Ik staar over het water……… Het is zondag 5 december als de burgemeester ons belt. ‘Kom snel naar het water’, zegt hij. ‘We gaan’. Het regent eens een keer niet, en de zon schijnt. Als we aankomen op de plek waar het water begint, staan alle militairen in saluut houding. Ik begrijp het wel. Ze slapen en krijgen te eten van ons. De hele dag zijn ze bezig met het brengen van water en brood naar de mensen, en dieren, die op dit moment totaal geisoleerd zijn van de buitenwereld. Ik word omhoog gehezen in een grote militairen-vrachtwagen en naar ‘de boot’ gebracht. Nou ja, ‘boot’. Klein roeibootje, van een van de mensen. Samen met Dick, de burgemeester, hoofd politie, en twee ‘roeiers, stappen we in. Ik ben niet bang, dat is zo raar. In noodsituaties schakel je op een of andere manier om. We slapen 6 uurtjes per nacht, zijn de overige uren bezig om eten te maken. Er beginnen meer mensen ziek te worden, dus we houden ook de hygiene sterk in de gaten. Paracetamol gaat hard. De bodem van de vooraad die we hadden meegenomen uit Nederland begint aardig op te raken. En dan, vaar ik over het water. 10.000 hectare kostbare landbouwgrond staat 4 meter onder water. Huizen zijn gevuld tot aan het dak. Het lijkt alsof we varen op een meer. We komen aan bij een huis van twee oudere mensen. Ze staan op de tweede verdieping van hun huis. Ze willen niet mee. Jarenlang hebben zij, of hun kinderen gewerkt, om een nieuw huis te bouwen, dus verlaten ze hun huis gewoon niet, net als vele anderen. Het is veel werk voor de militairen om het onbereikbare gebied van voedsel te voorzien. Alles is weg. Dan worden we gebeld door het NOS journaal. Ze zijn toevallig voor een andere reportage in Albanie, en willen graag met ons het rampgebied in. De volgende dag reizen we per twee boten, samen met Burgemeester Zef Hila, het rampgebied weer in. Deze keer bezoeken we, en praten we met de achtergebleven mensen. De situatie is verschrikkelijk. NOS Journaal maakt een mooie reportage, die gisteren 8 december werd uitgezonden. Laten we hopen dat er meer mensen worden wakkergeschud want er is nog zoveel nodig. A.s. zaterdag komt er hulp uit Nederland. Het Albanie comitee uit Huizen is druk bezig om dekens, en kleding in te zamelen, en een transport deze kant op te krijgen.Onze opvang is nu helemaal gevuld in iedere kamer staan 5 bedden en in de ziekenzalen 8 bedden. Vanavond komt er een Albanese Minister kijken. We houden u op de hoogte en danken u voor alle aandacht en inzet. We voelen ons zeker gesteund.
Ik staar over het water. Pijnloos diep.
De weg naar Mali Jusit is veranderd in een diepe rivier.
De burgemeester geeft mij zijn telefoon om te bellen naar hulporganisaties. Zoals altijd, zijn ze niet thuis!
De burgemeester, hij weet het ook even niet meer.
Wat we zien is verschrikkelijk.
Dit huis is van oude mensen, die wij opvangen.
Je staart over het water, en voelt je machteloos.
60 % van de electriciteit is uitgeschakeld in de Gemeente Bushat.
De burgemeester belt weer met de president, die zegt dat ze alles op alles zetten maar dat er teveel gebieden in heel Albanie, onder water staan waardoor de hulpverlening zeer traag gaat.
De plaats Velipoja, dicht bij zee, is helemaal totaal geisoleerd van de buitenwereld. Helicopters vliegen af en aan.
Joshua met zijn nieuwe vrienden.
Enige vervoermiddel naar het rampgebied is een boot.
Uitzichtloos!
De kinderen vinden het ook verschrikkelijk, toch willen ze niet terug naar Nederland.
Joshua is de nieuwe ‘commandant’.
Anne maakt zich bezorgd om de vele dieren.
Nieuwe vervoermiddelen worden uitgedacht!
Feit blijft dat het verschrikkelijks is, deze mensen zijn afhankelijk van wat er gebracht wordt.
Honderden mensen moeten iedere dag eten, zware klus voor de militairen.
Omdat alles in kleine bootjes vervoerd moet worden.
Dan gaat we op pad met het NOS Journaal.
Ze zijn verschrikkelijk aardig en schrikken ook van de situatie.
Alles wordt gefilmd.
Deze mensen zijn allemaal geevacueerd..
Dick vertelt over de ontstane situatie.
Mensen willen hun huis niet verlaten.
Hij bedankt voor het voedsel.
Ze zien er zelfs nog opgewekt uit.
Met twee varkens en de kippen, blijven ze achter.
Nu monteren, en vertalen, dus rijden we weer naar Barbullush.
Dan is het met spanning wachten op het NOS Journaal.
Iedereen is benieuwd.
Mensen zijn aan het eten, we koken wat af.
Mensen zijn moe.
En zijn al het water zat.
De militairen waren laat, wegens het ontruimen van een stal vol dode varkens.
Dan begint het NOS Journaal, ook de burgemeester vind het spannend.
In de keuken wordt ondertussen alles opgeruimd.
Op dit moment vangen we 47 mensen op. Dagelijks worden ze voorzien van voedsel. De kosten bedragen 200 euro per dag, dat is 6000 euro per maand. We schatten dat deze situatie minstens 4 maanden gaat duren gedurende de wintertijd. Daarna zal de Albanese regering starten met het graven van een kanaal naar de zee om het water in de toekomst te kunnen afvoeren. Wij hopen dat u ons wilt blijven steunen in alle opzichten. Wij doen wat we kunnen hier, en zetten alles op alles om het zo goed mogelijk te laten verlopen. Vanuit Barbullush, Albanie, Helene Dick en de kinderen.