INHOUD 1 Inleiding
2
2 Historische context 2.1 Van Stadsziekenhuis naar Gemeenteziekenhuis 2.2 Bouw van het Zusterhuis 2.3 Het kinderziekenhuis 2.4 Bunker
4 4 6 9 12
3 Karakteristiek bebouwing 3.1 Korte karakteristiek van de complexonderdelen 3.2 Gebouw A, Voormalig Zusterhuis 3.3 Gebouw B, Voormalig kinderziekenhuis 3.4 Gebouw C, Bunker Luchtbescherming / BB
14 14 14 20 23
4 Waardenbepaling en conclusie 4.1 Inleiding 4.2 Bouw- en architectuurhistorische waarden 4.3 Ensemble/situationele waarden 4.4 Cultuurhistorische waarden 4.5 Gaafheid/Herkenbaarheid 4.6 Zeldzaamheid 4.7 Conclusie 4.8 Aanbevelingen Quickscanformulier Zusterhuis Quickscanformulier Kinderpaviljoen Quickscanformulier Bunker
25 25 25 26 26 27 27 27 28 29 30 31
5 Literatuur en bronnen
32
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 1
1
INLEIDING
Vlietland Ziekenhuis Dit rapport bevat de uitkomsten van de cultuurhistorische waardenbepaling van enkele gebouwen op het terrein van het Vlietland Ziekenhuis aan de Burgemeester Knappertlaan te Schiedam, e.v.a. in opdracht van de gemeente Schiedam, Cluster Stedelijke Ontwikkeling, afd. Ruimtelijk Gebruik. Het onderzoek betreft het voormalige Zusterhuis met aangrenzende tuin, het voormalige kinderpaviljoen en de bunker aan de Juliana van Stolbergstraat. Het Zusterhuis (1936-1938) en het kinderpaviljoen (1949-1951) ontstonden als uitbreidingen van het toenmalige Gemeenteziekenhuis, dat in 1919 verhuisde naar de nieuwbouw aan de Burgemeester Knappertlaan. Sinds de sloop van de oudste ziekenhuisbebouwing en nieuwbouwactiviteiten sinds het midden van de jaren zestig behoren beide gebouwen thans tot de oudste complexonderdelen. Thans staat het ziekenhuisterrein aan de vooravond van een herontwikkelingsproces. Het ziekenhuis gaat verhuizen en het vrijkomende terrein zal worden herbestemd. Hiervoor worden thans nieuwe plannen ontwikkeld. Om in de planbeoordeling zorgvuldige afwegingen te kunnen maken ten aanzien van de eventueel aanwezige cultuurhistorische waarden is het Monumenten Advies Bureau gevraagd om van de oudste bebouwing de monumentale waarden in beeld te brengen. Veldwerk Het veldwerkonderzoek vond plaats op donderdag 9 oktober 2008 en had het karakter van een architectuurhistorische verkenning van de drie binnen het projectgebied gelegen gebouwen. Tevens is archiefen literatuuronderzoek gepleegd in het gemeentearchief van Schiedam en het bouwarchief van het Vlietland Ziekenhuis.
Rapport Het rapport bevat een historische inleiding aan de hand van archiefen literatuurgegevens en vervolgens per object een beknopte beschrijving (korte karakteristiek van de huidige staat). In hoofdstuk 4 komt de cultuurhistorische waardenbepaling aan de orde. Dit gebeurt aan de hand van vijf hoofdwaarden en is inzichtelijk gemaakt via een door het MAB ontwikkelde quickscanmethodiek, uitmondend in een conclusie en aanbevelingen. De “quickscan” geeft een inzichtelijke geschematiseerde waardenstelling, die in één oogopslag een indicatie geeft van de aanwezige cultuurhistorische waarden. De waardenstelling is gebaseerd op algemeen gehanteerde monumentenselectiecriteria. Tenslotte is op het formulier aangegeven hoe het advies betreffende de actuele monumentwaardigheid van het object luidt. De toetsing De toetsing vindt plaats aan de hand van monumentenselectiecriteria, die in de regel deel uit maken van de monumentenverordening. Hierin zijn vijf categorieën te onderscheiden: Architectuurhistorisch belang Stedenbouwkundig belang en ensemblewaarde Cultuurhistorisch belang Gaafheid en herkenbaarheid Zeldzaamheid Deze waarden zijn via een waarderingsstelsel beoordeeld, waarvoor via een standaardsysteem opgestelde quickscan-formulieren worden gebruikt. Deze formulieren zijn toegevoegd. Iedere categorie is onderverdeeld in een aantal subwaarden. Op iedere subwaarde kan “gescoord worden”, variërend van 0 punten, tot 1, 2 of 3 punten (de zwarte bolletjes), al naar gelang het belang van
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 2
het object. Drie zwarte bolletjes is per waarde dus de hoogst haalbare score. ○○○ = geen waarde ●○○ = enige waarde ●●○ = hoge waarde ●●● = zeer hoge waarde In de beoordeling worden nadrukkelijk de plaatselijke architectonische karakteristiek en de stedenbouwkundige en historische context meegewogen. De eindscore is de gemiddelde score. Deze geeft een indicatie van de monumentale waarde. Beeldmateriaal De reproducties van de originele bouwtekeningen zijn afkomstig uit het gemeentearchief van Schiedam en het bouwarchief van het Vlietland Ziekenhuis. Het historische beeldmateriaal bevindt zich in het gemeentearchief. Monumenten Advies Bureau – 29 oktober 2008
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 3
2
HISTORISCHE CONTEXT
2.1
Van Stadsziekenhuis naar gemeenteziekenhuis
Ziekenverzorging De ziekenverzorging werd in de middeleeuwen vooral uitgevoerd de door kloosterlingen in gasthuizen. Nog tot ver in de 19 eeuw was georganiseerde gezondheidszorg dan ook veelal een initiatief vanuit kerkelijke gemeenschappen, religieuze orden of armenkamers. De overheid hield zich niet of nauwelijks bezig met de algemene gezondheidszorg en financierde alleen ziekenzorg als deze in dienst stond van het militaire apparaat. De burger die het kon betalen werd tot circa 1900 bij ziekte gewoon thuis verzorgd. Door een verandering van denkwijze binnen de medische wereld ontstonden er in de loop van de negentiende eeuw verschillende „moderne‟ behandelmethodes. Tevens leidde de ontwikkeling in de medische technologie ertoe dat de gasthuizen transformeerden tot ziekenhuizen met kostbare technologie en vooruitstrevende behandelmethoden. Met de Wet op het Geneeskundig Staattoezicht uit 1865 werd ook de wettelijke basis gelegd voor overheidsbemoeienis in de gezondheidszorg. Echter tot de Tweede Wereldoorlog was van coördinatie van overheidswege geen sprake. Stadsziekenhuis De oorsprong van het huidige Vlietland Ziekenhuis aan de Burgemeester Knappertlaan gaat terug tot de eerste helft van de negentiende eeuw. Het ontstond in 1839 als “Stadsziekenhuis”, ressorterend onder de Magistraats Armenkamer, sinds 1856 het „Burgerlijk Armbestuur”. De stichting van een nieuw stadsziekenhuis was een belangrijke vooruitgang voor de gezondheidszorg in het snel groeiende Schiedam. In de loop der jaren groeide het ziekenhuis uit zijn jas en werd omgezien naar een nieuwe locatie buiten de singels. Het oog viel op een terrein direct ten zuidwesten van de oude kern.
Locatie van het nieuwe gemeenteziekenhuis, bouwtekeningen 1919 (GA, Schiedam)
behorend
bij
Het nieuwe Gemeenteziekenhuis in aanbouw, foto circa 1918 (GA, Schiedam)
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 4
De eerste plannen dateren van 1909 en zijn van de hand van architect Jan Stuivinga uit Zeist. De plannen werden echter ernstig gefrustreerd door het gekrakeel over de bouw van het nieuwe Rooms Katholieke ziekenhuis van Schiedam. Een derde bouwplan, uit 1913, gebaseerd op het plan van 1910 door architect P. Sanders in opdracht van de “Ziekenhuiscommissie” werd in 1916 aangenomen, nadat architect Jan Stuivinga uit Zeist in 1914 nog belangrijke wijzigingen aanbracht in het ontwerp van de voorgevel. Uiteindelijk kon in 1917 met de bouw worden begonnen en in 1919 is het ziekenhuis in gebruik genomen. De naam veranderde in “Gemeenteziekenhuis” Gemeenteziekenhuis Dit gemeenteziekenhuis was een groot complex, bestaande uit verschillende vleugels en vrijstaande paviljoens, met als blikvanger een monumentaal hoofdgebouw, dat was gericht op de Burgemeester Knappertlaan, destijds nog “Laurens Knapperstraat” geheten. In de loop van de jaren twintig en dertig vonden diverse verbouwingen en uitbreidingen plaats. De belangrijkste hiervan is de bouw van een zusterhuis, dat in 1938 in gebruik werd genomen. Van dit oorspronkelijke complex uit de jaren 1917-1919 resteert na diverse verbouwingen en grootschalige vernieuwingen uiteindelijk niets. Al kort na de Tweede Wereldoorlog, in de tijd van geneesheerdirecteur J.H. van den Berg, was namelijk de wens ontstaan om het gehele complex te vernieuwen. Rond 1960 kwamen de plannen hiervoor in een stroomversnelling. Het definitieve bouwplan zag in 1963 het levenslicht, waarna al gauw met de nieuwbouw (en de sloop van het oude ziekenhuis) kon worden begonnen. In 1981 kreeg het complex de naam “Schieland Ziekenhuis”. In 2000 vond de fusie plaats met het Vlaardingse Holyziekenhuis. Beide ziekenhuizen staan sindsdien bekend als het “Vlietland Ziekenhuis”. Thans wordt de verhuizing van beide locaties voorbereid naar de nieuwbouw.
Het complex in 1956, plattegrond in de collectie van het Vlietland Ziekenhuis
Het in 1963 gerealiseerde hoofdgebouw vanuit het zuiden, foto oktober 2008)
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 5
2.2
Bouw van het zusterhuis
Bouw van het zusterhuis Eind februari 1938 werd het nieuwe zusterhuis feestelijk geopend door burgemeester mr. Dr. F.L.J. van Haaren. Het Gemeenteziekenhuis kreeg hiermee een moderne accommodatie voor de huisvesting van het verplegend personeel. Het oorspronkelijke plan dateert uit 1936 en is afkomstig van de Dienst Gemeentewerken van Schiedam. Ir. C.E. Alexander, destijds architect bij Gemeentewerken, had de bouwleiding en heeft vermoedelijk ook een groot aandeel gehad in de totstandkoming van het ontwerp. Het zusterhuis huisvestte een groot aantal leerlingverpleegsters, voor wie eenvoudige kamertjes met bed, kast, tafel, spiegel en wasbak ter beschikking stonden. Gediplomeerden en hoofdzusters bewoonden de grotere kamers in het complex. Verder bevatte het gebouw allerlei dienstruimten, waslokalen, een grote studiezaal en een leslokaal voor het onderrichten van de leerlingverpleegsters. In de laagbouw aan de westzijden bevonden zich een grote eetzaal, een conversatiezaal en een recreatiezaal. In 1937 is een overdekte gang gerealiseerd van het hoofdgebouw van het ziekenhuis naar het zusterhuis. Na de Tweede Wereldoorlog volgden er nog enkele wijzigingen, onder andere in 1966. Naar plannen van architectenbureau Westerhout, Smid en Cramer uit Den Haag zijn toen de sanitaire voorzieningen vernieuwd en bovendien werd een verbindingsgang naar de nieuwbouw van het zusterhuis gerealiseerd, dat door hetzelfde bureau werd ontworpen. Het oude zusterhuis wijzigde van functie. Er werd een pathologielab gehuisvest en enkele kleinere ruimtes werden samengevoegd zodat ze als leslokaal geschikt werden. In de laagbouw kwam een afdeling psychiatrie en ook is hier een crèche ondergebracht. Tegenwoordig bevindt zich hier een technische werkplaats ten behoeve van het ziekenhuis. Het zusterhuis wordt voor allerlei vergader- en instructieactiviteiten gebruikt, maar een groot deel van de bovenverdiepingen staat thans leeg.
Details van de bouwtekeningen uit 1936, door Gemeentewerken (bouwarchief Vlietland Ziekenhuis)
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 6
de
dienst
C.E. Alexander (1896-?) In 1929 kwam C.E. Alexander als architect in dienst bij Gemeentewerken Schiedam, waar hij snel carrière maakte, want in 1940 werd hij er benoemd als onderdirecteur. Tot zijn vertrek naar Arnhem in 1946 was Alexander tevens directeur van de gemeentelijke woningdienst. De architect was gedurende zijn loopbaan bij gemeentewerken betrokken bij de bouw van ondermeer de bouw van de nieuwe brandweerkazerne, de verbouwing van het St. Jacobsgasthuis en de bouw van de Jan Ligthartschool aan het Frans Halsplein. In Arnhem trad Alexander als „stadsarchitect” eveneens in dienst bij Gemeentewerken, waar hij algemeen hoofd van de bouwafdeling werd. Hier was hij onder andere verantwoordelijk voor het ontwerp van een aantal markante gebouwen op de gemeentewerf en diverse andere projecten in het kader van de wederopbouw van de door oorlogsgeweld verwoeste stad. Hij werkte er onder meer samen met ir. J. van Biesen, in wiens werk (ook dat van kort voor de Tweede Wereldoorlog) overeenkomsten met Alexanders ontwerpen zijn te zien. Tuin Ten westen van het Zusterhuis werd een tuin aangelegd. De recreatievleugel keek hierop uit. De tuin kreeg een eenvoudige formele aanleg, passend bij de architectuur van het Zusterhuis, met een orthogonaal padenstelsel, eenvoudige borders met heesters en grasvelden met bloem- en heesterperken. Tijdens het archiefonderzoek is geen informatie aangetroffen over het tuinontwerp, de aanleg en invulling van de tuin. De oorspronkelijke aanleg is ook in de huidige tuin nog herkenbaar.
Het zusterhuis kort na de oplevering (circa 1938); foto’s uit GA Schiedam
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 7
Maquette van het zusterhuis, aangetroffen op de zolder van het gebouw, vermoedelijk uit de bouwtijd van het complex
Historische foto’s van het interieur van het zusterhuis, vermoedelijk van kort na de oplevering in 1938: keuken, hal, leeszaal, conversatieruimte, eetzaal en terras (foto’s GA, Schiedam)
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 8
2.3
Het kinderziekenhuis
Naoorlogse uitbreiding Een belangrijke uitbreiding van het gemeenteziekenhuis vond plaats in 1949-1951 en omvatte de bouw van een “semi-permanent paviljoen voor kinderziekten” aan de westzijde van het complex (Juliana van Stolbergstraat). De bouw van een kinderziekenhuis was zeer urgent, omdat de beschikbare ruimte in het ziekenhuisgebouw volstrekt ongeschikt en veel te klein was. Aanvankelijk was het de bedoeling gebruik te gaan maken van één of meer Zweedse barakken, maar met het oog op de ruimtebeperking en infectiekansen werd hier snel van afgezien. Een nieuw en meer passende nieuwbouw werd noodzakelijk geacht. Voor het ontwerp tekende de in ziekenhuisbouw ervaren architect G. Westerhout uit Den Haag, die een opmerkelijke constructie ontwierp, die een eventuele latere uitbreiding van het ziekenhuis niet in de weg stond. Op 12 april 1949 schreef de gemeente Schiedam aan de Minister van Sociale Zaken: “Wij verzoeken Uwe Excellentie dan ook met klem te willen mede werken, opdat zo spoedig mogelijk een kinderpaviljoen volgens de opgestelde plannen kan tot stand komen, waarbij uit de aard der zaak bouw en inrichting zo sober zullen worden gehouden als met de doelmatigheid verenigbaar is. Plannen en tekeningen zijn reeds door de Geneesheer-Directeur uitvoering met de Geneeskundige Inspecteurs voor het Ziekenhuiswezen en van de Volksgezondheid voor Zuid-Holland besproken”. In 1952-1953 vonden verbouwingen plaats aan het paviljoen, evenals in 1961 toen de goten, dakplaten en dakbedekkingen werden verbeterd, eveneens door architect G. Westerhout. In 1971 is het kinderpaviljoen verbouwd tot tijdelijk tehuis voor demente bejaarden in opdracht van de Stichting Verpleegtehuis Nieuwe Waterweg-Noord, uitgevoerd door Gemeentewerken Schiedam. Ongeveer tien jaar later wijzigde ook deze functie weer. Tegenwoordig bevindt zich in het gebouw een bacteriologisch laboratorium.
Details bouwtekeningen 1949, in bouwarchief Vlietland Ziekenhuis
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 9
Gart Westerhout (1893-1976) Westerhout kwam in 1918 als bouwkundige in dienst bij de Rijksgebouwendienst, waar hij, met een enkele onderbreking, jarenlang werkzaam was. Hij werkte er bij het bureau voor de Onderwijsgebouwen, waar hij onder meer verantwoordelijk was voor de kleinere bouwactiviteiten voor de Technische Hogeschool in Delft. Ook ontwierp Westerhout enkele interessante scholen zoals de H.B.S. in Ter Apel en de H.B.S. in Almelo. In 1930 vestigde hij zich in Den Haag als particulier architect, maar na de Tweede Wereldoorlog trad hij weer in dienst bij de overheid (gemeente Den Haag). In deze periode realiseerde hij verschillende woningbouwcomplexen in Den Haag. In 1951 richtte hij samen met H. Hoekstra het Ingenieurs- en Architecten bureau Hoekstra & Westerhout op. Beide architecten hadden reeds ervaring opgedaan met de bouw van ziekenhuizen, een specialisme, waarin het bureau zich vanaf de oprichting verder bekwaamde. Zo ontstonden van hun hand ziekenhuisprojecten in Delft, Delfzijl en Den Helder en de uitbreidingen in Schiedam. Eind jaren vijftig, nadat Hoekstra zich had teruggetrokken, zette Westerhout het bureau voort samen met E. Smid en H.J. Cramer. Van de naoorlogse ziekenhuizen van Westerhout en consorten is het Groninger ziekenhuis (vanaf 1951) een zeer bekend project, evenals de ontwerpen voor het Oude- en Nieuwe Gasthuis in Delft en het nieuwe gemeenteziekenhuis van Schiedam.
Details bouwtekeningen kinderpaviljoen uit 1949, in bouwarchief Vlietland Ziekenhuis
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 10
Het kinderpaviljoen in vogelvlucht, foto’s in GA, Schiedam
Historische foto’s uit de jaren vijftig, GA Schiedam
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 11
2.4
Bunker
Commandopost Ten westen van het zusterhuis bevindt zich aan de zijde van de Juliana van Stolbergstraat een opmerkelijk ondergronds gebouw, dat zoals blijkt uit de historische bronnen kort voor de Tweede Wereldoorlog moet zijn gerealiseerd. Volgens mondelinge mededeling was deze betonnen bunker bedoeld als “commandocentrum”, van waaruit de ziekenhuisstaf in tijden van nood veilig kon functioneren. Waarschijnlijker is echter, dat de bunker in 1939 is gebouwd als commandopost voor de Luchtbeschermingsdienst, die in april 1939 was opgericht met het oog op de oorlogsdreiging vanuit Duitsland. In Schiedam waren er naast de commandopost aan de Juliana van Stolbergstraat, waar zich ook radioluisterpost bevond, nog vier uitkijkposten. In 1940 werden de activiteiten geconcentreerd in deze commandopost bij het gemeenteziekenhuis. Eind 1945 of begin 1946 is de Luchtbeschermingsdienst in Schiedam geliquideerd. Kort daarop kreeg de commandopost een nieuwe functie: die van wijk- en commandopost van de Dienst Bescherming Bevolking (BB), A-kring Zuid-Holland C, wijk nr.7. Het was de periode van de Koude Oorlog: het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende niet, dat er een periode van internationale politieke rust aanbrak. In tegendeel. Er ontstond een langdurige politieke strijd tussen de grootmachten Amerika en Rusland, een periode van grote spanningen en de dreigingen van een nieuwe oorlog, waarin de kans bestond dat het ultieme vernietigingswapen, de atoombom, zou worden ingezet, met als gevolg grote hoeveelheden burgerslachtoffers. Bescherming Bevolking Door de Nederlandse regering werden daarom allerlei maatregelen getroffen om goed voorbereid te zijn op de oorlogsdreiging en de gevolgen daarvan. Zo werd in 1952 de wet op de Bescherming Bevolking afgekondigd. Onder “Bescherming Bevolking” werd verstaan “het geheel van niet militaire maatregelen tot bescherming
Ligging van de commandopost (links boven) op het ziekenhuisterrein (detail bouwtekening uit 1949 van het kinderpaviljoen, het gearceerde gebouw), bouwarchief Vlietland Ziekenhuis
Interieur keukentje in de bunker, foto oktober 2008
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 12
van de bevolking en haar bezittingen zomede van de bezittingen van de openbare lichamen tegen de onmiddellijke gevolgen van oorlogsgeweld”. De basis voor deze zuiver civiele organisatie was het daadkrachtig optreden van uit de eigen gemeente (stad, dorp) tijdens calamiteiten, waarbij een uitgesproken verantwoordelijk bij het plaatselijke bestuur lag. Hiertoe werden BB-kringen, wijk- en blokploegen opgericht. De kringen, waarin verschillende steden en dorpen waren verenigd, dienden als overkoepelende organisatie voor verschillende georganiseerde initiatieven. Onderling konden de kringen bijstand uitwisselen. Burgers werden vanaf 1952 op vrijwillige basis opgeleid in de grondbeginselen van een breed scala aan reddings- en brandweeractiviteiten. Daarnaast richtte de overheid zich op het bevoorraden van magazijnen met medische artikelen en reddingsgereedschappen, werkkleding en eerste hulpartikelen. Met behulp van radio-uitzendingen, brochures (“Wenken”) en voorlichtingsfilms bood de overheid een handleiding aan de burgers voor zelfredzaamheid in tijdens van nood. Ook het bouwen van schuilmogelijkheden werd een belangrijke taak, evenals het organiseren van netwerken met sirenes, het inrichten van noodkeukens en het opzetten van meetposten. In 1954 volgde de oprichting van de Rijks Mobiele Colonnes, aanvankelijk bedoeld om bemand te worden met vrijwilligers maar sinds 1955 draaiende gehouden door militairen. Deze mobiele colonnes hadden de taak eenheden van de BB-organisatie snel te kunnen verplaatsen en in te zetten in rampgebieden. In het begin van jaren tachtig is de Bescherming Bevolking als organisatie ontbonden en werden de taken overgedragen aan het Rode Kruis en de brandweer.
dienst Bescherming Bevolking. De bunker was een perfecte accommodatie voor dit doel: een grote rechthoekige ondergrondse ruimte van beton, toegankelijk via een nauwelijks opvallende ingang. Dergelijke bunkers waren in de regel voorzien van een luchtbehandelingsinstallatie, een vuilwaterkelder en een eigen broninstallatie, waarop de waterleiding via een betonnen reinwaterkelder en een hydrofoorinstallatie kon worden aangesloten. Men kon daarmee geheel onafhankelijk van de aansluiting op het reguliere waterleidingnet over drinkwater beschikken. Iedere kringcommandopost beschikte verder over een noodstroomvoorziening in de vorm van een aggregaat die werd aangedreven door fietsen en een radiocentrale. In de bunkers waren commandoen verbindingenkamers, een eetruimte met keukenvoorziening, slaapvertrekken, sanitaire voorzieningen, een proviandkamer, bergruimten en een besmette kledingruimte. Of deze voorzieningen allemaal ook in de bunker bij het gemeenteziekenhuis aanwezig waren is niet bekend. Tegenwoordig doet de “bunker” geen dienst meer.
Situatie Schiedam Voor de vele kringen in Nederland werden speciale wijk- en/of commandoposten gebouwd. In Schiedam gebeurde dit in de jaren vijftig met de ingebruikname van de bestaande bunker op het terrein van het gemeenteziekenhuis. Initiatiefneemster was de Kringraad Kring Zuid-Holland C, vermoedelijk in opdracht van de plaatselijke Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 13
3
KARAKTERISTIEK BEBOUWING
3.1
Korte karakteristiek van de complexonderdelen
Ligging/ context De onderzochte objecten bevinden zich op de zuidwesthoek van het uitgestrekte terrein van het Vlietland Ziekenhuis aan de zuidzijde van de Burgemeester Knappertlaan in Schiedam. Het Zusterhuis (A) bevindt zich op het zuidelijke deel van het terrein, grenzend aan de Louise de Colignystraat. Dit bouwdeel is verbonden aan het nieuwe Zusterhuis uit 1966, dat is gesitueerd op de hoek van de Louise de Colignystraat en de Dillenburgstraat. Het voormalige kinderziekenhuis (B) staat direct ten zuidwesten van het tegenwoordige hoofdgebouw van het Vlietland Ziekenhuis. De bunker (C) ligt direct ten westen van het zusterhuis en ten zuidwesten van het kinderziekenhuis, aan de westzijde van een tuin. De drie gebouwen zijn de oudste objecten op het ziekenhuisterrein, dat vooral bepaald wordt door de grootschalige nieuwbouw van het ziekenhuis uit 1963 en het nieuwe zusterhuis uit 1966.
3.2
Kaartuitsnede Visch-kaart gemeente gebouwen zijn gearceerd weergegeven.
Schiedam.
De
Gebouw A, Voormalig Zusterhuis
Karakter en stijlkenmerken Het Zusterhuis is een typisch voorbeeld van instellingsarchitectuur uit de periode van het interbellum. Vanuit het specifieke programma van eisen is een doelmatig gebouw ontwikkeld, dat in zijn opzet, ruimtelijke indeling en in de verschillende bouwdelen tot uitdrukking komende functiedifferentiatie functionalistisch kan worden genoemd. Ook de inwendige betonconstructie is “modern”. De uiterlijke verschijningsvorm wordt evenwel medebepaald door een traditionele vormentaal: sobere bakstenen gevels, hellende pannendaken met overstekken en keramische pannen. Deze gematigd-moderne
Luchtfoto omgeving Vlietland Ziekenhuis, via Google-maps
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 14
onderzochte
architectuur, die een synthese zocht tussen het zakelijk-moderne en het aangenaam-traditionele werd in de jaren twintig en dertig bijzonder populair in niet alleen de woonhuisbouw, maar ook bij de bouw van ziekenhuizen en andere instellingsgebouwen. Ir. C.E. Alexander, die vanuit Gemeentewerken veel invloed op het ontwerp van het zusterhuis zal hebben gehad, zou ook na 1946, toen hij in Arnhem werd aangesteld, in deze trant blijven ontwerpen. Hoofdopzet Het voormalige zusterhuis is een fors gebouw op een samengestelde, min of meer kruisvormige plattegrond. De hoofdbouwmassa is te onderscheiden in een T-vormig opgezette hoofdbouw, waarvan de diverse onderdelen zijn voorzien van zadeldaken, en een lage, onregelmatig gevormde vleugel aan de westzijde, die is voorzien van een plat dak. Het zuidelijke, L-vormige bouwdeel heeft boven de kelder drie volledige bouwlagen en een Lvormig zadeldak. De vleugel aan de noordzijde heeft aanvankelijk een hoog souterrain, twee bouwlagen en een zadeldak en eindigt in een éénlaags bouwdeel met zadeldak. In de oostelijke oksel tussen het drielaags en het tweelaags gedeelte staat een hoge hoektoren, die plaats van het hoofdtrappenhuis markeert. De vleugel aan de westzijde heeft één bouwlaag en een plat dak. De zadeldaken hebben flinke houten overstekken, houten goten en een dekking van gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Bij de zijtopgevels zijn de goten van de langsgevels op decoratieve wijze omgehoekt. In de dakvlakken van de zuidelijke vleugel bevinden zich originele houten dakkapellen. Gevels, onderdelen De gevels zijn zeer zorgvuldig gemetseld in een machinale bruinrode baksteen in klezoorverband, met een platvolle voeg. Dit type metselwerk is kenmerkend voor de bouwtijd en accentueert de horizontale belijning van de gevels. Het horizontaliserende karakter wordt vooral bewerkstelligd door de veelal liggende vensterformaten,
Overzicht oostzijde van het zusterhuis, met detail van de hoofdentree
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 15
die in de langsgevels van het drielaags gedeelte bovendien in horizontale stroken zijn geplaatst. Onder de vensterreeksen bevinden zich doorgaande keramische lekdorpelstroken, met daaronder een rollaag. Boven de vensters bevinden zich in het metselwerk opgenomen betonnen lateien, die visueel gekoppeld zijn door vermoedelijk bakstenen strips ter hoogte van de muurdammen tussen de vensters. Ook op andere manieren is door de eigenzinnige plaatsing en koppeling van vensters in verschillende vormen een levendig gevelbeeld bewerkstelligd. Markant zijn bijvoorbeeld de reeksen kleine staande venstertjes in de eerste bouwlaag van de noordvleugel. In de tweede bouwlaag van dit bouwdeel bevindt zich een bijzondere vensterindeling, bestaande uit een over de gehele gevel lopende vensterstrook met dubbele draairamen, afgewisseld door houten panelen. De strook wordt aan de bovenzijde afgesloten door een betonnen latei, waarboven zich een reeks grotere ramen met bovenlichten bevinden. De trappenhuistoren heeft aan de oostzijde een hoge vensterpartij met originele roedenramen en in de noordgevel een speels oculusvenstertje. De overigens gewijzigde hoofdentree in de oostelijke oksel tussen drielaags en tweelaags bouwdeel bezit een grote betonnen luifel, die aan de rechterzijde is afgerond en links rust op een ronde kolom. Onder de luifel is er een uitgebouwde portiersloge met omhoekend venstertje met op de hoek een kolommetje. De zuidvleugel heeft aan de zuidzijde een aangebouwde ingesnoerde trappenhuissectie met een eigen zadeldak. Aan de oostzijde heeft dit bouwdeel in iedere bouwlaag een ingang, die uitkomt op een klein terras (ter hoogte van de eerste bouwlaag) en balkons op de bovenliggende bouwlagen. Terras en balkons hebben aan de oostzijde een halfronde beëindiging. De betonnen balkonplaten worden ondersteund door gemetselde kolommen. De balustrades zijn van baksteen danwel van staal.
Overzichten van de oost- en de westgevel van het zusterhuis
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 16
De éénlaags vleugel aan de westzijde heeft diverse grote vensters. De westgevel bevat een opmerkelijk groot oculusvenster. De eindtopgevels bezitten in de top een oculusvenster. De oostgevel van de oostvleugel bezat oorspronkelijk een hoog en smal rondboogvenster. Hiervan bleef alleen het bovenste deel bewaard, dit ten gevolge van de bouw van een corridor naar de nieuwbouw uit 1966. Bij deze gelegenheid werd ook een éénlaags aanbouw met zadeldak gesloopt. Vensters en deuren, overige details De meeste vensters en deuren hebben nog hun originele detaillering. De houten kozijnen zijn ongeprofileerd en bevatten veelal dubbele of enkelvoudige draairamen of vaste ramen met bovenlichten. De oculusvensters hebben ijzeren roedenramen. Voor de oostgevel van de noordvleugel bevindt zich een luik voor het bevoorraden van de kelder. Hierboven is een authentieke hijsinstallatie met houten kast bewaard gebleven.
Terras en balkons aan de zuidzijde
Constructies De in baksteen gemetselde gevels suggereren een traditionele constructieve opzet, maar in werkelijkheid verhullen ze een eenvoudige betonnen constructie met betonnen funderingen, vloeren en trappenhuizen. De kapconstructies verkeren in oorspronkelijke staat en bestaan uit Hollandse spanten met kreupele stijlen, makelaars, gordingen (ondersteund door geprofileerde klossen). De kappen zijn geheel beschoten. Interieur Het interieur van het complex bevat nog opmerkelijk veel oorspronkelijke elementen. Ook de indeling verkeert in authentieke staat. Centraal element is het trappenhuis, grenzend aan ruime traphallen met doorgangen naar de verschillende vleugels. Deze bezitten de klassieke corridoropzet met vertrekken aan weerszijden van een middengang. In de zuidvleugel zijn de kleine zusterkamers (in verschillende klassen) nog goed herkenbaar. Veel kamers
Bijzondere geveldetails, links erkertje in de westelijke vleugel, rechts afgeschuinde hoek van de noordelijke vleugel
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 17
hebben nog de oorspronkelijke indeling met washoek en vaste bergkasten. De betonnen plafonds zijn veelal gestuct of afgeplaat. Ook zijn er enkele ruimten met plafondplaten van asbest. De detaillering van de diverse onderdelen is sober en zakelijk gehouden, passend bij de functionele opzet van het gebouw. Het hoofdtrappenhuis heeft een betonnen trapconstructie met leisteenbekleding en stalen leuningen. Het kleine trappenhuis aan de zuidzijde is betegeld en heeft stalen leuningen. De doorgangen hebben stalen kozijnen en vlakke houten deuren. Boven de deuren van de zusterkamers bevinden zich kleine zwevende bovenlichten. In de deuren zijn beneden kleine ruitjes aangebracht. Hoofdtrappenhuis (links) en kleine trappenhuis (zuidvleugel), rechts
Overzichten kapconstructies
Interieur hoofdtrappenhuis op de beganegrond
Corridor met deuren naar zusterkamertjes (links); midden en rechts interieur zusterkamer met berg- en waskast Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 18
Tuin Ten oosten van het gebouw bevindt zich een tuin, die door de westen de zuidvleugel wordt omsloten als een binnentuin. Aan de zuidzijde grenst de tuin met een dichtbegroeide groenstrook aan de Louise de Colignystraat. De tuin heeft een eenvoudige formele aanleg, die in de belijning van paden en borders de architectuur van het zusterhuis volgt. Rechthoekige grasveldjes worden doorsneden door tegelpaden en langs de gevels bevinden zich smalle borders met diverse heesters en bomen. Verspreid op en langs de gazons staan enkele markante bomen als hazelaar, berk en esdoorn. Het zuidelijke deel van de tuin wordt bepaald door een groot, carrévormig met taxus omhaagd gedeelte, dat geheel bestraat is in baksteen en natuursteen in crikelmotieven. Ten westen van dit carré bevindt zich een speelveldje, dat grenst aan de tuinen van de woonhuizen aan de Juliana van Stolbergstraat. In de noordwesthoek ligt de rechthoekige commandobunker, met daarnaast, in het gazon een drietal geschakelde ronde bloem- of zandbakken met betonnen randen.
Tuinaanleg, links in zuidelijke richting, rechts in noordwestelijke richting, met op de achtergrond de noordvleugel van het zusterhuis
De tuin in zuidelijke richting met links het zusterhuis
De sobere formele aanleg past goed bij de architectuur van het zusterhuis en gaat in essentie terug op de oorspronkelijke situatie. Op een luchtfoto uit circa 1967 is slechts sprake van een groot ongedeeld grasveld, omgeven door borders en smalle paden, vergelijkbaar met de situatie op een foto uit het einde van de jaren dertig. Taxushagen en solitairen bomen lijken dan nog geheel te ontbreken.
Omhaagde centrale deel van de tuin (links) en betonnen bloem/zandbakken in het noordelijke deel van de tuin
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 19
3.3
Gebouw B, voormalig kinderziekenhuis
Karakter en stijlkenmerken Het ontwerp voor het kinderziekenhuis is een opmerkelijke mengvorm van functionele, traditionele en expressionistische aspecten, verenigd in een semi-permanent gedachte constructie. Het gebouw is duidelijk ontwikkeld vanuit de bijzondere functie van kinderziekenhuis: deze bepaalt de hoofdopzet en de indeling van het gebouw (functionele indeling vertrekken en zalen, bezonning, lichttoetreding). Met minimale middelen (het gebouw is in de periode van schaarste kort na de Tweede Wereldoorlog als semi-permanent gebouw gerealiseerd) is een eenvoudig, vriendelijk en lichtvoetig ogend gebouw ontworpen, dat door diverse architectonische accenten (de asymmetrische kap, de expressieve schoorstenen, siermetselwerkdetails, roedenverdeelde ramen en deuren) verbijzonderd is. Hoofdopzet Het voormalige kinderziekenhuis heeft een langgerekte, in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en bestaat in feite uit twee onder één doorgaande kap gevoegde en in elkaars verlengde gelegen bouwdelen. Het zuidelijke heeft een zuiver rechthoekige plattegrond, het noordelijke is breder en springt ten opzichte van het zuidelijke aan de oost- en westzijde uit. In de zuidwesthoek van dit bouwdeel bevindt zich de hoofdentree. Het gehele gebouw heeft één bouwlaag en een flauw hellend zadeldak, waarvan de flinke overstekken iets zijn opgewipt. Onder het zeer brede dakoverstek aan de noordwestzijde bevond zich oorspronkelijk een veranda. Op het dak verheffen zich forse dwars geplaatste “schoorstenen”, die met mastiekleien zijn bekleed. Bij de eindgevels zijn deze schoorstenen in baksteen gemetseld. Met de zinken rookkappen vormen deze elementen zeer expressieve accenten in het totaalontwerp. Op de zuidelijke kopgevel sluit een evenwijdig aan de gevel geplaatste gang met lessenaarsdakje aan, oorspronkelijk een “bezoekersgang”, die via grote ramen zicht bood op de zuigelingen-
Exterieur voormalig kinderpaviljoen, boven vanuit het zuidwesten en beneden vanuit het oosten, met zicht op de zaalpuien
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 20
en couveusezalen, maar geen directe toegang tot deze ruimten had. Op deze gang sluit thans een verbindingslid naar het zusterhuis aan. Constructies Het kinderpaviljoen heeft een lichte betonfundering op palen en dragende muren van baksteen. Boven de vensters bevinden zich betonnen lateien, die aan de buitenzijde aan het zicht zijn onttrokken. Wat betreft de binnenmuren zijn vooral de gangmuren deels dragend uitgevoerd. Opvallend is het transparante karakter van de binnenwanden. Deze zijn voorzien van puien met grote ramen en bovenlichtenreeksen boven kasten en toiletten. De gangen zijn voorzien van een houten legraamconstructie, die deel uit maakt van de bijzondere constructie van de kap. Het zadeldak heeft een asymmetrische opzet met slechts flauw hellende dakschilden. Deze verhullen een lichte constructie met gordingen en eenvoudige vakwerkspanten onder alleen de grotere oostelijke dakvlakken. In de constructie is een lichtstraat opgenomen met onder meer Norma-patentroeden aan de bovenzijde van de westelijke dakvlakken. De plafonds in de “zijbeuken” lopen naar de vensters toe schuin omhoog en maken zo deel uit van de spankrachten in de constructie. De plafonds zijn aan de onderzijde voorzien van rietplaten en kippengaas en vervolgens glad afgestuct. Deze afwerkingen zien we ook onder de dakoverstekken. Gevels De gevels zijn gemetseld in gele baksteen in een wild verband, waarbij plinten en delen van het opgaande werk in een visgraatpatroon in siermetselwerk zijn uitgevoerd. Vensters en ingangen De gevel aan de oostzijde wordt door smalle gemetselde penanten in een groot aantal traveeën gedeeld, waarin telkens grote puien met in siermetselwerk uitgevoerde plinten, dubbele deuren en grote raampartijen met roeden zijn geplaatst. De dubbele deuren hebben
Overzichten van de westgevel; op de onderste foto is het overdekte ingangsportaal te zien
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 21
ruiten met decoratieve gebogen hoeken. Achter iedere pui bevindt zich een voormalig ziekenzaaltje of speellokaal, dat dus telkens een eigen uitgang naar terras en tuin had. De travee uiterst links in deze gevel heeft drie grote vensters met roedenramen. Hier bevond zich oorspronkelijk een grotere zaal voor zuigelingen. De westgevel heeft reeksen individuele vensters met roedenramen, gescheiden door bakstenen dammen. In deze gevel bevindt zich ook de hoofdentree, geplaatst in een portiek onder een groot dakoverstek op dunne veelhoekige kolommen. De diep gelegen entree heeft een oorspronkelijke pui met dubbele deuren met neven- en bovenlichten. Interieur Hoewel het inwendige inmiddels verschillende functies heeft gekend is de oorspronkelijke indeling nog goed herkenbaar: deze bestaat voornamelijk uit een centrale middengang met aan weerszijden reeksen vertrekken. Het interieur is licht en transparant door de legraamconstructie in de gangen en de vele ramen en glasdeuren in de binnenwanden. Aan de oostzijde zijn de nagenoeg vierkante voormalige ziekenzaaltjes herkenbaar, hoewel sommige later zijn opgedeeld. Aan de westzijde bevindt zich een opeenvolging van vertrekken van verschillende grootte, waarin deels nog de oorspronkelijke indeling is te herkennen. Aan deze zijde bevonden zich aanvankelijk diverse keukenruimtes, toiletten, onderzoekskamers, personeelsvertrekken en een isolatiekamer.
Siermetselwerkdetails in de buitengevels
Interieur voormalig kinderpaviljoen. Links een voormalig ziekenzaaltje. Het plafond loopt naar rechts (richting vensters) omhoog; op de rechter foto interieur van de centrale gang met legramen
Interieur middengang met legraamconstructies en wanden met ramen
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 22
3.4
Gebouw C, Bunker Luchtbescherming/BB
Hoofdopzet De bunker heeft een rechthoekige aanleg en bestaat uit een volledig in gewapend beton uitgevoerde constructie, waarvan het bovenste gedeelte ruimschoots boven het maaiveld uitsteekt, dit vermoedelijk vanwege de hoge grondwaterstand in het gebied. De ingang bevindt zich in een verholen hoek aan de oostzijde. Een portaaltje met een zware stalen deur geeft toegang tot het inwendige, dat bestaat uit een aantal kleine en grotere rechthoekige vertrekken en smalle gangen. In de verschillende doorgangen bevinden zich eenvoudig geprofileerde houten kozijnen en paneeldeuren, mogelijk nog met de oude kleurafwerkingen in blauw en rood. Op diverse plaatsen bevinden zich kozijntjes met ventilatie-openingen. Van het vroegere keukentje resteert een deels betegelde ruimte met een aanrecht met granitoblad. Voorts zijn er resten van sanitaire en elektrische voorzieningen en houten schappen. Eén van de grotere vertrekken is voorzien van een merkwaardige plafondschildering, mogelijk bestemd als windroos voor het bepalen van de windrichtingen. De houten vloeren zijn grotendeels door houtaantasting verloren gegaan.
Exterieur bunker, bovenzijde
Interieur
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 23
Interieur bunker; links boven gang met kozijn en deur; rechts boven vertrek met kast; links onder interieur wc; rechts onder de stalen toegangsdeur
Interieur; op de bovenste foto is de merkwaardige plafondschildering te zien Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 24
4
WAARDENBEPALING EN CONCLUSIE
4.1
INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de monumentale waarden van de gebouwen. Dit gebeurt in de paragrafen 4.2 tot en met 4.6. Achtereenvolgens komen de bouwen architectuurhistorische waarden, de stedenbouwkundige of ensemblewaarden en de cultuurhistorische waarden aan de orde en worden aspecten als gaaf/herkenbaarheid en zeldzaamheid kort omschreven. Binnen deze vijf “hoofdwaarden” worden in de regel de monumentenselectiecriteria geformuleerd, die worden gehanteerd om de monumentale waarden van een object te beoordelen en vast te stellen of de waarden dusdanig hoog zijn dat bescherming als gemeentelijk monument gerechtvaardigd is. Hoofdwaarden en selectiecriteria zijn ook terug te vinden op de quickscanformulieren. Hierop is een geschematiseerde waardenstelling opgenomen, die in één oogopslag een beeld geeft van de aanwezige cultuurhistorische waarden.
4.2
BOUW- EN ARCHITECTUURHISTORISCHE WAARDEN
Gebouw A: Zusterhuis Het Zusterhuis is in zijn opzet, indeling, constructie, materiaalgebruik en detaillering een goed voorbeeld van instellingsarchitectuur uit de periode van het interbellum, ontworpen in traditioneel-zakelijke trant. Vanuit het specifieke programma van eisen is een opvallend doelmatig gebouw ontwikkeld met een functionalistische opzet, waarbij de uiterlijke verschijningsvorm evenwel wordt medebepaald door een traditionele vormentaal: een aansprekende, schilderachtige bouwmassa, sobere bakstenen gevels, hellende pannendaken met
overstekken en keramische pannen. Deze gematigd-moderne architectuur, die een synthese zocht tussen het zakelijk-moderne en het aangenaam-traditionele werd in de jaren twintig en dertig bijzonder populair in niet alleen de woonhuisbouw, maar ook bij de bouw van ziekenhuizen en andere instellingsgebouwen. Het ontwerp is van de dienst Gemeentewerken, waarbij ir. C.E. Alexander veel invloed op het ontwerp zal hebben gehad. Alexander was een gedreven en via diverse publicaties en periodieken bekende ingenieur-architect, die in dienst van gemeenten als Schiedam en Arnhem een aantal interessante projecten heeft gerealiseerd. Het Zusterhuis is van veel belang binnen zijn Schiedamse oeuvre. Gebouw B: Kinderpaviljoen Het ontwerp voor het kinderziekenhuis uit 1949 is een opmerkelijke en interessante mengvorm van functionele, traditionele en expressionistische aspecten, verenigd in een semi-permanent gedachte constructie. Het gebouw is duidelijk ontwikkeld vanuit de bijzondere functie van kinderziekenhuis: deze bepaalt de hoofdopzet en de indeling van het gebouw, waardoor het gebouw als een goed voorbeeld van vroegnaoorlogs functionalisme geldt. Met minimale middelen (het gebouw is in de periode van schaarste kort na de Tweede Wereldoorlog als semi-permanent gebouw gerealiseerd) is een eenvoudig, vriendelijk en lichtvoetig ogend gebouw ontworpen, dat door diverse architectonische accenten (de asymmetrische kap, de expressieve schoorstenen, siermetselwerkdetails, roedenverdeelde ramen en deuren) verbijzonderd is. Verder is het pand van belang vanwege de bijzondere kapconstructie met geïntegreerde lichtstraat en als product van architect G. Westerhout, die als ziekenhuisbouwer bekendheid genoot. Gebouw C: Bunker De bunker heeft vanwege de bijzondere constructieve opzet, het unieke bouwtype en de hoge mate van gaafheid een hoge architectuurhistorische waarde. Het is als geheel een uitstekend en zeer illustratief voorbeeld van de sobere civiele utiliteitsbouw in het
ultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 25
kader van aanvankelijk de Luchtbescherming en later Bescherming Burger Bevolking. Aan de gaaf bewaarde opzet, het materiaalgebruik, de detaillering en de resten van de technische installaties is de oorspronkelijke functie nog goed afleesbaar.
4.3
ENSEMBLE/SITUATIONELE WAARDEN
Gebouw A: Zusterhuis Het voormalige Zusterhuis is door zijn complexe hoofdvorm met diverse architectonische accenten en de markante hoofd- en kapvormen een beeldbepalend element in zijn omgeving. Dit geldt voor zowel het ziekenhuisterrein als voor de omringende middenstandswijk, die in dezelfde bouwperiode in ontwikkeling kwam en in architectonische vormgeving overeenkomsten vertoont. Verder is er sprake van ensemblewaarde als onderdeel van het zuidwestelijke terreingedeelte van het Vlietland Ziekenhuis, dat uit de oudst bewaard gebleven bebouwing bestaat (Zusterhuis, kinderpaviljoen) en een markante tuinaanleg, die in aanleg ook uit de laten jaren dertig dateert. Gebouw B: kinderpaviljoen Het voormalige kinderpaviljoen heeft vooral ensemblewaarde als onderdeel van het zuidwestelijke terreingedeelte van het Vlietland Ziekenhuis, dat uit de oudst bewaard gebleven bebouwing bestaat (Zusterhuis, kinderpaviljoen) en een markante tuinaanleg, die in aanleg ook uit de laten jaren dertig dateert. Gebouw C: bunker Er is geen bijzondere ensemble of situationele waarde.
4.4
CULTUURHISTORISCHE WAARDEN
Gebouw A: Zusterhuis Het voormalige Zusterhuis heeft een hoge cultuurhistorische waarde. Het herinnert als enige gebouw nog aan de vooroorlogse ziekenhuisbebouwing van het tegenwoordige Vlietland Ziekenhuis (vroeger Gemeenteziekenhuis), een instelling met een interessante, rijke geschiedenis die teruggaat tot 1839; het gebouw markeert de bloeitijd van de instelling in de periode van het interbellum. Tevens is het gebouw van cultuurhistorisch belang omdat het een goed beeld geeft over de toenmalige ideeën omtrent de interne huisvesting van verplegend personeel. Gebouw B: kinderpaviljoen Er is sprake van cultuurhistorische waarde als onderdeel van het Vlietland Ziekenhuis; het bouwdeel is de eerste grote naoorlogse uitbreiding van het toenmalige Gemeenteziekenhuis en representatief voor de ontwikkelingen in de medische zorg in deze periode, toen verdere professionalisering en functiescheidingen het bouwbeleid gingen bepalen. Gebouw C: bunker Het bouwwerk heeft een hoge cultuurhistorische waarde vanwege de uitzonderlijke historische achtergrond: gebouwd als ondergrondse commandopost voor de Luchtbescherming en in die zin een bijzondere representant van civiel-militaire bouwkunst uit het Interbellum. Ook de latere functie als commando- en kringpost van de Burger Bescherming is van belang: het gebouw is hiermee een tastbare herinnering aan de periode van de Koude Oorlog. Tuin De tuinaanleg ten westen van het Zusterhuis is in oorsprong een eenvoudig formeel ontwerp uit de bouwtijd van het Zusterhuis. Elementen van deze aanleg zijn in de huidige tuin nog aanwezig, zoals de fragmenten van het orthogonale padenstelsel, langs de
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 26
gevels lopende borders met heesters en enkele verspreid staande solitairen. Het eenvoudige, later gewijzigde ontwerp is uitgegroeid tot een markante, sobere tuin met enkele tot flinke omvang uitgegroeide solitairen, die een waarvol geheel vormt met de bebouwing van het Zusterhuis. De tuinhistorische waarde is op grond van de huidige beschikbare informatie moeilijk te duiden.
4.5
GAAFHEID / HERKENBAARHEID
4.6
ZELDZAAMHEID
Gebouw A: Zusterhuis Als oudst bewaard gebleven onderdeel van het vroegere Gemeenteziekenhuis op de locatie Burgemeester Knappertlaan heeft het Zusterhuis zeldzaamheidswaarde. Ook als gaaf en typologisch bijzonder voorbeeld van vooroorlogse instellingsarchitectuur is er binnen de Schiedamse context sprake van enige zeldzaamheidswaarde.
Gebouw A: Zusterhuis Het voormalige zusterhuis is opvallend gaaf behouden gebleven, ondanks diverse wijzigingen aan in- en exterieur. De uitgevoerde veranderingen hebben het wezenlijke karakter niet aangetast. Het complex is nog steeds als instellingsgebouw, bedoeld voor de huisvesting van verplegend personeel herkenbaar.
Gebouw B: kinderpaviljoen Het voormalige kinderpaviljoen vertegenwoordigt in opzet, constructie en detaillering een vrij bijzonder bouwtype. Door de vele sloop- en nieuwbouwactiviteiten in de Nederlandse ziekenhuisbouw zijn er weinig vergelijkbare voorbeelden voorhanden. Er is daarom sprake van zeldzaamheidswaarde.
Gebouw B: kinderpaviljoen Het voormalige kinderpaviljoen is ondanks de latere nieuwe functies zowel uit- als inwendig vrij gaaf behouden gebleven. Hoofdvorm, historische constructies en details zijn ongewijzigd gebleven. Ook inwendig bleven veel elementen intact. Als geheel is het gebouw nog steeds als ziekenhuispaviljoen herkenbaar gebleven
Gebouw C: bunker Over dit soort historische commandobunkers is vooralsnog niet zoveel vergelijkende informatie bekend. In de Schiedamse context is er sprake van zeldzaamheidswaarde. Mede gezien de vooroorlogse oorsprong en het gave karakter is het bouwwerk vermoedelijk ook in landelijke context zeldzaam.
Gebouw C: bunker De commandobunker is wat betreft de constructieve aspecten zeer goed behouden gebleven, de inventaris is evenwel vrijwel volledig verloren gegaan. Als geheel is het bouwwerk nog goed herkenbaar als vroegere commandopost.
Tuin De tuinaanleg heeft geen zeldzaamheidswaarde.
Tuin In de tuinaanleg is de oorspronkelijke structuur uit het einde van de jaren dertig herkenbaar. Wel is het oude concept gewijzigd door onder meer de beplanting met taxushagen.
In de Monumentenverordening van de gemeente Schiedam, vastgesteld op 21 juni 2007 wordt in artikel 1 onder een monument verstaan: een zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;
4.7
CONCLUSIE
ultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 27
Uit de bovenstaande argumentatie (paragrafen 4.2-4.6) en de weging aan de hand van de monumentenselectiecriteria kan worden geconcludeerd dat de drie objecten (Zusterhuis, kinderpaviljoen, bunker) ruimschoots aan deze omschrijving voldoen. Ze vertegenwoordigen een groot aantal bijzondere waarden, die dusdanig hoog zijn, dat er in alle gevallen gemiddeld sprake is van een hoge monumentwaarde, een hoge score die meer dan voldoende is voor eventuele bescherming als gemeentelijk monument. De tuinaanleg is vooral in samenhang met deze bebouwing behoudenswaard.
4.8
AANBEVELINGEN
De onderzochte objecten hebben in alle gevallen een hoge monumentwaarde. Plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst wordt dan ook aanbevolen. Indien, om wat voor reden dan ook, behoud van de objecten niet of slechts ten dele mogelijk is, wordt met kracht aanbevolen de bebouwing en de daarin aanwezige constructies zorgvuldig te documenteren, zodat op deze wijze informatie over deze artefacten beschikbaar blijft.
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 28
QUICKSCANINVENTARISATIE MONUMENTALE WAARDEN
TOETSING A.H.V. MONUMENTENSELECTIECRITERIA
Adres Dorp-wijk Bouwtype Bouwjaar
DATUM INVENTARISATIE 09-10-2008 Burgemeester Knappertlaan 25 Schiedam Instellingsgebouw 1936-1938
1.voor geschiedenis van de architectuur (bouwstijl, bouwtrant, bouwtechniek, typologie) 2. voor het oeuvre van een (plaatselijk) bouwmeester of architect
●●○ ●●●
Bouwstijl
Traditioneel-zakelijk
3. wegens esthetische kwaliteit van het ontwerp (verhoudingen, compositie, ruimtelijke opzet)
●●●
Architect
Ir. W.E. Alexander
4. wegens bijzondere materiaal-/kleurgebruik, detaillering, constructie en/of ornamentiek
●●○
Huidige functie
Divers
5. wegens de in, aan of bij het object toegepaste monumentale kunst
○○○
Gebouw A, Zusterhuis
Toelichting karakteristiek en waarden Enig bewaard gebleven zichtbaar restant van de vooroorlogse bebouwing van het vroegere Gemeenteziekenhuis Markant en gaaf voorbeeld van vooroorlogs instellingsgebouw, met bijzondere functionele, constructieve en esthetische aspecten; voor de bouwtijd typerende corridorbouwopzet met diverse vleugels en middengangen, met trappenhuis op scharnierpunt Evenwichtige sobere architectuur op kantelpunt van zakelijkheid en traditionalisme , in jaren dertig geliefd in instellingsbouw Veel bijzondere constructieve en esthetische details Ontwerp van ir . C.E. Alexander, bekend als vakkundig (gemeente-/stads)architect in Schiedam en later Arnhem, waar hij diverse markante gebouwen en complexen ontwierp Beeldbepalende waarde binnen het ziekenhuisterrein en ook voor de ten zuiden gelegen middenstandswijk, die in dezelfde bouwtijd in vergelijkbare stijl tot ontwikkeling kwam Ensemblewaarde met nabijgelegen voormalig kinderpaviljoen en tuin Cultuurhistorische waarde als onderdeel van het Vlietland Ziekenhuiscomplex, een instelling met een interessante, complexe geschiedenis, terugreikend tot 1839; het gebouw markeert de bloeitijd van de instelling in de periode van het interbellum
monumentenadviesbureau
I. Architectuur- en kunsthistorische waarde, bijzonder belang van het pand
II. Stedenbouwkundige of ensemble waarde, belang van het pand 1. als deel of representant van architectuurhistorisch, stedenbouwkundig of landschappelijk waardevol geheel 2. bijzondere betekenis voor het aanzien van stad, dorp of wijk (landmark, oriëntatiepunt) 3. wegens situering en/of ruimtelijke relaties met de omgeving (samenhang in functie, schaal en verschijningsvorm met bebouwing, wegen, landschappelijke gesteldheid in buurt, wijk of plaats) 4. wegens inrichting van terrein en/of historisch ruimtelijke relatie met groen, wegen en/of water op de kavel (oriëntatie op zon, lucht- en lichttoetreding, relatie met bijgebouwen en tuinaanleg)
●●○ ●○○ ●●○ ●●○
III. Cultuurhistorische waarde, belang van het pand 1. als bijzondere uitdrukking van een culturele, sociaal-maatschappelijke, economische, ●●● geestelijke en/of beleidsmatige/bestuurlijke ontwikkeling, etc. 2. wegens bijzondere technische en/of typologische ontwikkeling/ innovatieve waarde/ ●○○ pionierskarakter 3. bijzondere betekenis voor de historie van de gemeente Schiedam ●●○
IV. Gaafheid / herkenbaarheid ●●● ●●● ●●○
1. architectonische gaafheid of authenticiteit van ex- en/of interieur 2. herkenbaarheid van het oorspronkelijke concept/functie 3. relatie met structurele en/of visuele gaafheid van ensemble/omgeving
V. Zeldzaamheid 1. architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische, functionele zeldzaamheid 2. uitzonderlijk belang wegens een of meer van eerder genoemde kwaliteiten
GEMIDDELDE SCORE
CONCLUSIE: MONUMENTALE WAARDE
ultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 29
●●○ ●●○ ●●○
zeer hoge waarde
●●●
hoge waarde
●●○
enige waarde
●○○
geen waarde
○○○
QUICKSCANINVENTARISATIE MONUMENTALE WAARDEN
Gebouw B, kinderpaviljoen
DATUM INVENTARISATIE 09-10-2008
Adres Dorp-wijk Bouwtype Bouwjaar
Burgemeester Knappertlaan 25 Schiedam Instellingsgebouw 1949-1951
Bouwstijl
TOETSING A.H.V. MONUMENTENSELECTIECRITERIA
I. Architectuur- en kunsthistorische waarde, bijzonder belang van het pand 1.voor geschiedenis van de architectuur (bouwstijl, bouwtrant, bouwtechniek, typologie) 2. voor het oeuvre van een (plaatselijk) bouwmeester of architect
●●○ ●●○
Functionalisme
3. wegens esthetische kwaliteit van het ontwerp (verhoudingen, compositie, ruimtelijke opzet)
●●○
Architect
G. Westerhout
4. wegens bijzondere materiaal-/kleurgebruik, detaillering, constructie en/of ornamentiek
●●○
Huidige functie
Bacteriologisch Laboratorium
5. wegens de in, aan of bij het object toegepaste monumentale kunst
○○○
Toelichting karakteristiek en waarden Volgens bijzonder concept gerealiseerd ziekenhuispavilljoen, gebouwd als semi-permanent gebouw, gekenmerkt door een lichte constructie en hoogst opmerkelijke lichte dakconstructie met lichtstraat; hierdoor zeldzaamheidswaarde Eigenzinnig en goed bewaard gebleven ontwerp met expressief vormgegeven eindgevels, schoorsteenpartijen en siermetselwerkdetails onder de vensters Voorbeeld van vroeg naoorlogse compromisstijl: gematigd functionalisme met vriendelijke, speelse traditioneel geïnspireerde detaillering en materiaalgebruik (roedenramen, siermetselwerk en vele andere bakstenen details, aandacht voor menselijke maat) Ontwerp van bekende Haagse architect Gart Westerhout, die zowel voor- als na de Tweede Wereldoorlog actief was in onder meer de ziekenhuisbouw Ensemblewaarde met nabijgelegen zusterhuis en tuin Cultuurhistorische waarde als onderdeel van het Vlietland Ziekenhuiscomplex, een instelling met een interessante, complexe geschiedenis, terugreikend tot 1839; het bouwdeel is het voormalige kinderpaviljoen uit 1949-1951 en is de eerste grote uitbreiding van het complex na WOII; thans het enige overblijfsel van de vroeg naoorlogse bouwkundige ontwikkelingen op het terrein Markant voorbeeld van “naoorlogs erfgoed‟
monumentenadviesbureau
II. Stedenbouwkundige of ensemble waarde, belang van het pand 1. als deel of representant van architectuurhistorisch, stedenbouwkundig of landschappelijk waardevol geheel 2. bijzondere betekenis voor het aanzien van stad, dorp of wijk (landmark, oriëntatiepunt) 3. wegens situering en/of ruimtelijke relaties met de omgeving (samenhang in functie, schaal en verschijningsvorm met bebouwing, wegen, landschappelijke gesteldheid in buurt, wijk of plaats) 4. wegens inrichting van terrein en/of historisch ruimtelijke relatie met groen, wegen en/of water op de kavel (oriëntatie op zon, lucht- en lichttoetreding, relatie met bijgebouwen en tuinaanleg)
●○○ ●○○ ●○○ ●○○
III. Cultuurhistorische waarde, belang van het pand 1. als bijzondere uitdrukking van een culturele, sociaal-maatschappelijke, economische, ●●○ geestelijke en/of beleidsmatige/bestuurlijke ontwikkeling, etc. 2. wegens bijzondere technische en/of typologische ontwikkeling/ innovatieve waarde/ ●●○ pionierskarakter 3. bijzondere betekenis voor de historie van de gemeente Schiedam ●●○
IV. Gaafheid / herkenbaarheid ●●○ ●●○ ●○○
1. architectonische gaafheid of authenticiteit van ex- en/of interieur 2. herkenbaarheid van het oorspronkelijke concept/functie 3. relatie met structurele en/of visuele gaafheid van ensemble/omgeving
V. Zeldzaamheid 1. architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische, functionele zeldzaamheid 2. uitzonderlijk belang wegens een of meer van eerder genoemde kwaliteiten
GEMIDDELDE SCORE
CONCLUSIE: MONUMENTALE WAARDE
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 30
●●○ ●●○ ●●○
zeer hoge waarde
●●●
hoge waarde
●●○
enige waarde
●○○
geen waarde
○○○
QUICKSCANINVENTARISATIE MONUMENTALE WAARDEN
Gebouw C, bunker Adres Dorp-wijk Bouwtype Bouwjaar
DATUM INVENTARISATIE 09-10-2008 Juliana van Stolbergstraat Schiedam Bunker / commandopost 1939 (vermoedelijk)
TOETSING A.H.V. MONUMENTENSELECTIECRITERIA I. Architectuur- en kunsthistorische waarde, bijzonder belang van het pand 1.voor geschiedenis van de architectuur (bouwstijl, bouwtrant, bouwtechniek, typologie) 2. voor het oeuvre van een (plaatselijk) bouwmeester of architect
●●● ○○○
Bouwstijl
3. wegens esthetische kwaliteit van het ontwerp (verhoudingen, compositie, ruimtelijke opzet)
○○○
Architect
4. wegens bijzondere materiaal-/kleurgebruik, detaillering, constructie en/of ornamentiek
●●○
5. wegens de in, aan of bij het object toegepaste monumentale kunst
○○○
Huidige functie
geen
Toelichting karakteristiek en waarden Hoge architectuur- en bouwhistorische waarde als typologische en constructief interessant én zeldzaam voorbeeld van vooroorlogse bunkerbouw, in dit geval een commandopost. Gaaf bewaard. Hoge cultuurhistorische waarde vanwege de historische achtergrond: gebouwd als ondergrondse commandopost voor de Luchtbescherming en in die zin een zeldzame representant van civiel-militaire bouwkunst uit het Interbellum, gerealiseerd in het kader van de oorlogsdreiging eind jaren dertig. Rol als commando- en kringpost van de Burger Bescherming na de Tweede Wereldoorlog; ook deze functie is bijzonder; het gebouw is hiermee een tastbare en zeldzame herinnering aan de periode van de Koude Oorlog in Schiedam
II. Stedenbouwkundige of ensemble waarde, belang van het pand 1. als deel of representant van architectuurhistorisch, stedenbouwkundig of landschappelijk waardevol geheel 2. bijzondere betekenis voor het aanzien van stad, dorp of wijk (landmark, oriëntatiepunt) 3. wegens situering en/of ruimtelijke relaties met de omgeving (samenhang in functie, schaal en verschijningsvorm met bebouwing, wegen, landschappelijke gesteldheid in buurt, wijk of plaats) 4. wegens inrichting van terrein en/of historisch ruimtelijke relatie met groen, wegen en/of water op de kavel (oriëntatie op zon, lucht- en lichttoetreding, relatie met bijgebouwen en tuinaanleg)
○○○ ○○○ ●●○ ●○○
III. Cultuurhistorische waarde, belang van het pand 1. als bijzondere uitdrukking van een culturele, sociaal-maatschappelijke, economische, ●●● geestelijke en/of beleidsmatige/bestuurlijke ontwikkeling, etc. 2. wegens bijzondere technische en/of typologische ontwikkeling/ innovatieve waarde/ ●●● pionierskarakter 3. bijzondere betekenis voor de historie van de gemeente Schiedam ●●●
IV. Gaafheid / herkenbaarheid ●●● ●●● ●○○
1. architectonische gaafheid of authenticiteit van ex- en/of interieur 2. herkenbaarheid van het oorspronkelijke concept/functie 3. relatie met structurele en/of visuele gaafheid van ensemble/omgeving
V. Zeldzaamheid 1. architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische, functionele zeldzaamheid 2. uitzonderlijk belang wegens een of meer van eerder genoemde kwaliteiten
GEMIDDELDE SCORE
monumentenadviesbureau
CONCLUSIE: MONUMENTALE WAARDE
ultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 31
●●● ●●● ●●○
zeer hoge waarde
●●●
hoge waarde
●●○
enige waarde
●○○
geen waarde
○○○
5
LITERATUUR EN BRONNEN -
-
-
-
-
-
W. Boerefijn, C.J. Frank e.a. (Monumenten Advies Bureau), Gemeente Apeldoorn. Quickscaninventarisatie naoorlogs erfgoed. Categorie: Maatschappelijk-SociaalCultureel-Militair, onderzoek in opdracht van de gemeente Apeldoorn, Nijmegen-Apeldoorn 2007, i.h.b. hoofdstuk 2 betreffende gebouwen voor de gezondheidszorg A. Jongstra en E. Boonstra-De Jong, Ziekenhuis stroomopwaarts; 100 jaar gezondheidsverzorging aan de Waterweg, Den haag 2004 J.P. Mieras, Na-oorlogse bouwkunst in Nederland, Amsterdam-Antwerpen 1954 C.A. Poll, G. van der Feijst en H. van der Sloot, Het verhaal van een vijftigjarige; bijdragen tot de geschiedenis van de gezondheidsverzorging in Schiedam, Schiedam 1978 J. Vredenberg, Johannes van Biesen. Architect van de Gemeente Arnhem, deel 6 in de Arnhemse Monumenten Reeks, Arnhem 1999, i.h.b. de informatie over de periode na 1946, toen ir. C.E. Alexander als stadsarchitect in Arnhem kwam werken. E. Wijdeveld, Ziekenhuizen. Categoriaal onderzoek wederopbouw 1940-1965, in opdracht van het Projectteam Wederopbouw van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 2006 Bouwarchief Gemeente Schiedam (bouwtekeningen en bijbehorende correspondentie) Gemeente Archief Schiedam, i.h.b. historische afbeeldingen. Bouwarchief Vlietland Ziekenhuis (bouwtekeningen en bijbehorende correspondentie)
-
-
Diverse mondelinge mededelingen door dhr. K. Vermeulen, Teamleider Technische Dienst van het Vlietland Ziekenhuis Diverse websites, waaronder www.bonas.nl
Cultuurhistorische waardenbepaling complexonderdelen Vlietland Ziekenhuis, Schiedam ■ pagina 32