Afgiftekantoor: Brussel X P708417
april - mei- juni 2014
Inhoud 2
Woordje van de voorzitter
3
Alumni in de kijker: Bart Massant
5
Alumni in de kijker: Christiane Struyven
6
De geschiedenis van de Leuvense rechtsfaculteit: Laurent Waelkens en Fred Stevens
8 VRG-Alumnidag 9 Valknieuws 13 Alumninieuws
Alumni in de kijker: Bart Massant
Alumni in de kijker: Christiane Struyven
Interview: Laurent Waelkens
• Verantwoordelijke uitgever: Roger Blanpain, Tiensestraat 41, B-3000 Leuven, www.vrgalumni.be •
Woordje van de voorzitter Globaal en multicultureel
We leven in een globale en multiculturele wereld. Het was ooit anders. Toen mijn generatie de studies in Leuven aanvatte, in het begin van de 50-er jaren, waren we zuiver lokaal en Belgisch. De effectieve leiding berustte bij een bisschop, Monseigneur van Waeyenbergh, die met strenge hand bestuurde. Een Nederlandse student, die protestant was, werd kordaat doorgestuurd. Weinigen van onze rechtsproffen hadden in het buitenland gestudeerd. Gaston Eyskens, die ons staathuishoudkunde doceerde, was een uitzondering. Hij had in Columbia University gestudeerd. Een Centrum voor rechtsvergelijking werd in Leuven pas in 1957 opgericht. De leiding berustte bij professor Georges van Hecke, uw dienaar was er de eerste assistent. Seminaries en werkcolleges werden met mondjesmaat ingevoerd. Het examen was strikt beperkt tot wat in de les gedoceerd werd. Buitenlandse studenten waren de grote afwezigen. De Europese Economische Gemeenschap met 6 lidstaten zag het licht in 1957. Daarin zou langzamerhand verandering komen. De 5 jonge proffen van toen waaronder Dillemans, Suetens, Suy en van Gerven trokken met moed en overtuiging naar het buitenland. Beurzen- en plaatsingsdienst werden opgericht. Wij leven nu – gelukkig - in andere tijden. Ongeveer de helft van de Vlamingen werken nu rechtstreeks of onrechtstreeks voor multinationale ondernemingen, die wereldwijde
Colofon
beslissingen nemen vanuit ver afgelegen hoofdkwartieren. De Europese Unie telt nu 28 Lidstaten met 24 officiële en 60 regionale talen. Heel wat nieuwe vragen rijzen, zoals in welke taal de arbeidsovereenkomst van een Poolse werknemer, die in Vlaanderen werkt, moet worden opgesteld? “In een taal die beide partijen verstaan”, oordeelde ons Hof van Justitie, in de nu al beroemde Anton Las case (2013). Hoe moet dat dan? Meer vragen dan antwoorden. Gelukkig maar. Er wordt in onze Faculteit terecht veel aandacht besteed aan Europees en Internationaal Recht. Oefeningen en seminaries vormen een hoofdbrok van de “universitaire vorming”. Praktijkcolleges kennen een groeiend succes. Tienduizenden Europese studenten brengen een jaar door aan een rechtsfaculteit in een ander land. Gasthoogleraren zijn schering en inslag. Talenkennis een must. Het Erasmusprogramma is een groot succes. Leuven is een “internationale faculteit”. Onze faculteit promoot de “International Encylopaedia of Laws”, waarin 25 rechtstakken aan bod komen en waar meer dan 1500 collega’s wereldwijd aan meewerken. Hier kunnen onze alumni een tandje bijsteken en onze faculteit een helpende hand bieden. Ik denk hierbij aan onze advocatenkantoren, die deel uitmaken van internationale netwerken, en stageplaatsen kunnen aanbieden; idem voor ondernemingen en administraties. Wij moeten globaal en multicultureel denken en handelen. Talenkennis is een must. Samenwerking over de grenzen heen is meer dan aangewezen. Hier kunnen onze alumni helpen. Wij willen dit dan ook doen. VRG-alumni staat eens te meer paraat. Wij hebben uw aller steun nodig. Roger Blanpain, Voorzitter
Redactieleden
Roger Blanpain, Robbie Tas, Dimitri Droshout.
Robbie Tas (hoofdredacteur), John-John Ackaert, Roger Blanpain, Steven Boeynaems, Erik De Dijn, Dimitri Droshout, Naomi Glibert, Jacqueline Van Hal.
Werkende leden
Ereleden academiejaar 2013-2014
Bestuur
Wim Bollen, Steven Boeynaems, Sofie Caeyers, Tom De Coster, Frédéric De Graeve, Anne De Hondt, Jo De Meester, Frank Fleerackers, Naomi Glibert, Alexander Hamels, Michel Looyens, Jochem Martens, Bernard Tilleman, Karel Van de Velde, Frans Van Ham, Barbara Van Speybroeck.
• 2 •
Jacques Boone (promotie 1951) Boudewijn Dereymaeker (promotie 1978) Guy Haentjes (promotie 1988) Anna Vander Heyde (promotie 1984) Egied Verbeeck (promotie 1998) Samuel Wynant (promotie 2008)
Alumni in de kijker
Bart Massant auteur legal thriller “Lisa! Lisa!”
Bart M. Massant (promotie 1986) publiceerde enkele weken geleden zijn eerste boek, een misdaadthriller, bij uitgeverij Witsand. Hij wordt één van de meest verfrissende stemmen in de misdaadliteratuur van eigen bodem genoemd. VRG-alumni had een spannend gesprek met hem. Door Robbie Tas Hoe is je carrière tot nu toe verlopen? Via Professor Jacques Steenbergen kwam ik in de derde licentie in contact met het toenmalige Braun Claeys Verbeke en Sorel. Ik werd er geïnterviewd door Thierry Claeys en Louis Verbeke en uiteindelijk was er een plaats vrij als stagiair bij Thierry, en dus werd het arbeidsrecht. Tijdens mijn stage ging ik nog voor een LLM naar Northwestern University in Chicago. Het was een prachtige leerschool en Thierry was een mentor voor het leven. In die periode gaf ik ook werkcolleges voor professor Blanpain, en ik ben toen ook nog mee geweest op een memorabele reis naar het ILO (International Labour Organisation – Internationale Arbeidsorganisatie) in Genève. In 1991 heb ik dan de overstap naar het bedrijfsleven en naar human resources (HR) gemaakt en heb ik zes jaar gewerkt als HR Europe manager voor Advanced Elastomer Systems, een joint venture van Exxon-Monsanto. In 1997 ben ik begonnen bij Vesuvius Group, een industrieel bedrijf waarvan de headhunter had vermeld dat “ze fabrieken hadden in far-flung locations”. En zo ben ik inderdaad voor Vesuvius de hele wereld rondgereisd. Eerst als HR Manager Europe, dan drie jaar en een half als HR Director Nafta waar ik met vrouw en twee kinderen gevestigd was in Champaign, Illinois, en sinds 2005 als vice-president HR, terug in het hoofdkwartier Brussel, met wereldwijde verantwoordelijkheid voor onze 12.000 werknemers.
gestoken. In de boekenwinkel dacht ik altijd: er liggen hier elke keer zoveel nieuwe titels, dat moet ik toch ook kunnen. Was het moeilijk om een uitgeverij te vinden die een boek van een debutant wou uitgeven? Hoe ben je bij Witsand terechtgekomen? Uiterst moeilijk. Net toen ik de laatste zin schreef, verscheen er een artikel in de Morgen waarin verkondigd werd dat minder dan 5 % van spontaan ingestuurde manuscripten ooit worden gepubliceerd. Ikzelf heb naar 11 uitgevers geschreven. “A very humbling experience”, als ik het in het Engels mag zeggen. Ik herinner mij er eentje die na enkele dagen al terugschreef: “Hartelijk dank. Het past niet in ons fonds op dit moment. Wij versnipperen uw manuscript. Veel geluk nog bij het zoeken naar een uitgever”. Met een aantal uitgevers heb ik een heel positieve, schriftelijke discussie gevoerd, maar de beste e-mail was die op een blauwe maandag van Dirk Demuynk (Witsand Uitgevers), die me schreef: “Ik ben gisteravond uw manuscript beginnen lezen. Ik vind het een aantrekkelijk manuscript en zou met U eens de mogelijkheid tot uitgave willen bespreken”. En de rest is history, zoals men zegt. Ik ben echt blij dat ik Witsand heb gevonden als uitgever. Dirk vooral heeft mijn manuscript zeer ter harte genomen en er heel veel kleine verbeteringen in aangebracht, waar ik het trouwens totaal mee eens was.
Vanwaar kwam het idee om een boek te schrijven? Eind 2012 werd Vesuvius een zelfstandige PLC op de Londense beurs en begin 2013 verhuisde het hoofdkwartier naar Londen. Ik werd gevraagd om mee te verhuizen maar deze keer kon ik de familie niet verkassen. Na 16 jaar kwam er in april 2013 een einde aan een zeer goede tijd bij Vesuvius. Ik werd die maand uitgerekend 50 en besloot om eerst drie maanden sabbatical te nemen om dan één van mijn dromen waar te maken, en dat was een boek te publiceren. Nu ja, eerst schrijven natuurlijk. Heb je altijd al schrijversambities gehad? Eigenlijk wel, maar de drukke professionele werkzaamheden hebben daar altijd een stokje voor
• 3 •
gevonden die wou typen. Ik kreeg de teksten dan mooi getypt terug en kon beginnen herwerken en polijsten.
De jonge advocate Lisa Verbuindt (een VRG-alumna) loopt stage bij de gerespecteerde Brusselse advocatenassociatie Holmans & Joosten. Ze maakt er kennis met de harde wereld van de topadvocatuur, waar partners handenvol geld verdienen en medewerkers en stagiairs aanschuiven in de wachtrij, in de hoop dat ook zij ooit het felbegeerde partnerschap zullen bereiken. Wanneer wordt beslist dat op de eerstvolgende algemene vergadering van Holmans & Joosten de selecte groep van 24 partners zal worden uitgebreid met ten minste één vrouwelijk lid, breekt tussen de genomineerden een helse strijd los, die blijkbaar niet door iedereen met dezelfde wapens wordt gestreden. Als tot overmaat van ramp in het heetst van de strijd één van de partners van Holmans & Joosten wordt vermoord, doet dat de hele situatie escaleren. Gaat het om een externe afrekening? Of heeft de moord te maken met de interne machtsstrijd binnen Holmans & Joosten? Misschien komt de waarheid aan het licht wanneer, in een Parijs vijfsterrenhotel, alle partners en kandidaten worden verwacht voor de algemene vergadering en het tijd wordt voor de ultieme confrontatie, de verkiezing van de nieuwe partner...
Welke auteurs hebben je literair geïnspireerd? Omdat ik heel de dag in het Engels werkte, ben ik sinds 1991 doelbewust bijna uitsluitend in het Engels beginnen lezen. Qua literatuur ben ik fan van Ian Mc Ewan, Paul Auster, Jonathan Franzen, Ann Patchett. “The Secret History” van Donna Tartt is mijn absolute favoriet. Qua legal thrillers geniet ik van Michael Connelly, John Grisham en vooral Scott Turow. Een verborgen pareltje voor rechtenstudenten of alumni is: “The Emperor of Ocean Park” van Stephen L. Carter, dat zich afspeelt in het Amerikaanse Supreme Court. Was het schrijven van dit boek een zware bevalling? Het heeft veel tijd en energie gekost, maar eigenlijk was het heel leuk om te doen. Ik heb geschreven in kleine schriftjes met mijn favoriete roller pen, in een handschrift dat alleen ikzelf kan ontcijferen. Uit mijn advocatendagen had ik nog een dictafoon en ik heb dan al die schriftjes ingesproken, en gelukkig iemand
• 4 •
Hoeveel van het verhaal heb je geput uit je eigen ervaringen in de advocatuur? De inspiratie voor het verhaal heb ik gehaald uit mijn dagen als advocaat en mijn studies in Chicago, vooral wat de setting betreft, want de plot en de karakters zijn natuurlijk totale fictie. Al moet ik wel toegeven dat op een bepaald moment het alter ego van professor Blanpain kort ten tonele verschijnt. Heeft de schrijversmicrobe je definitief te pakken of is dit een eenmalig project? Ooit komt er een tweede. Alles hangt ervan af wat er de komende maanden gebeurt. Het boek ligt in de winkel sinds 2 mei en ik ben nu actief op zoek naar een nieuwe job, bij voorkeur in een internationale HR rol. Als dat lukt, schrijf ik mijn tweede pas als ik zestig ben. Lukt het niet, dan zal dat heel wat vroeger zijn. Hoe ziet een gemiddelde dag/week er voor jou uit? Toen ik bij Vesuvius werkte was ik eigenlijk de klok rond met mijn job bezig en reisde bovendien heel veel. Op dit moment verdeel ik mijn tijd tussen mijn toegenomen rol “in het huishouden” – ja, ik kan al eens een simpele maaltijd voorschotelen aan vrouw en kinderen – netwerken, sollicitaties voorbereiden en computercursussen in het CVO, en zolang ik niets anders heb, ben ik toch maar begonnen aan het raamwerk voor een tweede thriller. Wat voor een student was je? Wij woonden tijdens mijn studies in Kessel-Lo, dus een kot kon ik economisch niet verantwoorden. Daarom bracht ik mijn vrije tijd vooral door op de tennisterreinen van TC Iris. Voor de rest was ik een harde werker, al zeg ik het zelf. Mijn studieloopbaan aan de KUL is trouwens niet bijster goed begonnen. Mijn eerste examen ooit in de Valk was bij professor Vanhamel, filosofie mondeling. Ik had het uurrooster verkeerd gelezen en i.p.v. van om 14u ging ik bij hem binnen om 15u. Prof Vanhamel zei me: “Kom maar terug in september mijnheer Massant. En op tijd dan”. Gelukkig heb ik na interventie van de ombudsman enkele dagen later toch dat examen mogen afleggen. Maar het was wel schrikken. Wat is je boodschap voor de rechtenstudenten van vandaag? Ik vind dat ze een prachtige studierichting hebben gekozen die hen een brede maatschappelijke vorming meegeeft waarna ze later alle kanten uit kunnen. Voor het overige zou ik hen aanraden: “mens sana in corpore sano”, “work hard, play hard” en bedenk dat zij die het maken in de advocatuur en in het bedrijfsleven ook emotioneel intelligent moeten zijn en hun sociale vaardigheden moeten uitbouwen.
Alumni in de kijker
Christiane Struyven Voorzitter Jeugd en Muziek Brussel Op 24 februari 2014 werd Christiane Struyven (promotie 1977), kunsthistorica en ere-advocaat, benoemd tot Voorzitter van de raad van bestuur van Jeugd en Muziek Brussel (JMB). Deze vzw werd in 1940 opgericht en brengt muziek naar de Nederlandstalige jeugd in Brussel en de Vlaamse Rand. Ze bereikt jaarlijks 45.000 kinderen. VRG-Alumni sprak met haar. Door Robbie Tas Wat is de bedoeling van JMB? De oorspronkelijke missie van JMB was een muziektempel zoals Bozar voor jongeren te openen en hen de kans te geven er concerten bij te wonen. Inmiddels zijn deze concerten veel educatiever geworden en wordt het jonge publiek interactief betrokken bij de muziek. Zo woonden op 25 februari 2014 meer dan 1000 kinderen in Bozar tijdens een middagconcert de “Carmina Burana” van Carl Orff bij, uitgevoerd door het Collegium Vocale en Anima Eterna. Op 8 mei 2014 beleefden ze er “Sheherazade” van Rimsky-Korsakov, gespeeld door het Nationaal Orkest van België. Eerder konden ze er muziek van Steve Reich ontdekken, gebracht door het Ictus ensemble. Bij elk concert worden ze uitgenodigd om mee te musiceren met zang, handgeklap, body clapping en gestampvoet. Vooraf krijgen ze telkens een uitgebreide voorbereiding tot de werken in de schoolklassen. Bij deze projecten werkt JMB samen met 30 Brusselse scholen, met Jeunesses Musicales (de Franstalige tegenhanger van JMB) en het Cultuurcentrum Brussel. Een ander mooi project in dezelfde zin is “Orkest op zijn best”, eveneens in Bozar. Tussen september 2013 en mei 2014 kregen kinderen tussen 9 en 12 jaar oud, 8 keer de kans om telkens één dag lang, het Nationaal Orkest van België te leren kennen. Ze ontmoetten de muzikanten, ze leerden alles over orkest-opstelling en mochten tijdens de repetities – in de mate van het mogelijke - tussen de muzikanten van het orkest zitten. Toch bereikt JMB jaarlijks circa 45.000 kinderen. Dat is heel wat meer dan bij de concerten in Bozar. Hoe gebeurt dat dan? JMB werkt ook samen met de Brusselse basisscholen. In 2013 organiseerde ze 900 (!) voorstellingen en workshops in het basis- en secundair onderwijs. Dit zijn kleine interactieve concerten in de schoolklas met o.a. Brusselse bassaxofonisten, Malinese troubadours, Arabische multiinstrumentalisten, Japanse drummers of nog muzikanten uit Colombia, Portugal en België, die muziek brengen van hier en uit verre landen. In “Met Muziek op Stap” ontdekken de kinderen “een Schilderijtentoonstelling” van Moessorgski of “De Planeten” van Gustav Holst met hulp van muziekpedagogen. “Iedereen fijnbesnaard” is dan weer een voorstelling over de oudste en gekste snaar- en tokkelinstrumenten zoals een vedel, een hommel of een ukelele.
Nog een belangrijke partner van JMB is het Muziekinstrumentenmuseum. Op donderdagen kunnen de leerlingen er terecht. Ze beluisteren er een concert, bezoeken het museum en bekijken/beluisteren/ontdekken er de talrijke muziekinstrumenten. Richt JMB zich ook tot kinderen en jongeren in hun vrije tijd? Zeker. Op woens- en zaterdagen organiseert JMB jaarlijks circa 75 ateliers voor jonge kinderen, genaamd “klankkleuren” in de gemeenschaps- en jeugdcentra van Laken, Schaarbeek en Brussel. Tijdens de krokus-, zomer- en herfstvakanties zijn er muziekkampen voor kinderen en jongeren tot 21 jaar in Brussel, Beersel en Dworp. Met de formule “concert +” worden kinderen en jongeren begeleid bij een halve finale van de Koningin Elisabethwedstrijd in Flagey of bij een hip museumbezoek zoals in de Botanique tijdens Museum Night Fever. Is er ook plaats voor Jazz? Ja, en dat is dan de kers op de taart. In 2008 richtte JMB het Brussels Youth Jazz Orchestra op, dat zij organiseert en financiert. Het bestaat uit talentvolle jongeren tot 25 jaar oud bij instap, afkomstig uit heel Vlaanderen en Brussel, die na audities werden geselecteerd. Dit jeugdorkest staat onder de artistieke leiding van het uitstekende Brussels Jazz Orchestra. Tweemaal per jaar krijgt het twee intensieve stages van telkens een week met een bekend jazz dirigent, dit in voorbereiding op een aantal concerten, die het jeugdorkest nadien in gans Vlaanderen geeft. Hoe gebeurt de organisatie en financiering van dit alles? JMB heeft een vast personeelsteam van 7 gedreven jonge mensen, allen musicologen, kunsthistorici of economisten, die in Brussel werken en een groot hart voor muziek hebben. De jaarlijkse omzet bedraagt circa € 660.000. De helft hiervan wordt gefinancierd door subsidies, de andere helft betaalt JMB met eigen inkomsten. Wat een hele prestatie is. Wat zijn de plannen in de nabije toekomst? Verder groeien en de financiële toestand gezond houden. In 2015 wordt JMB 75 jaar oud. Deze datum mag niet ongemerkt voorbij gaan… Voor meer inlichtingen: www.jeugdenmuziekbrussel.be;
[email protected]; tel 02 507 83 40.
• 5 •
Boek over de geschiedenis van de Leuvense rechtsfaculteit
Prof. Laurent Waelkens en Prof. Fred Stevens De Faculteit Rechtsgeleerdheid in Leuven bestaat bijna 600 jaar. Prof. Fred Stevens en prof. Laurent Waelkens schreven in samenwerking met Dr. Joris Snaet een boek over de rijke geschiedenis van onze faculteit, uitgegeven bij Die Keure, met prachtige foto’s van Michiel Heyndrickx. Prof. Laurent Waelkens geeft wat uitleg bij dit titanenwerk. Door Robbie Tas
Wanneer en hoe is het idee ontstaan om een boek te schrijven over de geschiedenis van de Faculteit Rechtsgeleerdheid in Leuven ? Dat was een vurige wens van toenmalig professor Dillemans en het is een facultair project geworden van decaan Tilleman. Zoals je rechtsdenken rijker wordt als je de geschiedenis ervan kent, verloopt ook de facultaire werking beter als je bewust aansluit bij dat rijke verleden. Wij waren eeuwen lang de grootste rechtsfaculteit ten noorden van de Alpen en een Europese speler in de rechtswereld. Wij mogen dat niet zomaar vergeten, want daar ligt onze rol. In de negentiende en twintigste eeuw waren meerdere professoren eerste ministers of ministers van justitie. Onze constitutionalisten hebben dit land gevormd. Het rijke verleden van de faculteit te kennen, helpt de hedendaagse collega’s en de studenten om de dagelijkse sleur te vergeten, gemotiveerd te onderzoeken en niet bang te zijn om mee te bouwen aan een beter Europa. Hoe lang hebben jullie eraan gewerkt ? Was het moeilijk om de nodige bronnen en informatie te vinden ? Tussen concept en publicatie lagen drie jaar. Wij mochten putten uit rijke bronnen. De archieven van de oude universiteit worden bewaard in het College van Villers in de Vaartstraat en zijn tot Unesco-werelderfgoed uitgeroepen. Het Tabularium van de Centrale Bibliotheek heeft een prachtige collectie cursussen en publicaties van de professoren van onze faculteit, met zelfs een cursus van 1430. Het Universiteitsarchief van de negentiende en twintigste eeuw, dat ook in de Centrale Bibliotheek ondergebracht is, is rijk en goed geklasseerd. Terwijl collega Stevens en ik schreven, heeft de decaan met een medewerker een databank opgesteld met een fototheek van onze professoren, onze gebouwen en alle mogelijke juridica lovaniensia. Voor de geschiedenis van de gebouwen werd hij geholpen door dr. Joris Snaet van de technische dienst, die niet alleen die gekke cartoonist van de Standaard en de Campuskrant is, maar ook de historicus van de universitaire gebouwen. Wanneer is de Faculteit Rechtsgeleerdheid in Leuven ontstaan en hoe ging dit in zijn werk ? Hoe moeten we ons die Faculteit voorstellen ?
• 6 •
Onze universiteit werd in 1425 door Filips de Goede gesticht als een rechtsfaculteit. Hij had die nodig om de Nederlanden om te vormen van een lappendeken van rechtsgebieden tot een gecentraliseerde natie. We zijn dus niet kleintjes begonnen en gestaag gegroeid. Van de eerste dag hadden wij professoren met naam en vanaf het tweede jaar hadden wij het vijftigtal studenten per jaar dat we behouden hebben tot aan de Franse Revolutie. Van in den beginne schreven Duitse, Franse en Schotse studenten zich in. Het eerste doctoraat was er al in 1428. Op het einde van die eeuw waren er in de Nederlanden van Dowaai tot Groningen geen schepenbanken meer waarin geen Leuvense juristen zetelden. Het onderwijs ging door in de Hallen. Er waren in het begin drie rechtenproffen. Onder Filips II zijn het er vijf geworden. Zij gaven elke dag college in de Hallen, van 1 oktober tot 1 juli. Daarnaast waren er licentiaten die assisteerden, doctor-assistenten die bij de examens betrokken werden en repetitoren, die toen voor de beoordelingscommissie moesten passeren en zich na hun erkenning de titel ‘privaatdocenten’ gaven. De studenten kregen ook werkcolleges, die toen ‘repetities’ en ‘disputaties’ genoemd werden. Die werden gehouden in het Sint-Ivocollege, dat het voornaamste studentenhuis voor de rechten was. Je kon afstuderen op vier jaar tijd. Welke grote evoluties/veranderingen onderscheidt u in de geschiedenis van onze Faculteit ? De grote periodes waren gekenmerkt door de nieuwe rechtsbronnen. De eerste eeuw stonden onderwijs en onderzoek volledig in functie van het uitbouwen van de centrale vorstelijke rechtspraak. Onder Keizer Karel en Filips II beleven we dan de drama’s van het absolutisme, met de verschrikkelijke oorlogen van de zestiende eeuw. Vanaf 1580 breekt een nieuwe periode aan van buitengerechtelijk recht, weg van de vorstelijke soevereine raden, en waarbij de rechtsleer centraal kwam te staan. In die rechtsleer werden het privaatrecht, het publiekrecht en het internationale recht ontwikkeld en de verinnerlijking van het recht bevorderd. Onze alumni zorgden er voor dat dit nieuwe recht overal in de samenleving terecht kwam en ambtenaren en rechtspraktizijnen een bemiddelende rol waarnamen.
Van de rechtsleer en de periode van het ‘forum internum’ zouden wij rond 1750 tot het wettenrecht moeten terecht gekomen zijn – althans dat was de wens van de Oostenrijkse vorsten – maar die grote vernieuwing van het constitutionalisme en het parlementaire recht is er bij ons maar gekomen in de negentiende eeuw. Na 1950 is de faculteit weer in een nieuwe fase beland. Om de vernietigende democratische oorlogen van de twintigste eeuw onmogelijk te maken, werken wij nu grondig aan de ‘pax europaea’. De rechtsgeschiedenis en de geschiedenis van de faculteit kunnen ons daarbij helpen. Wat is het meest frappante verschil tussen de hedendaagse faculteit en deze van de beginjaren ? Er waren vroeger weinig professoren en korte carrières. Veel professoren schoven door naar de vorstelijke rechtbanken of stierven jong. Zelfs Mudaeus stond maar vijftien jaar aan de top. Er was een groot verloop. Dat was nadelig voor het wetenschappelijk gehalte en dat leidde soms tot het conservatisme dat jonge proffen dikwijls in zich dragen. Perez vierde als zeldzame vogel zijn vijftig jaar hoogleraar en als je zijn boeken chronologisch leest, zie je het voordeel van die lange opbouw van zijn gedachtenwereld. In de negentiende eeuw waren er wel lange en vruchtbare carrières, maar weinig verschillende gezichten. Nu studeren hoogleraren minstens een halve eeuw door en hebben we de rijkdom van zeventig collega’s die elkaar aanvullen. Toen volgden de studenten de colleges uit schrik om iets te missen. Nu krijgen ze zoveel kansen dat het hun al volstaat daar een percentje van mee te pikken. Ook een verschil met nu: de duurste hoogleraar kreeg vijfmaal meer wedde dan de goedkoopste en de drie ‘ordinarii’ mochten het examengeld onder elkaar verdelen. Over die verdeling werden processen gevoerd tot in de Raad van Brabant. De hoogleraar die de werkcolleges voorzat, werd betaald door de studentenvereniging van Sint-Ivo en daar kon je ook al van leven. Toen in 1710 professor en priester Wauckier stierf, vond men in zijn huis – midden in een stad die bezet was in oorlogstijd – een kist met 50.000 gulden, wat overeenkwam met tweehonderd jaar wedde. Ook dat zal niet meer voorkomen in de hedendaagse faculteit. Wat is het meest merkwaardige feit/verhaal dat u hebt ontdekt over de geschiedenis van de Faculteit ? Een eerste grote verrassing was dat de rechtenprofessoren, anders dan hun collega’s uit andere faculteiten, van in de zestiende eeuw rechtstreeks door de overheid betaald werden. Het openbaar belang van de juristen werd duidelijk erkend. Het is ook opvallend dat we veel inlandse en weinig buitenlandse professoren hadden. De heren van eigen bodem kregen wel een Europese dimensie doordat ze gechallenged werden door hun allochtone collega’s en studenten. Eén van de ontdekkingen was hoe kort wij op de bal speelden. In 1598 kwam, na de Troebelen in de Nederlanden, de restauratie onder Albrecht en Isabella. Na twintig jaar keihard werken stond het rechtsleven in de Zuidelijke Nederlanden weer op de rails en hadden wij opnieuw volop Duitstalige en Engelstalige studenten. Omgekeerd was de ondergang In de achttiende eeuw even onverwacht. Wij waren toen zo rijk en pretentieus als Oxford en Cambridge en volledig teruggeplooid op de Zuidelijke Nederlanden. Niets kon ons raken en de kritiek van de regering wuifden wij weg. In 1797 was niemand nog in ons pover onderwijs geïnteresseerd, maar velen
benijdden ons onze weelde. Op weinig tijd werden wij in de grond geboord. Ook in de negentiende eeuw was het wel eens slikken. In 1848 waren er studentenrevoltes in Duitsland en onze rechtenstudenten hadden hun sympathie betuigd. ‘Terecht,’ zei onze prof. Schollaert hun. Waarop hij op het rectoraat ontboden werd en gevraagd werd zijn ontslag in te dienen. Er waren ook grappige momenten bij het onderzoek. Volgens alle kranten heeft professor en minister Albert Nyssens in 1905 zelfmoord gepleegd. De rector en de decaan hebben zich toen teruggetrokken in de sterfkamer en na een half uur hebben zij verkondigd dat het geen zelfmoord was. Nyssens werd in gewijde grond begraven in de Parkabdij. In het boek staat geen woord over een eventuele zelfmoord. ‘Wie zijn wij om de rector en de decaan te verbeteren,’ zei collega Stevens toen. Een pittige fase uit de twintigste eeuw: de vernederlandsing van de faculteit trappelde ter plaatse van 1890 tot 1930, maar dan moest het van de bisschoppen plots vlug gaan, want Gent werd in 1930 Nederlandstalig en de Vlamingen zouden daarheen trekken. Die vernederlandsing blijft een gevoelige kwestie. Onze decaan zou een Franstalige versie willen aanbieden aan de zuster-faculteit van de UCL. Bij informele contacten kregen wij al de opmerking dat onze twintigste eeuw toch wat flamingantisch getint is. Ontdek nochtans in het boek hoe neutraal we gebleven zijn… Komen ook de alumni aan bod in het boek ? Uiteraard, want ‘the proof of the pudding…’. Er worden beroemde alumni uit alle eeuwen vermeld. Onze grootste fierheid is nog altijd wat onze alumni realiseren. Ook het VRG en het Huis der Rechten komen aan bod. Leert uw terugblik op de geschiedenis ons iets over de toekomst van onze Faculteit ? Zeer duidelijk. Onze internationalisering – voor diegenen die de EU nog niet als ons binnenland zien – is van het grootste belang. De periodes met veel buitenlandse contacten zijn rijke periodes, de periodes met vooral interesse voor de Zuidelijke Nederlanden zijn tijden van verval. Ook zie je in de geschiedenis van de faculteit hoe lonend het is kritisch bezig te zijn met de toekomst, zoals Everaerts, Lessius, Corselius, Perez, de gebroeders Ernst of Gaston Eyskens dat deden, en hoe rampzalig het is in te dommelen. Wetenschappelijk onderwijs is louter voorbereiding op de toekomst. In de zeventiende eeuw gaven wij les voor de toekomst. De professoren werden beroemd en onze studenten maken van ons land een succesverhaal. Honderd jaar later zijn we stilgevallen. In de cursussen van de jaren 1790 vind je geen enkele allusie op de nakende Revolutie die onze studenten zouden leiden of op het nieuwe burgerlijke recht dat in Europa circuleerde. Wij hadden niets voorzien … en werden gesloten. In de negentiende eeuw valt op hoe onze professoren weer op het Europese forum aanwezig zijn en België helpen op de kaart te zetten. Stille studie is niet alles. Als we grondig genoeg zijn, moeten wij niet bang zijn om naar buiten te treden. Het is ook opvallend dat professoren maar beroemd werden via hun studenten. Niet de gemoedelijkste professoren bleven in de herinnering leven, maar de hardste studaxen en vernieuwers.
• 7 •
21 VRG-Alumnidag ste
Op 14 maart namen 600 alumni deel aan de 21ste editie van de VRG-Alumnidag. Op de academische zitting werd de alumniprijs uitgereikt aan Wouter Torfs (promotie 1981), gedelegeerd bestuurder van Schoenen Torfs, dat in 2007, 2010, 2011 en 2012 de prijs voor Beste Werkgever kreeg. De laudatio werd uitgesproken door Jo Libeer (promotie 1979), gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka. Foto’s: Dimitri Droshout
Op de alumnidag werd ook het boek over de geschiedenis van de Leuvense rechtsfaculteit voorgesteld
Fred Stevens (l) en Laurent Waelkens (r), auteurs van het boek
Fred Stevens, Laurent Waelkens, Jo Libeer, Wouter Torfs en echtgenote, secretaris Robbie Tas en voorzitter Roger Blanpain
Wouter Torfs, laureaat van de VRG-Alumniprijs
Ererector Roger Dillemans en Jo Libeer
Twee naamgenoten: rector Rik Torfs en laureaat Wouter Torfs
• 8 •
Valknieuws Pleitwedstrijden: resultaten voorjaar 2014 De Faculteit Rechtsgeleerdheid heeft de voorbije jaren een stevige reputatie opgebouwd bij internationale pleitwedstrijden, met de steun van VRG-Alumni. In het voorjaar van 2014 behaalden de facultaire teams de volgende resultaten.
Sterke prestatie KU Leuven team op ICC International Commercial Mediation Competition Van 6 tot 12 februari 2014 nam de Faculteit Rechtsgeleerdheid voor het vierde jaar op rij deel aan de internationale onderhandelings- en bemiddelingswedstrijd georganiseerd door de International Chamber of Commerce (ICC) te Parijs. Het KU Leuven-team, bestaande uit Laura Bonnez, Claartje Eneman, Eline Goovaerts en Roeland Van Cleemput, onder de begeleiding van Arina Gorbatyuk en Wannes Vandenbussche, kon zich plaatsen voor de finalerondes.
Derde plaats in ELMC De Rechtsfaculteit heeft voor de vierde opeenvolgende keer een regionale finale van de ELMC gewonnen en plaatst zich zo bij de vier teams die in Luxemburg voor de titel zullen strijden. Dit keer werden de kleuren van de faculteit verdedigd door laatstejaarsstudenten Nele Verbrugghe, Lucas Vanassche en Hannelore Buelens, en Erasmusstudente Azur Coulmas. Nadat in de halve finales afstand werd genomen van Leiden en de London School of Economics ging uiteindelijk ook Turku voor de bijl, al mogen zij wel de Commissievertegenwoordiger naar Luxemburg sturen. Het team heeft uiteindelijk de derde plaats behaald in de European Law Moot Court-wedstrijd. De titel gaat dit jaar naar de Unversiteit van Maastricht, met op de tweede plaats de Universiteit van Lund.
Het Leuvense team bestaande uit Linde Smeets, Nele Gysemans, Wout van Eylen, Francesco Pili en Nathalie Smuha, onder begeleiding van Hanne Cuyckens en Marieke Koekkoek, heeft de nationale ronde gewonnen. Verder werden Francesco Pili en Nathalie Smuha ook nog respectievelijk uitgeroepen tot 1st en 2de beste pleiter van de competitie.
Eerste plaats in International en EU Tax Moot Court Het team van de KU Leuven, bestaande uit Laura Vanhauwere, Dorien Beckers, Pietjan Ghytiel en Wouter Strypsteen, heeft de 2013/2014-editie van de International en EU Tax Moot Court gewonnen, met Jasper Bossuyt en Filip Debelva als coaches. In de finale werd het team van Wirtschaftsuniversitat Wien verslagen. Laura Vanhauwere won de prijs van beste oralist voor de applicant.
Vijfde plaats in ELSA EMC² WTO Moot Court Een team van drie Leuvense studenten, Ines Willemyns, Sidonie Descheemaeker en Laura Verhoeven, heeft de regionale voorronde van de ELSA EMC2 WTO Moot Court in Warschau gewonnen, met de hulp van coaches Dylan Geraets en Bregt Natens. Naast de algehele overwinning werden Ines Willemyns en Sidonie Descheemaeker respectievelijk uitgeroepen tot
Victorie op Frits Kalshoven-competitie Van 24 tot 28 februari nam de Faculteit Rechtsgeleerdheid voor het vijfde jaar op rij deel aan de Frits Kalshoven competitie over internationaal humanitair recht in Den Haag. De KU Leuven werd vertegenwoordigd door drie eerstejaars moot courtstudenten: Astrid Lecomte, Marie-Astrid Dossche en Reinout Leys, onder begeleiding van Hanne Cuyckens. Na een intensieve week vol lezingen, juridische rollenspellen en pleitoefeningen stond de KU Leuven in de finale tegen de Koninklijke Militaire School (KMS). Deze finale werd bekroond met een overwinning voor de KU Leuven.
Succes op nationale ronde Philip C. Jessup International Law Moot Court Op 1 maart vond de nationale ronde van de Philip C. Jessup International Law Moot Court plaats in Brussel.
beste pleiter in de voorronde (IW), de halve finale en finale (SD). Tevens werden de geschreven pleidooien beoordeeld als ‘Best Overall Written Submission’. Het Leuvense ELSA EMC2 WTO Moot Court-team wist tijdens de Final Oral Round in Genève een schitterende vijfde plaats te behalen; de beste prestatie van de KU Leuven sinds 2008-2009. Daarnaast werden de geschreven pleidooien als derde beoordeeld, na Harvard University en de Universiteit van Genève.
Derde laureaat en finale in Nauta Dutilhwedstrijd De vier facultaire deelnemers: Nele Verbrugghe (2de Master), Bram Van Cauwenberge (1ste Master), Ine Letten (1ste Master) en Roel Verheyden (3de Bachelor). Bram eindigde als derde laureaat en samen met hem maakte Nele deel uit van de zes finalisten.
• 9 •
Hutsebaut-lezingen Eind mei werd de lezingenreeks ter ere van emeritus professor Frank Hutsebaut in schoonheid afgesloten. Jos Vander Velpen, Francis Herbert, Flip Voets, Kristine Kloeck, Paul Robrechts en Pascale Franck hebben studenten, professoren en collega’s toegesproken over het brede veld van justitie, forensische hulpverlening en het raakvlak tussen beide. Na elke lezing kreeg een selecte groep studenten bovendien de kans om met de spreker aan tafel te schuiven en met haar of hem in een informele setting in dialoog te treden.
Honoursprogramma tweede semester Het honoursprogramma van de Faculteit Rechtsgeleerdheid bood haar 25 topstudenten ook in het tweede semester bijzonder boeiende momenten aan. Ze kregen gastcolleges van professor David Pugsley (University of Exeter), van Jo De Cock (RIZIV) en van professor Alain Laurent Verbeke en werden rondgeleid in advocatenkantoor Ambos door meester Filip De Schouwer. Top of the bill was natuurlijk de Londenreis in maart, waar naast het bezoek aan diverse juridische instellingen ook tijd was voor een mooie portie cultuur.
Nieuw in de Valk: Faculty Lounge en Research Area
indrukwekkende perspectieftekening van de hand van KU Leuven-cartoonist dr. Joris Snaet. Naast de professoren hebben nu ook onderzoekers hun eigen stek op de campus: de Research Area op de eerste verdieping van de bibliotheek werd zo ingericht om onderzoekers ongestoord te laten werken in de bibliotheek. Net zoals elders in de bibliotheek wordt voor de inrichting van deze werkruimte geopteerd voor hedendaagse kunst.
Nieuwe preses VRG In april verkozen de rechtenstudenten een nieuw presidium. Opkomende ploeg Lexcalibur deelde tijdens de VRG-kiesweek snacks en drankjes uit, organiseerde een barbecue op de campus, organiseerde een ‘Dictee’ en een presesdebat en bouwde zelfs een heus kasteel in de Nieuwe Valk. ‘Koning’ Arthur Vermeire raakte dan ook moeiteloos verkozen tot nieuwe preses van het VRG. Hij neemt het vaandel over van Gert-Jan Struye.
Evenementen Emeritibijeenkomst Op 8 mei onthaalde de faculteit naar jaarlijkse traditie haar emeriti. De gevierde professoren kregen een presentatie over het facultaire geschiedenisboek van de auteurs, professoren Fred Stevens en Laurent Waelkens, alsook een rondleiding door de vernieuwde delen van faculteit.
Promotieplechtigheid met Piet Hein Donner
In september 2014 opent de faculteit een nieuwe lounge speciaal voor haar professoren: de Faculty Lounge. Deze ruimte, gesitueerd in het Poorthuis aan de Tiensestraat, is bedoeld als een rustpunt in het bruisende facultaire leven: professoren krijgen hier de kans even te verpozen met een kop koffie, gasten te ontvangen of in kleine groep te vergaderen. De inrichting in Oxbridgestijl werd gerealiseerd met de steun van emeriti professoren Herman Cousy en Othmar Vanachter; hun naam wordt verbonden aan deze lounge. Bezoekers kunnen in de beneden- en bovenlounge genieten van klassieke kunst: in samenwerking met het Museum M werd gekozen voor prachtige gerestaureerde doeken, historisch gerelateerd aan de Leuvense rechtsfaculteit. In de Herman Cousy-lounge komt bovendien een
Op zaterdag 5 juli houdt de Faculteit Rechtsgeleerdheid een promotieplechtigheid voor de afgestudeerden van de Master in de rechten, de Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde, de Master in het notariaat, de Master in de fiscaliteit en de Specifieke lerarenopleiding maatschappijwetenschappen en filosofie. De commencement speech wordt gegeven door M. Piet Hein Donner, voormalig minister van justitie en momenteel vicepresident van de Raad van state van Nederland en in de volksmond wel eens ‘de onderkoning van Nederland’ genoemd. De plechtigheid vindt plaats in het Gebouw De Nayer van de Faculteit Bewegings- en Revalidatie-wetenschappen (Tervuursevest 101, 3001 Heverlee) om 9.30 uur stipt.
• 10 •
Nieuwe benoemingen Niels Bammens (°1983) wordt benoemd tot docent tenure track fiscaal recht. Niels behaalde in 2006 het diploma van licentiaat in de rechten aan de KULeuven en in 2007 het diploma van Master in de Fiscaliteit aan de KULeuven. In 2011 behaalde hij de graad van doctor in de rechten aan de KULeuven met het proefschrift ‘The principle of non-discrimination in international and European tax law’. Van 2011 tot 2014 was hij werkzaam bij EY, waar hij fiscaal advies verleende aan Belgische en buitenlandse financiële instellingen met betrekking tot een brede waaier aan fiscale aspecten die van bijzondere belang zijn voor de financiële sector. Zijn onderzoek heeft voornamelijk betrekking op de interpretatie van dubbelbelastingverdragen, de evolutie van de Europese directe fiscaliteit, en de wederzijdse beïnvloeding van internationale en Europese fiscaliteit. Daarnaast heeft hij bijzondere aandacht voor de fiscale behandeling van financiële producten en dienstverleners. Tom Daems (°1978) wordt benoemd tot hoofddocent criminologie. Hij behaalde in Leuven een licentie criminologie (2000), de kandidatuur politieke wetenschappen (2002), een advanced MA in European crimi¬nology (2002) en een doctoraat in criminologie (2007). In London School of Economics behaalde hij een Msc in Crime, Deviance and control (2003). Hij werkte aan de faculteit als FWOaspirant en als FWO-postdoc. Sinds 2012 is hij docent criminologie en rechts¬sociologie in Gent. Hij geniet naambekendheid in de sector en heeft een internationaal profiel. In de referentie¬periode 2008-2013 werd zijn boek Making sense of penal changes gepubliceerd bij Oxford University Press en was hij mede-editor van een boek over ‘European penology’ dat bij Hart in Oxford ver¬scheen. Anton Vedder (°1958) wordt benoemd tot hoogleraar van de onderzoekseenheid CIR/ ICRI. Hij heeft een bijzonder profiel. Hij studeerde af cum laude in de wijsbegeerte aan de universiteit van Utrecht. Hij zette zijn studie voort aan de KU Leuven (postgraduaat filosofie en geschiedenis 1985-1987) en doctoreerde in 1995 in Utrecht met een proefschrift over “The values of freedom”. Zijn carrière is geheel academisch. Eerst was hij als
onderzoeksassistent verbonden aan de Universiteit van Utrecht, maar hij was tewerkgesteld in Louvain-la-Neuve. Als onderzoeker was hij vervolgens o.m. verbonden aan de universiteiten van Rotterdam en Utrecht. Dat was aanvankelijk als filosoof, maar geleidelijk maakte hij de overgang naar de rechtsfaculteit. Vóór zijn aanstelling aan de KU Leuven was hij universitair hoofddocent (UHD) “Ethics and Regulation” bij TILT, het “Tilburg Institute for Law, Technology, and Society”. Sinds 2008 was hij co-directeur van TILT en sinds 2011 was hij algemeen directeur van dit onderzoeksinstituut met 30 personeelsleden. Hij was onderzoeker aan verscheidene Amerikaanse universiteiten, leidt een Erasmus Mundus doctoraal programma en heeft als director of studies mee vorm gegeven aan onderwijs. Michele Panzavolta (°1976) verstevigt het instituut voor strafrecht. Na de grondige studie van het recht en onderzoeksverblijven aan de universiteiten van Bologna en Urbino vertrok hij naar het buitenland (Cambridge 2007, Max Planck Institut für internationales und ausländisches Strafrecht 2009), eerst met een studiebeurs, inclusief een prestigieus Marie Curie fellowship, en vanaf 2011 met een (intussen vaste) aanstelling als universitair docent aan de Universiteit van Maastricht. Hij wordt per 1 oktober 2010 voltijds hoofddocent aan de KU Leuven.
Doctoraatsverdedigingen 12 maart 2014: Johan Vannerom (promotor Prof. Dr. Evelyn Terryn) Consumentenbescherming bij de uitvoering en herziening van kredietovereenkomsten. 18 maart 2014: Chuanhui Wang (promotor Prof. Dr. Matthias Edward Storme) On the Constitutional Protection of Private Property in China: Evolution in the Era of Globalization and its Implication. 2 april 2014: Matthias Vandenbogaerde (promotor Prof. Dr. Bernard Tilleman – copromotor Prof. Dr. Alain Laurent Verbeke) De pluraliteit van schuldenaars bij verbintenissen. 2 mei 2014: Tomislav Sokol (promotor Prof. Dr. Paul Schoukens – copromotor Prof. Dr. Danny Pieters) Social security and health care abroad 4 juni 2014: Suleyman Parlak (promotor Prof. Dr. Jules Stuyck – copromotor Prof. Dr. Wouter Devroe) Indirect purchasers standing and passing-on defense: as components of private enforcement of EC antritrust rules.
• 11 •
Alumninieuws Bent u recent getrouwd, heeft u nageslacht op de wereld gezet, bent u onderscheiden en wilt u dit graag meedelen aan de juristengemeenschap... laat het ons weten, wij zorgen er dan voor dat het in deze kolommen op 16.000 exemplaren gedrukt wordt. Geboortes, huwelijken, overlijdens, enz. van alumni kunt u meedelen op het volgend adres: VRG-Alumni, t.a.v. Jacqueline Van Hal, Tiensestraat 41 bus 3438, 3000 Leuven, tel. en fax 016/250 600, e-mail:
[email protected]. Indien u een reünie plant met uw promotiejaar, kunt u dat ook op deze pagina laten weten.
Geboortes Hanne (18 juni 2013), dochtertje van Sarah Dockx en Matthias Retsin (promotie 2003) Marthe (8 augustus 2013), dochtertje van Evi Derijck en Joost Hendrix (promotie 1996) Vic (12 december 2013), broertje van Wannes en Lies en zoontje van Sofie Logie (promotie 2001) en Michaël Verstraete Mila (28 mei 2014), dochtertje van Barbara Van Speybroeck (promotie 2005) en Saar Van Pottelberghe
Overlijdens Magda Albrecht (promotie 1952) - 13 mei 2012 Jos Chabert (promotie 1957) - 13 april 2014 Philippe De Beukelaer (promotie 1976) - 16 oktober 2013
Jean-Luc Dehaene (promotie 1963) - 15 mei 2014 Jan De Meyer (promotie 1942) - februari 2014 Albert Dewachter (promotie 1942) - 1 oktober 2012 Rudy Feremans (promotie 1966) - juni 2013 Willy Geelen (promotie 1969) - 31 januari 2014 Patrick Haazen (promotie 1984) Jozef Kiekens (promotie 1943) Francis Liesenborghs (promotie 1982) Wilfried Martens (promotie 1960) - 10 oktober 2013 Luc Mertens (promotie 1966) - 2 september 2011 André Mettepenningen (promotie 1972) - 24 oktober 2013 Isabelle Poelmans (promotie 2001) - 8 oktober 2013 Wim Rycken (promotie 1960) - 9 mei 2014 Frans Vangeenberghe (promotie 1958) - 12 april 2014
Promotie Rechten 1979: geslaagde lustrumreünie met boeiend programma en recordopkomst Het kon geen toeval zijn. In 1979 studeerden zowel rector Rik Torfs als vice-rector Danny Pieters beiden af als licentiaat in de rechten. 35 jaar later zorgde dat voor een sterke ‘affiche’ voor de vijfjaarlijkse reünie. Die bracht op 22 maart jl. voor de zevende maal de promotie 1979 weer samen in Leuven. Een recordopkomst met 115 deelnemers zorgde voor een levendige sfeer. Na een boeiend bezoek aan Museum M trok het gezelschap naar de Oude Valk. Daar werd het verwelkomd door decaan Bernard Tilleman die een dynamisch beeld schetste van de rechtsfaculteit anno 2014, die inmiddels ruim 5000 studenten telt. Daarna volgden twee geanimeerde debatten. Eerst over economie en bedrijfsleven, met Tom Heyman (Janssen Pharma), Jo Libeer (VOKA), Anne Leclercq (Agentschap voor de Schuld), Marianne Thyssen (Europees Parlement) met als moderator Peter Anthonissen. Daarna debatteerden ‘onze proffen’ Rik Torfs, Danny Pieters, Hilde Laga en Guido Maes over het thema ‘universiteit en samenleving’, in goede banen geleid door Willem Meuwissen. De apotheose van deze geslaagde reüniebijeenkomst vond naar goede gewoonte plaats in de Faculty Club. Na de klassieke receptie – waarbij de naambadges van Jan Margot ervoor zorgden dat kalende hoofden en aankomende buikjes toch konden worden
herkend - volgde een heerlijk wandelbuffet, doorspekt met gevatte gelegenheidsspeeches door rector Rik Torfs, VRG-Alumnivoorzitter Roger Blanpain (“Waarom was dit zo’n straf jaar? Omwille van de straffe proffen die jullie toen hadden!”) en Hans Smeyers, 35 jaar geleden VRG-praeses. Die dankte in het bijzonder de sponsors: Martine Reynaers (Reynaers Aluminium), Hilde Laga (Advocatenkantoor Laga) en Jo Libeer (VOKA). Na de klassieke groepsfoto was er nog ruim tijd voor gedichten lezende en “uit de gevangenis speechende” jaargenoten, vele oude én nieuwe verhalen en het (her)aanknopen van contacten. Het was ver voorbij het middernachtelijk uur dat de laatste ‘negenenzeventigers’ nog moedig op stap gingen in de Pietermannenstad.
• 12 •