Informatie m.b.t. de Rovict-toetsen in ESIS

Rovict-toetsen in ESIS Mei 2011

Informatie m.b.t. de Rovict-toetsen in ESIS Onderstaande toetsen en testen zijn zgn. Rovict-toetsen. Dit betekent dat Rovict voor deze toetsen de normtabellen onderhoudt. Als gebruiker van ESIS kunt u de normtabellen niet zelf aanpassen.

Nr Toets 1. 2. 3.

Auditieve analyse Auditieve synthese AVI-Nieuw (1994)

4. 5. 6. 7.

AVI 1996 AVI 2009 Beginnende geletterdheid Begrippen 1 en 2

8. 9.

BL 345-678 Brus-EMT

10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

CLIB-toetsen DMT 2009 Drie Minuten Toets Leeskaart 1 Drie Minuten Toets Leeskaart 2 Drie Minuten Toets Leeskaart 3 Drempelonderzoek Drempeltest 2007 Didactische Toets Schrijfvaardigheid Eduforce – LVS 1-2 Eduforce – Begrijpend lezen Eduforce – Hoofdrekenen

Naam in ESIS

Origineel

Jaar

Uitgave

AUDANALYSE AUDSYNTH AVI 1994 AVI-School AVI 1996 AVI 2009 Beg.Geletterdheid Begrippen-1 Begrippen-2 BL 345-678 Brus-EMT Brus-EMT-A Brus-EMT-B CLIB DMT 2009 DMT-1 DMT-2 DMT-3 Drempelonderzoek Drempeltest-07 DTS

Toets Aud. Analyse Toets Aud. Synthese AVI 1994 AVI 1994 AVI 1996 AVI 2009 Beginnende geletterdheid Begrippentoets 1 Begrippentoets 2 Begrijpen Lezen 345-678 BRUS Eén Minuut Test 1994 BRUS Eén Minuut Test 1994 BRUS Eén Minuut Test 1994 Clib-toetsen DMT 2009 DMT kaart 1 DMT kaart 2 DMT kaart 3 Drempelonderzoek Drempeltest 2007 Schrijfvaardigheid

1996 1995 1994

C¿TO C¿TO KPC Groep

1996 2009 2008 1993

KPC Groep C¿TO CPS C¿TO

2006 1994

678 Onderwijs Advisering Harcourt Test Publishers

1992 2009 1995 1995 1995 2006 2007 1995

C¿TO C¿TO C¿TO C¿TO 678 Onderwijs Automatisering Boom Test Uitgevers C¿TO

EF-LVS 1-2 EF-Begr-Lz EF-Hoofdrekenen

LVS 1-2 Functieontwikkeling DLE-LVS Begrijpend lezen DLE-LVS Hoofdrekenen

2000 2001 2001

Boom Test Uitgevers Boom Test Uitgevers Boom Test Uitgevers

Blz. 1 van 32


Nr Toets

Naam in ESIS

Origineel

Jaar

Uitgave

21. 22. 23. 24. 25.

Eduforce – Zinnen lezen Eduforce – Lezen Eduforce – Rekenen/Wiskunde Eduforce – Spellen Veilig Leren Lezen – Signaleringen

DLE-LVS Zinnen lezen DLE-LVS Lezen DLE-LVS Rekenen/Wiskunde DLE-LVS Spellen VLL Herfst-, Winter, Lente- en Eindsignaleringen

2001 2001 2001 2001 2006 en 2010

Boom Test Uitgevers Boom Test Uitgevers Boom Test Uitgevers Boom Test Uitgevers Zwijsen

26.

Engels – Me2!

EF-Lez-Zin EF-Lezen EF-RekWis EF-Spellen Herfstsignalering Wintersignalering Lentesignalering Eindsignalering VLL Herfst 2010 VLL Winter 2010 VLL Lente 2010 VLL Eind 2010 Engels

2008

C¿TO

27.

Entreetoetsen 1 (OUD)

2000

C¿TO

28.

Entreetoetsen 2

Entree-1T Entree-2R Entree-2S Entree-3W Entree-TOT Entreetoets

2010

C¿TO

29. 30. 31.

Fonemische Analysetest Fonemendictee Grafementoets

FAT Fonemen Grafemen

Engels Auditieve woordenschat Engels Leesvaardigheid Engels Luistervaardigheid Engels Schriftelijke woordenschat Entreetoets Taal Entreetoets Rekenen/Wiskunde Entreetoets Studievaardigheid Entreetoets Wereldoriëntatie Entreetoets Totaalscore Entreetoets LEESTT2004: 5, 6, 7 Entreetoets LUISTEREN: 5, 6, 7 Entreetoets RW ALG2002: 5, 6, 7 Entreetoets RW GB2002: 6, 7 Entreetoets RW MTG2002: 6, 7 Entreetotes RW ALG2008: 5, 6, 7 Entreetoets SP 2008: 5, 6, 7 Entreetoets SP WW 2010: 7 Entreetoets STUDIEVAARDHDN: 5, 6, 7 Entreetoets TBL 1998: 5,6,7 Entreetoets TBL 2008: 5, 6, 7 Entreetoets WST 2009: 5 Fonemische Analysetest Fonemendictee Grafementoets

1996 1999 1995

Berkhout C¿TO C¿TO

Blz. 2 van 32


Nr Toets

Naam in ESIS

Origineel

Jaar

Uitgave

32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.

Klepel 1999 Kleuterobservatielijst Letterclustertest Leestempo 1996 Leestechniek en –tempo 2004 Woordenschattoets 96 Lezen met Begrip

Harcourt Test Publishers C¿TO Berkhout C¿TO C¿TO C¿TO C¿TO

Leestechniek 2009 Leestempo 2009 Luisteren Ned. Differentiatie Testserie 2004 Ned. Intelligentietest Onderwijsniveau Niet Schoolse Cogn. Capaciteitentest Ordenen 1992 Ordenen 1997 PI-Dictee 1999 Peuterobservatielijst RAKIT

Klepel Kleuterobservatielijst Letterclustertest Leestempo 96 Leestempo 2004 Woordenschattoets 96 Lezen met begrip-SBR Lezen met begrip-SVR TL – Leestechniek TL – Leestempo Luisteren Ned. Differentiatie Testserie 2004

1999 2001 1996 2001 2007 1996 1992

39.

Klepel 1999 KOL LCT Leestempo 96 LEESTT2004 Leeswoordenschat LMB 1 SBR LMB 1 SVR TL - Leestechniek TL - Leestempo Luisteren NDT

2009 2009 1996 2003

C¿TO C¿TO Harcourt Test Publishers

NIO

Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test Ordenen 92 Ordenen PI-Dictee 1999 Peuterobservatielijst Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test Rekenen voor Kleuters 2011

2004

Boom Test Uitgevers

2004

GION/RUG

1992 1997 1999 2005 1984

C¿TO C¿TO Harcourt Test Publishers C¿TO Pearson

2011

C¿TO

R&W 1 R&W 2 GB R&W 2 MTG Reynell voor taalbegrip Ruimte & Tijd Rek-Wisk 2002 ALG

1996 1996 1996 1995 1996 2002

C¿TO C¿TO C¿TO Swets Test Publishers C¿TO C¿TO

Rek-Wisk 2002 GB Rek-Wisk 2002 MTG

2002 2002

C¿TO C¿TO

40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49.

50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57.

Rekenen voor Kleuters 2011 RVK Kleur RVK Lichaamsdelen Rekenen-Wiskunde ALG Rekenen-Wiskunde GB Rekenen-Wiskunde MTG Reynell voor taalbegrip Ruimte & Tijd Rekenen-Wiskunde ALG 2002 (Incl. versies van voor 2002) Rekenen-Wiskunde GB 2002 Rekenen-Wiskunde MT 2002

NSCCT Ordenen 1992 Ordenen 1997 PI-COMPL POL RAKIT RVK RVK Kleur RVK Lichaamsdelen R&W 1-OUD R&W 2 GB-OUD R&W 2 MTG-OUD Reynell RT RW ALG2002 RW GB 2002 RW MT 2002

Blz. 3 van 32


Nr Toets

Naam in ESIS

Origineel

Jaar

Uitgave

58. 59.

Rekenen-Wiskunde 2011 Schlichtingtest voor taalproductie

C¿TO Swets Test Publishers

SON-R

1998

Hogrefe uitgevers

61. 62. 63.

Spelling 2011 Spelling werkwoorden 2010 Struiksma en van der Leij

2008

C¿TO

1995

VU Amsterdam

64. 65. 66. 67. 68.

Studievaardigheden Spelling 1999 (SVS) Spelling Werkwoorden Taalschaal Taaltoets alle kinderen

Rek-Wisk 2009 Schlichting – Auditief geheugen Schlichting – Woordquotiënt Schlichting – Zinsquotiënt Snijders-Oomen Niet-verbale Intelligentietest Spelling 2009 Spelling werkwoorden 2010 Auditieve analysetest Auditieve discriminatietest Auditieve synthesetest Begrippen Klankpositiebepalen Letters benoemen Letterdictee Overschrijven Visuele analysetest Visuele discriminatietest Visuele synthesetest 1 Visuele synthesetest 2A Visuele synthesetest 2B Visuele synthesetest 1-2 Woordennazeggen Studievaardigheden Spelling 99 (SVS) Spelling werkwoorden Taalschaal TAK-Articulatie TAK-Klank O TAK-PW TAK-Tekstbegrip TAK-Vertel TAK-Woord O TAK_Woordv TAK-Zinsbegrip1 TAK-Zinsbegrip2

2008 1995

60.

RW 2011 SCHLIC-AGQ SCHLIC-WQ SCHLIC-ZQ SON-R 2.5-7 SON-R 5.5-17 SP 2011 SP werkw 2010 STR-AUDANT STR-AUDIST STR-AUSYNT STR-BEGRIP STR-KLANKP STR-LETBEN STR-LETDIC STR-SCHRYF STR-VISANT STR-VISDIS STR-VSYN1A STR-VSYN2A STR-VSYN2B STR-VSYNT STR-WOORD Studievaardigheden SVS SWW Taalschaal TAK-Artic.-Ned-T1-T2 TAK-Klank O-Ned-T1-T2 TAK-PW-Ned-T1-T2 TAK-Tekstbegrip-Ned-T1-T2 TAK-Vertel-Ned-T1-T2 TAK-Woord O-Ned-T1-T2 TAK-Woordv-Ned-T1-T2 TAK-Zinsbegrip1-Ned-T1-T2 TAK-Zinsbegrip2-Ned-T1-T2

2009 1999 1999 1998 1986

C¿TO C¿TO C¿TO C¿TO C¿TO

Blz. 4 van 32


Nr Toets 69. 70. 71.

Toets Begrijpend lezen 1998 Toets Begrijpend lezen 2011 Taaltest voor kinderen

72.

Toets tweetaligheid

Naam in ESIS

Origineel

TAK-Zinsvorm-Ned-T1-T2 TBL 98 BL 2011 TK-AS1 TK-AS2 TK-AW1 TL-AW2 TK-VB TK-WH TK-WS-K1 TK-WS-K2 TK-WS-K3 TK-WS-P1 TK-WS-P2 TK-WS-P3 TK-WV-B TK-WV-P TK-ZB-B1 TK-ZB-B2 TK-ZB-K TK-ZB-PO TK-ZB-P1 TK-ZB-P2 TT AWST-M TT AWST-NA TT AWST-NM TT AWST-NT TT AWST-P TT AWST-T TT BEGR-M TT BEGR-NA TT BEGR-NM TT BEGR-NT TT BEGR-P TT BEGR-T TT KLA-M TT KLA-NA

TAK-Zinsvorming Begrijpend lezen 98 Begrijpend lezen 2009 Auditieve synthesetest 1 Auditieve synthesetest 2 Auditieve woorddiscriminatietest 1 Auditieve woorddiscriminatietest 2 Verzwegen betekenis Woordherkenningstest Woordenschat keuzetest 1 Woordenschat keuzetest 2 Woordenschat keuzetest 3 Woordenschat productietest 1 Woordenschat productietest 2 Woordenschat productietest 3 Woordvormen beoordelingstest 3 Woordvormen productietest Zinsbouw beoordelingstest 1 Zinsbouw beoordelingstest 2 Zinsbouw beoordelingstest 2 Zinsbouw productietest 0 Zinsbouw productietest 1 Zinsbouw productietest 2 TT Act WST Mar TT Act WST Ned-Pap TT Act WST Ned-Mar TT Act WST Ned-Tur TT Act WST Pap TT Act WST Tur TT Begrippen Mar TT Begrippen Ned-Pap TT Begrippen Ned-Mar TT Begrippen Ned-Tur TT Begrippen Pap TT Begrippen Tur TT Klanken Mar TT Klanken Ned-Pap

Blz. 5 van 32

Jaar

Uitgave

1998 2008 1982

C¿TO C¿TO Swets Test Publishers

1995

C¿TO


Nr Toets

Naam in ESIS

Origineel

Jaar

Uitgave

TT Klanken Ned-Mar TT Klanken Ned-Tur TT Klanken Pap TT Klanken Tur TT Pas WST Mar TT Pas WST Ned-Mar TT Pas WST Ned-Pap TT Pas WST Ned-Mar TT Pas WST Pap TT Pas WST Tur TT Teksten Mar TT Teksten Ned-Pap TT Teksten Ned-Mar TT Teksten Pap TT Zinnen Mar TT Zinnen Ned-Pap TT Zinnen Ned-Mar TT Zinnen Ned-Tur TT Zinnen Pap TT Zinnen Tur Tempo Test Rekenen DLE 1987 Tempo Test Rekenen DLE 1992

1987 1992

Harcourt Test Publishers Harcourt Test Publishers

1996 2010 2009

C¿TO C¿TO Graviant

2002 2009

Harcourt Test Publishers Pearson

1996

C¿TO

1999 2009

C¿TO C¿TO

73. 74.

Tempo Test Rekenen 1987 Tempo Test Rekenen 1992

75. 76. 77.

Taal voor kleuters Taal voor kleuters 2011 UGT-R 2009

TT KLA-NM TT KLA-NT TT KLA-P TT KLA-T TT PST-M TT PST-NM TT PWST-NA TT PWST-NM TT PWST-P TT PWST-T TT TEK-M TT TEK-NA TT TEK-NM TT TEK-P TT ZIN-M TT ZIN-NA TT ZIN-NM TT ZIN-NT TT ZIN- P TT ZIN-T TTR1987 TTR 1-2 DLE 1992 TTR-DLE 92 TVK TVK 2011 UGT-R 2009

78. 79.

WISC-III NL 2002 WPPSI-III-NL

WISC-III WPPSI-III-NL

80.

Wereldoriëntatie

81. 82.

Woordenschattoets Woordenschattoets 2011

WO-Info WO-Kennis Woordenschattoets WST 2011

Taal voor kleuters Taal voor kleuters 2010 Utrechtse Getalbegrip Toets – Revised 2009 WISC-III NL 2002 Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence – Third Edition WO-Info WO-Kennis Woordenschattoets 99 Woordenschattoets 2011

Blz. 6 van 32


ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

AVI 1994 AVI-School 3 t/m 6 AVI-Toetspakket J. Visser, A. van Laarhoven, A. ter Beek

KPC Groep 1994 Techn.Lezen

Doel van de AVI-toets is het technisch leesniveau van kinderen vast te stellen om zo de leesstof te kunnen kiezen die aansluit bij hun leesontwikkeling. De AVI-leeskaarten zijn ook onderdeel van het Nijmeegs Leerlingvolgsysteem LISKAL.

De negen AVI-niveaus zijn speciaal voor het technisch lezen gecreëerd, vier niveaus voor het aanvankelijk technisch lezen en vijf voor het voortgezet technisch lezen. De negen AVI-niveaus worden enerzijds gebruikt om leesboeken en teksten in te delen naar moeilijkheidsgraad. Anderzijds worden ook de prestaties op technisch lezen van de kinderen ingedeeld naar deze negen niveaus. Daarvoor zijn de AVI-toetskaarten ontwikkeld. De verschillen in de AVI-niveaus zijn terug te voeren op de woorden zinskenmerken van een tekst en de Leesindex A. Deze toets kent één versie waarin u het beheerste leesniveau van de leerling invoert. AVI-Niveau 1 Tekstkenmerken: Korte zinnen, één zin per regel Samengestelde zinnen over twee regels verdeeld, komen voor (voor leesindex geteld als twee zinnen) Hoofdletters kunnen voorkomen Leesindex A: > 100 Woordtypen: Eénlettergrepige woorden: . medeklinker-klinker: zo, pa . klinker-medeklinker: ik, om . medeklinker-klinker-medeklinker: naam, roos Eénlettergrepige woorden met één medeklinkercombinatie kunnen voorkomen. AVI-Niveau 2 Tekstkenmerken: Hoofdletters kunnen voorkomen Korte zinnen, één zin per regel Samengestelde zinnen worden nog per zin over twee regels verdeeld (voor de leesindex geteld als twee zinnen) Leesindex A: > 100 Woordtypen (uitbreiding): Eénlettergrepige woorden: . eindigend op dt, ng of nk: houdt, bang, zink . twee medeklinkers voor en/of achteraan het woord: stoel, pats, stelt . drie medeklinkers voor of achteraan het woord: straal, kampt Tweelettergrepige of samengestelde woorden zonder spellingsmoeilijkheden: voetbal, mamma Verkleinwoorden: huisje AVI-Niveau 3 Tekstkenmerken: Korte zinnen kunnen betekenisvol zijn afgebroken en doorlopen op de volgende regel. De nieuwe zin begint nog wel op een nieuwe regel; Tekstkenmerken: Leesindex A: > 100 Woordtypen (uitbreiding):

Blz. 7 van 32


Alle typen éénlettergrepige woorden Alle typen tweelettergrepige woorden Drie- en meerlettergrepige woorden zonder spellingsmoeilijkheden AVI-niveau 4 Tekstkenmerken: Zinnen kunnen, betekenisvol afgebroken, doorlopen op de volgende regel Een gesproken zin begint nog steeds op een nieuwe regel Leesindex A: > 100 Woordtypen (uitbreiding): Alle typen drie- en meerlettergrepige woorden Leenwoorden zonder lastige, afwijkende teken-klankcombinaties: portemonnee, diskette AVI-niveau 5 Tekstkenmerken: Leesindex A: 99-94 Gemiddelde zinslengte: 7 woorden (6-8 woorden) Gemiddelde woordlengte: 127 lettergrepen (123-130) AVI-niveau 6 Tekstkenmerken: Leesindex: A 93-89 Gemiddelde zinslengte: 8 woorden (7-9 woorden) Gemiddelde woordlengte: 132 lettergrepen (129-135) AVI-niveau 7 Tekstkenmerken: Leesindex A: 88-84 Gemiddelde zinslengte: 9 woorden (8-10) Gemiddelde woordlengte: 136 lettergrepen (134-139) AVI-niveau 8 Tekstkenmerken: Leesindex A: 83-79 Gemiddelde zinslengte: 10 woorden (9-11) Gemiddelde woordlengte: 141 lettergrepen (138-144) AVI-niveau 9 Tekstkenmerken: Leesindex A: 78-74 Gemiddelde zinslengte: 11 woorden (10-12) Gemiddelde woordlengte: 146 lettergrepen (143-148) In 2006 is AVI overgenomen door het C¿TO. C¿TO heeft een nieuwe niveauindeling gemaakt en deze gekoppeld aan de uitslag van de toetsen Leestempo en Leestechniek 2004 en 2009.

Blz. 8 van 32


ESIS Groep Naam Auteur

AVI 1996 3 t/m 6 AVI Toetspakket

Uitgever Jaar Vorm.geb.

KPC Groep 1996 Techn.Lezen


AVI 2009 3-8 AVI 2009 A. de Wijs C¿TO 2009 Technisch lezen

J. Visser, A. van Laarhoven, A. ter Beek

Doel van de AVI-toets is het technisch leesniveau van kinderen vast te stellen om zo de leesstof te kunnen kiezen die aansluit bij hun leesontwikkeling. De AVI-leeskaarten zijn ook onderdeel van het Nijmeegs Leerlingvolgsysteem LISKAL.

De negen AVI-niveaus zijn speciaal voor het technisch lezen gecreëerd, vier niveaus voor het aanvankelijk technisch lezen en vijf voor het voortgezet technisch lezen. De negen AVI-niveaus worden enerzijds gebruikt om leesboeken en teksten in te delen naar moeilijkheidsgraad. Anderzijds worden ook de prestaties op technisch lezen van de kinderen ingedeeld naar deze negen niveaus. Daarvoor zijn de AVI-toetskaarten ontwikkeld. De verschillen in de AVI-niveaus zijn terug te voeren op de woorden zinskenmerken van een tekst en de Leesindex A. Deze toets is toegevoegd in het kader van de DULT-koppeling. Bij een handmatige invoer wordt per gelezen leeskaart de tijd en het aantal fouten ingevoerd. ESIS berekent dan voor u het beheersingsniveau van de leerling.

Analyse van Individualeringsvormen In goed overleg is besloten dat Cito de eigenaar wordt van het nieuwe AVI-systeem. KPC Groep draagt de naam 'AVI' en het systeem van de toetskaarten aan Cito over. Cito verricht alle benodigde onderzoeken, investeert in de vernieuwing van het systeem en ondersteunt de gebruikers. In het nieuwe AVI-systeem is zowel voor de toetsen Leestechniek en Leestempo als voor de AVI-toetskaarten een rol weggelegd. Het bepalen van het AVI-niveau gebeurt voortaan met de toetsen Leestechniek en Leestempo (stap 1). Leerlingen die op deze toetsen laag scoren, maar ook leerlingen die (lijken te) stagneren in hun leesontwikkeling, krijgen vervolgens de AVI-toetskaarten en/of de DMT1 (stap 2). De toetskaarten dienen er dan niet meer voor om het AVIniveau van de leerling vast te stellen; zij worden gebruikt om diagnostische informatie te verkrijgen over het leesgedrag van de leerling. Daar de toetsen Leestechniek en Leestempo in stilte worden afgenomen, kun je er via die toetsen niet achter komen waar precies het probleem schuilt als de leerling een lage score haalt. Om te achterhalen wat er fout gaat, zul je de leerling toch hardop moeten horen lezen. Het merendeel van de leerlingen haalt een redelijk tot goed resultaat op de toetsen Leestechniek en Leestempo. Bij hen volstaat de klassikale toetsafname (stap 1). De nieuwe manier van AVI-toetsen betekent dan ook een flinke tijdsbesparing. De toetsen Leestechniek en Leestempo vervangen de AVI-toetskaarten als het erom gaat het AVI-niveau van leerlingen vast te stellen. Daarmee verandert het hele AVI-systeem. De toetsen Leestechniek en Leestempo hebben namelijk geen directe relatie met de AVI-toetskaarten van KPC Groep. Ze zijn onafhankelijk van deze toetskaarten ontwikkeld en genormeerd. Met de toetsen Leestechniek en Leestempo wordt de technische leesvaardigheid op een andere manier gemeten als met de AVI-toetskaarten. Stil lezen is immers niet hetzelfde als hardop lezen. En woorden aanstrepen in een lange tekst is niet gelijk aan het zo goed mogelijk een korte tekst voorlezen terwijl een leerkracht bijhoudt hoe lang je daarover doet en of je daarbij fouten maakt. Het AVI-niveau dat je kreeg als je de toetskaarten gelezen had, is dan ook niet zondermeer vergelijkbaar met de CILT die je krijgt als je een toets Leestempo gemaakt hebt. Die CILT, de vaardigheidsscore die het resultaat vormt van de toetsen Leestechniek en Leestempo, ligt aan de basis van de nieuwe AVI-niveaus. De nieuwe AVI-niveaus zijn dus echt anders dan de oude AVI-niveaus. Er bestaat geen een-op-eenrelatie

Blz. 9 van 32


tussen beide systemen. Conversietabel AVI-oud AVI-nieuw 1 → Start-M3 2 → M3-E3 3 → E3-M4 4 → M4-E4 5 → M4-E4-M5 6 → E4-M5-E5 7 → E5-M6 8 → E5-M6-E6-M7 9 → M6-E6-M7 >9 → M7-E7-Plus AVI-M7 → 8 - 9 - >9 ESIS Groep Naam

Auteur


Beg.Geletterdheid 1-3 Toetspakket Beginnende Geletterdheid Cor Aarnoutse Joke Beernink Win Verhagen CPS 2008 Nederlandse taal

Naast een handleiding bevat het pakket tien kindvriendelijke toetsen die vanaf april in groep 1 tot en met oktober in groep 3, individueel of in groepjes, kunnen worden afgenomen. De toetsen hebben betrekking op de belangrijkste onderdelen van beginnende geletterdheid: woordenschat fonologisch bewustzijn letterkennis benoemsnelheid. Elke toets is volgens een vast stramien beschreven: na een beschrijving van de aard van de toets en aanwijzingen voor de afname ervan, wordt vermeld hoe de leerkracht de uitslag en het niveau van het kind kan vaststellen. Tot slot worden suggesties gegeven om kinderen met lage scores te helpen. De toets bevat de volgende versies: - Rijmtoets (april groep 1) - Woordenschattoets 1 (mei groep 1) - Woordenschattoets 2 (oktober groep 2) - Letterkennistoets 1 (oktober groep 2) - Letterkennistoets 2 (mei groep 2) - Analysetoets 1 (oktober groep 2) - Analysetoets 2 (mei groep 2) - Synthesetoets 1 (oktober groep 2) - Synthesetoets 2 (mei groep 2) - Synthesetoets 3 (oktober groep 3) - Benoemsnelheid cijfers/letters (april groep 2 / oktober groep 3) Het Toetspakket Beginnende Geletterdheid is door de Inspectie van het Onderwijs in 2009 beoordeeld als een goed instrument voor een belangrijk aspect van de taalontwikkeling van kinderen in groep 1, 2 en 3. Dit betekent dat het toetspakket mag worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem. De Inspectie verwacht hierbij dat de volgende toetsen bij alle leerlingen van groep 2 worden afgenomen: De inspectie verwacht hierbij dat de volgende toetsen bij alle leerlingen van groep 2 worden afgenomen: - Woordenschattoets 2 (oktober groep 2)

Blz. 10 van 32


- Letterkennistoets 1 (oktober groep 2) - Analysetoets (oktober groep 2) voorbeeld - Synthesetoets (oktober groep 2) - Benoemsnelheid cijfers en letters (april groep 2). Daarnaast heeft de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) de toetsen beoordeeld en hierover een zeer positieve beoordeling uitgesproken. De volledige beoordeling kunt u vinden op www.cotandocumentatie.nl. ESIS

Begrippen-1 Begrippen-2 2,3 Begrippentoets C. van Calcar W. van Soest B. Tellegen C¿TO 1993 Nederlandse taal

De Begrippentoetsen maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO. Met deze toets test je de kennis van begrippen als voor, achter, veel, weinig, eerste, laatste etc. Je stelt vast in hoeverre de kinderen deze begrippen beheersen. De begrippentoets bestaat uit twee delen. Deel 1 gaat over begrippen in concrete situaties uit de leefwereld van de kinderen. De opgaven gaan over hoeveelheidbegrippen, ordeningsbegrippen, ruimtelijke begrippen en verwijswoorden. Deel 2 gaat over begrippen die verband houden met afspraken omtrent leesrichting en de verdeling van woorden en zinnen op de bladspiegel. Deze begrippen worden getoetst in de context van een woord of een zin.

BL 345-678 3-8 Begrijpend lezen 345 en 678 C. Aarnoutse en T. Kapinga 678 Onderwijs Advisering 2006 Begrijpend lezen

Met de toetsen BL 345 en BL 678 kan de leerkracht op eenvoudige wijze vaststellen welke vooruitgang de leerlingen in de loop van twee of drie leerjaren maken. Hij of zij kan zien welke vorderingen een leerling of een hele groep gedurende die leerjaren maakt. De leerkracht kan ook de vooruitgang in één leerjaar vaststellen, omdat de toetsen in verschillende perioden van een leerjaar kunnen worden afgenomen.


Brus-EMT 3 t/m 8 Eén-minuut-Test

De Eén-Minuut-Test meet de technische leesvaardigheid. De toets maakt deel uit van het leerlingvolgsysteem Leer in Zicht. De EMT kan tegelijk met De Klepel worden afgenomen.

Uitgever

Harcourt Test Publishers

Groep Naam Auteur

Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

B.Th. Brus, M.J.M. Voeten

Blz. 11 van 32


Jaar Vorm.geb.

1994 Techn. Lezen


CLIB 3 t/m 8

ESIS

DMT Grafemen AUDSYNTH 3 t/m 8 Drie Minuten Toets L. Verhoeven C¿TO 1995 Techn. Lezen

Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.


C¿TO Leesindex

G. Staphorsius C¿TO 1992 Begr. Lezen

De CLIB is een index voor de vaardigheid 'begrijpend lezen' van leerlingen en voor de begrijpelijkheid van boeken. Een boek met een CLIB van 42 vereist een vaardigheid 'begrijpend lezen' met een CLIB van ongeveer 42. Hoe stelt u de CLIB van een leerling vast? Dat kan met behulp van de Clib-toetsen of de Toetsen Begrijpend Lezen. Ook het onderdeel Begrijpend Lezen van de Entreetoets (afname Eind Groep 7) levert een CLIB als vaardigheidsscore op. De CLIB van boeken wordt met behulp van een zogenaamde leesbaarheidsformule door het C¿TO berekend. De CLIBwaarden lopen van 0 - 100. Voor de CLIB geldt: hoe hoger de CLIB, hoe hoger de vaardigheid en hoe moeilijker het boek.

De DMT is een leessnelheidstoets waarbij leerlingen in één minuut zoveel mogelijk woorden van een kaart moeten oplezen. De toets bestaat uit drie verschillende leeskaarten met specifieke woordtypen van klinker (k) en medeklinkercombinaties (m) die elk gedurende één minuut hardop gelezen moeten worden: - Op leeskaart 1 staan 150 eenlettergrepige woorden van het type km (uil), mk (koe) en mkm (pen). - Op leeskaart 2 staan 150 eenlettergrepige woorden van het type mmkm (spin), mkmm (bank), mmkmm (krant), mmmkm (schroef) en mkmmm(m) (herfst). - Op leeskaart 3 staan 120 woorden met twee, drie en vier lettergrepen, zoals geluid, koningin, papegaaien. De DMT bevat ook de toetsen Auditieve Synthese en Grafemen. De toetsen maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Meetpretentie: deelvaardigheden technische leesvaardigheid: kennis en automatisering grafemen en auditieve synthese.

De DMT maakt deel uit van het Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van Cito. Vanaf januari 2009 is een vernieuwde versie van de DMT beschikbaar voor groep 3 t/m 8. De leeskaarten zijn inhoudelijk niet aangepast, wel zijn bij alle kaarten nieuwe normeringsgegevens verzameld. Doel: Drie Minuten Toets 2009 - Niveau en ontwikkeling van technisch lezen vaststellen. L. Verhoeven - Leesproblemen ontdekken. - Te gebruiken bij indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PrO). C¿TO Bij de DMT ligt de nadruk op de snelheid waarmee leerlingen afzonderlijke woorden kunnen verklanken. Het pakket 2009 bevat drie verschillende leeskaarten: Technisch lezen • op leeskaart 1 staan klankzuivere woorden (type km, mk en mkm); • op leeskaart 2 staan andere eenlettergrepige woorden; • op leeskaart 3 staan twee- of meerlettergrepige woorden. Om te voorkomen dat leerlingen de woorden van iedere kaart onthouden en al op voorhand kunnen opzeggen, zijn er DMT 2009 3 t/m 8

Blz. 12 van 32


van elke kaart drie parallelversies. De resultaten van de gemaakte versies worden getotaliseerd eenmaal ingevoerd. Bijv. Er is afgenomen kaart 1 en 2. De totaalscore wordt ingevoerd bij versie 1+2. Bij kinderen met een niveau-indicatie D of E wordt de Grafementoets en de Toets voor Auditieve Synthese afgenomen. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

ESIS Groep Naam Auteur Uitgever

Drempeltest-07 7,8 Drempeltest 2007 P. Oosterveld T. de Vos Boom Test Uitgevers 2007 Eindtoets

Deze eindtoets bestaat uit negen onderdelen. De testen betreffen verbaal/theoretische factoren en wiskundig/praktische factoren. Samen vormen ze de kennis- en aanlegfactoren. De laatste test betreft gedragskenmerken. In februari 2008 is de test door Cotan beoordeeld. De Drempeltest voldoet aan alle door Cotan gestelde criteria. De verwachting is dat de Drempeltest met ingang van het schooljaar 2008-2009 wordt toegelaten voor verwijzingstrajecten naar Praktijkonderwijs en Leerwegondersteunend onderwijs.

Drempelonderzoek 7, 8 Drempelonder-zoek T. Kapinga C. Aarnoutse 678 Onderwijs Advisering 2006 Versie 4 Begr. Lezen Techn. Lezen Rekenen

Het Drempelonderzoek wordt gebruikt door scholen voor VO in de maanden voor de zomervakantie om aangemelde leerlingen uit het Bao zorgvuldiger te kunnen plaatsen. Er zijn ook scholen die in de maanden september tot november de prestaties van de binnengestroomde eersteklassers via het Drempelonderzoek in kaart brengen. De test is tevens bruikbaar binnen het bao naast of in plaats van de C¿TO Eindtoets. Al in september wordt het tegenwoordig in enkele regio’s door leerlingen in groep 8 gemaakt. De test richt zich alleen op het didactisch presteren van de leerling. Overzicht van de onderdelen van de toets Drempelonderzoek: Spelling: één dictee van 45 zinnen. Uit elke zin moet één woord worden opgeschreven. Er worden alleen onveranderlijke woorden gevraagd. Begr. lezen: 10 informatieve stukjes tekst met totaal 29 meerkeuzevragen. De dimensies die gemeten worden zijn woordbetekenis, zinsbetekenis en integratie van zinnen Woordenschat: 36 zinnen met meerkeuzevragen en 3 voorbeelditems. Rekenen: 73 sommen (optellen, aftrekken, delen, vermenigvuldigen, breuken, procenten), al of niet met plaatjes. De ruwe scores die moeten worden ingevoerd, zijn de uit het onderzoek verkregen DLE’s. Drempelonderzoek 678 is niet gebonden aan een bepaalde methode. De toetsen zijn door COTAN gecertificeerd.

DTS 6 t/m 8 DTS G. Staphorsius C¿TO

De Didactische Toetsen Schrijfvaardigheid (DTS) toetsen de schrijfvaardigheid van leerlingen via het laten herkennen en verbeteren van fouten in teksten, geschreven door leeftijdsgenoten. De didactische betekenis zit in de gespreksstof waarin de ontsporingen in de teksten en de daarover gestelde vragen voorzien. De behandeling daarvan kan bij de leerlingen langzamerhand leiden tot een taakbewuster aanpak van de problemen waar het schrijven van teksten hen voor stelt.

Blz. 13 van 32


Jaar Vorm.geb.

1995 Schrijven

Verschillende werkvormen voor gesprek worden voorgesteld.


EF-LVS 1-2 1,2 DLE-LVS Tije de Vos Boom Test Uitgevers 2000 Functieontwikkeling

Leerlingvolgsysteem voor groep 1 en 2 van de basisschool waarmee de functieontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling in beeld wordt gebracht. Met behulp van de nauwkeurig omschreven opdrachten in het leerlingboekje observeert u vanaf 4.2 jaar elke leerling eens in de twee maanden. LVS 1-2 is onderdeel van DLE-LVS van Eduforce, maar kan ook zelfstandig ingezet worden.


EF Begr-Lz 3 t/m 8 DLE-Test Lezen

De DLE-Test Lezen meet het vaardigheidsniveau ten aanzien van het begrijpend lezen. De test bestaat uit vijf klassikaal af te nemen sets voor de groepen 4 t/m 8 van de basisschool. De sets bevatten vragen over teksten. De normen zijn berekend op basis van een landelijke steekproef waarin zo'n 3000 leerlingen zaten (>500 per leerjaar). De scores worden vertaald naar DLE's, die de school in ESIS kan verwerken. Er bestaat van deze test een A- en een B-versie. De toets maakt deel uit van het DLE-leerlingvolgsysteem (DLE-LVS) Deze test kan gebruikt worden i.p.v. de BEGRLEEST en WST AARN van C.A.J. Aarnoutse.


Boom Test Uitgevers 2001 Begr. Lezen

ESIS Groep Naam

EF Hoofdrekenen 3 t/m 8 DLE-Test Rekenen en Wiskunde T. de Vos Boom Test Uitgevers 2001 Rekenen

Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

L. Wassenaar J. van den Born T. de Vos

DLE-TEST Hoofdrekenen meet het vaardigheidsniveau van hoofdrekenen (tot 100) zoals dat door de hedendaagse methodes wordt aangeboden. De normen zijn berekend op basis van een landelijke steekproef waarin ruim 5200 leerlingen zaten (>800 per leerjaar). De test bestaat uit 200 sommen en wordt (herhaald) klassikaal afgenomen in de groepen 3 t/m 8 van de basisschool. De toets maakt deel uit van het DLE-leerlingvolgsysteem (DLE-LVS). Deze test kan gebruikt worden i.p.v. de TTR 1992.

Blz. 14 van 32



EF RekWis 3 t/m 8 DLE-Test Rekenen en Wiskunde T. de Vos Boom Test Uitgevers 2001 Rekenen

DLE-TEST Rekenen/Wiskunde meet het vaardigheidsniveau van rekenen/wiskunde zoals dat door de hedendaagse methodes wordt aangeboden. De normen zijn berekend op basis van een landelijke steekproef waarin bijna 3600 leerlingen zaten (>500 per leerjaar). De test bestaat uit 274 sommen op twaalf bladen en wordt (herhaald) klassikaal afgenomen in de groepen 3 t/m 8 van de basisschool. De toets maakt deel uit van het DLE-leerlingvolgsysteem (DLE-LVS). Deze test kan gebruikt worden i.p.v. de NTR Technisch en Toepassend.


EF Spellen 3 t/m 8 DLE-Test Spellen


Boom Test Uitgevers 2001 Spelling

ESIS Groep Naam

EF Lezen 3 t/m 8 DLE-Test Lezen en Zinnen lezen T. de Vos Boom Test Uitgevers 2001 Technisch lezen

De DLE-TEST Lezen en Zinnen lezen meet het vaardigheidsniveau ten aanzien van het technisch lezen, zoals dat thans wordt onderwezen. De normen zijn berekend op basis van een landelijke steekproef waarin ruim 3600 leerlingen zaten (>500 per leerjaar). De eerste 100 woorden zijn gebaseerd op het alfabetische of fonemische principe en lopen op in moeilijkheidsgraad: aan de verklankingsstrategie worden steeds hogere eisen gesteld. De 100 woorden aan de achterzijde van het formulier doen tevens een beroep op morfologische en etymologische regels. Hierbij is de vaardigheid om te anticiperen van belang. De toets is een DLE-variant van 'Zoek de Dieren', een uitgave van Uitgeverij Eduforce, Leeuwarden. Deze test kan gebruikt worden i.p.v. de TTL Woorden en Zinnen. De toets maakt deel uit van het DLE-leerlingvolgsysteem (DLE-LVS)

VLL HERFST 2010, VLL WINTER 2010, VLL LENTE 2010 en VLL EIND 2010 3

Deze toetsen behoren bij de methode Veilig Leren Lezen, 2 maanversie, schooljaar 2006-2007. VLL hanteert de volgende niveau-indeling: U = uitmuntend ZG = zeer goed G = goed


ESIS

Groep

T. de Vos M. Roosendahl-van Veen

De DLE-TEST Spellen meet het vaardigheidsniveau ten aanzien van het spellen, zoals dat thans wordt onderwezen. De normen zijn berekend op basis van een landelijke steekproef waarin ruim 3600 leerlingen zaten (>500 per leerjaar). De test bestaat uit klassikaal af te nemen dictees van tien zinnetjes (44 tot 64 woorden) in een A- en een B-versie voor de groepen 3 t/m 8 van de basisschool. De toets maakt deel uit van het DLE-leerlingvolgsysteem (DLE-LVS)

e

Blz. 15 van 32


Naam



Veilig Leren Lezen: Herfst-, Winter-, Lente- en Eindsignalering C. Mommers en B. Zuurwelle Zwijsen b.v. 2006 en 2010 Spelling, Technisch lezen en Begrijpend lezen

RV = ruim voldoende V = voldoende T = twijfelachtig O = onvoldoende Herfstsignalering na kern 3 - Letterkennis (18 woorden) - Synthesewoorden lezen(8 woorden) - Wisselwoorden (15 woorden) - Zinnen lezen (21 woorden) - Letterdictee (18 letters) Wintersignalering na kern 6 - Lettertoets (34 letters) - Fonemendictee (34 letters) - DMT leeskaart 1B (116 woorden) - Leestekst (94 woorden) Lentesignalering na kern 8 - DMT leeskaart 1A (116 woorden) - DMT leeskaart 2A (116 woorden) - Spellingtoets 1+2 (40 woorden) Eindsignalering na kern 11 - DMT leeskaart 1C (150 woorden) - DMT leeskaart 2C (116 woorden) - DMT leeskaart 3A (100 woorden) - Spellingtoets 1+2 (40 woorden) Begrijpend lezen (31 woorden)

Engels 7, 8 ENGELS Me2! N. Alberts C¿TO 2007 Engels

De toets Me2! is de eerste toets moderne vreemde talen voor het basisonderwijs. Met deze toets kunt u de vaardigheid van uw leerlingen in de Engelse taal meten op de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid en (auditieve en schriftelijke) woordenschat. Bij het ontwikkelen van de toets is uitgegaan van vijf veel gebruikte lesmethoden. Daarnaast is afgestemd op de niveaus A1 en A2 van het Europees Referentiekader en het Waystageniveau van de Raad van Europa. De inhoud van de toets sluit bovendien aan bij het onderwijs Engels in het voortgezet onderwijs. Met de toetsen Engels kunt u de vorderingen van uw leerlingen van eind groep 7 tot halverwege groep 8 in kaart brengen. De toets Me2! Engels heeft betrekking op de onderdelen: leesvaardigheid, luistervaardigheid en auditieve en schriftelijke woordenschat. Het onderdeel leesvaardigheid bestaat uit twintig korte teksten met vragen over de inhoud. De teksten komen uit Engelstalige tijdschriften of kranten en van internet. Het onderdeel luistervaardigheid staat op dvd. Het bestaat uit een korte televisiereportage en een aantal audiofragmenten waarover de leerlingen vragen beantwoorden. Er zijn twintig opgaven. Alle teksten zijn gesproken door moedertaalsprekers van het Engels. De woordenschat wordt op twee manieren getoetst: auditief en schriftelijk. Op de dvd staan veertig auditieve opgaven. Bij elke opgave zien de

Blz. 16 van 32


leerlingen een korte realistische taalsituatie in beeld. Vervolgens beantwoorden ze vragen over de betekenis van woorden of uitdrukkingen. Alle teksten zijn gesproken door moedertaalsprekers van het Engels. Verder zijn er veertig opgaven waarbij de leerlingen de betekenis van geschreven woorden moeten herkennen. Alle opgaven zijn meerkeuzevragen. De scores kunt u vastleggen in de groepsrapporten. U kunt de toetsen op het niveau van de verschillende leerlingen afstemmen. Leerlingen die zwakker presteren legt u nogmaals een toets van een vorig afnamemoment voor. Omdat de scores telkens naar eenzelfde schaal worden omgezet kunt u leerlingen die verschillende toetsen maken toch met elkaar vergelijken ESIS

Entree-1T, -2R, 2S, 3W en -TOT 5 t/m 8 Entreetoets G. Staphorsius C¿TO 2000 Taal, Lezen, Rekenen, Wereldoriëntatie en Studievaar-digheden

De Entreetoets bestaat uit 16 taken met per taak ongeveer 25 tot 30 opgaven die betrekking hebben op de basisvaardigheden Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden.


Entreetoets 2 5 t/m 8 Entreetoets G. Staphorsius C¿TO 2010 Taal, Lezen, Rekenen, Wereldoriëntatie en Studievaardigheden

De Entreetoets bestaat uit 16 taken met per taak ongeveer 25 tot 30 opgaven die betrekking hebben op de basisvaardigheden Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden.

ESIS Groep Naam

FAT en LCT 2 en 3 Fonemische AnalyseTest en Letter Cluster Test

De ruwe uitslag van de toets is het aantal opgaven dat de leerling goed maakt. De LCT bevat 27 opgaven en de FAT 18 opgaven. De ruwe score wordt vertaald naar een deciel-score. Stel dat de ruwe score correspondeert met niveau 2 op de decielschaal, dan betekent dit dat op zijn minst 10% van de leerlingen van de normgroep lager scoort en tenminste 80% van de leerlingen hoger scoort.


De Entreetoetsen voor de groepen 5 t/m 7 vormen samen met de Eindtoets Basisonderwijs het Leer- en Onderwijsvolgsysteem Einde Leerjaar (LOVE). In deze versies van de toets ENTREETOETS wordt alleen de percentielscore ingevoerd.

De Entreetoetsen voor de groepen 5 t/m 7 vormen samen met de Eindtoets Basisonderwijs het Leer- en Onderwijsvolgsysteem Einde Leerjaar (LOVE). Deze versies maken deel uit van de toetsen LEESTT2004, LUISTEREN, RW ALG2002, RW GB2002, RWMTG2002, RW ALG2008, SP 2008, SP WW 2010, STUDIEVAARDIGHEDEN, TBL 1998, TBL 2008 EN WST 2009. Bij de invoer van de score gebruikt u de vaardigheidsscore. Deze wordt omgerekend naar een A-E-, I-V

Blz. 17 van 32


Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur

Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

C. Aarnoutse en C. Mommers Berkhout 1996 Logopedie Klepel 3 t/m 8 De Klepel K.P. van den Bos, H.C. Lutje Spelberg, A.J.M. Scheepstra en J.R. de Vries Harcourt Test Publishers 1999 Technisch lezen

De Klepel is een twee-minuten test voor de leesvaardigheid van pseudo-woorden. De toets moet tegelijk met de EénMinuut-Test (EMT) van Brus & Voeten afgenomen worden.

KOL 1, 2 Kleuterobservatielijst (KOL) J.J. van Kuyk C¿TO 2001 Kleuterontwikkeling

De Kleuterobservatielijst is een hulpmiddel waarmee de leerkracht het eigen oordeel over het gedrag van een kind kan toetsen. Ook als een kleuter zich afwijkend gedraagt of als er een stoornis in de ontwikkeling optreedt kan de lijst van dienst zijn. Met de Kleuterobservatielijst kan de leerkracht het sociaal-emotionele gedrag en het speel-werkgedrag van alle kleuters op een heldere en betrouwbare manier in kaart brengen.

Blz. 18 van 32



Leestempo 96 5 t/m 8 Leestempo R.S.H. Krom C¿TO 2001 Technisch lezen

De toets Leestechniek voor groep 3 is en voorloper van de toetsen Leestempo voor groep 4 t/m 8. De toetsen maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO.

ESIS Groep Naam

LEESTT2004 3 t/m 8 Leestechniek en Leestempo R.S.H. Krom C¿TO 2007 Technisch lezen

De toets Leestechniek voor groep 3 is en voorloper van de toetsen Leestempo voor groep 4 t/m 8. De toetsen maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO. De schaalscore is bij deze toets identiek aan de zgn. CILTscores. Naast de normale C¿TO-niveaus A t/m E en I t/m V geven deze toetsen ook het C¿TO-AVI-niveau aan: START, M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7, E7 en PLUS.

LMB 1 SBR/SVR 3 en 4 Lezen met Begrip: Schaal- verwijsrelaties en Schaalbetekenisrelaties L.Verhoeven C¿TO 1997 Begrijpend lezen

Lezen met Begrip maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Doel In de aanvangsfase van het leesonderwijs de vorderingen van de leerlingen meten bij begrijpend lezen en zwakke lezers signaleren.

Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam


ESIS Groep Naam

TL - Leestechniek TL - Leestempo 3-4 / 4-8 Leestechniek/-tempo

Toets E3 en Toets M4 hebben respectievelijk 27 en 30 opgaven waarbij de leerling een zin leest en daarna uit vier alternatieven het juiste antwoord aankruist. Toets E3 heeft negen opgaven met plaatjes. Toets 1 en Toets 2 hebben beide 24 opgaven waarbij de leerling een stukje tekst leest en daarna vier vragen moet beantwoorden. Elke vraag heeft vier antwoordmogelijkheden. De dimensies die gemeten worden zijn: woordbetekenis, zinsbetekenis, verwijsrelaties, betekenisrelaties tussen zinnen, en thematische betekenis van de tekst. De verwijsrelaties verwijzen naar personen, ruimte of tijd, handelingen of gebeurtenissen. Leestechniek 2009 maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO. Met de nieuwe toetsen Technisch lezen meet u de technische leesvaardigheid in groep 3 door na te gaan hoe nauwkeurig de leerlingen woorden stil kunnen lezen (Leestechniek). Vanaf eind groep 3 meet u niet alleen meer de nauwkeurigheid, maar ook de vlotheid van het technisch lezen door middel van het stillezen van teksten (Leestempo). De toetsen Technisch lezen kunt u groepsgewijs afnemen. De vaardigheidsscore op de toetsen kunt u omzetten in een

Blz. 19 van 32


Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

ESIS Groep Naam

2009 L.Verhoeven C¿TO 2009 Technisch lezen

AVI-niveau van de leerling.

Luisteren 3 t/m 8 Luistern, Luisteren 2 en Luisteren 3 R.S.H. Krom C¿TO 1996 Luisteren

Luisteren maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Doel Niveaubepaling van de luistervaardigheid, het volgen van de ontwikkeling hiervan en bepaling van discrepanties met leesprestaties. Elke toets heeft 46 opgaven en bestaat uit drie delen die op één cd staan. Er worden vragen gesteld over gesproken teksten (verhalen, berichten en gesprekken). De leerlingen strepen in het leerlingboekje het juiste antwoordalternatief aan. De toetsen bevatten opgaven waaruit blijkt of: de gegeven informatie is onthouden; de betekenis van een woord(groep) in een gesproken tekst wordt gekend; de betekenis van geïsoleerde taaluitingen wordt gekend; de samenhang binnen een deel van een gesproken tekst wordt doorzien; ontbrekende maar impliciet aanwezige informatie in gesproken tekst correct is afgeleid; het centrale thema van een tekst(deel) wordt herkend; de functie van gesproken tekst(delen) wordt herkend; niet-letterlijk bedoeld taalgebruik wordt herkend.

Jaar Vorm.geb.

NDT 7 en 8 Nederlandse Differentiatie Testserie W. van Hoorn, L. van der Kamp en W. den Brinker Harcourt Test Publishers 2003 Intelligentie

De NDT is een intelligentietest voor leerlingen van 11-15 jaar die in aanmerking komen voor plaatsing binnen het praktijkonderwijs of vmbo al of niet met leerwegondersteuning. Het IQ-gedeelte van de NDT is vanaf najaar 2007 als afzonderlijk testboekje verkrijgbaar (NDT-IQ) De NDT is een papier en potloodtest en bestaat uit een aantal groepsgewijs of individueel af te nemen subtesten die het cognitieve profiel van de leerling in kaart brengen door middel van de volgende vijf factoren: Verbaal vermogen; Redeneer vermogen; Ruimtelijk inzicht; Geheugencapaciteit; Tempo en nauwkeurigheid. Daarnaast worden de subtests omgezet in een IQ. De afnameduur bedraagt ongeveer 2,5 uur. Er zijn door COTAN goedgekeurde normen beschikbaar voor groep 8, regulier en speciaal basisonderwijs en voor de klassen 1 en 2 van het voortgezet onderwijs.

ESIS Groep Naam

NIO 8 De Nederlandse

De NIO is bedoeld voor advisering met betrekking tot de schoolkeuze van leerlingen van groep 8 in het basisonderwijs tot en met klas 3 in het voortgezet onderwijs. De NIO verwerkt gegevens van

Auteur

Uitgever

Blz. 20 van 32


Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever

Intelligentietest voor Onderwijsniveau H. van Dijk en P.J. Tellegen Boom Test Uitgevers 2004 Intelligentie

de verbale schaal en de symbolische schaal tot een NIO-totaalscore. De totaalscore heeft een relatie tot de schoolsoorten Praktijkonderwijs tot en met VWO. De adviezen zijn bij de NIO gebaseerd op de nieuwe indeling van het VMBO en ook geschikt voor indicatiestelling voor PRO en LWOO.

NSCCT 8 Niet Schoolse Cogn. Capaciteiten Test Th.A. van Batenburg M.P.C. van der Werf GION/RUG 2004 Intelligentie

De Niet Schoolse capaciteiten Test is een klassieke algemene intelligentie test die verbale-, numerieke- en ruimtelijke items bevat voor groep 4, 6 en 8 van de basisschool. Binnen ESIS hanteren we alleen de normen voor groep 8. De NSCCT is bedoeld om leerkrachten op basisscholen objectieve “second opinion”te geven over de niet-schoolse capaciteiten van hun leerlingen. De NSCCT bestaat uit 5 subtests (figuur samenstellen, exclusie, getallenreeksen, categorieën en analogieën). Afname duur bedraagt ongeveer 1,5 uur en wordt groepsgewijs afgenomen. De scores op de 5 subtests worden samengevat tot 1 totale score, de normscore. De normscore geeft het te verwachten prestatieniveau van de leerling aan. Het prestatieniveau wordt weergegeven in termen als: zwak, matig, gemiddeld, redelijk en goed. De test is door COTAN op alle criteria voldoende tot goed beoordeeld.

Ordenen 1992 en Ordenen 1997 1 en 2 Ordenen 1992 en Ordenen 1997 J.J. van Kuyk C¿TO 1992, 1997 Kleuterontwik-keling

Ordenen maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Het pakket gaat vooraf aan het Observatie- en Hulpprogramma Ordenen van C¿TO (2000). Doel Met de toetsen kunnen leerlingen met een achterstand gesignaleerd worden. Door de toets tweemaal per leerjaar af te nemen kan de ontwikkeling van de vaardigheid in het ordenen gevolgd worden.

PI-COMPL 3 t/m 8 PI-Dictee 1999 J. Geelhoed en P. Reitsma Harcourt Test

Het PI-dictee is een spellingtoets voor het onderzoek van de spellingvaardigheid bij het schrijven van losse woorden. De toets kan zowel signalerend als diagnosticerend worden gebruikt. Het PI-dictee wordt twee maal per schooljaar afgenomen. De eerste keer in januari, de tweede keer in juni. De afnamemomenten zijn gekoppeld aan de didactische leeftijd van de leerlingen. Het PI-dictee bestaat uit 9 blokken van 15 woorden, opklimmend in moeilijkheidsgraad. De boknummers komen overeen met de didactische leeftijd van de leerlingen. Bijvoorbeeld: Blok 5 is vergelijkbaar met januari groep 3 en blok 50 met juni groep 7.

Beide toetsen bestaan uit een platenboek met 42 opdrachten en twee voorbeeldopdrachten. Met een kopieerbaar oefenboekje wordt de leerlingen geleerd hoe ze de toets moeten maken. De opdrachten worden voorgelezen en de leerlingen moeten steeds het goede plaatje in hun eigen platenboek aanstrepen. De dimensies die gemeten worden zijn: classificeren, seriëren, vergelijken en tellen.

Blz. 21 van 32


Publishers 2000 Spelling

De afname wordt gestart met het eerste blok en gaat net zo lang door tot het kind teveel fouten maakt. De fouten kunnen genoteerd worden op een scoreformulier. Binnen ESIS wordt er gebruik gemaakt van de normtabellen van het pi-dictee. De ruwe score (= het aantal goed geschreven woorden) wordt omgezet naar een genormeerde (=percentiel) score, een C¿TO-niveau A t/m E en een DLE.


POL P Peuter Observatielijst

Op de Peuterobservatielijst staan observatiepunten als zelfregulering, weerbaarheid, welbevinden, relatie met anderen, motoriek, creativiteit, spelen en werken. Per punt staan mogelijke verklaringen voor bepaald gedrag, die een leidster meer inzicht geven in de handelwijze van een kind. Door praktische tips uit het hulpboek Peuterobservatielijst kan een leidster de peuter vervolgens gericht helpen.

ESIS Groep Naam

RAKIT 1-7 Rev. A’damse Kinder Intelligentie Test N. Bleichrodt, P.J.D. Drenth J.N. Zaal W.C.M. Resing Pearson Assessment and Information B.V. 1984 Intelligentie

De test/vragenlijst is bedoeld voor kinderen vanaf 4 jaar en 2 maanden tot en met 11 jaar en 1 maand. De testbatterij bestaat uit twaalf subtests: figuur herkennen, exclusie, geheugenspan, woordbetekenis, doolhoven, analogieën, kwantiteit, schijven, namen leren, verborgen figuren, ideeënproductie en vertelplaat. De verkorte vorm van de RAKIT bestaat uit zes subtests. Er zijn aparte normen voor kinderen uit het speciaal onderwijs (LOM en MLK) beschikbaar (N=401). De test kan individueel worden afgenomen en geschiedt volgens de pen-en-papiermethode. De afnameduur bedraagt tussen de 45 en 150 minuten. De ruwe subtestscores worden met behulp van tabellen omgezet in standaardscores. De som van de standaardscores wordt omgezet in een RAKIT-IQ.

RVK RVK Kleur RVK Lichaamsdelen P, 1 en 2 Rekenen voor kleuters 2011

In schooljaar 2010/2011 verschijnt de papieren versie van de nieuwe toetsen Rekenen voor kleuters voor groep P, 1 en 2. De digitale toetsen Rekenen voor kleuters komen naar verwachting in schooljaar 2011/2012 uit. De toetsen Rekenen voor kleuters vervangen de toetspakketten Ordenen en Ruimte en Tijd. Omdat de inhoud en de normering van deze nieuwe toetsen afwijkt van die van de toetsen Ordenen en Ruimte en Tijd, kunt u deze toetsen niet door elkaar heen gebruiken. Nam u tot dit schooljaar de toetsen Ordenen en/of Ruimte en Tijd bij alle leerlingen op papier af? Dan adviseren wij u in groep P en 1 direct te starten met de afname van de nieuwe toetsen Rekenen voor kleuters. Voor groep 2 kunt u

Jaar Vorm.geb.

Auteur

Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS

Groep Naam Auteur

C¿TO 2005 Sociaal-emotionele ontwikkeling

Blz. 22 van 32



ESIS

Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur

C¿TO 2011 Sociaal-emotionele ontwikkeling

kiezen of u de toetsen Ordenen en Ruimte en Tijd of de toetsen Rekenen voor kleuters afneemt. Als u in groep 2 kiest voor de toets Rekenen voor kleuters, dan kunt u de resultaten van de leerlingen niet vergelijken met hun resultaten in groep 1. Dat kan uiteraard wel als u nog een jaar de toetsen Ordenen en Ruimte en Tijd gebruikt. In de toetsen Rekenen voor kleuters zijn opdrachten opgenomen over getalbegrip (omgaan met de telrij, omgaan met hoeveelheden, omgaan met getallen), meten (lengte, omtrek en oppervlakte, inhoud en Gewicht en Tijd) en meetkunde (oriënteren en lokaliseren, construeren, opereren met vormen en figuren). Daarnaast bevat het toetspakket Rekenen voor kleuters een aparte beheersingstoets voor kleur en een aparte beheersingstoets op het gebied van lichaamsdelen. De papieren toets neemt u groepsgewijs af, individueel of in kleinere groepjes. U doet dat in twee of drie keer. Elke keer hebt u zo’n 20 à 30 minuten nodig. Bij de papieren toets leren de kinderen met een kopieerbaar oefenboekje hoe ze de toets moeten maken. Tijdens de toets werken ze in een eigen opgavenboekje waarin ze bij iedere opdracht steeds het juiste plaatje moeten aanstrepen. Met de digitale toets (naar verwachting te bestellen vanaf schooljaar 2011/2012) gaan de kinderen zelfstandig aan de slag, mits ze muisvaardig zijn. Het animatiefiguurtje Primo leidt de kinderen door de toets. De kinderen geven antwoord door op een of meer plaatjes te klikken. Het maken van de digitale toets neemt, afhankelijk van de wijze van afnemen, 10 tot 30 minuten in beslag.

R&W 1 R&W 2 GB R&W 2 MTG RW ALG2002 RW GB 2002 RW MT 2002 3 t/m 8 Rekenen en Wiskunde J. Jansen, J. Bokhove en J.M. Kraemer C¿TO 2002 Rekenen

De toetsen maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Gemeten wordt: - Tellen en ordenen - Splitsen en samenstellen van getallen - Optellen, aftrekken en vermenigvuldigen - Automatismen - Meten en tijd - Getallen: structuur telrij en getallen; automatisering elementaire operaties; hoofdrekenen; bewerkingen op papier; breuken, verhoudingen, procenten. - Meten: lengte/omtrek; oppervlakte; inhoud, gewicht; meetkunde. - Tijd: klok, kalender. Binnen de toetsen zijn de opgaven geordend van makkelijk naar moeilijk volgens de rekenvaardigheidsschaal. De opgaven zijn zo gespreid over de toetsen dat de stof in het onderwijs behandeld zou moeten zijn. De toetsen zijn methode-onafhankelijk.

RW 2011 3 t/m 8 Rekenen en Wiskunde 2008 J. Jansen, J. Bokhove en J.M. Kraemer

De toetsen RW 2008 maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO. Omdat de normering van de nieuwe toetsen behoorlijk afwijkt van die van de oude toetsen, kunt u oud en nieuw niet door elkaar heen gebruiken. De toetsen Rekenen-Wiskunde voor speciale leerlingen hebben in principe dezelfde opbouw als de reguliere toetsen

Blz. 23 van 32



C¿TO 2008 Rekenen

Rekenen-Wiskunde. Verschillen zijn er op de volgende punten: - Het aantal opgaven is hetzelfde, maar ze zijn verdeeld over meer taken. Door te kiezen voor meer taken met daarin minder opgaven, hoeft de leerling minder lang achtereen geconcentreerd te blijven. - De meerkeuze-opgaven zijn geclusterd. Een leerling hoeft niet steeds te switchen tussen verschillende typen opgaven. - De toetsen bevatten alleen opgaven waarbij de leerling één vraag hoeft te beantwoorden. Er zijn geen opgaven waarbij leerlingen meerdere antwoorden moeten geven.

ESIS Groep Naam

Reynell 1,2 Reynelltest voor Taalbegrip

Auteur

M.C.M van Eldik J.E.P.T. Schlichting e.a.

Test voor het meten van de receptieve taalontwikkeling bij kinderen van één tot en met zes jaar. De test volgt de veronderstelde ontwikkelingsgang van taalbegripontwikkeling door middel van een in moeilijkheidsgraad opklimmende reeks van mondelinge instructies, dat met behulp van materiaal moeten worden opgelost. De testopzet verloopt van itemreeks 1: Herkennen van objecten in het dagelijkse leven, tot en met reeks 12: Uitvoeren van complexe opdrachten aan de hand van een situatieschets met losse afbeeldingen. De test moet individueel worden afgenomen. De afname duur is afhankelijk van (de leeftijd van ) het kind.


Swets Test Publishers 1995 Logopedie


RT 1,2 Ruimte en Tijd J.J. van Kuyk C¿TO 1996 Kleuterontwik-keling

Ruimte en Tijd maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Het pakket gaat vooraf aan het Observatie- en Hulpprogramma Ruimtelijke Oriëntatie van de C¿TO (1983).

ESIS

SCHLIC-AGQ SCHLIC-WQ SCHLIC-ZQ 0 t/m 6 jr. Schlichtingtest voor taalproductie

De test meet de taalproductie op de volgende onderdelen: - Zinsontwikkeling - Woordontwikkeling Auditief geheugen

Groep Naam Auteur

J.E.P.T. Schlichting M.C.M. van Eldrik H.C. Lutje Spelberg

Blz. 24 van 32


Sj. v.d. Meulen B.F. v.d. Meulen


Swets Test Publishers 1995 Logopedie

ESIS

SON-R 2.5-7 SON-R 5.5-17 2.5 – 17 jaar Snijders-Oomen Nietverbale Intellig.test P.J. Tellegen J.A. Laros M.Winkel Hogrefe uitgevers 1998 Intelligentie

De test bestaat uit zes subtests van ieder ongeveer 15 items: - De subtests Mozaïeken, Puzzels en Patronen hebben betrekking op ruimtelijk inzicht. - De subtests Categorieën, Analogieën en Situaties doen vooral een beroep op het redeneervermogen. De verbale en de niet-verbale instructies zijn in de handleiding naast elkaar afgedrukt. De instructies zijn zoveel mogelijk equivalent. Op het scoreformulier zijn de belangrijkste elementen van de instructie afgedrukt als steun voor de onderzoeker. In twee opzichten wijkt de testprocedure af van wat gebruikelijk is: - Na iedere opgave krijgt het kind feedback door duidelijk te maken of de oplossing goed of fout is. Bovendien helpt de onderzoeker het kind als de oplossing niet juist is. - Er wordt gebruik gemaakt van een adaptieve procedure om te voorkomen dat teveel gemakkelijke of teveel moeilijke opgaven worden afgenomen. De afname van de test duurt ongeveer 50 tot 60 minuten.

SP 2011 SP werkw 2010 3 t/m 8 Spellingtoetsen 2008 Werkw.spelling 2010 Anja de Wijs Ronald krom Saskia van Berkel C¿TO 2008 Spelling

De Toetsen spelling 2008 maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO.

Groep Naam Auteur

Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur


Vanaf schooljaar 2006/2007 is C¿TO de toetsen Schaal Vorderingen in de Spellingvaardigheid (SVS) aan het vernieuwen. Ze zijn geschikt voor regulier én speciaal onderwijs. Naast de nieuwe toetsen Spelling voor groep 3, 4, 5 en 6 is er nu ook een nieuwe toets voor groep 7. In het schooljaar 2010/2011 verschijnt het nieuwe toetspakket voor groep 8. Voor de leerlingen in de huidige groep 8 kunt u de spelingvaardigheid nog blijven volgen met de toetsen Schaal Vorderingen in de Spellingvaardigheid (SVS 3). De toetsen Spelling voor speciale leerlingen hebben qua spellingcategorieën in principe dezelfde opbouw als de reguliere toetsen Spelling. Verschillen zijn er op de volgende punten: - In de reguliere toetsen Spelling is de opbouw adaptief. Het resultaat van de leerling op de startmodule (deel 1) bepaalt het vervolg: een makkelijkere (vervolg 1) of moeilijkere module (vervolg 2). Dat is bij de toetsen voor speciale leerlingen niet toegepast. Daar wordt gewerkt met de toetsen voor tussenliggende functioneringsniveaus, zoals M3/E3, als mogelijkheid voor meer adaptief toetsen. - Meerkeuze-opgaven komen pas vanaf de toets met functioneringsniveau E4 voor. - De opgaventypes zijn geclusterd, voorafgegaan door de instructie voor dat opgaventype. De leerling hoeft dus niet steeds te switchen tussen verschillende typen opgaven.

Blz. 25 van 32


ESIS Groep Naam

STRUIKSMA 3 en 4 Struiksma Audant t/m Woord A. van der Leij, A.J. Struiksma VU, Amsterdam 1995 Leesontwik-keling

Toets audant (In Struiksma, Van der Leij en Vieijra (1995): Diagnostiek voor technisch lezen en aanvankelijk spellen. Amsterdam: VU). De toets bevat de volgende onderdelen: Auditieve analysetest Auditieve discriminatietest Auditieve synthesetest Begrippen Klankpositie bepalen Letters benoemen Letterdictee Overschrijven Visuele analysetest Visuele discriminatietest Visuele synthesetest 1 t/m 2b Woorden nazeggen


Studievaardigheden 5 t/m 8 Studievaardigheden

Studievaardigheden maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. De basisvaardigheden om goed te kunnen studeren zijn het samenvatten van een tekst, het vinden van informatie, het kunnen kaartlezen en het lezen van schema’s, tabellen en grafieken. Met de nieuwe toetsen Studievaardigheden volgt u het niveau van de kinderen op deze gebieden. Van de resultaten krijgt u een goed beeld, zowel van de ontwikkeling van de leerling, als van de totale groep en van het onderwijs op uw school. De inhoud van de toetsen Studievaardigheden sluit prima aan bij de opgaven studievaardigheden in de Entreetoetsen en Eindtoets Basisonderwijs.

ESIS

SVS 1999 SWW / Fonemen 3 t/m 8 Schaalvorderingen in Spellingvaardigheid


Groep Naam

C¿TO 2009 Nederlandse Taal

Auteur

L. van den Bosch, P. Gillijns R. Krom, F. Moelands


C¿TO 1999 Spelling

Schaalvorderingen in Spellingvaardigheid maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Doel: - Het niveau en de ontwikkeling van de spellingsvaardigheid volgen. - Te gebruiken bij indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PrO). De toetsen bestaan uit woorddictees. De leerkracht leest de woorden in zinsverband voor. De leerlingen schrijven het woord op in de opgavenboekjes of een schriftje. Ter ondersteuning van het toetswoord wordt in de eerste toets M3 een tekening bij het woord gegeven. Voor zwakke spellers in groep 3 zijn twee deelvaardigheidstoetsen opgenomen: Fonemendictee en Auditieve Analyse. Elke afname heeft een eenvoudige en een moeilijkere versie. Het aantal opgaven loopt van 18 tot 35 per dictee. De dictees van SVS 1 bestaan uit eenvoudige klankzuivere en niet klankzuivere woorden. SVS 2 bevat complexere en niet klankzuivere woorden, SVS 3 heeft daarnaast ook nog toetsen voor de spelling van werkwoorden. Er zijn 40 spellingscategorieën; uit elke categorie worden drie tot acht woorden getoetst.

Blz. 26 van 32



Taalschaal 3 t/m 6 Taalschaal L. van den Bosch C¿TO 1998 Nederlandse Taal

Taalschaal maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Doel Taalschaal wordt gebruikt om de vorderingen in beheersing van ondersteunende taalaspecten (en algemene taalvaardigheid) over de leerjaren heen vast te stellen. Zwakke leerlingen kunnen worden opgespoord en gerichte hulp krijgen. Taalschaal 1 en 2 hebben ruim 50 opgaven per toets, opgedeeld in twee tot vier vergelijkbare opgaven. Deze worden steeds vooraf gegaan door een instructie en een voorbeeldopgave. Uit 2 tot 4 alternatieven moet steeds het goede antwoord aangekruist worden. Het tweede deel van elke toets heeft open vragen. Leerlingen van groep 4 geven de antwoorden in het opgavenboekje, de andere groepen werken met een antwoordblad. De dimensies (categorieën) die gemeten worden zijn: woordvorming, zinsvorming, functiewoorden, betekenis en conventies. Deze komen in elke toets terug met minimaal 6 en maximaal 15 opgaven. Conventies wordt vanaf toets E5 gemeten

ESIS Groep Naam

TAK 1 t/m 8 Taaltoets alle Kinderen L. Verhoeven en A. Vermeer C¿TO 1986 Leesontwik-keling

De Taaltoets alle kinderen is aan de ene kant bedoeld om het niveau van het Nederlands vast te stellen en aan de andere kant om de mondelinge taalontwikkeling te volgen van groep 1 tot en met 4. De toets bestaat uit de volgende taken: klankarticulatie, klankonderscheiding, passieve woordenschat, tekstbegrip, verteltaken, woordomschrijving, woordvorming, zinsbegrip (functiewoorden en zinspatronen) en zinsvorming.

TBL 98 3 t/m 8 Toetsen Begrijpend Lezen G. Staphorsius R. Krom C¿TO 1998 Begrijpend lezen

De Toetsen Begrijpend Lezen maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Doel - Evaluatie niveau begrijpend lezen. - Ontwikkeling van begrijpend lezen volgen. - Leesstof qua moeilijkheidsgraad (CLIB) afstemmen op het leesniveau van de leerling. - Te gebruiken bij indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. Inclusief toets A & B. Voor elk leerjaar is er een toets met teksten met meerkeuzevragen over de betekenis van de tekst. Elke toets heeft drie modules van 25 opgaven. De leerlingen maken steeds de eerste module en daarna, afhankelijk van hun vaardigheid, de makkelijke of de moeilijke module. Er worden maximaal 50 opgaven gemaakt. De volgende aspecten worden gemeten: 'wat' zegt de schrijver, 'waarover' en 'met welk doel' en 'voor wie' zegt hij dat. De toetsen zijn methode-onafhankelijk.

Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

Blz. 27 van 32




BL 2011 3 t/m 8 Toetsen Begrijpend Lezen R. Krom, S. van Berkel en I. Jongen C¿TO 2007 Begrijpend lezen

De Toetsen Begrijpend Lezen maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO. Vanaf schooljaar 2006/2007 is C¿TO de Toetsen Begrijpend Lezen aan het vernieuwen. De toetsen zijn geschikt voor het reguliere basisonderwijs en het speciaal onderwijs. De nieuwe toetsen voor groep 3, 4, 5 en 6 waren er al. Vanaf november 2009 is de toets voor groep 7 ook beschikbaar. In schooljaar 2010/2011 komt het toetspakket voor groep 8. Voor de leerlingen in de huidige groep 8 kunt u de vaardigheid begrijpend lezen nog volgen met de oude Toets Begrijpend Lezen. De toetsen Begrijpend lezen voor speciale leerlingen hebben in principe dezelfde opbouw als de reguliere toetsen Begrijpend lezen. Verschillen zijn er op de volgende punten: - De samenstelling naar opgaventype verschilt. De toetsen bestaan voor het grootste deel uit tekstvragen: vragen die leerlingen moeten beantwoorden over een korte tekst. Het aantal open plaats-vragen en husselverhalen is beperkt. - De opgaventypes zijn geclusterd, voorafgegaan door de instructie voor dat opgaventype. De leerling hoeft dus niet steeds te switchen tussen verschillende typen opgaven.

TK 4 – 12 jr. Taaltest voor Kinderen W.H.J. van Bon J.G. Hoekstra Swets Test Publishers 1982 Nederlandse taal

Deze tests rekenen de ruwe score om naar leeftijdsequivalenten. De TK bevat de volgende onderdelen: - Auditieve Synthesetest 1 en 2 - Auditieve Woorddiscriminatiestest 1 en 2 - Test voor Verzwegen Betekenis - Woordherkenningstest - Woordenschat Keuzetest 1, 2 en 3 - Woordenschat Productietest 1, 2 en 3 - Woordvormen Beoordelingstest - Woordvormen Productietest - Zinsbouw Beoordelingstest 1 en 2 - Zinsbouw Keuzetest - Zinsbouw Productietest 0, 1 en 2

Blz. 28 van 32



TT 1 en 2 Toets Tweetaligheid


C¿TO 1995 Tweede taalverwerving

ESIS

TTR 1-2 DLE 1992 TTR-DLE 92 TTR1987 3 t/m 8 Tempo Test Rekenen T. de Vos Harcourt Test Publishers 1992 Rekenen



De toets maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO en vertoont overeenkomsten met de Taaltoets Allochtone Kinderen Onderbouw van Zwijsen en de Begrippentoets van C¿TO.

L. Verhoeven, G. Narain, G. Extra, Ö.A. Konak, R. Zerrouk

TVK AUDANALYSE 1, 2 Taal voor Kleuters en Auditieve Analyse J.J. van Kuyk C¿TO 1996 Kleuterontwikkeling

De TTR is bedoeld om te onderzoeken in welk tempo een leerling eenvoudige rekenkundige bewerkingen kan uitvoeren. De toets maakt ook deel uit van de leerlingvolgsystemen IPMON en Leer in Zicht. Er zijn versies beschikbaar voor de normering van 1987 en voor de normering van 1992. Versie 1-2 is bedoeld voor afname in groep 3 en bevat alleen de kolommen + (optellen) en – (aftrekken). De TTR is een snelheidstest met 5 kolommen van elk 40 sommen. De kolommen bevatten sommen met de elementaire bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. In de laatste kolom staan de vier bewerkingen door elkaar. De leerlingen schrijven het antwoord direct op het testblad. De leerlingen van groep 3 maken alleen de eerste twee kolommen, in groep 4 t/m 8 worden alle kolommen gemaakt. Er mag geen kladpapier gebruikt worden. De TTR kan in elke groep worden afgenomen. De toets Taal voor kleuters voor groep 1 en 2 is zowel digitaal als op papier verkrijgbaar. In de toets voor groep 1 staan opdrachten die de passieve woordenschat meten en het vermogen kritisch te luisteren. In de toets voor de oudste kleuters zijn ook opdrachten opgenomen over klank en rijm, schriftoriëntatie en auditieve synthese. Taal voor Kleuters maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO en gaat vooraf aan de LVS taal- en leestoetsen van C¿TO voor groep 3 en 4. Na Taal voor Kleuters kan eventueel het Observatie- en Hulpprogramma Taalplezier van C¿TO (1999) toegepast worden.

Blz. 29 van 32



TVK 2011 P, 1, 2 Taal voor Kleuters J.J. van Kuyk C¿TO 2010 Kleuterontwikkeling

ESIS Groep Naam

UGT-R 2009 2, 3 Utrechtse Getalsbegrip ToetsRevised 2009 J. van Luit en B. van de Rijt Graviant 2009 Rekenontwikkeling


Met de toetsen Taal voor kleuters kunt u de vorderingen op het gebied van taalontwikkeling van kinderen van groep 1 en 2 volgen. De toetsen geven inzicht in de vorderingen van individuele leerlingen. Bovendien krijgt u ook een beeld van de ontwikkeling van de groep als geheel en van het onderwijs bij u op school. De toetsen zijn geschikt voor het reguliere basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs. Na Taal voor Kleuters kan eventueel het Observatie- en Hulpprogramma Taalplezier van C¿TO (1999) toegepast worden.

De toets kan gebruikt worden om een score te verifiëren en voor het meten van vooruitgang. Deze toets bestaat uit de volgende subtests die elk 5 items bevat: 1. Vergelijken In deze subtest worden objecten vergeleken op basis van kwalitatieve of kwantitatieve kenmerken. Er wordt nagegaan of kinderen de begrippen beheersen die in vergelijkingen veel voorkomen. Het gaat om begrippen zoals: het meeste, het minste, hoger en lager. 2. Hoeveelheden koppelen In deze subtest worden objecten gegroepeerd in een klasse of subklasse aan de hand van bepaalde criteria. 3. Eén-één correspondentie In deze subtest worden hoeveelheden vergeleken door het toepassen van de één-één relatie (bv. zijn er evenveel kippen als eieren?). 4. Ordenen In deze subtest worden objecten in een rangorde geplaatst aan de hand van bepaalde criteria. Er wordt getest of kinderen kunnen herkennen of voorwerpen of getallen in een goede volgorde staan. Er wordt gewerkt met termen zoals: van hoog naar laag, van meer naar minder, van dun naar dik en van smal naar breed. 5. Telwoorden gebruiken In deze subtest moeten kinderen tellen, terugtelllen en verder tellen. Er wordt getest of kinderen akoestisch kunnen tellen en of ze gebruik kunnen maken van kardinale en ordinale getallen tot twintig. 6. Synchroon en verkort tellen In deze subtest wordt getest of kinderen synchroon en verkort kunnen tellen vanuit de dobbelsteenstructuur. Tevens wordt onderzocht of kinderen bepaalde dobbelsteenstructuren direct kunnen herkennen. 7. Resultatief tellen In deze subtest wordt getest of kinderen de totale hoeveelheid kunnen bepalen van zowel gestructureerde als ongestructureerde verzamelingen. Ze mogen tijdens het tellen hun vingers niet gebruiken om voorwerpen in de verzameling aan te wijzen. 8. Toepassen van kennis van getallen In deze subtest moeten kinderen kennis van het getallensysteem toepassen in eenvoudige probleemsituaties. Er wordt getest of kinderen getallen onder de twintig in eenvoudige alledaagse probleemsituaties kunnen gebruiken. 9. Schatten

Blz. 30 van 32


In deze subtest moeten kinderen betekenis geven aan de grootte van getallen op een getallenlijn. De scoring vindt plaats met de hand. De toetsscore geeft het aantal juist beantwoorde opgaven weer. Het aantal goed wordt omgerekend naar een vaardigheidsscore. Vervolgens wordt deze score omgerekend naar een rekenniveau dat varieert van niveau A (goed tot zeer goed) tot E (zeer zwak tot zwak). ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

ESIS Groep Naam


WISC-III 3-8 Wechsler Intelligence Scales for Children D. Wechsler Harcourt Test Publishers 2002 Intelligentie

De WISC-III-NL is een instrument om de intellectuele capaciteiten van kinderen in de leeftijd van 6 – 16 jaar te bepalen. De WISC-III omvat 13 subtests, gegroepeerd als Verbale en Performale subtests: 1. Onvolledige tekeningen 8. Woordkennis 2. Informatie 9. Figuur leggen 3. Substitutie 10. Begrijpen 4. Overeenkomsten 11. Symbolen vergelijken 5. Plaatjes Ordenen 12. Cijferreeksen 6. Rekenen 13. Doolhoven 7. Blokpatronen De test wordt individueel afgenomen en geschiedt volgens de pen-en-papiermethode. De afnameduur bedraagt ongeveer 75 minuten. De test leidt tot drie IQ-scores: Totaal IQ Verbaal IQ Performaal IQ

WPPSI-III-NL 2:6 – 7:11 jaar Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence – 3rd Ed. J. Hendriksen P.Hurks Pearson Assessment and Information B.V. 2009 Intelligentie

De WPPSI-III-NL is een intelligentietest voor kinderen van 2 jaar en 6 maanden tot en met 7 jaar en 11 maanden (2:67:11). Er is een batterij voor de jongste leeftijdsgroep (2:6-3:11), die bestaat uit 4 kernsubtests (Receptieve Woordenschat, Informatie, Blokpatronen, Figuur Leggen) en 1 aanvullende subtest (Plaatjes Benoemen). Voor de oudere leeftijdsgroep (4:0-7:11) worden 7 kernsubtests afgenomen (Woordenschat, Informatie, Woord Redeneren, Blokpatronen, Matrix Redeneren, Plaatjes Concepten, Substitutie) en kunnen 5 aanvullende subtests (Symbool Zoeken, Begrijpen, Onvolledige Tekeningen, Overeenkomsten, Figuur Leggen) afgenomen worden en 2 optionele subtests (Receptieve Woordenschat en Plaatjes Benoemen). Er kan een Totaal IQ (TIQ) worden vastgesteld, een Performaal IQ (PIQ), een Verbaal IQ (VIQ) en een Algemene Taal Index (ATI) en voor de oudere leeftijdsgroep ook een Verwerkingssnelheid (VS). De WPPSI-III-NL is geschikt voor het gehele Nederlandstalige gebied, waarbij gezamenlijke normen voor de jongste leeftijdsgroep (2:6-3:11 jaar) verzameld zijn en aparte normen voor Nederlandse en Vlaamse oudste kinderen (4:07:11). In het tweede kwartaal van 2010 is een herziene technische handleiding verschenen. De test leidt tot IQ- en indexscores voor het Performaal IQ (PIQ), Verbaal IQ (VIQ), Totaal IQ (TIQ), Algemene Taal Index (ATI) en de Verwerkingssnelheidsquotiënt (VS) (deze laatste is alleen beschikbaar voor de oudste leeftijdsgroep).

Blz. 31 van 32


Vervolgens kunnen de hierbij behorende percentielscores en de bijbehorende betrouwbaarheidsintervallen opgezocht worden. De scores kunnen visueel gemaakt worden in grafieken. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb. ESIS Groep Naam Auteur Uitgever Jaar Vorm.geb.

WO-Info WO-Kennis 5 t/m 8

De toetsen Wereldoriëntatie maken deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO. WO-INFO heeft per leerjaar een taak met 40 opgaven die verdeeld zijn over de categorieën Hanteren van naslagwerken, Kaartlezen, en Lezen van tabellen en grafieken. WO-KENNIS heeft per leerjaar drie taken met elk 30 opgaven: een taak Aardrijkskunde, een taak Geschiedenis en een Wereldoriëntatie Informatieverwer-king en taak Natuur. De opgaven hebben soms plaatjes, tabellen, stukjes tekst e.d. Uit vier alternatieven moet steeds het juiste Kennis-gebieden antwoord worden gekozen en op een antwoordblad worden aangekruist. H.Notté, H. Wagenaar, Er zijn steeds twee voorbeeldopgaven. De toetsen zijn ook geschikt voor scholen die geen methode gebruiken, maar R. Cappers projecten e.d. C¿TO 1996 Wereldoriëntatie Woordenschattoets 5 t/m 8 Leeswoordenschattoets 99 L. Verhoeven A. Vermeer C¿TO 1999 Ned. taal

De toets Leeswoordenschat maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LOVS) van C¿TO en is een vervolg op de Woordenschattoets voor groep 3 en 4. Doel De Woordenschattoets geeft een schatting van de omvang van de (passieve) woordenschat aan. Bij herhaalde afname kan de groei van de woordenschat worden vastgesteld. De toets bestaat uit 50 opgaven met plaatjes. Elke opgave bestaat uit vier tekeningen. Het door de leerkracht voorgelezen woord moet aangekruist worden. Er zijn twee voorbeeldopgaven beschikbaar.

WST 2011 3, 4 Woordenschattoets 2011 L. Verhoeven C¿TO 2008 Nederlandse taal

Woordenschattoets maakt deel uit van het Leerlingvolgsysteem (LVS) van C¿TO. Voor elke groep zijn er per leerjaar twee toetsen: één voor halverwege het leerjaar en één voor het eind van het leerjaar. De woorden die in deze toetsen aan bod komen, zijn geselecteerd uit een woordfrequentielijst. In deze lijst staan woorden die in het basisonderwijs voorkomen onder andere in lesmethoden, jeugdboeken en in het taalaanbod van de leerkracht. De toetsen voor groep 3 en 4 bestaan uit twee delen per afnamemoment. Ieder deel bevat 25 opgaven. De afnametijd bedraagt 30 tot 35 minuten. De toetsen voor groep 5 en 6 bestaan uit twee delen per afnamemoment. Elk deel bevat 35 opgaven. De afnametijd bedraagt 45 minuten. U kunt de afname, indien gewenst over twee dagen spreiden. In groep 3 en 4 werken de leerlingen in het opgavenboekje. U leest de opgaven voor de leerlingen van groep 3 voor. Vanaf groep 4 lezen de leerlingen de opgaven zelfstandig. De antwoordalternatieven in de toets voor groep 3 zijn tekeningen; de antwoordalternatieven in de toets voor groep 4 zijn woorden of korte zinnetjes.

Blz. 32 van 32

Informatie m.b.t. de Rovict-toetsen in ESIS

Recommend Documents