Inhoud: §1.
Inleiding
§5.
6 tips voor het bevoegd gezag
Tip Tip Tip Tip Tip Tip
Betrek de MR al bij de aanloop tot besluiten Bespreek meerdere alternatieven met de MR Motiveer en onderbouw voorstellen altijd Wees bereid tot het sluiten van compromissen Stimuleer dat de MR zich schoolt School uzelf
1: 2: 3: 4: 5: 6:
§1. Inleiding ‘We willen de medezeggenschap op school verbeteren, wat moeten we dan doen?’ Antwoorden op deze vraag van leden van medezeggenschapsraden, schoolleiders en schoolbesturen staan in deze handleiding. De 24 concrete tips op vier belangrijke aandachtsgebieden maken het mogelijk om het functioneren van de medezeggenschap op een hoger plan te tillen. U kunt meteen aan de slag. Dit tipboek is een steuntje in de rug bij het verbeteren van de medezeggenschap. Het is vergelijkbaar met de amuse voor een groot diner. Wie de smaak te pakken heeft, wil meer en kan vervolgens zijn ‘honger’ naar meer informatie stillen door de gedragsankers van het Advies ‘goede medezeggenschap in het onderwijs’ en de handreikingen van de Campagne Versterking Medezeggenschap te lezen. De dragende organisaties achter deze campagne –de onderwijsvakbonden en de ouder-, leerling- en sectororganisatiesbevelen deze documenten dan ook van harte bij u aan om uw kennis verder te verdiepen. Ze zijn te vinden op www.versterkingmedezeggenschap.nl In elke paragraaf wordt aangegeven welke gedragsankers uit het Advies goede medezeggenschap er aan de orde zijn gesteld en in welke handreikingen er meer informatie over het behandelde thema staat.
§5.6 tips voor het bevoegd gezag Door de Wet medezeggenschap op scholen zijn schoolleiders en schoolbesturen wettelijk verplicht om overleg met de medezeggenschapsraad te voeren. In een aantal bij wet en reglement bepaalde gevallen moeten zij aan de medezeggenschapsraad advies of instemming voor bepaalde besluiten vragen. Het achterliggende doel hiervan is continue kwaliteitsverbetering door een beter doordachte en meer gedragen besluitvorming. Deze paragraaf beschrijft hoe de schoolbestuurder ertoe kan bijdragen dat het ook zo gaat werken.
Tip 1: Betrek de MR al bij de aanloop tot besluiten Gebleken is dat MR-leden vaak merken dat zij een informatieachterstand hebben en dat hun mening er eigenlijk niet meer toe doet. Wanneer schoolbestuurders de MR niet, te laat of te weinig informeren, nodigt dit uit tot een apathische of een oppositionele MR. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de meedenkkracht van de MR is het daarom verstandig als schoolbesturen al bij de eerste gedachtenvorming over een onderwerp de MR erbij betrekken. Dus op het moment dat het bestuur zelf ook nog geen vaste mening over dit onderwerp heeft gevormd. De MR-leden zullen zich dan echt uitgenodigd voelen om mee te denken en zich serieus genomen voelen.
Tip 2: Bespreek meerdere alternatieven met de MR Vooral wanneer de MR officieel om advies- of instemming moet worden gevraagd, verdient het aanbeveling om in de aanloop naar het besluit de MR meerdere uitgewerkte opties en aanbevelingen voor te leggen. De MR kan dan voorkeuren uitspreken, amendementen voorstellen, keuzes maken en de consequenties van die keuzes goed overzien. Dit werkt beter dan slechts één optie aan de MR voorleggen, want dat zou de MR het gevoel kunnen geven dat er feitelijk al besloten is en dat de mening van de MR er dus niet meer zoveel toe doet.
Tip 3: Motiveer en onderbouw voorstellen altijd Het komt voor dat voorstellen onvoldoende onderbouwd of onduidelijk geformuleerd aan de MR worden voorgelegd. Want ook als de MR bij de voorfase van de besluitvorming is betrokken (zie tip 1 en 2), behoeven gemaakte keuzes nog steeds een zorgvuldige motivatie. Het ontbreken hiervan zal de MR-leden frustreren. Die frustratie kan zich op verschillende manieren uiten: * In apathie: ‘het bestuur doet maar’. Van deze MR-leden ondervindt het schoolbestuur geen oppositie, maar ook geen inhoudelijke bijdrage, laat staan steun. Bovendien loopt het schoolbestuur het risico dat groepjes ouders, leerlingen en personeelsleden zich buiten de MR om gaan roeren. * In wantrouwen: schoolbestuurders worden bedolven onder een litanie aan kritische vragen. Vragen die voorkomen hadden kunnen worden als de plannen beter waren onderbouwd. Het besluitvormingsproces kost hierdoor per saldo meer tijd. * In oppositie: onvoldoende onderbouwing geeft al gauw aanleiding tot misvattingen en vooroordelen. MR-leden gaan zich daardoor tegen voorgenomen plannen en beleidswijzingen verzetten. En als die houding er eenmaal is, is het moeilijk om dit te veranderen.
Goed onderbouwde en begrijpelijk geformuleerde voorstellen zijn dus belangrijk voor een vlotte besluitvorming en een constructieve sfeer tussen de MR en het schoolbestuur.
Tip 4: Wees bereid tot het sluiten van compromissen Plannen moeten soms worden gewijzigd als gevolg van voortschrijdend inzicht en een heroverweging van belangen. Iedereen die met anderen samenwerkt, weet dat hij af en toe compromissen moet sluiten. Het is daarom verstandig dat schoolbesturen incalculeren dat hun plannen door de MR geamendeerd kunnen worden. Bepaal daarom van te voren wat uw prioriteiten zijn. Welke onderdelen van uw plan zijn voor u essentieel en welke onderdelen inwisselbaar? Bedenk wat u de MR eventueel in ruil kunt bieden als er moeilijke besluiten moeten worden genomen die gevoelig bij de achterban liggen.
Tip 5: Stimuleer dat de MR zich schoolt Een prettige werksfeer kan in hoge mate worden bevorderd als iedereen weet wat zijn rol is, hoe de medezeggenschap werkt en wat ieders bevoegdheden zijn. Het is daarom van essentieel belang dat MR-leden scholing volgen. Deze scholing behelst in eerste plaats de WMS en het functioneren van de MR zelf, maar ook de onderwerpen waarover de MR geacht wordt zijn onderbouwde mening te geven (onder meer op basis van zijn adviesen instemmingsbevoegdheden). Denk hierbij bijvoorbeeld aan ingewikkelde onderwerpen als onderwijshuisvesting, scholenfusies, passend onderwijs en financiën. Formeel besluit de MR zelf over zijn eigen scholingsbehoefte, maar het bevoegd gezag kan scholing wel nadrukkelijk stimuleren door MR-leden aan te moedigen op cursus te gaan en door hiervoor budget beschikbaar te stellen (zie paragraaf 2, ‘Voldoende faciliteiten’).
Tip 6: School uzelf Uit de afgehandelde geschillen van de LCG WMS blijkt dat ook de kennis van schoolleiders en schoolbestuurders soms voor verbetering vatbaar is. Het is daarom van groot belang dat schoolleiders en schoolbesturen eveneens medezeggenschapstrainingen volgen.
Relevante gedragsankers 1. Medezeggenschap volgt zeggenschap 2. Wij zijn elkaars relevante overlegpartners 15. We informeren elkaar zo volledig mogelijk 17. We zorgen voor voldoende expertise en faciliteiten
Aanbevolen handreiking: Handreiking 2: Overleg met het bevoegd gezag
Auteur: Nico Foppen