Inhoud Inhoud
Voorwoord en dankwoord11 Samenvatting15 Summary21
Inleiding 25 1. Kader en probleemstelling27 1.1 Landschapsontwerp als onderzoeksonderwerp27 1.2 Landschapsontwerp versus landschapsarchitectuur29 1.3 Onontgonnen terrein30
2. Doelstelling en onderzoeksvragen33 3. Methodiek 34 3.1 Onderzoeksontwerp34 3.2 Dataverzamelingsmethoden36 3.2.1 Diepte-interviews met sleutelinformanten37 3.2.2 Secundaire bronnen37
3.3 Data-analyse39
4. Opbouw en bronnencorpus40
6
Inhoud
Deel I – Traditie met een woelige geschiedenis 45 Inleiding47 I.1 Van vensterbank tot landschap48 I.1.1 Erfenissen uit de horticultuur48 I.1.1.1 Vlaams hovenierschap48 I.1.1.2 Aanzet in het tuinbouwonderwijs 49 I.1.1.3 Groeiende wens tot verzelfstandiging 50
I.1.2 Leaping the garden fence 51 I.1.2.1 Natuur en landschap samen op de barricade52 I.1.2.2 Ontdekking van het landschap53 I.1.2.3 Nieuwe publieke ontwerpopgaven55 I.1.2.4 Democratisering van de private tuin58
I.1.3 Op zoek naar legitimatie en identiteit 60 I.1.3.1 Institutionalisering 60 I.1.3.2 Invloed van het modernisme63 I.1.3.3 Belgische voorkeur voor decoratief tuinontwerp65 I.1.3.4 Naar internationale afstemming67
I.2 Aarzelende professionalisering68 I.2.1 Opkomst van landschap in wetenschap en ruimtelijk beleid68 I.2.1.1 Landschap in de ruimtelijke ordening68 I.2.1.2 Bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten en landschappen71 I.2.1.3 Landschap in het beleid voor het landelijke gebied72 I.2.1.4 De Vlaamse Wetenschappelijke Congressen over Groenvoorziening75
I.2.2 Aarzelende stappen in de ontwerppraktijk77 I.2.2.1 Groene ruimten in stad en dorp77 I.2.2.2 Regionale diversiteit als uitgangspunt79 I.2.2.3 Aanzetten voor regionaal landschapsontwerp82 I.2.2.4 Gemiste kansen85
I.2.3 Kruistocht voor een opleiding87 I.2.3.1 Opleiding in tuin- en landschapsarchitectuur 87 I.2.3.2 Op zoek naar uitbreiding en specialisatie89
I.3 Herontdekking van het landschap92 I.3.1 Nieuwe injectie in het beleid93 I.3.1.1 Landschap in het Europese beleid93 I.3.1.2 Kennis als onderbouwing van de landschapszorg95 I.3.1.3 Naar integratie van landschapszorg in de ruimtelijke planning98 I.3.1.4 Aanzetten voor een meer dynamisch landschapsbeleid101
I.3.2 Hernieuwde aandacht voor landschap in het ruimtelijk ontwerp104
Inhoud
7
I.3.2.1 Verruiming van landschapsarchitectuur104 I.3.2.2 Wedergeboorte van landschap binnen architectuur en stedenbouw 106 I.3.2.3 Van tuin tot landschap110
I.3.3 Afstemming en professionalisering 112 I.3.3.1 Identiteitscrisis112 I.3.3.2 Internationale uitwisseling114 I.3.3.3 Groeikrampen: van ambacht naar discipline118 I.3.3.4 Naar meer professionalisering119
Besluit122
Deel II – Kneedbaar landschap 137 Inleiding139 II.1 Aanleiding en methodiek140 II.2 Identificatie van landschapsconcepten142 II.2.1 Bewaker en maker van erfgoed142 II.2.1.1 Landschap als palimpsest142 II.2.1.2 Over traditionele en gelijktijdige landschappen143 Erfgoedbewakers143 Erfgoedmakers145 Evoluerende standpunten149
II.2.1.3 Dominantie van de erfgoedbewakers149 II.2.1.4 Voorbeeldprojecten152 Renovatie Albert-I-park (Gent) 152 Buitenaanleg Agnetenklooster (Tongeren)154 Natuurinrichtingsproject Het Vinne (Zoutleeuw)156 Masterplan Parkbos (Gent)158 Landschapspark Groene Velden (Gent – Lovendegem)160
II.2.2 Pleitbezorger van groen162 II.2.2.1 Landschap als ecosysteem162 II.2.2.2 Over lichtgroen en donkergroen164 Groene ergernissen165 Landscape ecological aesthetics167
II.2.2.3 Natuurlijke verwantschap 169 II.2.2.4 Voorbeeldprojecten172 Ecowijk (Sint-Niklaas)172 Wetenschapspark Rijvissche (Gent)174 Groenaanleg Evolis Businesspark (Kortrijk, Harelbeke, Zwevegem)176
8
Inhoud
Dorpskernvernieuwing Oostnieuwkerke178 ‘Roularta’-border (Roeselare)180
II.2.3 Decorbouwer182 II.2.3.1 Landschap als representatie182 II.2.3.2 Esthetische dimensie184 II.2.3.3 Op zoek naar een referentiekader186 II.2.3.4 Voorbeeldprojecten190 Verkeerswisselaar Lummen 190 Beeldkwaliteitsplan Zevergem 192 Graf van Emile Verhaeren (Sint-Amands)194 Onthaalinfrastructuur Tyne Cot Cemetery (Zonnebeke)196 Groengevel (Gent)198
II.2.4 Contextduider200 II.2.4.1 Landschap als holistisch systeem200 II.2.4.2 Contextueel ontwerpen201 Samenhang, schaal en context201 De strijd tussen plekken en objecten203
II.2.4.3 Landschappelijke schalen205 II.2.4.4 Voorbeeldprojecten208 Onthaalinfrastructuur Wildenburg (Wingene)208 Natuureducatieve infrastructuur Oostends krekengebied (Oudenburg)210 Windows to the garden (Bonheiden)212 Werkhuis Schoten 214 Ontwerp buitenruimten AZ Groeninge (Kortrijk)216
II.2.5 Structuurbrenger218 II.2.5.1 Landschap als relatiesysteem218 II.2.5.2 Ordenen, structureren en organiseren219 II.2.5.3 Van restgebied naar structurerende drager221 II.2.5.4 Voorbeeldprojecten224 Masterplan Albrechtlaan (Aalst) 224 Masterplan Publieke Ruimte (Puurs)226 Masterplan regionaal bedrijventerrein Siezegem (Aalst)228 Suikerfabriek Veurne230 Tour et Taxis (Brussel)232
II.2.6 Coproductie 234 II.2.6.1 Landschap als ontmoetingsruimte234 II.2.6.2 Functies organiseren en (mede)gebruik sturen235 Over functie en gebruik236 Actorintegratie238
Inhoud
9
II.2.6.3 Ruimte op mensenmaat239 II.2.6.4 Voorbeeldprojecten244 Masterplan Ruggeveld – Boterlaar – Silsburg (Deurne)244 Consolidatieproject Frontzate (Nieuwpoort-Diksmuide)246 Veermanplein en Van Eyckbrug (Gent)248 Pierkespark (Gent)250 Prettige Wildernis (Gent)252
II.2.7 Identiteitsdrager254 II.2.7.1 Landschap als plek254 II.2.7.2 Plekgebonden ontwerp256 II.2.7.3 Braakliggend terrein257 II.2.7.4 Voorbeeldprojecten262 Masterplan Herinneringspark 2014-18262 Dorpskernvernieuwing Ingelmunster 264 Poorten van het Nationaal Park Hoge Kempen 266 Geïntegreerd omgevingsplan voor het buitengebied (Brugge-Zeebrugge)268 Masterplan N80 (Sint-Truiden)270
II.3 Laaglandpark als testcasus272 II.3.1 Inleiding272 II.3.2 Projectgebied 272 II.3.3 Ontwerpopgave274 II.3.4 Methode274 II.3.5 Bevindingen275 II.3.5.1 Ontwerpvoorstellen275 II.3.5.2 Landschapsconcepten 278 Bewaker en maker van erfgoed278 Pleitbezorger van groen279 Decorbouwer279 Contextduider280 Structuurbrenger281 Coproductie282 Identiteitsdrager282
II.3.5.3 Vergelijking284
II.3.6 Evaluatie286
II.4 Landschapsconcepten, landschapsnarratieven en landschapsdiscoursen288 II.4.1 Landschap als inspiratie288 II.4.2 Landschap als narratief medium291
Besluit297
10
Inhoud
Deel III – Landschap als medium 303 Inleiding305 III.1 Van ontwerpobject naar medium306 III.1.1 Landschap als integrerend medium 306 III.1.2 Ingesleten landschapsdiscoursen308 III.1.3 Moeizame intrede van alternatieve discoursen311 III.1.3.1 Een landschap? Welk landschap? Alles is landschap!312 III.1.3.2 Verandering als potentie314
III.2 Naar een geïntegreerde aanpak van landschapsontwerp316 III.2.1 III.2.2 III.2.3 III.2.4
Landschap als gedeelde interesse317 Landschapsontwerp als transdisciplinaire expertise320 Conflicterende landschapsdiscoursen322 Op zoek naar compromissen326
III.3 Professionalisering en verankering van landschapsontwerp329 III.3.1 Implementatie van de Europese Landschapsconventie329 III.3.2 Beperkte implementatie in de ontwerppraktijk331 III.3.3 Bewustmaking, training, opleiding en onderzoek 333
Besluit336
Besluit 341 Bronnen en literatuur 347 Figuren, tabellen en afkortingen 377