Bruggen over woelig water (Hoe) kunnen de hulpverlening, het middenveld en de media helpen om de kloof tussen armen en de rest van de samenleving te overbruggen?
1
In en uit de armoede Wat is nodig opdat (generatie-)armen de kloof met de rest van de samenleving kunnen overbruggen en zo uit de armoede ontsnappen? Het antwoord dat voor de hand ligt, is: een inkomen, een job of een opleiding. Deze ‘instrumenten’ zijn zeker nodig, alleen volstaan ze niet. Pas als ze gepaard gaan met nieuwe relaties en sociale netwerken en met de emotionele ondersteuning die daarbij hoort, is er kans op slagen om uit de armoede te geraken. Dikwijls houdt dit wel in dat de vroegere sociale contacten verzwakken en soms zelfs moeten worden afgebroken. Dat zijn enkele opmerkelijke conclusies van het boek ‘Bruggen over woelig water’ (zie achteraan). De noodzakelijke emotionele ondersteuning vinden de armen, net als iedereen, in de privé-sfeer: bij de partner of bij vrienden. Ook in verenigingen waar armen het woord nemen en in de opleiding tot ervaringsdeskundige in de armoede kunnen zij deze steun vinden. Hoe kunnen de armen hun sociale netwerken uitbreiden? Hoe kan de nieuwe omgeving waarin ze terechtkomen hen hierbij helpen?
2
Aanbevelingen voor drie actoren Deze brochure wil drie belangrijke actoren aansporen om na te gaan hoe zij omgaan met armen: mensen uit de hulpverlening, het middenveld en de media. Hoe kunnen ze de kloof tussen mensen die wel en niet in armoede leven, helpen overbruggen? Belangrijk daarbij is om de onderliggende en minder goed onderkende houdingen en hinderpalen te identificeren en ook om vérder te gaan dan het traditionele ‘er moet ook een arme/een allochtoon bij’. Met louter symbolische daden schieten de betrokkenen weinig op. Natuurlijk zijn de vragen die we aan die verschillende actoren voorleggen in hoge mate dezelfde; het gaat over toegankelijkheid en over begrip. Toch hebben de aanbevelingen die er uit voortvloeien voor elk van hen een specifieke focus. Uiteraard moedigen we de lezer aan om de drie categorieën van aanbevelingen te bekijken.
De drie actoren bevraagd: Mensen uit de hulpverlening: hoe kunnen ze armen de nodige emotionele ondersteuning bieden? Mensen uit middenveldorganisaties: hoe kunnen ze armen helpen om nieuwe sociale netwerken op te bouwen? Mensen uit de media: hoe kunnen ze een beeld scheppen dat de samenleving meer ontvankelijk maakt voor armen? En, in de andere richting, hoe kunnen armen en armoedeorganisaties zich het beste richten tot de media? Ten slotte hopen we met deze brochure ook de aandacht te trekken van de verschillende overheden. Zij moeten immers de voorwaarden scheppen om de aanbevelingen te kunnen waarmaken. Enkele tips hiervoor besluiten de brochure.
3
De hulpverlening Maatschappelijk werk(st)ers in CAW’s, OCMW’s, CLB’s en andere hulpverlenings- en welzijnsorganisaties komen dikwijls en nauw in contact met armen. In hun gesprekken kunnen zij zicht krijgen op de redenen waarom, bijvoorbeeld, de doorstroming naar de arbeidsmarkt niet lukt of waarom armen geen aansluiting vinden met mensen uit een ander milieu. Hoe kunnen hulpverleners armen emotionele ondersteuning bieden en hen helpen bij het opbouwen van nieuwe sociale netwerken?
4
Aanbevelingen voor de hulpverlener
Emotionele ondersteuning Een vriendelijk onthaal Probeer armen van bij de eerste ontmoeting duidelijk te maken dat ze de moeite waard zijn om contact mee te hebben. Stel je bijvoorbeeld voor met je voornaam. Probeer te weten te komen welke moeite het hun kostte om de stap naar de hulpverlening te zetten. Maak hen onmiddellijk duidelijk dat er ruimte is om te spreken, zonder veroordeeld of bekeken te worden en zonder zich verplicht te voelen heel hun leven te vertellen. Ga voorzichtig in op signalen die je krijgt over ruimere zaken en andere levensdomeinen. Sta stil bij de factoren die maken dat iemand bijvoorbeeld niet rondkomt met zijn/haar leefloon.
Vraag je cliënten hoe je bij hen overkomt. Ben ik een onheilsboodschapper, een doorgeefluik van geld, een redder in nood? Probeer deze beelden te nuanceren of te doorbreken. Uitleggen hoe de hulpverleningsorganisatie in elkaar zit, kan duidelijkheid scheppen en het vertrouwen bevorderen. Toets ook voldoende bij je cliënten of je hun verhaal of vraag goed hebt begrepen. Maak duidelijk dat de persoon recht heeft op hulpverlening, dat hulpverlening gratis is. Dit verlaagt de drempel en neemt de angst en onzekerheid over het betalen weg. Als de hulpverlening toch niet gratis is, informeer dan duidelijk over de kostprijs.
Nabij zijn, ‘er zijn’ In plaats van emotionele afstand te bewaren is het bij armen net noodzakelijk om heel nabij te zijn. Zo voelen ze dat je achter hen staat, betrokken bent bij hun problemen en samen met hen door hun pijn en verdriet gaat. Probeer hun manier van denken en handelen te begrijpen en doe dat los van je eigen middenklasseachtergrond. Onderschat de waarde niet van het zogenaamd louter present zijn en luisteren. Maak duidelijk dat je als hulpverlener ‘trouw’ bent, namelijk dat je je engageert om een hele tijd op weg te gaan met je cliënt en dat er niet te pas en te onpas wordt doorverwezen. Probeer in de mate van het mogelijke stil te staan bij de kleine, dagelijkse dingen die voor iemand veel kunnen betekenen. Let erop hoe je iets aanbrengt. Wees oprecht bezorgd. Toets bij je cliënt of je taalgebruik en je manier van vragen niet beschuldigend overkomen. Je hebt immers niet altijd het effect van je woorden of gedrag in de hand.
5
Vraaggericht en behoeftegericht werken Laat armen zelf hun probleem definiëren en zoek samen naar oplossingen die voor hen belangrijk zijn. Laat de verantwoordelijkheid bij hen, zodat ze zelf de controle behouden over hun leven. Maak hen niet afhankelijk van jou. Betrek je cliënten bij elke stap die wordt gezet, bij elk verslag dat wordt geschreven. Al eens gedacht om hun te laten zien wat je in het dossier typt? Vraag ook toestemming vooraleer je de persoonlijke situatie bespreekt met een derde partij, zoals de jeugdrechter of andere hulpverleners. Probeer hen indien mogelijk te betrekken bij die gesprekken. Bekijk in elk geval samen met hen wat je ter sprake mag/kan brengen. Zet eens de verschillende behoeften van alle leden van een gezin op een rijtje en plaats ze in hun context. Deze analyse kan jou en het gezin inzicht verschaffen in de processen die de situatie soms zo moeilijk maken. Laat de cliënt je interventies en je overkomen evalueren.
Help de arme bij het ontwikkelen van een beter zelfwaardegevoel. Het gevoel hebben er te mogen zijn en de schaamte achter zich kunnen laten, is een werk van lange adem. Begin bij het helpen ‘ontschuldigen’, help hen beseffen dat het niet allemaal hun eigen schuld is. Pas als ze ertoe komen om ervaringen te verwerken, kunnen ze vooruit beginnen te kijken. Werk ook aan het zelfvertrouwen van de arme. Dit gebeurt in de eerste plaats door samen met hen op zoek te gaan naar hun krachten.
6
Wat is vooruitgang? Gebruik niet alléén instrumentele criteria om de situatie van cliënten te evalueren, zoals het al dan niet vinden van een job. Wordt er (ook) op emotioneel gebied vooruitgang geboekt? Ga samen met je cliënt na wat hij/zij verstaat onder vooruitgang. Wat wil hij/zij bereiken? Stel in je denken en zoeken de waarden en normen van de samenleving en van je organisatie eens in vraag. Is bijvoorbeeld het vinden van een job het ultieme criterium voor vooruitgang? Besteed niet alleen aandacht aan vaardigheden die voor een job van pas komen, maar ook aan vaardigheden die met andere dimensies van het leven te maken hebben, zoals de kinderen op tijd op school krijgen. Zoek samen met je cliënten naar hoe het komt dat zij die vaardigheden niet hebben kunnen ontwikkelen.
“Zolang we het gevoel niet krijgen dat ze emotioneel meevoelen, verandert onze kijk niet op de hogere klasse en blijft dat moeilijk voor ons. Hun goede raad komt als vernederend over.” [Caroline]
Loslaten en toeleiden naar netwerken Langdurige begeleiding en emotionele ondersteuning is een absolute noodzaak om vooruitgang te boeken bij armen. Continuïteit is uiterst belangrijk in het proces dat mensen moeten doorlopen. Let op signalen die aangeven dat de arme nog niet klaar is om los te laten en je nog nodig heeft. Het echte werk begint vaak pas van zodra een zeker evenwicht is bereikt en een vertrouwensband is geschapen; dan kan de arme zich veilig voelen. Weet dat vorige interventies het vertrouwen soms ernstig hebben geschaad.
7
Toch zijn hulpverleners tijdelijk en moeten ze de cliënten toeleiden naar nieuwe netwerken – weliswaar gefaseerd. Via het omgaan met lotgenoten kan de arme zelfvertrouwen opbouwen. De combinatie van in groep werken en individuele hulpverlening kan heel vruchtbaar zijn. Via groepsactiviteiten, zoals moedergroepen of gezinskampen, kan het besef groeien dat men niet alleen staat met problemen en kan men zich gerespecteerd voelen om wie men is. Na verloop van tijd kunnen deze netwerken eventueel zelfstandig blijven bestaan. Ondersteun de arme daarnaast in het ontmoeten van mensen die niet in armoede leven. Stimuleer hem/haar om deel te nemen aan activiteiten van verenigingen in de buurt. Start daarmee al bij jongeren: leid hen naar een voetbalclub of een jeugdbeweging, maar stel ook voor om naar de bibliotheek of de tekenschool te gaan. Zorg dat je de contactgegevens van verenigingen in de buurt – en het liefst van een sympathiserend sleutelfiguur in die verenigingen – bij de hand hebt. Soms is het nodig om ook effectief de eerste stappen mee te zetten. Blijf bereid om op de achtergrond de situatie mee op te volgen en zorg dan ook dat je bereikbaar bent voor mensen van verenigingen, bij eventuele vragen.
8
Aanbevelingen voor de hulpverleningsorganisatie
Vindplaatsgericht werken Is er ruimte binnen de organisatie om vindplaatsgericht te werken, om mensen te bereiken die zelf de stap naar de hulpverlening niet durven zetten? Laat hulpverleners van achter hun bureau of loket komen en naar plaatsen gaan waar ze moeilijk bereikbare cliënten zeker aantreffen, zoals aan de schoolpoort, de voedselbedeling of in een vereniging waar armen het woord nemen. Wees bereid tot een zekere soepelheid in het hanteren van agenda’s en planning, zodat er ook ruimte kan zijn voor crisissituaties en huisbezoeken.
Een vriendelijk onthaal Een cliënt zou op het OCMW en elders moeten worden ontvangen zoals een klant op een bank. Fleur de wachtzaal op. Men heeft immers al heel wat schaamte moeten overwinnen om de stap te zetten. Het beeld dat bij armen leeft over hulpverleningsorganisaties is erg belangrijk. Bouw aan een positief imago, stel je organisatie voor als een plek waar mensen voor verschillende soorten van hulp gemakkelijk terechtkunnen.
Langdurige begeleiding Langdurige begeleiding – langer dan enkele maanden – en emotionele ondersteuning is nodig om duurzame vooruitgang te boeken bij armen. Een gebrek aan tijd en een teveel aan administratief werk zorgen er vaak voor dat hulpverleners hun cliënten snel moeten afhandelen. Vind je als organisatie kwantiteit of kwaliteit het belangrijkste?
Criteria van vooruitgang
9
Om de situatie van een cliënt te evalueren, volstaan instrumentele criteria niet, bijvoorbeeld of iemand al dan niet een job heeft gevonden. Er moeten ook criteria van emotionele ondersteuning worden ingebracht: is er voldoende tijd om te luisteren naar de cliënt, is er op emotioneel gebied vooruitgang geboekt?
Een menselijke aanpak Laat de louter instrumentele benadering achterwege: kies voor de menselijke aanpak. Zorg ervoor dat werk of onderwijs positieve ervaringen worden voor de persoon; dat is belangrijker dan hem/haar zo vlug mogelijk proberen weg te krijgen van de hulpverlening of van de werkloosheid. Draag die visie ook als organisatie uit, door bijvoorbeeld vormingen te organiseren voor de hulpverleners rond hulpverlening op maat en empowerment.
Het belang van samenwerking Om armen te kunnen helpen bij het uitbouwen van sociale netwerken is het belangrijk om zelf – als hulpverlening – niet opgesplitst en versnipperd te zijn. Wissel informatie uit over de werking en methodieken van andere hulpverleningsorganisaties. Zo kan doorverwijzing vlotter gebeuren, in samenspraak met de cliënt. Werk eventueel samen om een soort ‘terugvalplek’ te garanderen. Dit is iemand – een hulpverlener, vrijwilliger of ervaringsdeskundige – die aanspreekbaar blijft, ook na het beëindigen van het hulpverleningstraject. Tracht ook met middenveldorganisaties uit de buurt samen te werken rond participatie, zoals voor lidmaatschap van een sportclub of muziekvereniging, scoutskampen of zwemabonnementen.
10
Het middenveld Vakbonden, mutualiteiten, socio-culturele organisaties, jeugdbewegingen, lokale voetbalploegen: ze geven mensen het gevoel van ergens bij te horen. Ze bieden de mogelijkheid om nieuwe mensen te ontmoeten, om contacten te leggen, om de vriendenkring uit te bouwen. Iedereen heeft dat nodig en zeker de armen, die op verschillende vlakken worden uitgesloten. Evenwel zijn erg weinig armen lid van een dergelijke vereniging. Hoe kan een middenveldorganisatie toegankelijk(er) worden voor armen en ervoor zorgen dat mensen uit verschillende sociale milieus elkaar kunnen vinden?
De wil en de weg Goedbedoelde initiatieven voor armen verzanden vaak in moedeloosheid, wegens te weinig resultaat. Ofwel blijven het experimenten, die nooit volwaardig deel uitmaken van de organisatie. Vooraf stilstaan bij en nadenken over de eigen organisatie of lokale afdeling kan soelaas brengen. Stel vanuit de organisatie bijvoorbeeld de volgende vragen. Wie zijn we? Hebben we leden afkomstig uit een minder begoed milieu? Wie wordt niet bereikt? Staan we open voor deelnemers met een andere achtergrond? Hoe komen we over? Zijn we een gesloten, elitaire organisatie voor de buitenwereld of veeleer een organisatie die open staat voor iedereen? Grijp daarvoor eventueel naar instrumenten zoals een vragenlijst of interviews. Wie willen we zijn? Vinden we diversiteit en solidariteit belangrijk? Zien we armoede en andere vormen van uitsluiting als een probleem, en willen we meewerken aan de bestrijding ervan? Zijn we desnoods bereid om daarvoor onze organisatie te veranderen?
11
Bestaat er voldoende draagvlak binnen onze organisatie om die visie te realiseren, om armen op te nemen? Belangrijk is dat zowel het bestuur als de basis hiervan overtuigd zijn. Probeer via vorming en sensibilisering – bijvoorbeeld tijdens info-avonden – de medewerkers van elke lokale afdeling gevoelig te maken voor de thematiek. Maak van armoede en andere vormen van uitsluiting een gespreksthema.
12
‘Praktische’ drempels Zodra de organisatie er klaar voor is en kiest om tijd en energie te steken in het zoeken naar en openstaan voor armen, bestaat de kans dat initiatieven succes hebben. Zoek daarbij naar de drempels die de deelname van armen belemmeren en probeer om creatieve oplossingen te vinden. De kostprijs Zijn er alternatieven qua lidgeld, aankoop van materiaal, en dergelijke?
Wat kan je doen? Ga zelf naar de armen toe, want schriftelijke informatie of mond-aan-mondreclame bereikt hen dikwijls niet. Contacteer daarvoor onder meer de verenigingen waar armen het woord nemen uit de buurt. Belangrijk is om niet alleen de kinderen en jongeren te informeren en te overtuigen, maar ook de ouders. Vraag hun wat hen tegenhoudt om hun kinderen lid te laten worden van een vereniging of om zelf lid te worden.
Het tijdstip Zijn de uren en dagen geschikt voor wie je wil bereiken? Zijn er oplossingen voor kinderopvang? De bereikbaarheid Is de plaats van de activiteit ook bereikbaar via het openbaar vervoer? De bekendheid Wordt er voldoende en gericht informatie verspreid over de activiteiten en de werking?
“Mensen in armoede hebben niet de gewoonte om in een ledenblaadje van een vereniging te kijken. Ze begrijpen de moeilijke woorden ook niet.” [Annemie]
13
Breng armen op de hoogte van mogelijkheden voor financiële hulp, zoals een sociale kas of een fonds. Ze kunnen dan gemakkelijker zelf de stap zetten en beslissen of ze er gebruik van maken of niet. Doe dit wel op een discrete en respectvolle manier. Is het taalgebruik afgestemd op de doelgroep? Zoek naar zo concreet mogelijke en eenvoudige taal. Een standaard ledenblaadje wordt wellicht niet gelezen door een arme. Maar misschien zegt dat ook iets over de toegankelijkheid van het ledenblad voor de meerderheid van de leden? Betrek mensen van bij de start van een activiteit of initiatief. Vertrek van de capaciteiten van de armen, niet van hun problemen.
Verborgen drempels Over verborgen drempels struikelen mensen het meest. Ze zijn moeilijker te overwinnen, omdat ze minder zichtbaar zijn en dikwijls ingebakken in de structuur van mensen en organisaties. Toch kan de organisatie erop inspelen. Schaamte over zichzelf Alleen al doordat ze weinig geld hebben, houden armen er een andere levensstijl en andere gewoonten op na dan mensen uit andere sociale groepen. Ze schamen zich over hun kledij en praten over andere dingen. Gebrek aan gezelschap In de leefomgeving van armen leeft de motivatie om lid te worden van een vereniging of jeugdbeweging niet. Op je eentje een plaats vinden in een grote groep is moeilijk. Ook armen als groep leren kennismaken met mensen die niet in armoede leven, is niet eenvoudig. Wat kan je doen? Schep een klimaat binnen de organisatie waarin armen kunnen voelen dat ze er mogen zijn, zodat ze zich kunnen thuis voelen.
14
Organiseer ontmoetingen op kleinere schaal. Laat mensen met elkaar kennismaken en activiteiten uitoefenen in duo’s of in kleine groepjes. Door het persoonlijk leren kennen van mensen uit een ander milieu verdwijnen wederzijdse vooroordelen gemakkelijker en leert men elkaar aanvaarden. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld cultuur of sport als middel: samen naar een theater- of filmvoorstelling gaan of samen aan sport doen. Laat eventueel een ‘peter’ of ‘meter’ de arme begeleiden binnen de vereniging, binnen het nieuwe netwerk. Dat gebeurt zelfs bij ‘service clubs’ of bij eerstejaarsstudenten aan de universiteit.
Allen samen Er is meer kans op concrete resultaten als middenveldorganisaties samenwerken met verenigingen waar armen het woord nemen of met andere lokale organisaties die op een emanciperende manier bezig zijn met armoede. Organiseer samen met andere organisaties uit de buurt initiatieven. Zorg voor duidelijke contactpersonen: contacten verlopen vlotter als men een gezicht kan kleven op een organisatie. Ga op zoek naar organisaties die erin slagen armen te betrekken bij hun werking. Praat met mensen die al jaren met armoede bezig zijn. Stap zelf eens naar een vereniging waar armen het woord nemen. Voor de verenigingen waar armen het woord nemen en andere armoedewerkingen: sluit armen niet op binnen de vereniging, maar help hen om de stap te zetten naar andere middenveldorganisaties om zo ook mensen te leren kennen die niet in armoede leven. Zorg mee voor de bekendmaking van hun initiatieven bij armen. Wees niet bang dat je zo je leden kwijt raakt; je krijgt, integendeel, een nieuwe dynamiek in de vereniging. Zorg ook dat er een duidelijke contactpersoon is om het contact met andere organisaties te onderhouden. De voornaamste voorwaarde om respectvol te kunnen samenwerken is het openstaan voor elkaars leefwereld…
15
De media De berichtgeving in de media bepaalt mee het beeld dat mensen over armen hebben. In positieve zin kunnen zij mensen sensibiliseren voor armoede, zodat ze openstaan voor armen; in negatieve zin kunnen zij stereotypen en vooroordelen over de armen in stand houden. Hoe kunnen de media tot een genuanceerde maar krachtige berichtgeving over armoede komen? Hoe kunnen mensen in de armoedesector daartoe bijdragen?
16
Aanbevelingen voor de journalist
Het persoonlijke verhaal en de context Media moeten een concreet gezicht geven aan armoede: daarom maakt het verhaal van een individuele arme het onderwerp toegankelijk en interessant voor het publiek. Daarnaast is evenwel contextuele duiding noodzakelijk om een scheefgetrokken beeld van armoede te vermijden.
Armoede als issue Armoede is meer dan alleen een financieel probleem. Het is een web van uitsluitingen op meerdere terreinen: onderwijs, werken, wonen, gezondheid, cultuur. Een arme kan een bedelaar of dakloze zijn, maar ook een werkloze moeder of een allochtoon. Kijk verder dan het voor de hand liggende beeld van armoede en heb aandacht voor de verschillende aspecten ervan. Focus niet alleen op de zichtbare kant, maar heb ook oog voor de ‘binnenkant’ van armoede: de schaamte, het gevoel niet mee te kunnen met de maatschappij. Praat met armen en betrokkenen. Vergeet ook nooit dat armoede een product is van de samenleving, ingebakken zit in de manier waarop onze samenleving is ingericht en werkt.
Gebruik het individuele verhaal als insteek om de achtergrond en maatschappelijke context mee te geven. Beschrijf het verband met beleidsmaatregelen en evoluties inzake wonen, werken en onderwijs. Informeer je vooraf over de verschillende aspecten van de armoedeproblematiek. Via de juiste links hoeft dit niet tijdrovend te zijn (zie achteraan). Je kan het individuele ook overstijgen door verenigingen waar armen het woord nemen en ervaringsdeskundigen te betrekken.
17
Zielige arme? Luie arme? Het thema armoede is delicaat, onder meer omwille van de vraag naar verantwoordelijkheid die eraan vastkleeft. Een arme kan op verschillende manieren worden voorgesteld: hij/zij is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar problemen door luiheid of onvermogen, of is een slachtoffer van maatschappelijke veranderingen en factoren. Wees je bewust van je referentiekader en van je eigen achtergrond. Die zijn meestal erg verschillend van die van mensen die in armoede leven en zijn opgegroeid. Ga er niet vanuit dat je enkel waarneemt en weergeeft. Armenverenigingen ijveren voor een beeld dat minder beschuldigend is en evenmin meelijwekkend of heroïsch. Zelf werken zij aan de maatschappelijke participatie en mondigheid van armen. Zorg ervoor dat je het verhaal van de arme in zijn context plaatst: waarom is die persoon arm, hoe komt iemand in zo’n situatie terecht en welke pogingen onderneemt hij/zij om eruit te geraken of gewoon te overleven?
18
Omgaan met de arme Verenigingen waar armen het woord nemen en andere armoedeorganisaties zijn geen ‘castingbureau’. Hun tempo van werken is veel trager dan dat van de journalistiek; heb hiervoor begrip. Geef hun de nodige voorbereidingstijd om iemand te vinden die klaar is voor een interview. Maak vooraf duidelijk wat je wil met je artikel of je uitzending. Wie zoek je precies en waarom? Verwittig de geïnterviewde dat slechts een klein deel van het interview ook wordt gepubliceerd of uitgezonden. Bied hem/haar de mogelijkheid om het stuk na te lezen of te bekijken, om indien nodig bij te sturen.
Armen laten de kans om de problematiek in de publieke aandacht te krijgen niet graag voorbijgaan. Een arme wil dat de wereld verandert, en dat liever vandaag dan morgen. Een persoonlijke getuigenis kan echter heel wat impact hebben op het leven van de arme: zich publiekelijk als arme profileren wordt niet altijd in dank afgenomen door partner, familie of vrienden. Wees je als journalist hiervan bewust. Vraag je af of je wel alles van de getuigenis kan publiceren. Maak duidelijke afspraken met de persoon in armoede en eventueel de hulpverlener of begeleider, rond onder meer anonimiteit en garantie van publicatie of uitzending. Zo worden misverstanden vermeden.
Verslaggever – nieuwszoeker Vertrek niet met een vooraf uitgewerkt verhaal in het hoofd naar het veld. Sta open voor nieuwe en onverwachte dingen. Probeer ook positieve aspecten te brengen en niet alleen de negatieve kanten te belichten.
Aanvullende aanbevelingen voor de hoofdredactie
De aard van een maatschappelijk probleem zoals armoede maakt dat het niet vaak ‘hard’ nieuws is. Het loont de moeite om het thema ook op andere momenten tot nieuws te maken, dus als er daartoe geen directe aanleiding is. Er is tijd en ruimte nodig opdat een journalist zich kan inwerken in de thematiek en er expertise over kan opbouwen. Enkel zó kan zij/hij de complexiteit van armoede bevattelijk weergeven en toch rekening houden met de ruimere, maatschappelijke context; enkel zó kan een stereotiepe voorstelling worden vermeden. Het is dan ook aangewezen om binnen de redactie een specialist 'armoede en sociale uitsluiting' aan te duiden en deze de kans te bieden zich in te werken in de materie.
19
20
Aanbevelingen voor de arme, de armoedeorganisatie en iedereen die armoede in de aandacht wil brengen
Durf te weigeren om bepaalde vragen te beantwoorden. Maak duidelijke afspraken rond anonimiteit, het gebruik van foto’s en het ‘off the record’ praten. Zorg voor een woordvoerder binnen de vereniging, als aanspreekpunt voor journalisten. Zo kan je een duurzame relatie met mediamensen opbouwen.
De journalist komt naar je toe Media-aandacht heeft veel voordelen: de armoedeproblematiek wordt zichtbaar gemaakt, de naambekendheid van de vereniging of organisatie neemt toe. Er zijn echter ook risico’s aan verbonden, zoals negatieve reacties achteraf of gekwetst worden. Een arme die zich blootgeeft in een artikel of uitzending kan vlug een BA, een Bekende Arme worden. Zorg ervoor dat een medewerker van de vereniging of organisatie aanwezig is tijdens het interview – als de arme dat wenst – om te wijzen op de mogelijke impact van een publiek optreden. Vraag vooraf wat de doelstelling is van het artikel of de uitzending. Wie zoekt men precies en waarom? Vraag wanneer het stuk zal worden gepubliceerd of uitgezonden. Ga na of je het artikel vooraf kan nalezen, vraag of er mogelijkheid is tot nabeluisteren of nabekijken. Zo kan je zaken rechtzetten die in ‘het heetst van de strijd’ werden gezegd en die de geïnterviewde of zijn/haar omgeving schade kan berokkenen.
“De media geven me altijd het gevoel: ‘Eigen schuld, dikke bult. Ga werken en het is opgelost’.” [Marie-Louise]
Je stapt zelf naar de journalist De media zijn wat ze zijn: nieuws wordt snel gemaakt en moet nieuwswaarde hebben om gelezen, bekeken of beluisterd te worden. Begrijp het standpunt van de journalist en probeer hem/haar zo goed mogelijk te helpen. Besef dat beeldvorming een proces is van lange termijn: met één enkel krantenbericht zal de wereld niet veranderen.
21
Zorg dus zelf voor een goede mediastrategie: Hou er rekening mee dat de media zeer divers zijn. Weekbladen, maandbladen en actualiteitenprogramma’s kunnen gemakkelijker dieper op een onderwerp ingaan; een krant heeft een algemener, diverser lezerspubliek dan een vaktijdschrift en moet korter op de bal spelen. Ga eerst na waar je het beste met je verhaal of informatie terecht kunt: wat zijn de interessepunten van de specifieke krant of het programma? Tracht je aan te passen aan het blad of de zender waarvoor je praat, en het bijhorende publiek. Een goede perstekst is heel belangrijk: Selecteer uit hetgeen je wil meegeven zelf enkele (maximaal drie) aantrekkelijke, hapklare stukjes om de journalisten ‘te lokken’. Zo kan je de juiste inhoudelijke klemtonen leggen, waaraan je het ruimere verhaal, de context kan vastkoppelen. De boodschap moet scherp en eenduidig zijn. Hanteer duidelijke en concrete taal. Vermijd jargon en gebruik voorbeelden. Een goede perstekst is zeer beknopt. Bezorg de journalisten nooit een volledig dossier, want de tijd ontbreekt hen meestal om het volledig door te nemen.
22
Tot slot: Tracht inzicht te verwerven in de manier waarop de media werken. Hoe zit een krant of nieuwsuitzending in elkaar? Hoe ga je er als publiek mee om? Tracht ‘mediageletterd’ te worden.
Beleidsaanbevelingen
Tijd en ruimte voor de menselijke aanpak In heel wat beleidsmaatregelen ligt de nadruk erg op het instrumentele aspect: hulpverleners en consulenten moeten een bepaald aantal cliënten per dag zien; zoveel mogelijk mensen moeten uit de statistieken van het OCMW en de RVA en dan liefst in de richting van een job. Het is goed dat men mensen stimuleert om vooruit te gaan en daarvoor de nodige instrumenten ontwikkelt. Als er daarbij echter geen aandacht is voor emotionele ondersteuning, hebben maatregelen weinig effect. Duurzame activering zal bijvoorbeeld pas slagen als er flexibele kinderopvang wordt voorzien, als werk op maat wordt aangeboden en als de werkomgeving open staat voor de specifieke problemen van de nieuwkomer. Om deze menselijkere aanpak, het werken op maat mogelijk te maken, moeten de actoren op het veld voldoende tijd en ruimte krijgen. Hulpverleners hebben meer tijd nodig per cliënt om te kunnen luisteren en te werken aan de ‘gekwetste binnenkant’, het gevoelsma-
23
tige aspect van armoede. Een cliënt die zó wordt geholpen, zal ook minder snel en misschien wel nooit meer aan de deur van de hulpverlening moeten aankloppen. Hij/zij heeft leren vissen en kan zelf zijn/haar plan trekken, ook bij tegenslag. Bij de evaluatie moeten dan ook meer criteria van emotionele ondersteuning worden ingebracht. Een positiever zelfbeeld ontwikkelen is bijvoorbeeld belangrijk om een job te kunnen houden en zeker om stappen vooruit te zetten.
Voorwaarden voor samenwerking Middenveldorganisaties moeten de krachten kunnen bundelen om armoede mee te bestrijden. Dikwijls is men hiertoe bereid, maar staat regelgeving dit in de weg. Armoedebestrijding zou in verschillende sectoren tot de subsidiecriteria moeten behoren, zodat deze organisaties worden gestimuleerd om zich mee te engageren. Hieruit kan dan een (nauwere) samenwerking rond armoede / met armoedeorganisaties voortvloeien.
24
De meerwaarde van ervaringsdeskundigen In de opleiding tot ervaringsdeskundige is emotionele ondersteuning een belangrijk element. Mensen die aan den lijve hebben ondervonden wat het is om arm te zijn, kennen de leefwereld van armen van binnenuit en kunnen een belangrijke brugfunctie vervullen tussen twee werelden die elkaar vaak niet kennen. Het inschakelen van ervaringsdeskundigen in de hulpverlening, in allerlei voorzieningen en organisaties en in het beleid kan dan ook zeer nuttig zijn. Het is bijgevolg aan te bevelen om hen meer systematisch in te zetten.
Ruimte voor een degelijke berichtgeving Om goed te berichten over de complexe problematiek van armoede moeten journalisten de tijd en de mogelijkheid hebben om zich in te werken. Zij zouden dan ook meer ruimte moeten krijgen om complexe en verdrongen onderwerpen als armoede en andere vormen van uitsluiting degelijk te kunnen uitspitten.
Voor meer informatie over de armoedeproblematiek:
www.armoede.be Portaalsite over armoede met onder meer informatie over beleid en onderzoek, fragmenten uit de jaarboeken Armoede en Sociale Uitsluiting en een databank van armoedeprojecten en organisaties. De meest volledige website voor algemene en gespecialiseerde informatie over de problematiek. Bezoek ook eens de Franstalige tweelingzus: www.pauvrete.be
www.armoedebestrijding.be Website van het federaal Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting
www.vlaams-netwerk-armoede.org Vlaams Netwerk van verenigingen waar Armen het woord nemen
www.welzijnszorg.be Welzijnszorg en Welzijnsschakels
www.ua.ac.be/oases Onderzoeksgroep Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASeS) van de Universiteit Antwerpen
Deze brochure met aanbevelingen komt voort uit drie expertenseminaries die de Onderzoeksgroep Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASeS) van de Universiteit Antwerpen in opdracht van Cera organiseerde. Daarin werd samen met mensen uit de hulpverlening, het middenveld en de media nagegaan hoe zij kunnen bijdragen tot het wegwerken van de kloof tussen mensen die wel en niet in armoede leven. De aanleiding hiervoor was de publicatie van het boek ‘Bruggen over woelig water. Is het mogelijk om uit de generatie-armoede te geraken?’ (R. Thys, W. De Raedemaecker en J. Vranken, Leuven: Acco, 2004). Met veel dank aan de deelnemers van de seminaries.
© OASeS, Universiteit Antwerpen, februari 2005 www.ua.ac.be/oases,
[email protected] Redactie: Mieke Van de Velde en Jan Vranken Vormgeving: D sign Graphics Druk: Drukkerij Acco, www.acco.be Uitgave: OASeS, Universiteit Antwerpen Deze brochure werd gerealiseerd in opdracht van Cera, www.cera.be Ze kan ook worden gedownload via www.ua.ac.be/oases