Informatie over staar (Cataract)
Bij u is de diagnose ouderdomsstaar gesteld. Uw oogarts heeft u verteld wat voor aandoening dit is en wat er eventueel aan te doen is. In deze brochure kunt u deze informatie nog eens doorlezen. Heeft u na het lezen van de brochure nog vragen, stelt u ze dan gerust. Telefoonnummers vindt u op de achterkant van de brochure.
Beschrijving van ouderdomsstaar Voor in het oog, vlak achter de pupil, zit de heldere en doorzichtige ooglens. Naarmate u ouder wordt, wordt deze lens minder helder. U gaat alles daardoor waziger zien en de kleuren lijken grauwer. Deze vertroebeling van de lens heet 'staar' of 'cataract'. Iedereen die ouder wordt krijgt ermee te maken, maar niet iedereen heeft er last van.
Ouderdomsstaar is de meest voorkomende vorm van staar. Daarnaast zijn er nog verschillende andere vormen van staar, zoals jeugdstaar of staar die is ontstaan door ziekte of een ongeval. Deze vormen van staar worden hier buiten beschouwing gelaten.
Verschijnselen van staar De verschijnselen van staar hangen samen met de plaats en de grootte van de vertroebeling. Zit de troebeling in het midden van de lens, dan krijgt u al gauw klachten. U gaat bijvoorbeeld dubbelzien, u ziet kleuren doffer of u krijgt last van licht of schitteringen. Als u binnen korte tijd opeens heel andere brillenglazen nodig hebt, kan dat ook wijzen op staar. Meestal neemt de staar in de loop van de tijd toe. Het gezichtsvermogen wordt dan steeds slechter.
Onderzoek en behandeling Onderzoek van de lens vindt altijd plaats met een door oogdruppels verwijde pupil. Daardoor kunt u wazig gaan zien. Neem altijd iemand mee als u voor onderzoek komt.
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie over staar (Cataract)
Als u in overleg met de oogarts besluit tot een operatie, dan is het nodig om een extra onderzoek te doen om de sterkte van de nieuwe kunstlens te bepalen. Dit onderzoek is pijnloos. Een medewerker van de polikliniek oogheelkunde geeft u informatie over de operatie.
Wanneer u nog genoeg ziet om zonder problemen uw dagelijkse bezigheden te kunnen uitvoeren, dan is een operatie niet direct nodig. Houd er rekening mee dat een operatie in de toekomst wel nodig kan zijn, omdat het gezichtsvermogen langzaam maar zeker achteruit blijft gaan.
Zodra de aandoening hinderlijk wordt, kan een staaroperatie uw gezichtsvermogen verbeteren. U bepaalt in principe zelf -in overleg met uw oogarts- wanneer de operatie nodig is.
Overigens is een operatie de enige mogelijke behandeling, er bestaat geen medicijn of laserbehandeling tegen staar.
Kunstlens Bij een staaroperatie vervangt de oogarts de troebele lens door een kunstlens. Dit kan een standaard kunstlens zijn of een speciale torische kunstlens.
Voor allebei de kunstlenzen geldt dat de lens het zicht verbetert voor één afstand: veraf of dichtbij. Voor de andere afstand heeft u altijd nog een bril nodig (een vertebril of een leesbril). Ook kan het voorkomen dat u voor beide afstanden een bril nodig heeft. Uw oogarts zal u hierover informeren.
De standaard kunstlens is voor iedereen geschikt.
De torische kunstlens is een speciale kunstlens die bedoeld is voor mensen met een cylinderafwijking van het hoornvlies. Bij mensen met een cylinderafwijking is het hoornvlies ongelijk gekromd: het heeft de vorm van een rugbybal in plaats van een voetbal. Hierdoor worden lichtstralen die op het hoornvlies vallen in verschillende mate gebroken. Daardoor ontstaat een onscherp beeld op het netvlies en is het zicht wazig en/of vertekend. Een standaard kunstlens kan
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie over staar (Cataract)
dit wazige en/of vertekende beeld niet verbeteren. De torische kunstlens kan dit voor een groot deel wel.
Voor de torische kunstlens moet u een eigen bijdrage betalen. De oogarts bespreekt met u of u in aanmerking komt voor deze kunstlens en hoe hoog de eigen bijdrage hiervoor is.
Voorbereiding staaroperatie U heeft een recept gekregen voor 2 soorten oogdruppels: Dexamytrex en Dicloabak. Deze druppels gebruikt u allebei op de dag voor de operatie 3x daags in het te opereren oog. Op de operatiedag zelf dient u thuis nog één keer te druppelen. Na de operatie moet u de druppels ook weer gebruiken. Hierover vindt u in de brochure “Nazorg na een staaroperatie” meer informatie. Daarin staat ook beschreven hoe u de druppels het beste kunt gebruiken.
Oogdruppels die u eventueel gebruikt voor andere oogaandoeningen, gebruikt u net als altijd volgens voorschrift van de oogarts. Dus ook op de dag van de operatie.
Verdoving Een staaroperatie vindt meestal plaats onder plaatselijke verdoving. Hiervoor moet u in staat zijn minstens 15-20 minuten achter elkaar stil te liggen. Soms besluit de oogarts dat algehele narcose beter is (afhankelijk van uw gezondheid).
Staaroperatie Op de dag van de operatie meldt u zich samen met uw begeleider bij het daghospitaal. Daar krijgt u diverse druppels in het te opereren oog om de pupil te verwijden en het oog te verdoven. Daarna krijgt u een OK-jasje dat u over uw eigen kleding aantrekt, een mutsje voor over uw haar en hoesjes voor over uw schoenen. Een verpleegkundige brengt u vervolgens op een stoel naar de operatiekamer.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie over staar (Cataract)
Op de operatiekamer krijgt u een laken over u heen. Het laken dekt ook uw gezicht af. Alleen het te opereren oog is nog zichtbaar. U krijgt een ooglidspreider in het oog om uw oog goed open te houden. Tijdens de operatie kijkt u in een lampje. U ziet dus verder niet wat de oogarts doet.
U mag tijdens de operatie liever niet praten , want dan beweegt uw hoofd. U kunt wel aan de oogarts aangeven als er iets is.
Via een kleine opening in het oog verwijdert de oogarts in stukjes de troebele lens en plaatst via dezelfde opening een kunstlens. De opening is zo klein, dat een hechting niet nodig is.
Afbeelding 1.
1. het oog 2. operatieopening 3. operatie-instrument 4. hoornvlies 5. zacht gemaakt lensweefsel 6. lenscapsule
-4-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie over staar (Cataract)
Afbeelding 2.
1. Hechting (wordt in MCL meestal niet gedaan) 2. Iris 3. Kunstlens 4. Hoornvlies 5. Lenskapsel
Na de operatie krijgt u zalf in het oog en een kapje over het oog. Daarna brengt de verpleegkundige u terug naar het daghospitaal. Nadat u iets gegeten en gedronken heeft, mag u naar huis.
Na de operatie Na de operatie kunt u niet zelf autorijden. Door het kapje op het geopereerde oog kunt u diepte en afstanden tijdelijk niet inschatten. Het is dus erg belangrijk dat u een begeleider meeneemt die u na de operatie naar huis kan brengen.
Voor verdere informatie en instructies voor na de operatie bestaat er een aparte brochure: “Nazorg na een staaroperatie”. Deze brochure heeft u ook gekregen. Zo niet, vraag er dan naar.
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie over staar (Cataract)
Risico's en complicaties van een staaroperatie Staaroperaties worden heel regelmatig uitgevoerd. Voor iemand in een redelijke gezondheidstoestand heeft deze operatie heel weinig risico's. De operatie is ook op zeer hoge leeftijd nog goed te ondergaan.
Zoals bij alle operaties, is er een kans op complicaties. De belangrijkste complicaties zijn: infectie/ontsteking, bloeding, hoornvlies- en netvliesproblemen. Gelukkig is de kans op deze complicaties zeer klein. De oogarts neemt de mogelijke complicaties met u door.
Resultaat Het resultaat van de operatie kan tegenvallen door (ouderdoms)netvliesproblemen, die door de staar tevoren niet duidelijk te zien waren. Op de langere termijn bestaat er kans op de vorming van nastaar, een vertroebeling van het achterste lenskapsel. Nastaar kan goed behandeld worden met een (pijnloze) laserbehandeling.
Tot slot Deze brochure over ouderdomsstaar is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts. De algemene informatie kan niet altijd recht doen aan uw individuele situatie. Wanneer u nog vragen hebt of als er onduidelijkheden zijn, kunt u contact opnemen met de poli oogheelkunde.
-6-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie over staar (Cataract)
Bron afbeeldingen: Dorling Kindersley Ltd. 2003 via www.kiesbeter.nl
www.mcl.nl
Polikliniek oogheelkunde MCL, 8.30 – 16.30 uur
058 – 286 69 80
MCL Harlingen, 8.00 – 16.30 uur
0517 – 499 809
©MCL februari 2015 Docnr. 17040 (5)
-7-
MCL | Patiënteninformatie