Informatie vakgebieden Groep 7
Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode bestaat uit een taallijn en een aparte spellinglijn. (Spelling in beeld) Een les is opgebouwd uit een viertal fasen: verkenning, uitleg, aan de slag (verwerkingsopdrachten) en terugkijken (reflecteren en evalueren). Voor een gevorderde leerling is er een extra opdracht. Taal De vier taaldomeinen (spreken/luisteren, woordenschat, schrijven (stellen) en taalbeschouwing) die in “Taal in beeld” aan bod komen zijn per leerjaar in tien thema’s uitgewerkt. In deze thema’s komen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde: omgeving, reizen, verhalen, cultuur. Deze onderwerpen komen binnen alle jaargroepen op hetzelfde moment aan bod. Binnen de leerstof is er specifiek aandacht voor het gebruik van strategieën (zoals woordenschat-, luister-, spreek-, gespreks- en schrijfstrategieën). Spelling De leerstof in “Spelling in beeld” is gebaseerd op drie strategieën. Er wordt gewerkt met: * De klankstrategie: je schrijft het woord zoals je het hoort; * de regelstrategie: je past een regel toe; * de weetstrategie: dit zijn woorden waarbij je de klankstrategie en de regelstrategie niet kunt toepassen, maar die je gewoon moet onthouden (bijvoorbeeld de -ei-/-ijwoorden). Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan werkwoordspelling.
Binnen “Taal in beeld” en “Spelling in beeld” hanteert men de volgende differentiatiemogelijkheden: Didactische ondersteuning: kinderen die meer ondersteuning nodig hebben doorlopen de les met de leerkracht. De andere leerlingen werken zelfstandig of in groepjes aan de les; Niveau: na de toets zijn er herhalingstaken en plustaken; 2
Tempo: voor de gevorderde leerlingen zijn er op elk moment plustaken beschikbaar. Ook worden er aan het eind van iedere les extra opdrachten gegeven voor de leerlingen die snel klaar zijn.
“Taal in beeld” start elk blok met drie weken van vier basislessen. Dat betekent twaalf basislessen per blok. Elk “Taal in beeld”-blok eindigt met een week van toetsen en speciale taken. Men start de vierde week standaard met de toetstaak. Die maakt duidelijk of de leerlingen de doelen van het blok hebben bereikt. Voor wie dat niet zo is, biedt “Taal in beeld” herhalingstaken. Alle andere leerlingen gaan verder met plustaken. Alle blokken van “Spelling in beeld” zijn op dezelfde manier opgebouwd. Een blok bevat standaard vier lesweken. De eerste drie weken zijn gereserveerd voor twee basislessen per week. De vierde week is de week van het controledictee en van de herhalings- of plustaken.
3
Engels Op dit moment zijn we ons aan het oriënteren op een nieuwe methode voor Engels.
Rekenen en wiskunde Gehanteerde methode: De wereld in getallen. Uitgever: Malmberg Dit leerjaar rekenen we met de methode: “De wereld in getallen” De inhoud van een rekenles bestaat uit: een half uur herhaling en instructie van een nieuw onderdeel, daarna een half uur zelfstandig inoefenen. De vernieuwing is, dat de kinderen verschillende rekenstrategieën aangereikt krijgen. In elke geval leren de kinderen een vaste strategie te hanteren. De methode is zo ingericht, dat de kinderen elk op hun eigen niveau werken. De methode biedt standaard drie niveaus aan. Telkens na afsluiting van een blok (duur 4 of 5 weken) wordt gekeken n.a.v. de resultaten van de toetsen op welk niveau een kind zit. In groep 7 wordt de telrij 1.000.000 verder verkend. Er wordt geoefend met de positie van de cijfers. Het cijferend vermenigvuldigen (rekenen via een aangeleerde procedure) wordt verder uitgebouwd. Het cijferend delen wordt ook verder afgerond en ook maken de leerlingen kennis met het ‘doordelen achter de komma ’ met een zakrekenmachine. Meten, verhoudingen, procenten en breuken krijgen ook de nodige aandacht, zowel in de methode als door middel van extra werkbladen.
4
Schrijven Gehanteerde methode: Pennenstreken Uitgever: Zwijsen In groep 7 wordt geschreven met de methode Pennenstreken. Kinderen maken kennis met blokletters. Verder is het schrijven van hoofdletters erg belangrijk.
Lezen Voortgezet technisch lezen Gehanteerde methode: Estafette Uitgeverij: Zwijsen Doelgroep: jaargroep 4 t/m 8 Estafette is een methode voor voortgezet technisch lezen waarbij kinderen eerst correct leren lezen, gevolgd door het verhogen van de leessnelheid om vlot en vloeiend te leren lezen. De leerlingen worden ingedeeld in een aanpak gebaseerd op de individuele leesprestatie. Er zijn leesboeken met een doorlopend verhaal en leesboeken (omnibus) met gevarieerde, veelal informatieve teksten. Binnen de lessen is er ook ruimte voor leesbevordering. Bij het werken met Estafette zijn twee factoren van groot belang: het aanbieden van de leerstof op het juiste niveau en het hanteren van de juiste aanpak bij elke leerling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de risicolezers, de methodevolgers en de vlotte lezers. Bij deze 3 aanpakken differentiëren we op basis van instructie, begeleiding, herhaling en leestijd. Hierbij worden goede lezers relatief vrijgelaten en voor risicolezers wordt de instructie en oefentijd geïntensiveerd. Om het werken met de verschillende aanpakken optimaal tot zijn recht te laten komen lezen de leerlingen uit de groepen 4 tot en met 8 niet altijd allemaal bij de eigen leerkracht. Naast de activiteiten voor het voortgezet technisch lezen wordt er ook voldoende aandacht besteed aan het begrijpend lezen. Met “Nieuwsbegrip” wordt er een actueel 5
onderwerp aan de orde gesteld. De kinderen lezen een tekst en maken de daarbij horende vragen. Voor het begrijpend lezen wordt ook gebruik gemaakt van de methode “ABCDE...ik begrijp het!”. “ABCDE...ik begrijp het!” biedt oefenmateriaal op zes niveaus en is geschikt voor zowel de goede als de minder goede lezers. Door het leerjarensysteeem te doorbreken is het mogelijk dat kinderen op hun eigen niveau teksten aangeboden krijgen. De kinderen kunnen de teksten zelfstandig verwerken. In deze methode zijn vaste toetsmomenten ingebouwd.
Verkeer Verkeer: Methode Wijzer door het verkeer Per jaargroep worden drie blokken van acht tot tien lessen onderscheiden. Per blok worden drie thema's behandeld. De thema's van elke jaargroep zijn op elkaar afgestemd. Klassikaal en zelfstandig werken wisselen elkaar af. In groep 6, 7 en 8 wordt elk blok afgesloten met een toets. Hierna volgt herhalings- of verdiepingsstof. De methode biedt ook een aantal plein- en buitenlessen. In groep 7 nemen de kinderen ook deel aan het theoretische en praktische verkeersexamen.
Techniek en Wetenschap Methodische lijn: Techniektorens De Techniektorens: onderbouw–, middenbouw en bovenbouw zorgen voor doorgaande lijn binnen de school voor “droge” techniek. De lessen worden veelal door de leerlingen zelfstandig of in kleine groepjes verwerkt.
Natuuronderwijs Gehanteerde methode: Natuurzaken Uitgeverij: Zwijsen Natuurzaken is een methode waarin in ieder leerjaar 5 thema’s aan bod komen. Om het jaar worden de thema’s herhaald. (Groep 5/7 en groep 6/8) Natuurzaken volgt zoveel mogelijk de logische lijn natuur – natuurkunde – techniek. 6
Een onderdeel van bijna elk thema is een proefje waarin de leerlingen een bepaald facet van het thema met eenvoudige middelen in de klas nader onderzoeken en hun ontdekkingen verwoorden. Soms hoort er ook een filmpje bij. Bovendien biedt deze methode via het digibord leuke interactieve spelletjes, waarin de leerstof nogmaals herhaald wordt en zodoende gemakkelijker geïmplementeerd wordt.
Aardrijkskunde Gehanteerde methode: Argus Clou Uitgeverij: Malmberg Zelf de wereld ontdekken en onderzoeken. Dat doen kinderen met de methode Argus Clou Aardrijkskunde. Argus Clou is professor in alles. Aan de hand van een authentieke bron en ontdekvragen daagt hij kinderen uit om anders over de wereld te denken. De kinderen ontrafelen mysteries, onderzoeken kijkplaten en ontdekken geheimen. Met Argus Clou leren ze aardrijkskunde op een spannende manier. Topografie wordt in een context aangeboden met staatkundige en thematische kaarten.
Geschiedenis Gehanteerde methode: Argus Clou Uitgeverij: Malmberg Kinderen gaan zelf ontdekken en onderzoeken o.l.v. professor Argus Clou. Hij daagt de kinderen uit om de samenhang tussen historische gebeurtenissen, het heden en de toekomst te zien.
7
Gymnastiek Gehanteerde methode: Basislessen bewegingsonderwijs Uitgeverij: Acco De kinderen gymmen twee keer per week. Op maandag wordt er gewerkt met de toestellen en in de andere les komt het onderdeel spel aan bod. Ook voor het bewegingsonderwijs wordt er een methode gebruikt waarin stapsgewijs naar verschillende vaardigheden worden ontwikkeld. Kinderen dragen gymkleren en sportschoenen tijdens de gymles. Kinderen mogen naar de gymles douchen.
Beeldende vorming Handvaardigheid, tekenen, drama, dans, muziek Gehanteerde methode: Moet je doen “Moet je doen” is een compleet pakket voor de vijf expressievakken: muziek, tekenen, handvaardigheid, dans en drama. Van groep 1 t/m 8 hebben alle lessen vrijwel dezelfde structuur en systematische opbouw. Deze lessen worden door de leerkracht ook zelf bedacht aan de hand van thema’s waar we over werken, of actualiteiten uit het dagelijkse leven. We maken gebruik van het aanbod van kunst en cultuurmenu. Er is voor elke groep een kunstontmoeting (theater, muziek, nieuwe media, dans en beweging of literatuur) en een erfgoededucatieproject.
Zelfstandig werken Een van de belangrijkste doelen van opvoeding en onderwijs is kinderen helpen zelfstandig te worden en verantwoordelijkheid te dragen. We spreken van zelfstandig werken als de leerlingen werken zonder directe begeleiding van de leerkracht. De leerkracht die kinderen begeleidt, heeft dan tijd en energie vrij om, waar nodig, groepen kinderen instructie te geven of individuele kinderen te helpen. Zelfstandig
8
werken mag niet verward worden met alleen werken. Juist bij zelfstandig werken is het elkaar helpen, door de leerlingen, essentieel.
9
Huiswerk De kinderen leren de woorden van de week. Via de website kunnen de betreffende dictees opgezocht worden. De data van de betreffende week en wanneer het dictee is staan vermeld, zodat iedereen kan weten welke woorden (categorieën) er wanneer aan de orde zijn. De woorden kunnen ook geoefend worden op www.bloon.nl. Ook krijgen de kinderen samenvattingen mee om te leren voor de toetsen van aardrijkskunde, geschiedenis en natuur. De data worden door de kinderen zelf in hun agenda geschreven. Bij aardrijkskunde is er per blok een toets topografie. Deze wordt door de kinderen thuis geleerd. Naast het gebruikelijke huiswerk zoals hierboven genoemd, krijgen de leerlingen ook ander huiswerk mee naar huis, gebundeld in het “Huiswerkboekje”. Hierin zitten opgaven die vaak een beroep op de algemene kennis van kinderen en op eerder geleerde onderdelen. Soms is het weggezakt en zal het kind het moeilijk vinden, het is dan geen probleem om als ouder een handje te helpen. Kinderen mogen met vragen altijd komen. Dan zoeken we samen een geschikt moment om het uit te leggen. Ook wanneer het werk niet af is, kan dit meegegeven worden naar huis. Zou de leerling het huiswerk op school maken dan betekent dat in veel gevallen dat het werken ten tijde van gymnastiek, creatieve vorming plaats zou moeten vinden. Veel leerlingen kiezen dan om het thuis te maken. Voor het huiswerk geldt overigens wel dat we van mening zijn dat, gezien de leeftijd van de leerlingen, ze niet te veel huiswerk mogen hebben, daarom is het in het huiswerkboekje gekozen voor een langzame opbouw en variatie voor kinderen. Voor in het huiswerkboekje zit een schema met de data van wanneer welke blad af moet zijn. Iedere dinsdagmorgen bij binnenkomst om 8:30 uur leveren de kinderen het huiswerkboekje in, of eerder. Dan bij eigen leerkracht op afgesproken plaats. Wanneer de kinderen het niet hebben gemaakt, of het vergeten in te leveren, blijven ze diezelfde donderdagmiddag om 15:15 uur even zitten om het dan alsnog te maken, of een andere klus te doen. Zo wordt er een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van de kinderen zelf. 10
Het wordt dan in veel gevallen samen nagekeken en meestal kan het dezelfde dag weer mee naar huis worden gegeven, zodat het werk voor de week erna gemaakt kan worden. De vraag aan ouders is om de kinderen te leren verdelen, zodat ze niet alles op maandagavond nog moeten maken. Het huiswerk wordt naarmate het jaar vordert steeds meer.
11