Steltkluut
Contributie 2011 € 20,00 contributie, en andere betalingen te voldoen door overmaking t.n.v. Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut, Terneuzen Rabo Axel/ Terneuzen rek.no: 13.66.05.540 Voor België: PCR: 000-1666970-25 Adresgegevens: Postbus 319, 4530 AH Terneuzen www.steltkluut.nl
[email protected]
Contactadressen Werkgroepen Planologie A. Paauwe G.v.d. Nissestraat 48, 4532 AE Zaamslag Vogels A. Wieland Liniestraat 13, 4561 ZS Hulst 0114-317026 Landschapsbeheer / Bomen L. Calle Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen 0115-617416 Planten P. Maas Rembrandtlaan 11, 4532 HP Terneuzen 0115-617004 Insecten J. de Bakker Past. Willemsstraat 5, 4586 AJ Lamswaarde 0114-690482 Jeugd van 6 tot 12 jaar M. Spruyt Notendijksepad 2, 4583 SZ Terhole 0114-314280 Jeugd van 12 tot 16 jaar S. Dobbelaar Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen 0115-617416 Jeugd vanaf 16 jaar B. van der Maas, Julianastraat 24, 4581 AP Vogelwaarde 06-10755586 2011
In de schijnwerper
2
Rectificatie/ Slechtvalken Axel
3
Een jaar later/ Najaarsvergadering
4
Voorjaarsvergadering/ Jubileum
5
Margarethapolder 3
6
Lieveheersbeestjes Waarnemingen/ Boerenzwalluw
8-11 12-14
Rivierkreeft
15
Agenda
16
t Stekkertje Zit niet zo te zwammen/ e-mail
1
Meizoentjes/ Gek geel vogeltje 2
2
Ooivaar
3
Padden op pad
4
Kikkerijsjes/ Uitstapje
5
Leuke site/ Zoeken naar de vos
6
Vreemde vogels ...
7
Bestuur: A. Paauwe, voorzitter
[email protected] L. Calle, secretaris
[email protected] W. Wisse, penningmeester
[email protected] Leden K. Rijk, R. Goossens, R. Kregting Redactie:
[email protected] Website:
[email protected] H. Hamelinck Excursies:
[email protected] Verenigingsruimte: Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen 0115-61 74 16 openingstijden: woensdag 10:30-17:00 uur zaterdag 10:30-16:00 uur
ISSN 1875-1385
colofon / inhoud
De Steltkluut Uitgave van Natuurbeschermingsvereniging “De Steltkluut” verschijnt 4x per jaar. Overname is toegestaan, mits bronvermelding. Auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van hun artikelen.
Uiterste inleverdatum voor de kopij: 01-05-2011
Ontwerp & Layout: Elisabeth Hoek- 2D Digital Design
Inhoud
De Steltkluut
Colofon
1
Activiteiten Jean was en is nog altijd actief met allerlei activiteiten die met vogels en Saeftinghe te maken hebben. Zo heeft hij artikelen geschreven voor diverse tijdschriften. In 1956 was hij nauw betrokken bij de oprichting van Vogelwacht Oost-Zeeuws-Vlaanderen “De Steltkluut”. In de jaren 88\89 van vorige eeuw zorgde Jean samen met Adri van de Wiel, Henk Castelijns en Jan Boom ervoor dat de jacht in Saeftinghe werd verboden. Jan en Henk zijn daarvoor destijds zelfs nog een keer in de tweede kamer geweest bij de minister. In 2006 kreeg hij de doublé speld van verdienste van het Zeeuws Landschap voor 25 jaar trouwe dienst als Saeftinghegids. Maandelijks neemt hij nu nog deel aan de hoog- en laagwatertellingen in het gebied en assisteert hij bij het ringwerk. Hij werkt op vrijwillige basis als WetlandWacht voor de
Volgens Jean is Birdwatching the most scientific of sports and the most sportive of science. Jean is in al zijn bescheidenheid een groot mens, een voorbeeld voor ons allen. Bert van Broekhoven Dank aan Walter van Kerkhoven, Henk Castelijns en Jean Maebe voor het aanleveren van informatie
Rectificatie Steltkluut winter 2010\2011 In het artikel over de Slechtvalken die gebroed hebben op de watertoren in Axel zijn we de auteurs Willy Vink en Henk Castelijns vergeten te vermelden. Tevens stond bij de tabel op pagina 13 een foutief onderschrift dat moet zijn: Tabel 1. Door Slechtvalken in de periode 11 juni 2009 - 23 juli 2010 geslagen en op de wa-
tertoren Axel opgegeten prooien. In de voorlaatste kolom staat het gewicht per prooi en in de laatste het totaalgewicht voor de gehele periode. De gewichten zijn ontleend aan Cramp 1977-1994. Het gewicht van de Postduif is ontleend aan het Ornithologisch Basisregister (CBS 1994) en dat van de Grasparkiet werd opgezocht op het internet.
Webcam Slechtvalken watertoren van Axel Begin december 2010 zijn in samenwerking met de Stichting Natuurkanaal en de Stichting Watertoren Axel een webcam binnen de nestkast en een op afstand bedienbare infraroodcamera buiten de nestkast geplaatst. In de nestkast bevindt zich bovendien een infraroodlamp. De Slechtvalken hebben de nestkast sindsdien vrijwel dagelijks bezocht. Het ziet er daarom naar uit dat er ook dit voorjaar weer gebroed zal gaan worden. Dit broedproces zal dan te volgen zijn via: http://www.roofvogelszeeland.nl/Webcam_Slechtvalk.html. Vanaf daar kunt u doorklikken naar de website van de Stichting 2011
Natuurkanaal. Daar treft u filmpjes en foto’s van de Slechtvalken van Axel aan die door waarnemers vanachter de pc thuis zijn gemaakt.
Recificatie
Foto: Jean Maebe en Rik van der Vloet- 26-12-2004- Henk Casteleijns
De Jean Maebe geul Jean heeft in de loop der jaren vele namen aan geulen en platen in Saeftinghe gegeven. Op initiatief van de Saeftinghegidsen is er een geul naar hem vernoemd. Je kunt nu dus door de Jean Maebe geul wandelen. In zijn geliefde Verdronken Land van Saeftinghe zal men hem nu nooit meer kunnen vergeten. Het is duidelijk dat alles wat met Saeftinghe en vogels te maken heeft zijn grote passie was, is en zal blijven.
De Steltkluut
Terug in de tijd In september 1941 is Jean begonnen met het waarnemen van vogels. Dat is zestig jaar geleden. Dat is naar mijn idee een hele goede reden voor een feestje. Zijn eerste kennismaking met Saeftinghe dateert van 24 maart 1946. Dat was in goed gezelschap van Rik van der Vloet. (zie foto 2) Ze kwamen destijds met de fiets vanuit Antwerpen. Dat was toen heel normaal, nu zucht men al bij het idee. Het gebied maakte zo’n indruk op Jean dat hij er inmiddels ontelbare keren is geweest. Tijdens die bezoeken werden de eerste tijd vooral waarnemingen gedaan. Jean gebruikte toen blijkbaar een toneelkijker van de Duitse militair met een vergroting van zes keer. Niet veel later werd gestart met het ringen van vogels. De vogels werden gevangen met zelfgemaakte vallen die lijken op een groot uitgevallen muizenval. Ook de netten werden zelf gemaakt. Soorten die zoal werden geringd waren visdieven, scholeksters, kokmeeuwen, bergeenden, kieviten, kluten, tureluurs, wilde eenden maar ook soorten die we nu niet veel meer zien zoals kemphaan en velduil.
Achteruitgang van de biodiversiteit Jean zal als geen ander kunnen beamen dat de biodiversiteit in de laatste vijftig jaar enorm is afgenomen. De kemphaan, wielewaal, woudaap, grote karekiet, geelgors (zeer algemeen), paapje, ortholaan, grauwe gors (vooral in Saeftinghe) en kwartel waren destijds nog aanwezig. De bonte kraai was in de winter zeer algemeen en de grauwe gans werd enkel waargenomen tijdens de doortrek. De bekendste nieuwkomers zijn: turkse tortel, grote canadese gans, krakeend, grauwe gans, grote zilverreiger, kleine zilverreiger en de zuidelijke zangvogels zoals graszanger en cetti’s zanger.
Vogelbescherming in Zeeuws-Vlaanderen. De echte waardering van zijn inzet kwam op 26 augustus 2006. Jean werd tijdens het vogelfestival van de Vogelbescherming, voor het feit dat hij zich al gedurende vijftig jaar op vrijwillige basis voor de bescherming van vogels inzet, beloond met de “Gouden Lepelaar”. De Gouden Lepelaar is de hoogste onderscheiding van de Vogelbescherming die wordt uitgereikt aan personen, die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor het vogelbeschermingswerk. Jean Maebe wordt beschouwd als een ‘super-vrijwilliger’ van internationale allure.
Foto: Adulte Slechtvalk Nieuw Neuzenpolder II
De Steltkluut
Jean Maebe is binnen en buiten de vogelwerkgroep van de Steltkluut een zeer gewaardeerd vogelaar. Als je iets specifieks wilt weten over een bepaalde vogel, vraag het hem gerust. Meestal heeft hij direct een antwoord voor je klaar. Vogels zijn echter niet zijn enige passie. Ook wandelt en fietst hij graag in liefst vogelrijke natuurgebieden en is hij graag actief bezig in de tuin. Jean is een echte “buitenman”. Verder geniet Jean met volle teugen van de kookkunsten van zijn vrouw. Hij eet alles, zolang het maar niet te pikant is. In de avonduren worden vooral vogel- en natuurboeken gelezen met op de achtergrond licht klassieke muziek of Franse liedjes uit zijn jonge jaren. Als hij TV kijkt zijn dat zeker geen voetbalwedstrijden, daar heeft Jean niets mee. Hij kijkt dan liefst naar documentaires over de natuur, het dagelijkse nieuws, tenniswedstrijden en komedies. Jean heeft gewerkt op de Antwerpse Gasmaatschappij N.V. als hoofd van de financiële dienst. Doordat twee jaar voor zijn pensionering AGM is overgenomen door Electrabel N.V. waren zijn laatste dienstjaren bij Electrabel N.V.
Foto: Jean - Zeeuwse Vogelaarsdag- 20-11-2010- Bert van Broekhoven
schijnwerper 2
Jean Maebe, wie kent hem niet
15 3
De Steltkluut
En liefst met jullie hulp. Over de inbreng hebben we als redactie niets te klagen gehad! Soms is het passen en meten om alle bijdragen te verwerken. Wij hopen dat de teksten en foto’s blijven komen. Wel willen we vragen om de teksten niet te lang te maken (maximaal ongeveer 400 woorden). Uiteraard willen we daarbij helpen als dat nodig is. Cathy Boogaard, Bert van Broekhoven, Lucien Calle, Sandra Dobbelaar, Anja van der Giessen, Elisabeth Hoek, Rob Kregting, Annemarie Murre
Op woensdagavond 20 april, om 19.30 uur houden we een ledenvergadering in Cultureel Centrum De Halle te Axel. Agenda: 1. Opening 2. Lezing Stadsvogelproject Alex Wieland met overhandiging inventarisatierapport aan Wethouder Frank van Hulle 3. Mededelingen 4. Verslag najaarsvergadering 5. Jaarrekening 6. Verslag kascommissie 7. Rondvraag 8. Pauze
Na de pauze is er ruimte voor enkele korte lezingen. Aanmelden hiervoor bij Lucien Calle, 06-22792100 of
[email protected]
Jubileum-bijeenkomst insectenwerkgroep
14-12-2010 Najaarsvergadering Aanwezig: 9 leden en het bestuur, afgemeld: Wim Wisse Begroting 2011 Door de hogere kosten voor de bank, porto en de lagere rente zou de contributie moeten stijgen van €17.50 naar €20 per jaar. Peter Maas vraagt op te passen met de contributieverhoging. Hij vindt de kosten van het blad relatief zwaar drukken. Antwoord: er worden 550 exemplaren per aflevering gedrukt, waarvan 490 voor de betalende leden. Er zijn 100 leden actief, de anderen zijn ondersteunend. De vergadering gaat akkoord met de begroting. Geprobeerd wordt de contributie de komende jaren op dit niveau te handhaven. De werkgroepen * Insecten: 2010 was een goed vlinderjaar. De biodiversiteit wordt behoorlijk bedreigd. Het berm- en maaibeheer laat soms erg te wensen over. 2011 bestaat de werkgroep 25 jaar. Nieuwe actieve leden zijn welkom. * Vogels: Er zijn verschillende inventarisaties gedaan: Margarethapolder, Saeftinghe, Vlaamse Kreek, stadsvogels, roofvogels. Op de watertoren in Axel komt een camera bij de slechtvalkkast. * Planten: er zijn drie excursies zijn geweest, en een fietsexcursies op zoek naar heemst. * Landschapsbeheer: niet veel veranderingen. De natuurwerkdag was een succes. * Jeugd: De Stekkertjes zijn heel actief.
* De Gaaien bestaan uit enkele jongeren, die wel heel enthousiast zijn * Planologie: Er is regelmatig overleg met de gemeente Terneuzen, het waterschap, ZMF en de provincie. Er ontstaat enige discussie over de landgoederen bij St Jansteen. De Steltkluut is zijdelings ook betrokken bij het Westerschelde-dossier, de groeve in St. Jansteen en de visdiefjes in Terneuzen. Rondvraag *Is de website momenteel wel actueel? De komende tijd zal daar aandacht aan besteed worden. * Is de Ecologische Hoofd Structuur tot stilstand gekomen? Die in Zeeuws Vlaanderen is vrijwel geheel afgerond, een pluim voor de provincie. * Eindigt het lidmaatschap bij overlijden? De nabestaanden kunnen het overnemen. Elke keer wordt hier apart aandacht aan gegeven. * Gaat het Canisvliet achteruit? Het gaat om een Natura-2000 gebied. Het waterpeil is een aandachtspunt. Het is in feite een grote bak met water, waar het kanaal veel invloed op heeft.
In 2011 viert de Insectenwerkgroep haar 25-jarig bestaan en wil de komende jaren met hernieuwd elan zich verder inzetten voor behoud van de biodiversiteit in onze regio.
Tijd: 13.00 uur, Plaats: De Halle, Axel
De leden van het eerste uur zijn inmiddels 25 jaar ouder en het is tijd voor verjonging, bezinning, vernieuwing en overdragen van kennis. De Werkgroep is nu vooral bezig met (nacht)vlinders en libellen, binnen De Steltkluut zijn er ook leden die zich bezig houden met andere insectengroepen. Met z’n allen kijken we vooruit. Hoe meer leden, hoe meer kennis en hoe meer we kunnen organiseren. Denk aan excursies, scholing, lezingen, markten en onderzoek.
13.00 Ontvangst en bezichtiging foto-stand IWGR (toelichting Eddy Taelman) 13.15 Opening en toelichting doel bijeenkomst. 13.20 Korte terugblik op 25 jaar IWGR (PP presentatie Joop de Bakker) 13.30 Behoud biodiversiteit met de focus op insecten (PP-presentatie Joop de Bakker) 13.45 Verkennen mogelijkheid heropzetten insectenwerkgroep 14.45 Koffie-pauze en mogelijkheid tot bezich tiging foto-stand 15.00 Diapresentatie nachtvlinders/libellen door Joop Rijnders 16.00 Afsluiting
Zoekt u een leuke hobby? Heeft u interesse? Kom dan naar de bijeenkomst van de insectenwerkgroep voor een terugblik en een vooruitblik. U bent van harte welkom. Datum: Zaterdag 9 april
P.S. Bent u verhinderd en heeft u toch interesse neem dan contact op met: Lucien Calle, 0115-617416,
[email protected] of Joop de Bakker 0114-690482, jdbakker@ zeelandnet.nl.
Na de pauze worden er 3 presentaties gegeven: *Joop de Bakker over de achteruitgang van biodiversiteit *Joop Rijnders over Nachtvlinders *Lucien Calle over onderzoek naar kleinere insecten.
Foto: Verschillende liefeheersbeestjes op een boomstam- Sandra Dobbelaar
2011
vooraf
Vorig jaar is er een nieuwe redactie gevormd en daarmee veranderde ook het uiterlijk en de frequentie van uitkomen van het blad. De meeste mensen waren erg te spreken over de veranderingen. Een enkeling had wat moeite met de overgang en stelde bijvoorbeeld vragen over de kosten en het milieu. De kosten zijn niet gestegen en het blad wordt op milieuvriendelijke manier geproduceerd. De kleuren van het najaarsblad bleken iets te donker en zo zullen er nog wel meer dingen zijn die we moeten aanpassen. We staan open voor opmerkingen en proberen het blad steeds een stukje mooier te maken.
Voorjaarsvergadering woensdag 20 april
De Steltkluut
achteraf 41
Een jaar later....
5
Al aanwezig is een oudere waterpartij omgeven door houtopstanden en een vrij aanzienlijke populatie Rugstreeppadden in de aangrenzende woonwijk . Door middel van peilverhoging van het water en het accentueren van reliëf, kan zich een gevarieerd natuurgebied ontwikkelen. De nog in meer of mindere mate herkenbare oude kreekuitlopers vormen hierbij het uitgangspunt. De laaggelegen kreekbeddinggronden van het oude Kaaytjesgat kunnen
De hoge gronden tussen de Reuzenhoekse dijk en de kreekrest blijven vrij droog, waardoor deze niet geschikt zijn als broedgebied voor kritische weidevogels. Ook op botanische waarde scoren deze zware gronden laag. Vanwege de ligging direct aan de stad
Als de plannen werkelijkheid zijn geworden, krijgen we een natuurgebied met kruiden- en faunarijk grasland, brak water, moeras, zilt- en overstromingsgrasland en een struweelbos. Ten noorden van de kreek is het gebied alleen beleefbaar vanaf wandelpaden langs de randen, in verband met de kwetsbaarheid weidevogelgebied. Ten zuiden van de kreek is er ruimte voor een aantal recreatieve voorzieningen, zoals wandelpaden, een uitzichtsheuvel en bankjes. Het zuidelijk deel krijgt vier entrees zodat toegankelijkheid vanuit de stad Terneuzen gewaarborgd is. Bij de inrichting en het beheer van het gebied zijn meerdere instanties betrokken, namelijk Provincie Zeeland (verwerving gronden, verantwoordelijkheid binnendijkse projecten), DLG (uitvoeren inrichingsmaatregelen), Waterschap (peilbesluiten), Staatsbosbeheer en gemeente Terneuzen (beheersmaatregelen). Naar verwachting begint DLG in 2011 met de uitvoering van de voorgenomen inrichtingsmaatregelen. Uiteraard moeten daarvoor eerst de nodige procedures worden doorlopen. Beleef het zelf Excursies in het reeds bestaande natuurgebied Margarethapolder 1 en 2 worden regelmatig georganiseerd door Staatsbosbeheer. Data staan vaak in het advertentieblad. Annemarie Murre
Joop de Bakker wint Gouden Vlinder Zowat één dag voor het ter perse gaan van deze Steltkluut bleek dat Joop de Bakker als voorzitter van De Insectenwerkgroep de Gouden Vlinder van de landelijke Vlinderstichting heeft gewonnen. Joop van harte gefeliciteerd, we vinden het fantastisch, zeer verdiend en een hele eer. Je bent al 2011
vele jaren een drijvende kracht en op een bezielende wijze bezig met onderzoek, voorlichting, educatie en advisering. Dit nummer is al helemaal opgemaakt, maar in een van de volgende nummers komen we hier uiteraard graag op terug. Lucien Calle
Margarethapolder
Foto: Vogeluitkijkpost
Terneuzen, levert de ontwikkeling van een halfopen gebied met struwelen voor zowel natuurbeleving als natuurwaarden hier het beste resultaat op.
De Steltkluut
Inmiddels is een aaneengesloten gebied van ruim vijftig hectare verworven door de Provincie Zeeland en wordt uitbreiding van het gebied mogelijk. Het uitbreidingsproject heet Margarethapolder 3 met als toevoeging “Kaaytjesgat”. Het betreft de derde fase binnen de begrenzing van de Margarethapolder, met een verwijzing naar de kreekrest die op historische kaarten is aangeduid als “Kaaytjesgat”.
als bouwland. Het nieuwe plangebied grenst direct aan de stad Terneuzen, verder bestaat de omgeving uit open polderlandschap met populierendijken. De kreekrest is gereduceerd tot een smalle sloot en wat laagten in het terrein. De percelen die in 2007 zijn verworven, zijn in 2008 ingezaaid en voorzien van rasters. Ook zijn twee poelen gegraven. Bij compensatie is het van belang de verloren natuurwaarden zoveel mogelijk te benaderen. De ontwikkeling van zoute natuurwaarden heeft bij de Natuurcompensatie Westerschelde prioriteit, maar is hier niet haalbaar, vooral omdat de polder te hoog ligt. Het oppervlaktewater zal licht brak blijven. Het hoofddoel van de derde fase is het ontwikkelen van natuur. Een belangrijk nevendoel is het creëren van recreatief medegebruik.
Foto: Tureluur- Bert van Broekhoven
Deze zomer zijn de planten in het gebied geinventariseerd. In het noordoosten van de Margarethapolder zijn onder andere Fraai duizendguldenkruid, Bleekgele droogbloem, Waterpunge, Gekroesd plakkaatmos, Echt vetmos en Stomp dubbeltandmos gevonden. Specifiekere soorten zoals Strandduizendguldenkruid, Sierlijke vetmuur of Zeevetmuur zijn niet aangetroffen, maar wel ter plaatse talrijk de Rode Lijst-soort Middelst knikmos, pionier van basenrijk nat zand, midden in het gebied Duits viltkruid, eveneens Rode Lijst-soort en Schaafstro, een zeldzame paardenstaart. De vogelwerkgroep van de Steltkluut voert jaarlijks een BMP-project uit in dit gebied om de ontwikkeling van de vogelstand op de voet te kunnen volgen. Uit het onderzoek volgen ook aanbevelingen voor Staatsbosbeheer zoals het tegengaan van verruiging van de vegetatie, waardoor soorten als Kluut en Plevier mogelijk verdwijnen. De Bruine Kiekendief , Buizerd, Torenvalk en Slechtvalk hebben hier hun jachtgebied. Twee broedpogingen van de Bruine Kiekendief zijn dit jaar mislukt, waarschijnlijk door predatie van Zwarte Kraai en/of vossen.
Op grond van historische, bodem- en hoogtekaarten is het plangebied geanalyseerd. De gronden waren tot voor kort in gebruik
Foto: Grauwe Gans Bert van Broekhoven
In de Margarethapolder (Noord) is in 2006 ongeveer tachtig hectare nieuwe natuur gerealiseerd in het kader van het Natuurcompensatieprogramma Westerschelde. Dit natuurgebied bestaat uit (licht brak) water, riet, hooi- en weiland. Het beheer van het gebied is in handen van Staatsbosbeheer die ook zorgt voor geleide excursies buiten het broedseizoen. Er staat een vogelkijkscherm in het gebied en een vogelobservatiepunt bovenop de zeedijk. Als beheersmaatregel vindt extensieve begrazing plaats door runderen in bepaalde delen van het gebied.
verder worden vernat en verschraald door afgraven van de voedselrijke toplaag. De oorsprong van de smalle sloot in het bouwland wordt daarmee weer zichtbaar gemaakt. Uitgangspunt voor de inrichting van het noordelijk deel van het gebied, vormt de op de hoogtekaart nog zichtbare vertakking van de voormalige getijdegeul aan de noordzijde. De structuur kan door ontgraving worden versterkt, met de diepste delen tot onder de laagste grondwaterstand. Er ontstaan overgangen van permanent (zwak) brakwater naar natte graslanden, die deels periodiek inunderen, en drogere graslanden op de hogere delen. In samenhang met het natuurgebied aan de noordzijde vormt dit een broedgebied voor Veldleeuwerik, Tureluur, Gele kwikstaart en Grutto.
Foto: BMP-project
De Steltkluut
Margarethapolder 6
Natuurontwikkeling Margarethapolder 3 “Kaaytjesgat”
7
De Steltkluut
Biotopen Voedselvoorkeur bepaalt de plaats waar de lieveheersbeestjes voorkomen. De een vindt zijn voedsel in de bomen, de ander in het riet, gras of kruidenrijke vegetatie. Daarbij is dan ook nog onderscheid te maken in loofof naaldbomen, droge, vochtige of zelfs natte vegetaties. Het 19-puntlieveheersbeestje is bijvoorbeeld een soort die leeft in natte milieus. Je vindt ze vooral op kruidachtige planten van natte gebieden, zoals riet, grote wederik of zegge. Wil je verschillende soorten lieveheersbeestjes zien, dan moet je in allerlei biotopen zoeken. Die biotopen hoeven overigens niet groot te zijn. Als er maar veel variatie aanwezig is. Kees de Kraker heeft in zijn eigen tuin in Burgh (Schouwen) zelfs elf soorten aangetroffen! Veel soorten leven van insectenlarven. De algemene zevenstip bijvoorbeeld leeft net zoals veel andere soorten van bladluis. Maar ook andere luizen, bladvlooien en larven van bladhaantjes worden gegeten. Sommige soorten eten planten en schimmels. Elke soort heeft een eigen voedselvoorkeur. Het wilgenlieveheersbeestje eet schildluizen die op wilgen of essen leven, het heggenranklieveheersbeestje eet uitsluitend planten uit de komkommerfamilie en het meeldauwlieveheersbeestje leeft van meeldauwschimmels. Het schitterend lieveheersbeestje heeft een
heel bijzondere voedselrelatie met de rode bosmier. Alleen bladluizen die in kolonies van die mieren leven, worden door hen gegeten. In Zeeuws-Vlaanderen is de rode bosmier zeer zeldzaam geworden. De kans dat we het schitterend lieveheersbeestje hier aan zullen treffen is dus maar klein. Inventariseren Als het zonnig weer is kan je de dieren soms zo op bladeren en soms ook op bloemen zien zitten. Er zijn er echter haast altijd veel meer dan je er ziet. Een handige methode om lieveheersbeestjes te pakken te krijgen is met een insectennet slepen langs de bladeren en door de vegetatie. De dieren zitten immers vaak goed verborgen. Veel soorten zijn nachtactief. Enkele daarvan worden regelmatig ook gevangen met lichtvallen, die voor nachtvlinders opgesteld staan. Het op naam brengen van lieveheersbeestjes is niet moeilijk. Met de Velddeterminatietabel voor de lieveheersbeestjes van België (zie literatuur) en een goede loep, kun je de meeste soorten wel benoemen. Een leuke site, die je van dienst kan zijn bij het op naam brengen, is Stippen.nl. Er is door de FSC (Field Studies Council) in Groot-Brittannië een zoekkaart uitgegeven over lieveheersbeestjes. Hoewel de tekst en namen in het Engels zijn, is het een handig determinatiewerk voor de meest algemene soorten. Wie een steentje bij wil dragen aan het in kaart brengen van deze beestjes, raden we aan alle waarnemingen door te geven. Dat kan oa. via Waarneming.nl of Telmee.nl. Voor het compleet maken van de Zeeuwse lijst en het verspreidingsbeeld, worden ook de gegevens van deze sites gebruikt. De resultaten Het is alweer een flinke tijd geleden dat er een artikel is gepubliceerd in De Steltkluut over lieveheersbeestjes. In 1990 presenteerden Johan Calle en Henk Verlinde een overzicht van hun gegevens. Deze auteurs noemden in hun artikel 12 soorten voor Zeeuws-Vlaanderen. Inmiddels is er door o.a. de insectenwerkgroep van het Het Zeeuwse Landschap veel nieuwe informatie verzameld over deze diergroep. Tijd om de balans eens op te maken. In Nederland komen 60 soorten lieveheersbeestjes voor (inclusief microsoorten). In Zeeland zijn nu 26 soorten vastgesteld. In-
Er zullen in de toekomst ongetwijfeld nog wel enkele nieuwe soorten opduiken. De
microsoorten zijn hier overigens buiten beschouwing gelaten. Alle algemenere Nederlandse soorten zijn inmiddels ook in Zeeland waargenomen. De hieronder gepresenteerde gegevens zijn afkomstig van 2 bronnen: Het ORDE bestand van de Insectenwerkgroep van Het Zeeuwse Landschap en www.Waarnemingen.nl.
Kaart 1, Kilometerhokken in Zeeland waarin lieveheersbeestjes zijn waargenomen Bron: ORDE bestand HZL.
In de eerste plaats het dekzandgebied langs de Belgische grens: daar zitten waarschijnlijk inderdaad veel meer soorten dan in het open polderland. Dat geldt natuurlijk ook voor de Braakman. Een vette stip zien we echter ook in Terneuzen, de woonplaats van de schrijvers van dit artikel. Het gaat hier om een zogenaamd waarnemereffect.
Kaart 2, In Oost Zeeuws-Vlaanderen waargenomen lieveheersbeestjes, aantal waargenomen soorten per uurhok (= 5x5 km), kleinste bolletjes: 2 soorten, grootste bolletjes: 14 soorten. Bron ORDE bestand november 2010.
Bij het hierboven getoonde kaartje van Oost Zeeuws-Vlaanderen valt op dat er enkele regio’s zijn waar meer soorten zijn gevonden. 2011
De verschillende soorten Het meest algemeen is het zevenstippelig lieveheersbeestje. Het is een van de grotere soorten en is makkelijk te herkennen. Het heeft rode dekschilden met zeven stippen, witte driehoekige vlekjes op het halsschild en aan de basis van de dekschilden. De zevenstip komt zo’n beetje overal wel voor en leeft van bladluizen. Een andere soort die we tegenwoordig ook overal tegen kunnen komen is het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje. Die wordt ook wel
lieveheersbeestje
Wie kent ze niet, die grappige bolronde kevertjes met hun opvallend gekleurde schilden en stippelpatronen. Lieveheersbeestjes zijn kevertjes die horen tot de familie van de Coccinellidae, met grote en kleine soorten tussen de 2 en 9,5 mm, in het rood, zwart, beige of geel, met stippen of vlekken in verschillende patronen. Een boeiende groep, die best wat meer aandacht verdient. Het is een leuke groep om te bestuderen. De dieren zijn mooi en meestal eenvoudig te herkennen. Natuurlijk heb je daar wel een goede tabel voor nodig. De beestjes kunnen zelfs in het veld of aan de hand van macrofoto’s op naam worden gebracht. Bovendien kent deze insectengroep, anders dan veel andere, niet al te veel soorten. Heb je een beestje gevangen dan is het handig dit in een klein doorzichtig potje of buisje te doen. Je kunt de vangst dan goed bekijken. Kom je er in het veld niet uit, dan kun je thuis met goede verlichting, determinatietabel en eventueel een binoculair nog eens rustig kijken.
middels zijn er in Oost Zeeuws-Vlaanderen 22 soorten opgemerkt. Er is slechts één soort die voor 1990 wel is vastgesteld en daarna niet meer, namelijk het hiërogliefenlieveheersbeestje (van de Smidsschorrepolder te Axel).
De Steltkluut
lieveheersbeestje 8
Lieveheersbeestjes in Oost Zeeuws-Vlaanderen
9
Kolom 1, ORDE, aantal uurhokken in Zeeland Kolom 2, Waarnemingen.nl, aantal uurhokken in Zeeland Kolom 3, ORDE, aantal uurhokken in Z.Vl Kolom 4, Waarnemingen.nl, aantal uurhokken in Z.Vl Kolom 5, ORDE, aantal Km hokken Oost Z.Vl.
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
1
2
3
4
5
1
Adalia bipunctata
Tweestippelig l.
18
17
7
5
4
2
Adalia decempunctata
Tienstippelig l.
21
8
11
1
9
3
Anatis ocellata
Oogvlekl.
7
0
2
0
2
4
Anisosticta novemdecimpunctata
Negentienpuntl.
8
0
7
0
5
5
Aphidecta obliterata
Bruin l.
3
0
3
0
4
6
Calvia decemguttata
Tienvlekl.
4
2
2
1
2
7
Calvia quatuordecimguttata
Roomvlekl.
13
8
8
1
12
8
Chilocorus bipustulatus
Heidel.
1
0
0
0
0
9
Chilocorus renipustulatus
Wilgenl.
4
5
3
2
2
10 Coccidula scutellata
Gevlekt rietkapoentje
0
3
0
0
0
Alleen Z-Beveland
11 Coccinella hieroglyphica
Hierogliefenl.
1
0
1
0
1
Alleen Smidschorre
12 Coccinella septempunctata
Zevenstippelig l.
71
Veel
33
13 Coccinella undecimpunctata
Elfstippelig l.
27
43
8
13
3
14 Coccinella quinquepunctata
Vijfstippelig l.
1
2
1
2
4
15 Exochomus quadripustulatus
Viervlekl.
11
16
6
2
7
16 Halyzia sedecimguttata
Meeldauwl.
12
11
6
14
6
17 Harmonia quadripunctata
Harlekijnl.
4
2
4
2
3
18 Harmonia axyridis
Veelkleurig Aziatisch l.
56
Veel
26
19 Henosepilachna argus
Heggenrankl.
3
10
1
2
0
20 Hippodamia variegata
Ruigtel.
11
22
5
7
4
21 Myrrha octodecimguttata
Achtienstippelig l.
1
0
0
0
0
22 Oenopia conglobata
Vloeivlekl.
1
3
0
1
23 Propylea quatuordecimpunctata
Veertienstippelig l.
23
27
14
6
24 Psyllobora vigintiduopunctata
Tweeentwintigstippelig l
23
22
13
5
8
25 Subcoccinella vigintiquatuorpunctata Vierentwintig stippelig l
2
0
1
0
1
26 Tytthaspis sedecimpunctata
12
8
7
2
3
Zestienpuntl.
Alleen Haamstede
Veel Veel
Lieveheersbeestjes in Zeeland en Oost Zeeuws-Vlaanderen In onderstaande tabel wordt per soort een overzicht gegeven van het aantal uurhokken in Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen en het aantal kilometerhokken in Oost ZeeuwsVlaanderen waar de soorten zijn waargenomen. Daarbij moet worden aangetekend de databestanden nog snel groeiend zijn. Het beeld dat we nu hebben van de verspreiding van de soorten zal daarom in de toekomst waarschijnlijk weer snel aangepast kunnen worden.
Dank De gegevens zijn afkomstig oa. van Anton Baaijens, Elias de Bree, Ron Brouwer, Johan Calle, Luciën Calle, Niels-Jan Dek, Sandra Dobbelaar, Robert Jan Goossens, Chiel Jacobusse, Kees de Kraker, Johnny Rommens en Henk Verlinde. Een speciale vermelding verdient echter Peter Meininger, die consequent alle lieveheersbeestjes heeft genoteerd en ingevoerd, en zodoende een flink deel van de gegevens op zijn naam heeft.
Nog in Oost Zeeuws-Vlaanderen te verwachten soorten In de tabel op blz. 10 wordt een overzicht gegeven van de soorten die eventueel nog in Oost Zeeuws-Vlaanderen te verwachten zijn. De aanname hiervoor is gebaseerd op de gegevens uit Adriaens T. & D. Maes, 2004.
* Adriaens T. & D. Maes, 2004, Voorlopige verspreidingsatlas van lieveheersbeestjes in Vlaanderen, JNM, Bertram 2. * Baugnée J.., E. Branquart en D. Maes, 2001, Velddeterminatietabel voor de Lieveheersbeestjes van België, Jeugdbond voor Natuurstudie en Instituut voor Natuurbehoud Brussel. * Calle J. & H. Verlinde 1990, Lieveheersbeestjes in Zeeuws-Vlaanderen, De Steltkluut 20, 2 * Calle L. 2004, Aziatisch lieveheersbeestje verovert de Zeeuwse polders, BN / De Stem, * Gunst de J. de, 1978, De Nederlandse Lieveheersbeestjes, Wetenschappelijke Mededelingen nr. 125 , KNNV, Hoogwoud. * www.stippen.nl, - www.waarneming.nl, -www.Telmee.nl
Tabel 2, eventueel nog te verwachten soorten in Oost Zeeuws-Vlaanderen
Bronnen/literatuur:
Naam
Biotoop
Status
1
Heidel.
Heide, op struikheide en bomen
Vrij zeldzaam
2
Zwart l.
Heide en brem
Vrij Zeldzaam
3
Dertienstippelig l.
Natte gebieden, moerassen, op zegges, riet Vrij zeldzaam
4
Achttienstip
Dennebossen, zwarte en grove den
Vrij algemeen
5
Gestreept l.
Bosranden, naaldbomen
Vrij zeldzaam
6
Heggerank l.
Heggerank
Zeldzaam
3
7
Vloeivlek l.
Bossen, struweel, tuinen
Vrij algemeen
14
8
Gevlekt rietkapoentje
Alleen O.Z-Vl.
Alleen Z-Vl.
Veel Veel Alleen kuststreek Alleen Oranjezon
Vrij zeldzaam Luciën Calle en Sandra Dobbelaar
2011
lieveheersbeestje
De Steltkluut
Tabel 1, Overzicht van Lieveheersbeestjes in Zeeland en Oost Zeeuws-Vlaanderen
Foto: Larve van heggeranklieveheersbeestje - Lucien Calle
De Steltkluut
varieerde kleinschalige biotopen, zoals die op het dekzandgebied ruim voorhanden zijn. Anderzijds zijn veel soorten gebonden aan bosranden, die in Oost Zeeuws-Vlaanderen ook in grotere mate aanwezig zijn dan in de rest van Zeeland. Een viertal Zeeuwse soorten is nog niet in Oost Zeeuws-Vlaanderen aangetroffen. Twee van deze soorten zijn in Zeeland verder maar van één plek bekend, het heidelieveheersbeestje alleen van Haamstede en de achttienstip alleen van Oranjezon. Het heggenranklieveheersbeestje is in Zeeland alleen langs de kust aangetroffen, in Nederland verder alleen in het Oosten. Bij het gevlekt rietkapoentje speelt misschien mee dat deze soort niet vaak als lieveheersbeestje herkend wordt.
Foto: Oogvlek lieveheersbeestje- Sandra Dobbelaar
lieveheersbeestje 10
kortweg hax genoemd, naar een afkorting van zijn wetenschappelijke naam. Haxen zijn niet inheems. Ze zijn ontsnapt uit kassen waar ze gebruikt werden voor de bestrijding van bladluizen. Haxen zijn erg vraatzuchtig en er wordt gevreesd voor een mogelijk schadelijk ecologisch effect. Zo zouden de andere lieveheersbeestjes weggeconcurreerd kunnen worden. Er zijn waarnemers die beweren dat in hun regio nu al duidelijk minder andere soorten, zoals de zevenstip voorkomen. Aan de hand van de gegevens die we nu hebben kunnen we dit echter nog niet hard maken. Er zijn opvallend veel soorten in (Oost) Zeeuws-Vlaanderen aangetroffen, die niet of veel minder in de andere delen van Zeeland opgemerkt werden: Het hiërogliefen lieveheersbeestje en de vijfstippel, bijvoorbeeld alleen in O. Z.Vl. Het harlekijntje alleen in Zeeuws-Vlaanderen. De negentienpunt, tienvlek, veertienstip, wilgenlieveheersbeestje en de vierentwintigstip, allen meer in Oost Zeeuws-Vlaanderen dan elders. Gedeeltelijk berust dit op een waarnemers effect, omdat in deze regio veel intensiever gekeken is. Daarnaast is het waarschijnlijk toch ook wel een reëel beeld, dat enerzijds te verklaren is door de voorkeur van veel soorten voor ge-
11
Nieuwe meldingen: Nieuwe meldingen kunt u sturen naar
[email protected]. De voorkeur gaat uit naar registratie via www.waarneming.nl. Bij de waarnemingen indien mogelijk vermelden: datum, aantal, leeftijd, geslacht, ter plaatse of overtrekkend en dergelijke. Gebruikte afkortingen: Laagwatertelling Saeftinghe LWT, Hoogwatertelling Saeftinghe HWT, Diverse waarnemers = Div.wrns, Braakman-Noord BN, BraakmanZuid BZ, Telpost Margarethapolder TELM, Telpost ’t Hellegat TELH, Autriche Polder AP, Verdronken Land van Saeftinghe VLVS, Groot Eiland GE. Futen tot en met eenden: Op 7-11 en 14-11 verbleef een IJsduiker in VLVS. (HC), een 2e werd gezien op 27-11 bij het Paulinaschor (PD). Op 31-12 werd in BN een Kuifduiker gezien. (YP, DA). Op 27-11 was in de Braakmanhaven een Roodhalsfuut te zien (PD). De Roerdomp is door de koude inval vanaf half december meer dan gebruikelijk gezien. Het betrof steeds solitaire vogels: 16-10 Canisvliet (JB), 18-12 Overslag (EM), 19-12 overvliegend TELM (BvB), 24-12 Omgeving Spaarbekkens (MC,JL), 26-12 bij Paal (GL), 27-12 Graauw
op 2-10 (1) VLVS (MJ), 2-10 (1) TELM (JK, BvB,AW), 3-10 (1) TELH (MC,HB) deze werd even later ook gezien op TELM (PMe, BvB, HM, PM), 10-10 (1) TELM) (BvB, HM) en 30-10 (1) HM. De Rode Wouw werd op 2-10 en 3-10 overvliegend bij TELM gezien (BVB, AW, PM, PMe, HM). Een 3e exemplaar werd op 24-12 gezien bij het Clingese Bos (AW). De schaarse Grauwe Kiekendief werd op 10-10 waargenomen door DvO. De Havik krijgt hier nog niet echt voet aan de grond. Slechts 3 waarnemingen: 1-10 (1) bij Kloosterzande (HB), 10-12 (1) bij Axel (EM) en op 30-12 in in VLVS (LB). Dit najaar waren er opvallend veel Ruigpootbuizerden. Er waren er minstens 7 aanwezig in onze regio. De locaties: BN, VLVS, Hellegatschor, Paulinaschor, Walsoorden, Canisvliet, Terneuzen, TELM en Philippine (div. wrns.). In BN zag HC op 15-10 een Krombekstrandloper. Buiten VLVS is de Kleine Strandloper alleen gezien in AP en wel op 14-10 (2) (LB). In VLVS steeds 1 op 10-10, 6-11 en 7-11 (MJ, HC). Het onopvallende Bokje werd 5 keer waargenomen: 1 opvliegend op 2-11 bij Hoek (PM, PdK), op 6-11 (5) BN (HC), 27-11 (2) BN (GB), 1-12 (3) bij TELM (HM, BvB) en op 7-12 (1) in de St. Jansteenspolder (HC). Een mogelijke Baltische Mantelmeeuw (herkenbaar aan zijn zeer donkere mantel) werd op 16-10 bij BN waargenomen. (HC). Vier meldingen van de Velduil: 13-10 (1) nabij Axel (LB), 17-10 (1) bij Ossenisse (LC), 27-11 (1) bij Hoek (YvH) en 22-12 (1) bij het Paulinaschor (SL) Duiven tot en met gorzen: De IJsvogel heeft het zowel deze als vorige winter moeilijk. Ze zijn gelukkig niet helemaal verdwenen. De meldingen: 2-10 (1) Kloosterzande (AW), 5-10 (2) Zuiddorpe (AW), 7-10 (1) Hulst (RD), 15-10 (1) AP (AW), 22-10 (1) BN (HC), 24-10 (1) BN (HC), 30-10 (1) BZ (SV), 10-11 (1) Westdorpe (AW), 29-11 (1) BN (MK), 29-11 (1) Philippine (RR), 3-12 (1) BN (PM), 4-12 (1) Hulst 2010
(SvdH), 4-12 (1) Paulinapolder (PD), 11-12 (1) Othene (JM), 12-12 (1) BN (AS,HV), 17-12 (1) Koewacht (LP), 18-12 (1) Hoek (YvH), 2812 (1) Hoek (BdM), 29-12 (1) Eendragtpolder (LB). Van de schaarse Strandleeuwerik werden er 2 gezien bij Ossenisse (MvdB). Op 26-10 was er massale trek van Veldleeuwerikken. Op TELM zijn er die dag 656 geteld, de grootste groep was 120 stuks (HM,BVB). Op 21-11 zag HC een Rouwkwikstaart in BN. Deze wintermaanden werd de Grote Gele Kwikstaart weer op diverse plaatsen in de bebouwde kom gezien. In Othene op 2212 zelfs in een tuin (JM) (Zie foto). Op 3-10 vloog er een groepje van 5 over TELM. (BvB, PM, PMe, HM). Vanaf 18-10 tot 2-11 hebben
we mogen mee genieten van de invasie van de Pestvogels. De grootste groep, tot maximaal 55 vogels, bevond zich bij het winkelcentrum Serlippens in Terneuzen. Velen zijn er een kijkje gaan nemen. Op waarneming.nl zijn ook vele foto’s te vinden van deze fotogenieke vogels. De overige locaties: 18-10 (1) BN (TM), , 27-10 (1) Axel (LB), 28-10 (4) Philippine (AK), 29-10 (9) Walsoorden (KV), 31-10 (30) bij Zwembad Oude Vaart In Terneuzen (JW), 31-10 (18) wijk Zeldenrust Terneuzen (MC). 8-11 (1) Hoek (YvH), 2-12 (1) Terneuzen (MJ), 27-12 (1) Hulst (RR), 28-12 (1) Terneuzen (EN). Slechts 4 meldingen van de Cetti’s Zanger: 9-10 (1) BN (PM), 24-10 (1) BN (HC), 25-10 (3) BN (HC), 5-11 (1) Hoek (BdM),
veldwaarneming
De Steltkluut
Regio: Midden en Oost Zeeuws-Vlaanderen (Paulinaschor tot en met Saeftinghe).
(AW), 30-12 GE (RRe,EM). Er zijn 2 meldingen van Koereigers: 20-10 (3) nabij Axel (TvD) en 20-11 (1) de Putting (HC). Tussen 6-11 en 31-12 waren in BN max. 5 Wilde Zwanen aanwezig. Verder op 31-10 nog 2 bij AP (JB) en 8 overvliegend bij Terneuzen (MB). Kleine Zwanen waren dit najaar in behoorlijke aantallen aanwezig. De 1e werden gemeld op 16-10 en het maximale aantal was 363 op 31-12 in BN. In de laatste week van december was er, wellicht ten gevolge van de zware sneeuwval, in Nederland opvallende trek van Knobbelzwanen. Op TELM zijn er op 25-12 50 langs gevlogen waaronder een groep van 18. Kleine Rietganzen zijn op de volgende plaatsen gezien: 14-10 (1) bij de AP (LB), 2711 (49) overvliegend bij TELM, 11-12 (1) in de Koudepolder (HC), 29-12 (2) bij Ossenisse (LB), 30-12 (2) bij Kloosterzande (PMe, PW) en 30-12 (1) bij Zaamslag (LB). Witbuikrotganzen zijn in onze regio uitermate zeldzaam. Tussen 27-12 en 31-12 waren er bij ‘t Hellegat tot max. 21 aanwezig (div wrns.). Op 27-12 en 28-12 waren er 6 aanwezig bij TELM (BvB,AK). Vermeldenswaard is de uitgesproken sneeuwtrek van ganzen op 20-12. Jaap en Jos Kolijn zagen die dag (in enkele uren) op TELM 10709 Kolganzen en 4217 Brandganzen overvliegen. Ongekend hoge aantallen voor onze streek. Op 26-10 is een Roodhalsgans opgemerkt in een grote groep Kolganzen nabij Hulst (GD). Twee meldingen van Zwarte Zee-eend: 4-11 (1) VLVS (CdS), 20-11 (1) bij Ossenisse tijdens de Zeeuwse vogelaarsdag (div wrns.). Met name in december meldingen van het Nonnetje: Van 11-12 tot 30-12 (1 tot 6) in BN (HC, PD), 25-12 (1) bij het Paulinaschor (PD), 27-12 (4) bij Zandberg (HB). Vanaf 20-11 zijn op diverse plaatsen Grote Zaagbekken gezien tot max. 7 stuks op de bekende plaatsen. BN, Otheense kreek en in de omgeving van Hulst. (div. wrns.). Roofvogels tot en met Sterns: In oktober werden de laatste Visarenden gezien:
Foto: Rotgans - 2-1-11 Bert van Broekhoven
De Steltkluut
In onderstaand overzicht zijn alleen bijzondere waarnemingen van vogels vermeld. Meldingen die na 5-1-2011 werden ontvangen zijn niet verwerkt. De geplaatste foto’s zijn allemaal gemaakt in onze regio. Langs deze weg wil ik alle waarnemers bedanken voor de aangeleverde gegevens. Marcel Capello wordt bedankt voor het beoordelen van de inhoud van dit artikel en het geven van opmerkingen en aanvullingen.
Foto: Grote Gele Kwikstaart - 22-12-10 - J. Meertens
veldwaarneming 12
Waarnemingen 1-10-2010 t/ m 31-12-2010
13
D. Acke (DA), L. Bekaert (LB), G. Boelens (GB), J. Bokelaar (JB), M. vd Bril (MvdB), M. Broeckaert (MB), B. v Broekhoven (BvB), H. Bun (HB), L. Calle (LC), M. Capello (MC), H. Castelijns (HC), P. Dhaluin (PD), G. Driessens (GD), T. v Dijk (TvD), C. Emeleer (CE), Y. v Heese (YvH), A. V. Herreweeghe (AvH), R. d‘Hondt (RD), M. Jeurissen (MJ), M. Jonkman (MJo), P. de Keuning (PdK), M. Kiefer (MK), A. Kind (AK), M. Knipping (MK), J. Labeij (JL), G. Leys (GL), S. Lilipaly (SL), P. Maas (PM), E. B. d Maat (BdM), Matthijs (EM), J. Meertens (JM), P. Meininger (PM), K. Minnaar (KM), T. Moens (TM), E. Neve (EN), D. v Oijen (DvO), L. Persijn (LP), Y. Pieters (YP), R. Remmerts (RRe), R. Remijnse (RR), A. Seynaeve (AS), C. d Schepper (CdS), F. Tombeur (FT), J. Tramper (JT), , H. Vandevoorde (HvdV), K. Vledder (KV), B. Vroegindeweij (BV), S. Vyncke (SV), A. Wieland (AW), P. Wolf (PW).
Bert van Broekhoven
Het jaar van de Boerenzwaluw Sovon en Vogelbescherming hebben 2011 uitgeroepen tot het jaar van de Boerenzwaluw. Deze typische boerenlandvogel is allang niet zo algemeen meer als vroeger. De populatie is de afgelopen 40 jaar met 50 tot 75% afgenomen. De reden van de afname is niet geheel bekend. Daarom wordt er in het kader van dit project extra onderzoek uitgevoerd. Als er bij u Boerenzwaluwen broeden kunt u meedoen met een onderzoekje. Er is een laagdrempelige publiekstelling. Voor wie een extra inspanning wil leveren kan meedoen met een onderzoek naar de nestplaatskeuze of een meerjarig monitoringsprogramma opzetten. Mochten er bij u geen Boerenzwaluwen broeden, maar wilt u toch meedoen met het onderzoek, neem dan con-
tact op met de locale vogelwerkgroep; www.steltkluut.nl of www.duumpje.nl Op de website www.hetjaarvandeboerenzwaluw.nl is veel informatie te vinden hoe u de Boerenzwaluw op uw erf kunt helpen.
In de zomer van 2010 werden door EIS (stichting European Invertebrate Survey) vrijwilligers geworven voor een onderzoek naar het voorkomen van rivierkreeften in Nederland. De laatste decennia neemt het aantal meldingen van uitheemse rivierkreeften (exoot) in Nederland sterk toe. Een exoot is een plant, dier, of ander organisme, die van nature niet in Nederland voorkomt. Deze exoten komen door menselijk handelen in ons land terecht. De laatste decennia gaat het hier om steeds meer soorten. Een groot aantal wordt geïmporteerd voor in vijvers en vormen een groot probleem in de natuur. In het geval van rivierkreeften is de import, voor kweek voor consumptie of voor aquaria/ vijvers. Sommige ontsnappen uit het kweekbassin of worden bewust uitgezet als het aquarium of de vijver overbevolkt dreigt te raken. Het gaat hierbij niet om soorten die elders in Europa inheems zijn en door klimaatsverandering oprukken naar Nederland. Een deel van de exoten voelt zich prima thuis in z’n nieuwe omgeving. Deze soorten kunnen zich vestigen in onze natuur en zich snel vermeerderen omdat in veel gevallen de natuurlijke vijanden ontbreken. Dit zijn de zogenaamde invasieve exoten. Een groot deel van deze invasieve exoten kunnen een probleem veroorzaken voor onze eigen (inheemse) natuurwaarden. Of ze zorgen voor andere problemen, het bijvoorbeeld over-
2011
groeien waterlopen. De uitheemse rivierkreeften verdrijven de inheemse rivierkreeft (die op slechts enkele plaatsen in Nederlandse beken voorkomt). Bovendien beïnvloeden de uitheemse rivierkreeften de waterkwaliteit negatief. Omdat de toename van de uitheemse rivierkreeften bijzonder snel gaat wil men graag een beeld hebben van de huidige situatie. Via EIS werden speciale fuikjes verstrekt, die per 3 stuks uitgezet moesten worden in waterlopen. Deze moesten 3 nachten blijven staan en na iedere nacht gecontroleerd worden. Voor het onderzoek werd een speciale vergunning in het kader van de Flora- en Faunawet verstrekt. In Zeeland was relatief weinig belangstelling van vrijwilligers om mee te doen. Dus zijn er in Zeeuws-Vlaanderen maar 7 waterlopen bemonsterd. Op de meeste plaatsen werden er geen kreeften gevangen. Bij de Moerspuische watergang was het raak. Er werden 2 Turkse rivierkreeften gevangen. Een nieuwe soort voor de Zeeuws Vlaamse natuur, op zich een leuke vangst, maar zeker gaan aanwinst. Vermoedelijk komen de kreeften vanuit België naar onze waterlopen. Enige jaren geleden hadden we tijdens een vleermuisonderzoek als eens kreeften gezien bij een kreek (in België) die aansluit op de Moerspuische watergang. Mogelijk wordt volgend jaar het onderzoek herhaald en uitgebreid. Alex Wieland
rivierkreeften
De Steltkluut
Foto: Turkse revierkreeft
Hieronder volgen de namen van de mensen, van wie ik gegevens heb verwerkt in bovenstaande. De afkortingen zijn in de tekst verwerkt.
Foto: Onderaanzicht van een Turkse revierkreeft
De Steltkluut
7-11 (1) ter plaatse bij TELM (BvB, BV, AvH). Baardmannen zijn zoals gewoonlijk weer vooral in Saeftinghe (-50) gezien. Overige locaties: TELM(8), Koewacht (4) , BN (11), Gat van Pinte (2). 3 meldingen van de Buidelmees: 8-10 (1) TELH (HB), 31-10 (1) Axel (LB) en de vangst van 3 stuks in VLVS op het ringstation (KM,JT). Leuk zijn de meldingen van Fraters: 14-11 (50) VLVS (HB), 11-12 (25) Paulinaschor (PD) en 30-12 (40) VLVS (LB). De meldingen van de IJsgors (2-10, 6-10, 6-11, 27-12) en de Sneeuwgors (8-10, 20-12, 25-12, 30-12) zijn allemaal van TELM en TELH. Het betrof steeds solitaire vogels. De Geelgors werd tussen 5-11 en 30-12 tot max. 7 stuks gezien bij St. Jansteen door AW. Verder alleen Geelgorzen op TELH op 22-10 (1) en 26-10 (2) (HB). Ook op TELH werden diverse Grauwe Gorzen gezien (MC, HB) 1 op 8-10, 1 op 17-10, 1 op 25-10, 4 op 26-10, 3 op 28-10, 3 op 29-10 en 5 op 6-11 (MC en HB). De enige andere melding kwam van TELM (1) op 29-10 (BvB). Verder werd op 26-10 en 6-11 op TELH 1
Exoten: Een Grijskopparkiet werd op 23-12 bij Canisvliet gezien door FT. Een Halsbandparkiet, die in de randstad inmiddels in grote groepen voorkomt, werd overvliegend gezien op 19-11 bij Hoek. Van 19 tot 21-11 was een Bahamapijlstaart aanwezig op de spaarbekkens (HC). 2 meldingen van de Casarca: 16-10 (1) BN (HC) en 19-10 (1) AP (LB). Op 2-11 heeft LB bij AP een Chileense Smient gezien.
Foto: Turkse revierkreeft
Foto: Badende Tjiftjaf -E. Neve
veldwaarneming 14
Rivierkreeften in Zeeuws-Vlaanderen
Europsese Kanarie waargenomen. (HB).
15
april
‘t Stekkertje
Zaterdag 25 en zondag 26 juni: Kamp: op zoek naar muizen, vleermuizen en andere nachtdieren Plaats: Kruisdreef 1, Zuiddorpe Tijd:19.00u Contact: Anja van der Giesen, 0115-617524 of
[email protected] Meenemen: tent, slaapzak, eten en drinken voor ’t ontbijt, warme kleding voor ’s nachts, lange broek, laarzen of dichte schoenen i.v.m. brandnetels, zaklamp. Let op: er kunnen maximaal 25 kinderen mee. In een prachtig bos met verschillende soorten bomen, mogen we dit keer onze tenten opslaan. Valletjes worden gezet om muizen te vangen, maar we gaan ook vleermuizen luisteren en nachtvlinders lokken met heerlijke fruitstroop.
De Agenda
Vrijdag 24 juni: Een wandeling door het kleinschalig landschap van St Jansteen (duur circa 2-3 uur) Tijd: 19.00 uur Plaats: bij slagboom op het einde van de Heerstraat te Sint Jansteen Contact: Alex Wieland 06-123 521 69 of
[email protected] Let op: excursie is exclusief voor leden van de Steltkluut. We maken een tocht door het kleinschalige landschap in het waterwingebied St Jansteen. Recent zijn maatregelen uitgevoerd die kenmerkend zijn voor dit landschap van een eeuw geleden. De wandeling gaat door een collectieboomgaard van oude fruitrassen en we bezoeken akkers. Hier worden ook de graangewassen uit die tijd verbouwd. Het overige deel van de wandeling gaat langs de vagen waar vroeger het vlas werd geroot en waar mooie solitaire bomen staan.
Zondag 5 juni: Natuurontwikkelingsproject Pereboomsgat-Noord bij Koewacht Tijd: 10.30 uur Verzamelplaats: Kruispad 26, Koewacht Contact: Luud Persijn 0114-362521 of
[email protected] In 2010 is hier ca. 9 ha. nieuwe natuur ingericht. Voornamelijk bloemrijk grasland met enkele poelen en kreekarmen. Nu de graafmachines weg zijn en de rust is weergekeerd kijken we naar het resultaat. Duur van de excursie 1 à 1.5 uur.
Zondag 22 mei: Wandeling langs de zuidkant van de Grote Vogel (bijna 7km) Tijdstip: 09:30 tot + 12:00 Plaats: oude school te Pauluspolder (bij Vogelwaarde) Contactpersoon: Marc Buise 0114-370244 of
[email protected] Wandeling door enkele van de oudste polders van onze streek. De Grote Vogel, die de zuidgrens vormt van de Kop van Ossenisse en een van onze mooiste kreken is, staat hierbij centraal. We staan uitgebreid stil bij de nieuwe natuur, die hier een vijftal jaren geleden is aangelegd, met een kans op leuke verrassingen.
Zaterdag 21 mei: Insectenflat bouwen Tijd:10.00u Plaats: plantenkas kinderboerderij van Tragel Zorg Sterredreef 50, Clinge Contact: Anja van der Giesen, 0115-617524 of
[email protected] Meenemen: voor deze activiteit kunnen we veel verse groene bamboe, holle takjes, bakstenen met gaatjes er in, een stevige oud fruitkist, hooi en oude stenen bloempotten gebruiken. Kijk even of je nog iets hebt dat we kunnen gebruiken. Wij zorgen ook zelf voor spullen, maar iets extra’s is altijd welkom.
Zaterdag 14 mei: Natuurmarkt, in samenwerking met markt Groei en Bloei Tijd: 9.00-16.00 uur Plaats: De Baeckermat, Westdorpe Contact: Natuur&Zo, Terneuzen Deze keer werken we samen met Groei en Bloei die een uitgebreide markt bij de Baeckermat neerzet.
Zondag 8 mei: Natuurontwikkelingsproject Pereboomsgat-Noord bij Koewacht Tijd: 10.30 uur Verzamelplaats: Kruispad 26, Koewacht Contact: Luud Persijn 0114-362521 of
[email protected] In 2010 is hier ca. 9 ha. nieuwe natuur ingericht. Voornamelijk bloemrijk grasland met enkele poelen en kreekarmen. Nu de graafmachines weg zijn en de rust is weergekeerd kijken we naar het resultaat. Duur van de excursie 1 à 1.5 uur.
Zaterdag 7 mei: Kleine insecten Tijd: 10.00 uur Plaats: Waterleiding bossen St. Jansteen. Verzamelen: bij het pompgebouw aan de Heerstraat te St. Jansteen. Contact: Luciën Calle, 06-22792100 of
[email protected] Let op: excursie is exclusief voor leden van de Steltkluut. De Waterleidingbossen zijn ontzettend rijk aan verschillende biotopen en dus ook aan flora en fauna. De vele bloemen zijn niet alleen schitterend, maar is ook van belang voor vele groepen insecten, zoals zweefvliegen, bijen, wespen en sprinkhanen.
Donderdag 28 april: Amfibieën in drinkputten Tijd: 19.00 uur Plaats: Zaamslagsedijk Zaamslag, verzamelen op het erf. Contact: 0115-617417
[email protected] Meenemen: laarzen Om te weten te komen wat er allemaal zit aan kikkers, padden en salamanders, plaatsen we speciale fuiken in het water. De excursie is op 28 april, maar dit onderzoek duurt wel 3 avonden. Als je wilt kun je ook elke avond mee. Informeer hiernaar. Deze activiteit is alleen voor tussengaaien.
Zaterdag 23 april: Werken in het bos te St Jansteen Tijd: 9.45u Plaats: Parkeerplaats Heerstraat St Jansteen. Contact: Lucien Calle, 06-22792100,
[email protected], Opgave verplicht Nog wat laatste klusjes, zoals aan het heideveldje. We pauzeren in het bos, dus zelf een picknick meenemen.
Donderdag 21 april: Vergadering Vogelwerkgroep “De Steltkluut” Tijd: 19.30uur Plaats: Buurthuis Oudelandse Hoeve, Edvard Grieghof 113 Terneuzen Contact: Bram Vroegindeweij,
[email protected] Belangstellenden, of zij die wat meer willen weten over de vogelwerkgroep zijn eveneens van harte welkom.
Woensdag 20 april: Voorjaarsvergadering Tijd: 19.30 uur Plaats: De Halle te Axel Contact: Lucien Calle, 06-22792100,
[email protected], Met presentatie Stadsvogelonderzoek en overhandiging Rapport aan Wethouder van Hulle. Zie elders deze Steltkluut.
Zaterdag 16 april: Werken in het bos te St Jansteen Tijd: 9.45 uur Plaats: Parkeerplaats Heerstraat St Jansteen. Contact: Lucien Calle, 06-22792100,
[email protected]. Opgave verplicht! Nog wat laatste klusjes, zoals aan het heideveldje. We pauzeren in het bos, dus zelf een picknick meenemen.
Vrijdag 15 april: Dieren in de avondschemering Tijd: 19.00 uur Plaats: Groot Eiland, verzamelen aan de Nieuwe zeedijk Meenemen: verrekijker Contact: Marjon Spruyt, 0114-314280 of
[email protected] Een muisstille uil, een luid snuffelende egel, een groepje rennende reeën, of misschien wel een snelle vos... Wie weet wat we allemaal te zien krijgen als we stilletjes de bosranden afspeuren. Vergeet je verrekijker niet!
Zaterdag 9 april: Bijeenkomst 25 jaar Insecten Werkgroep Tijd: 13.00u tot 16.00 uur Plaats: De Halle te Axel Contact: Joop de Bakker, 0114-690482 of
[email protected]. De leden van het eerste uur zijn inmiddels 25 jaar ouder en het is tijd voor verjonging, bezinning, vernieuwing en overdragen van kennis. Zie elders deze Steltkluut
Excursies, wandelingen, fietstochten
Steltkluut ‘t Stekkert. Tussengaai.
mei juni
Tussengaai.
Steltkluut
Steltluut
Steltkluut
Tussengaaien
Knotvogel werkgr. werkgr.
Steltkluut
Knot- ‘t Stekkert. insetenwerkgr. Tusseng. werkgr.
De Agenda ‘t Stekkert. Steltkluut Steltkluut
De Steltkluut
16 17
Al jaren huist er in onze tuin een zwam op een boomstronk. Dat is dan ook de reden dat het stronkje er nog altijd staat. Ik wist dat die er zat maar nooit eerder was ik op zoek gegaan naar een naam. Tot hij mij opviel doordat er een soort glans overlag. Dan toch maar eens een foto gemaakt en in de boeken gedoken. Nog een beetje gekeken en geroken. Wat mij verder opviel was dat het oppervlak bikkelhard was. Nu kon de speurtocht beginnen. En na lang puzzelen kwam ik uit op een tonderzwam. Toch nog een beetje twijfelend dacht ik bevestiging te kunnen zoeken op waarneming.nl. Toen bleken er ineens verschillende soorten tonderzwam te bestaan. Vooralsnog hield ik het op echte tonderzwam. De dagen verstreken en toen verscheen er een opmerking. Ik moest eens kijken naar waslakzwam (Ganoderma pfeifferi).
ken je deze?
Foto: Misschien een Waslakzwam- Bas de Maat
De Steltkluut 18
deze pagina is leeg vanwege het layout, omdat het Stekkertje met een rechte pagina begint- is alleen bij de opmaak niet in het boekje
Niet geheel overtuigd veranderde ik de waarneming in waslakzwam. Het zou leuker zijn als tonderzwam dat wel, alleen leek hij niet echt op andere waslakzwammen. Qua vindplaats voldoet hij prima. Op stammen en stronken van oude loofbomen (beuk, eik) in parken en landgoederen op klei. Hij zit op een stam, die wellicht al oud is. De soort zou ik niet durven zeggen. Nou zou ik ons onderkomen geen landgoed willen noemen, maar de tuin is al redelijk oud. En we wonen midden in de klei. Parasitair. Hmm op een oude dode stam. Valt weinig uit te halen denk ik dan. Zodoende gaat deze zwam nu door het leven als waslakzwam. Wie bevestigt dit, of wie durft er meer over te zeggen?? Bas de Maat
Geef je mail adres door! Tegenwoordig sturen we vaak nog een mailtje als er een activiteit voor de Stekkertjes of Tussengaaien aankomt. Soms komt er ook wel eens een activiteit tussendoor, die niet in de agenda staat. Ook dat melden we dan het liefst per mail. We hebben echter lang niet van iedereen een mailadres. Wil je ook graag op de hoogte zijn van alle activiteiten? Stuur dan een mail naar Anja van der Giessen:
[email protected] 2011
Foto: Op excursie- Lucien Calle
planten
Zit niet zo te zwammen
1
Iedereen kent het madeliefje. Is het geen lief bloempje? Maar wie een gazon als een groen biljartlaken wil, baalt als er madeliefjes staan. Vlug met de maaier eroverheen! Ha ha… madeliefjes laten zich lekker niet uitroeien. Juist door het maaien komen ze terug! Het madeliefje lijkt o zo gewoon, maar dat is het niet. Ga maar kijken! Madeliefjes houden van gekortwiekt gras. Ze willen de zon zien. Ze draaien hun kopje met de zon mee. Al wordt er elke week gemaaid, steeds staan er weer meizoentjes te bloeien. En ook… je mag gerust over ze heen lopen. Daar kunnen ze tegen. De grond wordt stevig aangedrukt. Dat is goede, dichte grond voor meizoentjes. Meizoentjes zijn klein maar supersterk. Je kunt hun groene blaadjes het hele jaar vinden. Ook in de winter staan er meizoentjes te bloeien. Zelfs onder de sneeuw. Vanaf maart zie je er steeds meer. Alleen in hoog gras verdwijnen ze. Dan is er teveel schaduw. Zoek zelf een plek met madeliefjes. Waar heb je de madeliefjes gevonden?
Gek geel vogeltje 2 In het vorige nummer van ’t Stekkertje, schreef Jolien Vinke over een gek geel vogeltje dat ze had gezien. Ze had er zelfs een filmpje van gemaakt, en liet dat zien aan verschillende mensen. Het bleek een kanarie te zijn. Een beestje dat waarschijnlijk was vrijgelaten of ontsnapt. Kanaries kunnen mooi zingen en worden vaak als huisdier gehouden. Ze zijn er in allerlei kleuren. Dit gekke gele vogeltje hipte in de kou rond midden in de stad! Knap dat een tam vogeltje wist te overleven!
2
De kleur van het hartje is … De bloemblaadjes zijn wit/roze/wit met roze/anders… Eigenlijk bestaat het bloempje uit een heleboel bloemetjes bij elkaar. Het hartje en de ‘blaadjes’ eromheen zijn allemaal aparte bloempjes. Je kunt dat met het blote oog niet goed zien. Maar het zijn er héél veel. Ze worden met groene blaadjes bij elkaar gehouden, Kijk maar aan de onderkant van de bloem. De echte blaadjes van het madeliefje liggen meestal plat tegen de grond. Zo’n krans van blaadjes heet een bladrozet. Doordat de blaadjes zo laag en plat liggen, beschadigen ze niet snel. Zie je verder nog blaadjes aan de steel van het madeliefje? Of hoe ziet het steeltje eruit? Teken nu zelf een madeliefje. Madeliefjes zijn zonaanbidders. Als het regent gaan de bloempjes dicht. Ook ’s nachts sluiten madeliefjes hun bloemen (even een dutje doen!) en als ze zijn uitgebloeid. Plekken met madeliefjes kunnen steeds groter en groter worden. Elk jaar groeien er bladrozetten bij. Daar komen weer nieuwe madeliefjes uit. Pluk heel veel madeliefjes met een lange steel. Maak met je nagel een sneetje in de steeltjes en rijg er een mooie ketting of slinger van! En geef ‘m aan iemand die je lief vindt. Anja van der Giessen
Meneer Zwart las het stukje in ’t Stekkertje en belde ons op. Hij had het gele vogeltje ook gezien. Hij heeft het gevangen en bij andere vogeltjes in de volière gezet. Volgens meneer Zwart was het zeker een kanarie, al was het beestje wel wat kleiner dan andere kanaries. Dit gekke gele vogeltje heeft het nu dus lang niet zo gek! Sandra Dobbelaar
ooievaar
Ooievaar (Ciconia ciconia) Wat een mooie vogel is dat, die ooievaar! Volksverhalen over de ooievaar, als brenger van geluk en nieuw leven, maken duidelijk dat het een graag geziene gast is. De ooievaar en geboorte De ooievaar wordt ook nu tijd nog steeds gezien als een gelukbrenger. Zijn naam betekent namelijk “geluksdrager”. De ooievaar als symbool bij geboorte bestaat in Nederland nog niet zo heel erg lang. Het is een symbool dat vanuit Duitsland naar Nederland is gekomen. Eigenlijk pas bij de geboorte van prinses Juliana in 1909 is het in Nederland vrij populair geworden. Wanneer in de oud Hoogduitse taal het woord ooievaar wordt ontleed, ziet men het volgende: • Ooie lijkt op het Duitse “OT” en dat betekend “geluk” • Vaar is in het Duits verwant aan baren in de zin van dragen • Dus letterlijk is Ooievaar “Geluksdrager” De ooievaar zou na de geboorte van een baby de “ziel” overbrengen naar de baby, zodat het kind gelukkig zal worden. Ooievaars in ons land Volgens de eerste telling in ons land - dat was in 1910 en heel bijzonder - waren er zo’n 500 bewoonde ooievaarsnesten. Toen merkte men dat er elk jaar minder ooievaars terugkwamen om te broeden. In de jaren veertig van de vorige eeuw lag het aantal broedparen op 300 tot 350. In de jaren ´60 van de vorige eeuw, was de ooievaar als broedvogel bijna uit Nederland verdwenen. Om dat te veranderen werd in 1969 een speciaal programma voor de ooievaar gestart. Ooievaars werden uitgezet. Nu is de ooievaar terug met ongeveer 700 broedparen in 2008. De soort staat sinds 2004 niet meer op de Nederlandse Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. Helaas zijn de meeste paren niet zelfstandig. Ze zijn afhankelijk van bijvoeren. Trekpopulaties: wat is hun reisroute? Tot de jaren zestig van de vorige eeuw waren er twee trekpopulaties in Nederland. De eerste reisde naar de Sahel in Afrika via Gibraltar. Deze ooievaars vestigen zich in het westen van ons land. De tweede naar zuidelijk Afrika via Kenia en de Bosporus. Deze dieren vestigen zich in het noorden van ons land. De huidige 2011
Foto: Ooievaar in het gras
Wil je iemand een meizoentje geven? Geef hem (of haar) dan in mei een zoen. Of…. geef een bosje madeliefjes! Madeliefjes worden ook wel meizoentjes genoemd.
Foto: Krans van meizoentjes- Anja van der Giessen
Foto: Slingers maken- Anja van der Giessen
lekker knutselen
Meizoentjes
groep trekt alleen via de westelijke route, via de Sahel. Leefgebied: waar leeft de ooievaar? De ooievaar leeft in weilanden, in veenweidegebieden en uiterwaarden met een hoge waterstand. Daar vinden ze voldoende voedsel: muizen, mollen, kikkers, regenwormen en grote insecten. Voor een broedplek maakt de ooievaar gebruik van kunstmatige nestplaatsen op daken en wagenwielen, maar hij broedt ook in zelfgemaakte nesten in bomen. Kenmerken van de ooievaar De bij ons bekende ooievaar is zwart/wit van kleur, heeft een lange witte nek, lange roodachtige poten en een rode snavel. De meeste vogels zijn wit van kleur, alleen de ondervleugels zijn zwart. Een ooievaar vliegt niet graag, hij zweeft liever. Ze produceren een luid snavelgeklepper, voornamelijk als begroeting naar hun partners toe. In het begin van het “klepperen” buigen zij hun kop omlaag om hem dan weer snel omhoog en naar achter op de rug te bewegen. Aan het einde van hun “geklepper” buigen ze hun kop weer naar omlaag. Leuk om te weten over de ooievaar • De ooievaar vliegt met gestrekte hals, de snavel schuin naar beneden • Ooievaar zijn niet monogaam, ieder jaar een andere partner • Er worden maximaal 7 eieren gelegd, meestal 3 of 4 • Het mannetje en het vrouwtje broeden de eieren uit • De broedtijd is ruim 30 dagen • Per dag wordt ongeveer 4 kilo voedsel uitgebraakt voor hun jongen • Na ruim 40 dagen krijgen de jongen vliegles • Na 10 weken zijn de jongen zelfstandig Anja van der Giessen
3
Wat moet je doen? - Leg in alle gaatjes van de ijsblokjesvorm een kikkersnoepje. - Vul alle vakjes met water en zet het in de diepvries. - Haal na een paar uur wat ijsblokjes uit de vorm en gooi ze bij je limonade/water. Maar ze houden het niet lang vol…. Daar zinken ze met ijs en al naar de bodem. Anja van der Giessen
eens proberen!
Wat heb je nodig? • Water • IJsblokjesvorm • Vriezer • Kleine gummie kikkersnoepjes
foto: Kikkertje zonder ijs- Anja van der Giessen
Uitstapje naar de Kalmhoutse Heide “Op zaterdag 19 februari zijn we met 14 (!) stekkertjes naar het buitenland geweest. Na een lange reis hebben we in Kalmhout van alles geleerd over uilen en uilenballen. Er zijn 4 uilen: Bosuil, Kerkuil, Ransuil en Steenuil. Die waren er allemaal. Opgezet. We hebben met onze eigen handen uilen-
ballen uitgeplozen en door een kijker goed bekeken. Wat zat er allemaal in? Botjes van Spitsmuizen en Woelmuizen en heel veel haren. Daarna zijn we gaan wandelen op de heide. Het was een hele leuke dag en om drie uur waren we weer thuis.” Hanneke Smulders Foto’s: Kinderen kijken door de microscoop- Hanneke Smulders
‘s Winters is er voor de pad weinig te eten. Maar dat kan hem niet schelen. Dan eet hij niets. Weggekropen in een kelder, bunker, onder een hoop bladeren of in een muizenhol, wacht hij op betere tijden. Dat duurt meestal tot februari of maart. Dan gaat de pad op pad. Ze gaan op zoek naar water om te paren en eitjes te leggen. Omdat de padden allemaal ongeveer tegelijk van huis gaan, lijkt het wel een optocht. We noemen dat ook wel de paddentrek. Sommige padden hebben een ander op hun rug. Het gebeurt ook wel eens dat een kikker een pad op zijn rug heeft. De padden zijn zo erg op zoek naar een vrouwtje om mee te paren, dat ze alles vastgrijpen dat op een paddenvrouw lijkt. Tijdens de trektocht moeten de padden wel eens een weg oversteken. Helaas gebruiken ze hun mooie ogen niet om uit te kijken. Bovendien gaan ze met een slakkengang. Veel padden worden dan ook doodgereden. De padden die levend aankomen leggen gauw hun eieren in het water. Dril heet dat. Geen kikkerdril maar paddendril. De zwarte bolletjes zitten in lange snoeren, die tussen de waterplanten blijven hangen. Net als bij kikkerdril komen er uit paddendril een soort visjes: paddenvisjes. Ze hebben geen poten, maar wel een staartje. Langzaam verdwijnt
die staart en verschijnen er pootjes. Na drie maanden is het visje veranderd in een piep klein padje. De jonge padjes gaan aan land om te eten. Ze moeten snel hun buik vol eten voor de lange winter. Dan moeten ze weer op reis. Als ze op hun reis wegen moeten oversteken, worden ook veel kleine padjes doodgereden. Op verschillende plaatsen in ons land worden oversteekplaatsen voor ze gemaakt. De padden die over willen steken botsen dan op een laag net langs de kant van de weg. Omdat ze zo graag willen oversteken, zoeken ze lang langs dit net, op zoek naar een opening. Die opening is er niet. Maar er staan wel emmers ingegraven langs het net. Daar vallen de padden per ongeluk in. Een paar keer per dag komen er mensen om de emmers leeg te halen. Zij brengen de padden veilig naar de overkant van de weg. Soms zijn er geen emmers, maar is er een tunneltje onder de weg. Daar kunnen de padden zelf doorheen naar de overkant. Bij Mauritsfort vlakbij Hoek, worden elk jaar padden naar de overkant gebracht. Soms duurt het wel een paar weken, voordat alle padden over zijn. Ook dit jaar zijn er weer een heleboel veilig naar de overkant gebracht. Sandra Dobbelaar
Zie jij wel eens ijs op de bodem van de sloot liggen? Nou, ik niet. IJs drijft. En dat komt goed uit. Dan kun jij er ’s winters op schaatsen, terwijl ik als kikker ijsvrij in de modderige waterbodem kruip. Maar wist je dat je ijs kunt laten zinken? Doe dit lekkere proefje maar eens.
foto: Een kikkerijsje zinkt- Anja van der Giessen
Foto: Een pad heeft prachtige ogen- Sandra Dobbelaar
Durf jij een pad te aaien? Mensen vinden padden een beetje griezelig. Vooral de wratten op zijn huid zien er eng uit. Toch doen padden niemand kwaad. Ze zijn zelfs erg leuk. Heb je wel eens gezien dat een pad niet springt maar loopt? Padden eten insecten en wormen en hebben prachtige ogen. Kijk er maar eens naar.
4
Zinkende kikkerijsjes
Foto: Twee rugstreeppadden- Lucien Calle
padden op pad
Padden op pad
2011
5
Foto: Vos op uitkijk
Met een zaklamp zoeken naar de vos
‘Vos slacht kippen af in Zuiddorpe’ stond er laatst in de krant. En vorig jaar had een vos huisgehouden in een ren met ganzen, eenden en kippen in Vogelwaarde. Voor de pluimveehouders die dit overkomt, is dit natuurlijk heel erg. Maar veel mensen vinden dat het er af en toe bij hoort. Een vos is nu eenmaal een roofdier en dan vallen er soms slachtoffers in de natuur. Jagers vermoeden dat er de laatste jaren steeds meer vossen zijn en minder weidevogels doordat vossen ze opeten. En dat zou weer jammer zijn. Om te ‘onderzoeken’ hoeveel vossen er zijn, gaan de jagers die lid zijn een van de zeven Wildbeheereenheden in Zeeuws-Vlaanderen, tussen november en maart elke maand één avond op pad om alle vossen te tellen die
ze tegenkomen. Ze doen dat door een vaste route te rijden en tegelijkertijd met een enorme zaklamp uit het autoraampje te schijnen. Komt er een vos in de lichtbundel, dan zien ze dat meteen. Zijn (of haar) lichtgele ogen vlammen op. Het zijn net twee reflectorlampjes. In december mocht ik een keer mee. In zo’n donkere auto langs akkers en door bos rijden is best spannend. Het raampje staat open en dus is het ijskoud. Maar als ik een vos zie, maakt mijn hart een sprongetje: wat een mooi beest! Ik blijf het moeilijk vinden: vossen horen net zo goed bij de natuur als elk ander dier, maar ik wil ook grutto’s en fazanten blijven zien. Wat vinden jullie? Is het dan toch beter om op vossen te jagen?
Zullen we een sterrenrestaurant beginnen voor de vogels? We maken allemaal lekkere hapjes!
Een soort tapas!
De specht wil graag op hout tikken en houdt van noten.
Even proeven… ja, het is goed zo!
Voor de mus en de vink lekkere zaadjes aan een dennenappel.
Maar de vogels mogen geen choco, die is voor ons!
Ziet het er ook mooi uit? Ja, prachtig!
Smakelijk eten!
Pascalle Cappetti
6
Jaaaa!
vreemde vogels
Vreemde vogels in de Walstraat-keuken
2011
Foto’s: Tijdens het bereiden- Het Stekkertje-team
Foto: Jonge heggemus- Sandra Dobbelaare
Wil je meer weten over vogels? Kijk dan eens op: www.vogelbescherming.nl en www.droonessa.nl Op droonessa.nl zijn er links naar webcams bij een uil, ooievaar, zwaluw en een nestkast. Wil je liever dichter in de buurt eens snuffelen, kijk dan op: www.natuurkanaal.nl Hier kun je via een camera in de nestkast van de slechtvalken kijken die op de watertoren staat!
Foto: Reflecterende ogen van een vos- Sandra Dobbelaar
vos en co
Leuke sites om eens te kijken
www. ...
7