de Bovenkerk, de Latijnse School en het Soete-Naeme-Jhesus-weeshuis; en verder de bouw van de 'Nije Camer' en
metn
van
vane
van
metd
te
en
gen bouwprojecten, beginnen herbouw
we
Tussen 1543 en het uitbreken van de Opstand in 1568 ondernam Kamper overheid hele reeks verbouwin-
ande
ken voor het wegwerken van achterstallig onderhoud.
werkte stadsmetselaar Hans Venlo werk-
ploeg van metselaars en steenhouwers aan de gevel.27 Het is de vraag of de nieuwe achtergevel op exact dezelfde plaats werd gebouwd als de oude, of dat het gebouw werd vergroot of verkleind. Ging het om een achtergevel voorhuis achtergevel Voorstraat? Over uiterlijk hebben eveneens weinig informatie, maar voor zover dat valt na te gaan, was het een bakstenen gevel met natuurstenen kruisvensters. De cameraars van de stad kochten de benodigde baksteen bij ofmen
mehad
met
de
aan oorlogshandelingen zich gebracht, werd geleidelijk afgelost. De Raad kon weer geld vrij ma-
men
ande
en
van
Hetis
inde
van
die
steenhouwers, Hans Venlo enkele weken
lang aan het werk had, ook nog andere natuurstenen gevelelementen hebben gemaakt. Hoe dan ook, in een afreande
kening augustus lezen '... gearbeyt achtergevel! van dat fleyshuys ... 't welcke hiermede vollendet is'.30 De achtergevel werd dus tussen 9 juli en 15 augustus 1557 gebouwd.
men
vande
Metd
de timmerman maakte, hield ook verband met deze verlaging van de vloeren.24 De 'boonen' werden na de verbouwing niet meer verhuurd en het lijkt dus niet aannemelijk dat men meer opslagruimte in het gebouw wilde maken. verandering vloerniveaus beoogde
in
vande
isde
date
Hetwasin
van
inde
(89he-
50
en
De
Raad buiten Kampen bij een meester-steenhouwer een geheel natuurstenen gevel bestelde. 32 gegevens stedelijke rekeningen leiden echter niet naar maker buiten Kampen. De bouw van 'den voergevel van't fleyschuys' werd namelijk voor Philipsgulden renpond) aangenomen door de Kamper steenhouwer Lambert Stuurman. Het enige wat we buiten de aanneemsom over deze aanbesteding weten, is dat Lambert contractueel verplicht kalk voor werk leveren. 33 te
om "... die gaten van den gesuncken balckens van beyden boonen wederom te stoppen'. 23 De nieuwe wenteltrap die
heimer zandsteen.31 principe mogelijk
het
gelegd. Metselaar Berent moest de oude balkgaten in de bouwmuren met bakstenen opvullen. Hij kreeg opdracht
interessantste onderdeel ingrijpende verbouwing Vleeshuis nieuwe voorgevel Bent-
wasde
en
an
end
De
vane
ren voor 'beyde gevelen' leveren. Metselaar Berent nam het leggen nieuwe dakbedekking voor bedrag van 30 herenpond.22 verdiepingsvloer zoldervloer werden lager
nieuwe voorgevel
vanhet
21
Het
Voor een bedrag van 80 herenpond zou hij de zolders repareren, een wenteltrap maken en houten luiken en deu-
De
an
Inhet
werden geheel vernieuwd. gebouw werkte vooral aan de verdieping en de zolder. Er zijn geen aanwijzingen voor ingrijpende veranderingen aan de verkoopruimte op de begane grond. Het timmerwerk bij de verbouwing werd aanbesteed timmerman Herman.
len werden door stadsmetselaar Hans Venlo zijn ploeg gevel geplaatst. echter niet uitgesloten
we:
alsde
de
in
het
Het Vleeshuis werd in 1557 aangepakt. De Kamper Raad wilde gebouw weer goede bouwkundige staat brengen en het als centrum van de Kamper vleeshandel nieuw leven inblazen. Zowel voor- achtergevel
van15
van
ine
op
stadsweiden. De verbouwing van het Vleeshuis stond dus niet zichzelf, maar vond plaats periode verhoogde stedelijke bouwactiviteit.
date
end
aanleg van enkele nieuwe sluizen in de dijken rondom de
en
wercx', natuurstenen lateien, dorpels stijlen voor kruisvensters. Bij de afrekening van deze leverantie staat: 'gecomen achtergevel van't fleyshuys'. 29 De door Lambert Stuurman geleverde vensteronderdedus
ten, zoals aanleg nieuwe Buitenhaven vande
handelaar Jacop Coppen.28 Steenhouwer en natuursteenhandelaar Lambert Stuurman leverde 'vijff vinster cruys-
de
de verhoging van de toren van de Bovenkerk. Het stadsbestuur ondernam ook diverse waterbouwkundige projec-
De cameraars verrekenden de benodigde natuursteen
ricxz. afrekening vermeldt lading totaal 33 voet steen betrof, die voor een prijs van 43/4 stuiver voet werd gekocht. Deze lading gebruikt voor de gevel: 'gecomen an den voergevel van't fleyschuys'. 34 Het is onduidelijk wat precies met 'stortsels' werd bedoeld. Waarschijnlijk ging het om reeds bewerkte natuurstenen onderdelen voor de gevel. 35 Daarnaast leverde Lambert Stuurman voor Vleeshuis voet gekantrechte blokken ('blucksteens'). blokken werden door de cameraars gekocht voor een prijs van Die
nog
is
vani
dathen
endmth
De
per
het
vande
De
isde
Even verderop in de rekening staat echter wel: 'Item den IXen july eerste steen gelecht nijen gevell achter ant fleyshuys. Nae older gewoonten den meyster gegeven silver ende golt'. meester-metselaar ontving ter gelegenheid van de eerste steen een Rijdergulden (goud) en vier Brabantse stuivers (zilver).26 Vanaf 9 juli
vier stuiver voet.36 per
vanhet
gaat, noch welke werkzaamheden worden uitgevoerd.
135
en
de
hijmet
of
In
ofmde
huys'. 25 De rekening vermeldt niet of het om de oude voorgevel oude achtergevel gebouw
dus
Venlo. april 1557 werkte twee gezellen
opperknecht twee dagen 'an den olden gevel van't fleys-
De
Lambert Stuurman ging naar Deventer voor de aanschaf van 'dry stortsels' steen bij handelaar Joost Hen-
als
Het werk aan de achtergevel van het Vleeshuis werd uitgevoerd onder leiding van stadsmetselaar Hans van
te
apart. aanneemsom betrof voornamelijk arbeidsloon voor Lambert werkende gezellen.
de
waarschijnlijk verdieping beter geschikt maken gildekamer vergaderruimte voor vleeshouwers.
86
B U L L E T I N K N O B 1994-3
ei-
het
dien
en
de
en
enhtl-
in
hun
van
en
van
-
-
en
de
vande
vande
de
enht
te
en
hijde
hadls
gen
en
anhet
'40en5vad
van
de
kon
de
In
inhet
'60
en
de
'70
dusokal
vande
'60enht
de
in
de
vanhet
in
dat
vanhet
konhijld
als
Als
vanhet
en
had
het
de
Inde
in
van
zo
dusnog
Ophet
opte
was
vande
de
en
te
ande
Datde
vanhet
de
van
het
de
ane
alsinhet
en
ane
vande
Wie was Lambert Stuurman, en wat was zijn positie in het bouwbedrijf van Kampen rond het midden van de 16de eeuw? In 1555 kocht hij het burgerschap van de stad.40 moment zijn werk Vleeshuis was Lambert niet lang Kampen gevestigd. Bij de afrekening van de aanneemsom werd hij 'jonge Lambert Stuurman' genoemd.41 Deze nadruk op zijn leeftijd niet overbodig. jaren 16de eeuw deed het stadsbestuur van Kampen zaken met natuursteenhandelaar Lambert Stuurman uit Zwolle.42 Waarschijnlijk was Lambert junior de zoon van deze Zwolse handelaar. Hij moet in het midden van de jaren '50 naar Kampen zijn gekomen om voor zichzelf een bedrijf zetten. Later, toen oude Lambert overleden was, kon men de toevoeging 'jonge' weglaten.43 Toen Lambert Stuurman burgerschap Kampen gekocht, worden metselaarsgilde zich ambachtsmeester vestigen. Binnen gilde werd hij drie keer tot gildemeester, dat wil zeggen bestuurder gilde, gekozen, namelijk 1557, 1563 1569.44 gildebroeder metselaarsgilde hij in Kampen werk aannemen als metselaar en als steenhouwer. Daarnaast was Lambert Stuurman lid van het Sint-Lucasgilde, waarin onder andere schilders, glazenmakers en de beeldenmakers waren verenigd. Van dit gilde werd hij in 1563 tot gildemeester gekozen.45 Lambert werkte Kampen beeldhouwer. In jaren begin jaren kreeg Lambert Stuurman diverse belangrijke opdrachten van het stadsbestuur. Zo maakte hij onder andere het gewelf van Broederbrug (1566), nieuwe kade langs Ussel (1568-1570) gewelf Raadhuis (1570).46 eerste helft jaren belegde Lambert Stuurman het met zijn bedrijf vergaarde geld onder andere in de aanschaf van twee huizen in de Buiten Nieuwstraat en
de
hetma-
an86
dat
de
van
van
ok
alhet
Lambert Stuurman: steenhouwer, handelaar bouwondernemer
van
het
Die
bijde
dathij
Het
vande
ons
dus
We
gendat
inhet
van Venlo stadsmetselaar leiding over zijn werkploeg, waarmee achtergevel bouwde, over andere arbeiders ambachtslieden daghuur aan het project meewerkten. Het werk dat werd aanbesteed, weten bouw voorgevel, timmerwerk zolders vernieuwen dakbedekking, werd door aannemers rechtstreeks opgeleverd aan de cameraars en de rentmeesters van de stad. Lamberts rol in de verbouwing van het Vleeshuis bleef beperkt tot: de bouw van de voorgevel, het namens de stad aanschaffen leveren natuursteen kalk, veren van onderdelen voor de natuurstenen kruisvensters van de achtergevel. De verschillende bij het project betrokken meesters Herman, Berent, Hans Venlo Lambert Stuurman konden taken onderling overleg op elkaar afstemmen, zonder dat daarvoor formeel een strikt éénhoofdige leiding nodig was. ande
van50
vande
uitde
was
an
de
vanhet
de
weop
hem
de
afte
de
vanhet
ande
Het
interessante afrekeningen natuursteenwerk is dat ze lijken te wijzen op een verandering in het bouwplan. Zoals gezegd, werd de bouw van de gevel aan Lambert Stuurman gegund voor prijs Philipsgulden, maar daarnaast ontving Lambert nog 24 Philipsgulden '... voor die verbeterschap des voerseyden gevels, soe hij denselven boven't inholt des contracts beter gelevert dan angenomen hadde'. 37 Deze aanzienlijke financiële aanvulling op de oorspronkelijke aanneemsom kan niet worden verklaard als een kleine verbetering van de in eerste instantie beoogde gevel. De aard van de 'verbeterschap' valt lezen afrekening tweelading natuursteen: '... waervan gemaect sijn ytlicke antiken cronamenten [=ornamenten] ende anders'. 38 Het lijkt er dus op dat de Raad eerst het herstel van de oude gevel voor ogen had, maar vlak vóór of tijdens de verbouwing besloot tot een nieuwe, prestigieuze gevel met renaissance-ornamentiek. Aan de laatste geciteerde tekst werd nog toegevoegd: '...'t welck niet anbesteet was'. zinsnede kunnen twee manieren interpreteren; ofwel maken ornamenten niet inbegrepen eerste aanbesteding werk Lambert Stuurman, ofwel ken van de nieuwe ornamenten was aan een ander gegund. In verband met het werk aan de voorgevel werd echter geen andere meester-steenhouwer betaald dan Lambert Stuurman, en hij kreeg een extra beloning voor 'verbeterschap' gevel. bedrag daarvoor ontving, stond ongeveer gelijk daglonen een meester (7 stuiver per dag), hetgeen voldoende lijkt voor het werk aan de ornamentale delen van de gevel. We moeten concluderen Lambert Stuurman maker is van de natuurstenen voorgevel van het Vleeshuis. kunnen vervolgens afvragen waarom stadsbestuur bij het verstrekken van de opdracht voor de gevel de stadsmetselaar van dat moment passeerde en juist voor Lambert Stuurman koos. Het lijkt zo voor de hand te ligbelangrijkste werkzaamheden stedelijk bouwwerk door de stadsmetselaar werden uitgevoerd. Van oudsher diende stadsmetselaar zowel vaardig zijn houwen natuursteen metselen van muurwerk. Hans Venlo oefende tijdens zijn aanstellingen als stadsmetselaar van Kampen (1554-1561 en 1571-1581) beide ambachten uit. 39 Raad toch Lambert Stuurman verkoos, had enerzijds te maken met het feit dat de stadsmetselaar steeds inzetbaar moest zijn voor lopende onderhouds- reparatiewerk stedelijke gebouwen. Hij was dus niet altijd beschikbaar voor tijdrovend werk rijk versierde gevel. Anderzijds was Lambert Stuurman vermoedelijk ook een capabeler steenhouwer, beter geschikt voor opdracht. Hoewel Lambert Stuurman het belangrijkste representatieve onderdeel verbouwing Vleeshuis voor zijn rekening nam, moeten we hem niet beschouwen als dé bouwmeester van het hele project, of zelfs als de enige leidinggevende op de bouwplaats. Meester Hans
BULLETIN KNOB 1994-3
was
van
met
die
Aande
hetin
de
vande
en
van
de
en
van
vande
de
De
Nole gemaakt.53
nieuwe renaissance-elementen werden doorgaans gecombineerd klassieke zuilenorden. Kennis over juiste gebruik van de orden ontstond echter pas gaandeweg; eerst via schetsen van kunstenaars en vroege Vitru-
Nederland de vroege renaissance zijn gaan noemen. Of, in de woorden van Vermeulen: 'een bonte wemeling van
het
vius-vertalingen, daarna door ordeboeken. In 1537 publiceerde Sebastiano Serlio eerste deel zijn architecvan
daarmee valt hij binnen de weerbarstige periode die we in
het
en
dusit
gevel Oude Vleeshuis dateert 1557, vanhet
De
met
vande
De
II. Nieuwe vormen: architectuur gevel de
van een nieuwe voorgevel, waarschijnlijk naar ontwerp
Noort. decoraties waren, mogelijk, door Colijn
en
de
Utrecht van drie middeleeuwse woonhuizen tot één stadhuis. Het meest rechtse huis werd in 1546-1547 voorzien van de meester-steenhouwer en architect Willem van
belangrijke, niet belangrijkste, aannemer van metsel- steenhouwerswerk. zo
enhti
aldn
dathijn
ishet
dat Lambert Stuurman een internationaal georiënteerd handelaar was. Verder duidelijk Kampen
Eénvade
als
ge-
ten
wen steen ende anders, als [Lambert Stuurman] ... bes toteynde sijns levens binnen Dannswijck gehandelt, sandt ende vercofft hefft'. 49 We kunnen dus vaststellen,
lijn Nole Pieter Coecke Aelst belangrijke rol. Door vestiging werkplaats Colijn Nole te Utrecht in 1543, vonden deze vormen direct hun naar Noordelijke Nederlanden werd Utrecht daar centrum renaissance. belangrijkste bouwopdrachten in die tijd was de verbouwing te vande
Zohadij
of
en
al
in
die
een zekere meester Bartholomeus Kistemaecker 'factoer' zorg droeg over '... allet gene, soe well van graeu-
verspreiding renaissancevormen speelden Antwerpse kunstenaars als Cornelis Floris, Cornelis Bos, Co-
en
Toen Lambert Stuurman in 1572 overleed, had hij een
onderneming waarvan we slechts de contouren kennen, maar zijn indrukwekkend genoeg. bijvoorbeeld Danzig handelsfiliaal factorij, waar
van 1528 begonnen slot Fontainebleau.
bouw slot werkten Italianen Rosso Fiorentini, Primaticcio, en in 1541 ook Serlio, mee. Bij de verdere
de
zijn geweest.
van Fran9ois I (1475-1547). De meeste invloed ging uit
de
inde
bij
gen steenhouwerswerkplaats annex materiaalopslag hebben gehad. Vanaf 1562-63 kunnen die werkplaats en opslag zijn huizen Buiten Nieuwstraat gevestigd
vandt
eni-
in
hetzelfde gebouw leverde hij de onderdelen voor de kruisvensters. Lambert Stuurman moet Kampen
de
hem in 1557 naar Deventer om de natuursteen voor de gevel van het Vleeshuis te kopen. Voor de achtergevel van
Italiaanse architecten.52 Pas na verloop van tijd drongen de renaissancevormen door tot gebouwen voor de stedelijke overheid. Een belangrijke impuls voor de verspreiding van de renaissancevormen benoorden de Alpen waren de paleizen
het
de
in
hijen
in
zijn komst Kampen zette handel natuursteen en andere materialen op.48 Niet voor niets zond Raad
en
In begin vooral hogere adel, nieuwe renaissancevormen binnenhaalde, niet bijbehorende humanistische ideeën dienst nemen
weg
na
Al
van
het
voor voorfinancieren grote opdrachten. snel
Via het werk van schilders als Van Scorel en Gossaert bereikten de eerste renaissancevormen rond 1510 ons land.
de
die
bouwondernemer tegen vaste bedragen opdrachten aannam, en die ook financieel draagkrachtig genoeg was
washet
en
was
vandie
metselaarsgilde tijd Lambert Stuurman
Vroege renaissance
het
een huis met hof aan de Sint-Nicolaasdijk bij Brunnepe.47 Meer dan andere ambachtsmeesters uit het Kamper
inhet
van
dit deel door Pieter Coecke Aelst Nederlands
vertaald en ging het een belangrijke rol in ons land spelen.54 Van het ordeboek van Serlio zouden in de loop der
adellijke gebouwen, maar ook voor stedelijke gebouwen de
om
De
uitde
opde
inde
die
af
en voor woonhuizen, speelde zich tegen achtergrond van een belangrijk architectonisch probleem: de spanning tussen klassieke vormen en traditionele bouw. Architecturale vormen, teruggingen tempelbouw oudheid, dienden hun plaats te krijgen in de gevels van (middeleeuwse) woonhuizen Lage Landen. klassieke orden moesten worden toegepast bij smalle, hoge gevels en hoogopgaande daken, terwijl zij oorspronkelijk waren bedoeld voor brede gevelfronten en vlakke dakhellingen. Na een korte periode van experimenteren, ontwikkelde zich vanaf 1565 meer vaste canon enmiof
bijhet
om
-nog
Inde
Op
-okin
klassieke orden aan de orde kwam. Twee jaar later werd
nog
teb-
de
en
of
Washijn
had
was
vanhet
dathij
het
vanhet
vande
De
en
isnu
de
en
en
dat
genvaht de
vande
tijd diverse drukken, maar vooral veel bewerkingen volgen. Het toepassen van de nieuwe vormen, niet enkel voor
het
naar ontwerp zelf gemaakt naar ontwerp door ander gemaakt. staat een renaissancegevel te ontwerpen? En zo ja, heeft hij daartoe voor gevel Vleeshuis opdracht gekreKamper stadsbestuur? deze punten geven archivalia geen duidelijke informatie. stedelijke rekening van 1557 is niets in te vinden over een ontwerp (patroon), noch over een bouwwerk dat op aandringen van de Raad moest worden nagevolgd. 51 De gevel biedt echter zijn gerestaureerde staat houvast na te gaan op welke voorbeelden Lambert Stuurman of de onbekende architect zich moet hebben gebaseerd maken van het ontwerp.
IV)
tuurtractaat (boek waarin enkel gebruik
en
kunstenaars, opdrachtgevers, bouw- beeldhouwwerken, waarin bepaalden groepeering nauwelijks speuren lijkt'. 50 maker gevel Kamper Vleeshuis weliswaar bekend, maar blijft vraag of Lambert Stuurman bij de bouw ervan werkte
88
BULLETIN K N O B I 9 9 4 - 3
vande
wat
en
topgevel schijnbaar rommelig gebruik orden. Ook de gevel van het Vleeshuis in Kampen wordt onder deze groep van vroege orde-gevels geschaard. Topgevel en pilasters
vande
desu-
vanpi-
In
we
1),dan
alsde
van
ande
de
in
de
datheom
opde
de
de
zalmen
towa
vande
en
De
en
en
vanDe
vande
okbijdevan
bijhet
de
an
vande
de
ern
65), Leiden (1596-98), Bolsward (1613-17) en Delft
(1618-20).63 Ook het al genoemde huis 'Cardinaal' in
Groningen (1559) heeft vergelijkbare Ionische kapitelen. an
te
Hetzelfde Ionische kapiteel eveneens vinden is
Het
van
van
met
dieg-
ishet
en
in
vande
te
van
1te
en
isdatvnhe
het
end
en
van
te
an
en
de
de
de
gevels zo goed mogelijk van klassieke vormgeving te voorzien. Hierbij speelden voorbeeldboeken Vredeman Vries belangrijke rol.55 In periode hier direct voorafgaand mogelijk twee soorten gevels onderscheiden; gevels speend bleven enige klassieke orden gevels orden-systeem. Voorbeelden gevels zonder orden zijn de Waag in Enkhuizen (1559), het St. Jansgasthuis te Hoorn (1563) Noordhavenpoort Zierikzee (1559). Orde-gevels gebouwd rond midden 16de eeuw hebben hier onze aandacht. Het meest sprekende voorbeeld 1559 gebouwde huis 'Cardinaal' Groningen. 56 Andere belangrijke voorbeelden zijn het uit 1558 daterende (in 1862 gesloopte) huis 'De Schuur' te Deventer (afb. 4)57, de gevel van het Karel V-huis in Zwolle (1571) Markt Culemborg (1549). zijn panden die opvallen door de vrij flauwe helling van de
de
in
'De
Afb.4. Deventer, huis Schuur', 1558, gesloopt 1862, naar tekening van B. Looman (foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist).
en
en
In
ishet
open
inte
Datde
ditnog
van
de
te
isdate
op.
de
de
de
Wanneer we de voorgevel van het Kamper Vleeshuis van vóór restauratie bekijken (afb. zien boven winkelpui drie rijen pilasters boven elkaar. eerste instantie valt zowel lengte opeenvolging lasters Volgens regels Vitruvius dient perpositie van orden van sterk naar slank te geschieden, dus: Dorisch, Ionisch, Corintisch. 58 Bij het Vleeshuis zien we echter Corintisch, Ionisch en Ionisch. En hoewel het duidelijk mascarons onderzijde Corintische pilasters daar oorspronkelijk niet hoorden, schijnen de onderste pilasters toch te lang, en die daarboven kort. Hoewel toepassing klassieke vormen eerste instantie niet juist lijkt, betekent niet een provinciaal ontwerp van een mindere architect of bouwmeester gaat, die de nieuwe vormen niet goed heeft begrepen.59 ontwerper gewerkt heeft vanuit toen bestaande kennis en beschikbare voorbeelden is een beter uitgangspunt. 60 Laten we daarom proberen na te gaan naar welk voorbeeld, of welke voorbeelden, de gevel van het Vleeshuis is gemaakt. Hiervoor is het nodig nader gaan aantal architectonische details. Interessant gebruik Ionische orde tweede verdieping. tegenstelling later gebruikelijk werd, bevindt zich op korte afstand onder het Ionische kapiteel met voluten een dunne 'band'. In de meeste voorbeeldboeken, zoals de ordeboeken van Vignola (1562), Palladio (1570) Scamozzi (1615), hier tevergeefs naar zoeken. Het blijkt echter kenmerkend voor de voorbeeldboeken uit de 'Serlio-familie'. Daarin worden twee varianten getoond om het Ionische kapiteel vorm te geven. Ook in de vertaling van Coecke van Aelst uit 1539 worden beide manieren naast elkaar gepresenteerd besproken. Volgens klassieke regels moet normale hoogte van het Ionische kapiteel een derde deel van dikte zuil zijn, 'maer omdat sulcken capitellen sommigen architecten soberliick geciert dochten' werd 'phrise' [fries] toegevoegd.61 overgang naar zuil werd gevormd door astragaal, smal ringvormig profiel. Niet alleen voorbeeldboek Serlio, maar Blum Vredeman de Vries, is dit element terug te vinden. Blum noemde het profiel een 'tenia'. 62 Wanneer men naar het gebruik van deze Ionische orde kijkt, dan blijkt ze vrij veel voor te komen, bijvoorbeeld in voorgevels stadhuizen Haag (1564-
B U L L E T I N K N O B 1994-3
89
te
6)end
is
de
op
van
de
Het
en
met
vande
we
of
de
en
meth
Met
in
de
door Italianen ontworpen gebouwen zoals ingangspoort van het kasteel van Breda (1536-38) (afb. 5), de toren Usselstein (1532-35) (afb. slotkapel Jülich (Gulik) (1552-53). name deze twee laatste voorbeelden, ontworpen door de Italiaanse vestingbouwkundige en architect Alexander Pasqualini (1493-1559), vertonen een treffende onderlinge gelijkenis, én gelijkenis Kamper Vleeshuis. fries onder voluten niet vlak zonder decoratie, maar voorzien cannelures. De bijzonderheid van deze specifieke vorm rechtvaardigt vraag deze gebouwen hetzelfde voorbeeld teruggaan. Daartoe moeten eerst iets zeggen over toegepaste pilasters. 64 Hoewel natuurlijk in de klassieke oudheid bekend, werden pilasters voor het eerst weer toegepast ten tijde vroege Italiaanse renaissance, door architecten als Brunelleschi en Alberti. Veelal geschiedde dit in combinatie met Corintische en Composiete kapitelen, waarvan de details in grote mate door de ontwerpers zelf werden bepaald.65 In Nederland werden tijdens de vroege renaissance in de regel ook pilasters gebruikt. De schachten van deze pilasters konden op vier manieren vorm krijgen: vlak, verdiept, verdiept arabesken gecanneleerd. Vlakke pilasters komen in alle tijden voor en zijn
m de
6.
Afb. Usselstein, toren, 1532-35 (foto Rijksdienst voor Monumentenz.org, Zeist).
van
de
het
de
38
Afb. 5. Breda, ingangspoort kasteel met Ionische halfzuilen, 1536(foto Rijksdienst voor Monumentenzorg, Zeist).
bijde
rolzu
vande
het
noge
toen
-
in
van
tema-
anhet
Een
waste
van
Piate
het
de
soms voorzien van bossages. Pilasters met verdiepte schachten zijn specifieker voor vroege renaissance (afb. 6)6f>, en dat geldt nog meer voor de arabesken-decoratie. Bij Vleeshuis zijn pilasters voorzien cannelures. De regels schreven zeven cannelures per pilaster voor. In Kampen is echter, net als bijvoorbeeld bij de Porta Rome (1561-65), minder gebruikelijke aantal vijf toegepast.67 vergelijkbaar voorbeeld (met zeven cannelures) vinden huis 'het Torentje' aaii het Damrak in Amsterdam (1558).68 Anders dan te Amsterdam blijkt in Kampen het onderste deel van de cannelures voorzien te zijn van wat 'stafwerk' wordt genoemd. Stafwerk zou bedoeld zijn om de gecanneleerde pilasters minder beschadigingsgevoelig ken. 69 Coecke Aelst bespreekt alleen Corintische orde.70 Het stafwerk - dat bij de restauratie van het Kamper Vleeshuis 1939 belangrijke spelen mocht maximaal derde deel hoogte doorlopen. In de praktijk kon de hoogte nogal variëren; bij het stadhuis in Leiden bedraagt het bijvoorbeeld 34%, bij dat in Delft 47%71 en bij de ingang van het stadhuis in Nijmegen 51%.
B U L L E T I N K N O B 1994-3
detail is terug te vinden bij de kapitelen op de tweede verdieping Vleeshuis. Hoewel het erop lijkt dat de details van de Kamper ge-
vanhet
van
to
Dit
en
met
Ionisch astragaal, cannelures stafwerk. leidt
vel direct uit dit voorbeeldboek zijn overgenomen, is eni-
op
voorzichtigheid geboden. 1548 verscheen namelijk de eerste Duitstalige Vitruvius-vertaling van de hand van
ge
de
vraag waar deze vormen terug zouden kunnen gaan. Mogelijk was het ordeboek van Serlio, al dan niet in de vertaling van Coecke van Aelst, een inspiratiebron. Ook
In
date
kan
Samenvattend worden gesteld pilasters het Vleeshuis opvallende klassieke elementen vertonen;
dane
het
lONttCÏ CAPlPLT A COD/WfeSCAPTS -
van
de
vanhet
7.
Afb. Afbeelding Ionische kapiteel volgens Vitruvius-vertaling Cesare Cesariano. Como 1521.
ge-
en
de
isge-
alsinde
inde
metd,in
dat
Het
vanhet
het
zijn cannelures boven astragaal kapiteel
su-
vane-
Ookhet
bijde
in de cannelures is hier te zien (afb. 8). In beide gevallen
vanhet
de
en
7).
met astragaal (afb. Tussen astragaal kapiteel zijn
cannelures aangebracht.74 Eenzelfde Ionisch kapiteel komt iets verderop boek, bespreking kele optische correcties, nogmaals voor. stafwerk inhet
met
de
en
de
van Cesare Cesariano in aanmerking. 73 Bij de bespreking van Ionische orde toont Cesariano Ionisch kapiteel
de
het afbeelding optische correcties gaat, zijn cannelures boven astragaal echter vervangen door eierlijst (afb. 9). Het is dus aannemelijker dat bij de bouw van nieuwe voorgevel Vleeshuis gebruik maakt van de Italiaanse Vitruvius-vertaling, die van Cesariano. De toepassing van dit voorbeeldboek is niet onverenigbaar eerste instantie vreemd overkomende, perpositie van Corintisch, Ionisch en nogmaals Ionisch. blijkt zowel vroege Italiaanse vroeomde
in
dein
boeken gaat, maar om een Vitruvius-vertaling. In eerste instantie komt 1521 Como gepubliceerde editie
van
maar uiteraard spiegelbeeldig afgedrukt. 76 Ook neemt Rivius Ionische kapiteel exact Cesariano over. Waar
Nadere beschouwing leert dat het niet om één van deze
voor een derde deel met stafwerk gevuld. Dit minieme
is
op
van
be-
welas
in
Vin
en
in deze 'Vitruvius Teutsch' blijken sterk Cesariano baseerd. Meer helft letterlijk overgenomen,
de
Walter Ryff (Gualtherius Rivius). 75 Tekst afbeeldingen
Karel Antwerpen 1549 wordt bron schouwd.72
in
het 1550 verschenen boek over Blijde Inkomst
B U L L E T I N K N O B 1994-3
opde
we
te
dit nader staven zullen ingaan verhoudingen die ten grondslag liggen aan de gevel.
o»ElJTCC<TI
De gevel nader beschouwd
1)enva
vane
nauwkeurige opmetingstekening bestaande vande
en
is
Om de bij het ontwerp van de gevel toegepaste verhoudingen te kunnen bepalen, gaan we uit van de pilasters. Daarbij gebruik gemaakt foto (afb. de
van
datwil
van
de
ande
vanhet
De
Bijde
Opde
uit
toestand 1938, zeggen vóór restauratie.82 eerste verdieping bevinden zich vier Corintische pilasters, waarvan al vermeld is dat de mascarons later waren toegevoegd. ingreep zijn basementen verdwenen. oorspronkelijke lengte deze pilasters kan toch bepaald worden op grond van het overgebleven restant fries linkerzijde. Inclusief (verdwe-
B»ai
waft
wie audj fo($c Jtofpcctmifi&tr H iimdjtm »nï in iufrnngrn
van
de
Afb. 8. Afbeelding van de optische correctie met Ionisch kapiteel voorzien van astragaal, met daarboven cannelures met stafwerk volgens Vitruviux-verta/ing Cesare Cesariano, Como 1521.
zo
nog
ge
Nederlandse renaissance niet strak werd vastgehouden aan de hiërarchie der orden.77 Orden konden
naar behoeven op basis van gelijkwaardigheid worden toegepast.78 In Nederland is het meest interessante voorbeeld het genoemde stadhuis te Utrecht. Volgens Verom
van
de
er
zouhet'in
meulen afwijking Vitruvius' regel' Dorisch, Ionisch en Ionisch gaan.79 Ter Kuile meende dat vanwege bestaande verdiepingshoogten Dorisch, Composiet en Ionisch werd toegepast en dit werd later
5),
in
van
vanhet
door de meeste auteurs overgenomen. 80 Met de ingangspoort kasteel Breda gedachten (afb. blijkt het verschil tussen Ionisch en Composiet - zeker
-
ernog
wanneer slechts tekeningen resteren niet altijd even gemakkelijk te bepalen. Wel blijft er sprake van een
na-
vande
het
Om
te
dit
lijkt geen grote problemen hebben opgeleverd.
de
en
Afb. 9. Afbeelding van de optische correctie met Ionisch kapiteel voorzien astragaal daarboven eierlijst volgens Vitruvius-vertaling van Walter Kvff (Gualtherius Rivius), Niirnberg 1548. met
en zolder. De nieuwe gevels sloten aan bij de veranderde verdiepingshoogten. Voor ontwerp voorgevel
van
van
vanhet
de
niet-hiërarchische toepassing. 81 Bij verbouwing Kamper Vleeshuis werden de vloeren van de verdieping en de zolder verlaagd. De reden hiervoor moet praktisch aard zijn geweest, melijk aanpassing aan een ander gebruik van verdieping
BULLETIN KNOB I994~3
92
De
dit
de
an
de
de
met
pi-
van1:9
en
inhet
vande
diewokbj
nade
in
van
te
vande
Hetui
bijden
Zo
en
in
inhet
III. De gevel van het Vleeshuis na 1557
uit
uiten
vande
Het
vande
be-
dathe
van
Vanaf het begin van de jaren '40 van de 16de eeuw drong renaissance Kampen door. werd 1543, brand Raadhuis, nieuwe schouw Utrecht werkzame kunstenaar Colijn de Nole besteld.88 In hetzelfde jaar bezocht de Italiaanse vestingbouwkundige en architect Alexander Pasqualini Kampen. 89 circa 1550 daterende koorhek in de Bovenkerk is in renaissancevormen uitgevoerd. 90 De gevel van het Vleeshuis uit 1557 volgende tastbare bewijs renaissance Kampen. We kunnen Lambert Stuurman aanwijzen als de maker van de gevel, maar er is geen bewijs dat hij het ontwerp heeft gemaakt. Wie het ook is geweest, de ontwerper van de gevel van het Vleeshuis heeft zeer waarschijnlijk kennis genomen Vitruvius-vertaling Cesariano.
ishet
van
diten
vande
vande
Het
van
Het
is
en
meth
endit
Dit
vanhet
end
en
nen) basement kapiteel geeft pilasterlengte 2,41 meter. De breedte bedraagt 0,24 meter en dit leidt tot een verhouding van 1:10. Omgerekend in de Sallandse voet (0,283 meter), die ook in Kampen werd gebruikt, levert dit de praktische maat van 8'/2 voet op. De hart-ophart maat tussen de pilasters is 1,61 meter en dat komt neer op 52/3 voet (afb. l O).83 Dit geeft tussen de pilasters een hoogte/breedte-verhouding van 3:2 en tussen de pilasters hart-op-hart maat buitenste pilasters (17 voet) een hoogte/breedte-verhouding van /:2.x4. De hoogte hoofdgestel eerste verdieping draagt nagenoeg 0,60 meter en dit komt overeen met 2'/s voet. strookt algemene voorschrift hoofdgestel een vierde van de orde moet zijn. De totale hoogte van de vier Ionische pilasters op de tweede verdieping is 1,07 meter. De breedte van de pilaster bedraagt 0,215 meter geeft verhouding 1:5, oftewel 34/? voet.85 Vergeleken met de hart-op-hart maat tussen de pilasters (52/3 voet) geeft dit een hoogte/breedte-verhouding van 2:3. De pilasters in de topgevel vormen een probleem. De oorspronkelijke vorm niet zonder meer duidelijk. gaat om twee pilasters, onderbroken door een fries en mascarons. onderste deel pilaster bestaat een Ionisch kapiteel en pilaster (zonder basement) ter hoogte 0,94 meter. bovenste deel bestaat
de
van
op
R.
Afh. 10. Tekening gevel Oude Vleeshuis met daarin de onderlinge verhoudingen aangegeven (tekening Stenvert basis opmeting A.A. Kok).
isande
isdate
en
en
van
der
de
we
alsnde
de
dietn
date
Dit
1:7
alsde
de
tevan
basement en pilaster ter hoogte van 0,61 meter. Uiteindelijk zou het om een complete pilaster met een totale hoog(tenminste) 1,54 meter kunnen gaan. breedte van pilaster bedraagt 0,215 meter, maar leidt niet tot een zinvolle verhouding. Omdat blijkt dat bij de andere verdiepingen van eenvoudige verhoudingen gebruik is gemaakt, ligt het voor de hand dat dit voor de top ook het geval was. Uitgaande van oorspronkelijk iets langere pilasters met eenzelfde hoogte hart-op-hart maat tussen pilasters (52/3 voet) levert dit voor de pilaster zelf een verhouding op van '/2. betekent drie boven elkaar staande pilasters zich tot elkaar verhouden als 4:2:3. Hoewel in iedere gevel achteraf verhoudingen gelezen kunnen worden, mag het duidelijk zijn dat ze in het Kamper Vleeshuis niet slechts toevallig zijn. De eenvoudige arithmetrische verhoudingen grondslag liggen zowel pilasters grotere verhoudingen kunnen niet worden genegeerd. Kijken opnieuw naar Cesariano dan is daarin een aanknopingspunt te vinden. Bij bespreking Vitruvius' enige eigen werk, Basilica te Fano, wordt een houtsnede afgebeeld met een aantal opvallende overeenkomsten. Boven de slanke Corintische kapitelen volgt een geleding met pilasters zonduidelijke ordening daarboven aedicula Ionische pilasters (afb. 11). 86 Opvallend aedicula aldaar grofweg de verhouding 1:2 heeft en deze breedtemaat gelijk hoogtemaat Corintische lasters. Volgens de beschrijving zijn deze pilasters 50 voet hoog en 5 voet dik. 87 Dit geeft een verhouding van 1:10, Corintische pilasters Vleeshuis terugvinden. Dit laatste krijgt des te meer reliëf wanneer we bedenken dat in de voorbeeldboeken uit de 'Serlio-familie' voor Corintisch verhouding wordt voorgeschreven.
Het is de vraag of de verbouwing van het Vleeshuis in 1557 een goede investering is geweest. Er zijn eigenlijk
B U L L E T I N K N O B 1994-3
93
ge-
het
deop-
on-
van
uit
-
vande
van
zal
dieok
op
enmt
In
de
op
de
opde
de
is,kanhet
vande
vande
de de
te
vande
van
1.
Afb. Afbeelding Basilica Fano volgens Vitruviusvertaling Cesare Cesariano, Como 1521.
om
anhet
gaf
end
anhet
inhet
-
de
dit
In
De
der
de
Hijzalhet
te
1VLIM BASI1JCAM TINESTMS C^VlTHVVIVS «OtOCSWT
het
vanhet
inhet
te
-van
de
toanf
ande
an
ten
en
okpde
en
enwasht
van
ena
De
en
per
vande
anhet
om
-
Op
Hij
an
Netalsh
ine
bijde
het
Inde
te
het
te
de
en
open
De
een plein dat nu bekend staat als de Botermarkt - werd in 1592-93 alle kanten vrijstaand Vleeshuis bouwd. kaart Paulus Utenwael 1598 laat gebouw zien (afb. 3, nr. 3). Volgens die afbeelding had de vleeshal verdieping rondom voorzien een luifel op stijlen of zuilen. Het nieuwe Vleeshuis had acht verkoopbanken, deze stonden waarschijnlijk der de luifel in de galerij. De kern van het gebouw moet in gebruik zijn geweest als opslag- en vergaderruimte. De banken werden afzonderlijk aan vleeshouwers verhuurd of verpacht, maar nieuwe plek waren brengsten jaar nogal wisselend brachten niet alle banken elk jaar geld op.94 De directe omgeving van het voormalige Vleeshuis viel eind 16de eeuw prooi bouwkundige problemen en achterstallig onderhoud. In februari 1601 kregen dertien huiseigenaren Oudestraat vanaf Raadhuis voorbij Melksteeg het stadsbestuur opdracht hun bouwvallige gevels en huizen te stutten en te herstellen. Onder hen was ook Joost Stevensz. 95 lijkt weinig animo getoond hebben geld steken herstel pand. Vier maanden later gelastte de Raad daarom zijn zoon, mr. Peter Joostsz, 'sijns vaders huys, genoempt Olde Vleyshuys, in dese tegenwoordige rentelicke noot van timmeringe aen toe veerden [= te aanvaarden], te doen stutten ende repareren'. Peter Joostsz gehoor verzoek van het stadsbestuur. Op 9 september kocht hij het Oude Vleeshuis. 96 nodige huis voorgevel hebben opgeknapt, maar daarover ontbreekt nadere informatie. 97 In loop tijd waarschijnlijk begin 17de eeuw of in de 19de eeuw - zal de gevel voor een belangrijk deel ontdaan zijn van de ornamenten met stedelijke motieven en de verwijzingen naar de oorspronkelijke bestemming. rechthoekige vlakken tweede verdieping, die versierd moeten zijn geweest, werden vlak gekapt. 1844 melde Kamper Courant sloop 'het oude Vleeschhuis, dragende het jaartal 1594'.98 Indien bericht juist jaartal 1594 slaan de verbouwing die drukker Joost Stevensz liet uitvoeren, nadat hij het pand van de stad had gekocht. De sloopwerkzaamheden in 1844 betroffen het pand achter gevel, maar niet gevel zelf, alhoewel niet geheel onaangeroerd bleef. Ten behoeve van nieuwe, grotere vensters werd het muurwerk op de eerste verdieping naar beneden, en het muurwerk op de tweede verdieping naar boven, uitgebroken. dezelfde bouwfase bovenzijde topgevel zijn afgebroken, gebruikmaking vrijkomende onderdelen aanzienlijk vereenvoudigde wijze zijn herbouwd. Daarbij ontstond de karakteristieke afgeplatte tuitgevel, zoals we die kennen van vóór de restauratie van 1939 (afb. l). Misschien werden toen ook, of anders bij de plaatsing van de winkelpui (rond 1885), de mascarons onder de Corintische pilasters geplaatst. te
be-
De
in
of
wel
in
en
de
vande
en
het
Ter
omhetals
ofhet
de
dezs
de
de
'80
en
geen aanwijzingen dat het gebouw nadien als verkoopcentrum bloeiend bestaan had. vleeshouwers taalden voor het gebruik van het gebouw geen huur meer, en ook de verdieping en de zolder werden niet langer aan particulieren verhuurd. In de tweede helft van de jaren brachten cameraars huur pacht rekening voor het gebruik van de afzonderlijke verkoopbanken. Er waren toen zes banken, drie aan elke zijde van het gebouw, maar daarvan bleven meeste ongebruikt. jaren 1591-93 inden de cameraars zelfs helemaal geen geld voor banken. 91 In januari 1593 besloot Raad gebouw verkopen aan drukker Joost Stevensz. 92 Deze zal het gebouw in hetzelfde jaar jaar daarop hebben laten verbouwen woonhuis drukkerij gebruik kunnen nemen. gelegenheid nieuwe bestemming van pand schonk Raad glas-in-loodraam Joost Stevensz 'in't Olde Vleyshuys'. 93 oudste Vleeshuis na de verkoop in de 15de eeuw bleef ook Oudestraat 119 vanaf 1593 bekend als het Oude Vleeshuis. Raad concentreerde vleeshandel nieuw gebouw ruimere beter toegankelijke lokatie. het kort daarvoor ontsloten kerkhof Broederkerk
B U L L E T I N K N O B 1994-3
hade
van
de
vanhet
te
van
hijokde
Die
uitde
te
kan
de
ge-
Dit
bijden
te
in
Met
te
het
en
en
dan
van
van
de
van
okwel
inde
endtop
vanwt
met
en
en
in
'Zo
Bijde
Hoedir
isde
wasel
Op
Kokde
van
pi-
vande
Koktde
de
enwatij
was
nog
te
detopvan wathij ge
Een
uit
met
Wat
de
date
en
van
met
Bijhet
en
enémt
en
ge-
en
De
en
Hij
de
diehmtn
H.van
Die
Het
inhet
Kokin
van
de
inde
metn
en
het
te
vanhet
Bijde
vande
vande
de
Kok de
hetd
met
de
het
an
Het
vane
vande
ande
te
vande
ande
to
als
de
het
bij
is
Het
hij
en
Kok
Hij
van
met
De
In 1938 kreeg de bekende Amsterdamse restauratiearchitect en Heemschutter A. A. Kok opdracht de gevel te restaureren. keuze Abel Antoon (Dordrecht 1881 - Amsterdam 1951) als restauratiearchitect was een goede.99. Vrijwel niemand anders hield zich in die tijd zo intensief woonhuizen bezig. bezat grote kennis van Amsterdamse woonhuizen en hij was jarenlang de vaste architect van de Zutphense Stichting tot Stadsherstel 'Het Wijnhuisfonds'. Daarnaast schreef over OudGelderse bouwkunst. 100 bekendst zijn boek(je) over Amsterdamsche woonhuizen, waarin, gebrek veel Amsterdamse voorbeelden voor deze vroege periode, ook Kamper Vleeshuis figureert. gerestaureerde Vleeshuis wordt daar ten tonele gevoerd als typisch renaissance-huis. 101 De keuze voor architect Kok door de toenmalige eigenaar van het pand, de heer Van der Wal, geschiedde mogelijk op instigatie van de Kamper architect A.J. Reijers. Die nam in 1938 zelf al een voorschot op de restauratie door publicatie reconstructietekening. 102 Reijers maakte ook melding van twee jaartalankers in de achtergevel, te weten de cijfers 5 en 9.103 Deze ankers moeten de ingrijpende verbouwing van 1844 hebben overleefd. Om onduidelijke redenen heeft men vervolgens 1596 bouwjaar gevel aangehouden. 104 Alvorens restauratie Vleeshuis over gaan, werd de bestaande gevel nauwkeurig opgemeten en vervolgens geheel verwijderd en uitgelegd op de Plantage, het plein overzijde straat. voorbereiding restauratie veranderde zijn aanpak gaandeweg van consolidatie naar reconstructie. Dit proces is goed volgen hand zeven tekeningen archief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg 105 en de fotodocumentatie en aantekeningen die zich in het Nederlands Architectuurinstituut bevinden. 106 eerste voorlopige ontwerp uit februari 1938 is niet meer dan een consolidatie van het totaal, met een nieuwe pui en iets anders onderverdeelde schuifvensters. Op de tweede verdieping werd enkel het doorbroken hoofdgestel hersteld. Boven de puibalk zou een nieuw fries komen en zouden de basementen Corintische pilasters worden hersteld. In tweede variant zijn schuifvensters vervangen door stenen kruiskozijnen. In de volgende versie verlegde zijn aandacht naar bovenzijde. maakte ontwerp verhoogde tweede verdieping gereconstrueerde pilasters geveltop. detaillering top, geflankeerd door voluten afgesloten door draaide pinakels, bleek niet bevredigend. Volgens Kok was architect Heeswijk schetstekening voor een top in de trant van Vredeman de Vries op een nieuw spoor zette.107 Op grond daarvan maakte hij twee ontwerpen, één met een hoofdgestel aan top, daarop breed fronton hoofdgestel waarop opzetstuk smaller fronton
end
tohe
in
gedacht. Uiteindelijk leidde deze laatste variant september 1938 definitieve restauratieplan, waarna de uitvoering een aanvang kon nemen. Alvorens tot een afsluiting te komen, verdienen twee zaken onze aandacht: de hoogte van de gereconstrueerde pilasters gevelhelling. Vóór restauratie tweede verdieping zijn originele hoogte 1557, maar Kok meende dat die hoogte niet oorspronkelijk was. Op grond van de pilasters op de eerste verdieping probeerde hij tot een nieuwe hoogtebepaling van de pilasters in gevel komen. Zijn houvast daarbij 'contracannelures' noemde inmiddels als stafwerk kennen. 108 Door verhouding stafwerk (0,64 meter) en de totale hoogte van de schacht (2,05 meter) kwam bepaling andere lasterhoogten. 109 Op de tweede verdieping is het aanwezistafwerk 0,59 meter hoog. Uitgaande eenzelfde verhouding pilaster/stafwerk bepaalde schachthoogte van de pilaster op l ,89 meter. Vanwege het verschil in pilasterbreedtes werd dit gecorrigeerd tot 1,84 meter. dezelfde wijze bepaalde hoogte de schachten van de toppilasters op l ,54 meter. Deze berekeningswijze begrijpelijk, maar ging veel voorbij aan het eigen karakter van deze vroege renaissancegevel, die daardoor op geheel onjuiste wijze werd gereconstrueerd. ander punt geveltop. oorspronkelijk heeft gezien, blijft onduidelijk. restauratie koos Kok voor een historiserende topgevel. Zelf zegt hij hierover: ontstond gevel stenen kruisvensters glas lood luikjes, toepassing aanwezig was. ontbrak werd erbij gemaakt werd uitgevoerd trant Vredeman Vries. onbekende bouwmeester en steenhouwer zal in zijn 'kantoortje' in werkplaats voorbeeldboeken Vredeman de Vries gehad hebben! Daarom zullen die boeken nu zo zeldzaam zijn; ze zijn in de werkplaatsen versleten'. 110 Wanneer we de gerestaureerde topgevel vergelijken andere genoemde voorbeelden orde-gevels vroege renaissance blijkt opmerkelijk verschil. topgevels hebben doorgaans flauwere hellingshoek; bijvoorbeeld het huis Markt 11 te Culemborg (1549) 50°, huis 'Cardinaal' Groningen (1559) 54°, Karel V-huis Zwolle (1571) 55°. Maniëristische topgevels hebben een steilere hellingshoek; bijvoorbeeld het huis 'Dit is in Bethlehem' te Gorinchem (1566) 63°, het huis 'De Drie Haringen' te Deventer (1575) 60°, het stadhuis te Leiden (1596-98) 58° en de Vleeshal te Haarlem (1602-03) 60 0 . 111 enige voorzichtigheid worden gesteld 16de-eeuwse bouwmeesters eerste instantie nog een poging deden om zoveel mogelijk de klassieke dakhelling benaderen. idee werd verlaten ten tijde van het Maniërisme. De gestrekte vormen van Maniërisme pasten beter Nederlanden bruikelijke, hoogopgaande en veelal laat-middeleeuwse kapconstructies. Vleeshuis bedroeg hellings-
was
restauratie 1939 van
De
94
B U L L E T I N KNOB 1994-3
95
na de res-
hetnog
raad ik erop te zetten: ANNO 1565; dan zal het niet meer dan 5 jaar mis zijn'." 2 Wij stellen voor daar 1557 van te
te
der
isdekapn
kan
achterliggende geweest echter niet meer worden nagegaan. Daartoe loop tijd zeer vernieuwd. kapis
datering. Elf jaar na de restauratie stelde hij in een artikel voor: 'Als eens overgeschilderd moet worden
metd
Hoed
hoek van de topgevel vóór de restauratie 51°, tauratie circa 57°. oorspronkelijke relatie
maken.
De conclusie met betrekking tot de restauratie mag luideMa-
dathe
76
DJ.de,
206en
zie
is
in
De
het
is
natuurstenen gevels hebben gehad, maar daarvan minder bewaard gebleven of minder zichtbaar. 2 Boer, Niek de. 'Monumentenzorg en restauratie: waar zijn we
mee bezig?', Wonen/TA-RK. (1980)16-18. 13-24 15).
de-
van
is
uit
De
(met
name 13-
'Zandstenen renaissancegevel Oudestraat 119, dagtekenend 1596, doch qua stijl ca. 1565, en gerestaureerd in 1939', Kunstreisboek voor Nederland, Amsterdam/Antwerpen 1977 (7de druk), 168. Vgl. Voorloopige lijst der Nederhmdsche monumenten van geschiedenis en kunst, deel Vil: De provincie Overijssel, uit
Dankzij de archivalische gegevens over de verbouwing van het Vleeshuis in 1557, en dankzij de toegenomen kennis over de architectuur in het midden van de 16de eeuw, is een betere analyse van de oude gevel mogelijk. restauratie 1939 niet belang ontbloot; zelfde vormt een interessant voorbeeld van de restauratiefilosofie van die tijd.
1 Dendrochronologisch onderzoek heeft uitgewezen hout voor huis 1498-99 gekapt, Vries, 'Monumenten dendrochronologisch gedateerd (4), Bulletin K.N.O.B. 91 (1992) 30-31. huizen Oudestraat Vloeddijk moeten ok
op.
en
Vleeshuis leverde daardoor vertekend beeld
Noten
3
vanhet
ophet
uitde
vande
uit
de
denatKok
gevel 1557 reconstrueerde naar niëristische architectuur uit het einde van de 16de eeuw, wat resulteerde in een hoger opgaande gevel met een steilere top. Het is mogelijk dat Kok zich te veel liet leiden door verkeerde datering gevel jaar 1596, en door zijn grotere ervaring met de Amsterdamse woonhuisarchitectuur 17de eeuw. Zijn restauratie
Utrecht 1923, 93. 4 Gemeentearchief Kampen (G.A.K.), Oud-Archief (O.A.), inv. nr.
Besluit
3. f. 265v (nieuwe foliëring).
in Kampen, namelijk van het laatste kwart van de 15de eeuw 1593. 1557 liet stadsbestuur pand
1390. Volgens C.J. Welcker tekst Oudste Foliant (inv. nr. 3) uit het midden van de 14de eeuw dateren (Kamper Nieuwsblad, 20 augustus 1938), maar daarvoor lijken het handschrift spellingswijze toch jong. 6 G.A.K., O.A., inv. nr. 3, f. 249v. Welcker verwarde deze vleesmeesters onrechte gildemeesters vleeshouwersgilde (op.cit.). Het ging om stadsbeambten, zie ook Haze. D.. Nijverheid, gilden en kleinhandel in het middeleeuwse Kampen,
van
inde
vane
als
de
het
Vleeshuis aan die van hel sinds 1593 als Oude Vleeshuis bekend staande buurpand Oudestraat 119, zie Haze, op. cit., 104. 9 Het perceel en het gebouw waren al in 1449 in handen van Boelman Putte, zie en vergelijk: G.A.K., R.A., inv. nr. 53, f. 48v, 5()r (1449) en 82v (1455). In 1457 stond het pand bekend onder de naam 'den Hollant'; ibidem, f. 98v.
Het
vane
ofen
is
ontwerp voor gevel geen provinciaal werk middelmatige meester middelmatige architect. de
te
zoude
Al
op Goede Vrijdag gehouden. 8 G.A.K., Rechterlijk Archief (R.A.), i n v . nr. 53, f. 82v. Haze noemt tekst 1455, maar koppelt aanduiding oudde
als
ok
en
de
ok
ontworpen. ontwerper moge zijn geweest, Wied
doctoraalscriptie R.U. Utrecht 1991, 104. 7 G.A.K., O.A., inv. nr. 6, f. 78v. De verloting van de banken werd
'50en6vad
of
okals
en
dien
De gevel werd gehouwen en gebouwd door steenhouwer Lambert Stuurman, jaren 16de eeuw bloeiende carrière opbouwde, steenhouwer, maar bouwondernemer internationaal georiënteerde handelaar in bouwmaterialen. Het is echter niet duidelijk Lambert Stuurman gevel heeft
met
tode
nog
Nederland.
uit
uit dat jaar. Ondanks ingrijpende wijzigingen moet die gevel steeds worden gerekend interessante voorbeelden van orde-gevels uit de vroege renaissance in
nr. 3, f. 249v-250r; nr. 5, f. 48v en nr. 7, f.
end
De
grondig verbouwen. natuurstenen voorgevel dateert
inv.
146v. de/.e notities dateren waarschijnlijk omstreeks
ten
het
het
In
to
19
5 G.A.K., O.A.,
op
Het 'Oude Vleeshuis' Oudestraat heeft ruim honderd jaar dienst gedaan als centrum voor de vleeshandel
74v(1467)en (1470). 11 vergelijk: G.A.K., R.A., inv. (1455),
98v
nr.53,f82v
Zien
lOv
53r(1463),
inde
In
bijde
en
nrs. 406, 408-414. 1515
werd
de huur verlaagd naar 36 herenpond en in het midden van de jabetaalden de vleeshouwers geen huur meer. 13 Zie: G.A.K., R.A., inv. (1510), I32r, 142v ( 1 5 1 2 ) ; nr. 73r-v (1545), lOOr (1546), 145r (1547), 190r (1549). Vergelijk situatie midden 15de eeuw. toen 121 derde huis hoek Melksteeg ('Gheyenstegc') 'den Raven' werd genoemd; inv. (1455) en 98v (1457).
nr.
vande
nr.53,f'82v
vande
inhet
vande
de
58,f.
nr.5,f93v
ren '30 naar 30 herenpond. Vanaf 1541
-het
op
die
vande
in
Kokz
het
De
1557 verwerkte de ontwerper van de gevel de klassieke vormen op een vrijere, meer experimentele wijze dan in het Maniërisme van de late 16de eeuw gebruikelijk werd. restauratiearchitect richtte zich zijn reconstructie die laatste periode, daarbij tevens misleid door een verkeerde opvatting over bouwjaar gevel. Naderhand moet zijn twijfels hebben gekregen over
f. 9v (1463); nr. 8, f. 51v.
cameraarsrekeningen, O.A. inv.
-okal
werk van Vredeman de Vries gemodelleerde topgevel. In
inv. nr. 242,
(1457), 1 3 l r ( 1 4 6 7 ) 140r(1469). 12 betalingen post 'dat vleyschuys' rentmeestersrekeningen, G.A.K., O.A., inv. nrs. 402, 403. 404 en 407, en de
Zied
de
het
van
vande
entoh
to
de
kon
als
K) G.A.K., O.A..
Vitruvius-editie voorbeeld moet zijn gebruikt. Over deze gedetailleerde kennis A.A. Kok, restauratiearchitect in 1939, niet beschikken. Dit leidde bij restauratie verhoging origineel gebleken tweede verdieping aanbrengen een, naar
ge
gaat om een weloverwogen ontwerp, waarvoor een vroe-
96
B U L L E T I N K N O B 1994-3
19te
ok
3
vanhet
'De
vanhet
32De
van
p.
en
f.
nr.
datheom
ishetwl
de
van
vanhet
is.
Ie
in
vande
open
omde
kan
en
en
dat
van
als
35In
kenof
Ie
uit
nr.60,f
en60r
50r
de
f.41r
en
f.
nr.
zie
in
die
om nog
4 45
In
en
2:
bij
nr.
het
vande
f.
f.
nr.59,f72
op
zie
hijde
hetok
uit
47
v,
en
stadswege de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van de
Het
anhet
bijhet
zaken werk Vleeshuis. bouwplan, inhoud
end
de
van aanbestedingscontracten aanschaf materialen van
vande
de
moesten echter door de voltallige Raad worden besproken en goedgekeurd. Beslissingen over wijzigingen in het bouwplan, zoals voor voorgevel, konden niet door beheerders de
nr.
in
to
van
bij
nr.
van
bij
43 De oude Lambert Stuurman is vermoedelijk in 1559 of 1560 overleden. Vriendelijke mededeling D.J. de Vries. Dat het niet Lambert senior ging zich Kampen vestigde blijkt het feit dat de Kamper Stuurman in het begin van de jaren '70 minderjarige kinderen had, G.A.K., R.A., inv. 140r(1573). G.A.K., O.A.. i n v . 309, (1557), (1563) (1569, eedsaflegging 2 januari 1570). Ibidem, 50v. Voor rechtszaak over ambachtsindeling van 'groff arbeit' bij het metselaarsgilde en 'subtyl werck' bij het Sint-Lucas of schildersgilde, zie G.A.K., R.A., inv. nr. 33, f. 121 142r(1557)en 163r(1558). 46 Zie G.A.K., O.A., inv. nr. 440, bij 'metselaer' (1566), nr. 442, bij 'Welle' (1568) en nr. 443, bij 'metselaer' (1570). G.A.K., R.A., inv. (1562). 102r (1563) I34r (1564). De lokatie van de twee huizen in de Buiten Nieuwstraat blijkt vergelijking met: ibidem, 102r (1563). 1565 kocht Lambert Stuurman nog een derde huis in de Nieuwstraat, maar hij verkocht weer dezelfde dag: ibidem, 185v (2x). 1559 pachtte kalkmaat stad voor recordbedrag herenpond, G.A.K., O.A., inv. 1165, 1559. 49 G.A.K., R.A., inv. nr. 18. f. 90r-91r (1572). 50 Vermeulen, F.A.J., Handboek tot de Geschiedenis der Nederlandsche Bouwkunst: vol. Kentering Renaissance, 's-Gravenhage 1931, 141. 51 De cameraars en de rentmeesters van het jaar 1557 droegen van
48In
in
na-
vanhet
het
de
van
op
opde
om
te
vandekp
Die
leerjongen meester Hans. G.A.K., O.A., inv. 4311, 'steen'. Verder werd veel gebruik gemaakt van sloopsteen, die door de slopers en enkele meisjes moesten worden schoongebikt. 29 G.A.K., O.A., inv. nr. 431, bij 'steen'. Ibidem, 'metseler'. 4)en
O.A., inv. nr. 414 en verder, bij 'steen'.
opt
bijde
van
vanhet
ine
bij
kon
ok
nr.
bij
van
bij
end
en
7
bij
de
430en
de
ren om
ger
de
27
maar bestond uit metselge/.ellen (2-3), steenhouwersgezellen (328
Ibidem.
Ibidem. 39 Voor een overzicht van Hans van Venlo's carrière in Kampen, zie Kolman, Chr. J., 'Naer de eisch van't werck'. De organisatie bouwen Kampen. 1450-1650, Utrecht 1993. 200-201. 40 G.A.K., O.A.. inv. nr. 429, bij 'burgers'. 41 Ibidem, inv. nr. 431, bij 'steen'. 42 Zie aankopen in de stedelijke rekeningen vanaf 1540: G.A.K..
van42
het
of
vander
in
van
te
ande
we:'d
Het
is
20 23 24
26
Ibidem. Ibidem. vvcrkploeg varieerde week weck omvang,
30
het plaatsen onderdelen werd uitgevoerd door leden het Kamper steenhouwers- en metselaarsgilde. Sinds 1520 mochten alleen leden van het metselaarsgilde werk aannemen of werkmeester bouwplaats Kampen leiding geven, zie G.A.K., O.A., inv. nr. 2192, p. 84. Een voorstel voor de gildebrief 1520 gildebroeders verbieden 'suleken wercke buten gemaecket (te| moegen setten' (ibidem, 77-78). werd in de definitieve gildebrief niet opgenomen. 33 G.A.K., O.A., i n v . nr. 431, bij 'steen'. 34 Ibidem. 1527 werden voor nieuwe gevel huis Henrick van Mullem te Kampen 'pilers' (stijlen), 'gewengen'(kantstukhoekblokken) 'storsels' gekocht. Hoewel betekenis van de laatste term uit de contekst van de archivalische teksten niet worden afgeleid, duidelijk bewerkte gevelonderdelen gaat. G.A.K., R.A., inv. 11, 89v-90r I14v. 36 G.A.K., O.A., i n v . nr. 431, hij 'steen'.
37
van
in
ge-
vane
van7
en
vande
bij
nr.
Bijde
Zie
to
De
7
Inde
3 jaar), idem (1492. 4 jaar), 16r (1497, 6 jaar). Afrekeningen van de huur, zie inv. nrs. 402-403 (1486-1507). Na 1507 bleef de zolder enkele jaar onverhuurd. rcntmeestersrekening 151 l luidt de post 'boenen opt vleysehuys'. In 1507 bedroeg de huur herenpond. eerste nieuwe notitie huursom. 1516, bedroeg 9 herenpond. Dit werd ook geïnd in de jaren 1519-28. Daarna werd 1555 huur herenpond vraagd. hiervoor i n v . nrs. 404, 407-429. 17 Zie huurcontract 1497; G.A.K., O.A., inv. nr. 1142, f. I 6 r . 18 eedsafleggingen gildemeesters vanaf 1541 (G.A.K, O.A., inv. 309) worden geen gildemeesters keurmeesters van de vleeshouwers genoemd. 19 Tussen 1541 en 1555 werd geen huur geïnd. Zie G.A.K., O.A., inv. nrs. 415-429, 'vleyshuys'. Alleen 1543 werd hele pand mogelijk verhuurd weduwe Johan Vecht. jaar daarop lezen burgers goede gegont'. In 1550 noteerde de cameraar: 'nichil omdattet ter selver tijt niet verhuert gewest'. G.A.K., O.A., i n v . nrs. 431, 'die boenen Vleishuys'. Vanaf 1531 bedroeg huur herenpond. 21 G.A.K., O.A., inv. nr. 431, bij 'allerley'. Voor het timmerwerk kochten cameraars wagenschot ander hout handelaJonge Reyner, Jasper Seyssinck weduwe Gijsbert Sasse; ibidem, 'hout'. 22 G.A.K., O.A., inv. nr. 431, bij 'allerley'. Het ging vermoedelijk Berent Schutrup, gildemeester metselaarsgilde 1557/58. De nieuwe pannen werden gekocht bij stadsleidekker Henrick, bij Jacob van Nymwegen en bij Geert Caerman; ibidem, 'pannen'. G.A.K., O.A., inv. 431, 'allerley'. Voor sloopwerk men de cameraars drie dagloners in dienst: 'om dat steenmot van't bone des fleyschuyses achter ende voor aff te werpen ende voort schone te maken". Meester Berent hakte uitsparingen muur Vleeshuis, zodat de timmerman de nieuwe wenteltrap naar de lagelegde zolders plaatsen. Timmerman Herman kreeg verder opdraeht de 'spaerde te verlengen'. Met 'spaert' kon men in die tijd zowel de daksporen als de ondersteunende jukken bedoelen. Waarschijnlijk moesten zolder ondersteunende jukken worden verlengd weer balken verlaagde /oldervloer kunnen rusten. G.A.K., O.A., inv. 431. bij 'allerley'. 25 Ibidem, bij 'mctseler'.
tuurstenen gevelonderdelcn niet. De gildedwang vereiste wel dat
38
inhetr-
Zij
nr.
van de 15de eeuw, /.ie G.A.K., O.A., inv. nr. 1142. f. 21v (1489,
31 Kok, A.A., gevel Olde Vletshuus, Oudestraat Kampen', Bulletin K.N.O.R.èe serie, (1950) 101. gildebrief Kamper metselaarsgilde, waartoe steenhouwers behoorden, verbood de aanvoer van bewerkte na-
vanhel
402
f.
nr.
zie
van
de
van
we
nr.
/ied
uit
van
de|
het
ine
de
14 Uil het derde kwart van de 15de eeuw dateert een lijst van 19 Kamper gilden, zie G.A.K., O.A., inv. nr. 11, t'. 360v. De vleeshouwers worden daarin niet genoemd. Voor vermeldingen van 'ghildemeysters' rentmeestersrekeningen, inv. nrs. en 403 (1482-1507) hij 'dat vleysehuys'. Van een kuermeistcr is al sprake voorschrift 1463, /.ie inv. 242, 9v-10r. In register stadsbeambten vinden 'kucrmeisters |van vleyshouwers' genoemd 1512-41, i n v . 275. 15 Deze meesters staan voor jaren 1525-52 genoteerd gister stadsbeambten, G.A.K.. O.A., inv. 275. waren tevens kerkmeesters van het Heilige-Geestgasthuis. 16 Huurcontracten van 'der stat boene opt Vleyschuus' uit het eind
B U L L E T I N K N O B 1994-3
97
28
en
l
und
de
de
ok
to
te-
devo-
datine
vane
.Am-
van
M.
en
die
41.
Le
von
en
R.
De
9.
nog
zeni
men
'Wanneer Pylasters Canuleerd, moet zeven Canaalen in yder zyde plaatzen: en de buitenste kanten, een weinig breeder opdat
van
die
als
maaken, die, Canaalen elkander scheiden,
in
Men
het
endus
hoeken Pylasters sterker voor beschaadigen beter bewaard worden. ziet eenige oude overblyfselen. der
67
in
Vry
der
Het
den
gevel van het huis Cardinaal te Groningen', Bulletin K.N.O.B., 91 (1992) l, 15-20.
benoorden de Alpen, vgl. Forssman, Dorisch, Joniseh, Korintisch, op.cit., Mient Alkmaar, 1545-46. toegepaste orden, waaronder op de verdieping Francois-1 kapitelen zijn een goede illustratie van dat de "correcte" superpositie van orden in die t i j d minder belangrijk werd geacht. Vgl. Meischke, e.a.. HuiNederland: Friesland Holland, Zwolle/Amsterdam s.a. [1993], 208-214. uit
6Zieok
bij
Schilder, een slecht gesellc, daer hy niet con toenemen, en is na twee Jaren getrocken in Brabant te Mechelen .. [waarna hij zich pas met de werken van Coecke van Aelst bezig ging houden, rs]', Mander, Carel van, Schilder- Boeck waerin Voor eerst de leerlustige lueght grondt Edel Schilderconst verscheyden deelen Wort voorghedragen, Haarlem 1604 (facsimile Utrecht 1969), fol. 266r. 56 Schmidt, Victor M., 'Deugdzaamheid voor de buitenwacht: de
vande
den
Wien/München 8(1958), 63-193. Over de "mengform-kapitelen"
van
hy by desen vijf Jaer was geweest, quam te Campen by des Stads
zyn
Brunelleschi bis zum Tempio Malatestiano und der Eigenstil der Frührenaissance', Römischen Jahrbuch flir Kunstgeschichte,
55 Volgens Van Mander was Vredeman de Vries tussen 1544 en 1549 Kampen leer stadsschilder Ernst Maeler, 'Als inde
v.
bij
als
die
op.cit., 46-47; Gosebruch, Martin, 'Florentinische Kapitelle
mend
van
Dien-
zich buiten de Muur vertoond', Le Clerc, Sébastien, Verhandeling over de bouwkunde, met de noodige aanmerkingen en waarneemingen, door Sebastiaan Clerc, roomsen ridder, teekenaar en plaatsnijder van Lodewijk den XIV. /../ Uit het fransch vertaald door P.E. Duyvené, Amsterdam 1781, Haslinghuis, E.J., Bouwkundige termen, Utrecht/Amsterdam 1986, 277. 65 Haslinghuis, op.cit., 277-278; Forssman, Saule und Ornament,
der
&c.
breed zyn, [..l en alleen maar een vyfde of zesde haarer breedte
51te
der
metd
van
ventie der colommen met haren coronementen ende maten. Uit Vitruvio ende andere diversche Auctoren opteorste vergadert, voer Scilders, heeldsniders, steenhouders, Ende alleen ghenuechte hebben edificien Antiquen, Antwerpen 1539. Zie: Rolf, Rudi, Pieter Coecke van Aelst en zijn architektuuruitgaves 1539, Amsterdam 1978. in
rug te vinden is. Blum, Hans, Beschryvinghe vijf Colomnen Architecture .. Geconterfeyt met alle vlijt, naer de rechte Simmetrie ende Bouw-Konst door wijt- beroemden Hans Bloem sterdam (C.J. Visscher) 1617, lonica I, zonder postament. 63 Vgl. Bray, Salotnon de, Architecture moderna ofte Bouwinge van onsen tyt.. Gedaen hy .. Hendrick de Keyser .. in weesen gebracht by .. Cornelis Danckerts Metselaer en Boumeester, Amsterdam 1631, plaat XXXVII, met variant van zowel gecanneleerde vlakke pilasters. 'Pylasters vierkante Colomne, booven onder even
62
'De
en
vio, Antwerpen 1539. Hetzelfde jaar verscheen zijn hand Vitruvius-vertaling: Coecke Aelst. Pieter,
in
anhet
I
60
Voor proeve hiervan zie: Stenvert, Ronald, 'Goed voorbeeld doet goed volgen: Ordeboeken en poortjes', in: Jaarboek Monumentenzorg 1992, Zwolle 1993. 97-117. 61 Coecke van Aelst, Pieter, Generale reglen der architecturen, Antwerpen 1539, iiii Eenzelfde drang decoratie ligt grondslag aanbrengen festoen tussen luten Ionische kapitelen, zoals latere ordeboeken
64
in
nade
Jaarboek Oud-Utrecht, 1989, 58-73. 54 Coecke van Aelst, Pieter, Genera/e reglen der architecturen op de vyve manieren van edificien, te weten, Thuscana, Dorica, tonica, Corinthia ende Composita, exemplen antiquiteiten die int meeste deel concorderen met de leeringhe van Vitru-
oken
ande
zij
daarmee gaan voorbij intenties achter toegepaste vormen.
de
4,
Oud-Utrecht, 1989, 37-57 Santen, E.C. van, groteskendecoratie aan de gevel van het 16e eeuwse Utrechtse stadhuis',
Do-
historici zijn nogal geneigd deze nieuwe architectonische vormen af te doen als louter decoratieve facade-architectuur, maar
ten
&
W.
in
87
-en
H:De
E.H. ter Kuile & R.C. Hekker, Duizend jaar bouwen in Nederland: deel bouwkunst Middeleeuwen. Amsterdam 1957; Vermeulen, op.cit., 135-136, 144; Vos & Leeman, op.cit., 12; Filedt Kok e.a., op.cit., 304; Ross, Alice, 'Het eerste stadhuis van Utrecht belangrijke verbouwing 1546', Jaarboek
re-
van. Goossens & Vermeer, op.cit. (noot 52), 181. Architectuur-
91
en
53 Kuile, E.H. ter, 'De architektuur', in: Fockema Andreae, S.J.,
en
is
vervolgens stellen dat het ontwerp 'als een interessante mislukking moet worden beschouwd', hier sprekend voorbeeld
's-Gravenhage 1986. Citaat uit bespreking A.G. Schulte, in: Bulletin KNOB, (1988) 158-160.
vande
projecteren op de vroege renaissance-architectuur. Het eerst (overtuigend) toeschrijven van de zuidelijke transeptgevel van de St. Elisabethkerk te Grave aan Alessandro Pasqualini en dan
bracht de periode opnieuw volop in de belangstelling. Zie Kloek,
& Fred Leeman, Het Nieuwe ornament: Gids voor de renaissance-architectuur en -decoratie in Nederland in de 16de eeuw,
De
esthetische principes afgeleid van latere architectuur terug te
1547)', Architectura, (1987), 67-75; Mierlo, Theo van, 'AlexanPasqualini (1493-1559) architect vestingbouwkundige', Bulletin KNOB, 90 (1991) 5, 157-174, en Goossens, Eymert-Jan & Gerrit Vermeer, 'De 'strenge stijl' van Alessandro Pasqualini', Bulletin KNOB, (1992)5/6, 177-181. De tentoonstellingscyclus 'Kunst voor de beeldenstorm' in 1986
1580, Catalogus, 's-Gravenhage 1986. Voor de architectuur leidinventarisatie gidsvorm, waardoor onze kennis 'weliswaar wat (..) verruimd, maar niet verdiept' werd. Vos, Rik
Kuile, op.cit., 103. huidige kennis Italiaanse naissance-architectuur heeft niet zelden geleid neiging tode
kennis echter aanzienlijk toegenomen. Kiem, Karl, 'Rammekens, eine t'rühe Bastionarfestung in den Niederlanden (De Boni. ab
W.Th., W. Halsema-Kubes & RJ. Baarsen, Kunst voor de beeldenstorm: Noordnederlandse kunst 1525-1580, 's-Gravenhage 1986 Filedt Kok, J.P., Halsema-Kubes W.Th. Kloek, Kunst voor de beeldenstorm: Noordnederlandse kunst 1525-
en
inde
des16.un7
letin KNOB, 6de serie, 15 (1962), kol. 9-34. Sindsdien is onze
en
vanbe-
in
Nederlanden naar de stand van onze tegenwoordige kennis', Bul-
der
De
Deventer Dagblad), november 1940. 58 Forssman, Erik, Saule und Ornament: Studiën zum Problem des Manierismus nordischen Saulenbüchern Vorlageb/attern Jahrhunderts, Stockholm 1956 idem, risch, .Ionisch, Korintisch: Studiën über den Gebrauch der Saulenordnungen in der Architektur des 16.-18. Jahrhunderts. Braunschweig/Wiesbaden 1961 (herdruk. 1984).
59Ter
de
met
telen en kerken. Ozinga, M.D., 'Strenge Renaissance-stijl in de
deiton
to
van
en
van
enhu
ophet
sance-stijl in de Nederlanden' in 1962 is de nadruk sterk komen liggen werk Italiaanse architecten dienst langrijke edelen, bemoeienissen vestingwerken, kas-
te
57 Lugard, G.J., 'Merkwaardige huizen en hun bewoners: Door 5 eeuwen 'Schuur' Schouwburg', Koerier (bijlage
vanhet
bijde
verschijnen Ozinga's artikel over 'Strenge Renaisvan
52Nahet
genvad
of'
stadsrekenkamer door paar raadsgecommitteerden worden genomen. Er zijn echter geen raadsverslagen met de overweginRaad verbouwing Vleeshuis bewaard gebleven.
98
BULLETIN KNOB I994~3
inder
der
de
endix
de
vane
bijhet
Die
inhet
als
nog
bo-
the
vande
vande
inhet
ande
van
inde
enD.vadr
vande
het
bij
nr.
nr.15,f7v
zoupasin
in
by
and
De
en
van2
te
Het
inde
en
het
Ookinhet
85Metn
86
metn
De
undzm
Be-
per
o
zur
in:
aux
dela
87
Co-
is
15.
in:
der
opde
von
zum
dagvn
se
so
vandt
der
Inhet
de
len
van
von
van
siel
ela
Die
92
&
in
in:
derCo-
topen
mend
se
.dan
of
9.
inde
vande
men
van
de
70'.
De
Opde
Les
schrijft hij in dit verband: 'Indessen huldigte Bramante doch noch nicht einem allegorischen Gebrauch ordini zugespitzten Form, wie es dann die Manieristengeneration tun sollte. Bei ihrn stehen die drei klassischen Ordnungen noch in einem schonen Gleichgewicht ..'. Vgl. Bramantes Dorisch boven Ionisch aan de kloostergang van de Unversita Cattolica, Sant'Ambrogio, Milaan (Afb.: Murray, Peter, Architecture of the Renaissance, Milaan 1971, 138). 78 In de Franse editie van het tractaat van Alberti uit 1553 wordt bijvoorbeeld ontwerp toren volgorde nagenoeg geheel omgedraaid: Corintisch. Composiet, Dorisch. Ionisch. L'architecture et art de bien bastir du Seigneur Leon Baptist Alhen, Gentilhomme Florentin, divisée livres: Traduicts Lalin en Francais, par dessunet lan Martin, Parisien ... Paris 1553, 167ren 168r. 79 Vermeulen, op.cit., 133. 80 Ter Kuilc, op.cit., 90; Vos/Leeman, op.cit.. 12 en Ross. op.cit.. 49. 81 Duitse Wesergebied worden regelmatig niet-hiërarchische toepassingen aangetroffen, bijvoorbeeld Hagemeyerhaus in Minden (1592) en het Hexenbürgermeisterhaus in Lemgo (1571). Vgl. Kreft, Herbert Jürgen Soenke. Weserrenaissance, Hameln 1964, afb. 115 en 56. 82 Tekeningenarchief Rijksdienst voor de Monumentenzorg: 'Olde Vleishuus', Oudestraat l 19, Kampen, Voorgevel bestaande toestand, juli 1938. no. 4806, architect A.A. Kok. 83 Met een verwaarloosbaar verschil van 3 milimeter. 84 Ondanks diverse berekeningspogingen blijkt er geen consistente samenhang te bestaan tussen de toegepaste pilasters en de eraan ten grondslag liggende zuil-verhoudingen en de omzetting tot pilaster. Geconcludeerd mag worden dat dit, in tegenstelling tot daarna, vroege renaissance niet zodanig ontwerp betrokken werd. Vgl. Slenvert, Ronald. Constructing the Past: Computer-Assisted Architectural-Historical Research. Utrecht 1991, met name 284-287 en Terwen, J.J., 'Het mathematisch systeem van de gevel', in: R. Meischke & H.E. Reeser (ed.), Trippenhuis Amsterdam, Amsterdam etc. 1983, 171185. verwaarloosbaar verschil millimeter. Cesariano, op.cit., L X X l I I l r Rivius, op.cit., CLXI11 (waar ven corintisch, twee maal ionisch is getekend). Vitruvius, Architectura (ed. from Harleian manuscript 2767 transl. Frank Granger), Cambridge (Mass.VLondon 1983, boek V. c. I. 6 (p. 259). Vgl. Cesariano, op.cit., LXXIlllr. Rivius, op.cit., CLXlIIv. 88 Gevers, A.J. en J. ten Hove. Raadhuis van Kampen, Zwolle 1988. Vgl. Casteels, Marguerite, De beeldhouwers De Nole te Kamerijk, te Utrecht en te Antwerpen, Brussel 1961, 69-85. 89 Hij kreeg de opdracht een kaart vervaardigen ter verbetering van de zwakke plek in de Kampensc verdediging. Mierlo, Theo van, op.cit., 167-168. Deze kaart, gemaakt opdracht LandOverijssel 1554 bezit stad Kampen geraken. 90 Het geld voor het koorhek werd in 1550 geschonken door Weyme van der Straten, zie G.A.K., O.A., inv. nr. 1331. l'. 238r. Vgl. Vos & Leeman, op.cit.. 59. 91 G.A.K..O.A., inv. nrs. 459-466, bij 'Vleyshuys' (1586-1593). Ibidem, inv. (1593). Ibidem, inv. 466, 'allerley'. 94 Ibidem, inv. nrs. 467 en verder, bij 'bancken int Vleyshuys'. Dit Vleeshuis verloor haar functie omstreeks midden 17de eeuw en werd in 1843 afgebroken. Van den Hoven, H.W., K. Schilder Vlis, Gezichten straten Kampen, historische beschrijving. Alphen Rijn 1986, 17.
93
te
in
43.
menr
Le
en
die
Pilasters maar vyt' Canaalen hebben, maar deezen zyn breed, en veroorzaaken dat de Pylasters zelfs klein en armelyk schynen; indien negen yder zyde plaatste, /ouden dezelve te smal en te maager worden, zelfs in de allerteederste Ordens'. Clerc, op.cit., 68 Na sloop in 1888 werd het in een zijrnuur van hel Rijksmuseum opgenomen. Zantkuyl, H.J., Bouwen Amsterdam, Amsterdam 1976, 123. Vgl. idem, 'De eeuw van de verbeelding: De renaissance Amsterdamse architectuur', Kistemaker, Renée Michiel Jonker (red.), De smaak van de elite: Amsterdam in de eeuw beeldenstorm. Amsterdam 1986, 69 'Deezc Vullinge. die door de Franschen Rudentures genoemt worden, zyn van Gedaante, als een Touw, Stok of halve Stok, die geplaatst worden in de Canaalen om derz.elver kanten te versterken, en voor het beschaadigen te behoeden; by voorbeeld, wanneer Gecanuleerde Colomne Pylasters zonder Piedestallen maakt, vult Canaalen derde loms of Pylasters hoogten ..', Le Clerc, op.cit., 44; Haslinghuis, op.cit., 340. ende wordt ghestrieert of l ghecenaleert. salinen gheliick lonica maken, mare derdendeel nederwarts sal die caueringhe vol siin gheliick hier aen den cant staet', Coecke Aelst, Generale reglen architecturen op.cit.. rinthia, Miiir. 71 Bray. op.cit., plaat XXXV11. werkelijke gebouw geen stafwerk, maar zijn voor het onderste deel van de pilasters manchetten toegepast (Vermeulen, op.cit. 223). Vgl. Terwen, J.J., 'Het stadhuis Hendrick Kcyser', Delfise studiën. Assen 1967, 156-157. 72 Grapheus, Cornelis, De triumphe van Antwerpen: De neer wonder/ijcke, schoone, Triumphelijcke Incomp.it, van den hooghinogenden Prince Philips, Prince van Spaignen, Caroli des Vijfden Keyserssone. In de stadt van Antwerpen, Anno MCCCCCXLIX: Duer Cornelium Grapheum der selver stadt Secretaris, waraclttelijck en levent/ijck int Latijn beschreven, Antwerpen 1550. O/.inga, op.cit., kol. Vos/Leeman, op.cit., Vgl. RoederBaumbach, Irmengard von, Versieringen bij blijde inkomsten gebruikt in de zuidelijke nederlanden gedurende de 16e en 17e eeuw, Antwerpen 1943. Een direct verband met Kampen bestaat er echter niet. Karel V bezocht Utrecht. Amersfoort en Deventer, maar niet Kampen. 73 Cesariano, Cesare, Di Lucia Vitruvio Pollione de architectura libri decem traduiti de latino in Vulgare affigurati, commentati ... Como 1521. (Facsimile: Krinsky, Carol Herselle. Vitruvius Architectura. Nachdruck Kommentierte ersten italienischen Ausgabe Cesare Cesariano (Como 1521), München 1969.) invloed deze uitgave Nederlandse architectuur is reeds eerder gewezen door Goossens & Vermeer, op.cit. 74 Cesariano, op.cit., LVIIr. Over de extra astragaal zegt hij: 'ma poi bisongna agiongere talhora qualche altro membriculo come spora dimonstrata gusserta: altro ornato questo non tole la venusta ratione di esto capitello'. 75 Vitruvius, Marcus Pollio, ïehn Biicher von der Architectur umi künstlichem Banen: Erstmal verteutscht durch Gualther Hermenius Rivius, Nürnberg 1548. Fascimile (rnit einleitendcn merkungen Nachdruck Erik Forssman). Hildesheim/New York 1973. met name C X X V I r e n CXXVlIv. 76 Röttinger. Heinrich, Holzschnitte Architeklur Vitruvius Teutsch des Walther Rivius, Strassburg 1914. Voor de invloed van Cesariano op Coecke van Aelst zie: Rolf, op.cit.. 2123 en Offerhaus, Johannes, 'Pieter Coecke et Tintroduction des traites d'architecture Pays Bas', Guillaume, Jean (ed.), traites d'architecture renaissance, Paris 1988, 443452. 77 Forssman, Dorisch, Jonisch, Korintisch, 21. Over Bramante
99
G.A.K., R.A., inv. 23v-24r (1601).
aan de Oudestraat', Kamper Almanak, 1940/41, 183 en de krantenartikelen: 'De gevel van het 'Olde Vleishuus' gered', Kam-
nr.20,f
96 G.A.K., O.A., inv. nr. 23, f. 12()r en R.A., inv. nr. 62, f. I 7 1 r .
per Courant, l november 1939; 'De restauratie van het 'Olde
Het achterste deel van het perceel en het gebouw was toen al verkocht koekenbakker, genaamd Faes. 97 Voor de latere bewoners van het pand, zie het artikel van
of 9 bij de voorgevel hiertoe bijgedragen, zie Kok, Vleeshuis, op.cit., 101.
I);
3),met
2),met
vande
met
to
3),met
en
op
of
54°
versus Quadratuur (1:1414) oftewel ruim verdient nadere bestudering. Zie: Scholfield, P.H., Theory Proportion in Architecture, Cambridge 1958. Vgl. over trapgevels:
Visser, C, 'Het behoort zoo", De Bouwwereld. 13(1914), 107110. l Kok. Vleeshuis, op.cit., 104.
12
vanhet
vande
den
to
met
mentatie Kampen, Oudestraat 119, vel met berekeningen. 110 Kok, Vleeshuis, op.cit., 103. 111 samenhangt Gulden Snede (1:1,618) oftewel ruim The
te-
te
depuiht
NAi, Rotterdam, archief Architectenbureau Kok, (67) docu-
van
ge
vanKok
41en9.Id
Heemschut, 18(1941)1, 3-19; idem, 'Oud-Geldersche bouwkunst', Leven en werken, (1941), 177-183 en ibidem, Heemschut, 19(1942)1, 3-9. 101 Kok, A.A., Amsterdamsen? woonhuizen, Amsterdam 1941 (3de vermeerderde druk 1943), daarbij afgebeelde kening valt boven jaartal 1550 lezen. 102 Reijers, A.J., 'Van twee vleeschhuizen en een merkwaardigen gevel te Kampen', Kamper Almanak, 1938/39, 136-153. Overipublicaties naar aanleiding deze restauratie, zie: Kok, A.A., 'De gevel van het Olde Vleishuus, Oudestraat 119 te Kampen', Bulletin KNOB, 6e serie, 3(1950), 100-104. Vgl. R[eyers], A.J., 'Gerestaureerde gevel 'Olde Vleishuis'
schuifvensters; (51632) Voorloopig ontwerp voorde restauratie van gevel, febr. 1939 (blad kruisvensters; (3113) Plan restauratie gevel, juli 1939 (blad omgewerkte topgevel; (5115) s.a., breed fronton; (5116?) s.a., fronton opzetstuk (5114) Plan restauratie gevel, sept. 1939 (blad huidige topgevel. 106 NAi, Rotterdam, archief Architectenbureau Kok. (67) documentatie Kampen, Oudestraat l 19. 107 Kok, Vleeshuis, op.cit., 102. 108 Ibidem.
58°
te
ande
10
nen: Jan de Meyer en A.A. Kok', Bouwkundig Weekblad, 69(1951). 186-187. Kok. A.A., 'Dat Bolwerck Zaadmarkt Zutphen',
voor de restauratie van de gevel, febr. 1939 (blad 2), met
109
f',
D.,'e
naar, Heemschutter A.A. Kok. Amstelodamum,
38(1951), 65-66 en Mieras, J.P., 'Bij de dood van twee vetera-
105 RDMZ, Zeist, Kampen, Oudestraat l 19; (4806) Voorgevel bestaande toestand, juli 1938 (blad (4807) Voorlopig ontwerp
Ofdit
28(1951)3, 45-46; Knijtijzer, H.. 'In memoriam A.A. Kok: Architect-heemschutter-schrijver', Bouw, (1951)11, 742; Kouwe-
vanhet
104 Mogelijk heeft de vondst van een blokje met een geschilderde 6
metd
an
Kokf,
de
99 Beek, Marijke, Drie eeuwen Amsterdamse bouwkunst: Catalogus van architectuurtekeningen in de verzameling A.A. Kok, Amsterdam 1984; Bierens Haan, J.A., 'A.A. Heemschut,
gerestaureerde voorgevel 'Olde Vleishuus", Kam-
per Nieuwsblad. 3 januari 1940. 103 Reijers. van twee vleeschhuizen, op.cit, 147-148.
op,zie
Bij
Kamper Courant, januari 1844. latere werkzaamheden het pand werd een steen met stadswapen en flankerende leeuwen aangetroffen, maar daar stond geen jaartal Welcker, o.c. 25-8-1938. 18
98
Welcker, C.J., 'Onbekende geschiedenis van Kampen', Kamper Courant, 25 augustus 1938.
'De
ane
Vleishuus", Kamper Courant, 13 mei 1939 en Reijers, A.J.,
de
95
B U L L E T I N K N O B [994-3
van
Het Amsterdamse fabrieksambt 1595-1625
vanhet
de
was
de
die
Het
het
de
end
opde
van
de
vande
die
Vande
de
de
Een fabrieksambt was een stedelijk bouwbedrijf dat onder toezicht stond van een fabrieksmeester. Dit hoofd van dienst was een gedelegeerde van het stadsbestuur en was verantwoordelijk voor gang zaken betalingen. Voor belangrijke werken werden gecommiteerden uit raad benoemd zich uitvoering hoogte hielden. wijze waarop fabrieksmeesters hun taak vervulden is weinig bekend. Zij vormen dan ook niet het onderwerp van dit artikel. Onze belangstelling gaat uit naar de bouwmeesters die onder hen stonden.
fabrieksambt zoals gehele bouwvak verdeeld in drie sectoren: timmerwerk, metselwerk en steenhouwwerk. Boven elk van deze afdelingen stond een meester niet alleen praktijk werk beheerste maar ook een algemene kennis van het bouwvak bezat. Hij moest begrotingen en bestekken kunnen opstellen en bouwtekeningen kunnen maken en lezen. In 1595 werd de top van de dienst door toevallige omstandigheden geheel vernieuwd. jaar gaven stadstimmerman Hendrick Jacobsz Staets, stadsmetselaar Cornelis Danckerstz en de steen- en beeldhouwer Hendrick de Keyser leiding aan het stadswerk. Nadt
in
vernieuwing fabrieksambt 1595 vanhet
De
R. Meischke
Afb. l. Huizenblok Dam-Visniarkt (1599). Ontwerp stadstimmerman Slaetx? Raamdecoraties door Hendrick de Keyser. Tekening voor sloop in 1767. Collectie Olie: RUU. S
PAGINA IOO-I22
B U L L E T I N K N O B I 994-3
101
Aan dit vernieuwde fabrieksambt is door historici omstreeks 1900 veel aandacht besteed.' Na circa 1930 raakte dit onderwerp op de achtergrond.2 Dit had het voordeel dat we er thans weer fris tegenaan kunnen kijken. Wij op
de
dant
zien Hendrick Keyser zo'n hoog voetstuk
was geplaatst dat de verhoudingen binnen het fabrieksog
hadmen
ambt vertekend werden. Bovendien geen
en
de
de
Amsterdam stond bouwerij tussen jaren 1565 de
Te
Wij
opdit
voor zijn eenvoudiger, meer alledaagse werk. Juist terrein zijn ondertussen meer gegevens beschikbaar gekomen. zullen oude nieuwe gegevens samenvoegen en daarbij de structuur van het fabrieksambt opnieuw bekijken.
De
en 1590 vrijwel stil. stadsmetselaar Roemer Gerbrandtsz, die in 1568 slechts tegen een dagloon was aangesteld, bleef tot zijn dood in december 1594 in dienst. Op 2 februari 1595 werd Cornelis l Danckertsz (1536-
1595) in deze functie benoemd. Gelijktijdig moet Hendrick de Keyser met zijn werk voor de stad zijn be-
gonnen. 3 Hierdoor ontstond eenzelfde situatie als te Haar-
en
deKy
ane
Inde
de
lem waar steenhouwer Lieven naast oudere stadsmetselaar werd geplaatst. grote steden kreeg men behoefte rijkere architectuur. na
de
de
en
de
en
in
Kroniek over jaren 1607, 1609 1610 geen werk
op-
de
uit
'Architectura Moderna' 1631, wankele pijlers waarop een groot deel van onze kennis rust. De Kroniek is een berijmd pamflet dat werd opgesteld door Ds Jaco-
stichten van liefdadigheid, die van particuliere giften afhankelijk waren, zoals het Gasthuis, Weeshuis, Leprooshuis, Dolhuis en Huiszittenhuis zelfstandig hun bouwprojecten. onbekende reden werd door Staets zijn er
end
uit
van
gedrukte bronnen, 'Kroniek Staets' 1628
en
het
Doordat in het Amsterdamse stadsarchief de gegevens over stedelijke bouwen niet bewaard bleven zijn twee
van Lening, Admiraliteit voor Oost- West-Indische compagnie. Ook de nieuwe kerkgebouwen werden door de stad opgetrokken. Daarentegen verzorgden de ge-
de
25
De Kroniek van Staets en de Architectura Moderna
de
de
In
vande
de
ok
De
drie nieuwe meesters vormden gedurende jaar spil van het Amsterdamse bouwen.
Afb. 2. Hel nieuwe Bushuis aan het Singel uit 1606. De gevel is een copie van hè! Oude Bushuis aan de Hoogstraat. Ontwerp Staets? Bekroning Hendrick Keyser. Foto Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg Amsterdam (1977).
Om
I
Cornelis Danckertsz stierf enkele maanden zijn
aanstelling en werd opgevolgd door zijn gelijknamige zoon Cornelis II Danckerstz (1561-1634). In juni 1595 was door dood stadstimmerman Adriaen Lenaertsz deze post vrij gevallen. deze functie werd Hendrick Jacobsz Staets (1558-ca. I63O) benoemd.
beslag hebben genomen. Mo-
het
de
vande
en
en
gaf
van
daten
en
zij
De
uitde
ge
het
De
van
Tuchthuis, het Aalmoezeniershuis, het Spinhuis, de Bank
lesn
de
bouwmeester Salomon de Bray.5 Deze laatste schreef ter
Uit pamflet blijkt welke werken 'Magistraten wegen' werden uitgevoerd. stad bouwde voor dit
hetwasn
Hetis
vané
was
De
tweede pijler onze kennis, Architectura derna, geen pamflet overzicht over werk persoon, boek waarvoor markt bestond. meer project uitgever Cornelis Danckertsz van Sevenhoven -een oomzegger van de stadsmetselaar- dan een opzet van de Haarlemse stads-
uithe
de
had
en
dat
en
bij
de
van
Hethadn
vande
de
in
inleiding een theoretische beschouwing over de bouwkunst en redigeerde de onbetekenende en slordige teksten bij prenten. afbeeldingen tonen alle willekeurifase ontwerpproces zodat vaak niet kloppen met de uitgevoerde werken. 6 De Architectura was voor alpractisch boek, beschikbare tekeningen wer-
Op één project was hij bijzonder trots: zijn ontwerp voor Noorderkerk.
ditkan
Kroniek terloops Staets gebouw ontworpen.
vande
gegeven. Men was toen bezig met de Zuiderkerk en de Beurs maar zijn werkprogramma niet volledig
en
bus Laurentius, stiefzoon toen 70-jarige Staets. doel voor oude stadstimmerman een gratificatie te verkrijgen. 4 Het geschrift noemde de namen collega's Staets niet, hetgeen latere gebruikers een ongunstige indruk wekte. De Kroniek beschrijft de bouwwerken die in deze bloeiperiode van de stad werden uitgevoerd, wel wetend dat bouwen op het stadsbestuur een groter indruk maakte dan het werk aan de tekentafel. En in het bouwproces was aan Staets de hoofdrol toebedeeld. Slechts enkele maal vermeldt
B U L L E T I N K N O B 1994-3
IO2
end
van
iets begrijpen functioneren fabrieksvanhet
vanhet
te
vande
De
samenwerking drie stadsmeesters
Om
te
ok
geen andere ontwerpen bekend. In 1628 werden te Amsterdam enkele werken herdrukt Samuel Maroloys, hoogleraar Leiden, over perspectief architectuur van vestingwerken. 8
alom-
vane
Inde
enD
de
Een
de
amt moeten we aandacht besteden aan de verhouding tussen stadsmeesters. juiste kijk daarop werd streeks 1900 bedorven door constructie controverse tussen Staets Keyser. Architectura opbe-
open
en
de
uit
van
bijde
de
Moderna stond Noorderkerk, waar Staets zich roemde, werken Hendrick Keyser. Bovendien leken twee octrooien 1596 over oorgat
el-
de
te
onderlinge concurrentie wijzen. 9 Vingen heren enur-
zijmet
zij
af,o
kaar hier vliegen bogen zich beiden over gent Amsterdams probleem? Aangezien verschillende oorgaten de markt opgingen kan de concurrentie
niet groot zijn geweest. Over de samenwerking van de meesters binnen het fabrieksambt zijn enkele gegevens beschikbaar, evenals over hun werk buiten de stad. Uit resoluties van de
anbijhet
en
wij
In
dat
Vroedschap blijkt Staets Danckertsz vaak samenwerkten. 1601 treffen beiden rechtzetten van de houten toren van het oude raadhuis. 10 Buitengewo-
de
end
de
in
ne werken zoals de sluis in de Sint Anthonisdijk werden niet eigen beheer uitgevoerd doch aanbesteed. Daarvoor maakten stadstimmerman stadsmetselaar zeer uitvoerige bestekken. 1 '
of
en
end
De
en
In 1605 werd nieuw arsenaal bushuis gebouwd. stadstimmerman stadsmetselaar kozen
plaats aan het Singel bij de Doelens [thans Universiteitsbibliotheek]. Daar kon een terrein van 60 voet breedte en
van grote diepte worden gevonden. Het stadsbestuur
to
sijluijden meesten dienste ende minsten coste deser
opte
enzoubijd
opt
op
Men
vande
te
en
de
uit
om
de
de
vande
In navolging van uitgaven in de Zuidelijke Nederlanden
aanleg van een nieuwe kade alvast rekening houden met Beurs. 13 Hendrick Keyser Cornelis Danckertsz reisden naar Londen daar Beurs bekijken, hetgeen op 15 juni 1607 betaald werd met 197 gld. 14 Op l september 1607 koos Raad twee patronen
de
nog
erinht
anhet
van
De
Architectura Moderna stond begin ontluikende traditie Nederlandse architectuurboeken.
toen
stede bevinden sullen te behoiren.' 12 In april 1607 besloot de raad 'het patroon 'twelck eertijts ontworpen Beurse Rockin' weer is
me
inde
vande
en
De
en
verrijzen. Zij domineren dan ook het boek.
te
pakken. legde zich vast deze plaats
de
den die gekozen waarvoor belangstelling bestond. Protestantse kerken poortjes zouden land vele
ande
machtigde 'meesters Timmerman ende Metselaer procederen tot opmakinge vant voorsz. Boshuijs ende 't selve soe breet, diep ende hoog, te doen maken, als
J.
Afb. Binnenplaatsgevel Oost-Indischhuis Hoogstraat (1606). Ontwerp Keyser. Nog kleine blokken bogen, drievoudige sluitsteen. Details uit Vredeman de Vries: ornament in vensterbogen, doorkruising architraaf fries bovenlijst blokverband vensters. Oude bestaande gebouwen, pi.39.
Beurs kleinste bedoeling daarvan snel funda-
van
en
Uit
de
vande
vane
gravures moderne achtkante koepelkerk I
vande
hand van Hendrick Danckertsz. Van deze steenkoper, een broer stadsmetselaar Cornelis Danckertsz, zijn
de
sal
inde
open
in
te
ert
en
penuitd
en
van nieuwe Beurs. 1628 dateert serie vier
het
dat men aen een voet, thyen, twaelff ofte twintich in de
menrokiht
1609 1612 waren Amsterdam prenten uitgegeven
en
menten te leggen 'Sonder dat men verstaet, dat tot vercieringe vant werck cleyntge worden gesien, ofte
dievan
zoals Francart Rubens ging Noorden toe over om, naast de bekende tractaten, ontwereigen tijd omgeving publiceren.7 Reeds
lengte om twerck te vergroten sa] wesen gebonden.' 15 De breedte van het gebouw lag toen dus vast, de lengte nog niet. Het funderingswerk van de Beurs bracht complicaties
B U L L E T I N K N O B [994-3
103
Afb. 4. De Beurs van Hendrick de Keyser (1608-1611). Huizenblokjes met schilddaken naast de ingang. Gedeelte van afbeelding uit: O. Dapper, Historische Bechrijving Amsterdam, (1663).
te houden dat op l september 1607 was goedgekeurd. 16 De
de
Het ontwerp voor Beurs werd zeer gewaardeerd.
Keyser's salaris werd in 1607 verhoogd tot 400 gld, hetgeen ook Staets en Danckertsz ontvingen. Bovendien van
vanhet
diehy
kreeg hij eenmaal 100 gld. voor 'sijn extraordinaris moeyte, heeft gedaen maecken diverse
te
150
Op4
de
de
sovande
patronen kerck, beurs ende anders'. 17 april 1609 besloot Raad 'Mr. Henrick Kayser' gld.
vereren voor 'zeeckere contrefeytsels' van de Beurs. 18
vande
Mogelijk betrof perspectieftekening binnendite
en
te
te
metn
opande
enmt
genrbijd
met zich mee. De huizen aan de oostkant van het gebouw waren door het heien 'geweecken ende gesteegen, nijet sonder perijckel van inne te storten.' Enkele raadsleden, de fabrieksmeester en de drie st;;dsmeesters gingen op 'oculaire inspectie' en besloten de huizen voor een deel af te breken. De stadstimmerman en de stadsmetselaar dronRaad Beurs boog verbreden boog verkorten zodat betere verhouding zou ontstaan. Hendrick de Keyser werd bij dit voorstel niet genoemd en de Raad besloot het patroon aan
IO4
B U L L E T I N KNOB 1994-3
alsin
na
In
in
de
dood Hendrick Keyser 1621 voort. 1623 van
de
vande
opde
de
ofhetg-
metd
in
uitvan
ze
te
Middenbeemster verband vraag bouw rechthoekig, rond of achtkant moest worden.19 Deopdracht ging Amsterdamse regenten, meesters zullen daar hebben samengewerkt wijze hun stadswerk gebruikelijk was. Deze buitenpraktijk stadsmeesters zette zich
vandeAm-
in
was
in
met
die
opde
als
de
te
vande
en
leverden Danckertsz Staets, opdracht sterdammer Adriaen Pauw, de bestekken voor de herbouw kerk Heemstede oude fundering.20 In 1625 werd Pieter Keyser, zijn vader 1621 opgevolgd stadssteenhouwer, Cornelis Danckertsz
vande
bijde
als
aangezocht arbiters bouw Catharijne
te
ofde
vande
de
was
eni
die
Hun
te
poort Utrecht 1630 werden beiden naar Leiden geroepen.21 taak daar 'Bestecken teyckeninge gemaeckt sijn Reynsburger poort
te
vane
end
visenteren' kosten dergelijk bouwwerk
opals
en
in
In
inde
vane
bijde
30
zij
schatten. Hiervoor ontvingen behalve onkostenvergoeding ieder gld. 1630 trad Danckertsz adviseur aanleg zeesluis Schermer
metn
samenwerking plaatselijk deskundige.22 Zowel binnen als buiten de stad was het gebruikelijk dat bouwmeesters zich met zijn tweeën of drieën over een
Het
vanhu
end
alsde
uitde
probleem bogen. De stadssteenhouwer en de stadsmetselaar werkten aard werk veel samen, evenstadsmetselaar stadstimmerman. gehele enbij
bijde
van
het
was
drietal betrokken Amsterdamse Beurs kerkproject Middenbeemster. Deze veelvuldige
samenwerking maakt het moeilijk het werkterrein van de meesters te begrenzen.
van
De plaats Staets
Datwsin
In
vandef-
namhijet
en
Er
Zij
nate
In
dat
ok
In
de
de
van
met
de
bijen
wed
als
we
het
Ookbij
plaats die als prent in 1609 werd uitgegeven door Michael Colyn. werken buiten Amsterdam traden meesters soms samen op. Hendrick de Keyser was veel buiten de stad te vinden, hij werkte ook voor andere steden. Staets had het daar vermoedelijk te druk voor, gezien zijn positie binnen stadsfabrieksambt. Hendrick Keyser treffen twee keer samen Danckertsz elders aan. beide gevallen gold het problemen met verzakkende torens, te Kampen (1609) en te Rotterdam (1615). Zij werden daar uitgenodigd fabriekmeesters Amsterdam doch particulier betaald. Slechts eenmaal vinden drie meesters gezamenlijk vermeld werk buiten stad. 1615 bij het maken van ontwerpen en bestekken voor een kerk
dan
van20
en
uit
te
vanhet
Omhet
functioneren fabrieksambt begrijpen moeten we ons in eerste instantie op Staets richten, die de belangrijkste positie had. Zijn aanstellingscontract juni 1595 ontbreekt. Staets had eenjaarsalaris van 400 gld. en toelage gld. voor kleding. Bovendien ontving hij hogere jaarlijkse gratificatie zijn collega's. 1616 kreeg hij, gezien zijn zware werken, de steun van een ondermeester met een salaris van 380 gld. om de werken lopen. 1627 werk brieksmeester waar.23 In 1597 had Staets de leiding over twaalf timmerlieden, in 1623 bestond zijn 'compagnie' uit honderd man. 24 Dit betekende alleen grote utilitaire werken werden uitbesteed, maar dan wel naar plannen van de stad. Timmermansbazen van het niveau van Staets maakten bouwkundige tekeningen, ontwerpen bestekken voor het gewone werk. ontwierpen niet alleen houten constructies doch stenen gebouwen. waren geen gildebepalingen die het werkmeesters verboden met hun ontwerpen het terrein van andere ambachten te betreden. Een voorbeeld van één op vele terreinen als ontwerper en uitvinder optredende timmerman was Jan Adriaensz Leeghwater.25 en
an
5.
A/b. Tuchthuis, regentenkantoor voorplaats (ca. 1 6 / 1 ) . Ontwerp De Keyser. Details uit Vredeman de Vries: Nissen in muurdammen, dubbele boogjes van zoldervensters, ornament in vensterbogen. Vroegste toepassing driezijdige bogen. Benedenramen naar het midden verbreed. Foto april 1895, vlak voor sloop. (Rijksdienst voor de Monumentenzorg)
B U L L E T I N K N O B 1994-3
'05
De
105
Er
van
vandit
ok
Het stadswerk uit het begin van de 17de eeuw toont naast belangrijke projecten veel gewone bouwerij. stadsteenhouwerij moet een gigantische productie van utilitair steenhouwerk hebben gekend voor bruggen, kaden, sluizen en vestingwerken. De Kroniek onthult ons de grote omvang utilitaire stadswerk. werden bruggen, zeven sluizen en 12 kruithuizen gebouwd tijdens ambtsperiode Staets.
en
vande
Afb. 7. Herenmarkt 13. Particulier huis uit 16/6, gebouwd naar voorgeschreven patroon stad. Driezijdige bogen dubbele pilasters. Rijke top. Opmeting Jacob Olie, 1873, Oude bestaande gebouwen, pi. 79,
van
of
De
er
bij
met
Op
bij
en
van
de
Afb. 6. Beurssteeg bij de Dam. Tweelinggevels (1612). Deel van vier paar door stad gebouwde huizen. Driezijdige bogen drievoudige sluitstenen. Muurdammen met twee lisenen. Eerste voorbeeld zwaardere bogen blokken woonhuisgevels. bovenlijst stonden twee kleine frontons. Anonieme foto, voor verbreding Beurs.steeg (ca. 1920).
van
Het
van
het
vanDe
Dit
de
die
van
hetIJbijd
ophet
zalwe
vande
Wie stadsmeesters subtiele bekroningen De Montelbaans- en Haringpakkerstoren, beide uit 1606, ontworpen heeft nooit opgelost worden. werk lag terrein Staets, ontwerpen Keyser voor de toen nog niet gebouwde Zuiderkerkstoren gekend zal hebben. De houten stadsherberg, die in 1613 in nieuwe palenrij, werd gebouwd moet werk van de stadstimmerman zijn geweest. Verbouwingen geschiedden steeds onder directie timmerlieden. inrichten oude kloosters voor nieuw gebruik als Tuchthuis, Spinhuis en Admiraliteit moet het werk van Staets zijn geweest. Ook voor de stadsscholen aan de Oude- en Nieuwe Zijde van de stad werden verbouwingen uitgevoerd. stadsbeeldhouwer voegde dergelijke verbouwingen poortjes gevelstenen aan toe en trok daarmee de meeste aandacht. Een dergelijke gang van zaken toont de verbouwing in 1617 van de Sint Anthonispoort tot Waag. Buiten de stad had
io6
BULLETIN KNOB 1994-3
Het rijk van De Keyser
en
te
wasin
de
Hendrick Keyser 1565 Utrecht geboren die
de
van
van
genid
moet zijn eerste kennismaking met het vak hebben gekrewerkplaats zijn vader kistenmaker was. Reeds daar zal hij in aanraking zijn gekomen met de prenten Hans Vredeman Vries. Belangrijk zowel
voor bouwmeesters, steenhouwers, metselaars, kistenmaInhet
der
kers en beeldsnijders was het in 1577 verschenen boek 'Architectura, oder Bauung Antiquen'. 30 latere
vandeb-
en
De
en
het
werk van Hendrick de Keyser is vooral de invloed van dit boek te herkennen (Buil. KNOB (1994), afb. pags. l, 12). Naar heet werd Keyser leerling kende steenhouwer beeldhouwer Cornelis Bloemaert uit Utrecht die in 1591 als stadsingenieur te Amsterdam werd aangesteld. Bloemaert stierf reeds in 1593 te Utrecht. Het herlevende Amsterdam bood beeldhouwers een
18
Jan
het
In
van
ser
wasin
goede kans op werk. De beroemde Joost Jansz Bilhamer 1591 overleden waardoor geringe aantal beeldhouwers nog meer was geslonken. Al snel moet De Keybekend zijn geworden. 1594 besteedde Hendricx, stadsmetselaar Embden, zijn jarige zoon om'te
bijDe
Hendrick Jansz voor drie jaar Keyser, lee-
to
te
en
zou
neeringhe' behoefde. eerste jaar deze leerling Het
der
te
het
ren steenhouwen, contrefeyten, steen houwen ende alle cyraet maecken, gelijck steenhouwer zijn-
met
de
Afb. 8. Nieuwmarkt 17-21. Oorspronkelijk drie gelijke huizen in 161'8 door stad gebouwd. Driezijdige bogen drievoudige sluitsteen. Dubbele pilasters. Verzorgd ornamentwerk. Foto Steenbergh. voor sloping (ca. 1925).
van
in
College Leiden welk werk opdracht Amsterte
ten
Staets in 1617 de leiding bij de verbouwing van het Sta-
de
byden
Inde
bijde
en
dit
de
hijde
de
de
dam geschiedde.26 In Kroniek ontpopt Staets zich driemaal nadrukkelijk als ontwerper. Zo was hij, met de stedelijke landmeter Lucas Sinck, verantwoordelijk voor de grote uitleg van 1610 waarbij, binnen nieuwe omwalling, grachtengordel en de Jordaan tot stand kwamen. Inderdaad werd hij in deze jaren voor het maken van kaarten betaald.27 Verder ontwierp houten Korenbeurs naast Oude Brug over het Damrak. Het meest wijdde de Kroniek echter uit over de Noorderkerk: 'de Noorderkerk ontworpen van dese meester' werd alom gepresen. Staets noemde gebouw 'Mijn cieraet mijn eer'. Architectura Moderna staat deze kerk werken 'gedaen zeer-vermaerden en vernuften mr Hendrick de Keyser'. 28 Wij veronderstellen dat Staets de eerste opzet bedacht
het
enD
heeft Keyser steenhouwwerk heeft ontworpen.29 De Noorderkerk kan beter worden beschouwd als bewijs van samenwerking dan als controverse.
Afb. 9. Haarlemmerpoort, stadszijde. Ontwerp De Keyser 1615. Oorspronkelijk met platte daken. Wachthuisjes aan weerszijden met muurdecoratie. Vensters gedicht. Tekening Jan ten Compe? (Gemeentelijke Archiefdienst Amsterdam).
107
BULLETIN KNOBJ994-3
en
enlk
perdag
vier stuivers verdienen volgend jaar
stuiver meer.31 Het salaris van Hendrick de Keyser ging in Februari
in, zijn contract dateert van juli daaropvolgend. 32
1595
de
de
hadeni
diemn
end
Hij
en
Hij werd aangesteld 'tot meester-beeldsnyder ende steenhouwer over deser stede wercken'. moest knechten jongens nodig door
en-
es
hetvan
de
op
fabrieksmeester werden aangesteld 'in arbeyt onderhouden ende heuren arbeyt ende werck goede toesicht sorge dragen ende daer doen ofte noodich pa-
hij'de
selffs mede wercken'. Verder moest modellen, tronen ofte ontwerpselen' naar zijn beste kunnen 'ontwer-
zou
en
endatw
pen' gesneden gehouwen worden 'ten beste oirboer ende welstandt deser stede beschicken'. Van was
hadeni
hijn
hetgeen bewaring zijn woning gesteld mocht hij niets verkopen, ook mocht hij zijn knechten al-
leen voor stadswerk gebruiken. Hij kreeg vrij wonen en en
vande
van
gratis brandstof afvalhout stad jaarsala-
ris van 320 gld. Van de knechten in het stadswerk mocht hij niets 'trecken'. 33
Hij
van
Het contract Danckertsz verschilde hiermee slechts op enkele punten. 34 De stadsmetselaar moest indien nodig met de troffel meewerken en toezicht houden op de bouwmaterialen. mocht geen werk beginnen zonder toestemming van de fabrieksmeester en mocht niets verkopen van wat hij in bewaring had. Hij kreeg een vrije woning in de Hoogstraat, naast het Bushuis. Zijn jaarsala-
in
Keyser.
hetor-
die
isvan
de
de
en
ande
Het
kan
De
de
en
nieut
wa-
hetfa-
vande
de
to
kan
bij
vanDe
Datwde
an
werpers gewerkt hebben. Particuliere architecten ren er niet en ontwerpende aannemers kregen geen vat op het stadswerk aangezien de stad alles in eigen beheer liet uitvoeren. stad liet bouwen werd door brieksambt ontworpen. Aangezien van Staets ontwerpwerk bekend is en van Danckertsz niet, vatten we alle werk niet Keyser zijn onder naam 'Staets' samen. Wij stuiten deze poging verdeling stadsgebouwen al direct op het probleem van de samenwerking van de meesters. Verscheiden objecten lijken ons ont-
zal
hoe
vané
dater
iserd
dathe
ishet
inte
zo
ook verschillend moeilijk hand meester zien. Toch uitgesloten meer ont-
dat
isde
uit
Nu
is
nog
bouwwerken steeds niet toegekomen. zijn deze
uit
opgeëist dat men aan de bestudering van de kleinere
inde
De grote werken van de stad Amsterdam, zoals de kerken, de poorten, de torens en de Beurs hebben zoveel aandacht
hij
In 1599 liet de stad een huizenblok bouwen dat de Vismarkt van de Dam afschermde (afb. l). Ondanks het overvloedige natuursteenwerk kunnen we er geen ontwerp van Keyser zien. Waarschijnlijk heeft slechts nament bedacht. Opvallend venstervorm eender voorkomt Architectura Vredeman Vries. Eenzelfde samenwerking veronderstellen wij bij het Bushuis 1605 weinig inspirerende copie het oudere Bushuis uit 1555 in de Hoogstraat (afb. 2). Wij zagen reeds Staets Danckertsz hier vrije hand van het stadsbestuur kregen. De opvallende gevelbeëindiging door Keyser zijn ontworpen. Het eerst bekende kleinere stadsgebouw waarvoor Hendrick Keyser verantwoordelijk geacht worden is het kantoor van de Verenigde Oost-Indische Compag1605 (afb.4). 35 oude Bushuis 1555 Hoogstraat werd als magazijn aan de VOC ter beschikking gesteld. De Keyser en Danckertsz moesten hun huizen werkplaatsen ontruimen. stadssteenhouwerij de woning van De Keyser werden verplaatst naar de Groenburgwal. 36
De
Het kleinere stadswerk voor 1610
worpen door Staets met natuurstenen sierdelen van De
De
blijkt zijn ambtswoning zich in de Hoogstraat, naast die van Cornelis Danckertsz te bevinden.
van
In
te
hijzou
zijn ruimere mogelijkheden tot bijverdienen. Zijn contract vermeldde niet waar komen wonen. 1604
en
in
zijn werk. Het lagere salaris van De Keyser vond zijn oorzaak in
daten
bij
in
Danckertsz niets, noch zijn aanstellingscontract noch
Afb. W. Nes, hoek Lombardstraat. Bank van Lening. Links turfpakhuis uit 1550, rechts uitbreiding uit 1616. Ontwerp Staets? Ouderwetse kleine blokjes vensterboog. Foto Steenbergh (ca. 1920).
in
dus
Hij
en20
Van
gld. meer Keyser. ontwerpen blijkt danDe
10
40
ris bedroeg gld. gld. kleedgeld. kreeg
io8
B U L L E T I N K N O B 1994-3
Opde-
en
de
de
bijde
12.
H.P. Schouten voor Atlas Fouqut't. GAA
Kleine stadsgebouwen na 1610
daterb-
nu
van
en
uitde
uit
nade
Piate
Zij
enht
Met het begin van het twaalfjarig bestand (1609-1621) nam de bouwlust toe. Men verlangde meer rijkdom in de architectuur stadswerk ging volgende stijlfase binnen. Veel van de nieuwe motieven waren al eerder bereikbaar geweest. kwamen Architectura Vredeman de Vries uit 1577 of waren ontleend aan Michelangelo's Porta Rome 1565. Doch eerst was herstel oorlog zover gevorderd hoefte aan was. Het was Hendrick de Keyser die ze in de Hollandse bouwkunst introduceerde. Omstreeks 1610 moet hij de gevel hebben ontworpen van het regentenkantoor van het Tuchthuis aan de Heilige Weg (afb. 5). Dit project valt in de jaren waarover de Kroniek van Staets zwijgt. In een notariële verklaring van april 1618 ontkende De Keyser dat hij 'ontrent seven off acht jaren geleden, alser tuchthuys yets gemaect werde' aan de binnenmoeder 'twe hartstene posten' geschonken had. Deze natuurstenen schoorsteenposten zouden naar huis haar zwager zijn vervoerd. steenhouCasper Panthen ontkende posten geruild had tegen ander paar, terwijl sleper zich transport niets meer herinnerde. 37 Aangezien schouwen zowel in werk- als weeshuizen niet of nauwlijks voorkwamen zullen deze, zo begeerde, schoorsteenposten, wel uit de bestuuurskamer afkomstig zijn geweest. De gevel van het regentenkantoor toonde een nieuwe richting in de architectuur. Overgenomen uit de Architectura van De Vries lijken ons de nissen in de muurdammen en de gekoppelde boogjes boven de zoldervensters. Beide elementen had De Keyser al eerder toegepast in zijn particuliere werk (afb. 17). Boven de vensters op de begane grond zien vroeg, niet vroegste, voorbeeld in ons land van het gebruik van driezijdige bogen. Deze
11663).
De
vanhet
en
dathije
van
het
blokkenstijl. Topgevelachtige dakkapel. Deel gravure uit Dapper
zo
de
hijde
1.
Afb. Wachthuis Munttoren (1617). Ontwerp Keyser? Verschil in vensterafdekking onder en boven. Moderne grote
wen
en
wer
het
in't
dan
Afb. Haarlemmerstraat Herenmarkt. beneden vleeshal, boven wachthuis (1617). Ontwerp De Keyser. De architraaf .springt naar voren bij de muurdammen. Eenzijdige stoep. Tekening
het
de-
van
wen
de
metoh
en
vande
vande
de
end
en
ste
van
4).
de
Een
inde
van
met
ande
zij
de
het
de
is
en
de
van
het
ze
opde
die
De
De architectuur van het Oost-Indischhuis is van een geheel andere orde dan die van het gelijktijdig gebouwde nieuwe Bushuis. binnenplaatsgevel toont veel architectonisch denkwerk. De merkwaardige top heeft een middenpartij, iets naar voren springt balustrade draagt. Een dergelijke vooruitspringende middenpartij bezat ook de top van De Keyser's gevel van het Burgerweeshuis uit 1598 (afb. 16). Deze voorsprong hield geen verband met het gevelvlak eronder. De afdekking van de vensters verdieping doorsneed gevellijst. doorsnijding horizontale lijsten door strekken boven de vensters, komen wij nog terug bij het oudst bekende geval, huis Dolfijn, Singel 140-142 (afb. 17). Bij het Oost-Indischhuis tonen de vensterbogen een drievoudige sluitsteen zijn gevuld ornamentwerk. Dit laatste motief ontleend 'Architectura' Vredeman Vries. Beide motieven zijn hier Hollandse bouwkunst voor eerst gebruikt. ander tail dat uit het werk van Vredeman de Vries is overgenomen betreft de vorm van de metopen van het onderste gevelfries. Interessant zijn huizenblokjes naast ingang de Beurs aan het Rokin, die in 1608 tegelijk met het gebouw zijn ontworpen (afb. Hier zien andere kant Hendrick Keysers werk, namenlijk rustige topgevelloze bouwwijze. Het gevelvlak toonde een uitervereenvoudiging binnenplaatsgevel andere venster blindnis. Naast invloed Londense Beurs zien we ook hier verband met de Architectura van 1577. De hanekam-vormige strekken boven de vensters puibalk hebben meer decoratieve constructieve betekenis.
B U L L E T I N K N O B 1994-3
109
enmt
maken deze stijlvormen konden variëren.
den
Piate
van
was
boogvorm afkomstig Michelangelo's Porta
kaart Balthasar Florisz 1625 toont beide zijden van de Herenmarkt vier huizen met dergelijke top-
natuursteenblokken waren bij deze gevels forser van vorm dan tot dien gebruikelijk was. Deze zwaardere boogblokken werden gaandeweg de nieuwe mode in Am-
an
uit
van
De
vane
tohe
De
van
van
Opde
to
de
diewas
inhet
als de huizen Nieuwmarkt 19 en 22 (afb. 8). Zij zijn al vaak werk Keyser verband gebracht, vooral door de bijzonder fraaie gevelstenen. 44 in
door twee kleine frontons, één per pand. De bogen en de
vanDe
ine
an
ping van deze huizen, die als basis voor de gekoppelde middentoppen diende, eindigde weerszijden rondboog. De samengvoegde middentoppen waren gedekt
nieuw aangelegde Nieuwmarkt. Kroniek vermeldt jaar 1618 bouw drie huizen 'Dicht aan Sint Theunis-Poort', waarmee de oude stadspoort werd bedoeld ingericht waag. kaart Balthasar Florisz zien we een groepje van drie gelijke gevels aan de oostzijde van het plein, dicht bij de Sint Anthony Breestraat. Twee van de gevels hielden lang stand meth
men
De
vande
de
de
Boven vensters eerste verdieping vond weer nieuwe driezijdige bogen. lage zolderverdie-
patroon was voor ons land iets nieuws. Mogelijk was dit gestimuleerd door enkele Franse pleinen van kort na 1600, te Charleville en in Parijs. andere poging verfraaien plein zien Een
venzijde verbonden waren door een blokvormig brugstuk.
gevels. Het bouwen naar een van hogerhand vastgesteld
webijd
de
dieanbo-
in
muurdammen twee pilasters gesplitst,
en
Deze nieuwe elementen werden verder ontwikkeld bij de huizen die de stad in 1612 in de Beurssteeg liet bouwen.39 Dit huizenblok bestond uit vier paar tweelinghuizen, waarvan paar drie paar Beurssteeg (afb.6). Door hoge smalle nissen werden
we
weest want Hendrick de Keyser motieven uit de tweede hand komen eerst tiental jaren later tegen.
inde
al eerder toegepast bij het kerkhofpoortje aan de Zandstraal bij de Zuiderkerk. 38
andeDm
Groot schijnt de belangstelling daarvoor niet te zijn ge-
én
Rome. Mogelijk had Hendrick de Keyser deze boogvorm
gang. hier moet problemen platte
het midden van de 19de eeuw bleef het opmerkelijke gebouwtje intakt. stad besteedde zorg andere pleinen.In 1615 werden erven uitgegeven aan de Herenmarkt, een rechthoekig plein tussen de Brouwersgracht en de Haarlemmerstraat, dat aanvankelijk de Varkensmarkt heette. Bij
niet hebben opgelost want reeds bij Dapper (1663) heeft
9).
zij
dak
vanhet
mend
de
uit
hun
van
de
Ook
en
die
de
die
De
het
en
van
en
dat
inde
met
van
vande
Turfpakhuis Oudezijds Armmeesters gebouwd, Bank Lening werd ingericht (afb. 11). Hier koos men ouderwetse vormgeving kleine blokjes uit
bijhet
men
bogen, waardoor aansloot oudere pakhuis
onsdit
anhet
1550. Evenals Bushuis Singel lijkt het
be-
in
te
van20
ste boog bezat hoge sluitstenen onderbroken werden door verdiept veld. muurdammen tussen nissen waren voorzien pilasterachtige elementen. 45 In 1616 werd nieuwe vleugel naast voormalige
en
de
Ook
es
bijde
't
opt
gevel responderende pleyn maecken conformiteit van patroon Stadsmeester gemaect'.42 Deze scheiden burgerhuizen voet breedte moesten worden voorzien van een wel heel gecompliceerde gevel. De
van een architectonische decoratie voorzien. Ieder huisje drie rondboog vensters, door boog halverwege in een boven- en benedenstuk waren verdeeld. De boven-
had
eniht
en
an
ok
dat'e
alsde
maeken omstanders verthoont'. 40 voor huizen aan de oostzijde gold dat voorbeeld (afb. 7).41 Daar werd bepaald dat 'de coper gehouden zal wesen zijn
het complex een bekapping. De gevels van de wachtlokalen aan de pleinzijde waren
als
in
ande
de
opde
en
Dit
De
de verkoop van de erven aan de westkant werd als voorwaarde gesteld coopers alsulcke gevels sullen
in
bogen, dubbele pilasters en doorbroken friezen. Tot na
de
Van de Haarlemmerpoort, in 1615 door Hendrick de Keyser ontworpen, zijn alleen natuurstenen portalen de Architectura Moderna afgebeeld. De beide wachthuisjes aan de binnenzijde van de doorgang werden niet opgenomen, ondanks opvallende architectuur (afb. Blijkens kaart Balthasar Florisz 1625 waren oorspronkelijk plat afgedekt, evenals lange poortdoor-
en
sterdam waren omstreeks 1625 gemeengoed. In 1615 bouwde stad nieuw aangelegde Nieuwmarkt 'Meelhal' voor handelaars boekwijtmeel. gebouwtje, hoek waar Kloveniersburgwal en Anthonie Breestraat samen komen, bezat beneden een open galerij, daarboven verdieping midden van de lange gevel een top. Hier kwamen weer dezelfde elementen voor als bij de voorgaande gevels: driezijdige
tode
zal
vanDe
en
to
De Kroniek meldt dat in 1617, naast de toen nog niet Munttoren omgebouwde oude Regulierspoort, stedelijke gebouw werd opgetrokken. Beneden kwam een wachtlokaal voor de schutterij, boven was vergaderruimte voor zes gilden. Slechts de gevel aan het Singel is bekend uit de afbeelding in Dapper uit 1663 (afb. 11). De onderste vensters hadden bogen, die op de verdieping strekken.
inde
Bogen strekken waren uitgevoerd moderne grote en
kan
ok
metd
Jan
opde
end
het
die
de
had
de steenhouwers voerden de gevels aan de Herenmarkt uit, hetgeen meebracht dat ze ook elders deze gevels kon-
De
twee poortjes.
van
houwerij overgetekend moeten hebben. Van één pand, Herenmarkt 20, is iets over de bouw bekend. De steenhouwer Gerrit Arentsz eigenaar, metselaar Pietersz, sommeerden in 1616 de timmerman Cornelis Cornelisz Bijl met zijn werk op te schieten.43 Hier Hendrick Keyser geen bemoeiing uitvoering. Het was een werkwijze zoals die bij opdrachten voor particulieren gevolgd zijn. Verschillen-
en
weinig modieuze bouwwerk project Staets. bijdrage Keyser zich beperkt hebben
de
opdrachtgevers lieten gevels maken door particuliere steenhouwers daartoe patroon stadssteen-
blokkenstijl. Bijzonder is de natuurstenen dakkapel in-
B U L L E T I N K N O B 1994-3
IO
12.
van
De
in
bijde
AJb. /.?. Keizersgracht Westermarkt, beneden vleeshal, boven wachthuis ( 1 6 / 9 ) . Ontwerp Keyser. Verbeterde uitgave afb. Anonieme foto voor sloping 1857.
die
dieals
de
ande
Aande
en
te
de
De
uitde
ande
opde
ane
dien
met
in
De
metn
enht
de
diende (afb. 12). Hier lagen vensters iets verdiept, architraaf fries erboven volgden deze sprong. hoge stoep, opgang kant, viel toon. Vleeshal wachthuis 1619 Westermarkt bij de Keizersgracht werd gebouwd was een rijkere uitwerking van het voorgaande project (afb. 13). Ook hier was de voorgevel het belangrijkste. De gevelgeleding werd echter vereenvoudigde vorm andere zijden voortgezet. Heel klassiek van vormgeving was het Zeekantoor dat in 1618 Ukant werd gebouwd, ongeveer tegenover de huidige Sint Nicolaaskerk (afb. 14). Ook hier was op de verdieping een wachtlokaal van de schutterij. De geande
ge-
zou
te
en
hij
Het
zenad
de
de
de
op
Dit
dat
ante
Hetis
vane
plaats topgevel. wijst Hendrick Keyser als ontwerper. moeilijk nemen terwijl Hendrick Keyser zo'n opvallend patroon bedacht heeft voor huiHerenmarkt niets maken hebben had met de Vleeshal die hier in 1617 van stadswege werd gebouwd. werd gebouw zonder topgevels maar met rondgaande gevellijst. 46 Deze eenvoudige opzet, zich leende voor een vrijstaand gebouw, straalde een zekere monumentaliteit uit. gevel Haarlemmerstraat werd het meeste aandacht besteed. Op de basementachtige benedenverdieping, waar eigenijke Vleeshal vinden was, kwam etage wachthuis
I I I
B U L L E T I N K N O B 1994-3
reeks, waarboven een hoofdgestel was aangebracht.
die op plaat 35 van de Architectura Moderna werden afgebeeld, 'vermidts hunne aerdigheydt, overvloedt van cierlijcke verheven wercken en seltsame breeckinghen.' Wij zullen deze in het particuliere werk van De Keyser
Hendrick Keyser gebruikte grote pilasterorde
opnieuw tegenkomen.
met
en
de
de
ande
werden bovenzijde verbonden door bogen-
bogen omstreeks deze tijd ook bij het kerkmodel dat een der beelden van het grafmonument van Willem van Oranje te Delft in de hand houdt. 47 Daarbij zijn de segmentbo-
Het particuliere werk Hendrick Keyser de
sche pilasters die over twee verdiepingen doorliepen. Zij
van
van
vane
vels waren rondom voorzien grote orde dori-
uitvoering geheel aan anderen moest overlaten is de detaillering soms minder verzorgd. mogelijk associeerde
vande
de
het
In 1620 kwam Nieuwezijdskolk Korenmetershuisje tot stand. Bij dit eenvoudige bouwwerk is een verticale koppeling bereikt door vensters bega-
de
waren zij in Namen gevestigd maar in 1585 verhuisde Coenraad III van Neurenburg naar Dordrecht. Na 1603 beheersten zijn zoons Coenraad Willem IVen
Keyser steeds sterker.
opde
hij
in
de
van
inhet
Dit
gen. verticalisme werd werk Hendrick
vande
gekoppeld, zodat de vensters in een terugliggend vlak la-
kon delen. Het beeldhouwwerk dat nodig was maakte hij zelf. Een natuursteenfirma waarmee hij soms samenwerkfamilie Neurenburg. Deze handelaars Naamse steen hadden sinds midden 16de eeuw een grote afzet in ons land. 49 Oorspronkelijk
Ide
vande
muurdammen verschillende verdiepingen waren
waardoor mede verantwoordelijk werd voor kwaliteit van uitvoering en in de winst van het steenhouwwerk
het
aan bij die van de huizen in de Beursstraat (afb. 7). De
hij zich per opdracht met een grote steenhouwersfirma
van
ge-
anhet
het
1625 zijn intrede deed.48 In 1618 werd Aalmoezeniershuis Singel bouwd (afb. 15). De toppen van de nieuwe gevels sloten
tewasdivn
met
en
inde
vande
te
loper van het klassicisme dat in het Amsterdams milieu in
Zo
pilasters Nederlandse bouwkunst waren voor-
inhet
In het particuliere werk van De Keyser zien we dezelfde motieven als in zijn stadswerk. In die gevallen waar hij de
die
gen pilasters verbinden echter ondergebracht fries gevellijst. Deze eerste experimenten gro-
Keyser veel werk als ontwerpend aannemer. Dit waren plaatsen zonder een zo uitgebreid en zelf bouwend Fa-
bijde
ter
de
om
De
In
een technisch advies gevraagd en soms alleen om een ontdanbijhet
was
werp. Zijn positie hier anders Amsterdamstadswerk. particuliere werk binnen AmsterOokhet
metd
het
van Salomon Bray toelichting twee poortjes
ma's elders. andere gevallen werd Keyser van
vande
de
inme
ze
met Spanje houden dan de experimenten op die de hier besproken kleinere stadswerken zo boeiend maakten. Dekunnen best worden omschreven woorden
brieksambt als Amsterdam bezat. Zij waren voor de belangrijke bouwwerken aangewezen op steenhouwersfir-
se
vande
vande
vande
opde
Het werk van De Keyser voor de stad eindigde met zijn dood 1621. Mede door hervatting oorlog
hadDe
grond laten slechts weinig over architraaf gevellijst.
en
te plaatsen. De bogen boven de vensters van de begane
markt.50 In enkele steden zoals Hoorn Deventer
ne grond rechtstreeks bogen keldervensters
op
dane
te
was
dam beter bewaken werken afstand. datvnDe
vanhet
vane
10st.
Keyser gld. voor 'twe patroenen ghe8
De
iswahet
Het
eerste particuliere werk Keyser thans bekend kinderhuis Amsterdamse Burgerweeshuis uit 1598 (afb. 16). Bij de afrekening ontving vel' en 200 gld. 'vor reste van het kinderwerck'. Dit laat-
De
vande
enht
genvad
ste betrof het lange fries boven de galerij met afbeeldinschool spel weeskinderen. totale kosten van dit omvangrijke beeldhouwwerk zijn
van
inde
noge
de
niet bekend. Het overige steenhouwwerk van het gebouw was aangenomen door steenhouwer Carel Care. Deze kwam daarna enkele maal boekhouding
A.
vande
14.
in
Dit
van
te
deKy
en
wasern
vanhet
en
die
betrof vermoedelijk beleggingspand weeshuis op het terrein van het Karthuizerklooster. 51 De kinderhuisgevel van het Burgerweeshuis is uit oude afbeeldingen bekend en toonde invloed van de gevel voor het Leidse raadhuis Claes Cornelisz Lieven in 1595 ontwierpen. 52 beide gevallen rechthoekige middenstuk dat iets naar voren sprong en zijstukIn
Afb. Kampersteiger (Prins Hendrikkade), 'het Zeerecht', beneden kantoor Zeezaken, boven wachthuis (1618). Meest klassieke bouwwerk Kevser. Tekening Beerstraten, Rijk.sprentenkabinet.
gld. 'vande gevel maken hartstien'. Hst.
74
Het
het weeshuis voor. laatst 1620, toen ontving Care
ken met twee klauwstukken boven elkaar. De dubbele gevel van het huis De Dolfijn, Singel 140-
I 12
I
B U L L E T I N K N O B 994~3
ge-
en
met18s.pr
datisne
zou
'opde
Hijzou'de
uitde
vande
vanhet
het
en
de
hoe
diet
De
de
en
monument zouden sieren mochten echter niet plaatst worden.54 In 1608 ontving De Keyser 32 gld. 2 st. voor 'verscheijdene uijtwerpen en patronen' van de Waag te Hoorn.55 Tijdens de uitvoering aarzelde het stadsbestuur hoog gebouw grond moest komen vroeg zich af of een plat dak niet de voorkeur zou verdienen. De Keyser trad bij dit werk niet alleen op als ontwerper doch aannemer steenwerk. blauwe Noorduynsteen' gevels Kuyl', groeve, doen hakken. Voor mei 1609 moest de steen op het werk zijn. Deze betaald worden voet. geleverde steen werd gemeten door Pieter Jansz, de fabrieksmeester van Hoorn, in samenwerking met de leveranciers, Hendrick Keyser Pieter Norenburg.
okals
end
inde
de
Opde
van
hijen
de
van
Het
de
van
De
142, dat tussen 1597 en 1601 voor Laurens Jansz Spiegel werd gebouwd was een tijdgnoot van de kinderhuisgevel. 53 Bij het uitgevoerde ontwerp waren de pilasters vervallen (afb. 17). nissen muurdammen gekoppelde bogen boven de zoldervensters, die aan de Architectura Vredeman Vries ontleend schijnen, zijn hier voor de eerste maal toegepast. Mogelijk uit dezelfde bron afkomstig is het gebruik van strekken boven vensters inplaats bogen. verdieping werden deze strekken ondergebracht in de horizontale lijst erboven. fries deze lijst werd boven vensters teruggelegd, hetgeen gevel verticale geleding gaf. Te Hoorn kreeg Hendrick de Keyser veel opdrachten. In 1601 maakte epitaaf voor Pieter Hoogerbeets, die daar in de Grote Kerk kwam te hangen. De beelden
AJb. 15. Het Singel, Aalmoezeniershuis (1618). Ontwerp De Keyser. Links woning, rechts uitdeel/bebouw. Verticaal gekoppelde muurdammen. Deel gravure uit Dapper 11663).
B U L L E T I N K N O B [994-3
Laatstgenoemde was de broer van Coenraad IV. Het werk De
met
werd 5834 gld. afgerekend. Daarbij ontving Keyser nog 100 gld. voor het beeld van de Eenhoorn met
te
vande
datinhe
se
het
Hoorn wapen hart gevel kwam staan.55
in
de
we
De
Bij Hoornse Waag zien voor eerste maal
de
vanDe
het werk Keyser topgevelloze, regelmatige minof
was
dakvorm, die sinds de Waag op de Dam uit 1563 zo geliefd voor officiële meer vrijstaande gebouwen. Vrijwel gelijktijdig pastte hij deze bouwwijze toe bij de huizenblokjes voor de Beurs te Amsterdam (afb. 4). Bij
bijhet
de
opde
de Hoornse waag doorsnijden de strekken boven de vensters verdieping gevellijst, zoals huis Sin-
In
te
met
De
enht
gel 140-142 Oost-Indischhuis Amsterdam (afb. 17+3). band Hoorn bleef lang bestaan. januari 1614
12st.om
51
de
ontving Hoornse fabrieksmeester gld.
daarmee 'tebetalen heijndrick die keijser tot Amsterdam
die
van wegen twee stenen stoepens zullen staen voort
Staten huijs die hij voorde stadt gecoft heeft'. 57 Het zul-
te
vande
Een
len twee geornamenteerde stoeppalen zijn geweest. poortje vroegere Latijnse School Hoorn waarvan het bouwjaar niet bekend is wijst sterk naar De Keyser. De gevel van de Oosterkerk te Hoorn uit 1616 is vaak
af
vanDe
De
vande
van
vande
Te Kampen richtte de Magistraat zich in verband met verzakking gedeeltelijk instorting toren en
en
het
in
metD
Keyser verband gebracht. relaties Keyser met deze stad maken een medewerking van hem aan dit project wel waarschijnlijk. In hoeverre een dergelijk gebouw stempel ontwerper kreeg hing van de mate waarin deze bij de uitvoering betrokken was.
van
Afl). Burgerweeshuis, gevel kindervleugel (1598). Oudst bekende particuliere werk Keyser. Verticaal rechthoekig veld middendeel top. Zolderverdieping onder top iets Ie laag getekend. Deel gravure uit C. Commelin, Beschrijvinge van Amsterdam, (1693).
vande
het
De
In 1611 ontwierp Keyser voor huis juwe-
ande
uit
van
lier Hans Wely 1611 Oudezijds VoorburgOokindt
bijtrekken van een gang aan de noordkant kan de gevel
be-
de
de
breder zijn uitgevoerd.59 Het middengedeelte van de top springtweer iets naar voren. juni 1612 vertoefde 'fabrieksmeester' van Amsterdam, waarmee Hendrick Keyser werd doeld, op uitnodiging te Deventer in verband met de ver-
die
to
van
in
des
metMr.
het
de
op
het
het
20st.Op
Hetind
is
van Luik gehakt. Architectura Moderna afgebeelde ontwerp is vermoedelijk een voorstudie. Door het
Voor de periode van 26 december tot 28 Februari ontving 'Herman Ariaenssen, meesterknecht van den steenhouwer' ggld. maart 1613, toen werk toren beginnen stelde stadsbestuur voor pijlers nog vier of vijf voet hoger op te trekken 'dan het pro-
260
waarschijnlijk dat de gevel aan de groeve in de omgeving
steenmetseler drie dagen in Deventer, 'doen hij het werck van Toorn aannam,'. Direct daarop begon werk.
zou
was uitgevoerd in blauwe hardsteen met inlegwerk van marmer en zwarte toetsteen. Deze materiaalkeuze maakt
den
lijckste met allerhande seltsame breeckinghen, en ver-
heven, en ghehouwen wercken' samengesteld. Het werk
de
lijcken Aert van Burgerlijcke Ghebouwen,' en 'op't cier-
hoging van de Lebuïnustoren. 60 In oktober besloot men Henrick steenhouwer Amsterdam 'wegen bestadinge Toorns,..., finale affhandelinge treden'. In December was 'Mr. Hendrick Keijser,..., met den
ject Henrich Keijser gemaeckt, medebrenget, offte bijMr.
de
de
127en
wal indrukwekkende gevel (afb. 18). particulliere werk zien we de grotere zucht naaar rijkdom die ca. 1610 optrad. De gevel van dit 'Blauwe Huis' was volgens Architectura Moderna: 'boven ghewoon-
Op15en6
in
op 8 en 9 april 1609 te Kampen en ontvingen 64 herenpond.58
vanDe
16.
tode
te
de
Buitenkerk Kampen 'fabrijckmeesters Amsterdam' om advies. De Keyser en Danckertsz waren
oick hoeger, soveer het die proportie nae die breete dess
Toorns vereijschet'. De timmermeester van de stad zou naar Amsterdam gaan en vragen of 'Mr Henrick en sijnen
masschop' daarmee konden instemmen, 'ende zijn eigent-
114
B U L L E T I N K N O B 1994-3
vande
de
noge
eropd
bijde
De
vane
kroning torenromp komt vele andere torens van Keyser niet voor. Vermoedelijk moest aanvankelijk lagere stenen onderbouw hoger houten bovenstuk komen. Door verhoging lantaarn kon deze bekroning worden gemist. Door het ingrijpen van het stadsbestuur ontstond er geen De Keyser-to-
intope
van
De
de
17.
Afb. Singel 140-142, huis Dolfijn Laurens Jansz Spiegel (tussen 1599 en 1603). Ontwerp De Keyser. Rechthoekig middendeel top. Vredeman Vries-details: muurnissen gekoppelde boogjes, strekken boven verdiepingvensters in de horizontale lijst erboven. Beeldhouwerk in top door hijsbalk verdenen. Foto RDMZ. (G.Dukker.1987).
to
de
19
op
Een
alsbe-
Een
de
en
dit
de
de
me
De
wed
het
er.als
nog12
van
van
het
Op28no-
lick bespreek darvan maecken, opdat het holtwerck ende die stielen daerna aengelacht moegen worden.' vember stond de meiboom op de toren. Het timmerwerk werd door Deventenaren verricht, metselwerk door Amsterdammers. Bij de eindafrekeningen ontvingen 'Mr Hendrick Keiser, steenhouwer van Amsterdam ende Mr. Claes Adriaensz Delft, steenmetseler woonende Amsterdam', volgens de overeenkomst van 10 december 1612, een bedrag 2200 gld.cr. Hendrick Keyser kreeg bovendien gld. 'vereeringe'. aantal kleinere zaken brachten totale bedrag 2544 gld. st. Bij deze afrekening hebben aannemer leren kennen waarmee Keyser voor geval maatschap was aangegaan. Het was de Amsterdamse steenhouwer Claes Adriaensz van Delft. Zijn jongere broer Herman was de meesterknecht die het steenhouwwerk ter plekke leidde. Evenals te Hoorn bij de waag bleef het stadsbestuur ontwerpen tijden uitvoering. Ondanks verhoging waartoe men kort voor de aanvang van het werk besloot bleef opbouw laag. lantaarn
Afb. 18. Oudezijds Voorburgwal 127. gevel Hans van Wely (ca. 161 f). Ontwerp De Kevser. Hardsteengevel met geaccentueerde middenpartij in topgevel. Architecture! Moderna plaat 33.
B U L L E T I N K N O B 1994-3
I 15
in
te
ande
te
en
en
Het
ren doch een bescheiden navolging van de toren van de Zwolse Onze Lieve Vrouwe Kerk. Die droeg een weinig indrukwekkende lantaarn naar het Domtorenmodel. torenproject Deventer werd 1619 gevolgd door opdracht voor reliëf nieuw bouwen
er.n
met250
Dit
Bergpoort. werkstuk werd betaald gld.
dig
Hetnogb-
dit
andtDe
De
2
pond groot voor Keyser's huisvrouw. staande reliëf toont Keyser niet eigenhan-
gemaakt heeft. 61
hadin
hijde
van's
inde
te
het
en
IVvan
Coenraad Neurenburg 1611 aangenomen nieuw oxaal maken kerk Hertogenbosch. Voor beeldhouwwerk riep medewerking
de
vande
Op12
het
van Hendrick de Keyser in. In 1613 maakte deze te Amsterdam beeld patroonheilige Sint Jan. 62 februari 1614 ondertekende Hendrick Keyser
ge-
en
en
Hijhade
die
indeom-
end
en
vanhet
van
was
het
het
ande
ande
te
van
legvan
de
de
het
wasde
af,
uit
Een
nog
het contract voor het grafmonument in de Nieuwe Kerk te Delft. Hij verplichtte zich de figuren van brons en marmer zelf te maken. Het overige werk dat uit wit en zwart marmer en toetsteen uit Dinant moest bestaan mocht hij derhalve uitbesteden.63 Bij zijn dood in 1621 waren de beelden niet maar monument reeds steld. opdracht 1615 gevel voor huis Eduard Emtinck, Oudezijds Voorburgwal 57 (afb. 19). Het ontwerp in de Architectura Moderna en de uitgevoerde toestand verschillen hier nauwlijks. Deze gevel neemt in het oeuvre van Hendrick de Keyser een centrale plaats in, tussen enerzijds regentenkantoor Tuchthuis en huizen Beurssteeg (afb. 5+6) anderzijds gevels Herenmarkt Nieuwmarkt (afb. 7+8). In 1616 was Hendrick de Keyser betrokken bij de aanzoutketel Nieuwersluis, mogelijk geving Alkmaar, naar nieuw model moest worden uitgevoerd. 'patronen d'affteijckening', gemaakt die door Willem van Neurenburg uit Dordrecht naar Luik werden gezonden. Daar konden ze er geen wijs uit zodat De Keyser zelf naar Luik ging om de zaak uit te leggen. Voor al deze moeite onving hij maar
20 gld.64
heto
zou
en
te
van
in
vande
op
wa-
vanDe
de
is
het
uitde
Bijhet
end
20
de
weggewerkt.
van
de
de
De
57,
Afb. 19. Oitde-.ijdx Voorburgwal gevel Eduanl Emtinck (1615). Ontwerp Keyser. Uitgangspunt voor jongere gevels afb.7+8. Anonieme foto, waarop later verhoogde dakopbouw
in
in
en
hadDe
in
vande
de
Te Rotterdam werden in 1615 Danckertsz en De Keyser bij de Sint Laurenskerk geroepen om te adviseren of slechte fundering toren verhoging toelaten. Hendrick de Keyser maakte een model voor een houten bekroning. Eerst 1619 kwam uitvoering. Ondertussen Keyser 1618 stad opdracht gekregen bronzen beeld Erasmus maken. Toen Delft 1618 raadhuis afbrandde maakte De Keyser een ontwerp voor de voorgevel dat bekend bleef uit de Architectura Moderna. Dit ontwerp prijkte met twee beelden in de top. Een enigszins gewijzigd ontwerp, waarschijnlijk eveneens Keyser, werd uitgevoerd door de Delftse steenhouwer Adriaen Willeboortsz. Voor de Justitia in de topgevel ontving De Keyser gld.65 project Architectura ren strekken afdekkingen boven vensters
i 16
B U L L E T I N K N O B 1994-3
met
hetg-
met
3).
.
endiD
te
inDe
van
metn
en
vanV
opde
bijde
uit
op
en
isn
De
an
weons
Voordat wagen enkele bouwwerken Hendrick de Keyser toe te schrijven zullen wij ons nader in zijn
in
na
te
vanDe
de
van
Mogelijk ander werk Hendrick Keyser
Hetis
die
als
die
ande
Een
op
Ookbijhet
end
in
die
in
de
en
ge-
vande
die
envad
te
vande
omin
vanDe
den
uitde
in
het
vande
de
Een
den
noge
de
de
vanDe
inhet
inde
beide verdiepingen ondergebracht horizontale vellijsten, zoals werk Keyser veel voorkwam. In de uitgevoerde toestand werd de gevellijst boven de verdiepingvensters geheel weggelaten. Inplaats daarvan kwamen boven de vensters vakken met balusters die geplaatst waren tussen kroonlijstgedeelten boven pilasters. uiterste ontwikkeling 'seltsame breeckinghen'. De Keyser behield de klandizie in Delft en leverde er in 1620 poortje voor Latijnse School. 66 In dezelfde tijd werkte De Keyser aan de zeven beeltwaalf figuratieve panelen galerij Deense koning voor slot Frederiksborg liet bouwen. Deze beelden werden uitgevoerd Gullandse steen, maar aan de galerij werd ook blauwe steen, marmer en toetssteen zuidelijke Nederlanden verwerkt, waarschijnlijk weer behakt werden aangevoerd. Aan de beelwerkte Geraert Lambertsz 'principaelste kneghts' Keyser. Deze vakman kwam aanmerking dienst Deense koning treden. 67
in
er
verdwenen. De elementen van deze geve! komen slechts voor in hel werk van De Keyser. Vredeman de Vr/es-detailx: dubbele pilasters.
en
A/b. 20. 's-Gravenhage, Kneuterdijk 24. Huis van Johan van Oldenbarneveldl (16! 1/12). Waarschijnlijk De Keyser. Rijke top
dat
inde
en
en
en
de
op
van
het
inos
de
de
nog
inde
Bij
Piaen
in
enht
Deand
van
het
vanper
Totde
De
vormenarsenaal moeten verdiepen. Keyser werkte de Architectura van Vredeman de Vries uit 1577 en ontleende aan dit boek een aantal compositie elementen en enkele ornamenten. eerste groep behoren bruik verdieping verschillende vensterafdekkingen, doorsnijden horizontale gevellijsten vensterafdekkingen en het oplossen van muurdammen doormiddel van nissen in een pilasterpaar. Dit vormenrepertoire doordrong zijn hele werk. Architectura van De Vries ontleende ornamenten werden vaak slechts eenmaal gebruikt, zoals de decoratie om de vensters (afb. 1) ornament boogtrommels (afb. Daarnaast kwamen zijn werk andere elementen voor zoals de driezijdige bogen die afkomstig waren van de Porta accolade bogen, waarvan herkomst onbekend is. 6X zijn voorkeur voor strekken boven vensters is ook invloed van de boeken van Ducerceau aannemelijk. 69 Opgemerkt moet worden dat Hendrick de Keyser van deze vormentaal een zeer persoonlijk gebruik maakte. Geen andere bouwmeester land daarbuiten heeft maniërisme Vredeman Vries, Ducerceau Wendel Diettertin deze wijze benut uitgewerkt. 70 Typerend voor De Keyser was bovendien het gebruik van gebeeldhouwde figuren gevels. begrijpelijk collega' steenhouwers niet tevens beeldhouwer waren daar minder op belust waren. Ook gebruikte hij vaak balustrade gevelbekroning. Bovendien zijn elementen anderen gebruikten Keyser vermeed, zoals kroonlijstprofielen en frontons boven de vensters. Over de gevel van het huis dat Johan van Oldenbarneveldt 1611/12 Kneuterdijk Haag liet bouwen is het hele repertoire van De Keyser uitgestort (afb.20). 71 aantal details deze gevel waren Amsterdam al ingeburgerd, zoals de schermgevel met balustrade waarachter twee daken schuil gingen en de lage zolderverdieping als basis voor de geveltop. De twee beelden in deze nu verdwenen top zijn ook karakteristiek voor De Keyser. Gelijktijdig met de ontwikkelingen te Amsterdam waren de dubbele pilasters op de muurdammen driezijdige vensterbogen begane grond (afb. 5+6). huis Oldenbarneveldt kregen vensters elke verdieping andere afdekking. De accoladebogen op de tweede verdieping werden kort daarna in het Amsterdamse werk van De Keyser aangetroffen (afb. 19). Wij veronderstellen dat De Keyser een ontwerp voor deze gevel heeft gemaakt, maar dat de uitvoering ervan niet maatschap collega onder zijn toezicht heeft plaats gevonden doch werd uitbesteed aan lokale steenhouwer. Werk Keyser valt zeker verwachten dure huizen die in de eerste bocht van de Amsterdamse Herengracht 1615 verrezen. Herengracht 196-198, werd 1615 gebouwd voor Hans Rombouts Antwerpen. 72 gevel blauwe steen uitgevoerd heeft
I I?
B U L L E T I N K N O B 1994-3
de verdieping driezijdige bogen en beneden segmentbo-
Dezs
de
gen boven vensters. vensters lange gevel, waarachter zich een breed en smal huis bevond, werd aan weerszijden bekroond door een halsgevel. Of De Keyser
of
de
de
alof
nu niet ontwerper was, blauwe Naamse Van
uit
de
en
de
De
Het
kan
steen kant klaar geleverd zijn door firma Neurenburg. huis Zonnewijzer, Herengracht 184, 1615 lijkt een bescheiden voorloper van het Huis met de Hoofden, Keizersgracht 123. Vooral het beeld in de top doet aan Keyser denken. Het huis Bartolotti, Herengracht 170-172 werd in 1617
en
en
de
van
gebouwd (afb. 21). In de Architectura Moderna staat bij het werk Hendrick Keyser poortje voor Bartolottihuis, dat hier op de oude plaats van de voordeur zou passen. Een ontwerp voor een poortje bewijst nog
niet dat de gevel van dezelfde meester is.73 Maar een
band tussen de opdrachtgever en de bouwmeester blijkt er
Afli. 22. Amsterdam Oude Kerk. kantoor Hnis~ittenmeeslers ( 1 6 1 1 ) Ontwerp en uitvoering Pieter Ariaensz van Delft. Foto H. Sibbelee (ca. 1950).
danDe
in
de
Hetzoudan
kan
nogwelvaD
het
hetin
de
diebj
van
date
wel uit. Daarbij komt gevel Herengracht 170172 uitsluitend elementen bevat geen ander Keyser voorkomen. Kenmerkend zijn strekken boven de verdiepingvensters die weer in een horizontale lijst zijn ondergebracht. Het huis bezat een muurdam in het midden omdat twee panden gesplitst moest kunnen worden.74 Het Huis met de Hoofden, Keizersgracht 123, draagt jaartal 1622 terwijl grote meester april 1621 door ziekte was uitgeschakeld en kort daarop stierf. Gevelstenen dragen het jaar van voltooiing zodat het ontwerp Keyser zijn. door de zoon en opvolger Pieter of door neef Huybrecht de
steenhouwersfamilie Ariaensz Delft van
De
Keyser kunnen zijn uitgevoerd. 75
21.
Afb. Herengracht 170-172. Huis Bartolotti (1617). Hoogtepunt inhet
van
vanDe
het
in werk Keyser. Strekken ventiepingvensters
ANP
vande
fries erboven. Verticalisme door 'brekingen' horizontale tijsten, l-oto (1971).
de
van
Een
In
dieopn
vande
de
Ons
doel omvang praktijk Hendrick Keyser na te gaan leidt ertoe bedacht te zijn op vooraanstaande vakgenoten, soortgelijke wijze bouwden. Amsterdam waren veel steenhouwers werkzaam, maar voor zover bekend alle met beperkte omzet en van bescheiden kunnen. belangrijke steenhouwersfamilie vormden de vier broers met de achternaam Ariaensz van Delft. De tweede broer Pieter had in 1610 een eigen zaak.
n8
B U L L E T I N K N O B 1994-3
iHijmegen.
Waag.
pi.
in
bijen
zo
de
het
sa-
inhet
De
vandit
van
ofwas
vanDe
enbijd
ter
en
uit
van
danhet
het
De
De
en
die
en
ande
Opdit80
'de
is
end
metd
De
dat
vande
met
35
In
dat
en
en
van
an
is
in
vande
in
hijnog41
Oude Kerk en leverde hij 10 grafzerken. Aan het kosterij werd voor ca. 200 gld. 'witte steen' en voor 115 gld. arbeidsloon verwerkt. xl relatie Oude Kerk daarmee nauw verbonden Oudezijdshuismeesters maakt waarschijnlijk Pieter Ariaensz betrokken geweest belangrijk bouwwerk van genoemde armmeesters. In februari 1610 stelde de stad een erf beschikbaar van 60 voet breed achter Leprosen' stadsmuur grensde, juli daaropvolgend werd de schenking met 20 voet uitgebreid.82 voet brede terrein werd groep van vier turfpakhuizen gebouwd, ondanks afgelegen ligging toch een rol speelde in het stadsbeeld aangezien de Houtkopersgracht erop toe liep. De gevels van deze groep waren opvallend modern door gebruik van de grote natuursteenblokken in de bogen van vensters en nissen. beide pakhuizen midden waren mengevoegd achter een schermgevel die door een balustrade werd bekroond. gevels complex tonen een samenspel van nissen, luiken en hijsdeuren. Deze zijn niet evenwichtig over gevelvlak verdeeld. gevels van zijpakhuizen zijn voller middenstuk. gebruik blindnissen geleding muurvlakken komt in het stadswerk reeds voor bij de ommanteling Montelbaanstoren 1606 Beurs uit 1608. Volgde de steenhouwer-metselaar die de turfpakhuizen uitvoerde patroon Keyser
de
van
van
met
was
in
had
en
van
dat
De
en
te
bijde
hun
ter
Dit
dien
hade
was
dien
van
en
die
Dat
als
en
het
Uit gildearchief blijkt Pieter Ariaensz Delft toen, mogelijk familielid, Pyter Aryans Sexbierum leerling aannam. eerste derde broer Claes Herman kwamen wij reeds tegen bij het bouwen van de toren te Deventer in 1612, waarbij Herman optrad als meesterknecht. Claes grote steenhandel blijkt uit een leverantie van natuursteen voor een sluis te Elden door Arnhem Nijmegen 1612 gezamenlijk werd gebouwd. 76 Mogelijk was hij dezelfde als de steenhouwer Claes Arisz die in 1641 het steenhouwwerk van de door Vingboons ontworpen huizen aan Oude Turfmarkt 145/147 verzorgde. 77 De derde broer Herman en de jongste broer Dirk waren in 1614 als steenhouwer in het Amsterdamse gilde opgenomen. 78 Pieter Ariaensz Delft gehuwd Anna Neurenburg. 1585 Dordrecht werd gedoopt.79 Mogelijk Pieter Neurenburgs opgeleid door hun contacten met De Keyser in Amsterdam gekomen. Pieter Ariaensz klandizie Oude Kerk voor 1611 tot na 1629. Voor de Oudezijdshuismeesters Oude Kerk zetel hadden werd 1611 de zuidkant van het kerkgebouw een nieuw 'cantoor' gebouwd. regelmatige bouwwerk geheel bekleed natuursteen en bezit een dorische kroonlijst (afb. 22). PieAriaensz ontving daarvoor drie betalingen gld. Bovendien kreeg gld. voor ander werk. 80 1618 werkte Pieter Ariaensz aan het kostershuis bij de
Het
vande
Afb. 23. Nijmegen, Waag ( 1 6 / 2 ) . Ontwerp en uitvoering Pieter Ariaenx- van Delft. De gevel is vlakker dan de gevels van De Kevser. doorbrekingen horizontale lijsten komen niet voor. Oude bestaande gebouwen, 182.
B U L L E T I N K N O B 1994-3
119
hem
okhet
metd
enhu
de
vanhet
ten
waste
van
van
wasde
te
(1595-1654), de later zo bekende bouwmeester. Ook Cornelis was kunstlievend, hij introduceerde zijn neef bij
de
diehmn
Balthasar Coymans 1625 gevel voor zijn
bijde
in
die
uitde
ande
inde
ande
huis Keizersgracht liet ontwerpen. Cornelis van Campen was sinds 1605 eigenaar en bewoner huis Warmoesstraat, dicht Dam. 1614 kocht buurhuis zuidzijde. 90 Kort daarop moet het achterhuis van dit buurpand, dat uitkwam op het Damrak, zijn vernieuwd. Het nieuwe achterhuis dat op een boeiend punt in de stad was gelegen kreeg de vorm van een belvédère. In deze tijd waren dakterratrek, zoals blijkt toren Prins Maurits
wa-
In
van
isopde
ren
Het
nieuwe bouwwerk kaart Balthasar te herkennen. De balustrade om het platte
dak, de schoorsteen aan de zijgevel en het hogere middenstuk van de gevel aan het water staan daar duidelijk wijvande
op
afgebeeld. Deze elementen herkennen gravure uit Dapper van 1663 (afb. 24). Enkele schilderijen zoals de Damgezichten van Lingelbach en Ruijsdael bevestigen dit beeld. De verdieping onder het platte dak bezat in het midden
een balkon, met een dubbele toegangsdeur. Deze was gede
en
vande
vanDe
bij
diewastn
weht
dit
die
Het
vande
steand
wen
Aan
ine
vat middenpartij hoger opging door gootlijst stak. weerskanten werd middenstuk geflankeerd door een tweelichtkozijn met rond bovenraam. Wanneer ontwerper zoeken denken eerneef bouwheer, maar tijde van de aankoop nog geen 20 jaar oud. Het lijkt niet waarschijnlijk dat de niet meer zo jonge Cornelis van Campen gewacht heeft tot zijn neef zich in het vak had bekwaamd. Eerder kan dit bouwwerk de architectonische belangstelling van de jonge Jacob hebben gewekt. Wanneer het project kort na aankoop ter hand werd genomen stond de opdrachtgever behalve een steenhouwer als Pieter Ariaensz van Delft alleen de stadsbouwmeester beschikking. gebouw voegt zich zich redelijk meer klassieke ontwerpen Keyser, Waag te Hoorn tot het Zeerecht aan de Prins Hendrikka-
ter
van
uitzichtplatten geliefd. 91
Florisz uit 1625
de
lidvan
dien
bijdt
van
dien
vanhet
wasde
en
de
in
in
als
de
namhij
met
De
broer Haarlem vader Jacob Campen
anhet
Ookbijde
de
In
ontving deze 'steenhouwer
ende vercoper over steen ende arbeytsloon' 791 gld. S5 Waarschijnlijk betrof dit de nog bestaande poort aan de Keizersgracht. Bij de verbouwing van het Wijnkopersgildehuis in de Koestraat leverde Pieter Ariaens in 1633 vloerstenen. In 1630 zijn vier zoons leerlingen dienst, waarvan alleen oudste Willem Pietersz 1637 het gilde werd. Temidden van deze latere werken die uitsluitend op de steenhandel betrekking hebben staat een belangrijk kunstwerk: grote epitaaf voor Johan Fiichting in de Mariakerk te Lübeck. Hij maakte dit monument samen Aris Claesz, zoon zijn broer, 1617 voor twee jaar bij zijn vader als leerling werd ingeschreven. 86 Waarschijnlijk neef grafmonument de belangrijkste ontwerper. Aris Claesz maakte in 1629 ook een grafmonument in de Dom van Upsala, waarvoor hij twee jaar in Zweden vertoefde.87 jongste broer viertal, Dirck Ariaensz Delft werd een belangrijke handelaar in marmeren vloeren. In 1632 leverde hij voor 126 gld. een 'Italiaanse vloer' Joan Huydecoper, nieuw 'saeltgen' achter zijn huis op de Lauriergracht had laten bouwen. 88 Het jaar daarop werden bij hem enkele vloeren voor het an
stamde uit een aanzienlijke Amsterdamse familie. Zijn
1598 Binnenhof liet bouwen. Amsterdam
Schouwburg, die in opdracht van het Weeshuis in 1637 naar plannen van Van Campen gebouwd werd, is 'Pieter van Delft' de enige steenleverancier die in de rekeningen
voorkomt. november 1638
(1609-1621) besluiten wij met een merkwaardig bouwwerk van Cornelis van Campen. Deze rijke koopman
hijet
Bijde
op
de
van
was
vande
het
hijn
washijde
Bijde
en
architect Pieter Ariaensz uitvoerder.
Om te tonen hoe rijk geschakeerd het bouwkundig leven Amsterdam tijde twaalfjarig bestand
vane
als
af
en
van
van
vanhet
de
In rekeningen Amsterdamse Burgerweeshuis komt Pieter Ariaensz f520 regelmatig voor leverancier kleine grote partijen behakte steen.84 Bij de bouw van de Jongensgalerij in 1632 leverde hij vrijwel alle natuursteen voor 1775 gld. Meisjesbinnenplaats maakte 1634 natuursteenwerk voor 3736 gld. Mogelijk ontwerper galerij de Jongensplaats hoewel wij daarbij eerder aan Pieter de Keyser denken die met 49 gld. 5 st. ook in de rekeningen voorkomt. Meisjesplaats Jacob Campen
De belvédère 'Sonnenberg' van Cornelis van Campen
In
end
De
het spoor.
Huis Ter Nieuwburg van Frederik Hendrik besteld. 89 Maar Amsterdamse Burgerweeshuis gunde klandizie. Het lijkt het lot van deze generatie steenhouwers dat ze na 1620, steeds meer in de natuursteenhandel verzeild raakten aansluiting stijlontwikkeling misten.
seni
Wij
inde
vanhet
ter
wed
van
van
washet
het
anhet
Pieter Ariaensz hier zelfstandig werk'? vermoeden laatste. Dat hij bij machte was een goed stuk werk te leveren toonde de Waag te Nijmegen. Het steenhouwwerk van dit gebouw werd in 1612 kant en klaar geleverd door 'Pieter Ariaens van Delfft' uit Amsterdam.83 Bij kleinere steden zonder zelfbouwend fabrieksambt gebruikelijk dat de uitvoerende steenhouwer het ontwerp maakte. Wanneer een beroemdheid als Hendrick de Keyser mede verantwoordelijk zou zijn geweest was zou deze 'fabriekmeester' Amsterdam zeker stukken genoemd zijn. De Nijmeegse Waag toont wel is waar een overvloedig gebruik nissen geleding muurwerk, maar verder missen sierlijke verhevenheden zeldzame brekingen. Bovendien vermeed Keyser topgevels bij vrijstaande gebouwen. Met Pieter Ariaensz van Delft zijn we een belangrijke meester naast De Keyser op
I 20
B U L L E T I N K N O B 1994-3
Hetisn
te
in
zij
met
en
afwisselend schilddaken topgevels. misvatting Vredeman de Vries en Hendrick de Keyser uitsluitend overladen geveltoppen verband brengen. Topgevels waren goed voor burgerhuizen, maar bij belangrijker gebouwen bleven meestal achterwege.
Samenvatting
te-
date
ophet
Het
als
vanhet
het
okwel
te
de
van
het
to
van
anbijhet
ok
hijmet
hij
datin
het
alsen
Enok
de
vande
met
zijhet
Het
en
metn
de
de
Een
de. Bij de Hoornse waag werd in 1608 over een plat dak gesproken en de Haarlemmerpoort uit 1615 werd met platte daken uitgevoerd. technisch inventief persoon als Hendrick Keyser /.al zich voor problemen daarvan hebben geïnteresseerd. De Keyser had een voorliefde voor middenpartij, liever beeldhouwwerk dan balkon deur. doorbreken kroonlijst behoorde tot zijn repertoire. We stuiten hier op de eigenaardigheid van de jaren omstreeks 1600 waar heel rustige, bijna klassieke bouwwerken naast drukke maniëristische gevels voorkwamen. Wij zagen dit zowel bij De Keyser als bij Pieter Ariaensz. Maar ook Vredeman de Vries toonde in zijn voorbeelden
Ook
de
vande
die
De
dat
en
metd
Aande
vandit
end
dak verhinderde een verticale gevelgelee/ing, slechts de middenpartij doorbrak de ^eveUijst. Gravure uil Dapper (1663).
de
Het
de
van
Afb.24. Warmoexslniat \K2. 'Somtenherg', belvédère Comelis van Cumpen (ca. 16/5). Ontwerp Hendrick Keyser? platte
Nac.
het
Het
Het
dit
de
en
als
watde
te
en
het
gen
vande
De opbloei van de Noordnederlandse architectuur in het begin 17de eeuw, moment oorlog Spanje gunstige wending nam. manifesteerde zich duidelijkst Amsterdam. stedelijk bouwbedrijf van de snel groeiende stad (het stadsfabrieksambt) werd uitgebreid. Alles stad liet bouwen werd door het fabrieksambt ontworpen en gemaakt. In 1595 werd de leiding ervan vernieuwd, Hendrick Jacobsz Staets werd aangesteld stadstimmerman, Cornelis Danckertsz stadsmetselaar en Hendrick de Keyser (1565-1621) als stadssteen- beeldhouwer. Doordat archief stadsfabrieksambt verloren ging is er weinig bekend over samenwerking drietal. veronderstelde slechte verhouding tussen Staets en De Keyser zijn teveel beschouwingen gewijd op te losse gronden. Geleidelijk echter is er meer bekend geworden over het particuliere werk van Hendrick de Keyser voor andere steden en voor privé personen. Wij hebben buitenwerk hier vergeleken vele kleine gebouwtjes die de stad tussen 1600 en 1621 liet bouwen. blijkt daarmee eenheid vormen. lijkt waarschijnlijk Staets aanvankelijk bouwwerken ontwierp - hetgeen voor een stadstimmerman zeer gebruikelijk was - en De Keyser inschakelde voor sierwerk. 1605 heeft Keyser echter alle nieuwbouw voor de stad ontworpen. Zijn werk toont een persoonlijk gebruik en aan autonome ontwikkeling van de motieven van de Architectura Moderna (1577) van Hans Vredeman de Vries. De belangrijkste aspecten die hij daaraan ontleende zijn de verschillen in vormgeving van elke verdieping; vensterafdekkingen ondergebracht werden in de hoofdgestellen die de verdiepingen scheidden verlevendiging muurdammen door nissen of spleten. Omstreeks 1610 werd stijl Hendrick Keyser rijper. De kleine natuursteenblokjes in de vensterbogen maakten plaats voor enkele grotere blokken. Daarmee werd een nieuwe mode in de gevelarchitectuur ingeluid. experimenteerde driehoekige bogen naar model van de Porta Pia van Michelangelo. De vele doorbrekingen van lijsten maakten zijn werk tot een schoolvoorbeeld van het Nederlandse Maniërisme. Anderzijds toont zijn werk préklassicistische trekken. hiermee sluit zich werk Vredeman de Vries. De/,e laatste wordt thans teveel beschouwd inspirator onsamenhangende topgevels, ondanks feit z i j n voorbeelden meer gebouwen voorkomen mei schilddaken dan met geveltoppen.
B U L L E T I N K N O B [994-3
I 2 l
de
(27
18(20
no.9
No.9
(of
20
(l
35(17mei
No.9
l),72.
lem, het timmerwerk door Jan Allers/. te Leiden; F.A.J. Vermeu2),
len, o.r. (noot 267. 277. 21 M.D. Ozinga, 'Paulus Moreelse als architect'. 6n//ffm /V.O./J.. (1931), 22; E.H. ter Kuilc, 'Overheidsbouw te Leiden'.
87.
2),
inde
vande
de
l).10:
end
hij
van
f
ge-
okinde
inde
en
en
metn
/«r
en
vanhet
New
tode
te
R.
van
Aane
dathezyn
er
vanhet
35 Meischke, 'Het Oost-Indisch Huis Amsterdam', ë«//ffi» K./V.O.ë..(l95H). 197. 36 H.J.M. Roetemcijcr. 'De Staalhof anno 1626' en 'Woonhuis van Hendrick de Keyser'. Ow.v dm.sff/Y/»w. 21(1969). 110. 354. 37 J.G. van Dillen. 'Bronnen tot de Geschiedenis van het Bedrijfsleven Gildewezen Amsterdam Dl.H. /?//t.s Gf.«Vi/f
de
de
haden
Keyser constructie bedacht waarmee plank vanzelf open ging mast schip tegen drukte. tweede octrooi dat iets later op naam van Staets werd verleend werd toegevoegd: 'Behoudelyck nieuwe Inventie. ende sonder preiuditie van het Octroy by ons verleent aan hcnalsde
34 C.H. Peters. ».(.. (noot I). 155.
vane
inhet
eni
in
was
Er
9Een
bijJan
fftVurf ff Forfi/ïcaf/o/i, Amsterdam 1628 Jansen. oorgat een opklapbare plank wegdek brug, zodat een schip er met staande mast doorheen kon varen. waren oorgaten stenen houten bruggen. Hendrick
«//f 6«»m«v.vfffM. BifWf.s(VwfM/rf«....,'. Antwerpen 1577 1581. Herdrukt. York Hildesheim. 1973. 31 J.G. Dillen, 'Bronnen Geschiedenis Bedrijfsleven en het Gildewezen van Amsterdam l', A!f/t.v^f.sc/iif(/AuM(/n;f P«Mca/Vf.v. 69 (1929), no. 863. 32 A.W. Weissman. «.c., (1904. noot I). 70. 33 J.G. van Dillen. ».<.. (noot 31). no. 867.
en
7.
het
S.
67
vande
De
[H.J. Zantkuijl, gevels Westerkerk. oorspronkelijke ontwerp van Hendrick de Keyscr, O/:* /4m.vrfr&<m. 38 (1986). 2]. Zie ook: HJ. Zantkuijl. 'Oudezijds Voorburgwal 127'. Maam/MadAm.w/odam«m, (1980). 7 J. Francart, frcmicr /(yrf f/'arcA/fftVMrf. ff(. Brussel 1616: P.P. Rubens. Pa/o;:i Anf/cA/ ^/i' Gf «oyo. Anvers 1 622 en /*u/«:;i Mof/f rn/
van
ontwerp |zie noot 28 1. Die van de Westerkerk zijn van na 1625
kruising doch vier dwarsarmcn korbeelstellen
maakt. Het muurwerk van de dwursarmen kreeg een andere indeling. 29 ontwerper onbekende (bak)stccnkoper nxiimeester Hendrick Danckertsx (een broer van de stadsmctselaar) kwam in 1628 mathematisch modem kerkontwerp. 30 Johan Vredeman de Vries. 'ArcAiffcfum. M/f r Miwimg
316.
(1
.m(/c
hyde
by
Tot
Amstelredam Comelis Danckertxx Seevenhoven. wooncndc inde kalckton Regulicrs toorcn 1631. E. Taverne. //gr«i'fgarf /97/. met een introductie waarin veel aandacht voor De Bray's aandeel; E. Taverne, f» V /«»(/ van bf/fj/ff »i'f wc .»«
op
(/f
c»
/?y
f/im
r.
aA?
f/i
5 XrcAiff< fura Mw/frna (J/ff BouM'mgf fan «n.«fM fvf. ëf.sfafMJf m yf r» Af )Y/f .sYJorfpo va» gf fjoutvf n :oo ^fmf?!f aAv Av.soMa'f rf . «A? .sf, fofjrffM, /rwv.sf, Grm'f/% f/frM. «fafna'f ,;oo A/iiHfn a'f.sf .«faf /4m.?ff Mam rv. a/(f Gfa'afii Av (/c» :ffr vfrmafra'f» g» vfm«/ffn wr. Bff/f/io!w«T ^o«i;iff.?ffr SfaaY wff.sf» ^fArac/if ^/fn zffr ffrvarf» f.v mr. Mffjf/oar c» ëoumff.sff r (/er yo«r.sz .?(«
jV.O.B. (1938),
22 'Amsterdammers als slui/.enhouwcrs'. AfaoM/j/m/ / m«m, 15 (1928), 50. 23 N. de Roever, o.r., (noot l). 9. 24 N. de Roever, o.r., (noot l). 8. 25 R. Meischke. H.J. Zantkuijl. W. Raue en P.T.E.E. Rosenbcrg. A/mzcn m /Vf(/f;•/»«(/ /, /vVf.;/«»(/ f» Mw/W-MV/mK/ (1993). 43. 26 M.D. Ozinga. ».(..(nool2), 37. 27 Rocver, ».c.. (noot F.A.J. Vermeulen, «.r., (noot 267; E. Tuveme, 1978 o.r. (noot 5). 147. 28 S. de Bray. «.c., (noot 5). Het in de Architcctura afgebeelde ontwerp van de Noorderkerk werd uitvoering vele punten herzien: lompe middentoren werd verbeterd dakschilden bebouwing hoeken kregen een andere vorm. Inwendig werden er niet alleen N.de
Roever. «.<•.. (noot
1),7.
4N.de
Dl.H
(/c
m
2 E. Neurdenburg, HfMa"ncA: (/f /Tfv.vfr, /)ffM/i«Mn/fr f» mff.sff r va/i <4m.vffrjam. |ca. 1930|; M. D. Ozinga, ,1'rAf AfrtfcAwiw /Vf(/fr/a»a', w» //frvormmg /i/W, (1929); F.A.J. Vermeulen, Mma^of* /»; Gf.sr/iifdffii.Y (/frAWffVafzd'.MVif 6oMW*»».sf. (1931), 261. 3 N. de Roever, o.c., (noot 1). 21; A.W. Weissmun o.c.. (1904 noot l ). 70.
16 17 18 19
E.van
de
19.
28,
15
No.9
het
14
der
vanhet
l N. de Roever, 'De Kroniek van Staets. Een bladzijde uit de Geschiedenis Fabriek-ambt stad Amsterdam. 15941628'. Jaarvfra/ag /Ton/ViMf/t OMaViffYAkiwaVg Gfnoof.sr/ia/j (1886), 43. [Hier is de paginering van de herdruk uit ca. 1980 aangehouden]; C.H. Peters, 'Protestantsche kerkgebouwen', OMd'-MW/a/za' (1901), 229; A.W. Weissman, 'Het geslacht Keyser', Owd-Wo/Va/K/. 22, (1904). 65; J. Six, 'Hendrik de Keyscr als beeldhouwer', Vaarvfr.Wag /T.O.G., (1910); A.W. Weissman, 'De Engelsche bloedverwanten van Hendrik de Keyser'.
26.
284
Noten
1.
11 12 13
27(8
10
682(3
Campen en Philips Vingboons de architectuur definitief in de klassicistische richting stuurden.
G. Doorman. Ocfrooif» voor «i'fww/mgf»
als
met
dat
opdeDamuit
de
erind
met maniëristische trekken. Totdat na 1630 Jacob van
hun
rick Keyser'. Beide octrooihouders dienden vinding tegen een redelijke vergoeding aan andere steden beschikbaar te stellen.
Het oudste préklassicistische bouwwerk te Amsterdam was Waag 1563. Sinds moment verrezen stad zowel gebouwen klassieke-
B U L L E T I N K N O B 1994-3
enD
Ch.
St.
van's
ge-
de
59
I;
an
enht
ter
de
in
van
en
in
und
en
von
van
bij
was
ande
vanelk
en
enht
het
de
vande
no.9
vande
en
82.
van
en
B.
80B.
7
76
75R.
24.
73R.
72
der
70W.
nogi
68De
3.
de
67E.
dr.
Een
het
34
l;P.
(1969). Buschmann. 'Het Oxaal Hertogenbosch'. Onze Kunst, ( 1 9 1 8 ) , J.Z. Kannegieter. 'Het Jansbeeld van Bossche Oxaal'. Oud-Holland, (1942). 1 1 0 . 63 E. Neurdenburg, o.e.. (noot 2). 1 1 5 . 64 A.W. Weissman. o.e., (1904, noot l). 72. 65 J .J. Terwen, 'Het stadhuis van Hendrik de Keyser. Delj'tse studiën. bundel historische opstellen over stad Delft schreven voor E.A/. Kuïle etc. (1967). 146. 147. 66 E. Neurdenhurg. o.e.. (noot 2).60. Neurdenburg. 'Hendrick Keyser beeldhouwwerk galerij Frederiksborg Denemarken', Bulletin /V.O.B.. (1943). accolade vorm omstreeks 1600 Frankrijk Engeland trek dakvormen kasteeltorens tuinpaviljoens. 69 J .A. du Ccrceau. Les rrois Livres d' architecture', 1559. 1561. 1581. Herdruk 1965. Dietterlin, 'Architeclura Auslheilung/syminetria proportion flinff Senten,...,, Nürnberg (1598). 71 J .J. Jehee. Bouwkundig-historisch onderzoek Kneuterdijk 20. 22 en 22 Den Haag, R.D.M.Z. (1984). 53. H.F. Wijnman. 'Beschrijving pand gracht', Vier eeuwen Herengracht, (1976). Mcischkc H.J. Zantkuijl. 'Het Nederlandse woonhuis' (1969). 401; G. Leonhardt. Het huis Bariolotli en zijn bewoners, (1979). 74 Splitsbare hui/en kwamen aan de grachtengordel meer voor. Zie Herengracht 52 en 54 en Keizersgracht 177 (de Coymanshui/.en van Jacoh van Campen). Mcischkc. 'Hendrick Keyser; Huis Bartolotti Huis met de Hoofden', Liber Amicorum J.f. Mieras, (1958). 44. J .J. Weve, Afbeeldingen oude bestaande gevouwen. Uitgegeven (/oor (/f Maatschappij (of bevordering der bouwkunst. Tekst bij plaat 181 en 182. K.A. Ottenheym. Philips Vmgboon.s, (1989), 78 A.W. Weissman. 'Een Amsterdamsen kunstwerk te LUbeck', Jaarboek Amstelodamum. 1 0 ( 1 9 1 2 ) . 189. 79 GAD.. Brief van 13 j u n i 1928 aan M.D. Ozinga. Bijlelaar, 'Huis/.iltenmeesterskantoor huis doodgraver van de Oude Kerk'. Onderzoek ff» behoeve van (/r restauratie (machincschrift). In 1654 werd het gebouwtje ingericht tot kerkeraadskamcr. 81 Bijtelaar, 'Saeristie Koslerij Oude Kerk'. Restauratieverslag (Maehineschritt, 20 november 1962) p. 7. GAA.. Resoluties Vroedschap lol. 449. 83 J .J. Wevc, o.e.. (noot 68) tekst bij plaat 1 8 1 , 182. E. Neurdenburg. o.e., (noot 2). 79; G. Galland. Geschichte der Hollandischen Baukun.it und Bildnerei, (1890). 556. 84 R. Meischke. o.e.. (noot 50). 154. 155, 178, 180-182. 188. GAA.. Archief Burgerweeshuis. Rekening Schouwburg. A.W. Weissman. o.e.. (noot 78). 187. Neurdenhurg. o.e.. (noot 6 1 ) . 88 RAU., Archict Huydccopcr. Kasboek Joan Huydecoper tol. 31. 89 D.F. Slothouwer. De paleizen van h'redeiïk Hendrik. (1945).
82
80.
293. 90 J.G. Kam. Waar was dat huis in (/p Warmoesstraat (1968). no.
in
en
180/182. 91 H.J. Zantkuijl. 'De kaart van Baltha/.ar Florisx. uit 1625 als informatiebron voor uitkijktorentjes uitzichtplattcn Amsterdam'. Jaarboek Amslelodamum. (1978). 130. 70
69.
'De
P.
het
en
van
No
57Oud
van
Neder-
lofl trom He-rlogenbosch'.V'iefor/a & Alben Museum Yearbook l
85
pi.6
vanJ
Am-
26.
van
opde
Dl.
van
VI
der
(of
61
en
'De
in
45 46R. 47R.
49R.
52R.
54E.
tiende eeuwsche Beeldhouwkunst in de Noordelijke landen, (1948), 56.
Neurdenburg, o.e., (noot 61). 46.94: Avery, 'The Rood-
86
vande
inhet
van
van
'De
van
40
3.
noot I). 51; A.W. Weissman, 'De schoonzoon van Hendrik de Keyser'. Oud-Holland, 38 (1920), 155. 39 GAA., Archief Thesaurieren Ordinaris No. 3. Besoignehoek No. tol. 52vo-60 (opgave gebouwen bezit stad). I . H . Eeghen, restauratie Binnen Brouwerstraat 3'. Maandblad Amslelodamum, (1974), 141. 41 Verzameling van afbeeldingen van oude bestaande gebouwen uilgegeven (/oor (/f Maatschappij bevordering Houwkunst 17 1873), plaat 79. 42 W.H.M. Nicuwcnhuis. Dossier: Herenmarkt, bewoners en eigenaren van t/f huizen «o» (/f Herenmarkt in (/f XVIIde eeuw. (1986). 9. 21. [Eigen uitgave). 43 J.O. van Dillen, o.e.. (noot 37), no. 287. 288. 44 M. Boas. 'Twee Amsterdamschc gevelstenen met voorstellingen van apostelen'. Jaarboek Amstelodaminn. 19 (1921). 15; G. van Arkel A.W. Weissman. Noord-Hollandse Oudheden (1903), 63. Schetsmatige opmeting in: Verzameling van Afbeeldingen van Oude bestaande of gesloopte Gehouwen. Uitgegeven (/««r (/p Maatschappij tot bevordering Ver Bouwkunst, 19de Aflevering plaat 94. Voor afbeeldingen zie: Nieuwe Atlas r-'ouquet, (1783). (naar tekening van Gaspar Philips Jacobs/ uit 1765); Amsterdam f/c zeventiende eeuw. I I I . (1904). (Schilderij ten Compe). Meischke. vleeshal Hccrcnmarkt', Maandblad .•iteloclumum, 42 (\955), 22. Meischke. 'Het klassicisme 1620-1660'. Delftse studiën. (1967). 171. 48 R. Meischke, 'De vroegste werken van Jacob van Campen'. Bulletin K.N.O.R., 65 (1966). 1 3 1 . Bovendien het kerkontwerp van Hendrick Danckertz (1628). toegevoegd aan de tweede druk van de Architeclum Moderna uit 1641. Meischke. e.a.. o.e., (noot 25). 3 1 . 5 8 . 50 C.M. de Bruijn en J. Huisman, 'Het huis Nieuwe Haven 29 en zijn bewoners tot 1864'. Leven met het verleden. Gedenkboek honderd jaar 'Oud-Dordrecht' (1892-1992}, (1992). 51 R. Meischke. 'Amsterdam Burgerweeshuis', De Nederlandse Monumenten Geschiedenis Kunst. (1975), 148. Meischke, 'Een nieuwe gevel voor Lcidse stadhuis (15931598)'. Leids Jaarboekje (1989), 55. 53 I.H. van Eeghen. 'Singel 140-142 en 't Schap'. Maandblad Amslelodainum, 54 (1967). 140. Neurdenburg. o.e.. (noot 2),103.104; Wiersma, Grote Kerk Hoorn'. Bulletin K.N.O.B. 80(1981). 210. 55 H.M. van den Berg, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis p/i Kunst, Off/ W//. De provincie Noordholland, Tweede stuk: We.it/rie.ilaml etc.. (\955), 126. 56 J.C. Kcrkmcycr. 'De Waag te Hoorn en Hendrik de Keyser'. //ff Huis One/ en Nieuw. 9 ( 1 9 1 1 ) . 235. Archief Hoorn. 1120 (ordonnnaties thesaurier). Mededeling mevrouw C. Boschma- Aarnoudse. 58 C.J. Kolman, 'Nuf r (/f eisclt van't werck. De organisatie van het bouwen te Kampen 1450-1650, (1993). 307. Met afbeelding van een schets voor het herstel van de fundering. 59 Architectura Modema, bijschrift bij plaat 33; I.H. van Eeghen. 'Raadsels bij het restaureren'. Maandblad Amstelodamum, 65 (1978), 123; H . J . Zantkuijl, 'Oudezijds Voorburgwal 127'. Maandblad Amslelodamum, 67 (1980). 7. 60 M.E. Houck. 'Twee bouwwerken van Hendrik de Keizer te Deventer'. Eigen Haard, (1899). 693. 61 M.E. Houck. o.c., (noot 60). 696; E. Neurdenburg. 'Of teven-
87E.
denat
hieruit geen band blijkt tussen Panthcn Keyser. 38 Architeclum Mm/erna, plaat VI; A.W. Weissman, o.c.. ( 1 9 1 I.
62E.
I 22
B U L L E T I N K N O B 1994-3
123
te
Deugden Huis Cardinaal Groningen' vanhet
De
PUBLIKATIES
in
het
vande
te
en
dathein
te
Het
Huis Cardinaal Groningen wordt besproken door Victor M.Schmidt in het Bulletin KNOB, 1992, n r . l , p. 15-20, onder de titel «Deugdzaamheid voor de buitenwacht: de gevel van het huis Cardinaal Groningen». Afgezien suggestie deze titel huis maar losbandige troep was, lijkt
Hij
van
end
Het
vane
te
end
vande
uitde
(endusva
medatr
meer iconographie gevel valt halen. Meer in het bijzonder de symbolisering van een Spiegel voor Majesteit Goed Bestuur) verwachting Gouden Tijdperk waarin Vrede heerst. voorafgaande onderzoek vondsten Schmidt zijn bijzonder waardevol. maakt hoogst waarschijnlijk dat Pauwei Cornelis de bouwheer endathij
wasvnhet
was en dat deze Pauwei Cornelis, hopman van de schutters, lid stadsbestuur 1570 wegens Protestantse
dat
opte
en
uitde
sympathieën stad werd verbannen. Uit louter kunsthistorisch standpunt valt merken het hier gaat om een van de vroegste woonhuisgevels waarin het voorbeeld van Cesariano geheel wordt verdrongen door dat van Serlio. Maar wat meer is, dit eng architectuurhistorische feit valt te verbinden met de iconographische uitleg. Wegens de vrijheden die er bij de herbouw zijn genomen
(voornamelijk de wijzigingen van de top en de opstelling in een Noordwand zodat de plasticiteit niet meer door schaduwwerking spreekt) mogen we blij zijn met de prachtige photo van J.G.Kra-
Afh.l. Het Huis Cardinaal te Groningen, photo Kramer, 189j
en
was
inhetog
De
reden Schmidt deze lopende feiten niet ziet,
opde
is hoogst waarschijnlijk zich heeft blindgestaard dathij
van
de
27
en
titel 'Augustus'.
enal
wat
nus
Carolus quintus, geheel 20ste-eeuwse inventie is. Onder Karel's portretkop boven Kamper schouw 1543
tavianus' werd genoemd sinds voor Christus getooid dat
de juiste interpretatie van het opschrift, dat niet, zoals Schmidt wil, onder cement schuil gaat, maar onder de schaduw van de lijst erboven. Sinds de verbouw luidt het opschrift Caesar mtig-
metd
mervand
oude toestand voor 1893, waarvan hier tevens detail wordt gegeven (afb.l-2). Het gaat in de eerste plaats om
magische middeleeuwse reeks van de Negen Besten. Deze reeks (die inderdaad ruimschoots van de magie van het getal gebruik
Augustus eerste Keizer ('Caesar') adjectief 'augustus' voerde. Hij voerde dat zo schitterend dat 'Augustus' zijn
helden worden eerst genoemd, Josua, David en Judas Maccabaeus, drie antieke, Hector, Alexander Grote Julius Caesar, tenslotte drie Christelijke, Karel Grote, Koning Arthur en Godf'ried van Bouillon. Ik noem ze allen, omdat het aardige reeks natuurlijk juist negen zijn.
Oc-
kan zijn, namelijk Julius Caesar en, waarschijnlijker. Octavianus, sinds zijn adoptie door Caesar 'Gaius Julius Caesar
en
de
en
de
met
de
ze
het
wieht
lucht, maar altijd met zijn naam, Carolus, erbij. Dan blijven er wellicht twee antieke heren over voor opschrift bedoeld
het getal drie dat hij daarom Augustus heeft willen uitsluiten, aangezien hij dan met vier min één maal drie had moeten vermenigvuldigen! daarom voor standbeeld Karel de Vijfde kiest, die als recent landsheer inderdaad zonder meer uit de reeks valt. Indien we afzien van het topstandbeeld worden in de gevel David, Alexander en Karel de Grote voorgesteld en, aangezien 16de eeuw inderdaad niet ongebruikelijk met een enkel beeld naar meer probeert te verwijzen, is het niet ondenkbaar dat door deze drie (juist uit elk tijdperk één) naar de bekende negen wordt verwezen. Maar juist indien topstand-
isdatmen
vande
als
hem
in
is.
de
en
in
dathe
endat
okwelmt
omdat 'Romanorum Imperator' 'Rooms Keizer' kan worden vertaald, maar Karel wordt niet genoemd sluit uit opschrift voor bedoeld Vleierij was er genoeg in de 16de eeuw, en bij Philips' blijde intocht Antwerpen 1549, zijn epitheta 'caesar', 'augustus' zelfs 'divus', goddelijk, voor Karel Vijfde, niet
gen Besten' lijkt me Groningse arithmetiek, rekenkunde waarmee men evengoed uit het enkele portret van David door vermenigvuldiging met negen de reeks te voorschijn kan toveren. En ik ben bang dat Schmidt zo geobsedeerd was door de magie van
en
derRo-
de
is:
end
als adjectief bij Caesar in deze inscriptie zou inderdaad, zoals Schmidt opmerkt, merkwaardig zijn. Natuurlijk, het hoort bij 'Imperator' vertaling Caesar, grote Keizer meinen, de altijd verhevene. Natuurlijk is er iets dubbelzinnigs
zachtst gezegd, niet voor hand ligt door multiplicatie drie te verkrijgen. Of bondiger: 'een verkorte versie van de Ne-
Endathij
med
N.W.Lit geeft, lijkt volgende lezing waarschijnlijk: Caesar, magnus Romanorum Imperator, semper augustus. 'Magnus'
ook om aan te geven dat ze zo verschillend zijn dat het, op zijn
hetind
Interpunctie in oude opschriften is geheel willekeurig (de beeldhouwers kenden geen Latijn), voor de inscriptie die
die
dan
vande
ante
omen
en
teïsch' adjectief werd Gouden Tijdperk geven.
van
endat
inhet
van
gesloten (als teken Vrede ganse rijk) 'Augus-
isdather
date
eigennaam werd, Vredestempel tijdens zijn bestuur werd
maakt) bestaat uit een dubbele voorafschaduwing: drie Joodse
en
dat
wasdieht
de
weinhtog
.
staat bijvoorbeeld Carolus Romanorum Imperator, semper augustus, wat we kunnen vertalen met Karel, de altijd verhevene. Rooms Keizer. Daarbij moeten houden
B U L L E T I N K N O B [994-3
124
de
menr
Eénvadeb-
The
Watmen
van
op
Zij
van
At-
in
dat
alsenf-
de
gafhijokl
In
anhoed
vande
Afl>.3. Vooraanucht Pantheon volgens Serlio, boek l/l vaneisht
van
in
Het
en
om
dathe
alsin
vande
van
The
van
alsdekoin
fouitli Cl»pt:r. Fol.tf,
op
is,en
der
der
Die
is.De
van
tliird Book,
van
én
van
Inde
(of
wat
dite
en
was
te
alzode
wevandi
V,
dan
beeld als antieke vorst moeilijker van de andere drie te scheiden is Karel krijgen moeilijkheden twee maal vier is negen waarmee aan het eind van de eeuw Shakespearc in Love's Labour's Lost spot heeft gedreven. Daar worden ook uitersten genoemd (b.v. V, ii, 485: 'What, are there but three? - No, sir; but it is vara fine, tor every one pursues (represents) three' en eenmaal zelfs, om een geliefde te prijzen ongeveer het omgekeerde, IV, iii, 232: 'Where several Worthies make one Dignity') die aannemelijk maken dat men in de Redcrijkersinilieux vaak werk ging haas vangt — maar interpretatie van ccn opzet die gewaagde associaties verwacht, zal altijd bij vermoedens moeten blijven. Het eerste 'ordenboek' waarnaar in de Lage Landen werd gewerkt Ccsariano's Vitruviusvertaling 1521. hieruit kon halen was het gebruik van (eventueel van geornamenteerde panelen voorziene) pilasters als een soort vierkante /uilen als, belangrijker Orde zichzelf. Cesariano noemt Attische Atticurgische) Orde. komt de vijfde plaats in zijn reeks van Mannelijk Dorisch. Vrouwelijk Dorisch, Jonisch, Corinthisch, Attisch en Toscaans. Cesariano geeft voor de Attische Orde in zijn colommenprent twee varianten van capitelen; beide zijn als Corinthisch te omschrijven, hoewel de ene variant wegens de .Ionische eierlijst beter Composiet kan worden genoemd. Vitruviusvertaling Pieter Coecke Aalst 1539, Inventie Colommen, staat tisch als laatste, na Toscaans, maar wel als vijfde omdat hier maar Dorisch 'orde Orders' Coecke's eerste werk over de classieke architectuur is dus Dorica, Jonica, Corinthia, Thuscana en Attica. 2 zonder dat hij voor het Attisch een bepaald capiteel noemt. De Attische Orde had kortstondig furore gemaakt in de Nederlanden. Ik wil slechts wijzen op het fameuze huis Mient 31 te Alkmaar (ca.1546), waar alle drie de orden van gepanelleerde pilasters varianten van Corinthisch lijken, en het niet minder fameuze Oude Weeshuis aan de Kalverstraat te Amsterdam (1568), waar door de 18de-eeuwse tekening eveneens het gebruik Atticas wordt gesuggereerd. 3 Deze korte excursie geeft eerste 'klassieke' rechtvaardiging pilasters werd gevonden. hetzelfde jaar Coecke Aalst Vitruvius vertaalde (1539) zijn vertaling van Serlio's Vierde Boek over de architectuur uit (Italiaans 1537). Hierin worden pilasters niet langer
en
inde
l
van
Het
Afb.2. Augusteïsche thema gevellop. Detail afbeelding
gaflin
vande
meth
de
nog
Ook
zonderlijke Orde beschouwd. vindt niet uitbundige decoratie van het onderste gedeelte van de colom zoals het Huis Cardinaal vertoont. Zulke versieringen waren gebruikelijk op de vroegste ornamentprenten die de Nederlanden hebben bereikt, en men vindt ze in overvloed op de schilderijen van eerste decenniën vijftiende eeuw. roemdste is Gossaart's paneel Lucas de Heilige Maagd met Kind tekenend (omstreeks 1520), dat in Amsterdam te zien is geweest op de tentoonstelling in 1986.4 Maar dit lijkt de laatste schakel met het 'voor-Serlianeske tijdperk'. (En natuurlijk vooruitlopend op Vredeman de Vries en Wendel Ditterlin). Nu we mogen veronderstellen dat het topstandbeeld Augustus voorstelde, ligt het voor de hand om ook in Serlio naar een waardig voorbeeld voor de pilasters te zoeken. 'Waardig' wil dan zeggen in overeenstemming decorum. Coecke 1546 zijn vertaling uit van Serlio's Derde Boek (Italiaans in 1540). Dat boek heeft als ondertitel ie amiquita dl Roma, Rome's Oudheden, en hel behandelt als allereerste het Pantheon met een vijftiental houtsneden plattegrond, doorsneden, aanzichten details. deelaanzicht van een van de zes grote nissen ('capelle' schrijft Serlio) is hier van belang (afb.3), aangezien het 't thema geeft van colommen tussen pilasters Corinthische Orde, hetzelfde thema Groningen wordt toegepast. Serlio vermeldt nadrukkelijk hier 'ronde' 'vierkante colommen' gaat en roept de plattegrond in herinnering voor het geval een
B U L L E T I N K N O B 1994-3
125
vanhet
en
is
Men
pasn
te
inde
de
die
te
op
na
uit
van
ervanuitd
interpretatie gaat hele iconographie huis voor 1559 is bedacht en uitgevoerd. Het Wilhelmus h.v. dateert later, indien Pauwei Cornelis wijzigingen heeft laten uitvoeren zijn terugkomst ballingschap komt gedeelte van interpretatie losse schroeven staan. denke slechts aan het angstaanjagende voorbeeld van 'Margaretha van Oostenrijk's gevel Mechelen' misschien haar dood gebouwd en /.eker is gewijzigd, en die bij de 19de-eeuwsc opknapbeurt drastisch is veranderd. Voor het gebruik van Corinthische zuilen Paltskapel /.ie John Onians, Bearers ofMeaning, Princeton, 1988, p. 76-8 en 85 (ook hier moeten we het voorbede
en
Grote in de Paltskapel te Aken. Met David de Oudtestamentische deugden onderstrepend, met Alexander die van de gevierde
en
datervn
houd maken oorspronkelijk Rome Ravenna
legeraanvoerder (hopman naar Groningse begrippen), met Karel
uit
al
was
last but not least - het Corinthisch met zijn Salomonische en Keizerlijke connotaties tenslotte toegepast voor Karel
si
&gli 6De
I!
te-
enw
bij
van
bijde
vande
traditionele interpretatie geven orde der ordes, gekleurd door Vitruvius-Serlio. Het mannelijke Dorisch past Oud-Testamentische deugden, kunnen vens aan een solide fundament denken. De Jonische orde, geschikt voor tempels Apollo, past zeker Alexander, Ookanme
Iesuc
angoli d'esse capelle hanno colonne quadre, come puö vedere nella pianta passata'.
van
het
quatlro di forma quadrilunga: ma lutte sei nella sua faccia sono conformi: & ciascuna di queste capelle hanno due colonne tonde,
kanme
de
indetopva
zo
delle sei capelle, delle quali ce no sono due di mezo cerchio, &
Iomnetz
an
die
rel de Grote. (Let wel, hij was gestorven in 1558, het is één van vele half bedekte aansporingen Philips rechtvaardig te regeren als zijn vader, waarin het midden van de eeuw rijk was!). Kortom, thema zuilen tussen 'vierkante colommen' Cardinaal 'augusteïsch' noemen, met het 'augustus' in het opschrift versterkt het 't vermoeden dat het topstandbeeld Augustus voorstelde - allicht als vorst exemplarisch voor regerende vorst Philips
we
en
4 Afgebeeld, ook in kleur, in de catalogus Kunst voor de Beeldenstorm. 5 Libro terzo, ed. 1619. p. 54recu>: 'La figura rappresenta... una
en
Inhet
indevaK-
menka
na
worden genoemd voor alle vorsten hem. bijzonder b.v. voor Karel wiens trekken herkennen V,
dat Sagredo's originele orde de 'canonieke' is.
en
in
de
Augustus, verheven Keizer wiens rijk vrede heerste wiens regering, welhaast een Gouden Tijdperk, voorbeeldig kan
in
quift
de Cumaeische Sibylle de geboorte van Christus was voorzegd.
vanwied
inde
Agrippa het Pantheon stichtte om aan een posthume wens van Augustus te voldoen. Augustus, de Keizer aan wie immers door
al
plaar Leidse universiteitsbibliotheek vroeg Nederland aanwezig was, is de orde anders, namelijk: 'Dorique, lonique, Corinthe, Tuscan, Attique, faicle carréc'. Plinius, benaming afkomstig is (Natuurlijke Historie, boek 36) geeft Dorisch, Jonisch, Toscaans, Corinthisch Attisch, zodat zien
en
met
diena
onnozele hals zevental gravures doorsneden details inmiddels vergeten heeft. 5 Serlio vermeldt bovendien dat
aangevoerde zuilen weinig over is).
de Grote die van de ideale Christelijke Heerser en tenslotte met
vande
van
omen
Schmidt over Pauwei Cornelis heeft gevonden, gaat het hier hoogstwaarschijnlijk hervormde Vorstenspiegel! 6 W.
bijde
de
W. Aerts e.a., De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal werpen, Antwerpen 1993
van Ant-
ISBN/ISSN: 90-6153-285-X
wat
In
open
taal, wijzen gewenste zuivering alle Roomse aanslibsels pure Bijbelse boodschap. aanmerking nemend
Joke Aar, Siebe Rolle, Zegepralend Kennemer/and: buitenverblijven langs binnendiünrand. (Catalogus tentoonstelling Velzen-Zuid, Museum Beeckestein) Velzen 1993 vander
vandeg-
/met
meth
ge
Edelman', die treffende regel uit het Wilhelmus. De voorbeeldiBijbelse koning, gecombineerd gebruik landsvande
SIGNALEMENTEN
op-
bij
Ik
inhet
zohebick
den
en
hetis
Augustus als symbool van een Gouden Eeuw (daarop wijzen ook de blote meiden op de gevel die fruitkransen schijnen vast te houden), had Pauwei Cornelis een ware Vorstenspiegel geschapen. Het jaartal, Alexander en Karel de Grote's namen, Augustus' onderschrift, alles Latijn. Maar David staat eens Nederlands opschrift! proef hierin iets moedsstemming die spreekt uit het 'Als David moeste vluchten / voor Saül Tyran, moeten zuchten menig
Dirk Baaiman e.a.. Architectuur in Nederland, Utrecht 1993 ISBN/ISSN 90-65-326-6
Kuyper
vande
M.F.Th. Bax, H.M.G.J. Trum red., Bouwstenen. Concepten bouwkunde. (Faculteit Bouwkunde T.U. Eindhoven) Eindhoven 1992
Noten
vanhel
bij
datinhe-
het
vande
der
van
De
J.F.C.M. Bijnen, standerdmolen Oerle. Archeologische verkenningen historische bijzonderheden (Stichting Historisch Erfgoed Veldhoven) Veldhoven 1993
en
date
Die
en
Mirjam Beerman red. e.a., Beeldengids Nederland, Rotterdam 1994 ISBN/ISSN: 90-6450-189-0
ISBN/ISSN: 90-800104-6-4
Sagredo heeft orde Doricas, Jonicas, Tuscanicas, Corinticas
Kees Booij, Willem van Ham, Grafmonumenten in de Grote of Sint-Gertrudiskerk te Bergen op Zoom (Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom) Bergen op Zoom 1993
Atlicas. In de Franse vertaling van 1608, die blijkens een exem-
ISBN/ISSN: 90-7347-20-2
en
als een soort gecanneleerde of van panelen voorziene pilaslers. de
In
ter
de
de
isen
in
Dit
1 artikel iets gewijzigde versie passage over huis mijn boek over 16de-eeuwse architectuur jaar moet verschijnen. Voor opvatting (die Schmidt zijdelings sprake komt) uiteindelijke gevel Leidse Stadhuis door Lieven de Key zou zijn ontworpen verwijs ik naar dat boek. 2 z.ijn woorden spelling, Inventie Colommen, Cóverso. 3 'Atticas', de Spaanse naam, om eraan te refereren dat een derde voor-Serlianesk voorbeeldenboek, dal van Diego da Sagredo, Medidax del Romano, Toledo, 1526, eveneens de Attische orde kent
B U L L E T I N K N O B 1994-3
126
Wouter Breems. Kerkgebouwen Vlaardingen, Vlaar-
E. van der Kleij, Architectuur en stedebouw in Noord-Hollund
dingen 1993 ISBN/ISSN: 90-70814-64-1
1850-1940, Zwolle, Zeist 1993 ISBN/ISSN 90-6630-364-6
Willem Bruis, Dorothee van Hoof', Langs kastelen, burchten en donjon.s: routes Nederlanden België, Utrecht 1993 ISBN/ISSN: 90-215-1905-4
Peter van der Krogt e.a.. Bibliografie van de geschiedenis van de kartografie Nederlanden, Utrecht 1993
K. Buitendijk, Monumenten beter bekeken (Ministerie van W.V.C.) Den Haag,1993
J.J. Lenting e.a.. Schans op de grens. Bourtanger bodemvondsten 1580-1850 (Stichting Vesting Bourtange) Sellingen 1993 ISBN/ISSN: 90-9006225-4
ISBN/ISSN 90-6194-158-X
te
VVini Meulenkamp, Henk Bol, Foüles en tuinsieraden (Stichtse Monumentenreeks Utrecht 1994
3)
Het
Jan
vande
in
in
C.den
Paul Burm red., Hessels e.a., Huis Dongen. Geschiedenis en vondsten van het heerlijk huis. (Heemkundekring De Heerlyckheit Dongen) Dongen 1993
en
ISBN/ISSN: 90-72469-53-4
G.B. Janssen. Baksteenfabricage in Noord-Brabant in de negentiende twintigste eeuw (Stichting Zuidelijk Historisch Contact) 1992 ISBN/ISSN: 90-70641-42-9
Koos B os ma, Ruimte voor een nieuwe tijd: vormgeving van de Nederlandse regio 1900-1945 (proefschrift V.U. Amsterdam) Rotterdam 1993
ISBN: 90-5345-0408 en
Den
in
Wim Denslagen, Architectural restoration Western Europa: controversy anti continuity. (vertaling proefschrift 1987) Amsterdam 1994 ISBN 90-71570-22-3 Een
ISBN/ISSN: 90-73363-0603
enht
tussen Brabant Rijk 1500-1550 (Proefschrift K.U. Nijmegen) Nijmegen 1993
B. Rademaker-Helfferich, huizen Deventer historie. jaar monumentenzorg door Bergkwartier, Maatschappij tot Stadsherstel 1969-1993, Nieuwegein 1993
Jan Haverkate e.a., Twickel bewoond en bewaard, Zwolle 1993
deNV
25
10
ISBN/ISSN 90-9006141-X
Annelies Postma, Leiden gebeiteld. Gevelstenen binnen de singels (Gemeente Leiden, Dienst Bouwen en Wonen) Leiden 1993 ISBN/ISSN: 90-801395-2-1
enhu
in
J.H.J. Geurts, On.iser stadt sulken gedranghe. Maastricht
in
en
te
van
A.A.J.J. van Pinxteren e.a., Pronkstukken. Venlo 650 jaar stad (Catalogus Goltziusmuseum) Venlo 1993
Patrick Devos, Sint-Eligiuskerk Eine. romaanse kollegiale haar crypte. Gent 1993 ISBN/ISSN 90-743 l l-07-5 De
De
inde
Suzanne Mulder, Jeroen Schilt. Jonge architecten wederopbouw 1940-1960. Bussum 1993 ISBN/ISSN: 90-6868-079-X A. Nelemans, Lelieveld, Augustijnenkerk Dordrecht (Kerkvoogdij Hervormde gemeente van Dordrecht) Dordrecht 1993 ISBN/ISSN: 90-9006419-2 A.van
Sjoerd Cusveller, W, Frijhoff e.a., Stad en haar identiteit, Hoogezand 1994 ISBN: 90-5536-005-8
Monumenten goed gefundeerd. Strategisch plan monumentenzorg (Min. W.V.C.) Haag 1994 van
van
Een
De
Jean Castex, architectuur renaissance, barok classicisme. overzicht 1420-1720, (vertaling Parijs 1990) Nijmegen 1993
ISBN/ISSN: 90-72047-21-4
ISBN/ISSN: 90-6630-426-X
Ineomd
vander
ge-
Renting, Verdronken land, herwonnen land. Historische ografie van het Eiland van Dordrecht, Alphen aan den Rijn 1993
G.
Dick Horst, Martin Pruijs, Lastage: historisch knooppunt van ambacht, handel en scheepvaart (Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg) Amsterdam 1993
Op-
A.M. Raukema e.a., Brabant bouwt in baksteen. Na-oor/ogse architectuur in Noord-Brabant 1945-1970 (Het Noordbrabants Genootschap) 's-Hertogenbosch 1993 ISBN/ISNN: 90-70814-64-1
en
Hilda Heynen red., Wonen tussen gemeenplaats poëzie. stellen over stad en architectuur, Rotterdam 1993 ISBN/ISSN: 90-6450-202-1
ISBN/ISSN 90-6274-067-7
ISBN/ISSN: 90-6469-675-6
Jaap ten Hove, Het stadhuis van Hasselt (Stichting Usselakademie) Kampen 1993 ISBN/ISSN: 90-6697-064-2
Schoonhoven, Kadastrale Atlas Zuid-Holland,
G. Smienk red., Geuze e.a., Nederlandse landschapsarchitectuur: tussen traditie en experiment. Amsterdam 1993 ISBN/ISSN 90-6868-058-7 A
Eric Jacobs, Stadsareheologie, hoezo 'f Ontwikkeling en toekomst van de Stadsareheologie (Archeologisch Informatiecentrum) Leiden 1993
Schoonhoven.
Utrecht 1994 ISBN 90-5345-042-4-21
B U L L E T I N K N O B 1994-3
127
het
JX
MONUMENTENZORG
van
to
'Van Mallegat Hanepraai: plan aanpak voor oude Usselfront', Archeologische Vereniging Golda, Achter de kerk II, 2801 Gouda.
Vereniging Open Monumenten-/.».
die
de
die
en7
in
14de-eeuwse Rattentoren Roermond, enige toren over torens poorten stadsomwalling van de middeleeuwse vestingstad rijk was. herbergt deze zomer een kleine expositie die de werkgroep archeologie van de Stichting Rura in samenwerking met het Gemeentemuseum in de stad
isvande20
van
en
vande
en
750.000 leden) heeft initiatiefgroep onder leiding ouddirecteur RDMZ U.F. Hylkema stichting opgericht die moet komen tot een Vereniging Open Monumenten. Naam van de vereniging en haalbaarheid van het initiatief zijn 'in de
De
(90
van
Vereniging voor behoud Natuurmonumenten jaar oud,
Rattentoren toont Middeleeuws Roermond
nog
De cultuurhistorie roert zich. Als cultuur-tegenhanger van de
de
is
dien
'De
is
De
dathe
inde
Er
en
en
Opde
van
ren langs zichtbare restanten middeleeuws Roermond, compleet speurtocht. zolderverdieping wordt
van
het
binnenkort expositie ingericht waarin oude procédé
de vervaardiging van laken uit wol wordt getoond, compleet met machinerie planten kleurstof werden gebruikt. De Rattentoren Roermond, zomeropening oktober, Swalmerstraat 69 a, Roermond, 04750-3 45 64; zo 14-16 uur. Lesbrief 'Roermond in de middeleeuwen' en 'Wandeling door middeleeuws Roermond' aanvraag stichting: 04750-3 64.
45
bijJe
op
t/m16
dieals
de
op-
(10
het
en
en
en
viade
vande
zalopde
dan
de der
Cultuurhistorisch toerisme in Gouda
een leuke geïllustreerde lesbrief en een wandelroute voor kindemet
en
zal
de
dien
enzo
de
numenten, maar heeft een nadrukkelijk grote bandbreedte: van het historisch landschap archeologie gebouwde monumenten tot en met het industrieel erfgoed. Zolang het maar om historische beleving omgeving gaat, voor veel brepubliek traditioneel bediend wordt, onder motto 'saving the past for the future'. Het hoogtepunt van de ledenwervingsactie komende Open Monumentendag september) vallen. Inlichtingen Vereniging Open Monumenten: Prinsenhofsteeg 10, 1012 EE Amsterdam, 020-420 55 57 (Dixie Schalt).
denog
van
en
er
met
en
met name jeugd, meer. Voor goede verstaander: Vereniging Open Monumenten, augustus worden gericht, zal zich niet beperken tot de traditionele gebouwde mo-
en
bedreigde monumenten moeten worden aangekocht, opengesteld
en geëxploiteerd, moet keten cultuurhistorische erfgoedwinkels hebbedoedingetjes (Heritage shops) komen, soort reisservice-organisatie, informatie educatie voor
en
er
Zo
endativ
een groot publiekstijdschrift over cultuurmonumenten komen,
gehuisvest een bijzondere combinatie van expositie, poppentheater monumentenontsluiting presenteert. expositie ingericht in de nissen van de toren en biedt zicht op het leven in het middeleeuwse Roermondse. Aandacht krijgen onderwerpen als de vijandelijke aanvallen op en verdediging van de stad, de rechtspraak, het stadswapen, het gilde-, handels-, en geldwezen, weg- watertransport voeding. zijn gebruiksvoorwerpen te zien, zoals kannen en kruiken, speelgoed en een stuk van een tegelvloer, en er is een grote maquette van de middeleeuwse vestingstad (afb. I). Die laatste toont de Rattentoren met een deel van de stadsmuur, de Brugpoort mei Roerkade en Roerbrug, de markt met het raadhuis, gildehuizen. laken- en vleeshal, en de waag. Voor scholen in de buurt gaat een bezoek aan de toren gepaard heus poppentheater midden maquette leven in de middeleeuwen aanschouwelijk maakt. Er is ook nog
en
blijkt dat de doelgroep groot is, potentieel 350.000 leden in vijf jaar, alles grote behoefte heeft. moet
Stichting Poppentheater Klaproos' Rattentoren
metn
ante
tief projekt 'Rondom Roermonds Rattentoren". waarmee
en
inrichtte. De expositie maakt deel uit van het historisch-educa-
Consultants. Doelstelling van de stichting, en straks van de vereniging, is het grote potentieel van mensen die 'passief' geïnteresseerd zijn cultuurhistorie concreet produkt bieden: informatie en participatie. Uit het KPMG-marktonderzoek
in
markt* getest door adviesbureau KPMG Klynveld Management
Ine
inde
de
vande
het
en
zalshetnd
De binnenstad van Gouda, een van dé monumenten uit de Gouden Eeuw, archeologische vereniging Golda ligt, belangrijke toeristische 'propositie' rijker worden. rond 17de-eeuwse front stad waar Gouwe Hollandse Ussel stroomt, maar dat nu achteraf ten zuidoosten
en
van
Afb. 1. Maquette van de middeleeuwse vestingstad Roermond in de
Th. v.d. Linden).
van
Rattentoren aldaar {foto Retera maquette door H.
is
als
De
uitde
de
van
het
dit
van
en
Die
en
van het centrum ligt en een beetje verwaarloosd is, wordt gewerkt aan een economisch revitaliseringsplan waar de archeologische vereniging een historische uitbreiding aan wil geven. Het plan, 'Van Mallegat tot Hanepraai', voorziet in het uitvoeren van archeologisch bodemonderzoek op een groot aantal plaatsen rond het oude havenfront, en in de bouwkundige reconstructie, consolidatie ontsluiting voor toerisme vijftien monumenten. laatste bestaan vooral torens, muren poorten die de stad aan de Usselzijde in de 17de eeuw omsloten, inclusief het kasteel. Ter weerszijden daarvan lagen een sluis, het Mallegat, passeerderstol, Hanepraai. monumenten zullen door middel toeristisch-educatieve middelen tekstborden en wegwijzers met de geschiedenis van de stad in een samenhangend verband worden gebracht. Nadat de Goudse gemeenteraad begin jaar plan aanpak vaststelde reeds een begin gemaakt met de gefaseerde uitvoering.
128
B U L L E T I N K N O B 1994~3
l
Opgravingen in park Valkenberg en
die
van
en
to
De
nr.
die
het
het
de
watok
de
elk
zal
maart in Deventer werd gehouden.
open
enzo
te
op een studiedag over archeologie in Oost-Nederland die op 19
Karolingische Burg Oost-Souburg de
zal
wel
dieht
de
Metd
in
De
en
op9
in
is
de Karolingische periode zijn verder alleen in Denemarken te
zal
vande
vani
zien. Zeeland zijn sporen totaal vijf ringwalburchten teruggevonden. De opzet van de Oost-Souburgse reconstructie is eenvoudig en vooral historische verantwoord. Dat betekent dat in eerste instantie alleen vorm burcht worden gereconstrueerd, in een latere fase wil men ook de houten huizen op de
en
en
uit
Nederland binnenkort archeologisch monument rijker: Karolingische Burg Oost-Souburg. gemeente Vlissingen gaf onlangs het startsein voor reconstructie van het terrein in het hart van Oost-Souburg, die naar verwachting op aanstaande Open Monumentendag, september, officieel gebruik worden genomen. Het idee voor de reconstructie is afkomstig uit particulier initiatief, gevoed door de inspanningen van de vereniging 'Vrienden van de Karolingische Burg', en werd in nauw overleg met de provincie Zeeland en Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek uitgevoerd. burcht krijgt Zeeland, voor bijna 500.000 gulden project kost, even een primeur voor Nederland, want verdedigingswerken uit In
vande
enma-
te
De
op
en
en
de
Er
ophet
de
Een
nogdit
de
de9
De
vande
is
opde
en
de
op
iste
vande
20min
van
van
de
van
en
vanhet
om
menop
vande
end
die
het
van
se
pas
De twee jaar oude historische expositie over middeleeuwAbdij Middelburg, 'Historama', onlangs uitgebreid met een archeologische presentatie over de Karolingische burcht, de voorganger van dit complex. De afdeling is ondergebracht in de l 3-de eeuwse cripte, het oudste deel van de Abdij. Het huidige Abdijcomplex beslaat ongeveer een kwart van de Karolingische ringwalburcht ooit plaats abdij lag oorsprong stad Middelburg vormt. ontstaansgeschiedenis burcht volgen vanaf eeuw, toen meerdere plaatsen Walcheren aarden wallen opwierp zich tegen Noormannen verdedigen Zeeland bedreigden. Dergelijke wallen met ringgracht zijn bekend Zeelandse Domburg Oost-Soudenburg, ontstond ook die van 'Middel-burcht'. De burcht van Middelburg, terrein ruim doorsnede, gelegen verhoging langs rivier Arne, werd later door herders, boeren en handelaren betrokken. Uit deze periode zijn resten en sporen huizen plaggen, leem vlechtwerk houten waterleiding aangetroffen. Omstreeks 1150 verschenen deze plaats de eerste stenen gebouwen van de Abdij van Middelburg waarin Norbertijnen intrek namen. contouren burcht zijn nog duidelijk te herkennen in de ronde structuur van de huidige stadplattegrond. De nieuwe expositie documenteert de geschiedenis van duizend jaar burchtgebruik aan de hand van de resultaten van opgravingen Abdijplein. zijn vondsten zien quette van de burcht zoals die er rond 950 bijlag. De voorwerpen, waaronder schoenen, textiel, aardewerk, bouwmaterialen pelgrimsinsignes, illustreren de bewoningsgeschiedenis. Ook komen de bouwhistorie van de abdij en de pelgrimstochten naar het oord aan bod. Vanuit heel Zeeland werden vele pelgrimages naar de abdij ondernomen, wat blijkt uit het grote aantal pelgrimsinsignes. bijzondere vondst bestaat twee schoenen aantal resten textiel. Deze kledingresten en schoenen, in de jaren
dathe
zou
vande
vande
an
die
Het
in
en
Archeologische afdeling Abdij van Middelburg
is.
danwelht
en
al
towa
de
trekken zich expliciet moet wijden onderzoek naar levensvatbare formule voor de invulling van een gemeentelijk archeologisch beleid. In maart werd de Leidse historicus-archeoloog M.T.R.M. Dolmans (1962), tevens secretaris Stichting Gemina Project, voor een jaar voorgedragen voor deze functie. Eerdere uitlatingen Leidse burgemeester hier heuse stadsarcheoloog betreffen, zijn hiermee geloochenstraft. besluit ingestelde beleidsvoorbereidende ambtenaar kwam direct na ophef in de plaatselijke landelijke pers over tekortschietende cultuurhistorische beleid Leiden, door Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek werd onderschreven, Leiden cultureel rampgebied uitriep (zie AlC-Nieuwsbrief 28). gemeente ontkent oorzakelijk verband. In Deventer bestaat een soortgelijke situatie. Daar werd, net als in Leiden, de archeologische zorg lange tijd door een hoge ambtenaar met enige archeologische ervaring waargenomen, in dit geval in nauwe samenwerking met een vereniging archeologische amateurs. Nu de betrokken ambtenaar met pensioen gaat is er ruimte voor de aanstelling van een stadsarcheoloog, wat jaar gebeuren, aldus verantwoordelijke wethouder
vanBeWtodu
to
J.
ande
inhet
ving. Opgraving park Valkenberg, eind augustus. Rondleidingen elke vrijdag van 14 tot 15 uur, informatie bij stadsarcheoloog G. Van de Eynden, tel. 076-29 36 62. Informatie deelname opgraving: dhr. Donkers, archeologisch depot, werkdagen 9-12 uur, tel 076- 22 77 03.
gie nu onder valt, een medewerker 'Archeologie en beleid' aan te
end
zal
en
Het
del van informatieborden in het 'Valkenberg' op de hoogte gehouden worden van de resultaten en voortgang van de opgra-
Leiden en Deventer lijken archeologisch uit last. Beide cultuurhistorisch uiterst belangwekkende steden hebben zich, na gefrustreerde pogingen tot de instelling van een eigen gemeentelijke archeologische dienst (Leiden) laten waarnemen diens taken door onder meer amateurverenigingen (Deventer), bekeerd elders lange tijd gemeengoed Na een jarenlange vacature voor een stadsarcheoloog besloot nieuwe Leidse wethouder Welzijn Cultuur, waar archeolo-
en
de
van
of
vande
zij16
de
residentie 'Valkenberg', middeleeuwse stadsmuur bijgebouwen van het huidige kasteel. Het archeologisch onderzoek in het park is een zeer groot project waaraan vrijwillgers kunnen deelnemen, mits jaar ouder zijn minstens tien dagdelen beschikbaar zijn. Er wordt een wekelijkse rondleiding langs putten opgraving gegeven. publiek door mid-
de
Stadsarcheologen Leiden en Deventer?
het
zalde
nade
resten oudste begijnhof Breda, middeleeuwse vanhet
de
het
Tot
eind augustus Gemeente Breda noodopgraving uitvoeren in het park Valkenberg. Aanleiding is de herinrichting van park bouw vakantie, waarbij bodemarchief zwaar beschadidg zou worden. In het onderzoeksgebied liggen
tol
zestig op het terrein van de abdij opgegraven, zijn de oudste uit Nederland bekend. Historama Abdij Middelburg, Abdij 9. Middelburg. 0118016448; geopend maart november, dagelijks 10-18 uur.
ARCHEOLOGIE
B U L L E T I N K N O B 1994-3
129
de.
gen
en
in
Hein Klompmaker, 'Kijk keien: hunebedden beeld theorie' (Cultuurhistorische Reeks 4), Edu'Actief/Meppel 1994, 56 op
het terrein herbouwen. De Karolingische burcht van Oost-Souburg stamt uit de 9de eeuw. een periode waarin de nederzettinlangs kust regelmatig door plunderende Noormannen
blz„ geïll., ISBN 905117 176 5, ƒ 19,50.
walmet
uiten
nemen. ringwalburcht bestaat aarden
dat
De
hetm
inmet
is
van
en
danie
isdat
en
vande
vane
Datishe
te
en
de gien
het
de
te
te
de
universiteit moet zich concentreren op haar kerntaken onderwijs in
en onderzoek, provinciale musea Leeuwarden, Groningen de
end
en Assen willen geen andere publiekstaken meer, dan
vormt zich centraal kennisinstituut gedecentraliseerde zorgtaken. Daardoor dreigen lacunes totale archeologische zorg te vallen. 'Mijn collega komt zo bij u', ofwel: wie houdt zich nu waarmee bezig, is waarop aan te spreken en waar verantwoordelijk voor? nota ANNO stelt voor overzichtelijke infrastructuur creëren, eenduidige taakafbakening voor musea, universiteit, rijks-, gemeente provinciale overheid, particulier initiatief, hoge mate interprovinciale samenwerking. Concreet stellen drie provincies samenhangend pakket maatregelen voor. Hoofdzaak eenduidige taakverdeling (PLAATJE), waarbij aparte provinciaal-archeologen voor elk provincie (nu personele unies bij BAI en Drents Museum) een spilfunctie hebben. Er moeten zowel een regionaal noordelijk als afzonderlijke provinciale archeologische platforms komen, onder verantwoordelijkheid provinciaal bestuur. moeten coördinatie, afstemming informatieuitwisseling garanderen. Eindelijk centrale aanspreekpunten dus. moet centraal noordelijk depot voor bodemvondsten komen, dat tevens zal dienen als publiek informatiecentrum, te
en
en
en
en
de
Die
vanhet
isen
de
van
en
metn
endati
van
waarbij drie musea werkdepots vormen. Essentieel lijkt even-
en
date
ofdatin
zalhetBAIok
wel dat men ook 'nee' moet kunnen zeggen. Werd voorheen al het archeologische veldwerk vrijwel automatisch aan het BAI gedelegeerd, voortaan moeten kijken zijn taakstelling past, niet moeten toestaan provinciaal-archeoloog, die de eindverantwoordelijkheid zal hebben, ook andere partijen betrekt, zoals het particulier initiatief. Er zal dus officieel vangnet voor kleiner onderzoek monumentenzorg moeten komen. enzo
rie van de 17de-eeuwse Coevordense dominee Johan Picardt) en Noormannen, Germanen en Kelten. Voordeel van boek boven tentoonstelling is dat vooral het beeldmateriaal zeer goed tot zijn recht komt, en de gebruiker voldoende informatie heeft om de achtergrond van de wisselende visies op het verleden te begrijpen. Klompmaker, als goed historicus, schuwt tenslotte enige relativering ten aanzien van de eigen tijd niet. Een volgende generatie zal immers weer met nieuwe beelden en interpretaties over hunebedden komen.
ern
De nogal wisselende beelden van de hunebedden en hun contex-
ten leiden tot een soms hilarische tocht langs reuzen (in de theo-
de
NHI.
Ook
vanhet
hun
uithe
dat
de
te
Na de tentoonstelling 'Kijk op keien' die vorig najaar in het Nationaal Hunnebedden Informatie Centrum (NHI) Borger werd gehouden, heeft H. Klompmaker, directeur van het NHI, nu een monografie over hetzelfde onderwerp gepubliceerd. Centraal staan niet hunebedden zelf, maar receptiegeschiedenis. Hoe werd er in de loop der eeuwen tegen deze monumenten aangekeken? Welke zag men de bouw, hun functie en gebruik? Wie heeft men de bouw van deze reuzeconstructies al niet aangewreven? Het boekje biedt net als de tentoonstelling een historiografisch beeld van de theorie- en beeldvorming over hunebedden van 1660 tot nu. Essentieel is de combinatie van discours en beeld, laatste rijkelijk voorhanden archief
oken
op
Kijk keien
De
inde
met
inde
monumentenzorg, maar speelde Biologisch-Archaeolo-
gisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen (BAI) de hoofdrol. De organisatie van de feitelijke verantwoordelijkheden en procedures verschillen per provincie dramatisch. Door tal van personele unies plegen bovendien nogal wat taken en verantwoordelijkheden door elkaar heen lopen. Recente ontwikkelingen dreigen situatie volledig onbeheersbaar maken:
omten
vande
vande
157,f.
90
van
in
van
inde
Het
de
de
70.
de
het
de
vier toegangspoorten was, andere drie lokaties toegangspoorten worden gemarkeerd met houten balken. Op de wal en Burgterrein worden wandelpaden aangelegd. terrein binnen de wal wordt verdeeld in vier segmenten, net zoals dat in de Karolingische periode het geval was. Drie van de vier segmenten worden geëgaliseerd en met gras ingezaaid, het vierde deel blijft beschikbaar voor archeologisch onderzoek. Op de buitenzijde van de wal worden schapen uitgezet. Verder zal er een drinkvijver voor schapen komen vorm slotgracht. Over burchten in Zeeland verscheen eind vorig jaar een leuk populair-wetenschappelijk boekje: 'Karolingische burchten in Zeeland'. Een wetenschappelijke uitgave over burchten in Zeeland van de hand van provinciaal- archeoloog R. van Heeringen komt in september uit (De Koperen Tuin, Goes). Vondsten van de opgravingen op de burcht zijn te zien in het Stedelijk Museum in Vlissingen en het Zeeuws Museum in Middelburg. Reconstructie Karolingische Burg Oost-Souburg, int.: gem. Vlissingen, 01184-8 M.P. Bruin, R.M. Heeringen, P. Sijnke, 'Karolingische burchten Zeeland, geplaatst Zeeuwse geschiedenis', uitgave Bureau Voorlichting Provincie Zeeland, ISBN 71565
de
een houten toegangspoort met een bruggetje waar ooit een van
de
to
wal
en
vanhet
deed de laatste jaren vooral dienst als volkstuin. Voor de reconstructie complex wordt aarden opgeworpen op de hoogte van de oorspronkelijke Burgwal. In de wal komt
Het kan veel beter en efficiënter, en er hoeft niets meer tussen wal schip vallen. resultaat onderzoek drie gedeputeerden voor cultuur noordelijke provincies hebben laten uitvoeren naar de organisatie van de archeoloFriesland, Groningen Drenthe. interprovinciale nota Archeologie van Noord-Nederland Onderzocht (ANNO) van de Projectgroep 'Archeologie in het Noorden' is ondertiteld 'Een advies voor vormen van samenwerking op het terrein van de archeologie in de drie noordelijke provincies' en werd in april voltooid. Bijzonder alle betrokkenen rapport eens zijn. Uitgangspunt van het rapport is dat er in het Noorden nogal wat schort aan de archeologische monumentenzorg, de musea en depots. Anders rest Nederland vanouds niet de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) spelverdeler feitelijke eindverantwoordelijke name
de
duidelijk herkenbaar gebleven. Het gebied bleef onbebouwd en
W.
Archeologie Noord-Nederland onderzocht
inhet
vanhet
Inde
gracht. cirkelvormig structuur terrein centrum van Oost-Souburg zijn de contouren van de burcht altijd
ROB
Een
kon
werden overvallen. In Zeeland en Vlaanderen werden toen ringwalburchten aangelegd waarop men bij dreiging z'n toevlucht
B U L L E T I N K N O B 1994-3
'3"
inde
vande
f21rot4.
a/d
zal
is
en
De
l
de
en
de
de
deBig
in
Dendrochronologische service RING
te
te-
van
dienu
in
vandeROBht
bijde
de
de
en
vande
vande
ophet
van
van
de
ten
Ook
je.
kunjei
In
to
is.
damhet
de
in
te
Waar Nederland voor datering houtmonsters recht? Bij verschillende botanische, archeologische en bouwhistorische instituten, alsmede Rijksdienst voorde Monumentenzorg (RDMZ) en sinds kort bij de Stichting Nederlands Centrum voor Dendrochronologie, RING, ondergebracht Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Sinds jaar en dag wordt er incidenteel dendrochronologisch onderzoek verricht. 1991 namen laboratoria Instituut voor Pre- Protohistorische Archeologie Amsterinitiatief oprichting Stichting RING, feit RING verricht tegen vaste tarieven dendrochonologische dateringen behoeve archeologisch, landschapshistorisch en klimaatonderzoek. De stichting presenteert zich op 18 maart aan vakwereld en belangstellenden met een congresje waarop de toekomstige werkzaamheden van RING worden gepresenteerd. wordt stand zaken gebied koolstof-14 methode en van de paleo-ecologische aspecten van houtgebruik besproken. Stichting Nederlands Centrum voor Dendrochronologie, ROB, Kerkstraat l, 3811 CV Amersfoort, 033-63 42 33 (H. Kam).
en
dien
De
en
en
tode
in
er
Bijde
uitde
die
ok
is
en
ane
vandeps
en
der
leiding benoemde buitengewoon hoogleraar experimentele educatieve archeologie Gerard IJzereef, zeer breed Nederlands publiek historisch produkt kunnen bieden dat de manco's teniet doet die aan de reguliere consumptie van geschiedenis kleven. Het geïsoleerde voorwerp in een museumvitrine vervangen door replica realistische context metterdaad wordt gebruikt. alledaagsheid maar zo weinig spreekt schoolboekjes wordt Alphen tot hoofdmotief verheven. bezoekers wordt onder gordel gemikt, hoeft geen gedachtensprong worden gemaakt, het levende verleden staat vlees bloed, één-op-één voor Treurig voor degenen die vooral in hun eigen fantasie willen wonen, maar waarschijnlijk een gouden greep voor de veel grotere groep die voorgekookte waar prefereert. Wat biedt Archeon? 600.000 m 2 reconstructie van vele buitenkanten van vele verledens, van de prehistorie via Romeinse tijd middeleeuwen. Dorpen, steden, kazernes, straten, w i n kels, bedrijven, theaters, hotels, akkers, scheepswerven, markten, kloosters, bruggen en, zowaar, hele landschappen. Uit alle delen van Nederland, gebaseerd op reële voorbeelden, dat wil
dag
Ar-
minof
het
opl
van
erf
Na meer dan vijftien jaar voorbereiding en 86 min investering van banken en bedrijven en een klein jaar proefdraaien met een educatief gaat april archeologisch themapark cheon in Alphen aan de Rijn open (aft. 2). Geïnspireerd door het succes vaag vergelijkbare, meer 'levende' reconstructies van het verleden in Engeland (York), Denemarken (Lejre) en Zweden (Stockholm), denken de initiatiefnemers, on-
74;
Nationaal archeologisch themapark Archeon geopend
en
in
vans-
54.
en
inde
en
vande
ophet
HM
zeggen metterdaad uit opgravingen bekend. In een multimediale spektakeltijdmachine in het hypermoderne entreegebouw - de vcelgeplaagde Nederlandse inzending voor de wereldtentoonstelling Sevilla - waar vanaf Bang evolutie aarde natuur worden getoond, wordt bezoeker sfeer gebracht. Dan kan men kiezen uit loslopen, rondleidingen, en boot- en bustochten op het terrein zelf. Er zijn kijkroutes en doeroutes. een opgravingsterrein en een educatief erf. In vier tijden kan worden gelunched, niet alleen historisch maar ook, voor wie van de cultuurshock wil bekomen, eigentijds. Al het voor het publiek zichtbare personeel, behoudens de gidsen op de thematochten ('burgers boeren' 'huis haard'), omgetoverd tot 'archeotolk', in authentieke kleding. Voor individueel bezoek, scholen en langzame, snelle en supersnelle groepen, VIP's (verv interesled persons) en gewonen, en ook voor arrangementen, waarbij Romeinse herberg-r«m-badhtiis hoog scoren. Archeon, vanaf april. Oude Wereld 200, Alphen Rijn, 01720-4 elke (apr-okt) 10-18 uur. Entree Reserveringen en groepen: 01720-4 77 77. end
en
en
het
okde
inhet
ane
De
drie provincies hebben advies overgenomen werken nu stappenplan, waarin personele financiële gevolgen worden aangegeven. Voorop staat evenwel dat de implementatie budgettair in beginsel neutraal moet verlopen. Projectgroep Archeologie Noorden: nota 'Archeologie Noord-Nederland onderzocht: advies voor vormen menwerking terrein archeologie drie noordelijke provincies' (april 1994). Inlichtingen: D. Bloemhof (projectgroep), provincie Friesland, Ruimte Milieu, Postbus 20/20, 8900 Leeuwarden, 058-92
Archeologie in Amsterdam
van
paste
Ar-
Aande
ané
om
in-
is
of
bij
ine
in
van
AIC
middeleeuwse 'Gravendtim' (foto 1993).
de
A/b. 2 Themapark ARCHEON in Alphen aan den Rijn, huizen in het
men
deVU
nahet
van
men
en
Na proefperiode waarin zich slechts Nederlandse universiteit, de Rijksuniversiteit Leiden, vanaf het eerste jaar exclusief kon laven aan de archeologie, gaan met ingang van het volgende academische jaar, 1994-1995, ook in Amsterdam dergelijke volledige opleidingen start. Universiteit Amsterdam heet de studierichting dan Europese en Mediterrane Archeologie; aan de Vrije Universiteit gewoon Archeologie. Er zijn nog meer verschillen. Aan de UvA splitst de studie zich eerste jaar doctoraalopleiding Europese cheologie, verzorgd door de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, en Mediterrane Archeologie, bij de faculteit der Letteren. Aan blijft twee jaar elkaar, zich daarna specialiseren onderzoek praktijk. In programma's beide universiteiten iets nieuws
13"
B U L L E T I N K N O B 1994-3
24
te
de
te
en
vande
van
2. Mededelingen en ingekomen stukken bericht verhindering hoofd- eindredacteur
Eris
DJ.de
en
prof. K.A. Ottenheym drs. ing. Vries ontvangen. dr.
80;
M.
J.
5830:
en
7,
van
Propedeuses archeologie: Informatiecentrum Universiteit Amsterdam, Nieuwe Doelenstraat Amsterdam, 020-525 In.situut voor Pre- Protohistorische Archeologie: Seeman, 020-525 In.situut voor mediterrane Archeologie: Derksen, 525 25 65: Archeologisch Instituut Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam, 020-5483041.
mr.N
Die bestonden in Nederland nog niet, althans nog niet expliciet.
dr.
in
en
dieonsht
en
en
educatieve experimentele archeologie veldarcheologie.
1. Opening
Om 10.10 uur opent voorzitter G. Heuff de vergadering. Hij vraagt eerste minuut stilte acht nemen voor leden afgelopen jaar ontvallen zijn: D.P.R.A. Bouvy, G.M.H.R. Dahmen, Bolkestein, C.F.Janssen. als
met
en
het beheren van archeologische monumenten. De UvA-richting Europese Archeologie kent een pendant daarvan: een van de vier afstudeerrichtingen betreft Archeologie Maatschappij, veel aandacht voor archeologisch 'cultuurlandschapsbeleid',
Notulen Algemene Ledenvergadering maart 1994 in Waalse Kerk Amsterdam de
gebouwd. De VU-praktijkopleiding voorziet in beroepsvorming rond opgravingen, het bewerken van archeologisch materiaal en
3. Notulen ledenvergadering 27 november 1993 Dit verslag wordt goedgekeurd. 4. Financiën
a. Penningmeester E.G.M. van Zijl geeft een korte toelichting er
de
LM
dathij
de
De
zal
op14
date
deruit
ir.
het aantal leden moet wel sterk omhoog. Naar aanleiding hiervan verzoekt mw. C.J. Hubert van Blijenburg snel met de nieuwe folkomen. Secretaris W.B.J. Polman deelt mede hoopt folder april (bij Nationale Monumentenstudiedag) gereed zijn. heer G.H.F. Valk stelt voor reeds nu met een adressenlijst te beginnen om zo snel mogelijk de fol-
Bureau: Mevr. drs. M.E. de Haas Mariaplaats 51 3511 Utrecht tel. 030-321756
der te kunnen versturen. b. Aansluitend doet de heer D.S. van Dorsser Keus verslag van
c. De heer Van Dorsser Keus is niet meer herkiesbaar. Nadat de voorzitter hem bedankt heeft voor zijn inzet, wordt in zijn plaats benoemd heer drs. Dumas. de
RA,
E.G.M, Zijl penningmeester
de bevindingen van de kascommissie. Deze sluit zich geheel aan hij de rapportage van de register-accountant. Vervolgens wordt het financieel jaarverslag door de ledenvergadering goedgekeurd,
Ch.
Dagelijks Bestuur: O. Heuff, voorzitter Drs. J.F. van Regieren Altena, vice-voorzitter Ir. W.B.J. Polman, secretaris
van
de
bij cijfers. Financieel staat Bond niet slecht voor, maar
KNOB
6.
5. Jaarverslag Het jaarverslag van de secretaris ir. W.P.J. Polman wordt zonder op- of aanmerkingen vastgesteld. Bestuursmutatie
vanhetb-
meth
vanir.R
inde
De
ledenvergadering gaat accoord voorstel stuur ir. P. van Dun te benoemen als vertegenwoordiger van de RDMZ plaats Apell. ge-
te
dr.Avane
Het
redactielid prof. Woud heeft kennen geven af te willen treden. In zijn plaats wordt benoemd dr.
Ch. van den Heuvel. en
7.
Rondvraag sluiting De heer G.H.F. Valk vraagt of de folder naar partikulieren en instanties gaat? Antwoord Ja.
Mr. J.W.M. Wentholt verzoekt een volgende keer duidelijker aan te geven waar deze vergadering plaatsvindt. Dit wordt toegezegd. Hierna sluit voorzitter de vergadering.
SUMMARIES 'Oude Vleeshuis' Chris Kolman and Ronald Stenvert
meat-market 'Oude Vleeshuis', Oudestraat 119,
has
Theold
van
vanhet
van
de
van
51
Mariaplaats Utrecht, nieuwe huisvesting Bureau de KNOB sinds 8 juli 1994. Het pand is op zeer korte afstand gelegen van het station en verschafte eerder onderdak voor de Stichting Menno van Coehoorn. De beide besturen hebben hoge verwachtingen deze vorm samenwerking.
served as centre of the meat trade in Kampen for over a hundred
B U L L E T I N K N O B 1994-3
132
was
of
de
as
mo-
to
and
en
de
indal
enhij
te
bijen
vanhet
enhl
van
vanhel
en
De
nae
le sludeerde, aanlal jaren architectenbureau werkzaam te zijn geweesl, geschiedenis aan de Rijksuniversileil te Utrechl. In 1993 promoveerde hij op hel proefschrift: Naerde eisch werck: organisatie bouwen Kampen 1450-1650. Zijn onderzoek richl zich op de relalie lussen bronnen, bouwproces bouwhistorie heeft kader gepubliceerd over: organisatie bouwen, houten gevels, verslening woonhuizen sladsbeeld, eigendomsmerken op houl. de
to
in
de
J.
Chris Kolman (1956) doorliep HTS-Bouwkunde Zwol-
Ie
sludeerde kunslgeschiedenis Rijksuniversileil ande
en
Ronald Stenvert (1955) doorliep de HTS-Bouwkunde in Zwolle
Utrecht, waar hij tussen 1984 en 1992 werkzaam was. In 1991
en
enht
en
en
Hijs
promoveerde hij op het proefschrift Conslructing the Past: Computer-Assisted Architectural-Historical Research. momenteel werkzaam als freelance onderzoeker op hel gebied van de Archilecluurgeschiedenis, Bouwhislorie Beeldverwerking. Hij heeft gepubliceerd over Maniërisme en Neo-renaissance, Architectuur betekenis, Bouwers bouwproces Computers Kunslgeschiedenis. en
was
of
of
Asthe
To
the
and
was
The
inthe
fact that architecture Northern Netherlands flourishing in the early 17th century. at the moment when the war against Spain was taking a favourable turn, manifested itself most clearly Amsterdam. building trade this rapidly growing town ('stadsfabrieksambt' / public works) was expanding. Everything that the town wished to be built was designed and made by public works. In 1595 its leadership was renewed, Hendrick Jacobsz Staets appointed town carpenter, Cornelis Danckertsz town bricklayer and Hendrick de Keyser (15651621) town mason sculptor. archives public works were lost, little known about cooperation between these three. many ill-founded contemplations have been devoted
is
of
the
isto
AUTEURS
van't
R. Meischke
in
a
his
He
inthe
his
hè
the
are
atDm
andi
to
'Amsterdamse fabrieksambt' (public works)
The
inthear-
inthe
De
The
of
wayfore
of
the
Andi
The oldest pre-Classicist building in Amsterdam was the weighhouse square, daling back 1563. From thal menl buildings wilh Classicisl Mannerisl characleristics arose in the town. Until afler 1630 Jacob van Campen and Philips Vingboons definilely guided architecture into the direclion of Classicism. on
ar-
may
whoas
of
of
the
the
Athe
We
on
ofthe
a
the
In
de
andi
athis
as
ora
whote
No
in
bya
of
the
and
The facade was hewn and built by mason Lambert Stuurman, who during the fifties and sixties of the 16th century made a flourishing career for himself as a mason, but also as a building contractor trader building materials international in scope. However, it is not clear whether Lambert Stuurman also designed facade. matter designer have been. the design of the facade is by no means a provincial piece work executed mediocre master mediocre chitect. It is a well-considered design, for which an early Vitruvius edition must have been used example. A.A. Kok, the restoration architect in 1939, did not have this detailed knowledge disposal. time restoration this resulted in heightening the, evidently original, second floor applying gable, modelled after work Vredeman Vries. 1557 designer faijade applied classical forms in a freer, less experimental way than became customary during late 16th-century Mannerism. In his reconstruction the restoration architect focused this latter period, doing so hè was also deceived by a wrong notion of the date of building of the facade. Later Kok probably had his doubts about this daling. Eleven years after the restoration hè proposed in an article: 'II' it has to be painted over again some day, my advice is to add: ANNO DOM1NI 1565; this is not likely to be incorrect by more than five years'. propose change this date into 1557.
anew
in
hadte
Netherlands.
which were incorporated into the main frames separating the floers, and the enlivenment of the wall sections by means of niches or chinks. Around I6K) Hendrick Keyser's style getting more mature. small natural-stone blocks window arches made larger blocks. Thus fashion chitecture facades started. also experimented with triangular arches after the model of the Porta Pia by Michelangelo. The many interruptions cornices made work typical example Dutch Mannerism. On other hand, work also reveals pre-Classicist characteristics. this, too, follows work Vredeman Vries. Nowadays latter often regarded source inspiration for incoherent gables, in spite of the fact that among his examples there more buildings with hipped roofs than with gables.
en
The
of
the
In
years. namely from the last quarter of the 15th century until 1593. 1557 town council building thoroughly renovated. The natural-stone facade dates back to that year. In spite of radical alterations, this facade is still to be rated among the most interesting examples early-Renaissance facades
the assumed bad relationship between Staets and De Keyser. Hovan
in
de
bijde
en
1983 door Rijksuniversileil Ulrechl eredoctoraal verleend. Van 1985 tot 1988 was hij tevens hoogleraar in de archide
de-
it
hè
of
useand
R. Meischke (1923) was van 1953 lot 1959 hoofd van de Gemeentelijke Dienst Monumentenzorg Amsterdam, 1959 1972 directeur Rijksdiensl voor Monumentenzorg en daarna tol aan zijn pensionering wetenschappelijk medewerker bij die dienst. Wegens zijn talrijke en belangrijke publicaties op het gebied van de geschiedenis van het bouwen werd hem in
lot
de
We
andfor
The
of
a
forthe
de
ofthe
His
inDe
the
and
It
for
we
wever, gradually have learned more about Hendrick Keyser's private work other towns private persons. have compared this private work with the many small buildings the town had built between 1600 and 1621. It proves to form a u n i t y with these. seems likely that Staets initially also signed buildings - which was customary for a town carpenter called Keyser decorative work. After approximately 1605, however. De Keyser designed all new construction for town. work shows personal autonomous development motifs Architectura Moderna (1577) Hans Vredeman Vries. major aspects derived from are the differcnces in design of each floor, the window coverings
lecluurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Ie Leiden.
OP
R O S E N D A E L , GROEN HEMELTJEN AERD Kasteel, tuinen en bewoners sedert 1579 door J.C, Bicrens de Haan 353. pagina's; rijk geïllustreerd in kleur en zwart-wit; formaat 22,0 x 27,7 cm; gebonden met stofomslag
ƒ
ISBN 906011.870.7; prijs 79,00 bijde
of
inde
Verkrijgbaar boekhandel rechtstreeks Walburg Pers