14•02
Personeelsmagazine
rij K
100-jarige in volle bloei
Het Insula College aan het Halmaheiraplein begon 100 jaar geleden als christelijke HBS. Komend schooljaar wordt het eeuwfeest uitbundig gevierd, na maanden van voorbereiding. De jubilerende school trekt veel registers open. En daar is alle reden voor: dankbaarheid jegens de mensen
Inhoud
die in 1914 met visie en vertrouwen met de school zijn gestart. En jegens al degenen die daarna de school hebben gedragen en verder hebben ontwikkeld. Dit eeuwfeest houdt meer in dan terugkijken, het inspireert vooral tot een blik vooruit.
100-jarige in volle bloei
1
Want al is honderd jaar een echte mijlpaal, een finish is het natuurlijk niet. Daarom is het goed dat de 100-jarige nog altijd springlevend is,
40 jaren Insula smaken naar meer 4
energiek werkt aan een sterke conditie, gericht op de toekomst. Op naar de volgende honderd jaar!
Studiereis naar een
Een prestatie van formaat 1914, de ‘Grote Oorlog’ begon. In maart van dat jaar richtte een groep gepassioneerde christenen de ‘Vereeniging voor Christelijk Middelbaar en Hoger Onderwijs te Dordrecht‘ op. Allemaal vogels van eenzelfde pluimage die dezelfde kant op wilden vliegen: de oprichting van een christelijke HBS. Alleen lager onderwijs volstond niet langer voor jongelui die meer in hun mars hebben. Voor de ‘verheffing van de kleine luyden’ (waarmee Abraham Kuyper het gewone volk aanduidde) was kader nodig, mensen die na een stevige vooropleiding verder studeerden op een universiteit.
kindvriendelijk land
6
Pas aan het werk: fouten maken mag niet, maar moet 8 Kijk in de praktijk van BSO Bavinck
10
The continuing story of English
12
Kenia is overweldigend
14
Mijn dag bij de Dordtenaar
17
Specialist in rekenen
18
Annelies: Chapeau
20
Jubileumfestiviteiten Insula College Halmaheiraplein Eerste schoolweek in september Woensdag 3 september • Fotoshoot op het schoolplein (middag) • Receptie voor genodigden (middag, vanaf 16.30 tot 18.30 u) Donderdag 4 september • Cultureel progamma in Energiehuis o.l.v. ToBe (ochtend/middag) • Sport programma op Sportboulevard o.l.v. Hattrick Outdoor (ochtend/middag) • Schoolfeest in zalen van Energiehuis met bekende DJ (avond) Vrijdag 5 september • Naar De Efteling met hele schoolgemeenschap (ochtend/middag) Zaterdag 6 september • Reünie oud-leerlingen en (oud-) docenten Zondag 7 september • Gedenkdienst in de Wilhelminakerk (middag)
2
In de loop van het jubileumjaar • Uitgave van het Gedenkboek • Groot Insula Dictee, met voorrondes op twee niveaus • Symposium ‘Vernieuwend onderwijs’ op 17 februari 2015 voor docenten en bestuurders van de school en daarbuiten. • Feestdag voor alle medewerkers aan het eind van het jubileumjaar 2014/2015.
Onderzoekers, bestuurders, dominees ook. In augustus 1914 viel Duitsland ons buurland België aan. Een spannende, onzekere tijd. Zou het ook in ons land oorlog worden? Ondertussen werden in Dordrecht de plannen voor een christelijke HBS onverstoorbaar doorgezet. Op 3 september kon de gedroomde school van start in een bescheiden gebouw aan de Groenmarkt. Een paar docenten verzorgden er de lessen voor 31 leerlingen. Een prestatie van formaat. Een belangrijke gangmaker was Ds. Vonkenberg, gereformeerd predikant in Zwijndrecht, een van de knapste studenten van Kuyper. De actieve dominee deed veel voor de ontwikkeling van de jonge generatie in zijn gemeente. Niet voor niets kreeg het latere gereformeerde jeugdcentrum in Zwijndrecht de naam ‘De Vonkenberg’.
In dit gebouw aan de Groenmarkt begon in 1914 de ‘CHR. HOOGERE BURGER SCHOOL’.
Positief denken Een mooie sepiakleurige foto uit 1914 is bewaard gebleven: deftige, strengkijkende volwassenen bijeen met de eerste leerlingen van de HBS. De foto bracht de Eeuwfeestcommissie van het Insula op een idee. Directeur Marien Smits: “Je moet niet op hun kleren letten, maar als je de kinderen op de foto goed aankijkt zie je kinderen van nu. Dezelfde blikken zie je nu ook in de school. Kinderen blijven kinderen. De hele schoolgemeenschap van 1914 staat op de foto. Dat gaan wij straks herhalen op 3 september, precies honderd jaar later, met een fotoshoot van de hele schoolbevolking. Bijna elfhonderd leerlingen, een groot docentenkorps en andere medewerkers, allemaal op de foto. Zo geven wij een traditie door en ervaren we dat we in een bepaalde traditie staan. Over honderd jaar zal het 200-jarig bestaan gevierd worden, daar gaan we vanuit. Dan zal er vast weer een foto gemaakt worden. Kijk, dat is positief denken. Als de oprichters van 1914 niet zo positief waren
geweest, was deze school er nooit gekomen. Mensen zijn altijd met de toekomst bezig, zeker op een school waar we kinderen vooruit helpen. Helpen hun talenten te ontwikkelen. Samen zorgen we voor een sterke aanloop, zodat zij later de maatschappij van ons kunnen overnemen.” Halmaheiraplein is een begrip in Dordrecht Van nul af aan beginnen viel niet mee. Toch bleek de nieuwe HBS meer dan levensvatbaar. In 1918, vier jaar na de start, verhuisde de school naar een ruimer pand in de Wijnstraat, nu ‘Wereldwaag‘ geheten. Hier kon de school jaar na jaar uitdijen, totdat opnieuw een grotere jas nodig was. Dat werd de nieuwbouw aan het Halmaheiraplein, in 1958 opgeleverd. Aan de buitenkant van dit schoolgebouw is in de voorbije 56 jaar nauwelijks iets veranderd. Intern wel, de gymzaal boven werd getransformeerd tot mediatheek en het tekenlokaal tot stiltelokaal. De fietsen in de kelder gingen naar het schoolplein, waarbij ruimte vrijkwam voor een kunstkelder. Ook de naam van de school moest met de tijd mee. Die werd omgedoopt tot Het Christelijk Lyceum, veel later bij de fusie met de PJS in Dubbeldam tot Thuredrecht College en bij de volgende fusie (met het vmbo) tot Insula College. Wiskundedocent Gert van Bemmel - de historie van de school is zijn knollentuin - is bezig met een Gedenkboek over de geschiedenis van de school “Het is belangrijk dat we hier op het Halmaheiraplein zijn gebleven,” stelt Marien Smits, refererend aan de verhuisplannen van enkele jaren geleden. “Hier heeft de school een rijke historie opgebouwd. De school aan het Halmaheiraplein is een begrip in Dordrecht, een deel van het collectief geheugen van de stad. Dit is een fraai ambachtelijk gebouw met veel lichtinval, met liefde gebouwd en diverse bouwkundige schoonheden,waaronder een keur aan kunstwerken in en aan het gebouw.” Een jubileum dat men zich nog lang zal heugen Het Eeuwfeestprogramma grossiert komend schooljaar in hoogtepunten. Tientallen mensen zijn al er maanden druk mee. Een stuurgroep - Marien Smits (voorzitter), oud-medewerker Andries van
Marien Smits, directeur van het Insula College, locatie Halmaheiraplein. “Onze school is springlevend, je ziet vrolijke kinderen, er is veel te doen en te beleven. Wij houden goed stand en groeien tegen de trend in zelfs nog een beetje. Onze doelstelling is goed zijn en dan komen de leerlingen vanzelf.”
der Graaf en Gert van Bemmel - bewaakt de voortgang en coördineert de plannen van de verschillende werkgroepen. Het wordt een grandioos Eeuwfeest dat velen zich nog lang zullen heugen. Na de fotoshoot op 3 september volgt diezelfde middag een receptie voor genodigden. En dat wordt er eentje met hoofdletter R zo te horen: “Een mooie happening met aandacht voor verleden, heden en toekomst op een ludieke wijze gepresenteerd.” De leerlingen krijgen op 4 september een attractief cultureel en sportief programma elders in de stad voorgeschoteld. ‘s Avonds kunnen ze hun hart ophalen op een groots schoolfeest. Er is nog meer: de volgende dag vertrekt de hele school met 25 bussen naar De Efteling. Op zaterdag 6 september is een invasie van reünisten te verwachten. Allemaal benieuwd naar klasgenoten en docenten van vroeger. Voor de organisatie is het een logistieke uitdaging, al weten ze slim gebruik te maken van moderne middelen: aanmelden via de schoolwebsite en betalen via IDeal. De feestweek wordt zondag 7 september afgesloten met een Gedenkdienst in de Wilhelminakerk. Marien Smits: “Er is zoveel reden om dankbaar te zijn rond dit jubileum. Het geloof inspireerde de oprichters van destijds en zoveel anderen die na hen kwamen tot op vandaag de dag. Dat willen we in de dienst tot uiting laten komen. Er zijn sprekers, leerlingen
maken muziek. De school is geworteld in een christelijke traditie en dat willen we op een eigentijdse manier voortzetten. Ons huidige motto “De school die jou ziet” heeft daar alles mee te maken. Omzien naar elkaar en het kind naar voren laten komen. Zeker ook kinderen die er minder sterk voorstaan of uit een weinig kansrijke omgeving komen. Er zijn zoveel mogelijkheden om onze identiteit te laten zien.” Toekomstmuziek Wat is deze school veranderd in de loop van een eeuw! Veranderd met de tijd. Dat zal in de naaste toekomst bepaald niet anders zijn. Directeur Smits wijst op de moderniseringsslag waarvoor de school staat. “Wij gaan een grote stap zetten op het gebied van digitalisering, via wifi, ‘bring your own device’ en veel digitale leerprogramma’s. De plannen zijn bijna rond. De tijd is er nu rijp voor. Het zal ons helpen onze uitgangspunten te realiseren: maatwerk en differentiatie leveren aan onze leerlingen. Gepersonaliseerd onderwijs heeft de toekomst. Niet dat we al het oude overboord gooien, want wij zijn een school met bewezen kwaliteiten. Maar met moderne middelen kunnen we nog verder komen. Wij kijken vooruit. Dat deden de stichters van onze school ook, toen ze in 1914 in gebouw De Toekomst een oprichtingsvergadering hadden.”
3
40 jaren Insula smaken naar meer
4
“Ik” ben altijd in gezelschap, verkeer nooit in gecelschap!
Waar de een reikhalzend uitkijkt naar zijn pensionering is het voor docent Hans Lens van het Insula College (Halmaheiraplein) geen wenkend perspectief. Voor hem telt het docentschap ‘als eten en drinken’. Toch is lang niet alles in zijn 40-jarige carrière van een leien dakje gegaan. Hij begon in 1974 met zijn favoriete vak Lichamelijke Opvoeding (LO), maar moest dat opgeven wegens ernstige rugklachten. Lens kwam zelfs even machteloos aan de zijlijn te staan, totdat hij zijn werkplezier hervond in het vak Duits. Een terugblik op de lange loopbaan van deze bevlogen docent.
Hoe een Achterhoeker in hart en nieren in Dordrecht terecht kwam Na zijn studie (Christelijke Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Arnhem) moest Hans Lens eerst in militaire dienst. Als reserveofficier der cavalerie was hij een jaar met zijn tankpeloton in het toenmalige WestDuitsland gelegerd. In 1973/74 bleek het moeilijk om als sportdocent werk te vinden. Dolblij was hij toen een studiegenoot hem tipte dat er zo’n baan vrijkwam in Dordrecht. Hans solliciteerde en in 1974 kon hij beginnen. “Op het Christelijk Lyceum. Een prachtnaam, je weet meteen uit welke hoek de wind waait, in de goede zin van het woord dan. Later werd het ‘Thuredrecht’ en nu ‘Insula College’. Evengoed
Hans Lens: “Es wär' nur halb so nett, wenn nicht jeder seinen Vogel hätt’.
heb ik het al die jaren goed naar mijn zin gehad, ook op de locatie Koningstraat waar ik een tijdlang werkte.”
onderzoeken. In 1998 moest hij een punt achter zijn sportieve werkzaamheden zetten. Gelukkig kon hij met enkele noodzakelijke aanpassingen als docent Duits herintreden. Het eerste jaar in het klaslokaal kon hij zijn draai maar moeilijk vinden. Duits doceren gaat wel even anders dan gym geven, maar na een jaar had hij de slag te pakken. Toen werd het weer leuk, en kreeg het leraarschap zijn glans terug.
De bakens verzet Als student op de sportacademie beleefde hij begin 70-er jaren een gouden tijd. En dat ging zo door toen hij als docent aan het werk ging. Een benepen leslokaal was niets voor hem. Gymzaal of sportveld, daar voelde hij zich senang met zijn leerlingen. “Na verloop van tijd speelde Innovaties en innovaties mijn rug helaas niet meer mee, maar De innovaties die Lens in de afgelopen steeds meer op. Ik maakte me zorgen veertig jaar meemaakte zijn amper op dat ik LO op den duur wellicht zou moede vingers van twee handen te tellen. ten opgeven. Lijdzaam afwachten wilde ik Vooral de laatste twintig jaar rende de niet. Ik probeer initiatief te houden. school vaak van het ene verandeDaarom ben ik naast mijn werk Duits ringstraject naar het gaan studeandere. De fusie met de ren. Na werk‘Met het kind heb je goud Prinses Juliana tijd ging het in handen, alles zit erin.’ Scholengemeenschap in elke donderDubbeldam bijvoordagmiddag op beeld, in 1990 resulterend in het de fiets naar de oude kweekschool in de Thuredrecht College. In de jaren negenstad, drie jaar lang. De studie Duits MOtig werd de Basisvorming in de onderA slorpte al mijn tijd op. Toch ben ik blij bouw van het voortgezet onderwijs ingedat ik volgehouden heb, anders had ik op voerd. “De dood in de pot voor - zeg mijn 50e afgekeurd thuis gezeten, een de slimmeriken. Er moesten gelijke kancatastrofe. Het ging van kwaad tot erger sen komen voor iedereen.” Volgens met mijn rug. In 1990 wisselde ik al een Lens waren die er al een poosje: “In aantal lesuren LO in voor Duits. mijn jeugdjaren kon je gewoon naar het Helemaal afscheid nemen van mijn gymlyceum, je moest wel willen!” lessen kon ik toen echt nog niet.” In 1996 was er weer een fusie. Met de Toch zou dat er helaas van komen, toen overige christelijke vo-scholen in onze het eind jaren negentig helemaal fout stad ontstond het Insula College. Ook ging. Hans belandde in het ziekenhuis na een de-fusie in 2008 toen de drie locaeen mallemolen van allerlei medische
ties weer ‘zelfstandig’ verder gingen, herinnert Hans zich als de dag van gisteren. Hij koos er toen voor zijn werk voort te zetten op zijn oude stek aan het Halmaheiraplein. Het werd een teleurstellend weerzien. “Ik herkende mijn oude school niet meer. Er was onrust, gebrek aan eenheid. Ik herinner me de emotionele discussies over het ingevoerde ‘Nieuwe Leren’ in de personeelsvergaderingen maar al te goed. De resultaten liepen dramatisch terug. De naarstig opgetrommelde interim wist het tij gelukkig tijdig te stoppen en te keren, waarmee een dreigende schipbreuk werd voorkomen. Met de huidige, ambitieuze leiding is de school weer het leerinstituut geworden dat zij dient te zijn en koerst het Insula energiek in de gewenste richting. Het docentencorps geeft met hernieuwd elan de missie der school praktisch de nodige handen en voeten, waarmee de hoofdzaak van H3O grondig uit de verf komt! Op alle afdelingen worden groene uitslagen gescoord - donkergroene! - en de eindexamenresultaten zijn weer om mee voor de dag te komen, wat we niet nalaten. Onze school - kortom - bloeit zoals voorheen!” Wie man in den Wald hineinruft, so schallt es heraus “ Wie goed doet, goed ontmoet, zo luidt
het motto. Met de variant Erst erfreuen, dann belehren wordt de basis voor de omgang met de leerlingen aardig verwoord! Hart voor het kind, en dat hebben we op het Insula. Met het kind heb je goud in handen, alles zit erin. In de omgang met jouw leerlingen put je dagelijks en onuitputtelijk uit de eeuwige bronnen der poëzie: de jeugd en het verloren paradijs. Poëzie als notie van het sacrale, als de sleutel tot innerlijke bevrijding.” Gelukkig niet vrij van chauvinisme noemt Hans Lens dit inzicht: “mooi Achterhoeks benul.” “Humor en enthousiasme - in de oorspronkelijke betekenis van het woord luiden de toverwoorden. Een Duitse romanticus zegt het treffend: In jedem Menschen steckt ein Künstler, man muss ihn nur rauslassen. Es ist der unsterbliche Schöpfer in ihm. Het komt er dan op aan dé goede vragen te formuleren. Op zoek naar de goede vragen ben je nooit alleen en kríjg je, als je goed zoekt, de
J.H. (Hans) Lens Geboren
: 1949 te Eibergen. “Ik ben een Achterhoeker in hart en nieren.”
Woonplaats : Papendrecht Opleiding : HBS-A. : CALO te Arnhem. : Duits MO- A, 2e graads. Professio- : In 1974 benoemd als docent LO aan het Christelijk Lyceum. nele : Na de fusie met de PJS van 1990 tot 1998 tevens werkzaam op ervaring de locatie Koningstraat. : In 1998 verder als docent Duits. : Vanaf 2008 weer op de locatie Halmaheiraplein. : “Ik geef nu 17 uur Duits. Met een aangepast rooster lukt dat. Ik ben de school dankbaar voor haar medewerking.” Privé
: Getrouwd; 2 kinderen, 1 kleinkind (Roos).
Vrije tijd
: Vogels kijken, tekenen, lezen (vooral poëzie) en schrijven.
‘beste’ antwoorden. Dat geloof ik. Eigenlijk ligt alles voor de hand.” Ook dat moet je wel eerst zien, om het door te hebben, voegt hij er met een illustere voorganger nog aan toe. “En als je het inzicht krijgt, dan ervaar je Genade. Het valt je ten deel! Genade met een hoofdletter!” Beeldhouwen met woorden Naast vogels kijken en tekenen zijn lezen en schrijven zijn grote hobby’s. Wanneer hij “in het schrijfproces zit beter: wanneer er geschreven wordt”, voelt hij zich in zijn element. “Schrijven is grenzeloos beleven, waarbij de tijd stilstaat, de ruimte wegvalt, en je in een andere dimensie verkeert. Bij het schrijven put ik uit numineuze momenten: heilige momenten waarop je de zin van ‘zijn’ überhaupt beseft. Op die - zeldzame - momenten voel je dat je - niet overleeft, maar - lééft. Die existentiële momenten ervaar je als Openbaring: je ‘weet’, dat ‘het goed is’! Het zijn bronnen van onuitputtelijke inspiratie. Zij vormen de grondpijlers van mijn bestaan. Tot slot feliciteer ik de school van harte met het nakende jubileum. Ik wens haar een behouden vaart!”
5
Studiereis naar een kindvriendelijk land
6
Zou het echt waar zijn dat Zweden aan de top staat in de onderwijskundige hoofdklasse? De dagelijkse leiding van H3O en de directeuren van primair en voortgezet onderwijs besloten om daar eens grondig rond te kijken. Wie weet leverde de studiereis frisse blikken en vernieuwende ideeën op voor de vormgeving van inclusief (passend) onderwijs. Of anders wel voor het nieuwe Strategisch
Toen de groep op 5 april in Stockholm aankwam, was het zaterdag en dus waren de scholen gesloten, evenals de volgende dag. Een mooie gelegenheid voor interessante uitstapjes. Naar het Vasamuseum bijvoorbeeld, waar iedere Zweed minstens een keer in zijn leven komt. De Vasa is een 17e eeuws schip, versierd met grandioos houtsnijwerk. Op haar eerste reis in 1628 maakte het schip al na één kilometer slagzij en zonk naar de zeebodem, waar het tot 1961 bleef liggen. Ook bezochten de H3O-ers een kerkgebouw en een openluchtmuseum. En ze maakten een boottocht door het scherengebied met zijn tienduizend eilandjes. Met maar drie graden was het geen terrasweer zou je denken. Toch kon men dat gerust doen, want op elke stoel lag een warme deken.
Beleidsplan dat weer geschreven moet worden. Ook het smeden van professionele banden tussen de leiders van de H3Olocaties zou erbij gebaat zijn, zeker met enkele nieuwe directeuren binnen de gelederen. Wat waren de plussen en minnen van de studiereis naar Zweden? Met Ruurd Bijlsma ( De Repelaer) en Erik van Noordenne van het pas gestarte Drechtstedencollege in het Leerpark maken we de balans op.
Het idee voor deze studiereis kwam van bestuurder Jitze Ramaker, die de weg wist naar het Europees Platform voor een subsidie aanvraag. Met 17 mensen een weeklang op ontdekkingsreis naar scholen in Stockholm lukt natuurlijk nooit zonder een gedegen planning. Een voorbereidingsgroepje van H3O inventariseerde wensen en verwachtingen van de studiereizigers en besprak die met iemand van het Nederlandse Instituut voor Studiereizen die vervolgens zorg droeg voor de organisatie.
Wat Zweedse scholen aan pedagogisch klimaat bieden is echt van de bovenste plank. “De sfeer op de scholen is echt fantastisch,” vertelt Ruurd Bijlsma, “en ik overdrijf niet. Daarmee steken de Zweedse scholen duidelijk boven de Nederlandse uit. We kunnen er nog heel wat van leren. Het zal deels liggen aan de opzet van de scholen: van peuters tot en met 15-jarigen in eenzelfde gebouw. Oudere leerlingen nemen hun verantwoordelijkheid, spreken jonge kinderen aan en helpen ze. Een soort broertjeszusjes-idee dus. De huiselijke sfeer tekent zich al af bij de schooldeur, waar iedereen sloffen aantrekt om straatvuil te weren. Alle deuren staan open. In lokalen, gangen en open ruimten werken groepjes leerlingen, lopen naar een lokaal om te luisteren naar een instructie. Waar je ook rondkijkt, overal heerst een ontspannen sfeer. Het samen eten in de schoolkantine creëert verbondenheid. De leraar zit tussen zijn of haar leerlingen. Op de maaltijden wordt niet bezuinigd (3 à 4 euro pp per dag). Het menu houdt rekening met de culturele achtergronden van de kinderen. Het afruimen verloopt soepel, groten helpen de kleintjes.” Waar in ons land pesten een fors probleem is, kijken Zweedse kinderen je verbaasd aan als je ernaar vraagt. Pesten huuh? Erik van Noordenne is nadrukkelijk op zoek gegaan naar incidenten, maar heeft die niet gezien. “We dachten eerst dat dat geregisseerd was vanwege
Als ergens de mythe onverkort waar is dat ouderschap gelukkig maakt, dan moet dat wel in Zweden zijn. Waar het in ons land voor ouders vaak lastig laveren is tussen werk en zorg voor de kinderen, is dat in Zweden bijzonder prettig en ook nog eens gratis geregeld. Ouders met een baby krijgen beiden een jaar lang ouderschapsverlof, zodat zij voor hun kindje kunnen zorgen. Na een jaar begint de kinderdagopvang, waarbij de portemonnee gesloten kan blijven. Kosteloos zijn eveneens de kleuterschool, buitenschoolse opvang, de 9jarige basisschool (Grundskola van 7 tot en met 15 jaar; dus geen break voor 12-jarigen) gevolgd door het 3jarige Gymnasium voor jongeren van 16, 17 en 18 jaar. Het gymnasium is in Zweden een school waarin diverse vormen van voortgezet onderwijs verzameld zijn. Opvang voor en na schooltijd, studieboeken en lesmaterialen, excursies en weekkampen, leerlingenvervoer, schoolmaaltijden zijn allemaal gratis. Nederlandse ouders zouden zich daar de vingers bij aflikken. Alhoewel, gratis bestaat natuurlijk niet. De kosten worden via belastingen toch wel binnengehaald. Zo gaat dat.
ons bezoek. Maar toen we zonder afspraak vooraf een andere school binnenliepen, was het daar precies zo. De onderlinge acceptatie is prima. Ook Zweden heeft een grote instroom van allochtonen, maar dat verloopt tamelijk natuurlijk. Daar is de maatschappij zachter dan hier, meer relaxed, gemoedelijker, noem het zoals je wilt. Dat merk je ook op straat en in winkels. Scholen zijn echte communityscholen, een onderdeel van een dorp of stadswijk. De prettige sfeer heeft ongetwijfeld te maken met de begeleiding van de kinderen. Die is intensief, kleine groepen - 16 leerlingen in een reguliere klas - en veel aanvullende disciplines, zoals een orthopedagoog, verpleegkundige en vakdocenten voor muziek, gymnastiek en Engels, dat in alle leerjaren verplicht is.” In Zweden zijn veel scholen eigendom van commerciële investeringsmaatschappijen, zoals Vittra waarmee de H3O-ers kennismaakten. Ze krijgen net als over-
heidsscholen geld van de staat en daar moeten ze het mee doen. Blijkbaar blijft er voldoende geld over om de Vittra organisatie met winst te laten draaien. Alle scholen vallen onder de landelijke inspectie en het geldende curriculum. Naast bedrijven kunnen ook kerken en particulieren een school beginnen of een bestaande kopen. In dit kader zijn de christelijke scholen in Zweden van de grond gekomen, zo’n dertig jaar geleden. De Dordtenaren bezochten een grote christelijke school met 800 leerlingen, ooit gestart met geld van een kerkgenootschap. De contacten tussen school en kerk zijn zeer hecht. Zo leveren de leerlingen een bijdrage tijdens kerkdiensten. Overal waar Erik en Ruurd kwamen, hoorden ze de leraren klagen over hun salaris. Te laag! Uit de vergelijking die Erik maakte bleek dat de onderwijssalarissen in Zweden inderdaad lager zijn, maar daar staat tegenover dat de leraren minder lesuren verzorgen en met kleinere klassen werken. Nederlandse leraren hebben het een stuk drukker, was de conclusie. Zweden gaat er prat op dat het lerarenkorps universitair geschoold is. Klop dat beeld? Erik: “De meesten wel en altijd in twee vakken, handig voor hun inzetbaarheid. Maar je moet wel opletten. Anderen hebben eigenlijk een hbo- opleiding genoten. Ze noemen daar elke hogere vakopleiding universiteit.” In 2011 maakte Zweden een snoekduik naar de 20ste plaats op de PISA lijst. Een internationale ranglijst inzake onderwijsopbrengsten. Direct kwam de overheid met maatregelen: aangescherpte normen en invoering van een hele toetsbatterij om de resultaten te meten. Met veel gemopper op de scholen als gevolg. Waarom was goed opeens niet meer genoeg? Waarom alleen gekeken naar cognitieve zaken? Wij voeren die discussie al jaren. In ons land gaat het voortdurende toetsen steeds meer mensen als een graat in de keel steken. Waar Zweden er nu mee begint, willen wij juist weg van die afrekencultuur. “De Zweedse leerkrachten zijn daar niet blij mee,” zegt Ruurd. “Ze zijn bang dat veel mooie dingen verloren gaan. Het onderwijs wordt weer klassikaler. Er komt meer druk, want scholen worden afgerekend op resultaten.” In Zweden zijn heel weinig scholen voor speciaal onderwijs. Zijn ze daar dan zo
ver met inclusief onderwijs? Eerlijk gezegd viel dat Ruurd en Erik behoorlijk tegen. Kinderen met een IQ lager dan 72 zitten weliswaar op de gewone Grundskola, maar in een aparte afdeling. Daar spelen en werken ze in heel kleine groepjes van 6 of 7 kinderen, begeleid door twee (soms meer) leerkrachten. Alleen bij handenarbeid, muziek en gymnastiek doen ze met de reguliere groepen (16 kinderen!) mee. “Niet te vergelijken met de situatie bij ons,” stelt Ruurd vast. “Ik heb mijn team dan ook een grote pluim gegeven, omdat zij erin slagen op drie niveaus te werken in groepen van 25 tot 30 leerlingen. Nee, over inclusief onderwijs zijn we in Zweden weinig wijzer geworden. Wat ik wel sterk vind zijn de gesprekken door de leerkracht met de ouders en kinderen aan het begin van het schooljaar. Dan worden afspraken tussen school en thuis in een plan vastgelegd. Ouders worden zo mede verantwoordelijk. Een prima idee, dat op ook onze scholen goed bruikbaar is.” Erik is enthousiast over de startweken waarmee scholen in Zweden ieder schooljaar beginnen. “Bij ons hebben leerlingen hooguit een paar introductiedagen aan het begin van hun nieuwe school. In Zweden minstens drie weken lang, ieder jaar opnieuw. In die weken zorgt men ervoor dat er een homogene, behulpzame groep ontstaat, die weet krijgt van omgangsvormen, schoolregels en efficiënt leren. Die tijd wordt later dik ingehaald, omdat alles soepel verloopt. Zo’n introductie zou voor mijn school ook ideaal zijn, vooral om de twee schoolculturen (Insula en Dalton) bij elkaar te brengen. Ik ben het eens met Ruurd en de andere reisgenoten: Het waren inspirerende dagen in dit kindvriendelijke land.”
Foto’s van boven naar beneden Uitstapje naar een openluchtmuseum. Rechts het drietal (Janny Feijer, Erik van Noordenne, Ruurd Bijlsma) dat Krijt informeerde over hun ervaringen in Zweden. H3O-ers op sloffen bezoeken in Stockholm een Grundskola met veel ruimte, licht en frisse kleuren. Eerst rondkijken en daarna luisteren naar informatie over de manier van werken op deze school. Een hoek van de schoolkantine is gereserveerd voor de gasten uit Dordrecht.
7
‘Open, enthousiast, inspirerend zijn termen die goed bij me passen.’
Zij werkt vanaf 1 mei 2014 bij H3O als directeur
8
Fouten maken mag moet*
van De Sterrekijjker.
Als Gertine Hazelaar, sinds 1 mei directeur van De Sterrekijker, haar kennismakingsrondje maakt langs de groepen van haar nieuwe school, heeft ze een stapeltje boeken bij zich. Boeken die laten zien wat belangrijk en typerend voor haar is. Een kunstboek en een reisgids bijvoorbeeld. Maar ook het recente managementboek ‘Fouten maken mag moet’ (*) met een dikke streep door ‘mag’, waarvan zij naar eigen zeggen weer wat wijzer is geworden. “Fouten maken is helemaal niet verkeerd. Je leert er juist enorm van. Dat geldt voor de leerlingen en voor mij als schoolleider. Angst voor fouten kan iemand doen verkrampen, en dat is slecht voor de resultaten en het werkplezier. En juist werkplezier vind ik belangrijk bij alles wat je
Gertine Hazelaar schreef niet meteen een sollicitatiebrief, toen ze van de vacante directeursfunctie op De Sterrekijker hoorde. Ze kende interimmanager Rene Kemper die er een dik halfjaar de scepter zwaaide. Contact was snel gelegd en al voor Kerst kwam Gertine een kijkje nemen op de school in Sterrenburg. “Wat ik zag en hoorde maakte me enthousiast. In de onderbouw van De Sterrekijker werkte men à la OGO, Ontwikkelings Gericht Onderwijs. En men dacht erover om dat naar andere groepen uit te bouwen. De visie van OGO ligt mij na aan het hart. Dus dit betekende voor mij een wenkend perspectief. Op de Haagse Gelderlandschool heb ik als leraar en vervolgens als directeur deze aanpak geïmplementeerd, van peuterspeelzaal tot en met groep 8. Thematisch werken dus, gericht op betrokkenheid en nieuwsgierigheid van kinderen, de leerstof geplaatst in een zinvolle context, en waarbij kinderen een stem hebben bij het maken van keuzes. Let wel, OGO is geen vrijheid blijheid. De leerkracht weet wat er geleerd moet worden en zorgt dat het gebeurt. Ook de naam ‘H3O’ sprak me direct aan. Leren met hoofd, hart en handen past perfect bij de visie van OGO.
doet, dat geldt uiteraard ook voor kinderen. Veel ouders wensten mij de eerste dagen bij de schooldeur ’Succes en veel sterkte!’ toe. ‘Bedankt, maar toch zeker ook veel plezier,’ was mijn reactie. Dat beaamden ze meteen. Plezier in het werk dat we hier met elkaar doen, daar ga ik voor. En voor goede resultaten natuurlijk.”
Is het bij Gertine dan alleen maar hosanna met OGO? Dat weer niet. Ze heeft niet de ambitie om de werkwijze onverkort op De Sterrekijker in te voeren. De op en top gemotiveerde directeur weet dat je bij elk ideaal moet oppassen dat het geen idee fixe wordt. “Onderwijs maak je samen met je team en de ouders. OGO is dan ook geen blauwdruk. Wat ik belangrijk vind? Onderwijs draait om het kind. We moeten dus zoeken naar wat belangrijk is voor kinderen. Zelf ervaringen kunnen opdoen is zo’n essenti-
eel punt, net als een thematisch onderwijsaanbod. Wat een kind op deze manier leert, beklijft beter.” Vergeleken met Gertine’s vorige school in Den Haag is De Sterrekijker een witte school. Dat is een nieuwe setting voor haar, een verfrissende uitdaging ook. Almaar blijven doen wat je al kan, is op den duur niets voor haar. Een directeur met ervaring, passie en een visie op onderwijs, die dat bovendien trefzeker voor het voetlicht weet te brengen, is de droom van elk schoolbestuur. Aan de benoemingscommissie (bestuurder, hoofd P&O en twee medewerkers van de school) de taak om dat in een paar gesprekken te beoordelen. Het liep van een leien dakje, althans zo kwam het bij Gertine Hazelaar over. Een belangrijk punt voor haar was of zij wel paste bij de identiteit van de school. Waar vroeger ‘christelijk’ vooral stond voor kerkelijk en institutioneel, gaat het nu voor velen meer om de specifieke waardenset die men in de praktijk wil brengen. Zo ook bij Gertine: “Ik ben hervormd opgevoed en opgegroeid. Christelijke normen en waarden zijn voor mij belangrijk, omzien naar elkaar, zorg, eerlijkheid, respect, daar wil ik naar handelen. Gesprekken over de vraag hoe die waarden inhoud te geven op school vind ik erg zinvol. Alleen, ik ben niet kerkelijk actief en dat zou een breekpunt kunnen zijn als H3O dat wel van mij verwacht. Maar nee, dat bleek niet zo te zijn. Ik proefde geen twijfel, dus die mogelijke belemmering was voor mij weg.” Tijdens een studiemiddag kon de beoogde directeur kennismaken met het Sterrekijkerteam. Zij had vragen in petto over verwachtingen en type-
Pas aan het werk bij H3O is een vaste rubriek in Krijt. Op wie richten we de schijnwerpers in de volgende uitgave? Mail je suggesties naar
[email protected]
in de schijnwerpers.
Pas aan het werk bij H3O
Deze keer zetten we Gertine Hazelaar
ringen van het team. De antwoorden hoefde men niet zomaar in de groep te gooien, ze kwamen op papier te staan. Handig voor de gesprekken die Gertine nu met de medewerkers voert en die veel input opleveren voor
Gertine Hazelaar, de nieuwe directeur van De Sterrekijker in de patiotuin van de school.
kan meedenken en beslissen over de speerpunten voor komend schooljaar.”
haar rol als makelaar van ideeën en inspiraties. Het kost in het begin wel de nodige tijd. “Eerst even de mens en dan de zaak,” zegt zij daarover. “Het is prettig om hier ruim voor de zomervakantie te beginnen, zodat ik
Gertine Hazelaar Geboren
: 1970 te Breukelen. “Het grootste deel van mijn jeugd bracht ik door in Middelburg. Aan mijn Zeeuwse jaren bewaar ik veel goede herinneringen.”
Woonplaats : Den Haag Opleiding : Na VWO de studie Bestuurskunde aan Universiteit Twente te Enschede; afgestudeerd in 1997. “Eerst dacht ik wat met sport te gaan doen, totdat politiek me steeds meer interesseerde. Vandaar mijn keus voor bestuurskunde, vooral de onderzoekskant trok me aan.” : 2000 tot 2002 Pabo, verkorte route voor zij instromers. “Op de Pabo werd mijn creatieve kant weer gestimuleerd, die was wat ondergesneeuwd op de universiteit.” Werkervaring
: 1997 Wetenschappelijk medewerker op de universiteit. : 1998 tot 2000 Onderzoek t.b.v. College van Toezicht van Sociale Verzekeringen te Zoetermeer. : 2000 -2006 leerkracht op de Gelderlandschool in Den Haag. “Als onderzoeker schreef ik rapporten. Best boeiend, maar wat ermee gebeurde zag je niet meer. Daarom koos ik voor het onderwijs met zijn korte lijnen en directe feedback. Ik had de ambitie om op termijn schoolleider te worden.” : 2008 tot 2014 directeur van de Gelderlandschool. : vanaf 1 mei 2014 directeur van De Sterrekijker.
Vrije tijd
: Hardlopen, skiën, yoga, koken, lezen.
De nieuwe H3O-er kreeg al direct ’een mooi cadeau’, zoals zij het zelf beschrijft: een studiereis naar Zweden, samen met de H3O-leiding en directeuren van po en vo. Een uitgelezen kans om alle collega’s goed te leren kennen tijdens zeven dagen Stockholm. Op de scholen viel haar het mooie pedagogische klimaat op, al bleef het aantal voorbeelden van inclusief (passend) onderwijs helaas beperkt. Sinds enkele jaren wordt in Zweden weer meer gefocust op leerresultaten. Reguleren, controleren en toetsen, het gaat weer dezelfde kant op als in ons land. Gertine heeft daar een duidelijke mening over. De verabsolutering van de Citotoets staat haar tegen. “Dat staat haaks op de visie van OGO. Wel vind ik dat toetsen zinvolle informatie geven. Je moet ze gebruiken om de inhoud van je onderwijs te versterken. Als toegevoegde waarde dus, maar niet als doel op zich.” “Open, enthousiast, inspirerend zijn termen die goed bij me passen,” zegt Gertine Hazelaar met een brede lach. “Nu [medio mei, red.] ben ik bezig te ontdekken hoe hier iets gaat en wat er leeft. Heel leuk om dingen bij te leren. ‘Fouten maken moet’ is ook voor mij een studieboek. Ik doe wat ik kan om het beste uit mezelf te halen, al weet ik zeker dat ik soms fouten zal maken. Maar zolang we ervan leren is dat niet erg. Ik heb er veel zin in.” (*) Fouten maken mag moet, auteur R. van der Drift)
9
Kijk in de praktijk van BSO Bavinck
10
Lang niet ieder kind kan na een drukke schooldag meteen naar huis. Pa en ma werken en oma en opa zijn niet beschikbaar om op te passen. Niemand thuis voor een knuffel en een praatje, voor wat drinken of een versnapering. Gelukkig biedt de buitenschoolse opvang deze kinderen een prettig alternatief. Veilig en vertrouwd in de sfeervolle BSO-ruimte, zoals bij de Bavinckschool aan de Singel, maar zonder allerlei schoolse verplichtingen. De school is immers uit, dus kies maar wat je gaat doen. Er zijn altijd andere kinderen met wie je kunt spelen. En altijd zijn er de opvangjuffen die je aan leuke ideeën helpen. Behoefte aan een praatje een helpende hand of een aai over de bol? Hier word je gezien.
Thuis op de BSO BSO Bavinck is alle schooldagen open tot ‘s avonds half 7. Erna Middendorp is een van de drijvende krachten die schwung geeft aan deze uitstekend geoutilleerde opvanglocatie, samen met Florisca, Juraldine en Laura. De pedagogisch medewerkers zijn hier niet allemaal tegelijk in touw. Op de drukste dagen, dinsdag en donderdag, werken ze met z’n
drieën, vaak nog geholpen door een stagiaire. Er zijn dan zo’n 23 kinderen, de meesten uit de onder- en middenbouw. Zodra de kinderen binnen gedruppeld zijn mogen ze gaan spelen met de spullen die al uitnodigend klaarstaan. Na een stief kwartiertje begint één van de hoogtepunten van de opvang. “Echt een thuismoment,” vertelt Erna Middendorp. “We verdelen de kinderen over drie kleine groepjes, die zich rond een eigen groepstafel scharen. De kinderen vertellen wat er die dag gebeurd is, wat hun plannen voor vandaag zijn. Af en toe leest de leidster een verhaal voor. Even bijkomen van een drukke dag. Er is een sapje of water voor wie dat liever heeft. Al gauw komt een schaal met klaargemaakt fruit op tafel. Schijfjes banaan, paprika, ananas, tomaat, noem maar op. Keus genoeg uit de krat die de groenteman gebracht heeft, van appel tot wortel, van mango tot komkommer. Voor ieder kind
wie er dan nog is een gezonde snack, zoals een kaakje, soepstengel of rijstwafel. Verantwoorde dingen dus, geen stroopwafel of gevulde koek.” Voor elk wat wils Een half uur later zijn de kids alweer aan het spelen, binnen of buiten. Tafelvoetbal in de gezellige BSO-ruimte, knutselen, tekenen, bouwwerken maken met lego en kapla, lezen of chillen op de bank. Een dvd bekijken kan ook. BSO Bavinck heeft genoeg potjes op het vuur om de kinderen bezig te houden. Nee, kabeltv is er niet. Die zien ze thuis al genoeg. Niemand die het mist bij alle voorzieningen die deze BSO biedt. Een speellokaal binnen, een groot speelterrein buiten met rijdend materiaal voor jonge kinderen, schommels, speelhuisje en glijbaan. Kom daar thuis maar eens om. En dan zijn er nog de computers gegroepeerd in het centrale leerplein en een keuken waar gekookt
In beweging blijven aanpak niet direct weten, overleggen Een goede BSO kan niet zonder sporwe met de betreffende leerkracht. We tieve activiteiten, vindt Erna kunnen naar de IB-er of naar schoolMiddendorp. Ze geniet er zelf volop maatschappelijk werker als we een van. “Bewegen zit in mijn genen. De niet-pluis gevoel bij een kind hebben. ene collega knutselt graag met de groep, een BSO Bavinck heeft genoeg potjes op het ander houdt van voorlevuur om de kinderen bezig te houden. zen. Ik probeer zoveel als ik kan sport te promoten, sleep We lopen bij elkaar binnen en zien allerlei materialen aan om de kids aan elkaars werk. Leerzaam is dat. We helhet bewegen te krijgen. Soms initieer pen elkaar door soms van lokaal te ik een spel, dan weer is het vrij spelen. wisselen. Op studiedagen sluiten wij Touwtje springen, voetballen, tennisaan bij onderwerpen die voor de kinsen, bewegen op muziek of knotsderopvang van belang zijn. Ik verhockeyen in het speellokaal. Het zal je tegenwoordig onze BSO bij de direcniet verbazen dat ik de Academie voor teur en hij schuift regelmatig aan bij Lichamelijke Opvoeding heb afgerond. ons werkoverleg. Ook inhoudelijk verIk heb als gymdocent gewerkt totdat ik anderen er dingen. We werken nu hardnekkige problemen kreeg met vaker met een thema, waarbij iedereen mijn stembanden en de organisatorieen paar leuke activiteiten bedenkt. sche kant op moest bij Sport en Rond het thema ‘Eten’ hebben we bijRecreatie in Rotterdam. Een ervaring voorbeeld appelmoes gemaakt en een die mij nu bijvoorbeeld goed van pas ketting van pasta. Voor de kinderen komt bij het regelen van de vakantieblijft altijd de keus om al of niet aan opvang hier. Daar proberen we veel werk van te maken. Je wilt de kinderen iets bieden waar ze blij van worden; voor sommigen is het immers hun enige vakantie. In 2007 ben ik bij H3O begonnen als ‘clusterhoofd’ en heb mee geholpen bij het op poten zetten van de BSO-Sport. Helaas was dat een kortdurend project waarvoor na een jaar geen geld meer was. Hier bij de Bavinck voel ik me happy, alles wat de BSO leuk maakt vind ik hier.”
een geleide activiteit mee te doen. Het is tenslotte hun vrije tijd, zij mogen kiezen. De BSO moet geen verlengde schooldag worden, vinden wij.” Groei Landelijk heerst er malaise in de kinderopvang. Het kraakt en piept aan alle kanten: opvanglocaties vallen bij bosjes om, leegloop lijkt amper te stuiten. Maar niet bij BSO Bavinck die nog steeds groeit. Op dinsdag en donderdag gaat het al aardig de kant op van het maximale aantal (30) dat hier terecht kan. Nieuwe kinderen zijn natuurlijk van harte welkom. Veiligheid (EHBO en BHV) en oudercontacten zijn belangrijke punten. Van intakegesprek, welbevindenlijsten tot en met 10-minuten gesprekken. Binnenkort komt daar informatie-uitwisseling via Schoolbericht bij. Het speelt allemaal mee om als een goede BSO gewaardeerd te worden.
11
Schoolplus heeft meerwaarde Erna en de andere medewerkers van de opvang ervaren dat zij bij de basisschool horen. We leren van elkaar. Als we bij een kind de goede
‘De bso moet geen verlengde schooldag worden.’ wordt een bakje gevuld. De regel is dat een kind één ding mag noemen wat hij of zij niet lust. Dat slaan we dan over, de rest nemen ze. Het werkt wonderwel. Als ze iets eten wat ze eerst niet lustten, gaan de duimen omhoog en is er applaus. Zo leren ze hier fruit en rauwkost eten, veel meer dan thuis zelfs. Tegen half zes krijgt
kan worden. De BSO-ers boffen maar. Ook de pedagogisch medewerkers zijn er blij mee, Erna niet in het minst. “We hebben hier alles bij de hand. Juist die variatie weten de kinderen bijzonder te waarderen. Soms willen ze niet eens naar huis als ze opgehaald worden. Pa of ma komt dan een uurtje later weer terug.”
Erna Middendorp, pedagogisch medewerker van BSO Bavinck, bij de fotowand in de sfeervolle groepsruimte.
The continuing story of English
12
In 1986 werd Engels een verplicht vak in de groepen 7 en 8 van de basisschool. Een flink aantal scholen heeft de Engelse lessen
Engels in elke groep van De Repelaer
inmiddels verbreed naar lagere leerjaren. Mooi, maar er is ook een minpunt: al sinds de invoering van Engels vormt de aansluiting
Een groter promotor van Engels op de basisschool dan Gonda van Gink is moeilijk te vinden. “Ik ben gewoon gek op de Engelse taal. Toen ik hoorde van Early Bird, een organisatie die beoogt Engels al vanaf de kleutergroepen in te voeren, ben ik naar een voorlichtingsbijeenkomst geweest. Ik was zo enthousiast dat ik ermee naar mijn directeur Ruurd ben gegaan. Op de teamvergadering besloten we unaniem om schoolbreed met Engels te beginnen. Drie jaar geleden eerst in de
gens alle richtlijnen kostte vrij veel roostertijd. Ook kwamen er nieuwe medewerkers die niet geschoold waren vanuit Early Bird. Engels in alle groepen bleef wel het uitgangspunt, zij het in een enigszins gemitigeerde uitvoering. Draagvlak is belangrijker dan maximaal effect. “Engels is leuk,” zegt Gonda. “Ontzettend handig als je die taal vlot spreekt, Engels heb je overal nodig. Voor mij en mijn leerlingen is het zeker geen ballast.”
Zelfs spreekbeurten in het Engels Iedere kleuter van De Repelaer wil met gezet onderwijs een proCookie knuffelen, de populaire pop van het Engelse lespakket in groep 1 en 2. bleem. Tijdens kringgesprekken (1 of 2 per week) Hoe is de situatie nu, 28 komen tal van Engelse woorden voorbij jaar later? Kunnen de brugrond thema’s als Colors, Pets, Numbers, klassers soepel verder met Toys and more. Leuke vertelplaten maken de jonge kinderen extra ontvanwat ze aan Engels op hun kelijk voor deze tweede taal. ‘Wat Engels betreft is de overgang De groepen 3 en 4 werken met basisschool geleerd hebben. Ervaren zij een doorgaand naar het vo maar slecht geregeld.’ de digitale methode iPockets, verhaal of is er van continugemiddeld een half uur per week. kleutergroepen. Daarna hebben we het Dat is minder dan in andere jaargroepen, ïteit geen sprake? vak in alle groepen ingevoerd om het een omdat de basisvakken in deze groepen Krijt sprak Gonda van Gink jaartje uit te proberen. De twee hoogste heel veel tijd vergen. (leerkracht groep 8 van De groepen hadden altijd al Engels. Alle Vanaf groep 5 is Backpack in gebruik, een teamleden volgden een cursus en menRepelaer) en Wil Morrin, ideeënboek voor aantrekkelijke Engelse sen van Early Bird kwamen ons coachen.” lessen. Compleet met posters, liedjes, docent Engels in de onderToch is De Repelaer officieel geen Early raps en een digitaal leerprogramma waarbouw van het Insula College Birdschool geworden. In het begin was mee via computer of activbord het les(Halmaheiraplein). iedereen lovend, maar Engels geven volboek op de voet te volgen is. Aanvankelijk staan luisteren en spreken centraal, later komen daar lezen en schrijven bij. De meeste groepen krijgen wekelijks drie kwartier Engels. Gonda van Gink gaat een heel stuk verder. Haar groep 8 komt al gauw uit op drie keer Engels per week. Twee keer uit de methode aangevuld met Engelstalige leesboekjes en prentenboeken die de kinderen nog kennen uit hun kleutertijd, maar dan in het Engels natuurlijk. “Die boekjes krijg ik opgestuurd uit Engeland. Ik sta in contact met scholen die net als De Repelaer meededen aan een Europees uitwisselingsproject. In Canterbury volgde ik een talencursus, wat me tal van lesideeën opleverde. Een spreekbeurt houden in het Engels bijvoorbeeld. Het hoeft maar een minuut te duren, maar ieder kind komt wel aan de beurt. Het gaat erom dat je iets in een andere taal durft te vertellen en er zo pleGonda van Gink met enkele lesmaterialen die ze zier in krijgt. Regelmatig zet ik Engels in gebruikt bij Engels in haar groep 8. ”Ik geef 2 keer p/w bij een ander vak, bij een kringgesprek, een half uur Engelse les. Daarnaast pas ik Engels regeleen verhaal vertellen of voorlezen, matig toe bij een kringgesprek, voorlezen en de instructie bij een vak als gymnastiek of tekenen.” instructie bij gymnastiek of tekenen.” tussen basisschool en voort-
Geen afspraken met het voortgezet onderwijs “Wat Engels betreft is de overgang naar het vo maar slecht geregeld,” vindt Gonda. “Ik weet niet hoe ze in de brugklas verder gaan en wat men eigenlijk van ons verwacht. En omgekeerd weet het vo niets over onze aanpak en de resultaten die we met Engels behalen. Er is geen eindtoets, er staat niets van in het portfolio van de leerling. De kerndoelen zijn vaag, daar heb je weinig aan. Zo blijft het allemaal een beetje in de lucht hangen. Best jammer eigenlijk voor de leerlingen. Van mij mogen er best nadere afspraken komen.”
Grote niveauverschillen bij Engels in havo/vwo brugklassen Wil Morrin stapte zeven jaar geleden over van de Dubbeldamse Beatrixschool naar Het Insula College, waar ze nog steeds met veel plezier Engels geeft in de onderbouw van havo en vwo. Thuis spreekt zij – getrouwd met een Brit - deze taal 24/7. Wil constateert in haar vak enorme niveauverschillen tussen de brugklassers. “Sommige kinderen hebben serieus Engels gehad op de basisschool, sommigen acht jaar lang, en dat is natuurlijk goed te merken. Zij hebben geen enkele moeite met de overstap. Anderen hebben weinig Engels geleerd, af en toe een lesje. Sommige basisscholen gooien er behoorlijk met de pet naar, heb ik de indruk. Dit jaar heb ik zelfs leerlingen die Engelse woordjes hadden geleerd, maar dan fonetisch geschreven. Dat is helemaal een drama. In de brugklas beginnen we weliswaar vooraan in het boek, maar dat wil niet zeggen dat we bij nul beginnen. Onze methode Allright veronderstelt wel degelijk enige basiskennis. Kinderen die nauwelijks Engels kregen, kijken me met grote schrikogen aan als het boek opengaat. Oei, wat krijgen we nou, zie ik ze denken, waar gaat dit over? Een groot verschil met degenen die wel serieus les
kregen in het vak. Van hen hoor ik opmerkingen als ‘O dat ken ik; dat heb ik gehad.” “Collega’s van de basisschool: neem Engels alsjeblieft serieus” Vroeger op de Beatrixschool gaf Wil Morrin Engels in verschillende groepen. Zij ruilde dan met collega’s die bij dit vak minder sterk in hun schoenen stonden. “Je hebt wekelijks minstens een uur nodig om de Engelse methode op een verantwoorde manier door te werken,” herinnert Wil zich. “Als scholen daar niet aan toe komen zetten de lessen te weinig zoden aan de dijk. Het plan van Early Bird is ideaal, maar ik snap dat het een grote stap is voor de school. Het zou al fijn zijn als elke basisschool het vak in de groepen 7 en 8 serieus neemt. Dan hebben de leerlingen er echt wat aan. Want vergis je niet: Engels is in de havo/vwo brugklas best pittig. De leerlingen zijn dikwijls verbaasd waarom ze bij Engels zoveel moeten leren, meer dan bij andere talen. Maar Engels is wel een examenvak, verplicht voor alle leerlingen. Daarom eisen wij veel, het niveau ligt vrij hoog. We hebben luistertoetsen, aparte toetsen voor vocabulaire en grammatica. Vooral grammatica is lastig. Het gaat echt om een andere taal, je bent niet klaar door Nederlandse woordjes te vertalen. Dan krijg je steenkool Engels, zoals How late
is it? of I go tomorrow to the park. Het zou verstandig als de basisschool naar een bepaald eindniveau toe zou werken. Een aandachtspunt voor H3O om op te pakken, denk ik. Nu hebben sommige leerlingen vele maanden nodig om in te halen wat ze is op de basisschool onthouden is. Onze ervaring is dat ze toch maar het beste mee moeten gaan in de flow van de brugklas, al is het geen gemakkelijk jaar voor ze. Wij helpen ze met extra hulp en oefeningen, zodat ze aan het eind van de eerste klas op niveau zitten. Het lukt dus wel, maar het had zoveel soepeler gekund.” Angliaschool Kinderen die met voorsprong de brugklas binnenstappen, hoeven zich bij Engels niet te vervelen. De school aan het Halmaheiraplein is een Angliaschool. Anglia biedt leerlingen van elk leerjaar en van elk niveau een uitdagend programma. Het mooie van Anglia is dat men via een placementtoets op het eigen niveau verder kan naar een volgend level. Echt een prestatieprikkel, ook voor zwakkere leerlingen die hun Engels meer power willen geven. De doorzetters kunnen aan het eind van de school een mooi diploma halen, misschien wel op Proficiency level, als opstap naar een studie waarbij Engels steeds vaker de voertaal is.
‘Kinderen die nauwelijks Engels kregen, kijken me met grote schrikogen aan als het boek opengaat.’
Wil Morin, docent Engels onderbouw havo/vwo van het Insula College: “Engels is een kernvak op onze school. Daarom vragen wij best veel van de leerlingen, ook in de brugklas.”
13
Kenia is overweldigend 14
Overweldigend, dat is het woord. Voor Marja Besjes (De Sterrekijker) en Jaap van der Stelt (Bavinckschool) zijn er geen andere superlatieven om hun gevoelens over hun verblijf in Kenia raker te omschrijven. Ze werden door H3O geselecteerd om via de organisatie Teachers 4 Teachers eind maart naar het Afrikaanse land te reizen. Tien dagen Kenia om daar hun ‘sisters and brothers in profession’ te inspireren de daar gebruikelijke klassikale aanpak geleidelijk te doorbreken. Niets leuker dan gemotiveerde mensen op nieuwe ideeën brengen. Met een rugzak vol onvergetelijke ervaringen kwamen Marja en Jaap terug. De natuur, de hitte, de typische geuren en kleuren, en bovenal de dankbare Keniaanse collega’s en leergierige kinderen. Telkens wanneer Marja haar fleurige fotoalbum bekijkt en Jaap zijn Youtubefilm (‘Kenia reis maart 2014’) is de euforie voor het land en de mensen er meteen weer. Dit is hun verhaal...
1. Waren jullie goed voorbereid op het Keniaanse avontuur? JAAP “Teachers 4 Teachers, die deze reizen organiseert, had alles perfect voorbereid. We hadden eerst twee bijeenkomsten in Amsterdam. In totaal bestond de groep uit 14 leerkrachten primair onderwijs uit heel Nederland. We hebben het doel van de reis besproken en ideeën uitgewisseld voor de workshops die we in Kenia zouden verzorgen. Na twee dagen vormden we een hechte groep, een goed idee alvorens aan zo’n verre reis te beginnen. Niks dan lof voor de organisatie. Op het vliegveld van Nairobi stonden ze met hete doekjes om je te verfrissen, want het was alsof je daar tegen een muur van hitte opliep. De hele week stonden taxi’s klaar om ons naar de scholen en terug naar het hotel te brengen.” MARJA “Wij verbleven in een luxe resort met vijf zwembaden en kamers met airco. Een schrijnend contrast met hoe onze Keniaanse collega’s wonen. Het land probeert het millenniumdoel (elk kind heeft recht op onderwijs) waar te maken. Miljoenen kinderen zijn de scholen ingestroomd. Vandaar dat de klassen overvol zijn en de leermiddelen beperkt. Bovendien is er een lerarentekort. T4T werkt vanuit het credo ‘to meet, to connect, to learn’, elkaar ontmoeten, overleggen en op basis van gelijkwaardigheid tot leren komen. En dat wilden ze zo graag. ‘Geef ons meer tips’ hoorden we vaak. Keniaanse kinderen ervaren leren als een feest. Ze zijn enorm leergierig.” 2. Was het een cultuurschok toen jullie de eerste school binnenstapten? MARJA “Je schaamde je als je met al je rijkdom (tablet, smartphone en zo) binnenstapte. Er waren zelfs scholen zonder dak. Ze gaven
les onder een grote boom. ‘Erg lastig voor de concentratie als er en auto langs rijdt,’ vertelde een leerkracht. Zestig kinderen in een klas is heel gewoon. Ik heb een les bijgewoond in een klas van 91. De voorste kinderen zaten op de grond, achterin stond wat meubilair. Het schoolbord was met zwarte verf op een muur geschilderd. De leerkracht draaide telkens een les van een half uur, uit een syllabus van de overheid. Morgen de volgende les of de klas het nou begrepen had of niet. Alles ging klassikaal, de leerkracht deed het voor en de kinderen herhaalden het. Again, again and again.” JAAP “Voordat we met onze workshops begonnen, gingen we kijken op een school om de situatie te verkennen. Ruw gestuukte muren, hier en daar zelfgemaakte meubeltjes, 500 kinderen die het moesten doen met een gammel toiletgebouwtje, twee deuren met daarachter twee gaten in de grond. Waar de directeur zat hingen handgeschreven lijsten met de schoolresultaten aan de muur. Goede directeuren moesten nogal eens verkassen om elders een matige school te verbeteren. De sfeer was overal prettig, de kinderen gingen gezellig met elkaar om. Ik heb geen ruzies gezien.” 3. Twee dagen een workshop verzorgen, in het Engels, dat zal pittig geweest zijn. JAAP “Het waren de zwaarste dagen, ja. We verzorgden de workshop met z’n tweeën. Wij hadden 43 mensen van 21 scholen. Met hen zijn we twee dagen opgetrokken, met als doel het klassikale lesgeven te doorbreken. We introduceerden allerlei leerspelletjes, coöperatieve leervormen en ‘Energizers’ waarmee de leerkrachten hun lessen konden verlevendigen en de klas activeren. De bestaande lespraktijk kwam bij ons over als drillen, voorzeg-
Teachers 4 Teachers Teachers 4 Teachers zoekt nog sponsors die voor 120 euro per jaar een kleuterleerkracht een opleiding van een jaar gunnen: www.teachers4teachers.nl of meld je bij Marja of Jaap.
gen en nazeggen. Engels lukte aardig. Als de een er niet uit kwam, nam de andere het over.” MARJA “De belangstelling voor mijn workshop was enorm. Er konden 60 Kenianen van 30 scholen komen en die waren er allemaal. Ook wij hebben activerende werkvormen geoefend. Na een uurtje Engels praten raakte je in een flow en ging het spontaan.
Marja Besjes met een Keniaanse collega: “Op onze beurt kunnen wij veel van Keniaanse leerkrachten leren: 90 kinderen in de klas en toch weer elke dag blij je werk doen.”
Ik had ballen, dobbelstenen, letter- en woordkaartjes voor leerspelletjes meegenomen. En schrijfblokjes van T4T voor iedereen, zodat men aantekeningen kon maken. We gaven ook tips over de klassenopstelling, van rijtjes naar groepjes maakt groepswerk een stuk handiger. De mensen waren erg blij met onze suggesties. Al vraagt men zich van T4T af hoe en in welke vorm ze het daadwerkelijk gaan inzetten. Maar toch…” 4. Bleef er nog vrije tijd over? MARJA “Tot ’s avonds laat was ik bezig met nabespreken en voorbereiden. En appen naar mijn collega’s van De Sterrekijker die erg meeleefden. Op woensdag hadden we een vrije dag. Ik heb heerlijk gesnorkeld bij het koraalrif en met zwemmende dolfijnen om de boot.”
JAAP “Ik ben op safari geweest, grandioos in die schitterende natuur. Met bavianen moet je opletten, ook in het resort. Ik had mijn kamer niet goed afgesloten. De apen hadden er een ravage van gemaakt. Al mijn pepernoten weg die ik op een school had willen gebruiken om over Sinterklaas te vertellen.” 5. Hebben jullie ook leerkrachten gecoacht? JAAP “Jazeker. We zijn enkele dagen op scholen geweest waar mensen van onze workshop werkten. Ze probeerden dan een leerspelletje in hun les toe te passen. Mijn maatje en ik bezochten die les en hadden een nabespreking. Zo zijn we bij 7 à 8 mensen geweest. De leerkracht moest het hele team weer wijzer maken met wat zij van ons geleerd had.
MARJA Ja, het sneeuwbaleffect van T4T is groot. Neem nou Mary, een van de zestig mensen die mijn workshop bezochten. In haar eigen klas gaat ze het een en ander uitproberen. Ik ben daarbij en bespreek de les na. Daarna moet Mary het weer vertellen aan het schoolteam. Je ziet de ogen van de anderen stralen van ‘oh jammer dat wij er niet bij waren, mogen wij het ook leren? ’Ik zal het jullie vertellen,’ zegt Mary. Zo gaat verspreiding in zijn werk.” 6. Hoe verliep het afscheid? MARJA “Met een ‘final celebration’, een groot feest waar iedereen van de workshops weer was, hebben we het Keniaans project afgesloten. Ook hier ging het er weer heel gelijkwaardig aan toe. Onze Afrikaanse collega’s kregen een feestje aangeboden en wij een
‘appreciation’. Daar houden ze hier van. ‘Give him an appreciation’ hoor je vaak in de scholen. Iedereen gaat staan, applaudisseert of zingt een dankliedje. Elke school had een lied of dansje voorbereid. Zingen geeft sfeer en verbindt. Ondertussen werd je met cadeautjes behangen. Hartverwarmend.” JAAP “De mensen waren zo spontaan. Na een paar dagen werd je omarmd alsof je dikke vrienden bent. Op de celebration kreeg je traditionele kleding aangereikt en ging je als vanzelf meezingen. Je bleef natuurlijk niet als een stijve hark aan de kant zitten. Het was totaal anders dan ik van tevoren gedacht had. De dankbaarheid van de leerkrachten vond ik het mooist. Net als tijdens de dagelijkse evaluaties werd het soms best wel emotioneel. 7. Opzet geslaagd? JAAP “Ik vond het geweldig. Hun dankbaarheid is zo puur. Beter kan ik het niet samenvatten. Jammer dat
de reis duur is, anders zou ik nog eens teruggaan. Om het een beetje mee te beleven, moet je maar eens naar het Youtubefilmpje over Kenia kijken. Het is absoluut goed dat H3O het onderwijs in Kenia blijft steunen. De hulp via T4T sluit perfect aan bij de drijfveren en de eigen kracht van onze Keniaanse collega’s.” MARJA “We hebben best veel kennis en praktische ervaringen kunnen overdragen. Als je flexibel genoeg bent, zie je jezelf verrassende dingen doen. Wat ik zelf belangrijk vind in het onderwijs kon ik daar kwijt. Het ambacht van leerkracht is universeel! Je voelt je een onderdeel van een langdurig proces. Voor ons waren hier mensen van T4T en na ons komen er weer anderen. Stukje bij beetje zullen dingen daar veranderen, daar ben ik zeker van. Jaap en ik zijn H3O dankbaar dat we dit konden meemaken!”
Jaap van der Stelt te midden van enthousiaste kinderen. “Het shirt van T4T dat we droegen herkenden Kenianen direct. We kregen er zelfs korting mee op de markt.”
16
Mijn dag bij de Dordtenaar
T4T had berekend, dat we met onze club van 14 mensen zo wel 22 duizend leerlingen konden bereiken.”
De redactie van Krijt
'Het was super leuk!'
op de redactie van AD De Dordtenaar
kreeg een opmerkelijk verzoek. Op dit moment zit er in de Leonardo afdeling van de Dr. H. Bavinckschool slechts 1 leerling in groep acht. Deze leerling, Dora, wil later journalist worden en de vraag van haar juf was of Dora bij wijze van afscheid van groep 8 (zij kon uiteraard niet in haar eentje een afscheidsmusical opvoeren) een
Ik ben Dora Eenink (12 jaar) leerling van de Leonardoschool in Dordrecht. Op maandag 12 mei 2014 ben ik naar de Dordtenaar geweest, dat is onze plaatselijke krant van het AD, daar ben ik begeleid door Manon van Roon. Ik wil, vooral door dit uitstapje, nog steeds journalist worden. Die dag heb ik heel veel geleerd. Bijvoorbeeld wat harde- en zachte berichten zijn: harde berichten zijn belangrijke berichten die soms wat minder leuk zijn en zachte berichten zijn leuke en grappige berichten.
een stukje schrijven voor Krijt. Ons redactielid Hans de Roon had echter een veel beter idee!
Ook heb ik in de Dordtenaar van woensdag 14 mei 2014 een eigen bericht staan. Het staat op de 6e pagina en heet Informatiemiddag voor slechtzienden. Helaas staat mijn naam er niet onder, het bericht was te klein.
werkt bij AD De
eens een balletje bij haar opgooien voor Dora. Dat
meesten van hen laten zo’n dagje op de redactie rustig over zich heen komen: ze zoeken op internet naar nieuwtjes, schrijven een onderschrift bij een foto of plegen een telefoontje.
De 12-jarige Dora pakte het heel anders aan. Niet alleen vroeg ze me het hemd van het lijf toen we samen de krant doorbladerden, maar toen ik vertelde dat ze tijdens haar eerste bezoek aan de krant meteen een bericht mocht schrijven, ging ze zon-
Informatie selecteren, stoeien met woorden en zinnen en het bedenken van een kop voor het be-richt: het ging haar stuk voor stuk prima af. Ik heb me dan ook maar vast voorgeno-
Zijn dochter Manon
Dordtenaar en hij zou
voor een zogeheten snuffelstage. De
der te aarzelen direct aan de slag.
redactievergadering kon bijwonen en daarover
Regelmatig komen er leerlingen langs
Ik wil mijn juffen Miranda Dorst en Samantha Boer, en natuurlijk Manon de Roon heel erg graag bedanken. Dus bij deze... Bedankt!
men om over een jaar of acht AD De Dordtenaar nog eens open te slaan, dan kom ik de naam Dora Eenink ongetwijfeld nog eens tegen.
Lukte! Dora mocht een hele dag meelopen op de
Dora Eenink
Manon de Roon
redactie van de krant. Hiernaast vertelt zij erover.
17
Specialist in rekenen
Over geen schoolvak is de laatste jaren zoveel gediscussieerd als over rekenen. Kiezen we onverkort voor realistisch en contextrijk rekenen? Maar wat te doen als de resultaten vervolgens ‘south’ gaan? Moeten we dan misschien toch weer terug naar mechanistisch rekenen, zeg maar het Opa-rekenen van vroeger, waar de ouderwetse staartdeling symbool voor staat? Vooral rond 2010 werd er veel over zulke vragen geschreven. Cees Boon, leerkracht van De Sterrekijker volgde de publicaties op de voet. ”Ik vond het zo interessant dat ik meer over de ontwik-
weten. Ik vroeg een lerarenbeurs aan en volgde daarmee bij het CED de opleiding tot rekenspecialist, onder de bezielende leiding van Jan de Wit.
ven, dan is op z’n tijd herhalen een must. Welke rekendidactiek snijdt echt hout? Een belangrijke vraag waar Cees niet omheen kon en wilde in zijn beleidsplan. Graag liet hij zijn collega’s delen in zijn inzichten als rekenspecialist. “Bij elke rekenles moet je in een gesprekje met de kinderen een doel stellen. Wat gaan we vandaag leren? Tegen het eind van de les ga je samen evalueren of het doel bereikt is. Bij de instructie draait het om interactie met de groep. Er is een rekenprobleem en je vraagt hoe de leerlingen dat zouden oplossen.
‘Niet weten is geen schande, niet vragen wel.’ met 20 ochtenden per jaar, kon meteen aan de uitvoering van zijn beleidsplan beginnen. Nu, drie jaar later, heeft hij er nog geen grammetje spijt van. Coachen doet hij graag. Niet weten is geen schande, niet vragen wel, is zijn parool. Cees vindt het leuk zijn collega’s op rekengebied de weg te wijzen. Als ervaren leerkracht ziet hij de bomen én ziet hij het bos.
kelingen in het rekenonderwijs wilde
18
Cees Boon (63) sloot de interessante opleiding af met een masterproof: voor de eigen school een ‘Plan van aanpak’ schrijven, waarin alle aspecten van de cursus aan bod kwamen. Voor deze pittige opdracht offerde hij in 2010 zijn meivakantie op, met als resultaat een doorwrocht beleidsplan voor 2011-2015. Het doel: het rekenonderwijs verbeteren. Niet dat dat onder de maat was op De Sterrekijker, integendeel, maar verbeteren kon natuurlijk altijd. Het plan van Cees kreeg een warm onthaal bij directeur en schoolteam. De kersverse rekenspecialist en coach, gefaciliteerd
Elke leerkracht moet duidelijk weten wat hij of zij de leerlingen bij rekenen wil gaan leren. Dat lijkt een open deur, maar dat is het niet. Vaak werkt men braaf het rekenboek door, zonder zich helder bewust te zijn van de rekendoelen voor de groep. Daarom triggerde Cees zijn collega’s meteen al met deze opdracht: ‘Noteer voor rekenen de leerdoelen voor jouw schooljaar. En ook van het voorgaande en volgende leerjaar.’ Het maakte de mensen bewust van de doorgaande leerlijn en van ieders bijdrage aan het grotere geheel. Wat er toen allemaal op tafel kwam, werd grondig besproken tijdens bouwvergaderingen. Accenten werden gelegd, afspraken gemaakt en geborgd. Een ding was meteen al zo klaar als een klontje: wil leerstof beklij-
Iedereen moet de eigen aanpak op een kladblaadje noteren, moet dus nadenken over het probleem. Niets mooier dan zelf de oplossing vinden, dat is de vreugde van het leren. Je praat over de gekozen oplossingsstrategieën en daarna gaan de leerlingen de opdrachten maken. Wel op hun eigen niveau uiteraard. Interactiviteit is één van de zuilen van een goede didactiek. De zwakke rekenaars krijgen verlengde instructie. Daarna ga je niet achter je bureau zitten, nee je maakt rondjes door de klas en helpt kinderen die een rekenprobleem hebben. Je geeft ze directe feedback, zodat ze weer verder kunnen.” Cees vroeg Jan de Wit van het CED om dit lesmodel op De Sterrekijker te introduceren. “Dat verliep goed. Iedereen hanteert nu globaal dezelfde lesopbouw. Met een consistente aanpak bereik je meer, zeker bij rekenen. Als coach woon ik af en toe een les bij of verzorg zelf een les om de collega op weg te helpen.” Te snel overschakelen van concreet naar abstract rekenen (sommetjes) kan leiden tot rekenproblemen. Rekenzwakke leerlingen kunnen dan gemakkelijk verdwalen. Maar hoe kom je er achter
waar, wanneer en waarom dat gebeurde? En wat is eraan te doen? Met zulke vragen stappen de Sterrekijkers naar hun rekenspecialist. Cees pakt er dan het
“Automatiseren is dit decennium versloft,” gaat Cees verder. “Vroeger leerden we de klas zingend de tafels en dat was heus geen flauwekul. Automatiseren tot
‘Vroeger leerden we de klas zingend de tafels en dat was heus geen flauwekul. boek ‘Klein rekenonderzoek’ van Harry Janssens bij. “Echt een didactische mijlpaal, dat boek. Vroeger liet ik het kind allerlei diagnostische toetsen maken om rekenhiaten te vinden. Nu start ik met een ‘rekenwerkgesprek’. Ik laat aan de hand van sommetjes het kind vertellen wat het moeilijk vindt. Aldoende ontdek ik al snel waar de problemen liggen, zodat ik de collega kan adviseren hoe dit kind het beste geholpen kan worden.”
20, de tafels, ze vormen het fundament van vlot kunnen rekenen.” Daarom begint Cees, ook in de bovenbouw, elke rekenles met automatiseringsoefeningen. Vijf minuten met de hele klas, elke schooldag weer. Dit schooljaar werkt de rekenspecialist aan een stappenplan voor context-rekenen oftewel ‘vraagstukjes oplossen’. Het drieslagmodel (plannen, uitvoeren en reflecteren) wordt in heldere stapjes uitgelegd. Het komt uitvergoot
Cees Boon, rekenspecialist van De Sterrekijker: “Als ik over twee jaar met pensioen ben, lijkt het me leuk om scholen te begeleiden op rekengebied. Een presentatie verzorgen over de nieuwste versie Wereld in Getallen bijvoorbeeld, zoals ik dat al deed op De Fontein.”
in elk lokaal te hangen als handvat voor de leerlingen. “Elke rekencoach is een VIP’ zei zijn cursusleider destijds.” Cees laat zijn typische lachje horen. “Hij bedoelde natuurlijk dat dit werk best belangrijk is voor de school en dat vind ik ook. Bovendien is het leuk werk. Je krijgt positieve respons van collega’s en je ziet dat nogal wat kinderen rekenen leuker gaan vinden. Zwakkere rekenaars krijgen weer zelfvertrouwen, ze worden op hun niveau uitgedaagd. Daar doe je het voor.”
19
EINDREDACTIE Janny Feijer FOTO’S Caroline van Wijngaarden Zeger van Mersbergen CARTOON Henk Visser DRUK Dekkers Van Gerwen Dordrecht VORMGEVING Studio Vincenti Dordrecht VERSCHIJNING 4x per jaar OPLAGE 1100
nnelies A
Annelies Wilschut is parttime leerkracht op De Sterrekijker en kindercounseler
REDACTIE Janny Feijer Caroline van Wijngaarden Miranda Hannewijk Hans de Roon Zeger van Mersbergen
Chapeau
Colofon
Krijt is een uitgave van het bestuur van de stichting H3O
Vanuit mijn zonnige zomertuintje wil ik een glas rosé heffen namens alle ouders van Nederland op de trouwe juffen en meesters van onze kinderen. Want elk jaar bedank ik, of probeer ik de juffen en meesters te bedanken, voor het feit dat ze zich weer zo voor ons ouders hebben ingezet. Ook namens alle ouders. Want we vergeten het nogal eens. En da’s niet leuk van ons. Ik lig in mijn bed en voel dat Marcel er stiekem uit kruipt. Terwijl ik me nog eens omdraai hoor ik gerommel vanuit de keuken. De sinaasappelpers wordt uit het vet gehaald, borden en bestek rammelen, de ovendeur klapt open en weer dicht. Tien minuten later dringen croissantdampen de slaapkamer binnen en hoor ik gefluister op de trap. Snel doe ik mijn ogen dicht en doe net alsof ik slaap. Een zachte kus op mijn wangen, de lieve stemmen van mijn zoons die zeggen dat ik wakker moet worden. De verwachtingsvolle bekkies achter de zelfingepakte cadeaus. Dit is zo’n fijne traditie!
Wat hou ik van de zelfgeschreven rijmpjes, de hartjes, die sieradenopbergbakjes en de boekenleggers. Ik bewaar ze allemaal. De hele dag loop ik te stralen met de veel te zware klei kralen om mijn nek.
20
REDACTIEADRES Postbus 151 3300 AD Dordrecht T 078 890 5000 E
[email protected] www.hadrieo.nl
Nog weken kan ik de bonnen met klusjes inzetten zodat mijn kids zorgen voor een opgeruimd huis, een kopje thee of een schoongemaakt konijnenhok. (Zie je, ze kunnen het wel, goed om te weten). En terwijl ik nog teer op de romantische woorden van mijn kids nadert vaderdag met rasse schreden. Dan is het Marcel’s beurt om verrast te zijn met zijn ‘onverwachte’ ontbijt op bed, zijn derde stropdas (“Bewaar ik op mijn werk jongens, zodat ik ze altijd bij me heb op een belangrijke vergadering” huhuh) of een gekoesterde sleutelhanger met goud geverfde kralen die ALTIJD aan zijn fietssleutel blijft zitten tot de verf bijna helemaal van de kraaltjes is gespoeld. Ja lieve juffen en meesters, wij houden hiervan. Wij zijn hier heeeeel erg blij mee. Dit zijn dagen met een gouden randje. Dus nog een keer namens ons allemaal: “Lieve leerkracht luister even Ik wil jou een complimentje geven En ik fluister in jouw oor Je bent de liefste leerkracht hoor”
H3O is een christelijke organisatie met kinderdagopvang, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en scholen voor primair en voortgezet onderwijs
BEDANKT! (Laatste rijmpje is overigens met dank aan mijn eigen kleuterjuf, juf Janny, die dit rijmpje er zo in heeft weten te stampen dat ik het nog steeds niet vergeten ben)