Informatie Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht
Studiejaar 2010-2011
Bijgewerkt tot 26 augustus 2010
1
2
Inhoudsopgave -
Introductie, onderwijsrooster, stage en scriptie Ter inleiding ................................................................................................5 Rooster Masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht 2010/2011...............6 Tweejarige masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht............................8 De arbeidsmarkt ...........................................................................................9 Stages via de Afdeling straf- en strafprocesrecht ......................................10 Het schrijven van een afstudeerscriptie .....................................................12 Het beoordelingschema voor de masterscriptie .........................................19
-
Mastervakken straf(proces)recht Rechtshandhaving – Recht Realiseren.......................................................23 Ideeëngeschiedenis van het strafrecht........................................................26 Capita straf- en strafprocesrecht ................................................................29 Practicum straf(proces)recht ......................................................................32 Penitentiair recht ........................................................................................35 Criminologie voor juristen.........................................................................38 Privatissimum straf(proces)recht ...............................................................41 Internationaal en Europees Strafrecht........................................................44
-
Informatie over docenten Coördinatoren ............................................................................................49 Docenten Master Straf- en strafprocesrecht...............................................51 Individuele medewerkerspagina’s .............................................................52
-
Overige informatie Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) ..........................................................65 Adres- en zittingsinformatie rechtbanken en gerechtshoven .....................66
3
4
Ter inleiding De Leidse master rechtsgeleerdheid bestaat uit een aantal specialisaties. Elke specialisatie kent een vaste kern van vakken en een aantal voor de betreffende specialisatie bijzondere vakken. De vaste kern van vakken maakt duidelijk dat elke masterspecialisatie onderdeel is van de master rechtsgeleerdheid en studenten die in Leiden hun master rechtsgeleerdheid doen bovenal als jurist worden opgeleid. Zij bestaat uit de vakken practicum en privatissimum en twee vakken waaraan studenten van verschillende masterspecialisaties deelnemen. De format van practicum en privatissimum is bij elke specialisatie dezelfde, maar wordt uiteraard per specialisatie apart ingevuld. Hiermee wordt enerzijds een zekere gelijkheid in zwaarte tussen de verschillende specialisaties beoogd, maar anderzijds de eigenheid van elke specialisatie benadrukt. De masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht is uiteraard gericht op verdieping van in de in de bachelor opgedane kennis van het straf- en strafprocesrecht maar geeft daarnaast ook inzicht in nog niet behandelde gebieden van het straf- en strafprocesrecht, namelijk het internationale en Europese strafrecht en het penitentiaire recht. Tevens, en daarmee is de specialisatie anders dan de andere masterspecialisaties, wordt kennisgemaakt met een aan het strafrecht gelieerd wetenschapsgebied, namelijk de criminologie. Zonder kennis van de criminologie is bestudering van het straf- en strafprocesrecht namelijk onvolledig. In dit boekje wordt in de eerste plaats een overzicht gegeven van de vakken die in de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht worden aangeboden. Voltijdstudenten volgen in principe een vast en door studenten als intensief maar ook zeer leerzaam ervaren programma. Hierdoor worden zij geacht in staat te zijn om hun master in één jaar te halen. Hoewel het curriculum vast staat, bestaat er niettemin de mogelijkheid om door het Instituut voor Strafrecht en Criminologie gefaciliteerde stages bij het arrondissements- en ressortsparket van Haarlem en Den Haag en de rechtbank Haarlem en Den Haag te volgen. Informatie hierover is ook in dit boekje te vinden. In de tweede plaats worden ook de docenten die in de master vakken verzorgen of daarin betrokken zijn, voorgesteld. In de derde plaats vindt u informatie over de strafrechtelijke studievereniging Studiekring Over Strafrecht (S.O.S.), waarvan wordt verwacht dat iedere masterstudent lid is, het arbeidsmarktperspectief en adressen van rechtbanken en gerechtshoven voor het bijwonen van zittingen. Ook voor deeltijdstudenten is informatie opgenomen over het volgen van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht. .
5
Rooster Masterspecialisatie Straf- en Strafprocesrecht 2010-2011 1e semester: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen, in de periode 07-09-2010 t/m 05-10-2010, van 15.00 – 17.00 uur, in A 144; en op woensdagen, in de periode 08-09-2010 t/m 06-10-2010, van 19.00 – 21.00 uur, in de Campus Den Haag,, DH1/HV2.
Docenten: Coördinator: Tentamen:
Mr. J.H. Crijns, mr. P.C. Adriaanse, mr. A. Cuyvers Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 14-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 13-01-2011
• Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op donderdagen: op 09-09-2010 en 16-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144; op 23-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in C 131; op 30-092010 en 07-10-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144.
Docent: Tentamen:
Mr. J.M. ten Voorde (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 10-01-2011
• Capita Straf- en Strafprocesrecht Onderwijs:
: Docenten: Coördinator: Tentamen:
Werkcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 23-11-2010, van 17.00 – 19.00 uur, in B 041.
Prof.mr. C.P.M. Cleiren, Mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer Mr. J.M. ten Voorde Schriftelijk tentamen op 22-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 24-01-2011
• Practicum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiecollege op 06-09-2010 van 17.00 – 19.00 uur, in B 031. Werkgroepen op de volgende maandagen: 27-09-2010, 18-10-2010, 01-11-2010, 15-11-2010, 29-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur, van 13.00 – 15.00 uur en van 17.00 – 19.00 uur. Al deze werkgroepen vinden plaats in A 014.
Docenten: Tentamen:
Mw mr. M.J. Dubelaar (tevens coördinator), mr. R. Malewicz en mr. W. Morra Som van het cijfer van vijf schriftelijke opdrachten
• Penitentiair Recht Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 2311-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in A 144. Werkgroepen op donderdagen in de periode 11-11-2010 t/m 16-12-2010, m.u.v. 25-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur en van 11.00 – 13.00 uur, in C 004. (Voor criminologie studenten vinden er werkgroepen plaats op woensdagen in de periode 10-11-2010 t/m 15-12-2010, m.u.v. 24-11-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in C 004.) Dus hou er rekening mee bij de inschrijving via uSis, dat de woensdagwerkgroepen alleen voor criminologiestudenten zijn bestemd en de donderdagwerkgroepen alleen voor strafrechtstudenten!
Docenten: Tentamen:
Prof. dr. L.M. Moerings, mw. mr.dr. P.M. Schuyt (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 20-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 26-01-2011 6
2e semester: Ten tijde van het drukken van dit boekje waren de roosters van het 2e semester nog niet vastgesteld.
• Criminologie voor juristen Onderwijs: Docenten: Tentamen:
Werkcolleges op…. Responsiecollege op …. Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-03-2011 en schriftelijk hertentamen op 18-04-2011
• Privatissimum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiewerkgroep op…. Werkgroepen op ….
Docenten:
Mr. G.K. Schoep (tevens coördinator), mr. J.M. ten Voorde, gastdocent
Tentamen:
De som van vier schriftelijke opdrachten, een referaat en de deelname aan discussies tijdens de werkgroep
• Internationaal en Europees Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op …..
Docenten: Coördinator Tentamen:
Mw. mr.dr. P.M. Schuyt, mr. C. Stahn, e.a. Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 06-06-2011 en schriftelijk hertentamen op 04-07-2011
• Scriptie Coördinator:
Mw. mr. F.P. Ölcer
N.B: In het bovenstaande onderzicht zijn niet de eventuele wijzigingen opgenomen, die tijdens het studiejaar zijn doorgevoerd. Controleer daarom altijd de college- en werkgroeproosters en de tentamenkalender op de website: http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/sg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/wg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/tntkal/
7
Tweejarige Master Straf- en Strafprocesrecht voor deeltijdstudenten Studenten die in september instromen, wordt aanbevolen om de volgende volgorde te hanteren: 1e jaar: 1e semester: - Practicum Straf(proces)recht - Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht of Penitentiair Recht 2e semester: - Criminologie voor Juristen - Internationaal en Europees Strafrecht
2e jaar: 1e semester: - Rechtshandhaving – Recht realiseren - Capita Straf(proces)recht - Penitentiar Recht of Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2e semester: - Privatissimum Straf(proces)recht - Scriptie Bij instroom in januari dient de volgorde van de vakken overlegd te worden met de coördinator van de masterpecialisatie straf- en strafprocesrecht, mr. J.M. ten Voorde. Daartoe kan een afspraak gemaakt worden via het Secretariaat Strafrecht (tel: 071 527 7518 of e-mail:
[email protected]).
8
De arbeidsmarkt Strafrechtjuristen blijven in een samenleving waarin criminaliteit nooit afwezig zal zijn, altijd nodig. Hoewel ook de arbeidsmarkt voor juristen de laatste jaren onder de economische crisis heeft geleden, zijn er ook tekenen dat, met het aantrekken van de economie, ook voor juristen de arbeidsmarkt verbetert. De rechterlijke macht Met name in de rechtspleging bestaat een constante behoefte aan strafrechters, officieren van justitie en strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten. De rechterlijke macht neemt zowel voor de raio-opleiding als voor de griffies en parket-secretariaten strafrechtelijk afgestudeerde juristen aan. Het enkel volgen van een strafrechtelijke master is geen selectiecriterium voor de raio. Op de griffies van de gerechten is geregeld vraag naar gerechtssecretarissen met een strafrechtelijke achtergrond. Voor de parketten van het Openbaar Ministerie bestaat met enige regelmaat vraag naar parketsecretarissen. De advocatuur Strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten werken op grote of kleine kantoren in de algemene praktijk of op (enkele) grote kantoren in een strafrechtssectie. Het aantal op strafrecht georiënteerde kantoren is de laatste jaren sterk gegroeid. Hun specialisme wordt alom erkend. Behandeling van zaken voor de Hoge Raad of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt bij deze gespecialiseerde kantoren regelmatig voor. Binnen de politie is een ontwikkeling gaande tot verdere professionalisering waardoor voor academisch geschoolde strafrechtspecialisten meer plaats is. Andere mogelijke werkterreinen De reclassering en de kinderbescherming behoren vanouds tot de werkterreinen voor strafrechtjuristen en ook bij het bureau van de Nationale Ombudsman, de bureaus van sociale raadslieden en verzekeringsmaatschappijen en in andere functies op het terrein van de rechtshandhaving komen strafrechtelijk afgestudeerden terecht. Vanwege de strafrechtelijke aanpak van economische criminaliteit (fraude, witwassen van geld, fraude met EG-subsidies etc.) en milieucriminaliteit (door en in bedrijven, overheden etc.) heeft ook het bedrijfsleven - in toenemende mate - belangstelling voor strafrechtelijk geschoolde juristen. Naast de genoemde mogelijkheden kunnen strafrechtelijk gespecialiseerde juristen terecht in vele functies waarin algemeen opgeleide juristen worden gevraagd, zoals wetgevingsjuristen, de wetgevingsacademie, diverse beleids- en adviesfuncties binnen de onderscheiden ministeries en functies binnen gemeenten. Tot slot kan men nog denken aan functies als: wetenschappelijk onderzoeker in strafrecht/criminologie aan een universiteit, het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie) en het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving).
9
Stages via de Afdeling Straf- en strafprocesrecht Als student van de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht kun je onder andere stage lopen bij een rechtbank, een gerechtshof of het Openbaar Ministerie. Stagelopen is geen verplicht onderdeel van deze master en je kunt er geen studiepunten mee verdienen, maar het is wél een zeer waardevolle aanvulling. Je krijgt de kans de strafrechtspraktijk van heel dichtbij en zeer intensief te leren kennen. Studenten die de stage al hebben gedaan, zijn zonder uitzondering enthousiast over de inhoud van de werkzaamheden en de aard en omvang van begeleiding. Afspraken over stages De Afdeling Straf- en strafprocesrecht heeft met verschillende instanties afspraken gemaakt over onder meer de inhoud en de duur van de stage. De studenten die graag stage willen lopen bij één van de stage-instanties kunnen contact opnemen met de stagecoördinator van de afdeling. Deze zorgt in overleg met de instanties voor de plaatsing van studenten. De stage-instanties zijn: • • •
De rechtbanken in Den Haag en Haarlem Het Openbaar Ministerie in Den Haag (arrondissements- en ressortsparket) De gerechtshoven in Den Haag en Amsterdam
Inhoud In de eerste weken van je stage krijg je uitgebreid de gelegenheid om verschillende soorten strafzaken bij te wonen en mee te kijken over de schouder van een medewerker (griffier of secretaris). Vervolgens leer je hoe je een strafzaak voor de terechtzitting voorbereidt en achteraf weer afrondt (met de nodige begeleiding). Tijdens de stage bij één van de gerechten zal je na enige tijd zelfstandig als griffier optreden en meerdere zaken afhandelen. Tijdens de stage bij de parketten draag je na enige tijd de verantwoordelijkheid voor de behandeling van verschillende dossiers. De gerechten en parketten zorgen zelf voor variëteit in de strafzaken en werkzaamheden waarbij je wordt betrokken. Enkele voorbeelden: • • • • •
meedraaien in het kabinet van de rechter-commissaris werk voorbereiden voor politierechterzittingen griffierwerkzaamheden bij de meervoudige kamer bijwonen raadkamerzittingen overzichtelijk samenvatten van zeer omvangrijke dossiers
De gerechten en parketten zorgen voor een goede begeleiding van de studentstagiair en geven deze ook een officiële eindbeoordeling. Duur De stages zijn full time (vijf of vier dagen in de week). Er wordt natuurlijk altijd rekening gehouden met tentamens, een laatste vak dat je moet volgen of gemaakte afspraken met je scriptiebegeleider. 10
Vergoeding Alle stage-instanties kennen een vergoeding. De hoogte verschilt per instantie. (Let wel: de vergoeding is niet te vergelijken met die van een bijbaantje). Strafrechtelijk dispuut S.O.S. Je kunt natuurlijk ook zelf een stageplaats zoeken, bijvoorbeeld bij een advocatenkantoor. Geregeld worden op de site van het strafrechtelijk dispuut S.O.S. advertenties geplaatst voor incidentele stagemogelijkheden of bijbaantjes. Interesse of meer informatie? Drie keer per jaar houdt de afdeling kennismakingsgesprekken met geïnteresseerde studenten. Na dit gesprek brengen wij de studenten die daar gezien de vordering in hun studie aan toe zijn, in contact met de stage-instantie. De gesprekken vinden plaats in: • • •
juni voor de stageperiode vanaf 1 september november voor de stageperiode vanaf 1 januari maart voor de stageperiode vanaf 1 mei.
Wil je in aanmerking komen voor een stageplaats bij de gerechten of de parketten, of wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar Ard Schoep:
[email protected], stagecoördinator voor de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht.
11
Over het schrijven van een afstudeerscriptie Het is goed om je zo vroeg mogelijk in de masterfase te gaan bezighouden met datgene waar het toch op uitdraait: het schrijven van een afstudeerscriptie. Het is erg nuttig om bij de vakken die je volgt te ontdekken welke onderzoeksgebieden je goed liggen en je interesseren, en ook om de schriftelijke vaardigheden die je opdoet bij vakken als Practicum en Privatissimum te kunnen aanwenden voor het schrijven van je afstudeerscriptie. Hier volgt de informatie die voor elke student die strafrechtelijk wil afstuderen, van belang kan zijn.
Het kiezen van een onderwerp Het begin Voor het schrijven van een afstudeerscriptie is het goed om al in een vroeg stadium één of meerdere onderwerpen te vinden waar je over zou willen schrijven. Als eerste voorwaarde geldt dat voor een strafrechtelijke scriptie het onderwerp ‘voldoende juridisch’ én ‘voldoende strafrechtelijk’ is, dat wil zeggen dat er een strafrechtelijke benadering van het onderwerp mogelijk is. Het is vaak zo dat scriptieonderwerpen worden ingegeven door onze Mastervakken als Ideeëngeschiedenis, Penitentiair recht, Recht Realiseren (Rechtshandhaving), Criminaliteit & Sanctionering en Internationaal & Europees recht. Ook de onderwerpen die aan de kaak worden gesteld in het Practicum of het Privatissimum kunnen leiden tot ideeën voor een onderwerp. Probeer in je onderwerpkeuze wel los te komen van de onderwerpen die je al heel concreet bij de Mastervakken hebt behandeld. Vrije keuze De keuze van een geschikt onderwerp is vooral een kwestie van je eigen interesse en gericht zoeken. Interesse is belangrijk, want een scriptie schrijven is voor de meeste studenten toch een hele klus. Een onderwerp dat je zelf boeiend vindt, verlicht de last. Laat je niet van de wijs brengen door medestudenten die zeggen dat er onderwerpen zijn waarover je niet zou mogen schrijven, bijvoorbeeld omdat een andere student daar al over heeft geschreven. Geen enkel onderwerp geniet een beschermde status en er is ook geen onderwerp dat is verboden. Natuurlijk is het wel leuk als je een origineel thema weet aan te snijden. Een gesprekje met de scriptiecoördinator kan je daar ongetwijfeld bij helpen. Als je eenmaal een onderwerp hebt bedacht, vraag dan voor de zekerheid na of je met dat onderwerp aan de slag kunt gaan. Los van de vrijheid die je hebt in je onderwerpkeuze, kan het namelijk zo zijn dat een bepaald onderwerp al zo vaak is beschreven (in scripties of in het algemeen) dat het erg moeilijk wordt een scriptiebegeleider te vinden. Voorbeelden Er zijn studenten die van begin af aan weten wat hen interesseert. De ene student heeft als hobby het werken met computers en het bouwen van de meest complexe netwerken; wellicht dat hij of zij zich wil verdiepen in de opsporing van strafbare feiten door middel van ICT-toepassingen of in computercriminaliteit. Een andere student heeft weer veel affiniteit met voetbal en zal zich willen verdiepen in de aanpak van voetbalgerelateerd geweld of het strafrecht als ultimum remedium bij ernstige overtredingen op het voetbalveld. Weer een andere student heeft in de Bachelorfase van de studie een keuzevak gevolgd, bijvoorbeeld op het gebied van het jeugdrecht, de forensische psychiatrie of de criminalistiek, dat hij of zij voor zijn scriptieonderzoek dat terrein nader wil verkennen, bijvoorbeeld met de vraag onder welke voorwaarden op jeugdigen het volwassenenstrafrecht mag worden toegepast en wat daarvan is te verwachten. 12
Zoeken naar een onderwerp Meestal is het echter zo, dat een student nog niet zo goed weet welk onderwerp hij of zij zal kiezen. In dat geval adviseren wij studenten zich op het internet en in de bibliotheek van de Faculteit te verdiepen in bijvoorbeeld recente wetsvoorstellen en wetswijzigingen (www.rechtsorde.nl, www.rijksoverheid.nl/justitie), in kamervragen die aan de minister van Justitie worden gesteld, in onderwerpen die worden besproken in vakbladen (denk aan Ars Aequi, Delikt & Delinkwent, het Nederlands Juristenblad, Strafblad, Nieuwsbrief Strafrecht, Proces), in krantenartikelen en journaals op televisie om ideeën op te doen. Je moet even zoeken, maar dan heb je wel een reeks van mogelijke onderwerpen. Even doorzoeken Kijk vooral verder dan je neus lang is: in het Nederlands Juristenblad wordt bijvoorbeeld tweejaarlijks een Kroniek van het straf(proces)recht afgedrukt, met daarin tal van actuele, maar misschien voor studenten minder voor de hand liggende ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Op de websites van het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie worden vaak interessante beleidsplannen gepresenteerd die de nodige consequenties hebben voor de strafrechtspraktijk en ingrijpende voorstellen die de beginselen van ons strafproces of de materieelrechtelijke leerstukken onder druk zetten. Ook worden op de websites van het Openbaar Ministerie en de rechtspraak (www.rechtspraak.nl) hele dossiers bijgehouden over spraakmakende onderwerpen. De meeste tijdschriften geven maandelijks een mooi overzicht van recente strafrechtelijke jurisprudentie; Delikt & Delinkwent bespreekt bijvoorbeeld met regelmaat ontwikkelingen in de rechtspraak per thema. Het Strafblad werkt elke twee maanden met een themanummer rondom een actueel onderwerp. Vergeet ook niet jezelf te abonneren op allerlei gratis nieuwsbrieven en rss-feeds van de genoemde websites en bekende juridische uitgevers zoals Kluwer en Sdu (beperk je wel tot het thema straf(proces)recht). Geen lijsten met scriptieonderwerpen Het is de bedoeling dat je zelf een onderwerp bedenkt en op papier zet, al dan niet met de hulp van de scriptiecoördinator. Op onze afdeling hebben we helaas geen lijst van onderwerpen waaruit de student een scriptieonderwerp kan kiezen. Gezien het aantal instromers per collegejaar is het niet te doen voor alle studenten geschikt scriptieonderwerpen te bedenken. Het is bovendien toch vaak zo dat een student met een zelfbedacht onderzoek langer gemotiveerd blijft om het onderzoek af te ronden. Soms geeft een docent aan de scriptiecoördinator een thema door waarop hij of zij graag nader onderzoek zou willen doen en waarbij de scriptiebegeleiding van een student hem of haar kan helpen. Ook dan loont het de moeite even langs te gaan bij de scriptiecoördinator.
Een eerste opzet van je scriptie Een opzet is nodig om een begeleider te krijgen Heb je eenmaal een onderwerp gekozen, dan is het de bedoeling dat je een eerste opzet van je scriptie samenstelt. Met deze eerste opzet wordt het voor de scriptiecoördinator mogelijk om een geschikte begeleider voor je te zoeken die minstens net zoveel interesse heeft in het onderwerp als jijzelf. Mocht je nog niet eerder contact hebben gezocht met de scriptiecoördinator (je zou al een afspraak kunnen hebben gehad omdat je het erg lastig vond een geschikt onderwerp uit te denken), dan is dit het aangewezen moment. Een eerste opzet bestaat altijd uit een vijftal onderdelen, namelijk een beknopte inleiding, een probleemstelling, een uitgewerkte vraagstelling, een korte inhoudsopgave en een eerste versie van de literatuurlijst. De opzet maakt zo onder meer duidelijk hoe je tegen het 13
onderwerp aankijkt, hoezeer je je al in de materie hebt verdiept en in welke richting je afstudeerscriptie zich in eerste instantie zal begeven. Een beknopte inleiding Het eerste hoofdstuk van je scriptie is de inleiding, met daarin vier van de vijf genoemde onderdelen van je scriptieopzet (de literatuurlijst staat daar natuurlijk niet in). Die inleiding kan je vaak pas achteraf helemaal goed uitschrijven, maar voor je scriptieopzet is het wel belangrijk dat je in ongeveer anderhalve pagina aangeeft hoe je tot het onderwerp bent gekomen: de aanleiding. Het is natuurlijk de bedoeling dat je dat al direct juridisch inhoudelijk aanpakt! Begin niet te persoonlijk en te oppervlakkig in de trant van ‘ik vind dat er te licht wordt gestraft in Nederland en daarom moeten de maximumstraffen veel hoger worden, nu krijgen criminelen vaak alleen maar een taakstraf’. Het is beter algemeen in te steken (‘De rechter heeft in Nederland van oudsher veel vrijheid in concrete strafzaken de hoogte van de straf te bepalen’) en te proberen in je aanleiding het onderwerp te introduceren (‘Enkele recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf van twintig naar dertig jaar hebben die vrijheid vergroot’), de lijn van de scriptie aan te geven (‘Dit heeft er echter niet toe geleid dat de rechter significant zwaarder is gaan straffen’), enkele beperkingen in je onderzoek aan te geven (‘De rechter is zelfs tot op heden vrij voor alle delicten die zijn bedreigd met een gevangenisstraf of een geldboete een taakstraf op te leggen’) en de lezer naar je probleemstelling te leiden (‘Is de taakstraf wel geschikt als sanctie bij ernstige delicten zoals moord en doodslag’). Let wel: de aanleiding zoals die hierboven met enkele zinnen is uitgewerkt, is natuurlijk veel te beknopt en te weinig onderbouwd. De probleemstelling Van de opzet is het schrijven van een goede probleemstelling verreweg het moeilijkste onderdeel. Je zal bijvoorbeeld in de loop van je scriptieonderzoek wel bemerken dat er de nodige haken en ogen zitten aan dit beginpunt van je scriptie, ondanks het feit dat je zoveel aandacht hebt besteed aan een goede probleemstelling. Waar het op neer komt is dat je bij aanvang van je scriptieonderzoek jezelf een probleem stelt, het probleem kort beschrijft en probeert aan te geven hoe je het probleem (en mogelijk de oplossing) gaat onderzoeken. Probeer maar eens in een alinea (zo’n tien à vijftien regels) heel scherp te formuleren waarom je het onderwerp dat je hebt gekozen problematisch vindt, waarom het probleem dient te worden opgelost en hoe jij denkt dat te gaan doen. Iets anders geformuleerd: je moet oog hebben voor de beschrijvende kant van je probleemstelling (Hoe ziet het probleem er feitelijk uit), en voor de normatieve kant ? Is dit een goede of slechte zaak? Waar zie ik mogelijke oplossingen?). Beide aspecten zijn bij je aanvankelijke probleemstelling alleen aangestipt, je gaat immers zoeken naar mogelijke oplossingen en je zal gedurende het schrijven van je scriptie onvermijdelijk je probleemstelling aanpassen. De vraagstelling en de inhoudsopgave Je probleemstelling leidt uiteindelijk tot één allerbelangrijkste onderzoeksvraag, de hoofdvraag, de vraag die je in je scriptieonderzoek gaat beantwoorden ten einde het door jou geconstateerde probleem op te lossen. Voor alle duidelijkheid: een probleemstelling is dan ook iets anders dan een vraagstelling. Voor het beantwoorden van die hoofdvraag heb je weer allerlei deelvragen nodig, die je logischerwijs in een bepaalde volgorde zal stellen. Het bijzondere aan deze deelvragen is dat zij in belangrijke mate de volgorde van je inhoudsopgave bepalen. Schrijf na je probleemstelling ook je vraagstelling uit door aan te geven wat je per hoofdstuk ongeveer wilt gaan onderzoeken. Je kunt proberen te vermijden een opsomming van vragen te geven (‘In hoofdstuk zal worden onderzocht…’; De aandacht gaat daarbij uit naar…’; ‘In navolging van deze paragraaf zal … verder 14
worden behandeld’). De opsomming van vragen komt wel weer in je inhoudsopgave, vaak geven de genummerde hoofdstukken en de paragrafen namelijk je onderzoeksvragen in de juiste volgorde weer. Vaak passen de uitgewerkte vraagstelling en de inhoudsopgave precies op elkaar. De voorlopige literatuurlijst De voorlopige literatuurlijst die je tezamen met de scriptieopzet aanlevert bij de scriptiecoördinator zal minimaal zo’n twintig verschillende bronnen (artikelen, boeken, handboeken, jurisprudentie, internetbronnen, etc.) beslaan. Dit geeft weer hoeveel je al van het onderwerp hebt gelezen en wat het instapniveau van het onderzoek is. De beknopte inleiding tenslotte maakt duidelijk welke juridische, rechtspolitieke, maatschappelijke ontwikkelingen, of welk arrest, of welke strafrechtelijke relevante gebeurtenis voor jou de aanleiding hebben gevormd om het gekozen onderwerp te problematiseren en te onderzoeken.
De scriptiecoördinator Afspraak met de scriptiecoördinator Nadat je een onderwerp hebt gekozen en je een eerste opzet van je scriptie hebt samengesteld, is het tijd om je tot de scriptiecoördinator Pınar Ölçer te wenden. Het is het makkelijkst als je haar een e-mail (
[email protected]) stuurt met daarin een korte introductie van jezelf en je eerste scriptieopzet in een los document als bijlage. De taak van de scriptiecoördinator is om de scriptieopzet marginaal te toetsen. Het onderwerp moet niet te ruim zijn en er moet iets blijken van het toetsend kader en zo zijn er nog veel meer problemen die al in een beginstadium de kop op kunnen steken. Bij goedkeuring van de scriptieopzet stelt de scriptiecoördinator vast wie de scriptie zal begeleiden. Daarna worden afspraken over het inleveren van stukken e.d. met de scriptiebegeleider gemaakt. Op de BB-omgeving voor master scripties strafrecht staat veel nadere informatie. Het komt vaak voor dat een student zijn of haar scriptieopzet eerst nog wil bespreken voordat hij of zij een begeleider krijgt toegewezen, of dat de coördinator het nodig vind dat die eerste opzet wordt besproken en wordt aangepast. In dat geval wordt een afspraak gemaakt. Elke maand worden er afspraken gemaakt op specifieke dagen. Op de BBomgeving voor de master scripties strafrecht, worden deze dagen vermeld. Als je een afspraak wil maken, moet je een mail te sturen naar dhr. W. Bonis (
[email protected]). Zoeken naar een begeleider Indien de scriptieopzet is goedgekeurd, zal de coördinator op zoek gaan naar een begeleider, waarbij het altijd mogelijk is dat de student zijn of haar voorkeur voor een bepaalde docent aangeeft. Nadat een docent heeft aangeven bereid te zijn een student te begeleiden, zal de scriptiecoördinator de student berichten dat hij of zij contact kan opnemen met de hem toegewezen scriptiebegeleider. En dat is dan het echte begin van een mooi scriptieonderzoek!
Scriptieplanning Wanneer schrijven aan de scriptieopzet? Het schrijven van een afstudeerscriptie levert een student de laatste 10 ECTS op. Voor 15
het schrijven van de afstudeerscriptie is een periode van 280 uur in de Master gereserveerd in het tweede deel van het tweede semester (maart tot en met juni). Het is de bedoeling dat de studenten die instromen in september – het eerste semester van de master – ook daadwerkelijk in april beginnen te schrijven aan hun afstudeerscriptie. Dit betekent dat je de relatief rustige onderwijsperiode in januari aangrijpt om je te verdiepen in een onderwerp en je scriptieopzet samen te stellen. Wanneer de scriptieopzet aanleveren? Voor het collegejaar 2010/2011 wordt elke masterstudent aangeraden zich vóór maandag 31 januari 2011 te melden bij de scriptiecoördinator met een scriptieopzet. In de periode tot aan maart 2011 kan de scriptiecoördinator dan aan de slag om een scriptiebegeleider te zoeken. Planning van de begeleiding Het is belangrijk om te weten dat in de periode van juli en augustus geen scriptiebegeleiding kan worden gegeven, aangezien dat de periode is waarin veel docenten op vakantie gaan en waarin zij hun eigen onderzoek hebben te doen. Wil je derhalve in augustus afstuderen, zoals dat de bedoeling is volgens het masterrooster, dan kan het niet anders dan dat je begint met het schrijven van je afstudeerscriptie in april, direct na het vak Privatissimum. Zo heb je vier maanden de tijd om intensief te schrijven, en kan je de maanden juli en (de eerste twee weken van) augustus gebruiken voor de laatste aanpassingen en het verkrijgen van goedkeuring door je scriptiebegeleider en de tweede lezer. Het beoordelen van de laatste versie van je scriptie eind juli of begin augustus is alleen aan de orde als je begeleider je eind juni heeft gezegd dat die afronding ook haalbaar is. Door het grote aantal Master-studenten en de relatief kleine onderwijsstaf kan de duur van de scriptiebegeleiding niet langer dan vier maanden zijn. Houdt ook daar rekening mee met in de planning van het schrijven aan de scriptie. Scriptieplanning voor de februari-instromers Voor studenten die in het tweede semester van het collegejaar 2010/2011 instromen in de Master, is het de bedoeling dat zij in de periode die staat gereserveerd voor het daadwerkelijke schrijven aan de afstudeerscriptie (maart tot en met juni) zich gaan verdiepen in een onderwerp en de scriptieopzet samenstellen. Ondanks het drukke eerste semester van het collegejaar 2011/2012 dat zich dan nog aandient, kunnen zij in de tweede helft van dat semester toch voortvarend aan de slag met de afstudeerscriptie. Het is in elk geval de bedoeling dat deze studenten zich vóór 1 oktober 2011 melden bij de scriptiecoördinator met hun scriptieopzet.
Het begeleidingstraject Het begin van de begeleiding Nadat je door de scriptiecoördinator een begeleider hebt toebedeeld gekregen, kun je je eerste afspraak met je begeleider maken. Probeer dit zo snel mogelijk te regelen, de begeleidingstermijn begint namelijk te lopen op het moment dat je hebt gehoord wie je begeleider is. In een eerste begeleidingsgesprek is het goed te bespreken waar je met je onderzoek naar toe wilt, wat je wilt bereiken. Een gedegen scriptieopzet is een heel goed richtsnoer. De begeleider heeft zelf vast ook veel ideeën over het onderzoek en samen kunnen jullie een plan de campagne maken. De begeleider zal met een ander oog naar je scriptieopzet kijken dan de coördinator, veel meer inhoudelijk (de coördinator toetst de opzet marginaler). Het kan zijn dat je je opzet (opnieuw) moet aanpassen. Dat is soms 16
lastig, maar het hoort wel bij het doen van onderzoek. In het eerste gesprek kan je alvast afspraken met elkaar plannen, deadlines voor het inleveren van hoofdstukken vaststellen, aangeven wanneer je wilt afstuderen en andere verwachtingen omtrent je scriptieonderzoek uiten. Het maken van afspraken Het scriptietraject veronderstelt dat je goed contact blijft houden met je begeleider. Het komt nog wel eens voor dat studenten vast komen te zitten en zich lange tijd niet meer (durven te) melden bij hun begeleider. Dat is gek, want je begeleider is er juist om je verder op weg te helpen. Zorg ervoor dat je consequent reageert op e-mails en dat je je afspraken nakomt, of dat je het op zijn minst gewoon eerlijk zegt als je het niet redt een bepaald hoofdstuk op tijd in te leveren. Mede vanwege het feit dat je 'groeit' in je onderwerp en er zoiets bestaat als een voortschrijdend inzicht dat je gedurende het schrijven van je scriptie ontwikkelt, is het goed om steeds een los hoofdstuk in te leveren, in plaats van in één keer de gehele scriptie. Dat laatste is ook niet toegestaan: het betekent voor je begeleider veel nakijkwerk in één keer, met voor jou het risico dat het helemaal over moet, en de scriptie is bijvoorbeeld ook lastig te controleren op plagiaat. Eindbeoordeling Na diverse begeleidingsgesprekken en beoordelingsmomenten kom je zover dat je een eindversie van de scriptie gaat aanleveren. Deze eindversie wordt niet alleen beoordeeld door je begeleider, maar ook door een zogenoemde 'tweede lezer'. Deze tweede lezer is al aan het begin van je begeleidingstraject aangewezen door de coördinator, vaak geheel willekeurig. De tijd die nodig is voor de eindbeoordeling is minimaal twee weken, tenzij daar afwijkende afspraken over zijn gemaakt met je begeleider. Dit betekent dat je bij het aanvragen van je afstuderen voor een bepaalde rekening dient te houden met die leestermijn. Voor de beoordeling van de eindversie is het noodzakelijk dat je drie stuks van de - al dan niet ingebonden - papieren versie inlevert bij je begeleider (niet alleen voor de twee beoordelaars, maar ook één voor het archief). Je kunt dan niets meer aan de scriptie veranderen. Naast de papieren versie vragen we je een digitale versie aan te leveren, in pdf-formaat. Dit document kun je naar Wim Bonis mailen (
[email protected]), die het archief voor het Instituut voor Strafrecht beheert. Het is niet nodig op de digitale versie al je gegevens te vermelden: adresgegevens en telefoonnummers kunnen achterwege blijven. Het moet wel duidelijk zijn wie de scriptie heeft geschreven (naam, studentnummer), wanneer je bent begonnen met de scriptie en wie de eerste en tweede lezer zijn geweest. In het eindgesprek dat je met je begeleider hebt, krijg je te horen met welk cijfer de scriptie is gehonoreerd en kan je over de scriptie en het begeleidingstraject napraten. Je begeleider levert de papieren versie(s) in bij Wim Bonis, tezamen met de twee beoordelingsformulieren (van je begeleider en van de tweede lezer) en met het cijferbriefje. Je krijgt zelf een afschrift van dit cijferbriefje en daarmee kun je je melden bij het Onderwijs Informatie Centrum (OIC) om je afstuderen aan te vragen. Een voorbeeld van een beoordelingsformulier voor de Master-scriptie is als bijlage aan dit bericht gehecht. Afstuderen! Het afstuderen van rechten is altijd op de laatste donderdag van de maand, tenzij er iets bijzonders op die donderdag is. In december is het afstuderen altijd op de laatste 17
donderdag voorafgaand aan Kerstmis en op Hemelvaartsdag is er bijvoorbeeld nooit een afstudeersessie ingepland. Om in een bepaalde maand te kunnen afstuderen, dien je twee weken vóór de afstudeerdatum je cijfers te hebben ingeleverd en je afstuderen te hebben aangevraagd (denk ook aan de leestermijn!). Stel dat je op donderdag 26 mei 2011 wilt afstuderen, dan moet je alles hebben geregeld uiterlijk op donderdag 12 mei 2011 en eind april je eindversie hebben ingeleverd. Houdt rekening met mogelijke afwijkende sluitingstijden van het OIC.
18
Beoordelingsschema Masterscripties Vraagstelling
Structuur van het betoog
Kwaliteit van de argumentatie Vindt er een zelfstandige en adequate inventarisatie plaats van relevante argumenten en gezichtspunten; worden argumenten tegen elkaar afgewogen in plausibele (tussen-) conclusies; worden begrippen, argumenten etc. adequaat geproblematiseerd? Doorgaans juist en relevant, maar aarzelend, weinig problematiserend, blijft dicht bij de gebruikte literatuur en/of jurisprudentie
Is er een duidelijke, werkbare en goed gemotiveerde vraagstelling; is er een passend beoordelingskader?
Werkt het betoog op zinvolle en samenhangende wijze de vraagstelling (en het beoordelingskader) uit; sluit de conclusie aan op de vraagstelling; besteedt deze aandacht aan nieuwe vragen die zijn opgekomen?
6
Uitwerking en motivering van de vraagstelling laten te wensen over
De relatie vraagstelling/ betoog/ conclusie is weliswaar voldoende te volgen, maar overtuigt niet geheel
7
Duidelijke vraagstelling.
Leidt via navolgbare tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Enig eigen denkwerk verricht, aandacht voor tegengestelde meningen, maar academische verdieping ontbreekt
8
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader
Leidt via aaneensluitende tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Goede, representatieve beschrijving van uiteenlopende argumenten, gedegen afweging in zelf geformuleerde conclusies; een eerste proeve van academisch onderzoek
9/ 10
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader; origineel en vernieuwend onderwerp
Een meeslepend betoog dat vanaf de vraagstelling tot aan de conclusie boeit en overtuigt of tot interessante discussie leidt
Nieuwe gezichtspunten, argumenten, c.q. afwegingen maken het stuk een goede basis voor wetenschappelijke publicatie
Gebruik van de relevante literatuur Is de evident relevante literatuur en jurisprudentie verwerkt op een wijze die recht doet aan de inhoud; zijn door eigen onderzoek nieuwe bronnen van informatie gevonden?
Vormgeving en presentatie Is het stuk goed leesbaar door onder meer: - duidelijke hoofdstuk- en paragraafindeling van het betoog - adequate literatuurverwijzing - leesbare stijl zonder taalfouten?
Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; weinig of geen verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is niet onjuist maar blijft oppervlakkig Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; enig verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is adequaat
Het volgen van het betoog vereist inspanning van de lezer, doordat de indeling van het betoog, de bronverwijzing en/of stijl en taalgebruik te wensen overlaten
Goed gedocumenteerd stuk op basis van eigen onderzoek naar informatiebronnen, inclusief rechtsvergelijkende, rechtshistorische en/of internationale bronnen; gebruikte informatie is grondig benut Hoge documenterende waarde doordat moeilijk toegankelijke of ongebruikelijke bronnen van informatie zijn benut
Een mooi opgezet, verzorgd verhaal met adequate bronverwijzing, zonder stijl- en taalfouten
Het betoog is goed leesbaar, maar zou nog duidelijk hebben geprofiteerd van een goede eindredactie
(ook) qua vormgeving zonder meer publicabel
Korte toelichting op onderdelen: a. De criteria hebben geen 'gewicht' gekregen. Een rekenkundige benadering zou slechts schijn-exactheid opleveren. Voor elk deelaspect is weliswaar beschreven hoe een cijferbeoordeling tot stand kan komen, maar dit levert toch niet meer dan indicaties op. Het is dan ook heel goed denkbaar dat een stuk dat op geen van de vier criteria meer dan een zesje scoort, als onvoldoende wordt beoordeeld. b. Indien de scriptie niet voldoet aan de richtlijnen voor het cijfer zes moet een onvoldoende worden toegekend en bepaalt de docent welke onvoldoende wordt toegekend. c. Naast de genoemde criteria kan de docent ook andere omstandigheden naar eigen inzicht meewegen, zoals werk- en leerhouding van de student tijdens het schrijfproces. Zo is een goede betoogstructuur nauwelijks een verdienste van de student te noemen waar de docent terzake uitvoerige aanwijzingen heeft moeten geven; het zelfde geldt bij bijvoorbeeld de beoordeling van taal en stijl.
19
20
Vakbeschrijvingen Mastervakken straf(proces)recht: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren • Ideeëngeschiedenis van het strafrecht • Capita straf- en strafprocesrecht • Practicum straf(proces)recht • Penitentiair recht • Criminologie voor juristen • Privatissimum straf(proces)recht • Internationaal en Europees strafrecht
21
22
Rechtshandhaving - Recht realiseren Vakbeschrijving Rechtshandhaving - Recht realiseren 23011016 Code: mr. J.H. Crijns e.a. Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Rechtsnormen zullen moeten worden toegepast. Die toepassing vindt plaats via processen van uitvoering (het formuleren van beleid, het uitoefenen van bevoegdheden door bestuursorganen en burgers, het sluiten van contracten, het nemen van beschikkingen, het in het leven roepen van bestuursorganen en en strafrecht soms gelijktijdig en geïntegreerd worden ingezet om handhavingsdoelen te effectueren. De integratie tussen de verschillende deeldisciplines komt aan de orde door hun complementaire, overlappende en concurrerende aspecten te laten zien. Daarbij zal ook worden ingegaan op de coördinatieen afstemmingsproblemen. Uiteraard wordt daarbij ruime aandacht besteed aan de eisen, die voortvloeien uit de internationale mensenrechtenverdragen en het recht van de Europese Unie. Het perspectief van handhaving door de overheid wordt tot uitgangspunt genomen. Het gaat hierbij om handhaving van objectief publiekrecht, al of niet via verwezenlijking van subjectieve rechten van individuele burgers. Het perspectief van die individuele burgers, dat met name gericht is op verwezenlijking van hun individuele rechten komt vooral aan de orde als uitwerking van het perspectief van de overheid en vanuit vergelijkend perspectief. Het vak is verbonden met de onderzoeksprogramma’s Criminal Justice en Securing the rule of law in a world of multilevel jurisdiction.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is: In het vak Rechtshandhaving – Recht realiseren krijgt de student een ‘helicopter view’ op het recht. Het vak bouwt voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding. Het vak beoogt studenten inzicht te geven in de grondslagen, samenhang en verschillen tussen de uiteenlopende deeldisciplines. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • •
Juridische kennis: met name inzicht in de grondbeginselen van het recht en in de onderlinge samenhang van de deelgebieden (staats- en bestuursrecht, strafrecht en Europees recht) Vaardigheden: Studenten worden met name getraind in het zelfstandig verwerven van inzicht en kennis van de samenhang tussen de verschillende juridische disciplines (strafrecht, staats- en bestuursrecht en Europees recht). 23
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mr. J.H. Crijns e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de per week aangegeven stof.
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen in essayvorm. Inleverprocedures Geen Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: •
De voorgeschreven literatuur wordt integraal opgenomen in de reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011
Werkboek: Geen. Reader: Reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011 Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
24
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.14 Bereikbaarheid: Per e-mail, en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: 9:00 – 17:00 uur (ma/di/do/vr) Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Geen.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
25
IDEEËNGESCHIEDENIS VAN HET STRAFRECHT Vakbeschrijving Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 23011306 Code: mr. J.M. ten Voorde Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Strafrecht wordt zowel in zijn theoretische basis als in zijn toepassing gekenmerkt door een inherente spanning tussen belangen van de gemeenschap als geheel en belangen van de individuele burger. De positie van de overheid en de legitimatie van het publiekrechtelijk karakter van ons strafrecht en onze strafrechtscultuur brengt met zich mee dat dit spanningsveld in de loop van de tijd niet minder is geworden, maar wel voortdurend van kleur verandert. In de loop van de geschiedenis is deze problematiek vooral aan de orde gesteld en bestudeerd vanuit het perspectief van de straf- en strafrechtstheorie. Deze benadering heeft onder meer bijgedragen aan een tamelijk rijk geschakeerd veld van straf(rechts)theorieën, waarin de rechtsstaatgedachte, de democratische beginselen en grondslagen van strafrecht en strafvordering, alsmede fundamenten voor al dan niet gedetermineerde persoonlijke en sociale verantwoordelijkheden centraal staan. In de huidige strafrechtspleging is noch de bedoelde spanning, noch de noodzaak van bestudering van en discussie over die spanning verdwenen. In de huidige tijd komt dit spanningsveld met name naar voren in reacties en kritiek op de ‘criminele politiek’, de wijze waarop de overheid, met het wettelijk kader van het formele en materiële strafrecht als basisinstrument keuzes maakt om beleid te realiseren en eventueel in wetgeving neer te leggen. Discussies over de legitimiteit van die keuzes vinden hun fundament in dezelfde waarden en normen die (destijds) vorm kregen in de straf(rechts)theorieën.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van deze cursus is om met behulp van de ideeëngeschiedenis van het strafrecht de student een instrumentarium mee te geven voor een kritische beschouwing van de criminele politiek van vandaag en in de toekomst en de studenten vertrouwd te maken met een hedendaagse ‘vertaling’ van de in de ideeëngeschiedenis ontwikkelde opvattingen, posities, waarden en normen. Die vertaling zal zichtbaar worden gemaakt door actuele crimineel-politieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van de relevante strafrechtelijke ideeëngeschiedenis. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende historische en rechtstheoretische kennis van het strafrecht om het juridisch discours binnen het vakgebied in zijn historische en huidige maatschappelijke context te kunnen plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De verkregen basiskennis moet de student voldoende diepgang bieden voor het zich verplaatsen in de rol van de te onderscheiden actoren in het hedendaagse strafrecht en voldoende analytische vaardigheid om zorgvuldig beargumenteerde keuzes te maken ten aanzien van actuele strafrechtelijke en crimineel-politieke vraagstukken. De te verwerven kennis vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een wetenschappelijke 26
bestudering van, respectievelijk attitude ten aanzien van het strafrecht. Er wordt in de hoorcolleges zo veel mogelijk gewerkt met de socratische methode. Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
kennis van strafrechtelijke ‘traditie’ academische attitude vaardigheid om academische attitude te benutten t.a.v. concrete en actuele strafrechtelijke vraagstukken.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur. Zie reader.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: tijdens de werkgroepen worden door groepjes studenten presentaties gehouden. De inhoud zal nog nader worden uitgewerkt en worden weergegeven op Blackboard.
Andere onderwijsvorm(en) Zelfstudie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen; open vragen/essayvragen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Werkboek:
Vakspecifieke literatuur, te weten: •
Reader Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2010-2011
27
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.21 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard Telefoon: 071 – 527 8928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie, reflectie en het ontwikkelen van het op een academisch verantwoorde wijze kunnen innemen van positie.
28
CAPITA STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Code: 23011312 Docent(en): Prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER)
Beschrijving Materieel en formeel strafrecht bestaan uit diverse complexe onderwerpen. Deze zijn veelal in de bachelorfase aan de orde geweest en worden in de masterfase in beginsel als bekend verondersteld. Grondige kennis van een aantal van deze onderwerpen is echter dermate belangrijk dat zij in de masterfase moeten worden uitgediept. In het vak capita straf- en strafprocesrecht geldt als rode draad een verdieping van het straf- en strafprocesrecht aan de hand van een aantal onderwerpen. De keuze voor die onderwerpen wordt bepaald door de actualiteit en afgestemd op de inhoud van de overige vakken van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder practicum straf- en strafprocesrecht en privatissimum straf- en strafprocesrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: Dit vak beoogt een verdieping te geven van de in de bachelor opgedane kennis van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht en enkele onderdelen van formeel strafrecht. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: •
•
verdieping van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht. De kennis die zij hebben opgedaan in de bestudering van deze leerstukken, biedt handvatten ook de andere leerstukken van materieel strafrecht op vergelijkbare, intensieve, wijze te bestuderen. verdieping van onderdelen van formeel strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölçer Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. 29
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk open boek tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de in de reader opgenomen literatuur en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • •
Reader met artikelen Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. sheets.
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, Kamer C1.21 Bereikbaarheid: tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071-5278928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071-5277518 E-mail:
[email protected] 30
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie en verdieping in leerstukken van formeel en materieel strafrecht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
31
PRACTICUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011304 Docent(en): Mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, Mr. W. Morra ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving In het kader van het practicum straf- en strafprocesrecht maakt de student opdrachten die aansluiten op de realiteit van de strafrechtspleging. Bij de vorm van deze opdrachten ligt het accent op het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, toegespitst op de functie van een dergelijk stuk (zoals een pleidooi van een raadsman, een appelmemorie van de officier van justitie, een conclusie van een AG bij de Hoge Raad, een verzoekschrift aan het EHRM). De inhoud van de opdrachten vergt verdieping van de student in diverse thema’s van het materiële en formele strafrecht, mede bezien vanuit de optiek van een specifieke rol (die door de vorm wordt bepaald).
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is tweeledig. Enerzijds beoogt het vak de student vertrouwd en vaardig te maken met een aantal voor de rechtspraktijk noodzakelijke ambachtelijke vaardigheden, het verwerven van de daarvoor benodigde kennis van het vakgebied en de daarvoor benodigde documentatie, alsmede het strategisch doch juridisch juist gebruiken van de opgedane kennis. Anderzijds beoogt het vak de bij de studenten in de Bachelorfase opgedane kennis van en inzicht in het straf(proces)recht verder te verdiepen door een aantal specifieke strafrechtelijke leerstukken en thema’s aan de orde te stellen aan de hand van een concrete casus. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • •
hij heeft inzicht verkregen in de (procedurele) toepassing van het straf- en strafprocesrecht en is in staat kennis over het positieve recht in de context van de rechtspraktijk te plaatsen; hij is in staat de reeds opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van (keuzes binnen) de rechtspraktijk; hij is in staat om de juiste informatie te zoeken om problematische vraagstukken in behandeling te kunnen nemen; hij heeft onderscheidingsvermogen ontwikkeld ten aanzien van de verschillende rollen binnen het strafproces en ten aanzien van de verschillende soorten opdrachten. De student heeft zich dus het ‘partij-denken’ of het denken vanuit bepaalde belangen eigen gemaakt en kan afwegingen maken vanuit normatieve en ethische perspectieven alsook vanuit doelmatigheidsoverwegingen.
32
Onderwijsvorm Hoorcolleges Voorafgaand aan het vak wordt een instructiecollege verzorgd waarin aard en opzet van het vak worden toegelicht en wordt uitgelegd wat van de studenten wordt verlangd. Gedurende de onderwijsperiode wordt een aantal gastcolleges gegeven door strafrechtjuristen uit de praktijk. Eventueel wordt er een rechtbankbezoek georganiseerd in één van de weken voorafgaand aan het Practicumonderwijs. Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
•
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, mr. W Morra Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen uiterlijk een week voor de werkgroep (op een nader te bepalen tijdstip) een schriftelijke opdracht in hardcopy en digitaal te hebben ingeleverd. Tijdens de werkgroep is actieve participatie van studenten een basisvereiste. De opbouw en inhoud van de werkgroepen is mede afhankelijk van de inhoud en kwaliteit van de schriftelijke opdracht die de studenten inleveren en de richting waarin de studenten in de uitwerking van hun schriftelijke opdracht de oplossing van de voorliggende problematiek hebben gezocht. Mede daarom wordt van studenten verwacht dat zij elke opdracht serieus voorbereiden en een zo goed mogelijke schriftelijke opdracht maken.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Vijf tussentijdse schriftelijke opdrachten die gezamenlijk (en gelijkelijk) het eindcijfer vormen. Inleverprocedures Via e-mail en in hard copy (één exemplaar) die op het secretariaat van de afdeling strafrecht en strafprocesrecht (kamer C1.01) moet worden ingeleverd. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Overige literatuur: de tijdens de onderwijsperiode per onderwijsweek afzonderlijk via Blackboard bekend te maken startliteratuur die als uitgangspunt voor het schrijven van het schriftelijk werk dient; de literatuur en jurisprudentie die door studenten bij het maken van het schriftelijk werk wordt gevonden en verwerkt
33
Werkboek: alle informatie t.b.v. een goed verloop van het vak wordt voorafgaand en tijdens de onderwijsperiode via Blackboard verschaft. Reader: Geen. Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. M.J. Dubelaar Werkadres: Steenschuur 25 Kamer: C112 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 8916 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen •
•
Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen, inclusief het introductiecollege, de eventueel te verzorgen gastcolleges en het eventueel georganiseerde rechtbankbezoek een strikte aanwezigheidsplicht geldt. Het onderwijs van het vak wordt verzorgd in een periode van tien onderwijsweken. Verspreid over deze periode dienen de studenten vijf schriftelijke opdrachten te maken en zullen ook vijf werkgroepen plaatsvinden. Studenten moeten een week voor aanvang van elke werkgroep hun schriftelijke opdracht hebben voltooid en op bovengenoemde wijze hebben ingeleverd. Voorafgaand aan de onderwijsperiode zal een introductiecollege worden verzorgd en eventueel een rechtbankbezoek. In de week waarin studenten hun opdrachten inleveren, wordt eventueel een gastcollege verzorgd.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
34
PENITENTIAIR RECHT Code: 23045214 Docent(en): Prof. dr. mr . L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid of toelating tot master criminologie (zie ook OER).
Beschrijving Het onderwijs in het penitentiair recht biedt studenten kennis van en inzicht in het penitentiair recht, in het perspectief van de achterliggende dogmatiek, ideeën en maatschappelijke ontwikkelingen. Globaal gezegd omvat het penitentiair recht het stelsel van rechtsregels dat aangeeft welke sanctie van overheidswege naar aanleiding van een strafbaar feit mag worden opgelegd, alsmede de wijze van tenuitvoerlegging, waaronder de rechtspositie van geïnstitutionaliseerde mensen mede is begrepen. De straf(recht)theorieën die beogen een antwoord te geven op de vraag naar de rechtvaardiging en het doel van het straffen in het algemeen, zijn kernpunt op elk van deze deelgebieden. In het verlengde hiervan vormt het zoeken naar een evenwicht tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, anders gezegd, tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming, de rode draad bij de studie van de drie deelgebieden. Het antwoord op deze fundamentele vragen wordt beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen en hangt samen met eigen (juridische) normen. Rechtsvergelijking op een enkel onderdeel laat zien dat de ons omringende landen met dezelfde vragen worstelen en demonstreert de relativiteit van de keuzes van de Nederlandse wetgever. Ook door de bespreking van het toezicht van internationale organen op de executie krijgt de internationale dimensie aandacht.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is het bieden van een introductie van het penitentiaire recht. Het penitentiair recht betreft kort gezegd het vormgeven aan en het opleggen en executeren van strafrechtelijke sancties. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
Kennis van en inzicht in het penitentiair recht Reflectie op de (huidige) keuze van systematiek en juridische vormgeving van sancties tegen de (historische) achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen Ervaring met het geven van een presentatie, waarbij ze met betrekking tot concrete vragen van penitentiair recht tot een eigen gemotiveerde kritische waardering en standpuntbepaling komen.
Onderwijsvorm Hoorcolleges
35
• • •
Aantal à 2 uur: 3 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings, mw. mr. drs. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: de in het werkboek opgegeven literatuur.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings (studenten criminologie), mw. mr. dr. P.M. Schuyt (studenten rechtsgeleerdheid) Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende bijeenkomst verplichte literatuur en het voorbereiden van opdrachten die tijdens de werkgroep moeten worden uitgevoerd. Van de studenten wordt een actieve bijdrage aan de werkgroepen verwacht, die kan bestaan uit het houden van een presentatie, individueel of in groepsverband Het voorbereiden van en de aanwezigheid bij elke werkgroep, alsmede de actieve participatie aan de werkgroep zijn voorwaarden om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen.
Andere onderwijsvorm(en) •
• • •
Iedere student is verplicht een excursie naar een penitentiaire inrichting bij te wonen. Het is de ervaring dat het bezoeken van de ruimtes waar gedetineerden verblijven, alsmede de informatie van en discussie met medewerkers van de inrichting en gedetineerden, de interesse, kennis en het inzicht van de studenten vergroten. Het bijwonen van een excursie is een voorwaarde om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen. Namen docenten:Prof.dr. mr. L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: Geen In samenwerking met Delinkwentie en Samenleving wordt een college georganiseerd waarin een of meer ex-gedetineerden voorlichting geven over het leven in een penitentiaire inrichting en het leven na detentie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • • •
C. Kelk, Nederlands detentierecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Evt. nog nader bekend te maken literatuur; Actuele wettenbundel
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; 36
•
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; NB: De stamliteratuur is niet verplicht voor criminologiestudenten
Werkboek: •
Het werkboek, dat verspreid wordt via Blackboard, bevat o.a. een opgave van de verplichte literatuur en een toelichting daarop.
Reader: •
Reader penitentiair recht, bevattende tijdschriftartikelen, (toekomstige) wetgeving, buitenlandse regelingen, rechtspraak e.d.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. dr. P.M. Schuyt Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.09 Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7526 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Dit vak maakt onderdeel uit van de masterspecialisatie Straf(proces)recht (docent: P.M.Schuyt) en de Master Criminologie profiel veiligheidsbeleid en rechtshandhaving (docent: M. Moerings). De aanwezigheid bij alle werkgroepen is verplicht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
37
CRIMINOLOGIE VOOR JURISTEN Code: 23011314 Docent(en): mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving Het vak bestaat uit vijf hoorcolleges, twee werkgroepen en een responsiewerkgroep In de hoorcolleges wordt de verplichte studiestof behandeld, waarbij de volgende velden en onderwerpen aan de orde zullen komen: • • • • • • • •
Strafrechtelijke en criminologische vragen: normatief en empirisch denken Criminologie, politiek en beleid Het domein van de criminologie Aard en omvang van criminaliteit Beeldvorming rond criminaliteit Verklaringen voor criminaliteit Slachtofferproblematiek Reacties op criminaliteit
Tijdens de werkgroepen worden enkele criminologische theorieën toegepast op actuele ontwikkelingen binnen de verschillende facetten en stadia van de strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Hierin wordt de nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden om met behulp van sociaalwetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over (vormen van) strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Tijdens de responsiewerkgroep wordt een oefententamen besproken. In aanvulling op de hoorcolleges en werkgroepen zal, in samenwerking met de studieverenigingen van Criminologie en Strafrecht, een tweetal gastcolleges worden georganiseerd die aansluiten bij de actualiteiten en de verplichte studiestof.
Leerdoelen Doel van het vak: Sinds het einde van de negentiende eeuw is onze kennis van de strafrechtspleging verrijkt door onderzoek dat zich tot doel stelt de oorzaken van criminaliteit en de werking van de strafrechtspleging te onderzoeken. Het doel van deze cursus is om een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema’s waar de Criminologie zich mee bezig houdt en om vervolgens met behulp van deze kennis de student een instrumentarium mee te geven voor een andere dan juridische beschouwing van de criminele politiek en studenten inzicht te geven in de betekenis hiervan voor de bestudering van het strafrecht en de strafrechtspleging. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende kennis van criminologische theorieën om de praktische uitwerking van het strafrecht te kunnen bestuderen.
38
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • • •
Inzicht in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing; Begrip van de meerwaarde van de criminologie voor de (organen van de) strafrechtspleging en de strafrechtspraktijk; Kennis van beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek; Kennis van de belangrijkste begrippen en theorieën uit de criminologie Academische attitude, erin bestaande ook met behulp van andere dan juridische wetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over het strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • • •
Aantal à 2 uur: 5 Een aantal niet verplichte gastcolleges Namen docenten: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude en staf criminologie Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de vooraf opgegeven stof uit de reader en het boek. Zoals weergegeven via Blackboard.
Werkgroepen • •
Aantal à 2 uur: 3 (waarvan 1 responsiewerkgroep) Vereiste voorbereiding door studenten: Voorafgaand aan de werkgroep wordt op de blackboardomgeving van het vak een opdracht geplaatst die door studenten moet worden voorbereid.
In verband met het specifiek sociaal-wetenschappelijke karakter van de literatuur heeft – gegeven de contacturen – de student meer studie-uren beschikbaar voor literatuurstudie en wordt met het oog daarop naast de hoorcolleges en werkgroepen een uitgebreide responsiewerkgroep aangeboden. Andere onderwijsvorm(en) 2 gastcolleges.
Toetsing Toetsvorm(en) •
Schriftelijk tentamen
Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, waaronder de literatuur die via de blackboardomgeving van het vak wordt verspreid, en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en werkgroepen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
39
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; T. Newburn, Criminology, Willan Publishing: Cullompton [etc.] (laatste druk) Diverse aanvullende criminologische teksten die worden aangeboden via Blackboard.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.16 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail en tijdens een nog nader bekend te maken inloopspreekuur Telefoon: 071 – 527 7552 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: strafrecht en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
40
PRIVATISSIMUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011310 Docent(en): mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het Privatissimum straf(proces)recht bevat een verdiepende studie naar een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht o.a. op basis een analyse van de ontwikkelingen in jurisprudentie, wetenschap, wetgeving, politiek etc. Er worden diverse privatissima aangeboden die nauw aansluiten bij het profiel van de afdeling strafrecht in het algemeen en de wetenschappelijke expertise van de docenten in het bijzonder. De onderwerpen worden ieder jaar daarop afgestemd en kunnen per jaar verschillen. Het accent ligt op het aanleren van voor rechtswetenschappelijk onderzoek benodigde onderzoeks- en schrijfvaardigheden en het presenteren van de resultaten van onderzoek.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is de student vertrouwd, kundig en vaardig te maken met het doen van rechtswetenschappelijk onderzoek. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Door het privatissimum is de kennis van en het inzicht in een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht verdiept. Door het verrichten van een verdiepende studie, het maken van de opdrachten en het presenteren van de onderzoeksresultaten zijn in het bijzonder de volgende algemene vaardigheden (verder) ontwikkeld: • • • • • •
Het zelfstandig kunnen verrichten van onderzoek naar en selecteren van bronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak); Het kunnen toepassen van het uit verschillende bronnen gevonden materiaal op fundamentele vraagstukken van een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht; Het kunnen maken van een verslag van het verrichte onderzoek, waarin de resultaten, voorzien van bronvermelding worden gepresenteerd; Het kunnen formuleren en uitspreken van een betoog waarin een zelf geformuleerd standpunt wordt verdedigd ten overstaan van medestudenten; Het kunnen deelnemen aan en leiden van een discussie; Academische attitude.
Onderwijsvorm Hoorcolleges Geen. 41
Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
Aantal à 2 uur: 11 Namen docenten: mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen zich voor elke werkgroep te hebben voorbereid door het bestuderen van de voorgeschreven stof, het zelf opzoeken van relevante (aanvullende) literatuur, jurisprudentie, wetgeving etc. en het maken van de voor die week voorgeschreven opdracht.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Het eindcijfer wordt gevormd op basis van de resultaten van vier schriftelijke opdrachten, het referaat en de mondelinge bijdrage aan de discussies. Inleverprocedures Op papier, via e-mail. Examenstof De voor de opodracht benodigde literatuur, zoals aangewezen in het onderwijsprogramma van het betreffende privatissimum, alsmede de door studenten zelf vergaarde literatuur.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk. Werkboek: De informatievoorziening over de opbouw en de inhoud van de privatissima verloopt via Blackboard en de respectievelijke werkgroepen.
Reader: •
Leidraad Privatissimum straf- en strafprocesrecht
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • •
Vakcoördinator: Mr. G.K. Schoep Werkadres: KOG, kamer C.1.20 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard. 42
• •
Telefoon: 071 – 527 75 25 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen (6 weken lang) een aanwezigheidsplicht geldt.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
43
INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT Code: 23011308 Docent(en): Mr. dr. P.M. Schuyt, dr. C. Stahn e.a. ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het vak omvat de traditionele thema’s van het Internationaal en Europees strafrecht. De nadruk ligt daarbij op díe elementen die een rol spelen in de Nederlandse rechtsorde (de grote en kleine rechtshulp, het thema van de harmonisatie) en het tribunalenrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: De toenemende internationalisering van de – georganiseerde – misdaad, de vervolging en berechting van internationale misdrijven en de bestrijding van het terrorisme nopen de nationale, Europese en internationale wetgevende en uitvoerende autoriteiten meer samen te werken op het gebied van het strafrecht. De laatste jaren zijn verscheidene initiatieven genomen voor verhoogde interstatelijke samenwerking op het gebied van het strafrecht. Nieuwe of vernieuwde akkoorden inzake uitlevering, het Europees aanhoudingsbevel of andere rechtshulpvormen zijn het gevolg van deze vorm van internationalisering van het strafrecht. Het vak ‘Internationaal en Europees strafrecht’ heeft als doel kennis van en inzicht in het internationale en Europese strafrecht bij te brengen, om de student vertrouwd te maken met de zelfstandige vraagstukken van dit rechtsgebied en hem in staat te stellen de internationale en Europese dimensie die in andere vakken uit de opleiding naar voren komt te plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De student: • • • •
heeft inzicht verkregen in de internationale en Europese ontwikkelingen die leiden tot een steeds grotere invloed van het internationale recht en het Europese recht op het nationale strafrecht; heeft inzicht verkregen in de toepassing van het internationale en Europese strafrecht en is in staat kennis over het betreffende rechtsgebied in een realistische context te plaatsen; is in staat de opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van de rechtspraktijk; heeft inzicht verkregen in de implicaties van de invloed van het internationale en Europese recht op het Nederlandse strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges •
Aantal à 2 uur: 10 44
• •
Namen docenten: mr. dr. P.M. Schuyt; dr. C. Stahn e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen is behandeld tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Literatuur: • • •
E. van Sliedregt, J.M. Sjöcrona en A.M.M. Orie (red.), Handboek Internationaal strafrecht. Schets van het Europese en Internationale strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk Gedurende de cursus via Blackboard te verspreiden aanvullende literatuur Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. de sheets.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C.1.14 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
45
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
46
Informatie over docenten • Coördinatoren • Docenten Master Straf(proces)recht
47
48
Coördinatoren Coördinator Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur
Scriptiecoördinator Mw. mr. F.P. Ölcer Kamer: C 1.15 Tel.: 071 527 7520 E-mail:
[email protected] Spreekuur: op afspraak via het secretariaat, dhr. W. Bonis.
Stagecoördinator Mr. G.K. Schoep Kamer: C1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Secretariaat Mr. W. Bonis Kamer C 1.01 Tel.: 071 527 7518 E-mail:
[email protected] Bereikbaar: 09.00 – 17.00 uur, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Bij afwezigheid: mw. R.K.Rustige Kamer C 1.02 Te.: 071 527 7528 E-mail:
[email protected]
Vakcoördinatoren Vakcoördinator Rechtshandhaving - Recht Realiseren Mr.J.H. Crijns Kamer C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 13.00 – 14.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Ideeëngeschiedenis van het strafrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
49
Vakcoördinator Capita Straf- en Strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer: C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Practicum Straf(proces)recht Mw. mr. M.J. Dubelaar Kamer C 1.12 Tel.: 071 527 8916 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke maandag van 15.15 – 16.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Penitentiair Recht Mw. mr. drs. P.M. Schuyt Kamer C 1.09 Tel.: 071 527 7633 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke donderdag van 13.00 – 13.30 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Criminologie voor Juristen Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude Kamer C 1.16 Tel.: 071 527 7552 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Privatissimum Straf(proces)recht Mr. G.K. Schoep Kamer C 1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Internationaal en Europees Strafrecht Mr. J.H. Crijns Kamer: C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
50
Docenten Master Straf(proces)recht Prof. mr. C.P.M. Cleiren (Tineke)
B 1.45, Tel. 071 527 7530 E-mail:
[email protected]
Mr. J.H. Crijns (Jan)
C 1.14, Tel. 071 527 7521 E-mail:
[email protected]
Mw. Mr. M.J. Dubelaar (Marieke)
C 1.12, Tel. 071 527 8916 E-mail:
[email protected]
Mr. W. Geelhoed (Pim)
C 1.21, Tel. 071 527 8828 E-mail:
[email protected]
Prof. dr. L.M. Moerings (Martin)
C 1.05, Tel. 071 527 7633 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. F.P. Ölcer (Pinar)
C 1.15, Tel. 071 527 7520 E-mail:
[email protected]
Mr. G.K. Schoep (Ard)
C 1.20, Tel. 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt (Pauline)
C 1.09, Tel. 071 527 7526 E-mail:
[email protected]
Mr. J.M. ten Voorde (Jeroen)
C 1.21, Tel. 071 527 8928 E-mail:
[email protected]
Mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude (Maartje)
C 1.16, Tel. 071 527 7552 E-mail:
[email protected]
51
Mr. W. Bonis
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7518 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw C101 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
SECRETARIAATSMEDEWERKER STRAFRECHT Wim Bonis heeft Nederlands Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij in 1985 is afgestudeerd. Van 1991 tot 1999 heeft hij gewerkt bij de Bestuursdienst Rotterdam, bij de afdeling Bibliotheek en Documentatie. Hij verzorgt de secretariële ondersteuning van het Master onderwijs en van de Bachelor Keuzevakken (uitgezonderd Forensische psychiatrie). En hij is momenteel ook hoofdredacteur van de website van het Instituut voor Strafrecht & Criminologie.
52
Prof. mr. C.P.M. Cleiren
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7530 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw B145 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
HOOGLERAAR STRAF(PROCES)RECHT Na haar hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam (1991-2000), werd zij Directeur Generaal Wetgeving, Rechtspleging, Rechtshandhaving en Rechtsbijstand aan het Ministerie van Justitie (1997-2000).In 2000 werd zij benoemd tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht te Leiden. Zij is tevens Raadsheer plaatsvervanger aan het Hof Amsterdam. Daarnaast maakt zij deel uit van diverse stuurgroepen en commissies. Onderzoek Ze is samen met prof. dr. Joanne van der Leun programmacoördinator van het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
53
Mr. J.H. Crijns
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7521 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C114 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jan Crijns (1978) studeerde van 1996 tot 2001 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. In augustus 2001 studeerde hij af met als specialisatie straf- en strafprocesrecht. Tijdens zijn studietijd was hij onder meer werkzaam bij het Rotterdamse advocatenkantoor Nolst Trenité (thans Simmons & Simmons) en verbleef hij enkele maanden in New Orleans waar hij stage liep bij het St. Thomas Community Law Center. Sinds september 2001 is Jan Crijns verbonden aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie, eerst als promovendus en sinds april 2010 als universitair docent. Van 2001 tot 2010 verrichtte Jan Crijns promotieonderzoek naar de vraag op welke wijze op wilsovereenstemming gebaseerde instrumenten binnen de strafrechtspleging (transacties, voorwaardelijke sepots, toezeggingen aan getuigen etc.) moeten worden geduid en genormeerd. Gaat het hier om overeenkomsten en, zo ja, wat betekent dit voor de wijze waarop dit type instrumenten dient te worden genormeerd? Dit onderzoek – dat plaatsvond binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity – heeft inmiddels geresulteerd in het recent verschenen proefschrift ‘De strafrechtelijke overeenkomst. De rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht’ dat Jan Crijns op 17 juni 2010 heeft verdedigd (promotores prof. mr. C.P.M. Cleiren en prof. mr. J. Hijma). Jan Crijns is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht en Tekst & Commentaar Strafvordering. Daarnaast is Jan Crijns sinds september 2007 als rechterplaatsvervanger verbonden aan de Rechtbank Haarlem.
54
Mw. mr. M.J. Dubelaar
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 8916
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C112 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/dubelaarmj.jsp
DOCENT STRAF(PROCES)RECHT Marieke Dubelaar (1978) is als docent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Zij verzorgt zowel in de bachelor als in de master onderwijs op het terrein van het straf- en strafprocesrecht. Tevens is zij werkzaam als rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank ’s-Gravenhage. Onderzoek Sinds 2005 werkt Marieke Dubelaar aan een promotieonderzoek naar het gebruik van getuigenverklaringen in het strafproces. De aandacht gaat daarbij in het bijzonder uit naar de schriftelijke verslaglegging en audiovisuele registratie van getuigenverhoren (door de politie en/of de rechter-commissaris) en het gebruik van die registraties voor het bewijs. Met dit onderzoek wordt beoogd een duidelijk beeld te krijgen van de typisch Nederlandse werkwijzen en een basis te bieden voor vernieuwing in het juridisch denken over de rol en waarde van het getuigenbewijs. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
55
Mr. W. Geelhoed
+31 (0)71 527 8828 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C121
PHD FELLOW STRAF(PROCES)RECHT Pim Geelhoed studeerde tot 2006 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde af in de richting strafrecht met een scriptie met als onderwerp ‘Ineffectieve verdediging’. Sinds datzelfde jaar is hij als PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie (vanaf 2009 Het Instituut voor Strafrecht & Criminologie). Onderzoek In zijn promotieonderzoek, getiteld het opportuniteitsbeginsel in een integrerend Europa, staat centraal hoe het opportuniteitsbeginsel, en daarmee het gehele Nederlandse vervolgingsbeleid, onder druk staat als gevolg van steeds verdergaande Europese integratie, en wat de aangewezen reactie is op die toegenomen druk. Hierbij worden de gevolgen voor de verschillende actoren in de strafrechtspleging betrokken en worden tevens constitutionele aspecten van deze ontwikkeling nader beschouwd. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
56
Prof. dr. mr. L.M. Moerings
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7633 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C105 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden 1
HOOGLERAAR PENOLOGIE Martin Moerings is hoogleraar penologie (‘wetenschappelijke bestudering van straffen’) aan de universiteit van Leiden. Hij studeerde sociologie in Tilburg en rechten in Utrecht. In 1977 promoveerde hij op het proefschrift De gevangenis uit, de maatschappij in, een empirische studie naar de sociale gevolgen van de gevangenisstraf voor de gedetineerde en zijn familie. Tot 1 september 2005 was Martin Moerings verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor strafrechtswetenschappen van de universiteit van Utrecht. In 2003 hield hij daar zijn oratie Straffen met het oog op veiligheid, een onderneming vol risico’s. In onderwijs en onderzoek houdt hij zich bezig met het spanningsveld tussen rechtswaarborgen bij de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties enerzijds en de effectiviteit ervan anderzijds. Daarnaast heeft hij de afgelopen jaren onderzoek verricht naar de versterking van de positie van het slachtoffer binnen de strafrechtspleging en de aanscherping van de zedenwetgeving.Binnen het departement strafrecht en criminologie is hij lid van het dagelijks bestuur en heeft hij de dagelijkse leiding van de afdeling criminologie en penologie. Hij is voorzitter van de examencommissies van de opleiding criminologie. Bovendien maakt hij deel uit van het onderwijsbestuur van de faculteit rechten.Moerings is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie (NVK), rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank in Arnhem, lid van de Raad voor Stafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), en lid van de deelredactie Sancties van Delikt en Delinkwent.
57
Mw. mr. F.P. Olcer +31 (0)71 527 7520 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie KOG Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C115
UD STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Pinar Ölcer heeft Nederlands Recht in Leiden gestudeerd. Zij is op 14 februari 2006 gepromoveerd – ook in Leiden – op het onderzoek ‘Eerlijk proces en Bijzondere opsporing’, dat in 2008 is uitgegeven bij Wolf Legal Publishers.
58
Mr. G.K. Schoep
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7525 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C120 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT G.K. (Ard) Schoep (1975) behaalde in 1993 zijn VWO-diploma aan de Christelijke Scholengemeenschap ´Oude Hoven´ te Gorinchem. In 1999 behaalde hij zijn doctoraal Nederlands Recht, afstudeerrichting strafrecht, aan de Universiteit Leiden. In die periode was hij tevens werkzaam bij de Leidse Rechtswinkel en studeerde hij aan de Humboldt Universiteit in Berlijn (D). Van 2000 tot 2008 was hij als AIO, respectievelijk PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Hij gaf en geeft werkgroepen en colleges in diverse strafrechtelijke vakken. Thans is hij coördinator van Bachelor 3 Straf- en strafprocesrecht en van het mastervak Privatissimum Straf(proces)recht. In november 2008 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent straf- en strafprocesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Ard Schoep is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht, Strafvordering en (tot 2008) Internationaal Strafrecht. Tevens is hij sinds september 2007 rechterplaatsvervanger in de rechtbank Haarlem. Onderzoek Ard Schoep promoveerde op 20 oktober 2008 aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Straftoemetingsrecht en strafvorming (Deventer: Kluwer 2008). Hij is fellow binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity en coördinator van het deelprogramma ‘Handhaving, interventies, sancties’. Met prof.mr. C.P.M. Cleiren organiseerde hij in 2001 de conferentie Rechterlijke Samenwerking. Hij redigeerde met prof. mr. C.P.M. Cleiren ook de naar aanleiding van deze conferentie verschenen bundel Rechterlijke Samenwerking (Deventer: Kluwer 2001). Binnen een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, de Universiteit Groningen en de Universiteit Rotterdam redigeerde hij met A.F.M. Brenninkmeijer e.a. de bundel De taakopvatting van de rechter (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003). Samen met Jan Crijns en Patrick van der Meij organiseerde hij het congres De taak van de strafrechtswetenschap georganiseerd. Als uitvloeisel daarvan verscheen de bundel De taak van de strafrechtswetenschap (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005). Met Pauline Schuyt verrichtte hij, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, onderzoek naar Instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting (Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005). Ard Schoep is ook de contactpersoon voor de studievereniging Studiekring over Strafrecht (SOS). 59
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt
[email protected] E-Mail: Telefoon: 071-527 7526 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C109 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT
Pauline Schuyt studeerde Nederlands recht en Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1997 begon ze als junior docent straf(proces)recht aan de Rechtenfaculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Op dit moment werkt ze als universitair hoofddocent straf(proces)recht bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden. Onderzoek Pauline Schuyt is op 7 januari 2010 gepromoveerd op een onderzoek dat is gericht op straftoemeting en strafmotivering, en is getiteld Verantwoorde Straftoemeting. In haar proefschrift beschrijft ze de grote vrijheid van de rechter op het gebied van de straftoemeting en de consequenties die dit heeft voor de strafoplegging. Ze pleit voor een uitgebreidere strafmotivering, ter verantwoording van het gebruik van de grote straftoemetingsvrijheid. In ander onderzoek heeft zij zich bezig gehouden met de volgende onderwerpen: strafoplegging & motivering in de praktijk, met het gebruik van instrumenten ten behoeve van de strafoplegging, en materieel strafrecht: deelneming.
60
Mr. J.M. ten Voorde
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 8928 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C 1.21 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jeroen ten Voorde (1977) is universitair docent straf(proces)recht. Hij studeerde Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen werd hij onderzoeker-in-opleiding bij de sectie rechtsfilosofie van de faculteit rechtsgeleerdheid van voornoemde universiteit. Zijn promotieonderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre in het (materiële) strafrecht ruimte bestaat om rekening te houden met culturele diversiteit. Tussen 2001 en 2005 verzorgde hij ook werkgroeponderwijs rechtsfilosofie en was hij betrokken bij het keuzevak ‘verdieping rechtsfilosofie’. Sinds september 2005 is hij bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden werkzaam. Hij is coördinator van de masterspecialisatie straf(proces)recht. Voorts is hij als rechter-plaatsvervanger verbonden aan de rechtbank Haarlem. Onderzoek Op 28 juni 2007 promoveerde Jeroen ten Voorde op het proefschrift Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgegeven in 2007 bij Wolf Legal Publishers te Nijmegen. Sinds zijn promotie publiceerde hij nog diverse artikelen op het terrein van multiculturaliteit en strafrecht. Recentelijk verscheen in de reeks praktijkcahiers van de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten het boek Culturele verdediging in strafzaken (Sdu uitgevers, 2009). Op het terrein van onderzoek was hij ook betrokken bij de organisatie van de landelijke strafrechtsdag 2006 en lid van de redactie van de bundel Op zoek naar samenhang (Boom Juridische uitgevers, 2006), die naar aanleiding van deze dag verscheen. Met Jan Crijns en Patrick van der Meij vormde Jeroen ten Voorde de redactie van de bundel De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (Boom Juridische uitgevers), die in augustus 2008 is verschenen. Naast zijn onderzoeksbelangstelling voor multiculturaliteit en strafrecht, is zijn onderzoek ook gericht op materieelrechtelijke, strafrechtstheoretische en -filosofische onderwerpen.
61
Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 7552
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C116 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/ woudemahvander.jsp
Algemeen Maartje van der Woude (1980) is PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Ze studeerde van 1998-2002 Nederlands recht, met strafrecht als specialisatie, aan de Universiteit Leiden. Van 2002-2005 heeft Maartje tevens de studie Criminologie, met als master Veiligheidsbeleid en Rechtshandhaving, cum laude afgerond. Na haar afstuderen werd zij PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de faculteit der rechstgeleerdheid van voornoemde universiteit. Tijdens haar studies is ze een aantal jaren actief geweest voor de Kinder- en Jongeren Rechtswinkel Den Haag, heeft ze gewerkt als student-assistent bij de afdeling Criminologie en heeft zij een half jaar gestudeerd aan de University of Texas in Austin, Amerika. In Texas liep zij onder meer stage bij een pro deo advocatenkantoor, waar ze de belangen behartigde van jeugdige verdachten en heeft ze, in het kader van haar masterscriptie onderzoek gedaan naar zogenaamde boot camps voor jeugdige delinquenten. In 2007 organiseerde en coordineerde zij de succesvolle Honours Class ‘Criminal Justice Policies in the Risk Society: the necessity of a multi disciplinary approach’. Maartje maakt deel uit van de redactie van de onderwijsbundel Jurisprudentie Strafrecht Select (SDU uitgevers) en is ze co-hoofdredacteur van Proces: Tijdschrift voor de Strafrechtspleging (Boom Juridische Uitgevers). Onderzoek In het kader van haar promotieonderzoek buigt Maartje zich over de (totstandkoming) van de terrorismewetgeving. In het kader van haar promotieonderzoek heeft Maartje in 2008 gedurende 7 maanden als ‘visiting research scholar’ werkzaam geweest aan het Center for the Study of Law and Society van de University of California te Berkeley. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
62
Overige informatie • Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) • Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven
63
64
Studenten die geïnteresseerd zijn in het strafrecht opgelet! Naast de theorie is strafrecht natuurlijk vooral boeiend in de praktijk, een aspect dat tijdens de studie wat minder centraal staat. Daarom is er de Studiekring Over Strafrecht. Dit dispuut biedt de studenten een hoop extra mogelijkheden om met de praktijk van het strafrecht in aanraking te komen. Zo worden er diverse lezingen gehouden door advocaten, raadsheren en leden van het Openbaar Ministerie. Daarnaast worden er excursies georganiseerd, zoals bijvoorbeeld naar gevangenissen, advocatenkantoren en andere instanties waar de strafrechtjurist een belangrijke rol speelt. Het strafrechtelijk dispuut is op 22 januari 1932 opgericht door Prof. mr J.M. van Bemmelen. Van Bemmelen was van 1931 tot en met 1968 hoogleraar Strafrecht en Strafvordering aan de Rijksuniversiteit te Leiden. De huidige beschermheer is prof. mr. Th.A. De Roos (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Tilburg) en de beschermvrouw is prof. mr. C.P.M. Cleiren (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Leiden). Het lidmaatschap van S.O.S. wordt voor studenten die erover denken om strafrecht als master te kiezen zeer aangeraden, zowel door de docenten als (oud)leden die weten hoe nuttig het lidmaatschap kan zijn. Uiteraard kunnen ook Bachelorstudenten, die het strafrecht interessant vinden, lid worden. Daarnaast is het natuurlijk ook gezellig en biedt het je de ideale mogelijkheid om eens een kijkje in de strafrechtspraktijk te nemen!Voor informatie zijn wij te allen tijde beschikbaar; wij hopen snel iets van je te horen!!
Het S.O.S.-bestuur:
Voorzitter: Secretaris: Acitiviteiten: Penningmeester:
Laurens Nooijen Celesta Bonnet Jessica Koek Rosalinde Brand
E-mail: s o s @ l aw. l ei d en u n i v . n l Website: http://www.sos-leiden.nl/
65
Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven Rechtbank Haarlem Bezoekadres Simon de Vrieshof 1 2019 HA Haarlem Correspondentie-adres Postbus 1621 2003 BR Haarlem Telefoonnummer (023) 512 61 26 Faxnummer (023) 512 63 64 Zittingen Strafzaken: In principe elke werkdag van 09.00-15.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. Het kan zijn dat er op een bepaalde dag geen zitting van de Politierechter is, maar dat is niet van te voren aan te geven, en als deze geen zitting heeft, dan is er zeker een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepsbezoek graag even van te voren melden.
Rechtbank 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ 's-Gravenhage Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH 's-Gravenhage Telefoon (070) 381 31 31 Fax 070 381 1076 (extra judicieel) 070 381 3797 (civiele en strafgriffie) Zittingen Strafzaken: Zowel de Politierechter als de Meervoudige Kamer elke dag behalve vrijdag van 09.3017.00 uur. Groepen groter dan 5 mensen dienen van te voren (telefonisch) te worden aangemeld.
66
Gerechtshof 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ Den Haag Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH Den Haag Telefoonnummer (070) 381 31 31 Zittingen Sector Strafrecht: Gewone strafzaken worden iedere dag behandeld, van 09.30-16.00 uur. Groepsbezoek kan beter van te voren (telefonisch) aangemeld worden. Het Hoger Beroep in de Raadkamer betreft een besloten zitting die alleen op donderdagen plaatsvindt. Op aanvraag kunnen deze wel individueel bijgewoond worden, maar niet door groepen.
Rechtbank Rotterdam Bezoekadres Wilhelminaplein 100 - 125 3072 AK Rotterdam Correspondentie-adres Postbus 50950 3007 BL Rotterdam Telefoonnummer (010) 297 12 34 Zittingen Strafkamer: Zowel politierechter als meervoudige kamer elke dag van 09.00-17.00 uur. Groepsbezoek moet van te voren (telefonisch) even gemeld worden (via algemeen tel nr, doorverbinden naar bureau communicatie)
Rechtbank Amsterdam Bezoekadres Parnassusweg 220 1076 AV Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 84500 1080 BN Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer In principe elke dag van 09.00-17.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. De drukste dagen zijn dinsdag, donderdag en vrijdag. Op maandag en 67
woensdag kan de zitting van kortere duur zijn. Het kan zijn dat niet elke dag de Politierechter zitting heeft, maar dan is er altijd een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepen van meer dan 3 personen graag van te voren even melden: 020-541 5015 (Petra Rodders)
Gerechtshof Amsterdam Bezoekadres Prinsengracht 436 1017 KE Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 1312 1000 BH Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer: Elke dag van 09.30-15.00 uur. Groepen dienen zich van te voren (telefonisch) aan te melden. Individuen moeten zich even ter plekke melden bij de bode.
68
Informatie Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht
Studiejaar 2010-2011
Bijgewerkt tot 26 augustus 2010
1
2
Inhoudsopgave -
Introductie, onderwijsrooster, stage en scriptie Ter inleiding ................................................................................................5 Rooster Masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht 2010/2011...............6 Tweejarige masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht............................8 De arbeidsmarkt ...........................................................................................9 Stages via de Afdeling straf- en strafprocesrecht ......................................10 Het schrijven van een afstudeerscriptie .....................................................12 Het beoordelingschema voor de masterscriptie .........................................19
-
Mastervakken straf(proces)recht Rechtshandhaving – Recht Realiseren.......................................................23 Ideeëngeschiedenis van het strafrecht........................................................26 Capita straf- en strafprocesrecht ................................................................29 Practicum straf(proces)recht ......................................................................32 Penitentiair recht ........................................................................................35 Criminologie voor juristen.........................................................................38 Privatissimum straf(proces)recht ...............................................................41 Internationaal en Europees Strafrecht........................................................44
-
Informatie over docenten Coördinatoren ............................................................................................49 Docenten Master Straf- en strafprocesrecht...............................................51 Individuele medewerkerspagina’s .............................................................52
-
Overige informatie Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) ..........................................................65 Adres- en zittingsinformatie rechtbanken en gerechtshoven .....................66
3
4
Ter inleiding De Leidse master rechtsgeleerdheid bestaat uit een aantal specialisaties. Elke specialisatie kent een vaste kern van vakken en een aantal voor de betreffende specialisatie bijzondere vakken. De vaste kern van vakken maakt duidelijk dat elke masterspecialisatie onderdeel is van de master rechtsgeleerdheid en studenten die in Leiden hun master rechtsgeleerdheid doen bovenal als jurist worden opgeleid. Zij bestaat uit de vakken practicum en privatissimum en twee vakken waaraan studenten van verschillende masterspecialisaties deelnemen. De format van practicum en privatissimum is bij elke specialisatie dezelfde, maar wordt uiteraard per specialisatie apart ingevuld. Hiermee wordt enerzijds een zekere gelijkheid in zwaarte tussen de verschillende specialisaties beoogd, maar anderzijds de eigenheid van elke specialisatie benadrukt. De masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht is uiteraard gericht op verdieping van in de in de bachelor opgedane kennis van het straf- en strafprocesrecht maar geeft daarnaast ook inzicht in nog niet behandelde gebieden van het straf- en strafprocesrecht, namelijk het internationale en Europese strafrecht en het penitentiaire recht. Tevens, en daarmee is de specialisatie anders dan de andere masterspecialisaties, wordt kennisgemaakt met een aan het strafrecht gelieerd wetenschapsgebied, namelijk de criminologie. Zonder kennis van de criminologie is bestudering van het straf- en strafprocesrecht namelijk onvolledig. In dit boekje wordt in de eerste plaats een overzicht gegeven van de vakken die in de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht worden aangeboden. Voltijdstudenten volgen in principe een vast en door studenten als intensief maar ook zeer leerzaam ervaren programma. Hierdoor worden zij geacht in staat te zijn om hun master in één jaar te halen. Hoewel het curriculum vast staat, bestaat er niettemin de mogelijkheid om door het Instituut voor Strafrecht en Criminologie gefaciliteerde stages bij het arrondissements- en ressortsparket van Haarlem en Den Haag en de rechtbank Haarlem en Den Haag te volgen. Informatie hierover is ook in dit boekje te vinden. In de tweede plaats worden ook de docenten die in de master vakken verzorgen of daarin betrokken zijn, voorgesteld. In de derde plaats vindt u informatie over de strafrechtelijke studievereniging Studiekring Over Strafrecht (S.O.S.), waarvan wordt verwacht dat iedere masterstudent lid is, het arbeidsmarktperspectief en adressen van rechtbanken en gerechtshoven voor het bijwonen van zittingen. Ook voor deeltijdstudenten is informatie opgenomen over het volgen van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht. .
5
Rooster Masterspecialisatie Straf- en Strafprocesrecht 2010-2011 1e semester: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen, in de periode 07-09-2010 t/m 05-10-2010, van 15.00 – 17.00 uur, in A 144; en op woensdagen, in de periode 08-09-2010 t/m 06-10-2010, van 19.00 – 21.00 uur, in de Campus Den Haag,, DH1/HV2.
Docenten: Coördinator: Tentamen:
Mr. J.H. Crijns, mr. P.C. Adriaanse, mr. A. Cuyvers Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 14-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 13-01-2011
• Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op donderdagen: op 09-09-2010 en 16-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144; op 23-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in C 131; op 30-092010 en 07-10-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144.
Docent: Tentamen:
Mr. J.M. ten Voorde (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 10-01-2011
• Capita Straf- en Strafprocesrecht Onderwijs:
: Docenten: Coördinator: Tentamen:
Werkcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 23-11-2010, van 17.00 – 19.00 uur, in B 041.
Prof.mr. C.P.M. Cleiren, Mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer Mr. J.M. ten Voorde Schriftelijk tentamen op 22-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 24-01-2011
• Practicum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiecollege op 06-09-2010 van 17.00 – 19.00 uur, in B 031. Werkgroepen op de volgende maandagen: 27-09-2010, 18-10-2010, 01-11-2010, 15-11-2010, 29-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur, van 13.00 – 15.00 uur en van 17.00 – 19.00 uur. Al deze werkgroepen vinden plaats in A 014.
Docenten: Tentamen:
Mw mr. M.J. Dubelaar (tevens coördinator), mr. R. Malewicz en mr. W. Morra Som van het cijfer van vijf schriftelijke opdrachten
• Penitentiair Recht Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 2311-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in A 144. Werkgroepen op donderdagen in de periode 11-11-2010 t/m 16-12-2010, m.u.v. 25-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur en van 11.00 – 13.00 uur, in C 004. (Voor criminologie studenten vinden er werkgroepen plaats op woensdagen in de periode 10-11-2010 t/m 15-12-2010, m.u.v. 24-11-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in C 004.) Dus hou er rekening mee bij de inschrijving via uSis, dat de woensdagwerkgroepen alleen voor criminologiestudenten zijn bestemd en de donderdagwerkgroepen alleen voor strafrechtstudenten!
Docenten: Tentamen:
Prof. dr. L.M. Moerings, mw. mr.dr. P.M. Schuyt (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 20-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 26-01-2011 6
2e semester: Ten tijde van het drukken van dit boekje waren de roosters van het 2e semester nog niet vastgesteld.
• Criminologie voor juristen Onderwijs: Docenten: Tentamen:
Werkcolleges op…. Responsiecollege op …. Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-03-2011 en schriftelijk hertentamen op 18-04-2011
• Privatissimum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiewerkgroep op…. Werkgroepen op ….
Docenten:
Mr. G.K. Schoep (tevens coördinator), mr. J.M. ten Voorde, gastdocent
Tentamen:
De som van vier schriftelijke opdrachten, een referaat en de deelname aan discussies tijdens de werkgroep
• Internationaal en Europees Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op …..
Docenten: Coördinator Tentamen:
Mw. mr.dr. P.M. Schuyt, mr. C. Stahn, e.a. Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 06-06-2011 en schriftelijk hertentamen op 04-07-2011
• Scriptie Coördinator:
Mw. mr. F.P. Ölcer
N.B: In het bovenstaande onderzicht zijn niet de eventuele wijzigingen opgenomen, die tijdens het studiejaar zijn doorgevoerd. Controleer daarom altijd de college- en werkgroeproosters en de tentamenkalender op de website: http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/sg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/wg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/tntkal/
7
Tweejarige Master Straf- en Strafprocesrecht voor deeltijdstudenten Studenten die in september instromen, wordt aanbevolen om de volgende volgorde te hanteren: 1e jaar: 1e semester: - Practicum Straf(proces)recht - Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht of Penitentiair Recht 2e semester: - Criminologie voor Juristen - Internationaal en Europees Strafrecht
2e jaar: 1e semester: - Rechtshandhaving – Recht realiseren - Capita Straf(proces)recht - Penitentiar Recht of Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2e semester: - Privatissimum Straf(proces)recht - Scriptie Bij instroom in januari dient de volgorde van de vakken overlegd te worden met de coördinator van de masterpecialisatie straf- en strafprocesrecht, mr. J.M. ten Voorde. Daartoe kan een afspraak gemaakt worden via het Secretariaat Strafrecht (tel: 071 527 7518 of e-mail:
[email protected]).
8
De arbeidsmarkt Strafrechtjuristen blijven in een samenleving waarin criminaliteit nooit afwezig zal zijn, altijd nodig. Hoewel ook de arbeidsmarkt voor juristen de laatste jaren onder de economische crisis heeft geleden, zijn er ook tekenen dat, met het aantrekken van de economie, ook voor juristen de arbeidsmarkt verbetert. De rechterlijke macht Met name in de rechtspleging bestaat een constante behoefte aan strafrechters, officieren van justitie en strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten. De rechterlijke macht neemt zowel voor de raio-opleiding als voor de griffies en parket-secretariaten strafrechtelijk afgestudeerde juristen aan. Het enkel volgen van een strafrechtelijke master is geen selectiecriterium voor de raio. Op de griffies van de gerechten is geregeld vraag naar gerechtssecretarissen met een strafrechtelijke achtergrond. Voor de parketten van het Openbaar Ministerie bestaat met enige regelmaat vraag naar parketsecretarissen. De advocatuur Strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten werken op grote of kleine kantoren in de algemene praktijk of op (enkele) grote kantoren in een strafrechtssectie. Het aantal op strafrecht georiënteerde kantoren is de laatste jaren sterk gegroeid. Hun specialisme wordt alom erkend. Behandeling van zaken voor de Hoge Raad of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt bij deze gespecialiseerde kantoren regelmatig voor. Binnen de politie is een ontwikkeling gaande tot verdere professionalisering waardoor voor academisch geschoolde strafrechtspecialisten meer plaats is. Andere mogelijke werkterreinen De reclassering en de kinderbescherming behoren vanouds tot de werkterreinen voor strafrechtjuristen en ook bij het bureau van de Nationale Ombudsman, de bureaus van sociale raadslieden en verzekeringsmaatschappijen en in andere functies op het terrein van de rechtshandhaving komen strafrechtelijk afgestudeerden terecht. Vanwege de strafrechtelijke aanpak van economische criminaliteit (fraude, witwassen van geld, fraude met EG-subsidies etc.) en milieucriminaliteit (door en in bedrijven, overheden etc.) heeft ook het bedrijfsleven - in toenemende mate - belangstelling voor strafrechtelijk geschoolde juristen. Naast de genoemde mogelijkheden kunnen strafrechtelijk gespecialiseerde juristen terecht in vele functies waarin algemeen opgeleide juristen worden gevraagd, zoals wetgevingsjuristen, de wetgevingsacademie, diverse beleids- en adviesfuncties binnen de onderscheiden ministeries en functies binnen gemeenten. Tot slot kan men nog denken aan functies als: wetenschappelijk onderzoeker in strafrecht/criminologie aan een universiteit, het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie) en het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving).
9
Stages via de Afdeling Straf- en strafprocesrecht Als student van de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht kun je onder andere stage lopen bij een rechtbank, een gerechtshof of het Openbaar Ministerie. Stagelopen is geen verplicht onderdeel van deze master en je kunt er geen studiepunten mee verdienen, maar het is wél een zeer waardevolle aanvulling. Je krijgt de kans de strafrechtspraktijk van heel dichtbij en zeer intensief te leren kennen. Studenten die de stage al hebben gedaan, zijn zonder uitzondering enthousiast over de inhoud van de werkzaamheden en de aard en omvang van begeleiding. Afspraken over stages De Afdeling Straf- en strafprocesrecht heeft met verschillende instanties afspraken gemaakt over onder meer de inhoud en de duur van de stage. De studenten die graag stage willen lopen bij één van de stage-instanties kunnen contact opnemen met de stagecoördinator van de afdeling. Deze zorgt in overleg met de instanties voor de plaatsing van studenten. De stage-instanties zijn: • • •
De rechtbanken in Den Haag en Haarlem Het Openbaar Ministerie in Den Haag (arrondissements- en ressortsparket) De gerechtshoven in Den Haag en Amsterdam
Inhoud In de eerste weken van je stage krijg je uitgebreid de gelegenheid om verschillende soorten strafzaken bij te wonen en mee te kijken over de schouder van een medewerker (griffier of secretaris). Vervolgens leer je hoe je een strafzaak voor de terechtzitting voorbereidt en achteraf weer afrondt (met de nodige begeleiding). Tijdens de stage bij één van de gerechten zal je na enige tijd zelfstandig als griffier optreden en meerdere zaken afhandelen. Tijdens de stage bij de parketten draag je na enige tijd de verantwoordelijkheid voor de behandeling van verschillende dossiers. De gerechten en parketten zorgen zelf voor variëteit in de strafzaken en werkzaamheden waarbij je wordt betrokken. Enkele voorbeelden: • • • • •
meedraaien in het kabinet van de rechter-commissaris werk voorbereiden voor politierechterzittingen griffierwerkzaamheden bij de meervoudige kamer bijwonen raadkamerzittingen overzichtelijk samenvatten van zeer omvangrijke dossiers
De gerechten en parketten zorgen voor een goede begeleiding van de studentstagiair en geven deze ook een officiële eindbeoordeling. Duur De stages zijn full time (vijf of vier dagen in de week). Er wordt natuurlijk altijd rekening gehouden met tentamens, een laatste vak dat je moet volgen of gemaakte afspraken met je scriptiebegeleider. 10
Vergoeding Alle stage-instanties kennen een vergoeding. De hoogte verschilt per instantie. (Let wel: de vergoeding is niet te vergelijken met die van een bijbaantje). Strafrechtelijk dispuut S.O.S. Je kunt natuurlijk ook zelf een stageplaats zoeken, bijvoorbeeld bij een advocatenkantoor. Geregeld worden op de site van het strafrechtelijk dispuut S.O.S. advertenties geplaatst voor incidentele stagemogelijkheden of bijbaantjes. Interesse of meer informatie? Drie keer per jaar houdt de afdeling kennismakingsgesprekken met geïnteresseerde studenten. Na dit gesprek brengen wij de studenten die daar gezien de vordering in hun studie aan toe zijn, in contact met de stage-instantie. De gesprekken vinden plaats in: • • •
juni voor de stageperiode vanaf 1 september november voor de stageperiode vanaf 1 januari maart voor de stageperiode vanaf 1 mei.
Wil je in aanmerking komen voor een stageplaats bij de gerechten of de parketten, of wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar Ard Schoep:
[email protected], stagecoördinator voor de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht.
11
Over het schrijven van een afstudeerscriptie Het is goed om je zo vroeg mogelijk in de masterfase te gaan bezighouden met datgene waar het toch op uitdraait: het schrijven van een afstudeerscriptie. Het is erg nuttig om bij de vakken die je volgt te ontdekken welke onderzoeksgebieden je goed liggen en je interesseren, en ook om de schriftelijke vaardigheden die je opdoet bij vakken als Practicum en Privatissimum te kunnen aanwenden voor het schrijven van je afstudeerscriptie. Hier volgt de informatie die voor elke student die strafrechtelijk wil afstuderen, van belang kan zijn.
Het kiezen van een onderwerp Het begin Voor het schrijven van een afstudeerscriptie is het goed om al in een vroeg stadium één of meerdere onderwerpen te vinden waar je over zou willen schrijven. Als eerste voorwaarde geldt dat voor een strafrechtelijke scriptie het onderwerp ‘voldoende juridisch’ én ‘voldoende strafrechtelijk’ is, dat wil zeggen dat er een strafrechtelijke benadering van het onderwerp mogelijk is. Het is vaak zo dat scriptieonderwerpen worden ingegeven door onze Mastervakken als Ideeëngeschiedenis, Penitentiair recht, Recht Realiseren (Rechtshandhaving), Criminaliteit & Sanctionering en Internationaal & Europees recht. Ook de onderwerpen die aan de kaak worden gesteld in het Practicum of het Privatissimum kunnen leiden tot ideeën voor een onderwerp. Probeer in je onderwerpkeuze wel los te komen van de onderwerpen die je al heel concreet bij de Mastervakken hebt behandeld. Vrije keuze De keuze van een geschikt onderwerp is vooral een kwestie van je eigen interesse en gericht zoeken. Interesse is belangrijk, want een scriptie schrijven is voor de meeste studenten toch een hele klus. Een onderwerp dat je zelf boeiend vindt, verlicht de last. Laat je niet van de wijs brengen door medestudenten die zeggen dat er onderwerpen zijn waarover je niet zou mogen schrijven, bijvoorbeeld omdat een andere student daar al over heeft geschreven. Geen enkel onderwerp geniet een beschermde status en er is ook geen onderwerp dat is verboden. Natuurlijk is het wel leuk als je een origineel thema weet aan te snijden. Een gesprekje met de scriptiecoördinator kan je daar ongetwijfeld bij helpen. Als je eenmaal een onderwerp hebt bedacht, vraag dan voor de zekerheid na of je met dat onderwerp aan de slag kunt gaan. Los van de vrijheid die je hebt in je onderwerpkeuze, kan het namelijk zo zijn dat een bepaald onderwerp al zo vaak is beschreven (in scripties of in het algemeen) dat het erg moeilijk wordt een scriptiebegeleider te vinden. Voorbeelden Er zijn studenten die van begin af aan weten wat hen interesseert. De ene student heeft als hobby het werken met computers en het bouwen van de meest complexe netwerken; wellicht dat hij of zij zich wil verdiepen in de opsporing van strafbare feiten door middel van ICT-toepassingen of in computercriminaliteit. Een andere student heeft weer veel affiniteit met voetbal en zal zich willen verdiepen in de aanpak van voetbalgerelateerd geweld of het strafrecht als ultimum remedium bij ernstige overtredingen op het voetbalveld. Weer een andere student heeft in de Bachelorfase van de studie een keuzevak gevolgd, bijvoorbeeld op het gebied van het jeugdrecht, de forensische psychiatrie of de criminalistiek, dat hij of zij voor zijn scriptieonderzoek dat terrein nader wil verkennen, bijvoorbeeld met de vraag onder welke voorwaarden op jeugdigen het volwassenenstrafrecht mag worden toegepast en wat daarvan is te verwachten. 12
Zoeken naar een onderwerp Meestal is het echter zo, dat een student nog niet zo goed weet welk onderwerp hij of zij zal kiezen. In dat geval adviseren wij studenten zich op het internet en in de bibliotheek van de Faculteit te verdiepen in bijvoorbeeld recente wetsvoorstellen en wetswijzigingen (www.rechtsorde.nl, www.rijksoverheid.nl/justitie), in kamervragen die aan de minister van Justitie worden gesteld, in onderwerpen die worden besproken in vakbladen (denk aan Ars Aequi, Delikt & Delinkwent, het Nederlands Juristenblad, Strafblad, Nieuwsbrief Strafrecht, Proces), in krantenartikelen en journaals op televisie om ideeën op te doen. Je moet even zoeken, maar dan heb je wel een reeks van mogelijke onderwerpen. Even doorzoeken Kijk vooral verder dan je neus lang is: in het Nederlands Juristenblad wordt bijvoorbeeld tweejaarlijks een Kroniek van het straf(proces)recht afgedrukt, met daarin tal van actuele, maar misschien voor studenten minder voor de hand liggende ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Op de websites van het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie worden vaak interessante beleidsplannen gepresenteerd die de nodige consequenties hebben voor de strafrechtspraktijk en ingrijpende voorstellen die de beginselen van ons strafproces of de materieelrechtelijke leerstukken onder druk zetten. Ook worden op de websites van het Openbaar Ministerie en de rechtspraak (www.rechtspraak.nl) hele dossiers bijgehouden over spraakmakende onderwerpen. De meeste tijdschriften geven maandelijks een mooi overzicht van recente strafrechtelijke jurisprudentie; Delikt & Delinkwent bespreekt bijvoorbeeld met regelmaat ontwikkelingen in de rechtspraak per thema. Het Strafblad werkt elke twee maanden met een themanummer rondom een actueel onderwerp. Vergeet ook niet jezelf te abonneren op allerlei gratis nieuwsbrieven en rss-feeds van de genoemde websites en bekende juridische uitgevers zoals Kluwer en Sdu (beperk je wel tot het thema straf(proces)recht). Geen lijsten met scriptieonderwerpen Het is de bedoeling dat je zelf een onderwerp bedenkt en op papier zet, al dan niet met de hulp van de scriptiecoördinator. Op onze afdeling hebben we helaas geen lijst van onderwerpen waaruit de student een scriptieonderwerp kan kiezen. Gezien het aantal instromers per collegejaar is het niet te doen voor alle studenten geschikt scriptieonderwerpen te bedenken. Het is bovendien toch vaak zo dat een student met een zelfbedacht onderzoek langer gemotiveerd blijft om het onderzoek af te ronden. Soms geeft een docent aan de scriptiecoördinator een thema door waarop hij of zij graag nader onderzoek zou willen doen en waarbij de scriptiebegeleiding van een student hem of haar kan helpen. Ook dan loont het de moeite even langs te gaan bij de scriptiecoördinator.
Een eerste opzet van je scriptie Een opzet is nodig om een begeleider te krijgen Heb je eenmaal een onderwerp gekozen, dan is het de bedoeling dat je een eerste opzet van je scriptie samenstelt. Met deze eerste opzet wordt het voor de scriptiecoördinator mogelijk om een geschikte begeleider voor je te zoeken die minstens net zoveel interesse heeft in het onderwerp als jijzelf. Mocht je nog niet eerder contact hebben gezocht met de scriptiecoördinator (je zou al een afspraak kunnen hebben gehad omdat je het erg lastig vond een geschikt onderwerp uit te denken), dan is dit het aangewezen moment. Een eerste opzet bestaat altijd uit een vijftal onderdelen, namelijk een beknopte inleiding, een probleemstelling, een uitgewerkte vraagstelling, een korte inhoudsopgave en een eerste versie van de literatuurlijst. De opzet maakt zo onder meer duidelijk hoe je tegen het 13
onderwerp aankijkt, hoezeer je je al in de materie hebt verdiept en in welke richting je afstudeerscriptie zich in eerste instantie zal begeven. Een beknopte inleiding Het eerste hoofdstuk van je scriptie is de inleiding, met daarin vier van de vijf genoemde onderdelen van je scriptieopzet (de literatuurlijst staat daar natuurlijk niet in). Die inleiding kan je vaak pas achteraf helemaal goed uitschrijven, maar voor je scriptieopzet is het wel belangrijk dat je in ongeveer anderhalve pagina aangeeft hoe je tot het onderwerp bent gekomen: de aanleiding. Het is natuurlijk de bedoeling dat je dat al direct juridisch inhoudelijk aanpakt! Begin niet te persoonlijk en te oppervlakkig in de trant van ‘ik vind dat er te licht wordt gestraft in Nederland en daarom moeten de maximumstraffen veel hoger worden, nu krijgen criminelen vaak alleen maar een taakstraf’. Het is beter algemeen in te steken (‘De rechter heeft in Nederland van oudsher veel vrijheid in concrete strafzaken de hoogte van de straf te bepalen’) en te proberen in je aanleiding het onderwerp te introduceren (‘Enkele recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf van twintig naar dertig jaar hebben die vrijheid vergroot’), de lijn van de scriptie aan te geven (‘Dit heeft er echter niet toe geleid dat de rechter significant zwaarder is gaan straffen’), enkele beperkingen in je onderzoek aan te geven (‘De rechter is zelfs tot op heden vrij voor alle delicten die zijn bedreigd met een gevangenisstraf of een geldboete een taakstraf op te leggen’) en de lezer naar je probleemstelling te leiden (‘Is de taakstraf wel geschikt als sanctie bij ernstige delicten zoals moord en doodslag’). Let wel: de aanleiding zoals die hierboven met enkele zinnen is uitgewerkt, is natuurlijk veel te beknopt en te weinig onderbouwd. De probleemstelling Van de opzet is het schrijven van een goede probleemstelling verreweg het moeilijkste onderdeel. Je zal bijvoorbeeld in de loop van je scriptieonderzoek wel bemerken dat er de nodige haken en ogen zitten aan dit beginpunt van je scriptie, ondanks het feit dat je zoveel aandacht hebt besteed aan een goede probleemstelling. Waar het op neer komt is dat je bij aanvang van je scriptieonderzoek jezelf een probleem stelt, het probleem kort beschrijft en probeert aan te geven hoe je het probleem (en mogelijk de oplossing) gaat onderzoeken. Probeer maar eens in een alinea (zo’n tien à vijftien regels) heel scherp te formuleren waarom je het onderwerp dat je hebt gekozen problematisch vindt, waarom het probleem dient te worden opgelost en hoe jij denkt dat te gaan doen. Iets anders geformuleerd: je moet oog hebben voor de beschrijvende kant van je probleemstelling (Hoe ziet het probleem er feitelijk uit), en voor de normatieve kant ? Is dit een goede of slechte zaak? Waar zie ik mogelijke oplossingen?). Beide aspecten zijn bij je aanvankelijke probleemstelling alleen aangestipt, je gaat immers zoeken naar mogelijke oplossingen en je zal gedurende het schrijven van je scriptie onvermijdelijk je probleemstelling aanpassen. De vraagstelling en de inhoudsopgave Je probleemstelling leidt uiteindelijk tot één allerbelangrijkste onderzoeksvraag, de hoofdvraag, de vraag die je in je scriptieonderzoek gaat beantwoorden ten einde het door jou geconstateerde probleem op te lossen. Voor alle duidelijkheid: een probleemstelling is dan ook iets anders dan een vraagstelling. Voor het beantwoorden van die hoofdvraag heb je weer allerlei deelvragen nodig, die je logischerwijs in een bepaalde volgorde zal stellen. Het bijzondere aan deze deelvragen is dat zij in belangrijke mate de volgorde van je inhoudsopgave bepalen. Schrijf na je probleemstelling ook je vraagstelling uit door aan te geven wat je per hoofdstuk ongeveer wilt gaan onderzoeken. Je kunt proberen te vermijden een opsomming van vragen te geven (‘In hoofdstuk zal worden onderzocht…’; De aandacht gaat daarbij uit naar…’; ‘In navolging van deze paragraaf zal … verder 14
worden behandeld’). De opsomming van vragen komt wel weer in je inhoudsopgave, vaak geven de genummerde hoofdstukken en de paragrafen namelijk je onderzoeksvragen in de juiste volgorde weer. Vaak passen de uitgewerkte vraagstelling en de inhoudsopgave precies op elkaar. De voorlopige literatuurlijst De voorlopige literatuurlijst die je tezamen met de scriptieopzet aanlevert bij de scriptiecoördinator zal minimaal zo’n twintig verschillende bronnen (artikelen, boeken, handboeken, jurisprudentie, internetbronnen, etc.) beslaan. Dit geeft weer hoeveel je al van het onderwerp hebt gelezen en wat het instapniveau van het onderzoek is. De beknopte inleiding tenslotte maakt duidelijk welke juridische, rechtspolitieke, maatschappelijke ontwikkelingen, of welk arrest, of welke strafrechtelijke relevante gebeurtenis voor jou de aanleiding hebben gevormd om het gekozen onderwerp te problematiseren en te onderzoeken.
De scriptiecoördinator Afspraak met de scriptiecoördinator Nadat je een onderwerp hebt gekozen en je een eerste opzet van je scriptie hebt samengesteld, is het tijd om je tot de scriptiecoördinator Pınar Ölçer te wenden. Het is het makkelijkst als je haar een e-mail (
[email protected]) stuurt met daarin een korte introductie van jezelf en je eerste scriptieopzet in een los document als bijlage. De taak van de scriptiecoördinator is om de scriptieopzet marginaal te toetsen. Het onderwerp moet niet te ruim zijn en er moet iets blijken van het toetsend kader en zo zijn er nog veel meer problemen die al in een beginstadium de kop op kunnen steken. Bij goedkeuring van de scriptieopzet stelt de scriptiecoördinator vast wie de scriptie zal begeleiden. Daarna worden afspraken over het inleveren van stukken e.d. met de scriptiebegeleider gemaakt. Op de BB-omgeving voor master scripties strafrecht staat veel nadere informatie. Het komt vaak voor dat een student zijn of haar scriptieopzet eerst nog wil bespreken voordat hij of zij een begeleider krijgt toegewezen, of dat de coördinator het nodig vind dat die eerste opzet wordt besproken en wordt aangepast. In dat geval wordt een afspraak gemaakt. Elke maand worden er afspraken gemaakt op specifieke dagen. Op de BBomgeving voor de master scripties strafrecht, worden deze dagen vermeld. Als je een afspraak wil maken, moet je een mail te sturen naar dhr. W. Bonis (
[email protected]). Zoeken naar een begeleider Indien de scriptieopzet is goedgekeurd, zal de coördinator op zoek gaan naar een begeleider, waarbij het altijd mogelijk is dat de student zijn of haar voorkeur voor een bepaalde docent aangeeft. Nadat een docent heeft aangeven bereid te zijn een student te begeleiden, zal de scriptiecoördinator de student berichten dat hij of zij contact kan opnemen met de hem toegewezen scriptiebegeleider. En dat is dan het echte begin van een mooi scriptieonderzoek!
Scriptieplanning Wanneer schrijven aan de scriptieopzet? Het schrijven van een afstudeerscriptie levert een student de laatste 10 ECTS op. Voor 15
het schrijven van de afstudeerscriptie is een periode van 280 uur in de Master gereserveerd in het tweede deel van het tweede semester (maart tot en met juni). Het is de bedoeling dat de studenten die instromen in september – het eerste semester van de master – ook daadwerkelijk in april beginnen te schrijven aan hun afstudeerscriptie. Dit betekent dat je de relatief rustige onderwijsperiode in januari aangrijpt om je te verdiepen in een onderwerp en je scriptieopzet samen te stellen. Wanneer de scriptieopzet aanleveren? Voor het collegejaar 2010/2011 wordt elke masterstudent aangeraden zich vóór maandag 31 januari 2011 te melden bij de scriptiecoördinator met een scriptieopzet. In de periode tot aan maart 2011 kan de scriptiecoördinator dan aan de slag om een scriptiebegeleider te zoeken. Planning van de begeleiding Het is belangrijk om te weten dat in de periode van juli en augustus geen scriptiebegeleiding kan worden gegeven, aangezien dat de periode is waarin veel docenten op vakantie gaan en waarin zij hun eigen onderzoek hebben te doen. Wil je derhalve in augustus afstuderen, zoals dat de bedoeling is volgens het masterrooster, dan kan het niet anders dan dat je begint met het schrijven van je afstudeerscriptie in april, direct na het vak Privatissimum. Zo heb je vier maanden de tijd om intensief te schrijven, en kan je de maanden juli en (de eerste twee weken van) augustus gebruiken voor de laatste aanpassingen en het verkrijgen van goedkeuring door je scriptiebegeleider en de tweede lezer. Het beoordelen van de laatste versie van je scriptie eind juli of begin augustus is alleen aan de orde als je begeleider je eind juni heeft gezegd dat die afronding ook haalbaar is. Door het grote aantal Master-studenten en de relatief kleine onderwijsstaf kan de duur van de scriptiebegeleiding niet langer dan vier maanden zijn. Houdt ook daar rekening mee met in de planning van het schrijven aan de scriptie. Scriptieplanning voor de februari-instromers Voor studenten die in het tweede semester van het collegejaar 2010/2011 instromen in de Master, is het de bedoeling dat zij in de periode die staat gereserveerd voor het daadwerkelijke schrijven aan de afstudeerscriptie (maart tot en met juni) zich gaan verdiepen in een onderwerp en de scriptieopzet samenstellen. Ondanks het drukke eerste semester van het collegejaar 2011/2012 dat zich dan nog aandient, kunnen zij in de tweede helft van dat semester toch voortvarend aan de slag met de afstudeerscriptie. Het is in elk geval de bedoeling dat deze studenten zich vóór 1 oktober 2011 melden bij de scriptiecoördinator met hun scriptieopzet.
Het begeleidingstraject Het begin van de begeleiding Nadat je door de scriptiecoördinator een begeleider hebt toebedeeld gekregen, kun je je eerste afspraak met je begeleider maken. Probeer dit zo snel mogelijk te regelen, de begeleidingstermijn begint namelijk te lopen op het moment dat je hebt gehoord wie je begeleider is. In een eerste begeleidingsgesprek is het goed te bespreken waar je met je onderzoek naar toe wilt, wat je wilt bereiken. Een gedegen scriptieopzet is een heel goed richtsnoer. De begeleider heeft zelf vast ook veel ideeën over het onderzoek en samen kunnen jullie een plan de campagne maken. De begeleider zal met een ander oog naar je scriptieopzet kijken dan de coördinator, veel meer inhoudelijk (de coördinator toetst de opzet marginaler). Het kan zijn dat je je opzet (opnieuw) moet aanpassen. Dat is soms 16
lastig, maar het hoort wel bij het doen van onderzoek. In het eerste gesprek kan je alvast afspraken met elkaar plannen, deadlines voor het inleveren van hoofdstukken vaststellen, aangeven wanneer je wilt afstuderen en andere verwachtingen omtrent je scriptieonderzoek uiten. Het maken van afspraken Het scriptietraject veronderstelt dat je goed contact blijft houden met je begeleider. Het komt nog wel eens voor dat studenten vast komen te zitten en zich lange tijd niet meer (durven te) melden bij hun begeleider. Dat is gek, want je begeleider is er juist om je verder op weg te helpen. Zorg ervoor dat je consequent reageert op e-mails en dat je je afspraken nakomt, of dat je het op zijn minst gewoon eerlijk zegt als je het niet redt een bepaald hoofdstuk op tijd in te leveren. Mede vanwege het feit dat je 'groeit' in je onderwerp en er zoiets bestaat als een voortschrijdend inzicht dat je gedurende het schrijven van je scriptie ontwikkelt, is het goed om steeds een los hoofdstuk in te leveren, in plaats van in één keer de gehele scriptie. Dat laatste is ook niet toegestaan: het betekent voor je begeleider veel nakijkwerk in één keer, met voor jou het risico dat het helemaal over moet, en de scriptie is bijvoorbeeld ook lastig te controleren op plagiaat. Eindbeoordeling Na diverse begeleidingsgesprekken en beoordelingsmomenten kom je zover dat je een eindversie van de scriptie gaat aanleveren. Deze eindversie wordt niet alleen beoordeeld door je begeleider, maar ook door een zogenoemde 'tweede lezer'. Deze tweede lezer is al aan het begin van je begeleidingstraject aangewezen door de coördinator, vaak geheel willekeurig. De tijd die nodig is voor de eindbeoordeling is minimaal twee weken, tenzij daar afwijkende afspraken over zijn gemaakt met je begeleider. Dit betekent dat je bij het aanvragen van je afstuderen voor een bepaalde rekening dient te houden met die leestermijn. Voor de beoordeling van de eindversie is het noodzakelijk dat je drie stuks van de - al dan niet ingebonden - papieren versie inlevert bij je begeleider (niet alleen voor de twee beoordelaars, maar ook één voor het archief). Je kunt dan niets meer aan de scriptie veranderen. Naast de papieren versie vragen we je een digitale versie aan te leveren, in pdf-formaat. Dit document kun je naar Wim Bonis mailen (
[email protected]), die het archief voor het Instituut voor Strafrecht beheert. Het is niet nodig op de digitale versie al je gegevens te vermelden: adresgegevens en telefoonnummers kunnen achterwege blijven. Het moet wel duidelijk zijn wie de scriptie heeft geschreven (naam, studentnummer), wanneer je bent begonnen met de scriptie en wie de eerste en tweede lezer zijn geweest. In het eindgesprek dat je met je begeleider hebt, krijg je te horen met welk cijfer de scriptie is gehonoreerd en kan je over de scriptie en het begeleidingstraject napraten. Je begeleider levert de papieren versie(s) in bij Wim Bonis, tezamen met de twee beoordelingsformulieren (van je begeleider en van de tweede lezer) en met het cijferbriefje. Je krijgt zelf een afschrift van dit cijferbriefje en daarmee kun je je melden bij het Onderwijs Informatie Centrum (OIC) om je afstuderen aan te vragen. Een voorbeeld van een beoordelingsformulier voor de Master-scriptie is als bijlage aan dit bericht gehecht. Afstuderen! Het afstuderen van rechten is altijd op de laatste donderdag van de maand, tenzij er iets bijzonders op die donderdag is. In december is het afstuderen altijd op de laatste 17
donderdag voorafgaand aan Kerstmis en op Hemelvaartsdag is er bijvoorbeeld nooit een afstudeersessie ingepland. Om in een bepaalde maand te kunnen afstuderen, dien je twee weken vóór de afstudeerdatum je cijfers te hebben ingeleverd en je afstuderen te hebben aangevraagd (denk ook aan de leestermijn!). Stel dat je op donderdag 26 mei 2011 wilt afstuderen, dan moet je alles hebben geregeld uiterlijk op donderdag 12 mei 2011 en eind april je eindversie hebben ingeleverd. Houdt rekening met mogelijke afwijkende sluitingstijden van het OIC.
18
Beoordelingsschema Masterscripties Vraagstelling
Structuur van het betoog
Kwaliteit van de argumentatie Vindt er een zelfstandige en adequate inventarisatie plaats van relevante argumenten en gezichtspunten; worden argumenten tegen elkaar afgewogen in plausibele (tussen-) conclusies; worden begrippen, argumenten etc. adequaat geproblematiseerd? Doorgaans juist en relevant, maar aarzelend, weinig problematiserend, blijft dicht bij de gebruikte literatuur en/of jurisprudentie
Is er een duidelijke, werkbare en goed gemotiveerde vraagstelling; is er een passend beoordelingskader?
Werkt het betoog op zinvolle en samenhangende wijze de vraagstelling (en het beoordelingskader) uit; sluit de conclusie aan op de vraagstelling; besteedt deze aandacht aan nieuwe vragen die zijn opgekomen?
6
Uitwerking en motivering van de vraagstelling laten te wensen over
De relatie vraagstelling/ betoog/ conclusie is weliswaar voldoende te volgen, maar overtuigt niet geheel
7
Duidelijke vraagstelling.
Leidt via navolgbare tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Enig eigen denkwerk verricht, aandacht voor tegengestelde meningen, maar academische verdieping ontbreekt
8
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader
Leidt via aaneensluitende tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Goede, representatieve beschrijving van uiteenlopende argumenten, gedegen afweging in zelf geformuleerde conclusies; een eerste proeve van academisch onderzoek
9/ 10
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader; origineel en vernieuwend onderwerp
Een meeslepend betoog dat vanaf de vraagstelling tot aan de conclusie boeit en overtuigt of tot interessante discussie leidt
Nieuwe gezichtspunten, argumenten, c.q. afwegingen maken het stuk een goede basis voor wetenschappelijke publicatie
Gebruik van de relevante literatuur Is de evident relevante literatuur en jurisprudentie verwerkt op een wijze die recht doet aan de inhoud; zijn door eigen onderzoek nieuwe bronnen van informatie gevonden?
Vormgeving en presentatie Is het stuk goed leesbaar door onder meer: - duidelijke hoofdstuk- en paragraafindeling van het betoog - adequate literatuurverwijzing - leesbare stijl zonder taalfouten?
Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; weinig of geen verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is niet onjuist maar blijft oppervlakkig Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; enig verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is adequaat
Het volgen van het betoog vereist inspanning van de lezer, doordat de indeling van het betoog, de bronverwijzing en/of stijl en taalgebruik te wensen overlaten
Goed gedocumenteerd stuk op basis van eigen onderzoek naar informatiebronnen, inclusief rechtsvergelijkende, rechtshistorische en/of internationale bronnen; gebruikte informatie is grondig benut Hoge documenterende waarde doordat moeilijk toegankelijke of ongebruikelijke bronnen van informatie zijn benut
Een mooi opgezet, verzorgd verhaal met adequate bronverwijzing, zonder stijl- en taalfouten
Het betoog is goed leesbaar, maar zou nog duidelijk hebben geprofiteerd van een goede eindredactie
(ook) qua vormgeving zonder meer publicabel
Korte toelichting op onderdelen: a. De criteria hebben geen 'gewicht' gekregen. Een rekenkundige benadering zou slechts schijn-exactheid opleveren. Voor elk deelaspect is weliswaar beschreven hoe een cijferbeoordeling tot stand kan komen, maar dit levert toch niet meer dan indicaties op. Het is dan ook heel goed denkbaar dat een stuk dat op geen van de vier criteria meer dan een zesje scoort, als onvoldoende wordt beoordeeld. b. Indien de scriptie niet voldoet aan de richtlijnen voor het cijfer zes moet een onvoldoende worden toegekend en bepaalt de docent welke onvoldoende wordt toegekend. c. Naast de genoemde criteria kan de docent ook andere omstandigheden naar eigen inzicht meewegen, zoals werk- en leerhouding van de student tijdens het schrijfproces. Zo is een goede betoogstructuur nauwelijks een verdienste van de student te noemen waar de docent terzake uitvoerige aanwijzingen heeft moeten geven; het zelfde geldt bij bijvoorbeeld de beoordeling van taal en stijl.
19
20
Vakbeschrijvingen Mastervakken straf(proces)recht: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren • Ideeëngeschiedenis van het strafrecht • Capita straf- en strafprocesrecht • Practicum straf(proces)recht • Penitentiair recht • Criminologie voor juristen • Privatissimum straf(proces)recht • Internationaal en Europees strafrecht
21
22
Rechtshandhaving - Recht realiseren Vakbeschrijving Rechtshandhaving - Recht realiseren 23011016 Code: mr. J.H. Crijns e.a. Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Rechtsnormen zullen moeten worden toegepast. Die toepassing vindt plaats via processen van uitvoering (het formuleren van beleid, het uitoefenen van bevoegdheden door bestuursorganen en burgers, het sluiten van contracten, het nemen van beschikkingen, het in het leven roepen van bestuursorganen en en strafrecht soms gelijktijdig en geïntegreerd worden ingezet om handhavingsdoelen te effectueren. De integratie tussen de verschillende deeldisciplines komt aan de orde door hun complementaire, overlappende en concurrerende aspecten te laten zien. Daarbij zal ook worden ingegaan op de coördinatieen afstemmingsproblemen. Uiteraard wordt daarbij ruime aandacht besteed aan de eisen, die voortvloeien uit de internationale mensenrechtenverdragen en het recht van de Europese Unie. Het perspectief van handhaving door de overheid wordt tot uitgangspunt genomen. Het gaat hierbij om handhaving van objectief publiekrecht, al of niet via verwezenlijking van subjectieve rechten van individuele burgers. Het perspectief van die individuele burgers, dat met name gericht is op verwezenlijking van hun individuele rechten komt vooral aan de orde als uitwerking van het perspectief van de overheid en vanuit vergelijkend perspectief. Het vak is verbonden met de onderzoeksprogramma’s Criminal Justice en Securing the rule of law in a world of multilevel jurisdiction.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is: In het vak Rechtshandhaving – Recht realiseren krijgt de student een ‘helicopter view’ op het recht. Het vak bouwt voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding. Het vak beoogt studenten inzicht te geven in de grondslagen, samenhang en verschillen tussen de uiteenlopende deeldisciplines. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • •
Juridische kennis: met name inzicht in de grondbeginselen van het recht en in de onderlinge samenhang van de deelgebieden (staats- en bestuursrecht, strafrecht en Europees recht) Vaardigheden: Studenten worden met name getraind in het zelfstandig verwerven van inzicht en kennis van de samenhang tussen de verschillende juridische disciplines (strafrecht, staats- en bestuursrecht en Europees recht). 23
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mr. J.H. Crijns e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de per week aangegeven stof.
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen in essayvorm. Inleverprocedures Geen Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: •
De voorgeschreven literatuur wordt integraal opgenomen in de reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011
Werkboek: Geen. Reader: Reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011 Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
24
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.14 Bereikbaarheid: Per e-mail, en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: 9:00 – 17:00 uur (ma/di/do/vr) Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Geen.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
25
IDEEËNGESCHIEDENIS VAN HET STRAFRECHT Vakbeschrijving Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 23011306 Code: mr. J.M. ten Voorde Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Strafrecht wordt zowel in zijn theoretische basis als in zijn toepassing gekenmerkt door een inherente spanning tussen belangen van de gemeenschap als geheel en belangen van de individuele burger. De positie van de overheid en de legitimatie van het publiekrechtelijk karakter van ons strafrecht en onze strafrechtscultuur brengt met zich mee dat dit spanningsveld in de loop van de tijd niet minder is geworden, maar wel voortdurend van kleur verandert. In de loop van de geschiedenis is deze problematiek vooral aan de orde gesteld en bestudeerd vanuit het perspectief van de straf- en strafrechtstheorie. Deze benadering heeft onder meer bijgedragen aan een tamelijk rijk geschakeerd veld van straf(rechts)theorieën, waarin de rechtsstaatgedachte, de democratische beginselen en grondslagen van strafrecht en strafvordering, alsmede fundamenten voor al dan niet gedetermineerde persoonlijke en sociale verantwoordelijkheden centraal staan. In de huidige strafrechtspleging is noch de bedoelde spanning, noch de noodzaak van bestudering van en discussie over die spanning verdwenen. In de huidige tijd komt dit spanningsveld met name naar voren in reacties en kritiek op de ‘criminele politiek’, de wijze waarop de overheid, met het wettelijk kader van het formele en materiële strafrecht als basisinstrument keuzes maakt om beleid te realiseren en eventueel in wetgeving neer te leggen. Discussies over de legitimiteit van die keuzes vinden hun fundament in dezelfde waarden en normen die (destijds) vorm kregen in de straf(rechts)theorieën.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van deze cursus is om met behulp van de ideeëngeschiedenis van het strafrecht de student een instrumentarium mee te geven voor een kritische beschouwing van de criminele politiek van vandaag en in de toekomst en de studenten vertrouwd te maken met een hedendaagse ‘vertaling’ van de in de ideeëngeschiedenis ontwikkelde opvattingen, posities, waarden en normen. Die vertaling zal zichtbaar worden gemaakt door actuele crimineel-politieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van de relevante strafrechtelijke ideeëngeschiedenis. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende historische en rechtstheoretische kennis van het strafrecht om het juridisch discours binnen het vakgebied in zijn historische en huidige maatschappelijke context te kunnen plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De verkregen basiskennis moet de student voldoende diepgang bieden voor het zich verplaatsen in de rol van de te onderscheiden actoren in het hedendaagse strafrecht en voldoende analytische vaardigheid om zorgvuldig beargumenteerde keuzes te maken ten aanzien van actuele strafrechtelijke en crimineel-politieke vraagstukken. De te verwerven kennis vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een wetenschappelijke 26
bestudering van, respectievelijk attitude ten aanzien van het strafrecht. Er wordt in de hoorcolleges zo veel mogelijk gewerkt met de socratische methode. Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
kennis van strafrechtelijke ‘traditie’ academische attitude vaardigheid om academische attitude te benutten t.a.v. concrete en actuele strafrechtelijke vraagstukken.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur. Zie reader.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: tijdens de werkgroepen worden door groepjes studenten presentaties gehouden. De inhoud zal nog nader worden uitgewerkt en worden weergegeven op Blackboard.
Andere onderwijsvorm(en) Zelfstudie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen; open vragen/essayvragen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Werkboek:
Vakspecifieke literatuur, te weten: •
Reader Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2010-2011
27
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.21 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard Telefoon: 071 – 527 8928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie, reflectie en het ontwikkelen van het op een academisch verantwoorde wijze kunnen innemen van positie.
28
CAPITA STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Code: 23011312 Docent(en): Prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER)
Beschrijving Materieel en formeel strafrecht bestaan uit diverse complexe onderwerpen. Deze zijn veelal in de bachelorfase aan de orde geweest en worden in de masterfase in beginsel als bekend verondersteld. Grondige kennis van een aantal van deze onderwerpen is echter dermate belangrijk dat zij in de masterfase moeten worden uitgediept. In het vak capita straf- en strafprocesrecht geldt als rode draad een verdieping van het straf- en strafprocesrecht aan de hand van een aantal onderwerpen. De keuze voor die onderwerpen wordt bepaald door de actualiteit en afgestemd op de inhoud van de overige vakken van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder practicum straf- en strafprocesrecht en privatissimum straf- en strafprocesrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: Dit vak beoogt een verdieping te geven van de in de bachelor opgedane kennis van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht en enkele onderdelen van formeel strafrecht. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: •
•
verdieping van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht. De kennis die zij hebben opgedaan in de bestudering van deze leerstukken, biedt handvatten ook de andere leerstukken van materieel strafrecht op vergelijkbare, intensieve, wijze te bestuderen. verdieping van onderdelen van formeel strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölçer Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. 29
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk open boek tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de in de reader opgenomen literatuur en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • •
Reader met artikelen Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. sheets.
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, Kamer C1.21 Bereikbaarheid: tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071-5278928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071-5277518 E-mail:
[email protected] 30
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie en verdieping in leerstukken van formeel en materieel strafrecht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
31
PRACTICUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011304 Docent(en): Mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, Mr. W. Morra ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving In het kader van het practicum straf- en strafprocesrecht maakt de student opdrachten die aansluiten op de realiteit van de strafrechtspleging. Bij de vorm van deze opdrachten ligt het accent op het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, toegespitst op de functie van een dergelijk stuk (zoals een pleidooi van een raadsman, een appelmemorie van de officier van justitie, een conclusie van een AG bij de Hoge Raad, een verzoekschrift aan het EHRM). De inhoud van de opdrachten vergt verdieping van de student in diverse thema’s van het materiële en formele strafrecht, mede bezien vanuit de optiek van een specifieke rol (die door de vorm wordt bepaald).
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is tweeledig. Enerzijds beoogt het vak de student vertrouwd en vaardig te maken met een aantal voor de rechtspraktijk noodzakelijke ambachtelijke vaardigheden, het verwerven van de daarvoor benodigde kennis van het vakgebied en de daarvoor benodigde documentatie, alsmede het strategisch doch juridisch juist gebruiken van de opgedane kennis. Anderzijds beoogt het vak de bij de studenten in de Bachelorfase opgedane kennis van en inzicht in het straf(proces)recht verder te verdiepen door een aantal specifieke strafrechtelijke leerstukken en thema’s aan de orde te stellen aan de hand van een concrete casus. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • •
hij heeft inzicht verkregen in de (procedurele) toepassing van het straf- en strafprocesrecht en is in staat kennis over het positieve recht in de context van de rechtspraktijk te plaatsen; hij is in staat de reeds opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van (keuzes binnen) de rechtspraktijk; hij is in staat om de juiste informatie te zoeken om problematische vraagstukken in behandeling te kunnen nemen; hij heeft onderscheidingsvermogen ontwikkeld ten aanzien van de verschillende rollen binnen het strafproces en ten aanzien van de verschillende soorten opdrachten. De student heeft zich dus het ‘partij-denken’ of het denken vanuit bepaalde belangen eigen gemaakt en kan afwegingen maken vanuit normatieve en ethische perspectieven alsook vanuit doelmatigheidsoverwegingen.
32
Onderwijsvorm Hoorcolleges Voorafgaand aan het vak wordt een instructiecollege verzorgd waarin aard en opzet van het vak worden toegelicht en wordt uitgelegd wat van de studenten wordt verlangd. Gedurende de onderwijsperiode wordt een aantal gastcolleges gegeven door strafrechtjuristen uit de praktijk. Eventueel wordt er een rechtbankbezoek georganiseerd in één van de weken voorafgaand aan het Practicumonderwijs. Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
•
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, mr. W Morra Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen uiterlijk een week voor de werkgroep (op een nader te bepalen tijdstip) een schriftelijke opdracht in hardcopy en digitaal te hebben ingeleverd. Tijdens de werkgroep is actieve participatie van studenten een basisvereiste. De opbouw en inhoud van de werkgroepen is mede afhankelijk van de inhoud en kwaliteit van de schriftelijke opdracht die de studenten inleveren en de richting waarin de studenten in de uitwerking van hun schriftelijke opdracht de oplossing van de voorliggende problematiek hebben gezocht. Mede daarom wordt van studenten verwacht dat zij elke opdracht serieus voorbereiden en een zo goed mogelijke schriftelijke opdracht maken.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Vijf tussentijdse schriftelijke opdrachten die gezamenlijk (en gelijkelijk) het eindcijfer vormen. Inleverprocedures Via e-mail en in hard copy (één exemplaar) die op het secretariaat van de afdeling strafrecht en strafprocesrecht (kamer C1.01) moet worden ingeleverd. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Overige literatuur: de tijdens de onderwijsperiode per onderwijsweek afzonderlijk via Blackboard bekend te maken startliteratuur die als uitgangspunt voor het schrijven van het schriftelijk werk dient; de literatuur en jurisprudentie die door studenten bij het maken van het schriftelijk werk wordt gevonden en verwerkt
33
Werkboek: alle informatie t.b.v. een goed verloop van het vak wordt voorafgaand en tijdens de onderwijsperiode via Blackboard verschaft. Reader: Geen. Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. M.J. Dubelaar Werkadres: Steenschuur 25 Kamer: C112 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 8916 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen •
•
Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen, inclusief het introductiecollege, de eventueel te verzorgen gastcolleges en het eventueel georganiseerde rechtbankbezoek een strikte aanwezigheidsplicht geldt. Het onderwijs van het vak wordt verzorgd in een periode van tien onderwijsweken. Verspreid over deze periode dienen de studenten vijf schriftelijke opdrachten te maken en zullen ook vijf werkgroepen plaatsvinden. Studenten moeten een week voor aanvang van elke werkgroep hun schriftelijke opdracht hebben voltooid en op bovengenoemde wijze hebben ingeleverd. Voorafgaand aan de onderwijsperiode zal een introductiecollege worden verzorgd en eventueel een rechtbankbezoek. In de week waarin studenten hun opdrachten inleveren, wordt eventueel een gastcollege verzorgd.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
34
PENITENTIAIR RECHT Code: 23045214 Docent(en): Prof. dr. mr . L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid of toelating tot master criminologie (zie ook OER).
Beschrijving Het onderwijs in het penitentiair recht biedt studenten kennis van en inzicht in het penitentiair recht, in het perspectief van de achterliggende dogmatiek, ideeën en maatschappelijke ontwikkelingen. Globaal gezegd omvat het penitentiair recht het stelsel van rechtsregels dat aangeeft welke sanctie van overheidswege naar aanleiding van een strafbaar feit mag worden opgelegd, alsmede de wijze van tenuitvoerlegging, waaronder de rechtspositie van geïnstitutionaliseerde mensen mede is begrepen. De straf(recht)theorieën die beogen een antwoord te geven op de vraag naar de rechtvaardiging en het doel van het straffen in het algemeen, zijn kernpunt op elk van deze deelgebieden. In het verlengde hiervan vormt het zoeken naar een evenwicht tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, anders gezegd, tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming, de rode draad bij de studie van de drie deelgebieden. Het antwoord op deze fundamentele vragen wordt beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen en hangt samen met eigen (juridische) normen. Rechtsvergelijking op een enkel onderdeel laat zien dat de ons omringende landen met dezelfde vragen worstelen en demonstreert de relativiteit van de keuzes van de Nederlandse wetgever. Ook door de bespreking van het toezicht van internationale organen op de executie krijgt de internationale dimensie aandacht.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is het bieden van een introductie van het penitentiaire recht. Het penitentiair recht betreft kort gezegd het vormgeven aan en het opleggen en executeren van strafrechtelijke sancties. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
Kennis van en inzicht in het penitentiair recht Reflectie op de (huidige) keuze van systematiek en juridische vormgeving van sancties tegen de (historische) achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen Ervaring met het geven van een presentatie, waarbij ze met betrekking tot concrete vragen van penitentiair recht tot een eigen gemotiveerde kritische waardering en standpuntbepaling komen.
Onderwijsvorm Hoorcolleges
35
• • •
Aantal à 2 uur: 3 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings, mw. mr. drs. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: de in het werkboek opgegeven literatuur.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings (studenten criminologie), mw. mr. dr. P.M. Schuyt (studenten rechtsgeleerdheid) Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende bijeenkomst verplichte literatuur en het voorbereiden van opdrachten die tijdens de werkgroep moeten worden uitgevoerd. Van de studenten wordt een actieve bijdrage aan de werkgroepen verwacht, die kan bestaan uit het houden van een presentatie, individueel of in groepsverband Het voorbereiden van en de aanwezigheid bij elke werkgroep, alsmede de actieve participatie aan de werkgroep zijn voorwaarden om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen.
Andere onderwijsvorm(en) •
• • •
Iedere student is verplicht een excursie naar een penitentiaire inrichting bij te wonen. Het is de ervaring dat het bezoeken van de ruimtes waar gedetineerden verblijven, alsmede de informatie van en discussie met medewerkers van de inrichting en gedetineerden, de interesse, kennis en het inzicht van de studenten vergroten. Het bijwonen van een excursie is een voorwaarde om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen. Namen docenten:Prof.dr. mr. L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: Geen In samenwerking met Delinkwentie en Samenleving wordt een college georganiseerd waarin een of meer ex-gedetineerden voorlichting geven over het leven in een penitentiaire inrichting en het leven na detentie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • • •
C. Kelk, Nederlands detentierecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Evt. nog nader bekend te maken literatuur; Actuele wettenbundel
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; 36
•
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; NB: De stamliteratuur is niet verplicht voor criminologiestudenten
Werkboek: •
Het werkboek, dat verspreid wordt via Blackboard, bevat o.a. een opgave van de verplichte literatuur en een toelichting daarop.
Reader: •
Reader penitentiair recht, bevattende tijdschriftartikelen, (toekomstige) wetgeving, buitenlandse regelingen, rechtspraak e.d.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. dr. P.M. Schuyt Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.09 Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7526 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Dit vak maakt onderdeel uit van de masterspecialisatie Straf(proces)recht (docent: P.M.Schuyt) en de Master Criminologie profiel veiligheidsbeleid en rechtshandhaving (docent: M. Moerings). De aanwezigheid bij alle werkgroepen is verplicht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
37
CRIMINOLOGIE VOOR JURISTEN Code: 23011314 Docent(en): mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving Het vak bestaat uit vijf hoorcolleges, twee werkgroepen en een responsiewerkgroep In de hoorcolleges wordt de verplichte studiestof behandeld, waarbij de volgende velden en onderwerpen aan de orde zullen komen: • • • • • • • •
Strafrechtelijke en criminologische vragen: normatief en empirisch denken Criminologie, politiek en beleid Het domein van de criminologie Aard en omvang van criminaliteit Beeldvorming rond criminaliteit Verklaringen voor criminaliteit Slachtofferproblematiek Reacties op criminaliteit
Tijdens de werkgroepen worden enkele criminologische theorieën toegepast op actuele ontwikkelingen binnen de verschillende facetten en stadia van de strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Hierin wordt de nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden om met behulp van sociaalwetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over (vormen van) strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Tijdens de responsiewerkgroep wordt een oefententamen besproken. In aanvulling op de hoorcolleges en werkgroepen zal, in samenwerking met de studieverenigingen van Criminologie en Strafrecht, een tweetal gastcolleges worden georganiseerd die aansluiten bij de actualiteiten en de verplichte studiestof.
Leerdoelen Doel van het vak: Sinds het einde van de negentiende eeuw is onze kennis van de strafrechtspleging verrijkt door onderzoek dat zich tot doel stelt de oorzaken van criminaliteit en de werking van de strafrechtspleging te onderzoeken. Het doel van deze cursus is om een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema’s waar de Criminologie zich mee bezig houdt en om vervolgens met behulp van deze kennis de student een instrumentarium mee te geven voor een andere dan juridische beschouwing van de criminele politiek en studenten inzicht te geven in de betekenis hiervan voor de bestudering van het strafrecht en de strafrechtspleging. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende kennis van criminologische theorieën om de praktische uitwerking van het strafrecht te kunnen bestuderen.
38
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • • •
Inzicht in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing; Begrip van de meerwaarde van de criminologie voor de (organen van de) strafrechtspleging en de strafrechtspraktijk; Kennis van beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek; Kennis van de belangrijkste begrippen en theorieën uit de criminologie Academische attitude, erin bestaande ook met behulp van andere dan juridische wetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over het strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • • •
Aantal à 2 uur: 5 Een aantal niet verplichte gastcolleges Namen docenten: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude en staf criminologie Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de vooraf opgegeven stof uit de reader en het boek. Zoals weergegeven via Blackboard.
Werkgroepen • •
Aantal à 2 uur: 3 (waarvan 1 responsiewerkgroep) Vereiste voorbereiding door studenten: Voorafgaand aan de werkgroep wordt op de blackboardomgeving van het vak een opdracht geplaatst die door studenten moet worden voorbereid.
In verband met het specifiek sociaal-wetenschappelijke karakter van de literatuur heeft – gegeven de contacturen – de student meer studie-uren beschikbaar voor literatuurstudie en wordt met het oog daarop naast de hoorcolleges en werkgroepen een uitgebreide responsiewerkgroep aangeboden. Andere onderwijsvorm(en) 2 gastcolleges.
Toetsing Toetsvorm(en) •
Schriftelijk tentamen
Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, waaronder de literatuur die via de blackboardomgeving van het vak wordt verspreid, en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en werkgroepen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
39
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; T. Newburn, Criminology, Willan Publishing: Cullompton [etc.] (laatste druk) Diverse aanvullende criminologische teksten die worden aangeboden via Blackboard.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.16 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail en tijdens een nog nader bekend te maken inloopspreekuur Telefoon: 071 – 527 7552 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: strafrecht en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
40
PRIVATISSIMUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011310 Docent(en): mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het Privatissimum straf(proces)recht bevat een verdiepende studie naar een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht o.a. op basis een analyse van de ontwikkelingen in jurisprudentie, wetenschap, wetgeving, politiek etc. Er worden diverse privatissima aangeboden die nauw aansluiten bij het profiel van de afdeling strafrecht in het algemeen en de wetenschappelijke expertise van de docenten in het bijzonder. De onderwerpen worden ieder jaar daarop afgestemd en kunnen per jaar verschillen. Het accent ligt op het aanleren van voor rechtswetenschappelijk onderzoek benodigde onderzoeks- en schrijfvaardigheden en het presenteren van de resultaten van onderzoek.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is de student vertrouwd, kundig en vaardig te maken met het doen van rechtswetenschappelijk onderzoek. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Door het privatissimum is de kennis van en het inzicht in een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht verdiept. Door het verrichten van een verdiepende studie, het maken van de opdrachten en het presenteren van de onderzoeksresultaten zijn in het bijzonder de volgende algemene vaardigheden (verder) ontwikkeld: • • • • • •
Het zelfstandig kunnen verrichten van onderzoek naar en selecteren van bronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak); Het kunnen toepassen van het uit verschillende bronnen gevonden materiaal op fundamentele vraagstukken van een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht; Het kunnen maken van een verslag van het verrichte onderzoek, waarin de resultaten, voorzien van bronvermelding worden gepresenteerd; Het kunnen formuleren en uitspreken van een betoog waarin een zelf geformuleerd standpunt wordt verdedigd ten overstaan van medestudenten; Het kunnen deelnemen aan en leiden van een discussie; Academische attitude.
Onderwijsvorm Hoorcolleges Geen. 41
Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
Aantal à 2 uur: 11 Namen docenten: mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen zich voor elke werkgroep te hebben voorbereid door het bestuderen van de voorgeschreven stof, het zelf opzoeken van relevante (aanvullende) literatuur, jurisprudentie, wetgeving etc. en het maken van de voor die week voorgeschreven opdracht.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Het eindcijfer wordt gevormd op basis van de resultaten van vier schriftelijke opdrachten, het referaat en de mondelinge bijdrage aan de discussies. Inleverprocedures Op papier, via e-mail. Examenstof De voor de opodracht benodigde literatuur, zoals aangewezen in het onderwijsprogramma van het betreffende privatissimum, alsmede de door studenten zelf vergaarde literatuur.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk. Werkboek: De informatievoorziening over de opbouw en de inhoud van de privatissima verloopt via Blackboard en de respectievelijke werkgroepen.
Reader: •
Leidraad Privatissimum straf- en strafprocesrecht
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • •
Vakcoördinator: Mr. G.K. Schoep Werkadres: KOG, kamer C.1.20 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard. 42
• •
Telefoon: 071 – 527 75 25 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen (6 weken lang) een aanwezigheidsplicht geldt.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
43
INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT Code: 23011308 Docent(en): Mr. dr. P.M. Schuyt, dr. C. Stahn e.a. ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het vak omvat de traditionele thema’s van het Internationaal en Europees strafrecht. De nadruk ligt daarbij op díe elementen die een rol spelen in de Nederlandse rechtsorde (de grote en kleine rechtshulp, het thema van de harmonisatie) en het tribunalenrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: De toenemende internationalisering van de – georganiseerde – misdaad, de vervolging en berechting van internationale misdrijven en de bestrijding van het terrorisme nopen de nationale, Europese en internationale wetgevende en uitvoerende autoriteiten meer samen te werken op het gebied van het strafrecht. De laatste jaren zijn verscheidene initiatieven genomen voor verhoogde interstatelijke samenwerking op het gebied van het strafrecht. Nieuwe of vernieuwde akkoorden inzake uitlevering, het Europees aanhoudingsbevel of andere rechtshulpvormen zijn het gevolg van deze vorm van internationalisering van het strafrecht. Het vak ‘Internationaal en Europees strafrecht’ heeft als doel kennis van en inzicht in het internationale en Europese strafrecht bij te brengen, om de student vertrouwd te maken met de zelfstandige vraagstukken van dit rechtsgebied en hem in staat te stellen de internationale en Europese dimensie die in andere vakken uit de opleiding naar voren komt te plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De student: • • • •
heeft inzicht verkregen in de internationale en Europese ontwikkelingen die leiden tot een steeds grotere invloed van het internationale recht en het Europese recht op het nationale strafrecht; heeft inzicht verkregen in de toepassing van het internationale en Europese strafrecht en is in staat kennis over het betreffende rechtsgebied in een realistische context te plaatsen; is in staat de opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van de rechtspraktijk; heeft inzicht verkregen in de implicaties van de invloed van het internationale en Europese recht op het Nederlandse strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges •
Aantal à 2 uur: 10 44
• •
Namen docenten: mr. dr. P.M. Schuyt; dr. C. Stahn e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen is behandeld tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Literatuur: • • •
E. van Sliedregt, J.M. Sjöcrona en A.M.M. Orie (red.), Handboek Internationaal strafrecht. Schets van het Europese en Internationale strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk Gedurende de cursus via Blackboard te verspreiden aanvullende literatuur Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. de sheets.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C.1.14 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
45
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
46
Informatie over docenten • Coördinatoren • Docenten Master Straf(proces)recht
47
48
Coördinatoren Coördinator Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur
Scriptiecoördinator Mw. mr. F.P. Ölcer Kamer: C 1.15 Tel.: 071 527 7520 E-mail:
[email protected] Spreekuur: op afspraak via het secretariaat, dhr. W. Bonis.
Stagecoördinator Mr. G.K. Schoep Kamer: C1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Secretariaat Mr. W. Bonis Kamer C 1.01 Tel.: 071 527 7518 E-mail:
[email protected] Bereikbaar: 09.00 – 17.00 uur, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Bij afwezigheid: mw. R.K.Rustige Kamer C 1.02 Te.: 071 527 7528 E-mail:
[email protected]
Vakcoördinatoren Vakcoördinator Rechtshandhaving - Recht Realiseren Mr.J.H. Crijns Kamer C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 13.00 – 14.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Ideeëngeschiedenis van het strafrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
49
Vakcoördinator Capita Straf- en Strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer: C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Practicum Straf(proces)recht Mw. mr. M.J. Dubelaar Kamer C 1.12 Tel.: 071 527 8916 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke maandag van 15.15 – 16.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Penitentiair Recht Mw. mr. drs. P.M. Schuyt Kamer C 1.09 Tel.: 071 527 7633 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke donderdag van 13.00 – 13.30 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Criminologie voor Juristen Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude Kamer C 1.16 Tel.: 071 527 7552 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Privatissimum Straf(proces)recht Mr. G.K. Schoep Kamer C 1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Internationaal en Europees Strafrecht Mr. J.H. Crijns Kamer: C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
50
Docenten Master Straf(proces)recht Prof. mr. C.P.M. Cleiren (Tineke)
B 1.45, Tel. 071 527 7530 E-mail:
[email protected]
Mr. J.H. Crijns (Jan)
C 1.14, Tel. 071 527 7521 E-mail:
[email protected]
Mw. Mr. M.J. Dubelaar (Marieke)
C 1.12, Tel. 071 527 8916 E-mail:
[email protected]
Mr. W. Geelhoed (Pim)
C 1.21, Tel. 071 527 8828 E-mail:
[email protected]
Prof. dr. L.M. Moerings (Martin)
C 1.05, Tel. 071 527 7633 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. F.P. Ölcer (Pinar)
C 1.15, Tel. 071 527 7520 E-mail:
[email protected]
Mr. G.K. Schoep (Ard)
C 1.20, Tel. 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt (Pauline)
C 1.09, Tel. 071 527 7526 E-mail:
[email protected]
Mr. J.M. ten Voorde (Jeroen)
C 1.21, Tel. 071 527 8928 E-mail:
[email protected]
Mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude (Maartje)
C 1.16, Tel. 071 527 7552 E-mail:
[email protected]
51
Mr. W. Bonis
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7518 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw C101 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
SECRETARIAATSMEDEWERKER STRAFRECHT Wim Bonis heeft Nederlands Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij in 1985 is afgestudeerd. Van 1991 tot 1999 heeft hij gewerkt bij de Bestuursdienst Rotterdam, bij de afdeling Bibliotheek en Documentatie. Hij verzorgt de secretariële ondersteuning van het Master onderwijs en van de Bachelor Keuzevakken (uitgezonderd Forensische psychiatrie). En hij is momenteel ook hoofdredacteur van de website van het Instituut voor Strafrecht & Criminologie.
52
Prof. mr. C.P.M. Cleiren
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7530 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw B145 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
HOOGLERAAR STRAF(PROCES)RECHT Na haar hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam (1991-2000), werd zij Directeur Generaal Wetgeving, Rechtspleging, Rechtshandhaving en Rechtsbijstand aan het Ministerie van Justitie (1997-2000).In 2000 werd zij benoemd tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht te Leiden. Zij is tevens Raadsheer plaatsvervanger aan het Hof Amsterdam. Daarnaast maakt zij deel uit van diverse stuurgroepen en commissies. Onderzoek Ze is samen met prof. dr. Joanne van der Leun programmacoördinator van het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
53
Mr. J.H. Crijns
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7521 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C114 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jan Crijns (1978) studeerde van 1996 tot 2001 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. In augustus 2001 studeerde hij af met als specialisatie straf- en strafprocesrecht. Tijdens zijn studietijd was hij onder meer werkzaam bij het Rotterdamse advocatenkantoor Nolst Trenité (thans Simmons & Simmons) en verbleef hij enkele maanden in New Orleans waar hij stage liep bij het St. Thomas Community Law Center. Sinds september 2001 is Jan Crijns verbonden aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie, eerst als promovendus en sinds april 2010 als universitair docent. Van 2001 tot 2010 verrichtte Jan Crijns promotieonderzoek naar de vraag op welke wijze op wilsovereenstemming gebaseerde instrumenten binnen de strafrechtspleging (transacties, voorwaardelijke sepots, toezeggingen aan getuigen etc.) moeten worden geduid en genormeerd. Gaat het hier om overeenkomsten en, zo ja, wat betekent dit voor de wijze waarop dit type instrumenten dient te worden genormeerd? Dit onderzoek – dat plaatsvond binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity – heeft inmiddels geresulteerd in het recent verschenen proefschrift ‘De strafrechtelijke overeenkomst. De rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht’ dat Jan Crijns op 17 juni 2010 heeft verdedigd (promotores prof. mr. C.P.M. Cleiren en prof. mr. J. Hijma). Jan Crijns is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht en Tekst & Commentaar Strafvordering. Daarnaast is Jan Crijns sinds september 2007 als rechterplaatsvervanger verbonden aan de Rechtbank Haarlem.
54
Mw. mr. M.J. Dubelaar
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 8916
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C112 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/dubelaarmj.jsp
DOCENT STRAF(PROCES)RECHT Marieke Dubelaar (1978) is als docent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Zij verzorgt zowel in de bachelor als in de master onderwijs op het terrein van het straf- en strafprocesrecht. Tevens is zij werkzaam als rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank ’s-Gravenhage. Onderzoek Sinds 2005 werkt Marieke Dubelaar aan een promotieonderzoek naar het gebruik van getuigenverklaringen in het strafproces. De aandacht gaat daarbij in het bijzonder uit naar de schriftelijke verslaglegging en audiovisuele registratie van getuigenverhoren (door de politie en/of de rechter-commissaris) en het gebruik van die registraties voor het bewijs. Met dit onderzoek wordt beoogd een duidelijk beeld te krijgen van de typisch Nederlandse werkwijzen en een basis te bieden voor vernieuwing in het juridisch denken over de rol en waarde van het getuigenbewijs. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
55
Mr. W. Geelhoed
+31 (0)71 527 8828 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C121
PHD FELLOW STRAF(PROCES)RECHT Pim Geelhoed studeerde tot 2006 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde af in de richting strafrecht met een scriptie met als onderwerp ‘Ineffectieve verdediging’. Sinds datzelfde jaar is hij als PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie (vanaf 2009 Het Instituut voor Strafrecht & Criminologie). Onderzoek In zijn promotieonderzoek, getiteld het opportuniteitsbeginsel in een integrerend Europa, staat centraal hoe het opportuniteitsbeginsel, en daarmee het gehele Nederlandse vervolgingsbeleid, onder druk staat als gevolg van steeds verdergaande Europese integratie, en wat de aangewezen reactie is op die toegenomen druk. Hierbij worden de gevolgen voor de verschillende actoren in de strafrechtspleging betrokken en worden tevens constitutionele aspecten van deze ontwikkeling nader beschouwd. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
56
Prof. dr. mr. L.M. Moerings
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7633 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C105 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden 1
HOOGLERAAR PENOLOGIE Martin Moerings is hoogleraar penologie (‘wetenschappelijke bestudering van straffen’) aan de universiteit van Leiden. Hij studeerde sociologie in Tilburg en rechten in Utrecht. In 1977 promoveerde hij op het proefschrift De gevangenis uit, de maatschappij in, een empirische studie naar de sociale gevolgen van de gevangenisstraf voor de gedetineerde en zijn familie. Tot 1 september 2005 was Martin Moerings verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor strafrechtswetenschappen van de universiteit van Utrecht. In 2003 hield hij daar zijn oratie Straffen met het oog op veiligheid, een onderneming vol risico’s. In onderwijs en onderzoek houdt hij zich bezig met het spanningsveld tussen rechtswaarborgen bij de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties enerzijds en de effectiviteit ervan anderzijds. Daarnaast heeft hij de afgelopen jaren onderzoek verricht naar de versterking van de positie van het slachtoffer binnen de strafrechtspleging en de aanscherping van de zedenwetgeving.Binnen het departement strafrecht en criminologie is hij lid van het dagelijks bestuur en heeft hij de dagelijkse leiding van de afdeling criminologie en penologie. Hij is voorzitter van de examencommissies van de opleiding criminologie. Bovendien maakt hij deel uit van het onderwijsbestuur van de faculteit rechten.Moerings is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie (NVK), rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank in Arnhem, lid van de Raad voor Stafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), en lid van de deelredactie Sancties van Delikt en Delinkwent.
57
Mw. mr. F.P. Olcer +31 (0)71 527 7520 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie KOG Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C115
UD STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Pinar Ölcer heeft Nederlands Recht in Leiden gestudeerd. Zij is op 14 februari 2006 gepromoveerd – ook in Leiden – op het onderzoek ‘Eerlijk proces en Bijzondere opsporing’, dat in 2008 is uitgegeven bij Wolf Legal Publishers.
58
Mr. G.K. Schoep
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7525 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C120 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT G.K. (Ard) Schoep (1975) behaalde in 1993 zijn VWO-diploma aan de Christelijke Scholengemeenschap ´Oude Hoven´ te Gorinchem. In 1999 behaalde hij zijn doctoraal Nederlands Recht, afstudeerrichting strafrecht, aan de Universiteit Leiden. In die periode was hij tevens werkzaam bij de Leidse Rechtswinkel en studeerde hij aan de Humboldt Universiteit in Berlijn (D). Van 2000 tot 2008 was hij als AIO, respectievelijk PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Hij gaf en geeft werkgroepen en colleges in diverse strafrechtelijke vakken. Thans is hij coördinator van Bachelor 3 Straf- en strafprocesrecht en van het mastervak Privatissimum Straf(proces)recht. In november 2008 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent straf- en strafprocesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Ard Schoep is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht, Strafvordering en (tot 2008) Internationaal Strafrecht. Tevens is hij sinds september 2007 rechterplaatsvervanger in de rechtbank Haarlem. Onderzoek Ard Schoep promoveerde op 20 oktober 2008 aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Straftoemetingsrecht en strafvorming (Deventer: Kluwer 2008). Hij is fellow binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity en coördinator van het deelprogramma ‘Handhaving, interventies, sancties’. Met prof.mr. C.P.M. Cleiren organiseerde hij in 2001 de conferentie Rechterlijke Samenwerking. Hij redigeerde met prof. mr. C.P.M. Cleiren ook de naar aanleiding van deze conferentie verschenen bundel Rechterlijke Samenwerking (Deventer: Kluwer 2001). Binnen een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, de Universiteit Groningen en de Universiteit Rotterdam redigeerde hij met A.F.M. Brenninkmeijer e.a. de bundel De taakopvatting van de rechter (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003). Samen met Jan Crijns en Patrick van der Meij organiseerde hij het congres De taak van de strafrechtswetenschap georganiseerd. Als uitvloeisel daarvan verscheen de bundel De taak van de strafrechtswetenschap (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005). Met Pauline Schuyt verrichtte hij, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, onderzoek naar Instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting (Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005). Ard Schoep is ook de contactpersoon voor de studievereniging Studiekring over Strafrecht (SOS). 59
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt
[email protected] E-Mail: Telefoon: 071-527 7526 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C109 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT
Pauline Schuyt studeerde Nederlands recht en Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1997 begon ze als junior docent straf(proces)recht aan de Rechtenfaculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Op dit moment werkt ze als universitair hoofddocent straf(proces)recht bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden. Onderzoek Pauline Schuyt is op 7 januari 2010 gepromoveerd op een onderzoek dat is gericht op straftoemeting en strafmotivering, en is getiteld Verantwoorde Straftoemeting. In haar proefschrift beschrijft ze de grote vrijheid van de rechter op het gebied van de straftoemeting en de consequenties die dit heeft voor de strafoplegging. Ze pleit voor een uitgebreidere strafmotivering, ter verantwoording van het gebruik van de grote straftoemetingsvrijheid. In ander onderzoek heeft zij zich bezig gehouden met de volgende onderwerpen: strafoplegging & motivering in de praktijk, met het gebruik van instrumenten ten behoeve van de strafoplegging, en materieel strafrecht: deelneming.
60
Mr. J.M. ten Voorde
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 8928 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C 1.21 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jeroen ten Voorde (1977) is universitair docent straf(proces)recht. Hij studeerde Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen werd hij onderzoeker-in-opleiding bij de sectie rechtsfilosofie van de faculteit rechtsgeleerdheid van voornoemde universiteit. Zijn promotieonderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre in het (materiële) strafrecht ruimte bestaat om rekening te houden met culturele diversiteit. Tussen 2001 en 2005 verzorgde hij ook werkgroeponderwijs rechtsfilosofie en was hij betrokken bij het keuzevak ‘verdieping rechtsfilosofie’. Sinds september 2005 is hij bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden werkzaam. Hij is coördinator van de masterspecialisatie straf(proces)recht. Voorts is hij als rechter-plaatsvervanger verbonden aan de rechtbank Haarlem. Onderzoek Op 28 juni 2007 promoveerde Jeroen ten Voorde op het proefschrift Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgegeven in 2007 bij Wolf Legal Publishers te Nijmegen. Sinds zijn promotie publiceerde hij nog diverse artikelen op het terrein van multiculturaliteit en strafrecht. Recentelijk verscheen in de reeks praktijkcahiers van de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten het boek Culturele verdediging in strafzaken (Sdu uitgevers, 2009). Op het terrein van onderzoek was hij ook betrokken bij de organisatie van de landelijke strafrechtsdag 2006 en lid van de redactie van de bundel Op zoek naar samenhang (Boom Juridische uitgevers, 2006), die naar aanleiding van deze dag verscheen. Met Jan Crijns en Patrick van der Meij vormde Jeroen ten Voorde de redactie van de bundel De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (Boom Juridische uitgevers), die in augustus 2008 is verschenen. Naast zijn onderzoeksbelangstelling voor multiculturaliteit en strafrecht, is zijn onderzoek ook gericht op materieelrechtelijke, strafrechtstheoretische en -filosofische onderwerpen.
61
Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 7552
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C116 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/ woudemahvander.jsp
Algemeen Maartje van der Woude (1980) is PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Ze studeerde van 1998-2002 Nederlands recht, met strafrecht als specialisatie, aan de Universiteit Leiden. Van 2002-2005 heeft Maartje tevens de studie Criminologie, met als master Veiligheidsbeleid en Rechtshandhaving, cum laude afgerond. Na haar afstuderen werd zij PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de faculteit der rechstgeleerdheid van voornoemde universiteit. Tijdens haar studies is ze een aantal jaren actief geweest voor de Kinder- en Jongeren Rechtswinkel Den Haag, heeft ze gewerkt als student-assistent bij de afdeling Criminologie en heeft zij een half jaar gestudeerd aan de University of Texas in Austin, Amerika. In Texas liep zij onder meer stage bij een pro deo advocatenkantoor, waar ze de belangen behartigde van jeugdige verdachten en heeft ze, in het kader van haar masterscriptie onderzoek gedaan naar zogenaamde boot camps voor jeugdige delinquenten. In 2007 organiseerde en coordineerde zij de succesvolle Honours Class ‘Criminal Justice Policies in the Risk Society: the necessity of a multi disciplinary approach’. Maartje maakt deel uit van de redactie van de onderwijsbundel Jurisprudentie Strafrecht Select (SDU uitgevers) en is ze co-hoofdredacteur van Proces: Tijdschrift voor de Strafrechtspleging (Boom Juridische Uitgevers). Onderzoek In het kader van haar promotieonderzoek buigt Maartje zich over de (totstandkoming) van de terrorismewetgeving. In het kader van haar promotieonderzoek heeft Maartje in 2008 gedurende 7 maanden als ‘visiting research scholar’ werkzaam geweest aan het Center for the Study of Law and Society van de University of California te Berkeley. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
62
Overige informatie • Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) • Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven
63
64
Studenten die geïnteresseerd zijn in het strafrecht opgelet! Naast de theorie is strafrecht natuurlijk vooral boeiend in de praktijk, een aspect dat tijdens de studie wat minder centraal staat. Daarom is er de Studiekring Over Strafrecht. Dit dispuut biedt de studenten een hoop extra mogelijkheden om met de praktijk van het strafrecht in aanraking te komen. Zo worden er diverse lezingen gehouden door advocaten, raadsheren en leden van het Openbaar Ministerie. Daarnaast worden er excursies georganiseerd, zoals bijvoorbeeld naar gevangenissen, advocatenkantoren en andere instanties waar de strafrechtjurist een belangrijke rol speelt. Het strafrechtelijk dispuut is op 22 januari 1932 opgericht door Prof. mr J.M. van Bemmelen. Van Bemmelen was van 1931 tot en met 1968 hoogleraar Strafrecht en Strafvordering aan de Rijksuniversiteit te Leiden. De huidige beschermheer is prof. mr. Th.A. De Roos (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Tilburg) en de beschermvrouw is prof. mr. C.P.M. Cleiren (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Leiden). Het lidmaatschap van S.O.S. wordt voor studenten die erover denken om strafrecht als master te kiezen zeer aangeraden, zowel door de docenten als (oud)leden die weten hoe nuttig het lidmaatschap kan zijn. Uiteraard kunnen ook Bachelorstudenten, die het strafrecht interessant vinden, lid worden. Daarnaast is het natuurlijk ook gezellig en biedt het je de ideale mogelijkheid om eens een kijkje in de strafrechtspraktijk te nemen!Voor informatie zijn wij te allen tijde beschikbaar; wij hopen snel iets van je te horen!!
Het S.O.S.-bestuur:
Voorzitter: Secretaris: Acitiviteiten: Penningmeester:
Laurens Nooijen Celesta Bonnet Jessica Koek Rosalinde Brand
E-mail: s o s @ l aw. l ei d en u n i v . n l Website: http://www.sos-leiden.nl/
65
Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven Rechtbank Haarlem Bezoekadres Simon de Vrieshof 1 2019 HA Haarlem Correspondentie-adres Postbus 1621 2003 BR Haarlem Telefoonnummer (023) 512 61 26 Faxnummer (023) 512 63 64 Zittingen Strafzaken: In principe elke werkdag van 09.00-15.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. Het kan zijn dat er op een bepaalde dag geen zitting van de Politierechter is, maar dat is niet van te voren aan te geven, en als deze geen zitting heeft, dan is er zeker een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepsbezoek graag even van te voren melden.
Rechtbank 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ 's-Gravenhage Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH 's-Gravenhage Telefoon (070) 381 31 31 Fax 070 381 1076 (extra judicieel) 070 381 3797 (civiele en strafgriffie) Zittingen Strafzaken: Zowel de Politierechter als de Meervoudige Kamer elke dag behalve vrijdag van 09.3017.00 uur. Groepen groter dan 5 mensen dienen van te voren (telefonisch) te worden aangemeld.
66
Gerechtshof 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ Den Haag Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH Den Haag Telefoonnummer (070) 381 31 31 Zittingen Sector Strafrecht: Gewone strafzaken worden iedere dag behandeld, van 09.30-16.00 uur. Groepsbezoek kan beter van te voren (telefonisch) aangemeld worden. Het Hoger Beroep in de Raadkamer betreft een besloten zitting die alleen op donderdagen plaatsvindt. Op aanvraag kunnen deze wel individueel bijgewoond worden, maar niet door groepen.
Rechtbank Rotterdam Bezoekadres Wilhelminaplein 100 - 125 3072 AK Rotterdam Correspondentie-adres Postbus 50950 3007 BL Rotterdam Telefoonnummer (010) 297 12 34 Zittingen Strafkamer: Zowel politierechter als meervoudige kamer elke dag van 09.00-17.00 uur. Groepsbezoek moet van te voren (telefonisch) even gemeld worden (via algemeen tel nr, doorverbinden naar bureau communicatie)
Rechtbank Amsterdam Bezoekadres Parnassusweg 220 1076 AV Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 84500 1080 BN Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer In principe elke dag van 09.00-17.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. De drukste dagen zijn dinsdag, donderdag en vrijdag. Op maandag en 67
woensdag kan de zitting van kortere duur zijn. Het kan zijn dat niet elke dag de Politierechter zitting heeft, maar dan is er altijd een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepen van meer dan 3 personen graag van te voren even melden: 020-541 5015 (Petra Rodders)
Gerechtshof Amsterdam Bezoekadres Prinsengracht 436 1017 KE Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 1312 1000 BH Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer: Elke dag van 09.30-15.00 uur. Groepen dienen zich van te voren (telefonisch) aan te melden. Individuen moeten zich even ter plekke melden bij de bode.
68
Informatie Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht
Studiejaar 2010-2011
Bijgewerkt tot 26 augustus 2010
1
2
Inhoudsopgave -
Introductie, onderwijsrooster, stage en scriptie Ter inleiding ................................................................................................5 Rooster Masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht 2010/2011...............6 Tweejarige masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht............................8 De arbeidsmarkt ...........................................................................................9 Stages via de Afdeling straf- en strafprocesrecht ......................................10 Het schrijven van een afstudeerscriptie .....................................................12 Het beoordelingschema voor de masterscriptie .........................................19
-
Mastervakken straf(proces)recht Rechtshandhaving – Recht Realiseren.......................................................23 Ideeëngeschiedenis van het strafrecht........................................................26 Capita straf- en strafprocesrecht ................................................................29 Practicum straf(proces)recht ......................................................................32 Penitentiair recht ........................................................................................35 Criminologie voor juristen.........................................................................38 Privatissimum straf(proces)recht ...............................................................41 Internationaal en Europees Strafrecht........................................................44
-
Informatie over docenten Coördinatoren ............................................................................................49 Docenten Master Straf- en strafprocesrecht...............................................51 Individuele medewerkerspagina’s .............................................................52
-
Overige informatie Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) ..........................................................65 Adres- en zittingsinformatie rechtbanken en gerechtshoven .....................66
3
4
Ter inleiding De Leidse master rechtsgeleerdheid bestaat uit een aantal specialisaties. Elke specialisatie kent een vaste kern van vakken en een aantal voor de betreffende specialisatie bijzondere vakken. De vaste kern van vakken maakt duidelijk dat elke masterspecialisatie onderdeel is van de master rechtsgeleerdheid en studenten die in Leiden hun master rechtsgeleerdheid doen bovenal als jurist worden opgeleid. Zij bestaat uit de vakken practicum en privatissimum en twee vakken waaraan studenten van verschillende masterspecialisaties deelnemen. De format van practicum en privatissimum is bij elke specialisatie dezelfde, maar wordt uiteraard per specialisatie apart ingevuld. Hiermee wordt enerzijds een zekere gelijkheid in zwaarte tussen de verschillende specialisaties beoogd, maar anderzijds de eigenheid van elke specialisatie benadrukt. De masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht is uiteraard gericht op verdieping van in de in de bachelor opgedane kennis van het straf- en strafprocesrecht maar geeft daarnaast ook inzicht in nog niet behandelde gebieden van het straf- en strafprocesrecht, namelijk het internationale en Europese strafrecht en het penitentiaire recht. Tevens, en daarmee is de specialisatie anders dan de andere masterspecialisaties, wordt kennisgemaakt met een aan het strafrecht gelieerd wetenschapsgebied, namelijk de criminologie. Zonder kennis van de criminologie is bestudering van het straf- en strafprocesrecht namelijk onvolledig. In dit boekje wordt in de eerste plaats een overzicht gegeven van de vakken die in de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht worden aangeboden. Voltijdstudenten volgen in principe een vast en door studenten als intensief maar ook zeer leerzaam ervaren programma. Hierdoor worden zij geacht in staat te zijn om hun master in één jaar te halen. Hoewel het curriculum vast staat, bestaat er niettemin de mogelijkheid om door het Instituut voor Strafrecht en Criminologie gefaciliteerde stages bij het arrondissements- en ressortsparket van Haarlem en Den Haag en de rechtbank Haarlem en Den Haag te volgen. Informatie hierover is ook in dit boekje te vinden. In de tweede plaats worden ook de docenten die in de master vakken verzorgen of daarin betrokken zijn, voorgesteld. In de derde plaats vindt u informatie over de strafrechtelijke studievereniging Studiekring Over Strafrecht (S.O.S.), waarvan wordt verwacht dat iedere masterstudent lid is, het arbeidsmarktperspectief en adressen van rechtbanken en gerechtshoven voor het bijwonen van zittingen. Ook voor deeltijdstudenten is informatie opgenomen over het volgen van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht. .
5
Rooster Masterspecialisatie Straf- en Strafprocesrecht 2010-2011 1e semester: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen, in de periode 07-09-2010 t/m 05-10-2010, van 15.00 – 17.00 uur, in A 144; en op woensdagen, in de periode 08-09-2010 t/m 06-10-2010, van 19.00 – 21.00 uur, in de Campus Den Haag,, DH1/HV2.
Docenten: Coördinator: Tentamen:
Mr. J.H. Crijns, mr. P.C. Adriaanse, mr. A. Cuyvers Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 14-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 13-01-2011
• Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op donderdagen: op 09-09-2010 en 16-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144; op 23-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in C 131; op 30-092010 en 07-10-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144.
Docent: Tentamen:
Mr. J.M. ten Voorde (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 10-01-2011
• Capita Straf- en Strafprocesrecht Onderwijs:
: Docenten: Coördinator: Tentamen:
Werkcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 23-11-2010, van 17.00 – 19.00 uur, in B 041.
Prof.mr. C.P.M. Cleiren, Mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer Mr. J.M. ten Voorde Schriftelijk tentamen op 22-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 24-01-2011
• Practicum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiecollege op 06-09-2010 van 17.00 – 19.00 uur, in B 031. Werkgroepen op de volgende maandagen: 27-09-2010, 18-10-2010, 01-11-2010, 15-11-2010, 29-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur, van 13.00 – 15.00 uur en van 17.00 – 19.00 uur. Al deze werkgroepen vinden plaats in A 014.
Docenten: Tentamen:
Mw mr. M.J. Dubelaar (tevens coördinator), mr. R. Malewicz en mr. W. Morra Som van het cijfer van vijf schriftelijke opdrachten
• Penitentiair Recht Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 2311-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in A 144. Werkgroepen op donderdagen in de periode 11-11-2010 t/m 16-12-2010, m.u.v. 25-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur en van 11.00 – 13.00 uur, in C 004. (Voor criminologie studenten vinden er werkgroepen plaats op woensdagen in de periode 10-11-2010 t/m 15-12-2010, m.u.v. 24-11-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in C 004.) Dus hou er rekening mee bij de inschrijving via uSis, dat de woensdagwerkgroepen alleen voor criminologiestudenten zijn bestemd en de donderdagwerkgroepen alleen voor strafrechtstudenten!
Docenten: Tentamen:
Prof. dr. L.M. Moerings, mw. mr.dr. P.M. Schuyt (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 20-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 26-01-2011 6
2e semester: Ten tijde van het drukken van dit boekje waren de roosters van het 2e semester nog niet vastgesteld.
• Criminologie voor juristen Onderwijs: Docenten: Tentamen:
Werkcolleges op…. Responsiecollege op …. Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-03-2011 en schriftelijk hertentamen op 18-04-2011
• Privatissimum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiewerkgroep op…. Werkgroepen op ….
Docenten:
Mr. G.K. Schoep (tevens coördinator), mr. J.M. ten Voorde, gastdocent
Tentamen:
De som van vier schriftelijke opdrachten, een referaat en de deelname aan discussies tijdens de werkgroep
• Internationaal en Europees Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op …..
Docenten: Coördinator Tentamen:
Mw. mr.dr. P.M. Schuyt, mr. C. Stahn, e.a. Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 06-06-2011 en schriftelijk hertentamen op 04-07-2011
• Scriptie Coördinator:
Mw. mr. F.P. Ölcer
N.B: In het bovenstaande onderzicht zijn niet de eventuele wijzigingen opgenomen, die tijdens het studiejaar zijn doorgevoerd. Controleer daarom altijd de college- en werkgroeproosters en de tentamenkalender op de website: http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/sg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/wg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/tntkal/
7
Tweejarige Master Straf- en Strafprocesrecht voor deeltijdstudenten Studenten die in september instromen, wordt aanbevolen om de volgende volgorde te hanteren: 1e jaar: 1e semester: - Practicum Straf(proces)recht - Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht of Penitentiair Recht 2e semester: - Criminologie voor Juristen - Internationaal en Europees Strafrecht
2e jaar: 1e semester: - Rechtshandhaving – Recht realiseren - Capita Straf(proces)recht - Penitentiar Recht of Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2e semester: - Privatissimum Straf(proces)recht - Scriptie Bij instroom in januari dient de volgorde van de vakken overlegd te worden met de coördinator van de masterpecialisatie straf- en strafprocesrecht, mr. J.M. ten Voorde. Daartoe kan een afspraak gemaakt worden via het Secretariaat Strafrecht (tel: 071 527 7518 of e-mail:
[email protected]).
8
De arbeidsmarkt Strafrechtjuristen blijven in een samenleving waarin criminaliteit nooit afwezig zal zijn, altijd nodig. Hoewel ook de arbeidsmarkt voor juristen de laatste jaren onder de economische crisis heeft geleden, zijn er ook tekenen dat, met het aantrekken van de economie, ook voor juristen de arbeidsmarkt verbetert. De rechterlijke macht Met name in de rechtspleging bestaat een constante behoefte aan strafrechters, officieren van justitie en strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten. De rechterlijke macht neemt zowel voor de raio-opleiding als voor de griffies en parket-secretariaten strafrechtelijk afgestudeerde juristen aan. Het enkel volgen van een strafrechtelijke master is geen selectiecriterium voor de raio. Op de griffies van de gerechten is geregeld vraag naar gerechtssecretarissen met een strafrechtelijke achtergrond. Voor de parketten van het Openbaar Ministerie bestaat met enige regelmaat vraag naar parketsecretarissen. De advocatuur Strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten werken op grote of kleine kantoren in de algemene praktijk of op (enkele) grote kantoren in een strafrechtssectie. Het aantal op strafrecht georiënteerde kantoren is de laatste jaren sterk gegroeid. Hun specialisme wordt alom erkend. Behandeling van zaken voor de Hoge Raad of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt bij deze gespecialiseerde kantoren regelmatig voor. Binnen de politie is een ontwikkeling gaande tot verdere professionalisering waardoor voor academisch geschoolde strafrechtspecialisten meer plaats is. Andere mogelijke werkterreinen De reclassering en de kinderbescherming behoren vanouds tot de werkterreinen voor strafrechtjuristen en ook bij het bureau van de Nationale Ombudsman, de bureaus van sociale raadslieden en verzekeringsmaatschappijen en in andere functies op het terrein van de rechtshandhaving komen strafrechtelijk afgestudeerden terecht. Vanwege de strafrechtelijke aanpak van economische criminaliteit (fraude, witwassen van geld, fraude met EG-subsidies etc.) en milieucriminaliteit (door en in bedrijven, overheden etc.) heeft ook het bedrijfsleven - in toenemende mate - belangstelling voor strafrechtelijk geschoolde juristen. Naast de genoemde mogelijkheden kunnen strafrechtelijk gespecialiseerde juristen terecht in vele functies waarin algemeen opgeleide juristen worden gevraagd, zoals wetgevingsjuristen, de wetgevingsacademie, diverse beleids- en adviesfuncties binnen de onderscheiden ministeries en functies binnen gemeenten. Tot slot kan men nog denken aan functies als: wetenschappelijk onderzoeker in strafrecht/criminologie aan een universiteit, het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie) en het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving).
9
Stages via de Afdeling Straf- en strafprocesrecht Als student van de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht kun je onder andere stage lopen bij een rechtbank, een gerechtshof of het Openbaar Ministerie. Stagelopen is geen verplicht onderdeel van deze master en je kunt er geen studiepunten mee verdienen, maar het is wél een zeer waardevolle aanvulling. Je krijgt de kans de strafrechtspraktijk van heel dichtbij en zeer intensief te leren kennen. Studenten die de stage al hebben gedaan, zijn zonder uitzondering enthousiast over de inhoud van de werkzaamheden en de aard en omvang van begeleiding. Afspraken over stages De Afdeling Straf- en strafprocesrecht heeft met verschillende instanties afspraken gemaakt over onder meer de inhoud en de duur van de stage. De studenten die graag stage willen lopen bij één van de stage-instanties kunnen contact opnemen met de stagecoördinator van de afdeling. Deze zorgt in overleg met de instanties voor de plaatsing van studenten. De stage-instanties zijn: • • •
De rechtbanken in Den Haag en Haarlem Het Openbaar Ministerie in Den Haag (arrondissements- en ressortsparket) De gerechtshoven in Den Haag en Amsterdam
Inhoud In de eerste weken van je stage krijg je uitgebreid de gelegenheid om verschillende soorten strafzaken bij te wonen en mee te kijken over de schouder van een medewerker (griffier of secretaris). Vervolgens leer je hoe je een strafzaak voor de terechtzitting voorbereidt en achteraf weer afrondt (met de nodige begeleiding). Tijdens de stage bij één van de gerechten zal je na enige tijd zelfstandig als griffier optreden en meerdere zaken afhandelen. Tijdens de stage bij de parketten draag je na enige tijd de verantwoordelijkheid voor de behandeling van verschillende dossiers. De gerechten en parketten zorgen zelf voor variëteit in de strafzaken en werkzaamheden waarbij je wordt betrokken. Enkele voorbeelden: • • • • •
meedraaien in het kabinet van de rechter-commissaris werk voorbereiden voor politierechterzittingen griffierwerkzaamheden bij de meervoudige kamer bijwonen raadkamerzittingen overzichtelijk samenvatten van zeer omvangrijke dossiers
De gerechten en parketten zorgen voor een goede begeleiding van de studentstagiair en geven deze ook een officiële eindbeoordeling. Duur De stages zijn full time (vijf of vier dagen in de week). Er wordt natuurlijk altijd rekening gehouden met tentamens, een laatste vak dat je moet volgen of gemaakte afspraken met je scriptiebegeleider. 10
Vergoeding Alle stage-instanties kennen een vergoeding. De hoogte verschilt per instantie. (Let wel: de vergoeding is niet te vergelijken met die van een bijbaantje). Strafrechtelijk dispuut S.O.S. Je kunt natuurlijk ook zelf een stageplaats zoeken, bijvoorbeeld bij een advocatenkantoor. Geregeld worden op de site van het strafrechtelijk dispuut S.O.S. advertenties geplaatst voor incidentele stagemogelijkheden of bijbaantjes. Interesse of meer informatie? Drie keer per jaar houdt de afdeling kennismakingsgesprekken met geïnteresseerde studenten. Na dit gesprek brengen wij de studenten die daar gezien de vordering in hun studie aan toe zijn, in contact met de stage-instantie. De gesprekken vinden plaats in: • • •
juni voor de stageperiode vanaf 1 september november voor de stageperiode vanaf 1 januari maart voor de stageperiode vanaf 1 mei.
Wil je in aanmerking komen voor een stageplaats bij de gerechten of de parketten, of wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar Ard Schoep:
[email protected], stagecoördinator voor de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht.
11
Over het schrijven van een afstudeerscriptie Het is goed om je zo vroeg mogelijk in de masterfase te gaan bezighouden met datgene waar het toch op uitdraait: het schrijven van een afstudeerscriptie. Het is erg nuttig om bij de vakken die je volgt te ontdekken welke onderzoeksgebieden je goed liggen en je interesseren, en ook om de schriftelijke vaardigheden die je opdoet bij vakken als Practicum en Privatissimum te kunnen aanwenden voor het schrijven van je afstudeerscriptie. Hier volgt de informatie die voor elke student die strafrechtelijk wil afstuderen, van belang kan zijn.
Het kiezen van een onderwerp Het begin Voor het schrijven van een afstudeerscriptie is het goed om al in een vroeg stadium één of meerdere onderwerpen te vinden waar je over zou willen schrijven. Als eerste voorwaarde geldt dat voor een strafrechtelijke scriptie het onderwerp ‘voldoende juridisch’ én ‘voldoende strafrechtelijk’ is, dat wil zeggen dat er een strafrechtelijke benadering van het onderwerp mogelijk is. Het is vaak zo dat scriptieonderwerpen worden ingegeven door onze Mastervakken als Ideeëngeschiedenis, Penitentiair recht, Recht Realiseren (Rechtshandhaving), Criminaliteit & Sanctionering en Internationaal & Europees recht. Ook de onderwerpen die aan de kaak worden gesteld in het Practicum of het Privatissimum kunnen leiden tot ideeën voor een onderwerp. Probeer in je onderwerpkeuze wel los te komen van de onderwerpen die je al heel concreet bij de Mastervakken hebt behandeld. Vrije keuze De keuze van een geschikt onderwerp is vooral een kwestie van je eigen interesse en gericht zoeken. Interesse is belangrijk, want een scriptie schrijven is voor de meeste studenten toch een hele klus. Een onderwerp dat je zelf boeiend vindt, verlicht de last. Laat je niet van de wijs brengen door medestudenten die zeggen dat er onderwerpen zijn waarover je niet zou mogen schrijven, bijvoorbeeld omdat een andere student daar al over heeft geschreven. Geen enkel onderwerp geniet een beschermde status en er is ook geen onderwerp dat is verboden. Natuurlijk is het wel leuk als je een origineel thema weet aan te snijden. Een gesprekje met de scriptiecoördinator kan je daar ongetwijfeld bij helpen. Als je eenmaal een onderwerp hebt bedacht, vraag dan voor de zekerheid na of je met dat onderwerp aan de slag kunt gaan. Los van de vrijheid die je hebt in je onderwerpkeuze, kan het namelijk zo zijn dat een bepaald onderwerp al zo vaak is beschreven (in scripties of in het algemeen) dat het erg moeilijk wordt een scriptiebegeleider te vinden. Voorbeelden Er zijn studenten die van begin af aan weten wat hen interesseert. De ene student heeft als hobby het werken met computers en het bouwen van de meest complexe netwerken; wellicht dat hij of zij zich wil verdiepen in de opsporing van strafbare feiten door middel van ICT-toepassingen of in computercriminaliteit. Een andere student heeft weer veel affiniteit met voetbal en zal zich willen verdiepen in de aanpak van voetbalgerelateerd geweld of het strafrecht als ultimum remedium bij ernstige overtredingen op het voetbalveld. Weer een andere student heeft in de Bachelorfase van de studie een keuzevak gevolgd, bijvoorbeeld op het gebied van het jeugdrecht, de forensische psychiatrie of de criminalistiek, dat hij of zij voor zijn scriptieonderzoek dat terrein nader wil verkennen, bijvoorbeeld met de vraag onder welke voorwaarden op jeugdigen het volwassenenstrafrecht mag worden toegepast en wat daarvan is te verwachten. 12
Zoeken naar een onderwerp Meestal is het echter zo, dat een student nog niet zo goed weet welk onderwerp hij of zij zal kiezen. In dat geval adviseren wij studenten zich op het internet en in de bibliotheek van de Faculteit te verdiepen in bijvoorbeeld recente wetsvoorstellen en wetswijzigingen (www.rechtsorde.nl, www.rijksoverheid.nl/justitie), in kamervragen die aan de minister van Justitie worden gesteld, in onderwerpen die worden besproken in vakbladen (denk aan Ars Aequi, Delikt & Delinkwent, het Nederlands Juristenblad, Strafblad, Nieuwsbrief Strafrecht, Proces), in krantenartikelen en journaals op televisie om ideeën op te doen. Je moet even zoeken, maar dan heb je wel een reeks van mogelijke onderwerpen. Even doorzoeken Kijk vooral verder dan je neus lang is: in het Nederlands Juristenblad wordt bijvoorbeeld tweejaarlijks een Kroniek van het straf(proces)recht afgedrukt, met daarin tal van actuele, maar misschien voor studenten minder voor de hand liggende ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Op de websites van het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie worden vaak interessante beleidsplannen gepresenteerd die de nodige consequenties hebben voor de strafrechtspraktijk en ingrijpende voorstellen die de beginselen van ons strafproces of de materieelrechtelijke leerstukken onder druk zetten. Ook worden op de websites van het Openbaar Ministerie en de rechtspraak (www.rechtspraak.nl) hele dossiers bijgehouden over spraakmakende onderwerpen. De meeste tijdschriften geven maandelijks een mooi overzicht van recente strafrechtelijke jurisprudentie; Delikt & Delinkwent bespreekt bijvoorbeeld met regelmaat ontwikkelingen in de rechtspraak per thema. Het Strafblad werkt elke twee maanden met een themanummer rondom een actueel onderwerp. Vergeet ook niet jezelf te abonneren op allerlei gratis nieuwsbrieven en rss-feeds van de genoemde websites en bekende juridische uitgevers zoals Kluwer en Sdu (beperk je wel tot het thema straf(proces)recht). Geen lijsten met scriptieonderwerpen Het is de bedoeling dat je zelf een onderwerp bedenkt en op papier zet, al dan niet met de hulp van de scriptiecoördinator. Op onze afdeling hebben we helaas geen lijst van onderwerpen waaruit de student een scriptieonderwerp kan kiezen. Gezien het aantal instromers per collegejaar is het niet te doen voor alle studenten geschikt scriptieonderwerpen te bedenken. Het is bovendien toch vaak zo dat een student met een zelfbedacht onderzoek langer gemotiveerd blijft om het onderzoek af te ronden. Soms geeft een docent aan de scriptiecoördinator een thema door waarop hij of zij graag nader onderzoek zou willen doen en waarbij de scriptiebegeleiding van een student hem of haar kan helpen. Ook dan loont het de moeite even langs te gaan bij de scriptiecoördinator.
Een eerste opzet van je scriptie Een opzet is nodig om een begeleider te krijgen Heb je eenmaal een onderwerp gekozen, dan is het de bedoeling dat je een eerste opzet van je scriptie samenstelt. Met deze eerste opzet wordt het voor de scriptiecoördinator mogelijk om een geschikte begeleider voor je te zoeken die minstens net zoveel interesse heeft in het onderwerp als jijzelf. Mocht je nog niet eerder contact hebben gezocht met de scriptiecoördinator (je zou al een afspraak kunnen hebben gehad omdat je het erg lastig vond een geschikt onderwerp uit te denken), dan is dit het aangewezen moment. Een eerste opzet bestaat altijd uit een vijftal onderdelen, namelijk een beknopte inleiding, een probleemstelling, een uitgewerkte vraagstelling, een korte inhoudsopgave en een eerste versie van de literatuurlijst. De opzet maakt zo onder meer duidelijk hoe je tegen het 13
onderwerp aankijkt, hoezeer je je al in de materie hebt verdiept en in welke richting je afstudeerscriptie zich in eerste instantie zal begeven. Een beknopte inleiding Het eerste hoofdstuk van je scriptie is de inleiding, met daarin vier van de vijf genoemde onderdelen van je scriptieopzet (de literatuurlijst staat daar natuurlijk niet in). Die inleiding kan je vaak pas achteraf helemaal goed uitschrijven, maar voor je scriptieopzet is het wel belangrijk dat je in ongeveer anderhalve pagina aangeeft hoe je tot het onderwerp bent gekomen: de aanleiding. Het is natuurlijk de bedoeling dat je dat al direct juridisch inhoudelijk aanpakt! Begin niet te persoonlijk en te oppervlakkig in de trant van ‘ik vind dat er te licht wordt gestraft in Nederland en daarom moeten de maximumstraffen veel hoger worden, nu krijgen criminelen vaak alleen maar een taakstraf’. Het is beter algemeen in te steken (‘De rechter heeft in Nederland van oudsher veel vrijheid in concrete strafzaken de hoogte van de straf te bepalen’) en te proberen in je aanleiding het onderwerp te introduceren (‘Enkele recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf van twintig naar dertig jaar hebben die vrijheid vergroot’), de lijn van de scriptie aan te geven (‘Dit heeft er echter niet toe geleid dat de rechter significant zwaarder is gaan straffen’), enkele beperkingen in je onderzoek aan te geven (‘De rechter is zelfs tot op heden vrij voor alle delicten die zijn bedreigd met een gevangenisstraf of een geldboete een taakstraf op te leggen’) en de lezer naar je probleemstelling te leiden (‘Is de taakstraf wel geschikt als sanctie bij ernstige delicten zoals moord en doodslag’). Let wel: de aanleiding zoals die hierboven met enkele zinnen is uitgewerkt, is natuurlijk veel te beknopt en te weinig onderbouwd. De probleemstelling Van de opzet is het schrijven van een goede probleemstelling verreweg het moeilijkste onderdeel. Je zal bijvoorbeeld in de loop van je scriptieonderzoek wel bemerken dat er de nodige haken en ogen zitten aan dit beginpunt van je scriptie, ondanks het feit dat je zoveel aandacht hebt besteed aan een goede probleemstelling. Waar het op neer komt is dat je bij aanvang van je scriptieonderzoek jezelf een probleem stelt, het probleem kort beschrijft en probeert aan te geven hoe je het probleem (en mogelijk de oplossing) gaat onderzoeken. Probeer maar eens in een alinea (zo’n tien à vijftien regels) heel scherp te formuleren waarom je het onderwerp dat je hebt gekozen problematisch vindt, waarom het probleem dient te worden opgelost en hoe jij denkt dat te gaan doen. Iets anders geformuleerd: je moet oog hebben voor de beschrijvende kant van je probleemstelling (Hoe ziet het probleem er feitelijk uit), en voor de normatieve kant ? Is dit een goede of slechte zaak? Waar zie ik mogelijke oplossingen?). Beide aspecten zijn bij je aanvankelijke probleemstelling alleen aangestipt, je gaat immers zoeken naar mogelijke oplossingen en je zal gedurende het schrijven van je scriptie onvermijdelijk je probleemstelling aanpassen. De vraagstelling en de inhoudsopgave Je probleemstelling leidt uiteindelijk tot één allerbelangrijkste onderzoeksvraag, de hoofdvraag, de vraag die je in je scriptieonderzoek gaat beantwoorden ten einde het door jou geconstateerde probleem op te lossen. Voor alle duidelijkheid: een probleemstelling is dan ook iets anders dan een vraagstelling. Voor het beantwoorden van die hoofdvraag heb je weer allerlei deelvragen nodig, die je logischerwijs in een bepaalde volgorde zal stellen. Het bijzondere aan deze deelvragen is dat zij in belangrijke mate de volgorde van je inhoudsopgave bepalen. Schrijf na je probleemstelling ook je vraagstelling uit door aan te geven wat je per hoofdstuk ongeveer wilt gaan onderzoeken. Je kunt proberen te vermijden een opsomming van vragen te geven (‘In hoofdstuk zal worden onderzocht…’; De aandacht gaat daarbij uit naar…’; ‘In navolging van deze paragraaf zal … verder 14
worden behandeld’). De opsomming van vragen komt wel weer in je inhoudsopgave, vaak geven de genummerde hoofdstukken en de paragrafen namelijk je onderzoeksvragen in de juiste volgorde weer. Vaak passen de uitgewerkte vraagstelling en de inhoudsopgave precies op elkaar. De voorlopige literatuurlijst De voorlopige literatuurlijst die je tezamen met de scriptieopzet aanlevert bij de scriptiecoördinator zal minimaal zo’n twintig verschillende bronnen (artikelen, boeken, handboeken, jurisprudentie, internetbronnen, etc.) beslaan. Dit geeft weer hoeveel je al van het onderwerp hebt gelezen en wat het instapniveau van het onderzoek is. De beknopte inleiding tenslotte maakt duidelijk welke juridische, rechtspolitieke, maatschappelijke ontwikkelingen, of welk arrest, of welke strafrechtelijke relevante gebeurtenis voor jou de aanleiding hebben gevormd om het gekozen onderwerp te problematiseren en te onderzoeken.
De scriptiecoördinator Afspraak met de scriptiecoördinator Nadat je een onderwerp hebt gekozen en je een eerste opzet van je scriptie hebt samengesteld, is het tijd om je tot de scriptiecoördinator Pınar Ölçer te wenden. Het is het makkelijkst als je haar een e-mail (
[email protected]) stuurt met daarin een korte introductie van jezelf en je eerste scriptieopzet in een los document als bijlage. De taak van de scriptiecoördinator is om de scriptieopzet marginaal te toetsen. Het onderwerp moet niet te ruim zijn en er moet iets blijken van het toetsend kader en zo zijn er nog veel meer problemen die al in een beginstadium de kop op kunnen steken. Bij goedkeuring van de scriptieopzet stelt de scriptiecoördinator vast wie de scriptie zal begeleiden. Daarna worden afspraken over het inleveren van stukken e.d. met de scriptiebegeleider gemaakt. Op de BB-omgeving voor master scripties strafrecht staat veel nadere informatie. Het komt vaak voor dat een student zijn of haar scriptieopzet eerst nog wil bespreken voordat hij of zij een begeleider krijgt toegewezen, of dat de coördinator het nodig vind dat die eerste opzet wordt besproken en wordt aangepast. In dat geval wordt een afspraak gemaakt. Elke maand worden er afspraken gemaakt op specifieke dagen. Op de BBomgeving voor de master scripties strafrecht, worden deze dagen vermeld. Als je een afspraak wil maken, moet je een mail te sturen naar dhr. W. Bonis (
[email protected]). Zoeken naar een begeleider Indien de scriptieopzet is goedgekeurd, zal de coördinator op zoek gaan naar een begeleider, waarbij het altijd mogelijk is dat de student zijn of haar voorkeur voor een bepaalde docent aangeeft. Nadat een docent heeft aangeven bereid te zijn een student te begeleiden, zal de scriptiecoördinator de student berichten dat hij of zij contact kan opnemen met de hem toegewezen scriptiebegeleider. En dat is dan het echte begin van een mooi scriptieonderzoek!
Scriptieplanning Wanneer schrijven aan de scriptieopzet? Het schrijven van een afstudeerscriptie levert een student de laatste 10 ECTS op. Voor 15
het schrijven van de afstudeerscriptie is een periode van 280 uur in de Master gereserveerd in het tweede deel van het tweede semester (maart tot en met juni). Het is de bedoeling dat de studenten die instromen in september – het eerste semester van de master – ook daadwerkelijk in april beginnen te schrijven aan hun afstudeerscriptie. Dit betekent dat je de relatief rustige onderwijsperiode in januari aangrijpt om je te verdiepen in een onderwerp en je scriptieopzet samen te stellen. Wanneer de scriptieopzet aanleveren? Voor het collegejaar 2010/2011 wordt elke masterstudent aangeraden zich vóór maandag 31 januari 2011 te melden bij de scriptiecoördinator met een scriptieopzet. In de periode tot aan maart 2011 kan de scriptiecoördinator dan aan de slag om een scriptiebegeleider te zoeken. Planning van de begeleiding Het is belangrijk om te weten dat in de periode van juli en augustus geen scriptiebegeleiding kan worden gegeven, aangezien dat de periode is waarin veel docenten op vakantie gaan en waarin zij hun eigen onderzoek hebben te doen. Wil je derhalve in augustus afstuderen, zoals dat de bedoeling is volgens het masterrooster, dan kan het niet anders dan dat je begint met het schrijven van je afstudeerscriptie in april, direct na het vak Privatissimum. Zo heb je vier maanden de tijd om intensief te schrijven, en kan je de maanden juli en (de eerste twee weken van) augustus gebruiken voor de laatste aanpassingen en het verkrijgen van goedkeuring door je scriptiebegeleider en de tweede lezer. Het beoordelen van de laatste versie van je scriptie eind juli of begin augustus is alleen aan de orde als je begeleider je eind juni heeft gezegd dat die afronding ook haalbaar is. Door het grote aantal Master-studenten en de relatief kleine onderwijsstaf kan de duur van de scriptiebegeleiding niet langer dan vier maanden zijn. Houdt ook daar rekening mee met in de planning van het schrijven aan de scriptie. Scriptieplanning voor de februari-instromers Voor studenten die in het tweede semester van het collegejaar 2010/2011 instromen in de Master, is het de bedoeling dat zij in de periode die staat gereserveerd voor het daadwerkelijke schrijven aan de afstudeerscriptie (maart tot en met juni) zich gaan verdiepen in een onderwerp en de scriptieopzet samenstellen. Ondanks het drukke eerste semester van het collegejaar 2011/2012 dat zich dan nog aandient, kunnen zij in de tweede helft van dat semester toch voortvarend aan de slag met de afstudeerscriptie. Het is in elk geval de bedoeling dat deze studenten zich vóór 1 oktober 2011 melden bij de scriptiecoördinator met hun scriptieopzet.
Het begeleidingstraject Het begin van de begeleiding Nadat je door de scriptiecoördinator een begeleider hebt toebedeeld gekregen, kun je je eerste afspraak met je begeleider maken. Probeer dit zo snel mogelijk te regelen, de begeleidingstermijn begint namelijk te lopen op het moment dat je hebt gehoord wie je begeleider is. In een eerste begeleidingsgesprek is het goed te bespreken waar je met je onderzoek naar toe wilt, wat je wilt bereiken. Een gedegen scriptieopzet is een heel goed richtsnoer. De begeleider heeft zelf vast ook veel ideeën over het onderzoek en samen kunnen jullie een plan de campagne maken. De begeleider zal met een ander oog naar je scriptieopzet kijken dan de coördinator, veel meer inhoudelijk (de coördinator toetst de opzet marginaler). Het kan zijn dat je je opzet (opnieuw) moet aanpassen. Dat is soms 16
lastig, maar het hoort wel bij het doen van onderzoek. In het eerste gesprek kan je alvast afspraken met elkaar plannen, deadlines voor het inleveren van hoofdstukken vaststellen, aangeven wanneer je wilt afstuderen en andere verwachtingen omtrent je scriptieonderzoek uiten. Het maken van afspraken Het scriptietraject veronderstelt dat je goed contact blijft houden met je begeleider. Het komt nog wel eens voor dat studenten vast komen te zitten en zich lange tijd niet meer (durven te) melden bij hun begeleider. Dat is gek, want je begeleider is er juist om je verder op weg te helpen. Zorg ervoor dat je consequent reageert op e-mails en dat je je afspraken nakomt, of dat je het op zijn minst gewoon eerlijk zegt als je het niet redt een bepaald hoofdstuk op tijd in te leveren. Mede vanwege het feit dat je 'groeit' in je onderwerp en er zoiets bestaat als een voortschrijdend inzicht dat je gedurende het schrijven van je scriptie ontwikkelt, is het goed om steeds een los hoofdstuk in te leveren, in plaats van in één keer de gehele scriptie. Dat laatste is ook niet toegestaan: het betekent voor je begeleider veel nakijkwerk in één keer, met voor jou het risico dat het helemaal over moet, en de scriptie is bijvoorbeeld ook lastig te controleren op plagiaat. Eindbeoordeling Na diverse begeleidingsgesprekken en beoordelingsmomenten kom je zover dat je een eindversie van de scriptie gaat aanleveren. Deze eindversie wordt niet alleen beoordeeld door je begeleider, maar ook door een zogenoemde 'tweede lezer'. Deze tweede lezer is al aan het begin van je begeleidingstraject aangewezen door de coördinator, vaak geheel willekeurig. De tijd die nodig is voor de eindbeoordeling is minimaal twee weken, tenzij daar afwijkende afspraken over zijn gemaakt met je begeleider. Dit betekent dat je bij het aanvragen van je afstuderen voor een bepaalde rekening dient te houden met die leestermijn. Voor de beoordeling van de eindversie is het noodzakelijk dat je drie stuks van de - al dan niet ingebonden - papieren versie inlevert bij je begeleider (niet alleen voor de twee beoordelaars, maar ook één voor het archief). Je kunt dan niets meer aan de scriptie veranderen. Naast de papieren versie vragen we je een digitale versie aan te leveren, in pdf-formaat. Dit document kun je naar Wim Bonis mailen (
[email protected]), die het archief voor het Instituut voor Strafrecht beheert. Het is niet nodig op de digitale versie al je gegevens te vermelden: adresgegevens en telefoonnummers kunnen achterwege blijven. Het moet wel duidelijk zijn wie de scriptie heeft geschreven (naam, studentnummer), wanneer je bent begonnen met de scriptie en wie de eerste en tweede lezer zijn geweest. In het eindgesprek dat je met je begeleider hebt, krijg je te horen met welk cijfer de scriptie is gehonoreerd en kan je over de scriptie en het begeleidingstraject napraten. Je begeleider levert de papieren versie(s) in bij Wim Bonis, tezamen met de twee beoordelingsformulieren (van je begeleider en van de tweede lezer) en met het cijferbriefje. Je krijgt zelf een afschrift van dit cijferbriefje en daarmee kun je je melden bij het Onderwijs Informatie Centrum (OIC) om je afstuderen aan te vragen. Een voorbeeld van een beoordelingsformulier voor de Master-scriptie is als bijlage aan dit bericht gehecht. Afstuderen! Het afstuderen van rechten is altijd op de laatste donderdag van de maand, tenzij er iets bijzonders op die donderdag is. In december is het afstuderen altijd op de laatste 17
donderdag voorafgaand aan Kerstmis en op Hemelvaartsdag is er bijvoorbeeld nooit een afstudeersessie ingepland. Om in een bepaalde maand te kunnen afstuderen, dien je twee weken vóór de afstudeerdatum je cijfers te hebben ingeleverd en je afstuderen te hebben aangevraagd (denk ook aan de leestermijn!). Stel dat je op donderdag 26 mei 2011 wilt afstuderen, dan moet je alles hebben geregeld uiterlijk op donderdag 12 mei 2011 en eind april je eindversie hebben ingeleverd. Houdt rekening met mogelijke afwijkende sluitingstijden van het OIC.
18
Beoordelingsschema Masterscripties Vraagstelling
Structuur van het betoog
Kwaliteit van de argumentatie Vindt er een zelfstandige en adequate inventarisatie plaats van relevante argumenten en gezichtspunten; worden argumenten tegen elkaar afgewogen in plausibele (tussen-) conclusies; worden begrippen, argumenten etc. adequaat geproblematiseerd? Doorgaans juist en relevant, maar aarzelend, weinig problematiserend, blijft dicht bij de gebruikte literatuur en/of jurisprudentie
Is er een duidelijke, werkbare en goed gemotiveerde vraagstelling; is er een passend beoordelingskader?
Werkt het betoog op zinvolle en samenhangende wijze de vraagstelling (en het beoordelingskader) uit; sluit de conclusie aan op de vraagstelling; besteedt deze aandacht aan nieuwe vragen die zijn opgekomen?
6
Uitwerking en motivering van de vraagstelling laten te wensen over
De relatie vraagstelling/ betoog/ conclusie is weliswaar voldoende te volgen, maar overtuigt niet geheel
7
Duidelijke vraagstelling.
Leidt via navolgbare tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Enig eigen denkwerk verricht, aandacht voor tegengestelde meningen, maar academische verdieping ontbreekt
8
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader
Leidt via aaneensluitende tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Goede, representatieve beschrijving van uiteenlopende argumenten, gedegen afweging in zelf geformuleerde conclusies; een eerste proeve van academisch onderzoek
9/ 10
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader; origineel en vernieuwend onderwerp
Een meeslepend betoog dat vanaf de vraagstelling tot aan de conclusie boeit en overtuigt of tot interessante discussie leidt
Nieuwe gezichtspunten, argumenten, c.q. afwegingen maken het stuk een goede basis voor wetenschappelijke publicatie
Gebruik van de relevante literatuur Is de evident relevante literatuur en jurisprudentie verwerkt op een wijze die recht doet aan de inhoud; zijn door eigen onderzoek nieuwe bronnen van informatie gevonden?
Vormgeving en presentatie Is het stuk goed leesbaar door onder meer: - duidelijke hoofdstuk- en paragraafindeling van het betoog - adequate literatuurverwijzing - leesbare stijl zonder taalfouten?
Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; weinig of geen verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is niet onjuist maar blijft oppervlakkig Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; enig verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is adequaat
Het volgen van het betoog vereist inspanning van de lezer, doordat de indeling van het betoog, de bronverwijzing en/of stijl en taalgebruik te wensen overlaten
Goed gedocumenteerd stuk op basis van eigen onderzoek naar informatiebronnen, inclusief rechtsvergelijkende, rechtshistorische en/of internationale bronnen; gebruikte informatie is grondig benut Hoge documenterende waarde doordat moeilijk toegankelijke of ongebruikelijke bronnen van informatie zijn benut
Een mooi opgezet, verzorgd verhaal met adequate bronverwijzing, zonder stijl- en taalfouten
Het betoog is goed leesbaar, maar zou nog duidelijk hebben geprofiteerd van een goede eindredactie
(ook) qua vormgeving zonder meer publicabel
Korte toelichting op onderdelen: a. De criteria hebben geen 'gewicht' gekregen. Een rekenkundige benadering zou slechts schijn-exactheid opleveren. Voor elk deelaspect is weliswaar beschreven hoe een cijferbeoordeling tot stand kan komen, maar dit levert toch niet meer dan indicaties op. Het is dan ook heel goed denkbaar dat een stuk dat op geen van de vier criteria meer dan een zesje scoort, als onvoldoende wordt beoordeeld. b. Indien de scriptie niet voldoet aan de richtlijnen voor het cijfer zes moet een onvoldoende worden toegekend en bepaalt de docent welke onvoldoende wordt toegekend. c. Naast de genoemde criteria kan de docent ook andere omstandigheden naar eigen inzicht meewegen, zoals werk- en leerhouding van de student tijdens het schrijfproces. Zo is een goede betoogstructuur nauwelijks een verdienste van de student te noemen waar de docent terzake uitvoerige aanwijzingen heeft moeten geven; het zelfde geldt bij bijvoorbeeld de beoordeling van taal en stijl.
19
20
Vakbeschrijvingen Mastervakken straf(proces)recht: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren • Ideeëngeschiedenis van het strafrecht • Capita straf- en strafprocesrecht • Practicum straf(proces)recht • Penitentiair recht • Criminologie voor juristen • Privatissimum straf(proces)recht • Internationaal en Europees strafrecht
21
22
Rechtshandhaving - Recht realiseren Vakbeschrijving Rechtshandhaving - Recht realiseren 23011016 Code: mr. J.H. Crijns e.a. Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Rechtsnormen zullen moeten worden toegepast. Die toepassing vindt plaats via processen van uitvoering (het formuleren van beleid, het uitoefenen van bevoegdheden door bestuursorganen en burgers, het sluiten van contracten, het nemen van beschikkingen, het in het leven roepen van bestuursorganen en en strafrecht soms gelijktijdig en geïntegreerd worden ingezet om handhavingsdoelen te effectueren. De integratie tussen de verschillende deeldisciplines komt aan de orde door hun complementaire, overlappende en concurrerende aspecten te laten zien. Daarbij zal ook worden ingegaan op de coördinatieen afstemmingsproblemen. Uiteraard wordt daarbij ruime aandacht besteed aan de eisen, die voortvloeien uit de internationale mensenrechtenverdragen en het recht van de Europese Unie. Het perspectief van handhaving door de overheid wordt tot uitgangspunt genomen. Het gaat hierbij om handhaving van objectief publiekrecht, al of niet via verwezenlijking van subjectieve rechten van individuele burgers. Het perspectief van die individuele burgers, dat met name gericht is op verwezenlijking van hun individuele rechten komt vooral aan de orde als uitwerking van het perspectief van de overheid en vanuit vergelijkend perspectief. Het vak is verbonden met de onderzoeksprogramma’s Criminal Justice en Securing the rule of law in a world of multilevel jurisdiction.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is: In het vak Rechtshandhaving – Recht realiseren krijgt de student een ‘helicopter view’ op het recht. Het vak bouwt voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding. Het vak beoogt studenten inzicht te geven in de grondslagen, samenhang en verschillen tussen de uiteenlopende deeldisciplines. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • •
Juridische kennis: met name inzicht in de grondbeginselen van het recht en in de onderlinge samenhang van de deelgebieden (staats- en bestuursrecht, strafrecht en Europees recht) Vaardigheden: Studenten worden met name getraind in het zelfstandig verwerven van inzicht en kennis van de samenhang tussen de verschillende juridische disciplines (strafrecht, staats- en bestuursrecht en Europees recht). 23
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mr. J.H. Crijns e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de per week aangegeven stof.
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen in essayvorm. Inleverprocedures Geen Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: •
De voorgeschreven literatuur wordt integraal opgenomen in de reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011
Werkboek: Geen. Reader: Reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011 Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
24
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.14 Bereikbaarheid: Per e-mail, en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: 9:00 – 17:00 uur (ma/di/do/vr) Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Geen.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
25
IDEEËNGESCHIEDENIS VAN HET STRAFRECHT Vakbeschrijving Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 23011306 Code: mr. J.M. ten Voorde Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Strafrecht wordt zowel in zijn theoretische basis als in zijn toepassing gekenmerkt door een inherente spanning tussen belangen van de gemeenschap als geheel en belangen van de individuele burger. De positie van de overheid en de legitimatie van het publiekrechtelijk karakter van ons strafrecht en onze strafrechtscultuur brengt met zich mee dat dit spanningsveld in de loop van de tijd niet minder is geworden, maar wel voortdurend van kleur verandert. In de loop van de geschiedenis is deze problematiek vooral aan de orde gesteld en bestudeerd vanuit het perspectief van de straf- en strafrechtstheorie. Deze benadering heeft onder meer bijgedragen aan een tamelijk rijk geschakeerd veld van straf(rechts)theorieën, waarin de rechtsstaatgedachte, de democratische beginselen en grondslagen van strafrecht en strafvordering, alsmede fundamenten voor al dan niet gedetermineerde persoonlijke en sociale verantwoordelijkheden centraal staan. In de huidige strafrechtspleging is noch de bedoelde spanning, noch de noodzaak van bestudering van en discussie over die spanning verdwenen. In de huidige tijd komt dit spanningsveld met name naar voren in reacties en kritiek op de ‘criminele politiek’, de wijze waarop de overheid, met het wettelijk kader van het formele en materiële strafrecht als basisinstrument keuzes maakt om beleid te realiseren en eventueel in wetgeving neer te leggen. Discussies over de legitimiteit van die keuzes vinden hun fundament in dezelfde waarden en normen die (destijds) vorm kregen in de straf(rechts)theorieën.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van deze cursus is om met behulp van de ideeëngeschiedenis van het strafrecht de student een instrumentarium mee te geven voor een kritische beschouwing van de criminele politiek van vandaag en in de toekomst en de studenten vertrouwd te maken met een hedendaagse ‘vertaling’ van de in de ideeëngeschiedenis ontwikkelde opvattingen, posities, waarden en normen. Die vertaling zal zichtbaar worden gemaakt door actuele crimineel-politieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van de relevante strafrechtelijke ideeëngeschiedenis. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende historische en rechtstheoretische kennis van het strafrecht om het juridisch discours binnen het vakgebied in zijn historische en huidige maatschappelijke context te kunnen plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De verkregen basiskennis moet de student voldoende diepgang bieden voor het zich verplaatsen in de rol van de te onderscheiden actoren in het hedendaagse strafrecht en voldoende analytische vaardigheid om zorgvuldig beargumenteerde keuzes te maken ten aanzien van actuele strafrechtelijke en crimineel-politieke vraagstukken. De te verwerven kennis vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een wetenschappelijke 26
bestudering van, respectievelijk attitude ten aanzien van het strafrecht. Er wordt in de hoorcolleges zo veel mogelijk gewerkt met de socratische methode. Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
kennis van strafrechtelijke ‘traditie’ academische attitude vaardigheid om academische attitude te benutten t.a.v. concrete en actuele strafrechtelijke vraagstukken.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur. Zie reader.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: tijdens de werkgroepen worden door groepjes studenten presentaties gehouden. De inhoud zal nog nader worden uitgewerkt en worden weergegeven op Blackboard.
Andere onderwijsvorm(en) Zelfstudie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen; open vragen/essayvragen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Werkboek:
Vakspecifieke literatuur, te weten: •
Reader Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2010-2011
27
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.21 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard Telefoon: 071 – 527 8928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie, reflectie en het ontwikkelen van het op een academisch verantwoorde wijze kunnen innemen van positie.
28
CAPITA STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Code: 23011312 Docent(en): Prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER)
Beschrijving Materieel en formeel strafrecht bestaan uit diverse complexe onderwerpen. Deze zijn veelal in de bachelorfase aan de orde geweest en worden in de masterfase in beginsel als bekend verondersteld. Grondige kennis van een aantal van deze onderwerpen is echter dermate belangrijk dat zij in de masterfase moeten worden uitgediept. In het vak capita straf- en strafprocesrecht geldt als rode draad een verdieping van het straf- en strafprocesrecht aan de hand van een aantal onderwerpen. De keuze voor die onderwerpen wordt bepaald door de actualiteit en afgestemd op de inhoud van de overige vakken van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder practicum straf- en strafprocesrecht en privatissimum straf- en strafprocesrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: Dit vak beoogt een verdieping te geven van de in de bachelor opgedane kennis van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht en enkele onderdelen van formeel strafrecht. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: •
•
verdieping van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht. De kennis die zij hebben opgedaan in de bestudering van deze leerstukken, biedt handvatten ook de andere leerstukken van materieel strafrecht op vergelijkbare, intensieve, wijze te bestuderen. verdieping van onderdelen van formeel strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölçer Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. 29
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk open boek tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de in de reader opgenomen literatuur en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • •
Reader met artikelen Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. sheets.
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, Kamer C1.21 Bereikbaarheid: tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071-5278928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071-5277518 E-mail:
[email protected] 30
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie en verdieping in leerstukken van formeel en materieel strafrecht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
31
PRACTICUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011304 Docent(en): Mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, Mr. W. Morra ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving In het kader van het practicum straf- en strafprocesrecht maakt de student opdrachten die aansluiten op de realiteit van de strafrechtspleging. Bij de vorm van deze opdrachten ligt het accent op het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, toegespitst op de functie van een dergelijk stuk (zoals een pleidooi van een raadsman, een appelmemorie van de officier van justitie, een conclusie van een AG bij de Hoge Raad, een verzoekschrift aan het EHRM). De inhoud van de opdrachten vergt verdieping van de student in diverse thema’s van het materiële en formele strafrecht, mede bezien vanuit de optiek van een specifieke rol (die door de vorm wordt bepaald).
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is tweeledig. Enerzijds beoogt het vak de student vertrouwd en vaardig te maken met een aantal voor de rechtspraktijk noodzakelijke ambachtelijke vaardigheden, het verwerven van de daarvoor benodigde kennis van het vakgebied en de daarvoor benodigde documentatie, alsmede het strategisch doch juridisch juist gebruiken van de opgedane kennis. Anderzijds beoogt het vak de bij de studenten in de Bachelorfase opgedane kennis van en inzicht in het straf(proces)recht verder te verdiepen door een aantal specifieke strafrechtelijke leerstukken en thema’s aan de orde te stellen aan de hand van een concrete casus. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • •
hij heeft inzicht verkregen in de (procedurele) toepassing van het straf- en strafprocesrecht en is in staat kennis over het positieve recht in de context van de rechtspraktijk te plaatsen; hij is in staat de reeds opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van (keuzes binnen) de rechtspraktijk; hij is in staat om de juiste informatie te zoeken om problematische vraagstukken in behandeling te kunnen nemen; hij heeft onderscheidingsvermogen ontwikkeld ten aanzien van de verschillende rollen binnen het strafproces en ten aanzien van de verschillende soorten opdrachten. De student heeft zich dus het ‘partij-denken’ of het denken vanuit bepaalde belangen eigen gemaakt en kan afwegingen maken vanuit normatieve en ethische perspectieven alsook vanuit doelmatigheidsoverwegingen.
32
Onderwijsvorm Hoorcolleges Voorafgaand aan het vak wordt een instructiecollege verzorgd waarin aard en opzet van het vak worden toegelicht en wordt uitgelegd wat van de studenten wordt verlangd. Gedurende de onderwijsperiode wordt een aantal gastcolleges gegeven door strafrechtjuristen uit de praktijk. Eventueel wordt er een rechtbankbezoek georganiseerd in één van de weken voorafgaand aan het Practicumonderwijs. Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
•
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, mr. W Morra Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen uiterlijk een week voor de werkgroep (op een nader te bepalen tijdstip) een schriftelijke opdracht in hardcopy en digitaal te hebben ingeleverd. Tijdens de werkgroep is actieve participatie van studenten een basisvereiste. De opbouw en inhoud van de werkgroepen is mede afhankelijk van de inhoud en kwaliteit van de schriftelijke opdracht die de studenten inleveren en de richting waarin de studenten in de uitwerking van hun schriftelijke opdracht de oplossing van de voorliggende problematiek hebben gezocht. Mede daarom wordt van studenten verwacht dat zij elke opdracht serieus voorbereiden en een zo goed mogelijke schriftelijke opdracht maken.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Vijf tussentijdse schriftelijke opdrachten die gezamenlijk (en gelijkelijk) het eindcijfer vormen. Inleverprocedures Via e-mail en in hard copy (één exemplaar) die op het secretariaat van de afdeling strafrecht en strafprocesrecht (kamer C1.01) moet worden ingeleverd. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Overige literatuur: de tijdens de onderwijsperiode per onderwijsweek afzonderlijk via Blackboard bekend te maken startliteratuur die als uitgangspunt voor het schrijven van het schriftelijk werk dient; de literatuur en jurisprudentie die door studenten bij het maken van het schriftelijk werk wordt gevonden en verwerkt
33
Werkboek: alle informatie t.b.v. een goed verloop van het vak wordt voorafgaand en tijdens de onderwijsperiode via Blackboard verschaft. Reader: Geen. Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. M.J. Dubelaar Werkadres: Steenschuur 25 Kamer: C112 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 8916 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen •
•
Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen, inclusief het introductiecollege, de eventueel te verzorgen gastcolleges en het eventueel georganiseerde rechtbankbezoek een strikte aanwezigheidsplicht geldt. Het onderwijs van het vak wordt verzorgd in een periode van tien onderwijsweken. Verspreid over deze periode dienen de studenten vijf schriftelijke opdrachten te maken en zullen ook vijf werkgroepen plaatsvinden. Studenten moeten een week voor aanvang van elke werkgroep hun schriftelijke opdracht hebben voltooid en op bovengenoemde wijze hebben ingeleverd. Voorafgaand aan de onderwijsperiode zal een introductiecollege worden verzorgd en eventueel een rechtbankbezoek. In de week waarin studenten hun opdrachten inleveren, wordt eventueel een gastcollege verzorgd.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
34
PENITENTIAIR RECHT Code: 23045214 Docent(en): Prof. dr. mr . L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid of toelating tot master criminologie (zie ook OER).
Beschrijving Het onderwijs in het penitentiair recht biedt studenten kennis van en inzicht in het penitentiair recht, in het perspectief van de achterliggende dogmatiek, ideeën en maatschappelijke ontwikkelingen. Globaal gezegd omvat het penitentiair recht het stelsel van rechtsregels dat aangeeft welke sanctie van overheidswege naar aanleiding van een strafbaar feit mag worden opgelegd, alsmede de wijze van tenuitvoerlegging, waaronder de rechtspositie van geïnstitutionaliseerde mensen mede is begrepen. De straf(recht)theorieën die beogen een antwoord te geven op de vraag naar de rechtvaardiging en het doel van het straffen in het algemeen, zijn kernpunt op elk van deze deelgebieden. In het verlengde hiervan vormt het zoeken naar een evenwicht tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, anders gezegd, tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming, de rode draad bij de studie van de drie deelgebieden. Het antwoord op deze fundamentele vragen wordt beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen en hangt samen met eigen (juridische) normen. Rechtsvergelijking op een enkel onderdeel laat zien dat de ons omringende landen met dezelfde vragen worstelen en demonstreert de relativiteit van de keuzes van de Nederlandse wetgever. Ook door de bespreking van het toezicht van internationale organen op de executie krijgt de internationale dimensie aandacht.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is het bieden van een introductie van het penitentiaire recht. Het penitentiair recht betreft kort gezegd het vormgeven aan en het opleggen en executeren van strafrechtelijke sancties. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
Kennis van en inzicht in het penitentiair recht Reflectie op de (huidige) keuze van systematiek en juridische vormgeving van sancties tegen de (historische) achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen Ervaring met het geven van een presentatie, waarbij ze met betrekking tot concrete vragen van penitentiair recht tot een eigen gemotiveerde kritische waardering en standpuntbepaling komen.
Onderwijsvorm Hoorcolleges
35
• • •
Aantal à 2 uur: 3 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings, mw. mr. drs. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: de in het werkboek opgegeven literatuur.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings (studenten criminologie), mw. mr. dr. P.M. Schuyt (studenten rechtsgeleerdheid) Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende bijeenkomst verplichte literatuur en het voorbereiden van opdrachten die tijdens de werkgroep moeten worden uitgevoerd. Van de studenten wordt een actieve bijdrage aan de werkgroepen verwacht, die kan bestaan uit het houden van een presentatie, individueel of in groepsverband Het voorbereiden van en de aanwezigheid bij elke werkgroep, alsmede de actieve participatie aan de werkgroep zijn voorwaarden om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen.
Andere onderwijsvorm(en) •
• • •
Iedere student is verplicht een excursie naar een penitentiaire inrichting bij te wonen. Het is de ervaring dat het bezoeken van de ruimtes waar gedetineerden verblijven, alsmede de informatie van en discussie met medewerkers van de inrichting en gedetineerden, de interesse, kennis en het inzicht van de studenten vergroten. Het bijwonen van een excursie is een voorwaarde om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen. Namen docenten:Prof.dr. mr. L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: Geen In samenwerking met Delinkwentie en Samenleving wordt een college georganiseerd waarin een of meer ex-gedetineerden voorlichting geven over het leven in een penitentiaire inrichting en het leven na detentie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • • •
C. Kelk, Nederlands detentierecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Evt. nog nader bekend te maken literatuur; Actuele wettenbundel
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; 36
•
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; NB: De stamliteratuur is niet verplicht voor criminologiestudenten
Werkboek: •
Het werkboek, dat verspreid wordt via Blackboard, bevat o.a. een opgave van de verplichte literatuur en een toelichting daarop.
Reader: •
Reader penitentiair recht, bevattende tijdschriftartikelen, (toekomstige) wetgeving, buitenlandse regelingen, rechtspraak e.d.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. dr. P.M. Schuyt Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.09 Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7526 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Dit vak maakt onderdeel uit van de masterspecialisatie Straf(proces)recht (docent: P.M.Schuyt) en de Master Criminologie profiel veiligheidsbeleid en rechtshandhaving (docent: M. Moerings). De aanwezigheid bij alle werkgroepen is verplicht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
37
CRIMINOLOGIE VOOR JURISTEN Code: 23011314 Docent(en): mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving Het vak bestaat uit vijf hoorcolleges, twee werkgroepen en een responsiewerkgroep In de hoorcolleges wordt de verplichte studiestof behandeld, waarbij de volgende velden en onderwerpen aan de orde zullen komen: • • • • • • • •
Strafrechtelijke en criminologische vragen: normatief en empirisch denken Criminologie, politiek en beleid Het domein van de criminologie Aard en omvang van criminaliteit Beeldvorming rond criminaliteit Verklaringen voor criminaliteit Slachtofferproblematiek Reacties op criminaliteit
Tijdens de werkgroepen worden enkele criminologische theorieën toegepast op actuele ontwikkelingen binnen de verschillende facetten en stadia van de strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Hierin wordt de nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden om met behulp van sociaalwetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over (vormen van) strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Tijdens de responsiewerkgroep wordt een oefententamen besproken. In aanvulling op de hoorcolleges en werkgroepen zal, in samenwerking met de studieverenigingen van Criminologie en Strafrecht, een tweetal gastcolleges worden georganiseerd die aansluiten bij de actualiteiten en de verplichte studiestof.
Leerdoelen Doel van het vak: Sinds het einde van de negentiende eeuw is onze kennis van de strafrechtspleging verrijkt door onderzoek dat zich tot doel stelt de oorzaken van criminaliteit en de werking van de strafrechtspleging te onderzoeken. Het doel van deze cursus is om een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema’s waar de Criminologie zich mee bezig houdt en om vervolgens met behulp van deze kennis de student een instrumentarium mee te geven voor een andere dan juridische beschouwing van de criminele politiek en studenten inzicht te geven in de betekenis hiervan voor de bestudering van het strafrecht en de strafrechtspleging. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende kennis van criminologische theorieën om de praktische uitwerking van het strafrecht te kunnen bestuderen.
38
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • • •
Inzicht in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing; Begrip van de meerwaarde van de criminologie voor de (organen van de) strafrechtspleging en de strafrechtspraktijk; Kennis van beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek; Kennis van de belangrijkste begrippen en theorieën uit de criminologie Academische attitude, erin bestaande ook met behulp van andere dan juridische wetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over het strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • • •
Aantal à 2 uur: 5 Een aantal niet verplichte gastcolleges Namen docenten: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude en staf criminologie Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de vooraf opgegeven stof uit de reader en het boek. Zoals weergegeven via Blackboard.
Werkgroepen • •
Aantal à 2 uur: 3 (waarvan 1 responsiewerkgroep) Vereiste voorbereiding door studenten: Voorafgaand aan de werkgroep wordt op de blackboardomgeving van het vak een opdracht geplaatst die door studenten moet worden voorbereid.
In verband met het specifiek sociaal-wetenschappelijke karakter van de literatuur heeft – gegeven de contacturen – de student meer studie-uren beschikbaar voor literatuurstudie en wordt met het oog daarop naast de hoorcolleges en werkgroepen een uitgebreide responsiewerkgroep aangeboden. Andere onderwijsvorm(en) 2 gastcolleges.
Toetsing Toetsvorm(en) •
Schriftelijk tentamen
Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, waaronder de literatuur die via de blackboardomgeving van het vak wordt verspreid, en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en werkgroepen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
39
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; T. Newburn, Criminology, Willan Publishing: Cullompton [etc.] (laatste druk) Diverse aanvullende criminologische teksten die worden aangeboden via Blackboard.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.16 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail en tijdens een nog nader bekend te maken inloopspreekuur Telefoon: 071 – 527 7552 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: strafrecht en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
40
PRIVATISSIMUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011310 Docent(en): mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het Privatissimum straf(proces)recht bevat een verdiepende studie naar een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht o.a. op basis een analyse van de ontwikkelingen in jurisprudentie, wetenschap, wetgeving, politiek etc. Er worden diverse privatissima aangeboden die nauw aansluiten bij het profiel van de afdeling strafrecht in het algemeen en de wetenschappelijke expertise van de docenten in het bijzonder. De onderwerpen worden ieder jaar daarop afgestemd en kunnen per jaar verschillen. Het accent ligt op het aanleren van voor rechtswetenschappelijk onderzoek benodigde onderzoeks- en schrijfvaardigheden en het presenteren van de resultaten van onderzoek.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is de student vertrouwd, kundig en vaardig te maken met het doen van rechtswetenschappelijk onderzoek. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Door het privatissimum is de kennis van en het inzicht in een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht verdiept. Door het verrichten van een verdiepende studie, het maken van de opdrachten en het presenteren van de onderzoeksresultaten zijn in het bijzonder de volgende algemene vaardigheden (verder) ontwikkeld: • • • • • •
Het zelfstandig kunnen verrichten van onderzoek naar en selecteren van bronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak); Het kunnen toepassen van het uit verschillende bronnen gevonden materiaal op fundamentele vraagstukken van een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht; Het kunnen maken van een verslag van het verrichte onderzoek, waarin de resultaten, voorzien van bronvermelding worden gepresenteerd; Het kunnen formuleren en uitspreken van een betoog waarin een zelf geformuleerd standpunt wordt verdedigd ten overstaan van medestudenten; Het kunnen deelnemen aan en leiden van een discussie; Academische attitude.
Onderwijsvorm Hoorcolleges Geen. 41
Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
Aantal à 2 uur: 11 Namen docenten: mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen zich voor elke werkgroep te hebben voorbereid door het bestuderen van de voorgeschreven stof, het zelf opzoeken van relevante (aanvullende) literatuur, jurisprudentie, wetgeving etc. en het maken van de voor die week voorgeschreven opdracht.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Het eindcijfer wordt gevormd op basis van de resultaten van vier schriftelijke opdrachten, het referaat en de mondelinge bijdrage aan de discussies. Inleverprocedures Op papier, via e-mail. Examenstof De voor de opodracht benodigde literatuur, zoals aangewezen in het onderwijsprogramma van het betreffende privatissimum, alsmede de door studenten zelf vergaarde literatuur.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk. Werkboek: De informatievoorziening over de opbouw en de inhoud van de privatissima verloopt via Blackboard en de respectievelijke werkgroepen.
Reader: •
Leidraad Privatissimum straf- en strafprocesrecht
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • •
Vakcoördinator: Mr. G.K. Schoep Werkadres: KOG, kamer C.1.20 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard. 42
• •
Telefoon: 071 – 527 75 25 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen (6 weken lang) een aanwezigheidsplicht geldt.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
43
INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT Code: 23011308 Docent(en): Mr. dr. P.M. Schuyt, dr. C. Stahn e.a. ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het vak omvat de traditionele thema’s van het Internationaal en Europees strafrecht. De nadruk ligt daarbij op díe elementen die een rol spelen in de Nederlandse rechtsorde (de grote en kleine rechtshulp, het thema van de harmonisatie) en het tribunalenrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: De toenemende internationalisering van de – georganiseerde – misdaad, de vervolging en berechting van internationale misdrijven en de bestrijding van het terrorisme nopen de nationale, Europese en internationale wetgevende en uitvoerende autoriteiten meer samen te werken op het gebied van het strafrecht. De laatste jaren zijn verscheidene initiatieven genomen voor verhoogde interstatelijke samenwerking op het gebied van het strafrecht. Nieuwe of vernieuwde akkoorden inzake uitlevering, het Europees aanhoudingsbevel of andere rechtshulpvormen zijn het gevolg van deze vorm van internationalisering van het strafrecht. Het vak ‘Internationaal en Europees strafrecht’ heeft als doel kennis van en inzicht in het internationale en Europese strafrecht bij te brengen, om de student vertrouwd te maken met de zelfstandige vraagstukken van dit rechtsgebied en hem in staat te stellen de internationale en Europese dimensie die in andere vakken uit de opleiding naar voren komt te plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De student: • • • •
heeft inzicht verkregen in de internationale en Europese ontwikkelingen die leiden tot een steeds grotere invloed van het internationale recht en het Europese recht op het nationale strafrecht; heeft inzicht verkregen in de toepassing van het internationale en Europese strafrecht en is in staat kennis over het betreffende rechtsgebied in een realistische context te plaatsen; is in staat de opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van de rechtspraktijk; heeft inzicht verkregen in de implicaties van de invloed van het internationale en Europese recht op het Nederlandse strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges •
Aantal à 2 uur: 10 44
• •
Namen docenten: mr. dr. P.M. Schuyt; dr. C. Stahn e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen is behandeld tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Literatuur: • • •
E. van Sliedregt, J.M. Sjöcrona en A.M.M. Orie (red.), Handboek Internationaal strafrecht. Schets van het Europese en Internationale strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk Gedurende de cursus via Blackboard te verspreiden aanvullende literatuur Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. de sheets.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C.1.14 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
45
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
46
Informatie over docenten • Coördinatoren • Docenten Master Straf(proces)recht
47
48
Coördinatoren Coördinator Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur
Scriptiecoördinator Mw. mr. F.P. Ölcer Kamer: C 1.15 Tel.: 071 527 7520 E-mail:
[email protected] Spreekuur: op afspraak via het secretariaat, dhr. W. Bonis.
Stagecoördinator Mr. G.K. Schoep Kamer: C1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Secretariaat Mr. W. Bonis Kamer C 1.01 Tel.: 071 527 7518 E-mail:
[email protected] Bereikbaar: 09.00 – 17.00 uur, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Bij afwezigheid: mw. R.K.Rustige Kamer C 1.02 Te.: 071 527 7528 E-mail:
[email protected]
Vakcoördinatoren Vakcoördinator Rechtshandhaving - Recht Realiseren Mr.J.H. Crijns Kamer C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 13.00 – 14.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Ideeëngeschiedenis van het strafrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
49
Vakcoördinator Capita Straf- en Strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer: C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Practicum Straf(proces)recht Mw. mr. M.J. Dubelaar Kamer C 1.12 Tel.: 071 527 8916 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke maandag van 15.15 – 16.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Penitentiair Recht Mw. mr. drs. P.M. Schuyt Kamer C 1.09 Tel.: 071 527 7633 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke donderdag van 13.00 – 13.30 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Criminologie voor Juristen Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude Kamer C 1.16 Tel.: 071 527 7552 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Privatissimum Straf(proces)recht Mr. G.K. Schoep Kamer C 1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Internationaal en Europees Strafrecht Mr. J.H. Crijns Kamer: C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
50
Docenten Master Straf(proces)recht Prof. mr. C.P.M. Cleiren (Tineke)
B 1.45, Tel. 071 527 7530 E-mail:
[email protected]
Mr. J.H. Crijns (Jan)
C 1.14, Tel. 071 527 7521 E-mail:
[email protected]
Mw. Mr. M.J. Dubelaar (Marieke)
C 1.12, Tel. 071 527 8916 E-mail:
[email protected]
Mr. W. Geelhoed (Pim)
C 1.21, Tel. 071 527 8828 E-mail:
[email protected]
Prof. dr. L.M. Moerings (Martin)
C 1.05, Tel. 071 527 7633 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. F.P. Ölcer (Pinar)
C 1.15, Tel. 071 527 7520 E-mail:
[email protected]
Mr. G.K. Schoep (Ard)
C 1.20, Tel. 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt (Pauline)
C 1.09, Tel. 071 527 7526 E-mail:
[email protected]
Mr. J.M. ten Voorde (Jeroen)
C 1.21, Tel. 071 527 8928 E-mail:
[email protected]
Mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude (Maartje)
C 1.16, Tel. 071 527 7552 E-mail:
[email protected]
51
Mr. W. Bonis
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7518 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw C101 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
SECRETARIAATSMEDEWERKER STRAFRECHT Wim Bonis heeft Nederlands Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij in 1985 is afgestudeerd. Van 1991 tot 1999 heeft hij gewerkt bij de Bestuursdienst Rotterdam, bij de afdeling Bibliotheek en Documentatie. Hij verzorgt de secretariële ondersteuning van het Master onderwijs en van de Bachelor Keuzevakken (uitgezonderd Forensische psychiatrie). En hij is momenteel ook hoofdredacteur van de website van het Instituut voor Strafrecht & Criminologie.
52
Prof. mr. C.P.M. Cleiren
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7530 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw B145 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
HOOGLERAAR STRAF(PROCES)RECHT Na haar hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam (1991-2000), werd zij Directeur Generaal Wetgeving, Rechtspleging, Rechtshandhaving en Rechtsbijstand aan het Ministerie van Justitie (1997-2000).In 2000 werd zij benoemd tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht te Leiden. Zij is tevens Raadsheer plaatsvervanger aan het Hof Amsterdam. Daarnaast maakt zij deel uit van diverse stuurgroepen en commissies. Onderzoek Ze is samen met prof. dr. Joanne van der Leun programmacoördinator van het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
53
Mr. J.H. Crijns
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7521 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C114 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jan Crijns (1978) studeerde van 1996 tot 2001 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. In augustus 2001 studeerde hij af met als specialisatie straf- en strafprocesrecht. Tijdens zijn studietijd was hij onder meer werkzaam bij het Rotterdamse advocatenkantoor Nolst Trenité (thans Simmons & Simmons) en verbleef hij enkele maanden in New Orleans waar hij stage liep bij het St. Thomas Community Law Center. Sinds september 2001 is Jan Crijns verbonden aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie, eerst als promovendus en sinds april 2010 als universitair docent. Van 2001 tot 2010 verrichtte Jan Crijns promotieonderzoek naar de vraag op welke wijze op wilsovereenstemming gebaseerde instrumenten binnen de strafrechtspleging (transacties, voorwaardelijke sepots, toezeggingen aan getuigen etc.) moeten worden geduid en genormeerd. Gaat het hier om overeenkomsten en, zo ja, wat betekent dit voor de wijze waarop dit type instrumenten dient te worden genormeerd? Dit onderzoek – dat plaatsvond binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity – heeft inmiddels geresulteerd in het recent verschenen proefschrift ‘De strafrechtelijke overeenkomst. De rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht’ dat Jan Crijns op 17 juni 2010 heeft verdedigd (promotores prof. mr. C.P.M. Cleiren en prof. mr. J. Hijma). Jan Crijns is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht en Tekst & Commentaar Strafvordering. Daarnaast is Jan Crijns sinds september 2007 als rechterplaatsvervanger verbonden aan de Rechtbank Haarlem.
54
Mw. mr. M.J. Dubelaar
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 8916
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C112 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/dubelaarmj.jsp
DOCENT STRAF(PROCES)RECHT Marieke Dubelaar (1978) is als docent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Zij verzorgt zowel in de bachelor als in de master onderwijs op het terrein van het straf- en strafprocesrecht. Tevens is zij werkzaam als rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank ’s-Gravenhage. Onderzoek Sinds 2005 werkt Marieke Dubelaar aan een promotieonderzoek naar het gebruik van getuigenverklaringen in het strafproces. De aandacht gaat daarbij in het bijzonder uit naar de schriftelijke verslaglegging en audiovisuele registratie van getuigenverhoren (door de politie en/of de rechter-commissaris) en het gebruik van die registraties voor het bewijs. Met dit onderzoek wordt beoogd een duidelijk beeld te krijgen van de typisch Nederlandse werkwijzen en een basis te bieden voor vernieuwing in het juridisch denken over de rol en waarde van het getuigenbewijs. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
55
Mr. W. Geelhoed
+31 (0)71 527 8828 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C121
PHD FELLOW STRAF(PROCES)RECHT Pim Geelhoed studeerde tot 2006 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde af in de richting strafrecht met een scriptie met als onderwerp ‘Ineffectieve verdediging’. Sinds datzelfde jaar is hij als PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie (vanaf 2009 Het Instituut voor Strafrecht & Criminologie). Onderzoek In zijn promotieonderzoek, getiteld het opportuniteitsbeginsel in een integrerend Europa, staat centraal hoe het opportuniteitsbeginsel, en daarmee het gehele Nederlandse vervolgingsbeleid, onder druk staat als gevolg van steeds verdergaande Europese integratie, en wat de aangewezen reactie is op die toegenomen druk. Hierbij worden de gevolgen voor de verschillende actoren in de strafrechtspleging betrokken en worden tevens constitutionele aspecten van deze ontwikkeling nader beschouwd. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
56
Prof. dr. mr. L.M. Moerings
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7633 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C105 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden 1
HOOGLERAAR PENOLOGIE Martin Moerings is hoogleraar penologie (‘wetenschappelijke bestudering van straffen’) aan de universiteit van Leiden. Hij studeerde sociologie in Tilburg en rechten in Utrecht. In 1977 promoveerde hij op het proefschrift De gevangenis uit, de maatschappij in, een empirische studie naar de sociale gevolgen van de gevangenisstraf voor de gedetineerde en zijn familie. Tot 1 september 2005 was Martin Moerings verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor strafrechtswetenschappen van de universiteit van Utrecht. In 2003 hield hij daar zijn oratie Straffen met het oog op veiligheid, een onderneming vol risico’s. In onderwijs en onderzoek houdt hij zich bezig met het spanningsveld tussen rechtswaarborgen bij de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties enerzijds en de effectiviteit ervan anderzijds. Daarnaast heeft hij de afgelopen jaren onderzoek verricht naar de versterking van de positie van het slachtoffer binnen de strafrechtspleging en de aanscherping van de zedenwetgeving.Binnen het departement strafrecht en criminologie is hij lid van het dagelijks bestuur en heeft hij de dagelijkse leiding van de afdeling criminologie en penologie. Hij is voorzitter van de examencommissies van de opleiding criminologie. Bovendien maakt hij deel uit van het onderwijsbestuur van de faculteit rechten.Moerings is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie (NVK), rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank in Arnhem, lid van de Raad voor Stafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), en lid van de deelredactie Sancties van Delikt en Delinkwent.
57
Mw. mr. F.P. Olcer +31 (0)71 527 7520 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie KOG Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C115
UD STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Pinar Ölcer heeft Nederlands Recht in Leiden gestudeerd. Zij is op 14 februari 2006 gepromoveerd – ook in Leiden – op het onderzoek ‘Eerlijk proces en Bijzondere opsporing’, dat in 2008 is uitgegeven bij Wolf Legal Publishers.
58
Mr. G.K. Schoep
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7525 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C120 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT G.K. (Ard) Schoep (1975) behaalde in 1993 zijn VWO-diploma aan de Christelijke Scholengemeenschap ´Oude Hoven´ te Gorinchem. In 1999 behaalde hij zijn doctoraal Nederlands Recht, afstudeerrichting strafrecht, aan de Universiteit Leiden. In die periode was hij tevens werkzaam bij de Leidse Rechtswinkel en studeerde hij aan de Humboldt Universiteit in Berlijn (D). Van 2000 tot 2008 was hij als AIO, respectievelijk PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Hij gaf en geeft werkgroepen en colleges in diverse strafrechtelijke vakken. Thans is hij coördinator van Bachelor 3 Straf- en strafprocesrecht en van het mastervak Privatissimum Straf(proces)recht. In november 2008 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent straf- en strafprocesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Ard Schoep is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht, Strafvordering en (tot 2008) Internationaal Strafrecht. Tevens is hij sinds september 2007 rechterplaatsvervanger in de rechtbank Haarlem. Onderzoek Ard Schoep promoveerde op 20 oktober 2008 aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Straftoemetingsrecht en strafvorming (Deventer: Kluwer 2008). Hij is fellow binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity en coördinator van het deelprogramma ‘Handhaving, interventies, sancties’. Met prof.mr. C.P.M. Cleiren organiseerde hij in 2001 de conferentie Rechterlijke Samenwerking. Hij redigeerde met prof. mr. C.P.M. Cleiren ook de naar aanleiding van deze conferentie verschenen bundel Rechterlijke Samenwerking (Deventer: Kluwer 2001). Binnen een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, de Universiteit Groningen en de Universiteit Rotterdam redigeerde hij met A.F.M. Brenninkmeijer e.a. de bundel De taakopvatting van de rechter (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003). Samen met Jan Crijns en Patrick van der Meij organiseerde hij het congres De taak van de strafrechtswetenschap georganiseerd. Als uitvloeisel daarvan verscheen de bundel De taak van de strafrechtswetenschap (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005). Met Pauline Schuyt verrichtte hij, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, onderzoek naar Instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting (Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005). Ard Schoep is ook de contactpersoon voor de studievereniging Studiekring over Strafrecht (SOS). 59
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt
[email protected] E-Mail: Telefoon: 071-527 7526 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C109 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT
Pauline Schuyt studeerde Nederlands recht en Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1997 begon ze als junior docent straf(proces)recht aan de Rechtenfaculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Op dit moment werkt ze als universitair hoofddocent straf(proces)recht bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden. Onderzoek Pauline Schuyt is op 7 januari 2010 gepromoveerd op een onderzoek dat is gericht op straftoemeting en strafmotivering, en is getiteld Verantwoorde Straftoemeting. In haar proefschrift beschrijft ze de grote vrijheid van de rechter op het gebied van de straftoemeting en de consequenties die dit heeft voor de strafoplegging. Ze pleit voor een uitgebreidere strafmotivering, ter verantwoording van het gebruik van de grote straftoemetingsvrijheid. In ander onderzoek heeft zij zich bezig gehouden met de volgende onderwerpen: strafoplegging & motivering in de praktijk, met het gebruik van instrumenten ten behoeve van de strafoplegging, en materieel strafrecht: deelneming.
60
Mr. J.M. ten Voorde
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 8928 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C 1.21 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jeroen ten Voorde (1977) is universitair docent straf(proces)recht. Hij studeerde Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen werd hij onderzoeker-in-opleiding bij de sectie rechtsfilosofie van de faculteit rechtsgeleerdheid van voornoemde universiteit. Zijn promotieonderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre in het (materiële) strafrecht ruimte bestaat om rekening te houden met culturele diversiteit. Tussen 2001 en 2005 verzorgde hij ook werkgroeponderwijs rechtsfilosofie en was hij betrokken bij het keuzevak ‘verdieping rechtsfilosofie’. Sinds september 2005 is hij bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden werkzaam. Hij is coördinator van de masterspecialisatie straf(proces)recht. Voorts is hij als rechter-plaatsvervanger verbonden aan de rechtbank Haarlem. Onderzoek Op 28 juni 2007 promoveerde Jeroen ten Voorde op het proefschrift Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgegeven in 2007 bij Wolf Legal Publishers te Nijmegen. Sinds zijn promotie publiceerde hij nog diverse artikelen op het terrein van multiculturaliteit en strafrecht. Recentelijk verscheen in de reeks praktijkcahiers van de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten het boek Culturele verdediging in strafzaken (Sdu uitgevers, 2009). Op het terrein van onderzoek was hij ook betrokken bij de organisatie van de landelijke strafrechtsdag 2006 en lid van de redactie van de bundel Op zoek naar samenhang (Boom Juridische uitgevers, 2006), die naar aanleiding van deze dag verscheen. Met Jan Crijns en Patrick van der Meij vormde Jeroen ten Voorde de redactie van de bundel De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (Boom Juridische uitgevers), die in augustus 2008 is verschenen. Naast zijn onderzoeksbelangstelling voor multiculturaliteit en strafrecht, is zijn onderzoek ook gericht op materieelrechtelijke, strafrechtstheoretische en -filosofische onderwerpen.
61
Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 7552
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C116 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/ woudemahvander.jsp
Algemeen Maartje van der Woude (1980) is PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Ze studeerde van 1998-2002 Nederlands recht, met strafrecht als specialisatie, aan de Universiteit Leiden. Van 2002-2005 heeft Maartje tevens de studie Criminologie, met als master Veiligheidsbeleid en Rechtshandhaving, cum laude afgerond. Na haar afstuderen werd zij PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de faculteit der rechstgeleerdheid van voornoemde universiteit. Tijdens haar studies is ze een aantal jaren actief geweest voor de Kinder- en Jongeren Rechtswinkel Den Haag, heeft ze gewerkt als student-assistent bij de afdeling Criminologie en heeft zij een half jaar gestudeerd aan de University of Texas in Austin, Amerika. In Texas liep zij onder meer stage bij een pro deo advocatenkantoor, waar ze de belangen behartigde van jeugdige verdachten en heeft ze, in het kader van haar masterscriptie onderzoek gedaan naar zogenaamde boot camps voor jeugdige delinquenten. In 2007 organiseerde en coordineerde zij de succesvolle Honours Class ‘Criminal Justice Policies in the Risk Society: the necessity of a multi disciplinary approach’. Maartje maakt deel uit van de redactie van de onderwijsbundel Jurisprudentie Strafrecht Select (SDU uitgevers) en is ze co-hoofdredacteur van Proces: Tijdschrift voor de Strafrechtspleging (Boom Juridische Uitgevers). Onderzoek In het kader van haar promotieonderzoek buigt Maartje zich over de (totstandkoming) van de terrorismewetgeving. In het kader van haar promotieonderzoek heeft Maartje in 2008 gedurende 7 maanden als ‘visiting research scholar’ werkzaam geweest aan het Center for the Study of Law and Society van de University of California te Berkeley. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
62
Overige informatie • Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) • Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven
63
64
Studenten die geïnteresseerd zijn in het strafrecht opgelet! Naast de theorie is strafrecht natuurlijk vooral boeiend in de praktijk, een aspect dat tijdens de studie wat minder centraal staat. Daarom is er de Studiekring Over Strafrecht. Dit dispuut biedt de studenten een hoop extra mogelijkheden om met de praktijk van het strafrecht in aanraking te komen. Zo worden er diverse lezingen gehouden door advocaten, raadsheren en leden van het Openbaar Ministerie. Daarnaast worden er excursies georganiseerd, zoals bijvoorbeeld naar gevangenissen, advocatenkantoren en andere instanties waar de strafrechtjurist een belangrijke rol speelt. Het strafrechtelijk dispuut is op 22 januari 1932 opgericht door Prof. mr J.M. van Bemmelen. Van Bemmelen was van 1931 tot en met 1968 hoogleraar Strafrecht en Strafvordering aan de Rijksuniversiteit te Leiden. De huidige beschermheer is prof. mr. Th.A. De Roos (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Tilburg) en de beschermvrouw is prof. mr. C.P.M. Cleiren (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Leiden). Het lidmaatschap van S.O.S. wordt voor studenten die erover denken om strafrecht als master te kiezen zeer aangeraden, zowel door de docenten als (oud)leden die weten hoe nuttig het lidmaatschap kan zijn. Uiteraard kunnen ook Bachelorstudenten, die het strafrecht interessant vinden, lid worden. Daarnaast is het natuurlijk ook gezellig en biedt het je de ideale mogelijkheid om eens een kijkje in de strafrechtspraktijk te nemen!Voor informatie zijn wij te allen tijde beschikbaar; wij hopen snel iets van je te horen!!
Het S.O.S.-bestuur:
Voorzitter: Secretaris: Acitiviteiten: Penningmeester:
Laurens Nooijen Celesta Bonnet Jessica Koek Rosalinde Brand
E-mail: s o s @ l aw. l ei d en u n i v . n l Website: http://www.sos-leiden.nl/
65
Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven Rechtbank Haarlem Bezoekadres Simon de Vrieshof 1 2019 HA Haarlem Correspondentie-adres Postbus 1621 2003 BR Haarlem Telefoonnummer (023) 512 61 26 Faxnummer (023) 512 63 64 Zittingen Strafzaken: In principe elke werkdag van 09.00-15.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. Het kan zijn dat er op een bepaalde dag geen zitting van de Politierechter is, maar dat is niet van te voren aan te geven, en als deze geen zitting heeft, dan is er zeker een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepsbezoek graag even van te voren melden.
Rechtbank 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ 's-Gravenhage Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH 's-Gravenhage Telefoon (070) 381 31 31 Fax 070 381 1076 (extra judicieel) 070 381 3797 (civiele en strafgriffie) Zittingen Strafzaken: Zowel de Politierechter als de Meervoudige Kamer elke dag behalve vrijdag van 09.3017.00 uur. Groepen groter dan 5 mensen dienen van te voren (telefonisch) te worden aangemeld.
66
Gerechtshof 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ Den Haag Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH Den Haag Telefoonnummer (070) 381 31 31 Zittingen Sector Strafrecht: Gewone strafzaken worden iedere dag behandeld, van 09.30-16.00 uur. Groepsbezoek kan beter van te voren (telefonisch) aangemeld worden. Het Hoger Beroep in de Raadkamer betreft een besloten zitting die alleen op donderdagen plaatsvindt. Op aanvraag kunnen deze wel individueel bijgewoond worden, maar niet door groepen.
Rechtbank Rotterdam Bezoekadres Wilhelminaplein 100 - 125 3072 AK Rotterdam Correspondentie-adres Postbus 50950 3007 BL Rotterdam Telefoonnummer (010) 297 12 34 Zittingen Strafkamer: Zowel politierechter als meervoudige kamer elke dag van 09.00-17.00 uur. Groepsbezoek moet van te voren (telefonisch) even gemeld worden (via algemeen tel nr, doorverbinden naar bureau communicatie)
Rechtbank Amsterdam Bezoekadres Parnassusweg 220 1076 AV Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 84500 1080 BN Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer In principe elke dag van 09.00-17.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. De drukste dagen zijn dinsdag, donderdag en vrijdag. Op maandag en 67
woensdag kan de zitting van kortere duur zijn. Het kan zijn dat niet elke dag de Politierechter zitting heeft, maar dan is er altijd een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepen van meer dan 3 personen graag van te voren even melden: 020-541 5015 (Petra Rodders)
Gerechtshof Amsterdam Bezoekadres Prinsengracht 436 1017 KE Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 1312 1000 BH Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer: Elke dag van 09.30-15.00 uur. Groepen dienen zich van te voren (telefonisch) aan te melden. Individuen moeten zich even ter plekke melden bij de bode.
68
Informatie Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht
Studiejaar 2010-2011
Bijgewerkt tot 26 augustus 2010
1
2
Inhoudsopgave -
Introductie, onderwijsrooster, stage en scriptie Ter inleiding ................................................................................................5 Rooster Masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht 2010/2011...............6 Tweejarige masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht............................8 De arbeidsmarkt ...........................................................................................9 Stages via de Afdeling straf- en strafprocesrecht ......................................10 Het schrijven van een afstudeerscriptie .....................................................12 Het beoordelingschema voor de masterscriptie .........................................19
-
Mastervakken straf(proces)recht Rechtshandhaving – Recht Realiseren.......................................................23 Ideeëngeschiedenis van het strafrecht........................................................26 Capita straf- en strafprocesrecht ................................................................29 Practicum straf(proces)recht ......................................................................32 Penitentiair recht ........................................................................................35 Criminologie voor juristen.........................................................................38 Privatissimum straf(proces)recht ...............................................................41 Internationaal en Europees Strafrecht........................................................44
-
Informatie over docenten Coördinatoren ............................................................................................49 Docenten Master Straf- en strafprocesrecht...............................................51 Individuele medewerkerspagina’s .............................................................52
-
Overige informatie Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) ..........................................................65 Adres- en zittingsinformatie rechtbanken en gerechtshoven .....................66
3
4
Ter inleiding De Leidse master rechtsgeleerdheid bestaat uit een aantal specialisaties. Elke specialisatie kent een vaste kern van vakken en een aantal voor de betreffende specialisatie bijzondere vakken. De vaste kern van vakken maakt duidelijk dat elke masterspecialisatie onderdeel is van de master rechtsgeleerdheid en studenten die in Leiden hun master rechtsgeleerdheid doen bovenal als jurist worden opgeleid. Zij bestaat uit de vakken practicum en privatissimum en twee vakken waaraan studenten van verschillende masterspecialisaties deelnemen. De format van practicum en privatissimum is bij elke specialisatie dezelfde, maar wordt uiteraard per specialisatie apart ingevuld. Hiermee wordt enerzijds een zekere gelijkheid in zwaarte tussen de verschillende specialisaties beoogd, maar anderzijds de eigenheid van elke specialisatie benadrukt. De masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht is uiteraard gericht op verdieping van in de in de bachelor opgedane kennis van het straf- en strafprocesrecht maar geeft daarnaast ook inzicht in nog niet behandelde gebieden van het straf- en strafprocesrecht, namelijk het internationale en Europese strafrecht en het penitentiaire recht. Tevens, en daarmee is de specialisatie anders dan de andere masterspecialisaties, wordt kennisgemaakt met een aan het strafrecht gelieerd wetenschapsgebied, namelijk de criminologie. Zonder kennis van de criminologie is bestudering van het straf- en strafprocesrecht namelijk onvolledig. In dit boekje wordt in de eerste plaats een overzicht gegeven van de vakken die in de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht worden aangeboden. Voltijdstudenten volgen in principe een vast en door studenten als intensief maar ook zeer leerzaam ervaren programma. Hierdoor worden zij geacht in staat te zijn om hun master in één jaar te halen. Hoewel het curriculum vast staat, bestaat er niettemin de mogelijkheid om door het Instituut voor Strafrecht en Criminologie gefaciliteerde stages bij het arrondissements- en ressortsparket van Haarlem en Den Haag en de rechtbank Haarlem en Den Haag te volgen. Informatie hierover is ook in dit boekje te vinden. In de tweede plaats worden ook de docenten die in de master vakken verzorgen of daarin betrokken zijn, voorgesteld. In de derde plaats vindt u informatie over de strafrechtelijke studievereniging Studiekring Over Strafrecht (S.O.S.), waarvan wordt verwacht dat iedere masterstudent lid is, het arbeidsmarktperspectief en adressen van rechtbanken en gerechtshoven voor het bijwonen van zittingen. Ook voor deeltijdstudenten is informatie opgenomen over het volgen van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht. .
5
Rooster Masterspecialisatie Straf- en Strafprocesrecht 2010-2011 1e semester: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen, in de periode 07-09-2010 t/m 05-10-2010, van 15.00 – 17.00 uur, in A 144; en op woensdagen, in de periode 08-09-2010 t/m 06-10-2010, van 19.00 – 21.00 uur, in de Campus Den Haag,, DH1/HV2.
Docenten: Coördinator: Tentamen:
Mr. J.H. Crijns, mr. P.C. Adriaanse, mr. A. Cuyvers Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 14-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 13-01-2011
• Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op donderdagen: op 09-09-2010 en 16-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144; op 23-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in C 131; op 30-092010 en 07-10-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144.
Docent: Tentamen:
Mr. J.M. ten Voorde (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 10-01-2011
• Capita Straf- en Strafprocesrecht Onderwijs:
: Docenten: Coördinator: Tentamen:
Werkcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 23-11-2010, van 17.00 – 19.00 uur, in B 041.
Prof.mr. C.P.M. Cleiren, Mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer Mr. J.M. ten Voorde Schriftelijk tentamen op 22-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 24-01-2011
• Practicum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiecollege op 06-09-2010 van 17.00 – 19.00 uur, in B 031. Werkgroepen op de volgende maandagen: 27-09-2010, 18-10-2010, 01-11-2010, 15-11-2010, 29-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur, van 13.00 – 15.00 uur en van 17.00 – 19.00 uur. Al deze werkgroepen vinden plaats in A 014.
Docenten: Tentamen:
Mw mr. M.J. Dubelaar (tevens coördinator), mr. R. Malewicz en mr. W. Morra Som van het cijfer van vijf schriftelijke opdrachten
• Penitentiair Recht Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 2311-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in A 144. Werkgroepen op donderdagen in de periode 11-11-2010 t/m 16-12-2010, m.u.v. 25-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur en van 11.00 – 13.00 uur, in C 004. (Voor criminologie studenten vinden er werkgroepen plaats op woensdagen in de periode 10-11-2010 t/m 15-12-2010, m.u.v. 24-11-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in C 004.) Dus hou er rekening mee bij de inschrijving via uSis, dat de woensdagwerkgroepen alleen voor criminologiestudenten zijn bestemd en de donderdagwerkgroepen alleen voor strafrechtstudenten!
Docenten: Tentamen:
Prof. dr. L.M. Moerings, mw. mr.dr. P.M. Schuyt (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 20-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 26-01-2011 6
2e semester: Ten tijde van het drukken van dit boekje waren de roosters van het 2e semester nog niet vastgesteld.
• Criminologie voor juristen Onderwijs: Docenten: Tentamen:
Werkcolleges op…. Responsiecollege op …. Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-03-2011 en schriftelijk hertentamen op 18-04-2011
• Privatissimum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiewerkgroep op…. Werkgroepen op ….
Docenten:
Mr. G.K. Schoep (tevens coördinator), mr. J.M. ten Voorde, gastdocent
Tentamen:
De som van vier schriftelijke opdrachten, een referaat en de deelname aan discussies tijdens de werkgroep
• Internationaal en Europees Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op …..
Docenten: Coördinator Tentamen:
Mw. mr.dr. P.M. Schuyt, mr. C. Stahn, e.a. Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 06-06-2011 en schriftelijk hertentamen op 04-07-2011
• Scriptie Coördinator:
Mw. mr. F.P. Ölcer
N.B: In het bovenstaande onderzicht zijn niet de eventuele wijzigingen opgenomen, die tijdens het studiejaar zijn doorgevoerd. Controleer daarom altijd de college- en werkgroeproosters en de tentamenkalender op de website: http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/sg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/wg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/tntkal/
7
Tweejarige Master Straf- en Strafprocesrecht voor deeltijdstudenten Studenten die in september instromen, wordt aanbevolen om de volgende volgorde te hanteren: 1e jaar: 1e semester: - Practicum Straf(proces)recht - Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht of Penitentiair Recht 2e semester: - Criminologie voor Juristen - Internationaal en Europees Strafrecht
2e jaar: 1e semester: - Rechtshandhaving – Recht realiseren - Capita Straf(proces)recht - Penitentiar Recht of Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2e semester: - Privatissimum Straf(proces)recht - Scriptie Bij instroom in januari dient de volgorde van de vakken overlegd te worden met de coördinator van de masterpecialisatie straf- en strafprocesrecht, mr. J.M. ten Voorde. Daartoe kan een afspraak gemaakt worden via het Secretariaat Strafrecht (tel: 071 527 7518 of e-mail:
[email protected]).
8
De arbeidsmarkt Strafrechtjuristen blijven in een samenleving waarin criminaliteit nooit afwezig zal zijn, altijd nodig. Hoewel ook de arbeidsmarkt voor juristen de laatste jaren onder de economische crisis heeft geleden, zijn er ook tekenen dat, met het aantrekken van de economie, ook voor juristen de arbeidsmarkt verbetert. De rechterlijke macht Met name in de rechtspleging bestaat een constante behoefte aan strafrechters, officieren van justitie en strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten. De rechterlijke macht neemt zowel voor de raio-opleiding als voor de griffies en parket-secretariaten strafrechtelijk afgestudeerde juristen aan. Het enkel volgen van een strafrechtelijke master is geen selectiecriterium voor de raio. Op de griffies van de gerechten is geregeld vraag naar gerechtssecretarissen met een strafrechtelijke achtergrond. Voor de parketten van het Openbaar Ministerie bestaat met enige regelmaat vraag naar parketsecretarissen. De advocatuur Strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten werken op grote of kleine kantoren in de algemene praktijk of op (enkele) grote kantoren in een strafrechtssectie. Het aantal op strafrecht georiënteerde kantoren is de laatste jaren sterk gegroeid. Hun specialisme wordt alom erkend. Behandeling van zaken voor de Hoge Raad of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt bij deze gespecialiseerde kantoren regelmatig voor. Binnen de politie is een ontwikkeling gaande tot verdere professionalisering waardoor voor academisch geschoolde strafrechtspecialisten meer plaats is. Andere mogelijke werkterreinen De reclassering en de kinderbescherming behoren vanouds tot de werkterreinen voor strafrechtjuristen en ook bij het bureau van de Nationale Ombudsman, de bureaus van sociale raadslieden en verzekeringsmaatschappijen en in andere functies op het terrein van de rechtshandhaving komen strafrechtelijk afgestudeerden terecht. Vanwege de strafrechtelijke aanpak van economische criminaliteit (fraude, witwassen van geld, fraude met EG-subsidies etc.) en milieucriminaliteit (door en in bedrijven, overheden etc.) heeft ook het bedrijfsleven - in toenemende mate - belangstelling voor strafrechtelijk geschoolde juristen. Naast de genoemde mogelijkheden kunnen strafrechtelijk gespecialiseerde juristen terecht in vele functies waarin algemeen opgeleide juristen worden gevraagd, zoals wetgevingsjuristen, de wetgevingsacademie, diverse beleids- en adviesfuncties binnen de onderscheiden ministeries en functies binnen gemeenten. Tot slot kan men nog denken aan functies als: wetenschappelijk onderzoeker in strafrecht/criminologie aan een universiteit, het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie) en het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving).
9
Stages via de Afdeling Straf- en strafprocesrecht Als student van de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht kun je onder andere stage lopen bij een rechtbank, een gerechtshof of het Openbaar Ministerie. Stagelopen is geen verplicht onderdeel van deze master en je kunt er geen studiepunten mee verdienen, maar het is wél een zeer waardevolle aanvulling. Je krijgt de kans de strafrechtspraktijk van heel dichtbij en zeer intensief te leren kennen. Studenten die de stage al hebben gedaan, zijn zonder uitzondering enthousiast over de inhoud van de werkzaamheden en de aard en omvang van begeleiding. Afspraken over stages De Afdeling Straf- en strafprocesrecht heeft met verschillende instanties afspraken gemaakt over onder meer de inhoud en de duur van de stage. De studenten die graag stage willen lopen bij één van de stage-instanties kunnen contact opnemen met de stagecoördinator van de afdeling. Deze zorgt in overleg met de instanties voor de plaatsing van studenten. De stage-instanties zijn: • • •
De rechtbanken in Den Haag en Haarlem Het Openbaar Ministerie in Den Haag (arrondissements- en ressortsparket) De gerechtshoven in Den Haag en Amsterdam
Inhoud In de eerste weken van je stage krijg je uitgebreid de gelegenheid om verschillende soorten strafzaken bij te wonen en mee te kijken over de schouder van een medewerker (griffier of secretaris). Vervolgens leer je hoe je een strafzaak voor de terechtzitting voorbereidt en achteraf weer afrondt (met de nodige begeleiding). Tijdens de stage bij één van de gerechten zal je na enige tijd zelfstandig als griffier optreden en meerdere zaken afhandelen. Tijdens de stage bij de parketten draag je na enige tijd de verantwoordelijkheid voor de behandeling van verschillende dossiers. De gerechten en parketten zorgen zelf voor variëteit in de strafzaken en werkzaamheden waarbij je wordt betrokken. Enkele voorbeelden: • • • • •
meedraaien in het kabinet van de rechter-commissaris werk voorbereiden voor politierechterzittingen griffierwerkzaamheden bij de meervoudige kamer bijwonen raadkamerzittingen overzichtelijk samenvatten van zeer omvangrijke dossiers
De gerechten en parketten zorgen voor een goede begeleiding van de studentstagiair en geven deze ook een officiële eindbeoordeling. Duur De stages zijn full time (vijf of vier dagen in de week). Er wordt natuurlijk altijd rekening gehouden met tentamens, een laatste vak dat je moet volgen of gemaakte afspraken met je scriptiebegeleider. 10
Vergoeding Alle stage-instanties kennen een vergoeding. De hoogte verschilt per instantie. (Let wel: de vergoeding is niet te vergelijken met die van een bijbaantje). Strafrechtelijk dispuut S.O.S. Je kunt natuurlijk ook zelf een stageplaats zoeken, bijvoorbeeld bij een advocatenkantoor. Geregeld worden op de site van het strafrechtelijk dispuut S.O.S. advertenties geplaatst voor incidentele stagemogelijkheden of bijbaantjes. Interesse of meer informatie? Drie keer per jaar houdt de afdeling kennismakingsgesprekken met geïnteresseerde studenten. Na dit gesprek brengen wij de studenten die daar gezien de vordering in hun studie aan toe zijn, in contact met de stage-instantie. De gesprekken vinden plaats in: • • •
juni voor de stageperiode vanaf 1 september november voor de stageperiode vanaf 1 januari maart voor de stageperiode vanaf 1 mei.
Wil je in aanmerking komen voor een stageplaats bij de gerechten of de parketten, of wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar Ard Schoep:
[email protected], stagecoördinator voor de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht.
11
Over het schrijven van een afstudeerscriptie Het is goed om je zo vroeg mogelijk in de masterfase te gaan bezighouden met datgene waar het toch op uitdraait: het schrijven van een afstudeerscriptie. Het is erg nuttig om bij de vakken die je volgt te ontdekken welke onderzoeksgebieden je goed liggen en je interesseren, en ook om de schriftelijke vaardigheden die je opdoet bij vakken als Practicum en Privatissimum te kunnen aanwenden voor het schrijven van je afstudeerscriptie. Hier volgt de informatie die voor elke student die strafrechtelijk wil afstuderen, van belang kan zijn.
Het kiezen van een onderwerp Het begin Voor het schrijven van een afstudeerscriptie is het goed om al in een vroeg stadium één of meerdere onderwerpen te vinden waar je over zou willen schrijven. Als eerste voorwaarde geldt dat voor een strafrechtelijke scriptie het onderwerp ‘voldoende juridisch’ én ‘voldoende strafrechtelijk’ is, dat wil zeggen dat er een strafrechtelijke benadering van het onderwerp mogelijk is. Het is vaak zo dat scriptieonderwerpen worden ingegeven door onze Mastervakken als Ideeëngeschiedenis, Penitentiair recht, Recht Realiseren (Rechtshandhaving), Criminaliteit & Sanctionering en Internationaal & Europees recht. Ook de onderwerpen die aan de kaak worden gesteld in het Practicum of het Privatissimum kunnen leiden tot ideeën voor een onderwerp. Probeer in je onderwerpkeuze wel los te komen van de onderwerpen die je al heel concreet bij de Mastervakken hebt behandeld. Vrije keuze De keuze van een geschikt onderwerp is vooral een kwestie van je eigen interesse en gericht zoeken. Interesse is belangrijk, want een scriptie schrijven is voor de meeste studenten toch een hele klus. Een onderwerp dat je zelf boeiend vindt, verlicht de last. Laat je niet van de wijs brengen door medestudenten die zeggen dat er onderwerpen zijn waarover je niet zou mogen schrijven, bijvoorbeeld omdat een andere student daar al over heeft geschreven. Geen enkel onderwerp geniet een beschermde status en er is ook geen onderwerp dat is verboden. Natuurlijk is het wel leuk als je een origineel thema weet aan te snijden. Een gesprekje met de scriptiecoördinator kan je daar ongetwijfeld bij helpen. Als je eenmaal een onderwerp hebt bedacht, vraag dan voor de zekerheid na of je met dat onderwerp aan de slag kunt gaan. Los van de vrijheid die je hebt in je onderwerpkeuze, kan het namelijk zo zijn dat een bepaald onderwerp al zo vaak is beschreven (in scripties of in het algemeen) dat het erg moeilijk wordt een scriptiebegeleider te vinden. Voorbeelden Er zijn studenten die van begin af aan weten wat hen interesseert. De ene student heeft als hobby het werken met computers en het bouwen van de meest complexe netwerken; wellicht dat hij of zij zich wil verdiepen in de opsporing van strafbare feiten door middel van ICT-toepassingen of in computercriminaliteit. Een andere student heeft weer veel affiniteit met voetbal en zal zich willen verdiepen in de aanpak van voetbalgerelateerd geweld of het strafrecht als ultimum remedium bij ernstige overtredingen op het voetbalveld. Weer een andere student heeft in de Bachelorfase van de studie een keuzevak gevolgd, bijvoorbeeld op het gebied van het jeugdrecht, de forensische psychiatrie of de criminalistiek, dat hij of zij voor zijn scriptieonderzoek dat terrein nader wil verkennen, bijvoorbeeld met de vraag onder welke voorwaarden op jeugdigen het volwassenenstrafrecht mag worden toegepast en wat daarvan is te verwachten. 12
Zoeken naar een onderwerp Meestal is het echter zo, dat een student nog niet zo goed weet welk onderwerp hij of zij zal kiezen. In dat geval adviseren wij studenten zich op het internet en in de bibliotheek van de Faculteit te verdiepen in bijvoorbeeld recente wetsvoorstellen en wetswijzigingen (www.rechtsorde.nl, www.rijksoverheid.nl/justitie), in kamervragen die aan de minister van Justitie worden gesteld, in onderwerpen die worden besproken in vakbladen (denk aan Ars Aequi, Delikt & Delinkwent, het Nederlands Juristenblad, Strafblad, Nieuwsbrief Strafrecht, Proces), in krantenartikelen en journaals op televisie om ideeën op te doen. Je moet even zoeken, maar dan heb je wel een reeks van mogelijke onderwerpen. Even doorzoeken Kijk vooral verder dan je neus lang is: in het Nederlands Juristenblad wordt bijvoorbeeld tweejaarlijks een Kroniek van het straf(proces)recht afgedrukt, met daarin tal van actuele, maar misschien voor studenten minder voor de hand liggende ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Op de websites van het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie worden vaak interessante beleidsplannen gepresenteerd die de nodige consequenties hebben voor de strafrechtspraktijk en ingrijpende voorstellen die de beginselen van ons strafproces of de materieelrechtelijke leerstukken onder druk zetten. Ook worden op de websites van het Openbaar Ministerie en de rechtspraak (www.rechtspraak.nl) hele dossiers bijgehouden over spraakmakende onderwerpen. De meeste tijdschriften geven maandelijks een mooi overzicht van recente strafrechtelijke jurisprudentie; Delikt & Delinkwent bespreekt bijvoorbeeld met regelmaat ontwikkelingen in de rechtspraak per thema. Het Strafblad werkt elke twee maanden met een themanummer rondom een actueel onderwerp. Vergeet ook niet jezelf te abonneren op allerlei gratis nieuwsbrieven en rss-feeds van de genoemde websites en bekende juridische uitgevers zoals Kluwer en Sdu (beperk je wel tot het thema straf(proces)recht). Geen lijsten met scriptieonderwerpen Het is de bedoeling dat je zelf een onderwerp bedenkt en op papier zet, al dan niet met de hulp van de scriptiecoördinator. Op onze afdeling hebben we helaas geen lijst van onderwerpen waaruit de student een scriptieonderwerp kan kiezen. Gezien het aantal instromers per collegejaar is het niet te doen voor alle studenten geschikt scriptieonderwerpen te bedenken. Het is bovendien toch vaak zo dat een student met een zelfbedacht onderzoek langer gemotiveerd blijft om het onderzoek af te ronden. Soms geeft een docent aan de scriptiecoördinator een thema door waarop hij of zij graag nader onderzoek zou willen doen en waarbij de scriptiebegeleiding van een student hem of haar kan helpen. Ook dan loont het de moeite even langs te gaan bij de scriptiecoördinator.
Een eerste opzet van je scriptie Een opzet is nodig om een begeleider te krijgen Heb je eenmaal een onderwerp gekozen, dan is het de bedoeling dat je een eerste opzet van je scriptie samenstelt. Met deze eerste opzet wordt het voor de scriptiecoördinator mogelijk om een geschikte begeleider voor je te zoeken die minstens net zoveel interesse heeft in het onderwerp als jijzelf. Mocht je nog niet eerder contact hebben gezocht met de scriptiecoördinator (je zou al een afspraak kunnen hebben gehad omdat je het erg lastig vond een geschikt onderwerp uit te denken), dan is dit het aangewezen moment. Een eerste opzet bestaat altijd uit een vijftal onderdelen, namelijk een beknopte inleiding, een probleemstelling, een uitgewerkte vraagstelling, een korte inhoudsopgave en een eerste versie van de literatuurlijst. De opzet maakt zo onder meer duidelijk hoe je tegen het 13
onderwerp aankijkt, hoezeer je je al in de materie hebt verdiept en in welke richting je afstudeerscriptie zich in eerste instantie zal begeven. Een beknopte inleiding Het eerste hoofdstuk van je scriptie is de inleiding, met daarin vier van de vijf genoemde onderdelen van je scriptieopzet (de literatuurlijst staat daar natuurlijk niet in). Die inleiding kan je vaak pas achteraf helemaal goed uitschrijven, maar voor je scriptieopzet is het wel belangrijk dat je in ongeveer anderhalve pagina aangeeft hoe je tot het onderwerp bent gekomen: de aanleiding. Het is natuurlijk de bedoeling dat je dat al direct juridisch inhoudelijk aanpakt! Begin niet te persoonlijk en te oppervlakkig in de trant van ‘ik vind dat er te licht wordt gestraft in Nederland en daarom moeten de maximumstraffen veel hoger worden, nu krijgen criminelen vaak alleen maar een taakstraf’. Het is beter algemeen in te steken (‘De rechter heeft in Nederland van oudsher veel vrijheid in concrete strafzaken de hoogte van de straf te bepalen’) en te proberen in je aanleiding het onderwerp te introduceren (‘Enkele recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf van twintig naar dertig jaar hebben die vrijheid vergroot’), de lijn van de scriptie aan te geven (‘Dit heeft er echter niet toe geleid dat de rechter significant zwaarder is gaan straffen’), enkele beperkingen in je onderzoek aan te geven (‘De rechter is zelfs tot op heden vrij voor alle delicten die zijn bedreigd met een gevangenisstraf of een geldboete een taakstraf op te leggen’) en de lezer naar je probleemstelling te leiden (‘Is de taakstraf wel geschikt als sanctie bij ernstige delicten zoals moord en doodslag’). Let wel: de aanleiding zoals die hierboven met enkele zinnen is uitgewerkt, is natuurlijk veel te beknopt en te weinig onderbouwd. De probleemstelling Van de opzet is het schrijven van een goede probleemstelling verreweg het moeilijkste onderdeel. Je zal bijvoorbeeld in de loop van je scriptieonderzoek wel bemerken dat er de nodige haken en ogen zitten aan dit beginpunt van je scriptie, ondanks het feit dat je zoveel aandacht hebt besteed aan een goede probleemstelling. Waar het op neer komt is dat je bij aanvang van je scriptieonderzoek jezelf een probleem stelt, het probleem kort beschrijft en probeert aan te geven hoe je het probleem (en mogelijk de oplossing) gaat onderzoeken. Probeer maar eens in een alinea (zo’n tien à vijftien regels) heel scherp te formuleren waarom je het onderwerp dat je hebt gekozen problematisch vindt, waarom het probleem dient te worden opgelost en hoe jij denkt dat te gaan doen. Iets anders geformuleerd: je moet oog hebben voor de beschrijvende kant van je probleemstelling (Hoe ziet het probleem er feitelijk uit), en voor de normatieve kant ? Is dit een goede of slechte zaak? Waar zie ik mogelijke oplossingen?). Beide aspecten zijn bij je aanvankelijke probleemstelling alleen aangestipt, je gaat immers zoeken naar mogelijke oplossingen en je zal gedurende het schrijven van je scriptie onvermijdelijk je probleemstelling aanpassen. De vraagstelling en de inhoudsopgave Je probleemstelling leidt uiteindelijk tot één allerbelangrijkste onderzoeksvraag, de hoofdvraag, de vraag die je in je scriptieonderzoek gaat beantwoorden ten einde het door jou geconstateerde probleem op te lossen. Voor alle duidelijkheid: een probleemstelling is dan ook iets anders dan een vraagstelling. Voor het beantwoorden van die hoofdvraag heb je weer allerlei deelvragen nodig, die je logischerwijs in een bepaalde volgorde zal stellen. Het bijzondere aan deze deelvragen is dat zij in belangrijke mate de volgorde van je inhoudsopgave bepalen. Schrijf na je probleemstelling ook je vraagstelling uit door aan te geven wat je per hoofdstuk ongeveer wilt gaan onderzoeken. Je kunt proberen te vermijden een opsomming van vragen te geven (‘In hoofdstuk zal worden onderzocht…’; De aandacht gaat daarbij uit naar…’; ‘In navolging van deze paragraaf zal … verder 14
worden behandeld’). De opsomming van vragen komt wel weer in je inhoudsopgave, vaak geven de genummerde hoofdstukken en de paragrafen namelijk je onderzoeksvragen in de juiste volgorde weer. Vaak passen de uitgewerkte vraagstelling en de inhoudsopgave precies op elkaar. De voorlopige literatuurlijst De voorlopige literatuurlijst die je tezamen met de scriptieopzet aanlevert bij de scriptiecoördinator zal minimaal zo’n twintig verschillende bronnen (artikelen, boeken, handboeken, jurisprudentie, internetbronnen, etc.) beslaan. Dit geeft weer hoeveel je al van het onderwerp hebt gelezen en wat het instapniveau van het onderzoek is. De beknopte inleiding tenslotte maakt duidelijk welke juridische, rechtspolitieke, maatschappelijke ontwikkelingen, of welk arrest, of welke strafrechtelijke relevante gebeurtenis voor jou de aanleiding hebben gevormd om het gekozen onderwerp te problematiseren en te onderzoeken.
De scriptiecoördinator Afspraak met de scriptiecoördinator Nadat je een onderwerp hebt gekozen en je een eerste opzet van je scriptie hebt samengesteld, is het tijd om je tot de scriptiecoördinator Pınar Ölçer te wenden. Het is het makkelijkst als je haar een e-mail (
[email protected]) stuurt met daarin een korte introductie van jezelf en je eerste scriptieopzet in een los document als bijlage. De taak van de scriptiecoördinator is om de scriptieopzet marginaal te toetsen. Het onderwerp moet niet te ruim zijn en er moet iets blijken van het toetsend kader en zo zijn er nog veel meer problemen die al in een beginstadium de kop op kunnen steken. Bij goedkeuring van de scriptieopzet stelt de scriptiecoördinator vast wie de scriptie zal begeleiden. Daarna worden afspraken over het inleveren van stukken e.d. met de scriptiebegeleider gemaakt. Op de BB-omgeving voor master scripties strafrecht staat veel nadere informatie. Het komt vaak voor dat een student zijn of haar scriptieopzet eerst nog wil bespreken voordat hij of zij een begeleider krijgt toegewezen, of dat de coördinator het nodig vind dat die eerste opzet wordt besproken en wordt aangepast. In dat geval wordt een afspraak gemaakt. Elke maand worden er afspraken gemaakt op specifieke dagen. Op de BBomgeving voor de master scripties strafrecht, worden deze dagen vermeld. Als je een afspraak wil maken, moet je een mail te sturen naar dhr. W. Bonis (
[email protected]). Zoeken naar een begeleider Indien de scriptieopzet is goedgekeurd, zal de coördinator op zoek gaan naar een begeleider, waarbij het altijd mogelijk is dat de student zijn of haar voorkeur voor een bepaalde docent aangeeft. Nadat een docent heeft aangeven bereid te zijn een student te begeleiden, zal de scriptiecoördinator de student berichten dat hij of zij contact kan opnemen met de hem toegewezen scriptiebegeleider. En dat is dan het echte begin van een mooi scriptieonderzoek!
Scriptieplanning Wanneer schrijven aan de scriptieopzet? Het schrijven van een afstudeerscriptie levert een student de laatste 10 ECTS op. Voor 15
het schrijven van de afstudeerscriptie is een periode van 280 uur in de Master gereserveerd in het tweede deel van het tweede semester (maart tot en met juni). Het is de bedoeling dat de studenten die instromen in september – het eerste semester van de master – ook daadwerkelijk in april beginnen te schrijven aan hun afstudeerscriptie. Dit betekent dat je de relatief rustige onderwijsperiode in januari aangrijpt om je te verdiepen in een onderwerp en je scriptieopzet samen te stellen. Wanneer de scriptieopzet aanleveren? Voor het collegejaar 2010/2011 wordt elke masterstudent aangeraden zich vóór maandag 31 januari 2011 te melden bij de scriptiecoördinator met een scriptieopzet. In de periode tot aan maart 2011 kan de scriptiecoördinator dan aan de slag om een scriptiebegeleider te zoeken. Planning van de begeleiding Het is belangrijk om te weten dat in de periode van juli en augustus geen scriptiebegeleiding kan worden gegeven, aangezien dat de periode is waarin veel docenten op vakantie gaan en waarin zij hun eigen onderzoek hebben te doen. Wil je derhalve in augustus afstuderen, zoals dat de bedoeling is volgens het masterrooster, dan kan het niet anders dan dat je begint met het schrijven van je afstudeerscriptie in april, direct na het vak Privatissimum. Zo heb je vier maanden de tijd om intensief te schrijven, en kan je de maanden juli en (de eerste twee weken van) augustus gebruiken voor de laatste aanpassingen en het verkrijgen van goedkeuring door je scriptiebegeleider en de tweede lezer. Het beoordelen van de laatste versie van je scriptie eind juli of begin augustus is alleen aan de orde als je begeleider je eind juni heeft gezegd dat die afronding ook haalbaar is. Door het grote aantal Master-studenten en de relatief kleine onderwijsstaf kan de duur van de scriptiebegeleiding niet langer dan vier maanden zijn. Houdt ook daar rekening mee met in de planning van het schrijven aan de scriptie. Scriptieplanning voor de februari-instromers Voor studenten die in het tweede semester van het collegejaar 2010/2011 instromen in de Master, is het de bedoeling dat zij in de periode die staat gereserveerd voor het daadwerkelijke schrijven aan de afstudeerscriptie (maart tot en met juni) zich gaan verdiepen in een onderwerp en de scriptieopzet samenstellen. Ondanks het drukke eerste semester van het collegejaar 2011/2012 dat zich dan nog aandient, kunnen zij in de tweede helft van dat semester toch voortvarend aan de slag met de afstudeerscriptie. Het is in elk geval de bedoeling dat deze studenten zich vóór 1 oktober 2011 melden bij de scriptiecoördinator met hun scriptieopzet.
Het begeleidingstraject Het begin van de begeleiding Nadat je door de scriptiecoördinator een begeleider hebt toebedeeld gekregen, kun je je eerste afspraak met je begeleider maken. Probeer dit zo snel mogelijk te regelen, de begeleidingstermijn begint namelijk te lopen op het moment dat je hebt gehoord wie je begeleider is. In een eerste begeleidingsgesprek is het goed te bespreken waar je met je onderzoek naar toe wilt, wat je wilt bereiken. Een gedegen scriptieopzet is een heel goed richtsnoer. De begeleider heeft zelf vast ook veel ideeën over het onderzoek en samen kunnen jullie een plan de campagne maken. De begeleider zal met een ander oog naar je scriptieopzet kijken dan de coördinator, veel meer inhoudelijk (de coördinator toetst de opzet marginaler). Het kan zijn dat je je opzet (opnieuw) moet aanpassen. Dat is soms 16
lastig, maar het hoort wel bij het doen van onderzoek. In het eerste gesprek kan je alvast afspraken met elkaar plannen, deadlines voor het inleveren van hoofdstukken vaststellen, aangeven wanneer je wilt afstuderen en andere verwachtingen omtrent je scriptieonderzoek uiten. Het maken van afspraken Het scriptietraject veronderstelt dat je goed contact blijft houden met je begeleider. Het komt nog wel eens voor dat studenten vast komen te zitten en zich lange tijd niet meer (durven te) melden bij hun begeleider. Dat is gek, want je begeleider is er juist om je verder op weg te helpen. Zorg ervoor dat je consequent reageert op e-mails en dat je je afspraken nakomt, of dat je het op zijn minst gewoon eerlijk zegt als je het niet redt een bepaald hoofdstuk op tijd in te leveren. Mede vanwege het feit dat je 'groeit' in je onderwerp en er zoiets bestaat als een voortschrijdend inzicht dat je gedurende het schrijven van je scriptie ontwikkelt, is het goed om steeds een los hoofdstuk in te leveren, in plaats van in één keer de gehele scriptie. Dat laatste is ook niet toegestaan: het betekent voor je begeleider veel nakijkwerk in één keer, met voor jou het risico dat het helemaal over moet, en de scriptie is bijvoorbeeld ook lastig te controleren op plagiaat. Eindbeoordeling Na diverse begeleidingsgesprekken en beoordelingsmomenten kom je zover dat je een eindversie van de scriptie gaat aanleveren. Deze eindversie wordt niet alleen beoordeeld door je begeleider, maar ook door een zogenoemde 'tweede lezer'. Deze tweede lezer is al aan het begin van je begeleidingstraject aangewezen door de coördinator, vaak geheel willekeurig. De tijd die nodig is voor de eindbeoordeling is minimaal twee weken, tenzij daar afwijkende afspraken over zijn gemaakt met je begeleider. Dit betekent dat je bij het aanvragen van je afstuderen voor een bepaalde rekening dient te houden met die leestermijn. Voor de beoordeling van de eindversie is het noodzakelijk dat je drie stuks van de - al dan niet ingebonden - papieren versie inlevert bij je begeleider (niet alleen voor de twee beoordelaars, maar ook één voor het archief). Je kunt dan niets meer aan de scriptie veranderen. Naast de papieren versie vragen we je een digitale versie aan te leveren, in pdf-formaat. Dit document kun je naar Wim Bonis mailen (
[email protected]), die het archief voor het Instituut voor Strafrecht beheert. Het is niet nodig op de digitale versie al je gegevens te vermelden: adresgegevens en telefoonnummers kunnen achterwege blijven. Het moet wel duidelijk zijn wie de scriptie heeft geschreven (naam, studentnummer), wanneer je bent begonnen met de scriptie en wie de eerste en tweede lezer zijn geweest. In het eindgesprek dat je met je begeleider hebt, krijg je te horen met welk cijfer de scriptie is gehonoreerd en kan je over de scriptie en het begeleidingstraject napraten. Je begeleider levert de papieren versie(s) in bij Wim Bonis, tezamen met de twee beoordelingsformulieren (van je begeleider en van de tweede lezer) en met het cijferbriefje. Je krijgt zelf een afschrift van dit cijferbriefje en daarmee kun je je melden bij het Onderwijs Informatie Centrum (OIC) om je afstuderen aan te vragen. Een voorbeeld van een beoordelingsformulier voor de Master-scriptie is als bijlage aan dit bericht gehecht. Afstuderen! Het afstuderen van rechten is altijd op de laatste donderdag van de maand, tenzij er iets bijzonders op die donderdag is. In december is het afstuderen altijd op de laatste 17
donderdag voorafgaand aan Kerstmis en op Hemelvaartsdag is er bijvoorbeeld nooit een afstudeersessie ingepland. Om in een bepaalde maand te kunnen afstuderen, dien je twee weken vóór de afstudeerdatum je cijfers te hebben ingeleverd en je afstuderen te hebben aangevraagd (denk ook aan de leestermijn!). Stel dat je op donderdag 26 mei 2011 wilt afstuderen, dan moet je alles hebben geregeld uiterlijk op donderdag 12 mei 2011 en eind april je eindversie hebben ingeleverd. Houdt rekening met mogelijke afwijkende sluitingstijden van het OIC.
18
Beoordelingsschema Masterscripties Vraagstelling
Structuur van het betoog
Kwaliteit van de argumentatie Vindt er een zelfstandige en adequate inventarisatie plaats van relevante argumenten en gezichtspunten; worden argumenten tegen elkaar afgewogen in plausibele (tussen-) conclusies; worden begrippen, argumenten etc. adequaat geproblematiseerd? Doorgaans juist en relevant, maar aarzelend, weinig problematiserend, blijft dicht bij de gebruikte literatuur en/of jurisprudentie
Is er een duidelijke, werkbare en goed gemotiveerde vraagstelling; is er een passend beoordelingskader?
Werkt het betoog op zinvolle en samenhangende wijze de vraagstelling (en het beoordelingskader) uit; sluit de conclusie aan op de vraagstelling; besteedt deze aandacht aan nieuwe vragen die zijn opgekomen?
6
Uitwerking en motivering van de vraagstelling laten te wensen over
De relatie vraagstelling/ betoog/ conclusie is weliswaar voldoende te volgen, maar overtuigt niet geheel
7
Duidelijke vraagstelling.
Leidt via navolgbare tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Enig eigen denkwerk verricht, aandacht voor tegengestelde meningen, maar academische verdieping ontbreekt
8
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader
Leidt via aaneensluitende tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Goede, representatieve beschrijving van uiteenlopende argumenten, gedegen afweging in zelf geformuleerde conclusies; een eerste proeve van academisch onderzoek
9/ 10
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader; origineel en vernieuwend onderwerp
Een meeslepend betoog dat vanaf de vraagstelling tot aan de conclusie boeit en overtuigt of tot interessante discussie leidt
Nieuwe gezichtspunten, argumenten, c.q. afwegingen maken het stuk een goede basis voor wetenschappelijke publicatie
Gebruik van de relevante literatuur Is de evident relevante literatuur en jurisprudentie verwerkt op een wijze die recht doet aan de inhoud; zijn door eigen onderzoek nieuwe bronnen van informatie gevonden?
Vormgeving en presentatie Is het stuk goed leesbaar door onder meer: - duidelijke hoofdstuk- en paragraafindeling van het betoog - adequate literatuurverwijzing - leesbare stijl zonder taalfouten?
Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; weinig of geen verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is niet onjuist maar blijft oppervlakkig Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; enig verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is adequaat
Het volgen van het betoog vereist inspanning van de lezer, doordat de indeling van het betoog, de bronverwijzing en/of stijl en taalgebruik te wensen overlaten
Goed gedocumenteerd stuk op basis van eigen onderzoek naar informatiebronnen, inclusief rechtsvergelijkende, rechtshistorische en/of internationale bronnen; gebruikte informatie is grondig benut Hoge documenterende waarde doordat moeilijk toegankelijke of ongebruikelijke bronnen van informatie zijn benut
Een mooi opgezet, verzorgd verhaal met adequate bronverwijzing, zonder stijl- en taalfouten
Het betoog is goed leesbaar, maar zou nog duidelijk hebben geprofiteerd van een goede eindredactie
(ook) qua vormgeving zonder meer publicabel
Korte toelichting op onderdelen: a. De criteria hebben geen 'gewicht' gekregen. Een rekenkundige benadering zou slechts schijn-exactheid opleveren. Voor elk deelaspect is weliswaar beschreven hoe een cijferbeoordeling tot stand kan komen, maar dit levert toch niet meer dan indicaties op. Het is dan ook heel goed denkbaar dat een stuk dat op geen van de vier criteria meer dan een zesje scoort, als onvoldoende wordt beoordeeld. b. Indien de scriptie niet voldoet aan de richtlijnen voor het cijfer zes moet een onvoldoende worden toegekend en bepaalt de docent welke onvoldoende wordt toegekend. c. Naast de genoemde criteria kan de docent ook andere omstandigheden naar eigen inzicht meewegen, zoals werk- en leerhouding van de student tijdens het schrijfproces. Zo is een goede betoogstructuur nauwelijks een verdienste van de student te noemen waar de docent terzake uitvoerige aanwijzingen heeft moeten geven; het zelfde geldt bij bijvoorbeeld de beoordeling van taal en stijl.
19
20
Vakbeschrijvingen Mastervakken straf(proces)recht: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren • Ideeëngeschiedenis van het strafrecht • Capita straf- en strafprocesrecht • Practicum straf(proces)recht • Penitentiair recht • Criminologie voor juristen • Privatissimum straf(proces)recht • Internationaal en Europees strafrecht
21
22
Rechtshandhaving - Recht realiseren Vakbeschrijving Rechtshandhaving - Recht realiseren 23011016 Code: mr. J.H. Crijns e.a. Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Rechtsnormen zullen moeten worden toegepast. Die toepassing vindt plaats via processen van uitvoering (het formuleren van beleid, het uitoefenen van bevoegdheden door bestuursorganen en burgers, het sluiten van contracten, het nemen van beschikkingen, het in het leven roepen van bestuursorganen en en strafrecht soms gelijktijdig en geïntegreerd worden ingezet om handhavingsdoelen te effectueren. De integratie tussen de verschillende deeldisciplines komt aan de orde door hun complementaire, overlappende en concurrerende aspecten te laten zien. Daarbij zal ook worden ingegaan op de coördinatieen afstemmingsproblemen. Uiteraard wordt daarbij ruime aandacht besteed aan de eisen, die voortvloeien uit de internationale mensenrechtenverdragen en het recht van de Europese Unie. Het perspectief van handhaving door de overheid wordt tot uitgangspunt genomen. Het gaat hierbij om handhaving van objectief publiekrecht, al of niet via verwezenlijking van subjectieve rechten van individuele burgers. Het perspectief van die individuele burgers, dat met name gericht is op verwezenlijking van hun individuele rechten komt vooral aan de orde als uitwerking van het perspectief van de overheid en vanuit vergelijkend perspectief. Het vak is verbonden met de onderzoeksprogramma’s Criminal Justice en Securing the rule of law in a world of multilevel jurisdiction.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is: In het vak Rechtshandhaving – Recht realiseren krijgt de student een ‘helicopter view’ op het recht. Het vak bouwt voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding. Het vak beoogt studenten inzicht te geven in de grondslagen, samenhang en verschillen tussen de uiteenlopende deeldisciplines. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • •
Juridische kennis: met name inzicht in de grondbeginselen van het recht en in de onderlinge samenhang van de deelgebieden (staats- en bestuursrecht, strafrecht en Europees recht) Vaardigheden: Studenten worden met name getraind in het zelfstandig verwerven van inzicht en kennis van de samenhang tussen de verschillende juridische disciplines (strafrecht, staats- en bestuursrecht en Europees recht). 23
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mr. J.H. Crijns e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de per week aangegeven stof.
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen in essayvorm. Inleverprocedures Geen Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: •
De voorgeschreven literatuur wordt integraal opgenomen in de reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011
Werkboek: Geen. Reader: Reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011 Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
24
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.14 Bereikbaarheid: Per e-mail, en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: 9:00 – 17:00 uur (ma/di/do/vr) Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Geen.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
25
IDEEËNGESCHIEDENIS VAN HET STRAFRECHT Vakbeschrijving Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 23011306 Code: mr. J.M. ten Voorde Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Strafrecht wordt zowel in zijn theoretische basis als in zijn toepassing gekenmerkt door een inherente spanning tussen belangen van de gemeenschap als geheel en belangen van de individuele burger. De positie van de overheid en de legitimatie van het publiekrechtelijk karakter van ons strafrecht en onze strafrechtscultuur brengt met zich mee dat dit spanningsveld in de loop van de tijd niet minder is geworden, maar wel voortdurend van kleur verandert. In de loop van de geschiedenis is deze problematiek vooral aan de orde gesteld en bestudeerd vanuit het perspectief van de straf- en strafrechtstheorie. Deze benadering heeft onder meer bijgedragen aan een tamelijk rijk geschakeerd veld van straf(rechts)theorieën, waarin de rechtsstaatgedachte, de democratische beginselen en grondslagen van strafrecht en strafvordering, alsmede fundamenten voor al dan niet gedetermineerde persoonlijke en sociale verantwoordelijkheden centraal staan. In de huidige strafrechtspleging is noch de bedoelde spanning, noch de noodzaak van bestudering van en discussie over die spanning verdwenen. In de huidige tijd komt dit spanningsveld met name naar voren in reacties en kritiek op de ‘criminele politiek’, de wijze waarop de overheid, met het wettelijk kader van het formele en materiële strafrecht als basisinstrument keuzes maakt om beleid te realiseren en eventueel in wetgeving neer te leggen. Discussies over de legitimiteit van die keuzes vinden hun fundament in dezelfde waarden en normen die (destijds) vorm kregen in de straf(rechts)theorieën.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van deze cursus is om met behulp van de ideeëngeschiedenis van het strafrecht de student een instrumentarium mee te geven voor een kritische beschouwing van de criminele politiek van vandaag en in de toekomst en de studenten vertrouwd te maken met een hedendaagse ‘vertaling’ van de in de ideeëngeschiedenis ontwikkelde opvattingen, posities, waarden en normen. Die vertaling zal zichtbaar worden gemaakt door actuele crimineel-politieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van de relevante strafrechtelijke ideeëngeschiedenis. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende historische en rechtstheoretische kennis van het strafrecht om het juridisch discours binnen het vakgebied in zijn historische en huidige maatschappelijke context te kunnen plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De verkregen basiskennis moet de student voldoende diepgang bieden voor het zich verplaatsen in de rol van de te onderscheiden actoren in het hedendaagse strafrecht en voldoende analytische vaardigheid om zorgvuldig beargumenteerde keuzes te maken ten aanzien van actuele strafrechtelijke en crimineel-politieke vraagstukken. De te verwerven kennis vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een wetenschappelijke 26
bestudering van, respectievelijk attitude ten aanzien van het strafrecht. Er wordt in de hoorcolleges zo veel mogelijk gewerkt met de socratische methode. Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
kennis van strafrechtelijke ‘traditie’ academische attitude vaardigheid om academische attitude te benutten t.a.v. concrete en actuele strafrechtelijke vraagstukken.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur. Zie reader.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: tijdens de werkgroepen worden door groepjes studenten presentaties gehouden. De inhoud zal nog nader worden uitgewerkt en worden weergegeven op Blackboard.
Andere onderwijsvorm(en) Zelfstudie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen; open vragen/essayvragen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Werkboek:
Vakspecifieke literatuur, te weten: •
Reader Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2010-2011
27
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.21 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard Telefoon: 071 – 527 8928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie, reflectie en het ontwikkelen van het op een academisch verantwoorde wijze kunnen innemen van positie.
28
CAPITA STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Code: 23011312 Docent(en): Prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER)
Beschrijving Materieel en formeel strafrecht bestaan uit diverse complexe onderwerpen. Deze zijn veelal in de bachelorfase aan de orde geweest en worden in de masterfase in beginsel als bekend verondersteld. Grondige kennis van een aantal van deze onderwerpen is echter dermate belangrijk dat zij in de masterfase moeten worden uitgediept. In het vak capita straf- en strafprocesrecht geldt als rode draad een verdieping van het straf- en strafprocesrecht aan de hand van een aantal onderwerpen. De keuze voor die onderwerpen wordt bepaald door de actualiteit en afgestemd op de inhoud van de overige vakken van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder practicum straf- en strafprocesrecht en privatissimum straf- en strafprocesrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: Dit vak beoogt een verdieping te geven van de in de bachelor opgedane kennis van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht en enkele onderdelen van formeel strafrecht. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: •
•
verdieping van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht. De kennis die zij hebben opgedaan in de bestudering van deze leerstukken, biedt handvatten ook de andere leerstukken van materieel strafrecht op vergelijkbare, intensieve, wijze te bestuderen. verdieping van onderdelen van formeel strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölçer Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. 29
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk open boek tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de in de reader opgenomen literatuur en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • •
Reader met artikelen Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. sheets.
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, Kamer C1.21 Bereikbaarheid: tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071-5278928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071-5277518 E-mail:
[email protected] 30
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie en verdieping in leerstukken van formeel en materieel strafrecht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
31
PRACTICUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011304 Docent(en): Mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, Mr. W. Morra ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving In het kader van het practicum straf- en strafprocesrecht maakt de student opdrachten die aansluiten op de realiteit van de strafrechtspleging. Bij de vorm van deze opdrachten ligt het accent op het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, toegespitst op de functie van een dergelijk stuk (zoals een pleidooi van een raadsman, een appelmemorie van de officier van justitie, een conclusie van een AG bij de Hoge Raad, een verzoekschrift aan het EHRM). De inhoud van de opdrachten vergt verdieping van de student in diverse thema’s van het materiële en formele strafrecht, mede bezien vanuit de optiek van een specifieke rol (die door de vorm wordt bepaald).
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is tweeledig. Enerzijds beoogt het vak de student vertrouwd en vaardig te maken met een aantal voor de rechtspraktijk noodzakelijke ambachtelijke vaardigheden, het verwerven van de daarvoor benodigde kennis van het vakgebied en de daarvoor benodigde documentatie, alsmede het strategisch doch juridisch juist gebruiken van de opgedane kennis. Anderzijds beoogt het vak de bij de studenten in de Bachelorfase opgedane kennis van en inzicht in het straf(proces)recht verder te verdiepen door een aantal specifieke strafrechtelijke leerstukken en thema’s aan de orde te stellen aan de hand van een concrete casus. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • •
hij heeft inzicht verkregen in de (procedurele) toepassing van het straf- en strafprocesrecht en is in staat kennis over het positieve recht in de context van de rechtspraktijk te plaatsen; hij is in staat de reeds opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van (keuzes binnen) de rechtspraktijk; hij is in staat om de juiste informatie te zoeken om problematische vraagstukken in behandeling te kunnen nemen; hij heeft onderscheidingsvermogen ontwikkeld ten aanzien van de verschillende rollen binnen het strafproces en ten aanzien van de verschillende soorten opdrachten. De student heeft zich dus het ‘partij-denken’ of het denken vanuit bepaalde belangen eigen gemaakt en kan afwegingen maken vanuit normatieve en ethische perspectieven alsook vanuit doelmatigheidsoverwegingen.
32
Onderwijsvorm Hoorcolleges Voorafgaand aan het vak wordt een instructiecollege verzorgd waarin aard en opzet van het vak worden toegelicht en wordt uitgelegd wat van de studenten wordt verlangd. Gedurende de onderwijsperiode wordt een aantal gastcolleges gegeven door strafrechtjuristen uit de praktijk. Eventueel wordt er een rechtbankbezoek georganiseerd in één van de weken voorafgaand aan het Practicumonderwijs. Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
•
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, mr. W Morra Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen uiterlijk een week voor de werkgroep (op een nader te bepalen tijdstip) een schriftelijke opdracht in hardcopy en digitaal te hebben ingeleverd. Tijdens de werkgroep is actieve participatie van studenten een basisvereiste. De opbouw en inhoud van de werkgroepen is mede afhankelijk van de inhoud en kwaliteit van de schriftelijke opdracht die de studenten inleveren en de richting waarin de studenten in de uitwerking van hun schriftelijke opdracht de oplossing van de voorliggende problematiek hebben gezocht. Mede daarom wordt van studenten verwacht dat zij elke opdracht serieus voorbereiden en een zo goed mogelijke schriftelijke opdracht maken.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Vijf tussentijdse schriftelijke opdrachten die gezamenlijk (en gelijkelijk) het eindcijfer vormen. Inleverprocedures Via e-mail en in hard copy (één exemplaar) die op het secretariaat van de afdeling strafrecht en strafprocesrecht (kamer C1.01) moet worden ingeleverd. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Overige literatuur: de tijdens de onderwijsperiode per onderwijsweek afzonderlijk via Blackboard bekend te maken startliteratuur die als uitgangspunt voor het schrijven van het schriftelijk werk dient; de literatuur en jurisprudentie die door studenten bij het maken van het schriftelijk werk wordt gevonden en verwerkt
33
Werkboek: alle informatie t.b.v. een goed verloop van het vak wordt voorafgaand en tijdens de onderwijsperiode via Blackboard verschaft. Reader: Geen. Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. M.J. Dubelaar Werkadres: Steenschuur 25 Kamer: C112 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 8916 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen •
•
Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen, inclusief het introductiecollege, de eventueel te verzorgen gastcolleges en het eventueel georganiseerde rechtbankbezoek een strikte aanwezigheidsplicht geldt. Het onderwijs van het vak wordt verzorgd in een periode van tien onderwijsweken. Verspreid over deze periode dienen de studenten vijf schriftelijke opdrachten te maken en zullen ook vijf werkgroepen plaatsvinden. Studenten moeten een week voor aanvang van elke werkgroep hun schriftelijke opdracht hebben voltooid en op bovengenoemde wijze hebben ingeleverd. Voorafgaand aan de onderwijsperiode zal een introductiecollege worden verzorgd en eventueel een rechtbankbezoek. In de week waarin studenten hun opdrachten inleveren, wordt eventueel een gastcollege verzorgd.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
34
PENITENTIAIR RECHT Code: 23045214 Docent(en): Prof. dr. mr . L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid of toelating tot master criminologie (zie ook OER).
Beschrijving Het onderwijs in het penitentiair recht biedt studenten kennis van en inzicht in het penitentiair recht, in het perspectief van de achterliggende dogmatiek, ideeën en maatschappelijke ontwikkelingen. Globaal gezegd omvat het penitentiair recht het stelsel van rechtsregels dat aangeeft welke sanctie van overheidswege naar aanleiding van een strafbaar feit mag worden opgelegd, alsmede de wijze van tenuitvoerlegging, waaronder de rechtspositie van geïnstitutionaliseerde mensen mede is begrepen. De straf(recht)theorieën die beogen een antwoord te geven op de vraag naar de rechtvaardiging en het doel van het straffen in het algemeen, zijn kernpunt op elk van deze deelgebieden. In het verlengde hiervan vormt het zoeken naar een evenwicht tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, anders gezegd, tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming, de rode draad bij de studie van de drie deelgebieden. Het antwoord op deze fundamentele vragen wordt beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen en hangt samen met eigen (juridische) normen. Rechtsvergelijking op een enkel onderdeel laat zien dat de ons omringende landen met dezelfde vragen worstelen en demonstreert de relativiteit van de keuzes van de Nederlandse wetgever. Ook door de bespreking van het toezicht van internationale organen op de executie krijgt de internationale dimensie aandacht.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is het bieden van een introductie van het penitentiaire recht. Het penitentiair recht betreft kort gezegd het vormgeven aan en het opleggen en executeren van strafrechtelijke sancties. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
Kennis van en inzicht in het penitentiair recht Reflectie op de (huidige) keuze van systematiek en juridische vormgeving van sancties tegen de (historische) achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen Ervaring met het geven van een presentatie, waarbij ze met betrekking tot concrete vragen van penitentiair recht tot een eigen gemotiveerde kritische waardering en standpuntbepaling komen.
Onderwijsvorm Hoorcolleges
35
• • •
Aantal à 2 uur: 3 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings, mw. mr. drs. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: de in het werkboek opgegeven literatuur.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings (studenten criminologie), mw. mr. dr. P.M. Schuyt (studenten rechtsgeleerdheid) Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende bijeenkomst verplichte literatuur en het voorbereiden van opdrachten die tijdens de werkgroep moeten worden uitgevoerd. Van de studenten wordt een actieve bijdrage aan de werkgroepen verwacht, die kan bestaan uit het houden van een presentatie, individueel of in groepsverband Het voorbereiden van en de aanwezigheid bij elke werkgroep, alsmede de actieve participatie aan de werkgroep zijn voorwaarden om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen.
Andere onderwijsvorm(en) •
• • •
Iedere student is verplicht een excursie naar een penitentiaire inrichting bij te wonen. Het is de ervaring dat het bezoeken van de ruimtes waar gedetineerden verblijven, alsmede de informatie van en discussie met medewerkers van de inrichting en gedetineerden, de interesse, kennis en het inzicht van de studenten vergroten. Het bijwonen van een excursie is een voorwaarde om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen. Namen docenten:Prof.dr. mr. L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: Geen In samenwerking met Delinkwentie en Samenleving wordt een college georganiseerd waarin een of meer ex-gedetineerden voorlichting geven over het leven in een penitentiaire inrichting en het leven na detentie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • • •
C. Kelk, Nederlands detentierecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Evt. nog nader bekend te maken literatuur; Actuele wettenbundel
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; 36
•
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; NB: De stamliteratuur is niet verplicht voor criminologiestudenten
Werkboek: •
Het werkboek, dat verspreid wordt via Blackboard, bevat o.a. een opgave van de verplichte literatuur en een toelichting daarop.
Reader: •
Reader penitentiair recht, bevattende tijdschriftartikelen, (toekomstige) wetgeving, buitenlandse regelingen, rechtspraak e.d.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. dr. P.M. Schuyt Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.09 Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7526 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Dit vak maakt onderdeel uit van de masterspecialisatie Straf(proces)recht (docent: P.M.Schuyt) en de Master Criminologie profiel veiligheidsbeleid en rechtshandhaving (docent: M. Moerings). De aanwezigheid bij alle werkgroepen is verplicht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
37
CRIMINOLOGIE VOOR JURISTEN Code: 23011314 Docent(en): mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving Het vak bestaat uit vijf hoorcolleges, twee werkgroepen en een responsiewerkgroep In de hoorcolleges wordt de verplichte studiestof behandeld, waarbij de volgende velden en onderwerpen aan de orde zullen komen: • • • • • • • •
Strafrechtelijke en criminologische vragen: normatief en empirisch denken Criminologie, politiek en beleid Het domein van de criminologie Aard en omvang van criminaliteit Beeldvorming rond criminaliteit Verklaringen voor criminaliteit Slachtofferproblematiek Reacties op criminaliteit
Tijdens de werkgroepen worden enkele criminologische theorieën toegepast op actuele ontwikkelingen binnen de verschillende facetten en stadia van de strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Hierin wordt de nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden om met behulp van sociaalwetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over (vormen van) strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Tijdens de responsiewerkgroep wordt een oefententamen besproken. In aanvulling op de hoorcolleges en werkgroepen zal, in samenwerking met de studieverenigingen van Criminologie en Strafrecht, een tweetal gastcolleges worden georganiseerd die aansluiten bij de actualiteiten en de verplichte studiestof.
Leerdoelen Doel van het vak: Sinds het einde van de negentiende eeuw is onze kennis van de strafrechtspleging verrijkt door onderzoek dat zich tot doel stelt de oorzaken van criminaliteit en de werking van de strafrechtspleging te onderzoeken. Het doel van deze cursus is om een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema’s waar de Criminologie zich mee bezig houdt en om vervolgens met behulp van deze kennis de student een instrumentarium mee te geven voor een andere dan juridische beschouwing van de criminele politiek en studenten inzicht te geven in de betekenis hiervan voor de bestudering van het strafrecht en de strafrechtspleging. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende kennis van criminologische theorieën om de praktische uitwerking van het strafrecht te kunnen bestuderen.
38
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • • •
Inzicht in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing; Begrip van de meerwaarde van de criminologie voor de (organen van de) strafrechtspleging en de strafrechtspraktijk; Kennis van beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek; Kennis van de belangrijkste begrippen en theorieën uit de criminologie Academische attitude, erin bestaande ook met behulp van andere dan juridische wetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over het strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • • •
Aantal à 2 uur: 5 Een aantal niet verplichte gastcolleges Namen docenten: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude en staf criminologie Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de vooraf opgegeven stof uit de reader en het boek. Zoals weergegeven via Blackboard.
Werkgroepen • •
Aantal à 2 uur: 3 (waarvan 1 responsiewerkgroep) Vereiste voorbereiding door studenten: Voorafgaand aan de werkgroep wordt op de blackboardomgeving van het vak een opdracht geplaatst die door studenten moet worden voorbereid.
In verband met het specifiek sociaal-wetenschappelijke karakter van de literatuur heeft – gegeven de contacturen – de student meer studie-uren beschikbaar voor literatuurstudie en wordt met het oog daarop naast de hoorcolleges en werkgroepen een uitgebreide responsiewerkgroep aangeboden. Andere onderwijsvorm(en) 2 gastcolleges.
Toetsing Toetsvorm(en) •
Schriftelijk tentamen
Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, waaronder de literatuur die via de blackboardomgeving van het vak wordt verspreid, en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en werkgroepen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
39
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; T. Newburn, Criminology, Willan Publishing: Cullompton [etc.] (laatste druk) Diverse aanvullende criminologische teksten die worden aangeboden via Blackboard.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.16 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail en tijdens een nog nader bekend te maken inloopspreekuur Telefoon: 071 – 527 7552 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: strafrecht en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
40
PRIVATISSIMUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011310 Docent(en): mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het Privatissimum straf(proces)recht bevat een verdiepende studie naar een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht o.a. op basis een analyse van de ontwikkelingen in jurisprudentie, wetenschap, wetgeving, politiek etc. Er worden diverse privatissima aangeboden die nauw aansluiten bij het profiel van de afdeling strafrecht in het algemeen en de wetenschappelijke expertise van de docenten in het bijzonder. De onderwerpen worden ieder jaar daarop afgestemd en kunnen per jaar verschillen. Het accent ligt op het aanleren van voor rechtswetenschappelijk onderzoek benodigde onderzoeks- en schrijfvaardigheden en het presenteren van de resultaten van onderzoek.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is de student vertrouwd, kundig en vaardig te maken met het doen van rechtswetenschappelijk onderzoek. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Door het privatissimum is de kennis van en het inzicht in een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht verdiept. Door het verrichten van een verdiepende studie, het maken van de opdrachten en het presenteren van de onderzoeksresultaten zijn in het bijzonder de volgende algemene vaardigheden (verder) ontwikkeld: • • • • • •
Het zelfstandig kunnen verrichten van onderzoek naar en selecteren van bronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak); Het kunnen toepassen van het uit verschillende bronnen gevonden materiaal op fundamentele vraagstukken van een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht; Het kunnen maken van een verslag van het verrichte onderzoek, waarin de resultaten, voorzien van bronvermelding worden gepresenteerd; Het kunnen formuleren en uitspreken van een betoog waarin een zelf geformuleerd standpunt wordt verdedigd ten overstaan van medestudenten; Het kunnen deelnemen aan en leiden van een discussie; Academische attitude.
Onderwijsvorm Hoorcolleges Geen. 41
Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
Aantal à 2 uur: 11 Namen docenten: mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen zich voor elke werkgroep te hebben voorbereid door het bestuderen van de voorgeschreven stof, het zelf opzoeken van relevante (aanvullende) literatuur, jurisprudentie, wetgeving etc. en het maken van de voor die week voorgeschreven opdracht.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Het eindcijfer wordt gevormd op basis van de resultaten van vier schriftelijke opdrachten, het referaat en de mondelinge bijdrage aan de discussies. Inleverprocedures Op papier, via e-mail. Examenstof De voor de opodracht benodigde literatuur, zoals aangewezen in het onderwijsprogramma van het betreffende privatissimum, alsmede de door studenten zelf vergaarde literatuur.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk. Werkboek: De informatievoorziening over de opbouw en de inhoud van de privatissima verloopt via Blackboard en de respectievelijke werkgroepen.
Reader: •
Leidraad Privatissimum straf- en strafprocesrecht
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • •
Vakcoördinator: Mr. G.K. Schoep Werkadres: KOG, kamer C.1.20 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard. 42
• •
Telefoon: 071 – 527 75 25 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen (6 weken lang) een aanwezigheidsplicht geldt.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
43
INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT Code: 23011308 Docent(en): Mr. dr. P.M. Schuyt, dr. C. Stahn e.a. ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het vak omvat de traditionele thema’s van het Internationaal en Europees strafrecht. De nadruk ligt daarbij op díe elementen die een rol spelen in de Nederlandse rechtsorde (de grote en kleine rechtshulp, het thema van de harmonisatie) en het tribunalenrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: De toenemende internationalisering van de – georganiseerde – misdaad, de vervolging en berechting van internationale misdrijven en de bestrijding van het terrorisme nopen de nationale, Europese en internationale wetgevende en uitvoerende autoriteiten meer samen te werken op het gebied van het strafrecht. De laatste jaren zijn verscheidene initiatieven genomen voor verhoogde interstatelijke samenwerking op het gebied van het strafrecht. Nieuwe of vernieuwde akkoorden inzake uitlevering, het Europees aanhoudingsbevel of andere rechtshulpvormen zijn het gevolg van deze vorm van internationalisering van het strafrecht. Het vak ‘Internationaal en Europees strafrecht’ heeft als doel kennis van en inzicht in het internationale en Europese strafrecht bij te brengen, om de student vertrouwd te maken met de zelfstandige vraagstukken van dit rechtsgebied en hem in staat te stellen de internationale en Europese dimensie die in andere vakken uit de opleiding naar voren komt te plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De student: • • • •
heeft inzicht verkregen in de internationale en Europese ontwikkelingen die leiden tot een steeds grotere invloed van het internationale recht en het Europese recht op het nationale strafrecht; heeft inzicht verkregen in de toepassing van het internationale en Europese strafrecht en is in staat kennis over het betreffende rechtsgebied in een realistische context te plaatsen; is in staat de opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van de rechtspraktijk; heeft inzicht verkregen in de implicaties van de invloed van het internationale en Europese recht op het Nederlandse strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges •
Aantal à 2 uur: 10 44
• •
Namen docenten: mr. dr. P.M. Schuyt; dr. C. Stahn e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen is behandeld tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Literatuur: • • •
E. van Sliedregt, J.M. Sjöcrona en A.M.M. Orie (red.), Handboek Internationaal strafrecht. Schets van het Europese en Internationale strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk Gedurende de cursus via Blackboard te verspreiden aanvullende literatuur Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. de sheets.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C.1.14 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
45
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
46
Informatie over docenten • Coördinatoren • Docenten Master Straf(proces)recht
47
48
Coördinatoren Coördinator Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur
Scriptiecoördinator Mw. mr. F.P. Ölcer Kamer: C 1.15 Tel.: 071 527 7520 E-mail:
[email protected] Spreekuur: op afspraak via het secretariaat, dhr. W. Bonis.
Stagecoördinator Mr. G.K. Schoep Kamer: C1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Secretariaat Mr. W. Bonis Kamer C 1.01 Tel.: 071 527 7518 E-mail:
[email protected] Bereikbaar: 09.00 – 17.00 uur, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Bij afwezigheid: mw. R.K.Rustige Kamer C 1.02 Te.: 071 527 7528 E-mail:
[email protected]
Vakcoördinatoren Vakcoördinator Rechtshandhaving - Recht Realiseren Mr.J.H. Crijns Kamer C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 13.00 – 14.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Ideeëngeschiedenis van het strafrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
49
Vakcoördinator Capita Straf- en Strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer: C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Practicum Straf(proces)recht Mw. mr. M.J. Dubelaar Kamer C 1.12 Tel.: 071 527 8916 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke maandag van 15.15 – 16.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Penitentiair Recht Mw. mr. drs. P.M. Schuyt Kamer C 1.09 Tel.: 071 527 7633 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke donderdag van 13.00 – 13.30 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Criminologie voor Juristen Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude Kamer C 1.16 Tel.: 071 527 7552 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Privatissimum Straf(proces)recht Mr. G.K. Schoep Kamer C 1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Internationaal en Europees Strafrecht Mr. J.H. Crijns Kamer: C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
50
Docenten Master Straf(proces)recht Prof. mr. C.P.M. Cleiren (Tineke)
B 1.45, Tel. 071 527 7530 E-mail:
[email protected]
Mr. J.H. Crijns (Jan)
C 1.14, Tel. 071 527 7521 E-mail:
[email protected]
Mw. Mr. M.J. Dubelaar (Marieke)
C 1.12, Tel. 071 527 8916 E-mail:
[email protected]
Mr. W. Geelhoed (Pim)
C 1.21, Tel. 071 527 8828 E-mail:
[email protected]
Prof. dr. L.M. Moerings (Martin)
C 1.05, Tel. 071 527 7633 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. F.P. Ölcer (Pinar)
C 1.15, Tel. 071 527 7520 E-mail:
[email protected]
Mr. G.K. Schoep (Ard)
C 1.20, Tel. 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt (Pauline)
C 1.09, Tel. 071 527 7526 E-mail:
[email protected]
Mr. J.M. ten Voorde (Jeroen)
C 1.21, Tel. 071 527 8928 E-mail:
[email protected]
Mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude (Maartje)
C 1.16, Tel. 071 527 7552 E-mail:
[email protected]
51
Mr. W. Bonis
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7518 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw C101 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
SECRETARIAATSMEDEWERKER STRAFRECHT Wim Bonis heeft Nederlands Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij in 1985 is afgestudeerd. Van 1991 tot 1999 heeft hij gewerkt bij de Bestuursdienst Rotterdam, bij de afdeling Bibliotheek en Documentatie. Hij verzorgt de secretariële ondersteuning van het Master onderwijs en van de Bachelor Keuzevakken (uitgezonderd Forensische psychiatrie). En hij is momenteel ook hoofdredacteur van de website van het Instituut voor Strafrecht & Criminologie.
52
Prof. mr. C.P.M. Cleiren
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7530 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw B145 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
HOOGLERAAR STRAF(PROCES)RECHT Na haar hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam (1991-2000), werd zij Directeur Generaal Wetgeving, Rechtspleging, Rechtshandhaving en Rechtsbijstand aan het Ministerie van Justitie (1997-2000).In 2000 werd zij benoemd tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht te Leiden. Zij is tevens Raadsheer plaatsvervanger aan het Hof Amsterdam. Daarnaast maakt zij deel uit van diverse stuurgroepen en commissies. Onderzoek Ze is samen met prof. dr. Joanne van der Leun programmacoördinator van het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
53
Mr. J.H. Crijns
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7521 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C114 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jan Crijns (1978) studeerde van 1996 tot 2001 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. In augustus 2001 studeerde hij af met als specialisatie straf- en strafprocesrecht. Tijdens zijn studietijd was hij onder meer werkzaam bij het Rotterdamse advocatenkantoor Nolst Trenité (thans Simmons & Simmons) en verbleef hij enkele maanden in New Orleans waar hij stage liep bij het St. Thomas Community Law Center. Sinds september 2001 is Jan Crijns verbonden aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie, eerst als promovendus en sinds april 2010 als universitair docent. Van 2001 tot 2010 verrichtte Jan Crijns promotieonderzoek naar de vraag op welke wijze op wilsovereenstemming gebaseerde instrumenten binnen de strafrechtspleging (transacties, voorwaardelijke sepots, toezeggingen aan getuigen etc.) moeten worden geduid en genormeerd. Gaat het hier om overeenkomsten en, zo ja, wat betekent dit voor de wijze waarop dit type instrumenten dient te worden genormeerd? Dit onderzoek – dat plaatsvond binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity – heeft inmiddels geresulteerd in het recent verschenen proefschrift ‘De strafrechtelijke overeenkomst. De rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht’ dat Jan Crijns op 17 juni 2010 heeft verdedigd (promotores prof. mr. C.P.M. Cleiren en prof. mr. J. Hijma). Jan Crijns is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht en Tekst & Commentaar Strafvordering. Daarnaast is Jan Crijns sinds september 2007 als rechterplaatsvervanger verbonden aan de Rechtbank Haarlem.
54
Mw. mr. M.J. Dubelaar
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 8916
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C112 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/dubelaarmj.jsp
DOCENT STRAF(PROCES)RECHT Marieke Dubelaar (1978) is als docent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Zij verzorgt zowel in de bachelor als in de master onderwijs op het terrein van het straf- en strafprocesrecht. Tevens is zij werkzaam als rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank ’s-Gravenhage. Onderzoek Sinds 2005 werkt Marieke Dubelaar aan een promotieonderzoek naar het gebruik van getuigenverklaringen in het strafproces. De aandacht gaat daarbij in het bijzonder uit naar de schriftelijke verslaglegging en audiovisuele registratie van getuigenverhoren (door de politie en/of de rechter-commissaris) en het gebruik van die registraties voor het bewijs. Met dit onderzoek wordt beoogd een duidelijk beeld te krijgen van de typisch Nederlandse werkwijzen en een basis te bieden voor vernieuwing in het juridisch denken over de rol en waarde van het getuigenbewijs. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
55
Mr. W. Geelhoed
+31 (0)71 527 8828 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C121
PHD FELLOW STRAF(PROCES)RECHT Pim Geelhoed studeerde tot 2006 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde af in de richting strafrecht met een scriptie met als onderwerp ‘Ineffectieve verdediging’. Sinds datzelfde jaar is hij als PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie (vanaf 2009 Het Instituut voor Strafrecht & Criminologie). Onderzoek In zijn promotieonderzoek, getiteld het opportuniteitsbeginsel in een integrerend Europa, staat centraal hoe het opportuniteitsbeginsel, en daarmee het gehele Nederlandse vervolgingsbeleid, onder druk staat als gevolg van steeds verdergaande Europese integratie, en wat de aangewezen reactie is op die toegenomen druk. Hierbij worden de gevolgen voor de verschillende actoren in de strafrechtspleging betrokken en worden tevens constitutionele aspecten van deze ontwikkeling nader beschouwd. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
56
Prof. dr. mr. L.M. Moerings
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7633 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C105 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden 1
HOOGLERAAR PENOLOGIE Martin Moerings is hoogleraar penologie (‘wetenschappelijke bestudering van straffen’) aan de universiteit van Leiden. Hij studeerde sociologie in Tilburg en rechten in Utrecht. In 1977 promoveerde hij op het proefschrift De gevangenis uit, de maatschappij in, een empirische studie naar de sociale gevolgen van de gevangenisstraf voor de gedetineerde en zijn familie. Tot 1 september 2005 was Martin Moerings verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor strafrechtswetenschappen van de universiteit van Utrecht. In 2003 hield hij daar zijn oratie Straffen met het oog op veiligheid, een onderneming vol risico’s. In onderwijs en onderzoek houdt hij zich bezig met het spanningsveld tussen rechtswaarborgen bij de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties enerzijds en de effectiviteit ervan anderzijds. Daarnaast heeft hij de afgelopen jaren onderzoek verricht naar de versterking van de positie van het slachtoffer binnen de strafrechtspleging en de aanscherping van de zedenwetgeving.Binnen het departement strafrecht en criminologie is hij lid van het dagelijks bestuur en heeft hij de dagelijkse leiding van de afdeling criminologie en penologie. Hij is voorzitter van de examencommissies van de opleiding criminologie. Bovendien maakt hij deel uit van het onderwijsbestuur van de faculteit rechten.Moerings is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie (NVK), rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank in Arnhem, lid van de Raad voor Stafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), en lid van de deelredactie Sancties van Delikt en Delinkwent.
57
Mw. mr. F.P. Olcer +31 (0)71 527 7520 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie KOG Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C115
UD STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Pinar Ölcer heeft Nederlands Recht in Leiden gestudeerd. Zij is op 14 februari 2006 gepromoveerd – ook in Leiden – op het onderzoek ‘Eerlijk proces en Bijzondere opsporing’, dat in 2008 is uitgegeven bij Wolf Legal Publishers.
58
Mr. G.K. Schoep
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7525 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C120 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT G.K. (Ard) Schoep (1975) behaalde in 1993 zijn VWO-diploma aan de Christelijke Scholengemeenschap ´Oude Hoven´ te Gorinchem. In 1999 behaalde hij zijn doctoraal Nederlands Recht, afstudeerrichting strafrecht, aan de Universiteit Leiden. In die periode was hij tevens werkzaam bij de Leidse Rechtswinkel en studeerde hij aan de Humboldt Universiteit in Berlijn (D). Van 2000 tot 2008 was hij als AIO, respectievelijk PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Hij gaf en geeft werkgroepen en colleges in diverse strafrechtelijke vakken. Thans is hij coördinator van Bachelor 3 Straf- en strafprocesrecht en van het mastervak Privatissimum Straf(proces)recht. In november 2008 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent straf- en strafprocesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Ard Schoep is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht, Strafvordering en (tot 2008) Internationaal Strafrecht. Tevens is hij sinds september 2007 rechterplaatsvervanger in de rechtbank Haarlem. Onderzoek Ard Schoep promoveerde op 20 oktober 2008 aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Straftoemetingsrecht en strafvorming (Deventer: Kluwer 2008). Hij is fellow binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity en coördinator van het deelprogramma ‘Handhaving, interventies, sancties’. Met prof.mr. C.P.M. Cleiren organiseerde hij in 2001 de conferentie Rechterlijke Samenwerking. Hij redigeerde met prof. mr. C.P.M. Cleiren ook de naar aanleiding van deze conferentie verschenen bundel Rechterlijke Samenwerking (Deventer: Kluwer 2001). Binnen een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, de Universiteit Groningen en de Universiteit Rotterdam redigeerde hij met A.F.M. Brenninkmeijer e.a. de bundel De taakopvatting van de rechter (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003). Samen met Jan Crijns en Patrick van der Meij organiseerde hij het congres De taak van de strafrechtswetenschap georganiseerd. Als uitvloeisel daarvan verscheen de bundel De taak van de strafrechtswetenschap (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005). Met Pauline Schuyt verrichtte hij, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, onderzoek naar Instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting (Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005). Ard Schoep is ook de contactpersoon voor de studievereniging Studiekring over Strafrecht (SOS). 59
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt
[email protected] E-Mail: Telefoon: 071-527 7526 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C109 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT
Pauline Schuyt studeerde Nederlands recht en Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1997 begon ze als junior docent straf(proces)recht aan de Rechtenfaculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Op dit moment werkt ze als universitair hoofddocent straf(proces)recht bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden. Onderzoek Pauline Schuyt is op 7 januari 2010 gepromoveerd op een onderzoek dat is gericht op straftoemeting en strafmotivering, en is getiteld Verantwoorde Straftoemeting. In haar proefschrift beschrijft ze de grote vrijheid van de rechter op het gebied van de straftoemeting en de consequenties die dit heeft voor de strafoplegging. Ze pleit voor een uitgebreidere strafmotivering, ter verantwoording van het gebruik van de grote straftoemetingsvrijheid. In ander onderzoek heeft zij zich bezig gehouden met de volgende onderwerpen: strafoplegging & motivering in de praktijk, met het gebruik van instrumenten ten behoeve van de strafoplegging, en materieel strafrecht: deelneming.
60
Mr. J.M. ten Voorde
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 8928 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C 1.21 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jeroen ten Voorde (1977) is universitair docent straf(proces)recht. Hij studeerde Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen werd hij onderzoeker-in-opleiding bij de sectie rechtsfilosofie van de faculteit rechtsgeleerdheid van voornoemde universiteit. Zijn promotieonderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre in het (materiële) strafrecht ruimte bestaat om rekening te houden met culturele diversiteit. Tussen 2001 en 2005 verzorgde hij ook werkgroeponderwijs rechtsfilosofie en was hij betrokken bij het keuzevak ‘verdieping rechtsfilosofie’. Sinds september 2005 is hij bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden werkzaam. Hij is coördinator van de masterspecialisatie straf(proces)recht. Voorts is hij als rechter-plaatsvervanger verbonden aan de rechtbank Haarlem. Onderzoek Op 28 juni 2007 promoveerde Jeroen ten Voorde op het proefschrift Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgegeven in 2007 bij Wolf Legal Publishers te Nijmegen. Sinds zijn promotie publiceerde hij nog diverse artikelen op het terrein van multiculturaliteit en strafrecht. Recentelijk verscheen in de reeks praktijkcahiers van de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten het boek Culturele verdediging in strafzaken (Sdu uitgevers, 2009). Op het terrein van onderzoek was hij ook betrokken bij de organisatie van de landelijke strafrechtsdag 2006 en lid van de redactie van de bundel Op zoek naar samenhang (Boom Juridische uitgevers, 2006), die naar aanleiding van deze dag verscheen. Met Jan Crijns en Patrick van der Meij vormde Jeroen ten Voorde de redactie van de bundel De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (Boom Juridische uitgevers), die in augustus 2008 is verschenen. Naast zijn onderzoeksbelangstelling voor multiculturaliteit en strafrecht, is zijn onderzoek ook gericht op materieelrechtelijke, strafrechtstheoretische en -filosofische onderwerpen.
61
Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 7552
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C116 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/ woudemahvander.jsp
Algemeen Maartje van der Woude (1980) is PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Ze studeerde van 1998-2002 Nederlands recht, met strafrecht als specialisatie, aan de Universiteit Leiden. Van 2002-2005 heeft Maartje tevens de studie Criminologie, met als master Veiligheidsbeleid en Rechtshandhaving, cum laude afgerond. Na haar afstuderen werd zij PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de faculteit der rechstgeleerdheid van voornoemde universiteit. Tijdens haar studies is ze een aantal jaren actief geweest voor de Kinder- en Jongeren Rechtswinkel Den Haag, heeft ze gewerkt als student-assistent bij de afdeling Criminologie en heeft zij een half jaar gestudeerd aan de University of Texas in Austin, Amerika. In Texas liep zij onder meer stage bij een pro deo advocatenkantoor, waar ze de belangen behartigde van jeugdige verdachten en heeft ze, in het kader van haar masterscriptie onderzoek gedaan naar zogenaamde boot camps voor jeugdige delinquenten. In 2007 organiseerde en coordineerde zij de succesvolle Honours Class ‘Criminal Justice Policies in the Risk Society: the necessity of a multi disciplinary approach’. Maartje maakt deel uit van de redactie van de onderwijsbundel Jurisprudentie Strafrecht Select (SDU uitgevers) en is ze co-hoofdredacteur van Proces: Tijdschrift voor de Strafrechtspleging (Boom Juridische Uitgevers). Onderzoek In het kader van haar promotieonderzoek buigt Maartje zich over de (totstandkoming) van de terrorismewetgeving. In het kader van haar promotieonderzoek heeft Maartje in 2008 gedurende 7 maanden als ‘visiting research scholar’ werkzaam geweest aan het Center for the Study of Law and Society van de University of California te Berkeley. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
62
Overige informatie • Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) • Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven
63
64
Studenten die geïnteresseerd zijn in het strafrecht opgelet! Naast de theorie is strafrecht natuurlijk vooral boeiend in de praktijk, een aspect dat tijdens de studie wat minder centraal staat. Daarom is er de Studiekring Over Strafrecht. Dit dispuut biedt de studenten een hoop extra mogelijkheden om met de praktijk van het strafrecht in aanraking te komen. Zo worden er diverse lezingen gehouden door advocaten, raadsheren en leden van het Openbaar Ministerie. Daarnaast worden er excursies georganiseerd, zoals bijvoorbeeld naar gevangenissen, advocatenkantoren en andere instanties waar de strafrechtjurist een belangrijke rol speelt. Het strafrechtelijk dispuut is op 22 januari 1932 opgericht door Prof. mr J.M. van Bemmelen. Van Bemmelen was van 1931 tot en met 1968 hoogleraar Strafrecht en Strafvordering aan de Rijksuniversiteit te Leiden. De huidige beschermheer is prof. mr. Th.A. De Roos (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Tilburg) en de beschermvrouw is prof. mr. C.P.M. Cleiren (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Leiden). Het lidmaatschap van S.O.S. wordt voor studenten die erover denken om strafrecht als master te kiezen zeer aangeraden, zowel door de docenten als (oud)leden die weten hoe nuttig het lidmaatschap kan zijn. Uiteraard kunnen ook Bachelorstudenten, die het strafrecht interessant vinden, lid worden. Daarnaast is het natuurlijk ook gezellig en biedt het je de ideale mogelijkheid om eens een kijkje in de strafrechtspraktijk te nemen!Voor informatie zijn wij te allen tijde beschikbaar; wij hopen snel iets van je te horen!!
Het S.O.S.-bestuur:
Voorzitter: Secretaris: Acitiviteiten: Penningmeester:
Laurens Nooijen Celesta Bonnet Jessica Koek Rosalinde Brand
E-mail: s o s @ l aw. l ei d en u n i v . n l Website: http://www.sos-leiden.nl/
65
Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven Rechtbank Haarlem Bezoekadres Simon de Vrieshof 1 2019 HA Haarlem Correspondentie-adres Postbus 1621 2003 BR Haarlem Telefoonnummer (023) 512 61 26 Faxnummer (023) 512 63 64 Zittingen Strafzaken: In principe elke werkdag van 09.00-15.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. Het kan zijn dat er op een bepaalde dag geen zitting van de Politierechter is, maar dat is niet van te voren aan te geven, en als deze geen zitting heeft, dan is er zeker een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepsbezoek graag even van te voren melden.
Rechtbank 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ 's-Gravenhage Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH 's-Gravenhage Telefoon (070) 381 31 31 Fax 070 381 1076 (extra judicieel) 070 381 3797 (civiele en strafgriffie) Zittingen Strafzaken: Zowel de Politierechter als de Meervoudige Kamer elke dag behalve vrijdag van 09.3017.00 uur. Groepen groter dan 5 mensen dienen van te voren (telefonisch) te worden aangemeld.
66
Gerechtshof 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ Den Haag Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH Den Haag Telefoonnummer (070) 381 31 31 Zittingen Sector Strafrecht: Gewone strafzaken worden iedere dag behandeld, van 09.30-16.00 uur. Groepsbezoek kan beter van te voren (telefonisch) aangemeld worden. Het Hoger Beroep in de Raadkamer betreft een besloten zitting die alleen op donderdagen plaatsvindt. Op aanvraag kunnen deze wel individueel bijgewoond worden, maar niet door groepen.
Rechtbank Rotterdam Bezoekadres Wilhelminaplein 100 - 125 3072 AK Rotterdam Correspondentie-adres Postbus 50950 3007 BL Rotterdam Telefoonnummer (010) 297 12 34 Zittingen Strafkamer: Zowel politierechter als meervoudige kamer elke dag van 09.00-17.00 uur. Groepsbezoek moet van te voren (telefonisch) even gemeld worden (via algemeen tel nr, doorverbinden naar bureau communicatie)
Rechtbank Amsterdam Bezoekadres Parnassusweg 220 1076 AV Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 84500 1080 BN Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer In principe elke dag van 09.00-17.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. De drukste dagen zijn dinsdag, donderdag en vrijdag. Op maandag en 67
woensdag kan de zitting van kortere duur zijn. Het kan zijn dat niet elke dag de Politierechter zitting heeft, maar dan is er altijd een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepen van meer dan 3 personen graag van te voren even melden: 020-541 5015 (Petra Rodders)
Gerechtshof Amsterdam Bezoekadres Prinsengracht 436 1017 KE Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 1312 1000 BH Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer: Elke dag van 09.30-15.00 uur. Groepen dienen zich van te voren (telefonisch) aan te melden. Individuen moeten zich even ter plekke melden bij de bode.
68
Informatie Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht
Studiejaar 2010-2011
Bijgewerkt tot 26 augustus 2010
1
2
Inhoudsopgave -
Introductie, onderwijsrooster, stage en scriptie Ter inleiding ................................................................................................5 Rooster Masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht 2010/2011...............6 Tweejarige masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht............................8 De arbeidsmarkt ...........................................................................................9 Stages via de Afdeling straf- en strafprocesrecht ......................................10 Het schrijven van een afstudeerscriptie .....................................................12 Het beoordelingschema voor de masterscriptie .........................................19
-
Mastervakken straf(proces)recht Rechtshandhaving – Recht Realiseren.......................................................23 Ideeëngeschiedenis van het strafrecht........................................................26 Capita straf- en strafprocesrecht ................................................................29 Practicum straf(proces)recht ......................................................................32 Penitentiair recht ........................................................................................35 Criminologie voor juristen.........................................................................38 Privatissimum straf(proces)recht ...............................................................41 Internationaal en Europees Strafrecht........................................................44
-
Informatie over docenten Coördinatoren ............................................................................................49 Docenten Master Straf- en strafprocesrecht...............................................51 Individuele medewerkerspagina’s .............................................................52
-
Overige informatie Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) ..........................................................65 Adres- en zittingsinformatie rechtbanken en gerechtshoven .....................66
3
4
Ter inleiding De Leidse master rechtsgeleerdheid bestaat uit een aantal specialisaties. Elke specialisatie kent een vaste kern van vakken en een aantal voor de betreffende specialisatie bijzondere vakken. De vaste kern van vakken maakt duidelijk dat elke masterspecialisatie onderdeel is van de master rechtsgeleerdheid en studenten die in Leiden hun master rechtsgeleerdheid doen bovenal als jurist worden opgeleid. Zij bestaat uit de vakken practicum en privatissimum en twee vakken waaraan studenten van verschillende masterspecialisaties deelnemen. De format van practicum en privatissimum is bij elke specialisatie dezelfde, maar wordt uiteraard per specialisatie apart ingevuld. Hiermee wordt enerzijds een zekere gelijkheid in zwaarte tussen de verschillende specialisaties beoogd, maar anderzijds de eigenheid van elke specialisatie benadrukt. De masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht is uiteraard gericht op verdieping van in de in de bachelor opgedane kennis van het straf- en strafprocesrecht maar geeft daarnaast ook inzicht in nog niet behandelde gebieden van het straf- en strafprocesrecht, namelijk het internationale en Europese strafrecht en het penitentiaire recht. Tevens, en daarmee is de specialisatie anders dan de andere masterspecialisaties, wordt kennisgemaakt met een aan het strafrecht gelieerd wetenschapsgebied, namelijk de criminologie. Zonder kennis van de criminologie is bestudering van het straf- en strafprocesrecht namelijk onvolledig. In dit boekje wordt in de eerste plaats een overzicht gegeven van de vakken die in de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht worden aangeboden. Voltijdstudenten volgen in principe een vast en door studenten als intensief maar ook zeer leerzaam ervaren programma. Hierdoor worden zij geacht in staat te zijn om hun master in één jaar te halen. Hoewel het curriculum vast staat, bestaat er niettemin de mogelijkheid om door het Instituut voor Strafrecht en Criminologie gefaciliteerde stages bij het arrondissements- en ressortsparket van Haarlem en Den Haag en de rechtbank Haarlem en Den Haag te volgen. Informatie hierover is ook in dit boekje te vinden. In de tweede plaats worden ook de docenten die in de master vakken verzorgen of daarin betrokken zijn, voorgesteld. In de derde plaats vindt u informatie over de strafrechtelijke studievereniging Studiekring Over Strafrecht (S.O.S.), waarvan wordt verwacht dat iedere masterstudent lid is, het arbeidsmarktperspectief en adressen van rechtbanken en gerechtshoven voor het bijwonen van zittingen. Ook voor deeltijdstudenten is informatie opgenomen over het volgen van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht. .
5
Rooster Masterspecialisatie Straf- en Strafprocesrecht 2010-2011 1e semester: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen, in de periode 07-09-2010 t/m 05-10-2010, van 15.00 – 17.00 uur, in A 144; en op woensdagen, in de periode 08-09-2010 t/m 06-10-2010, van 19.00 – 21.00 uur, in de Campus Den Haag,, DH1/HV2.
Docenten: Coördinator: Tentamen:
Mr. J.H. Crijns, mr. P.C. Adriaanse, mr. A. Cuyvers Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 14-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 13-01-2011
• Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op donderdagen: op 09-09-2010 en 16-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144; op 23-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in C 131; op 30-092010 en 07-10-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144.
Docent: Tentamen:
Mr. J.M. ten Voorde (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 10-01-2011
• Capita Straf- en Strafprocesrecht Onderwijs:
: Docenten: Coördinator: Tentamen:
Werkcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 23-11-2010, van 17.00 – 19.00 uur, in B 041.
Prof.mr. C.P.M. Cleiren, Mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer Mr. J.M. ten Voorde Schriftelijk tentamen op 22-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 24-01-2011
• Practicum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiecollege op 06-09-2010 van 17.00 – 19.00 uur, in B 031. Werkgroepen op de volgende maandagen: 27-09-2010, 18-10-2010, 01-11-2010, 15-11-2010, 29-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur, van 13.00 – 15.00 uur en van 17.00 – 19.00 uur. Al deze werkgroepen vinden plaats in A 014.
Docenten: Tentamen:
Mw mr. M.J. Dubelaar (tevens coördinator), mr. R. Malewicz en mr. W. Morra Som van het cijfer van vijf schriftelijke opdrachten
• Penitentiair Recht Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 2311-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in A 144. Werkgroepen op donderdagen in de periode 11-11-2010 t/m 16-12-2010, m.u.v. 25-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur en van 11.00 – 13.00 uur, in C 004. (Voor criminologie studenten vinden er werkgroepen plaats op woensdagen in de periode 10-11-2010 t/m 15-12-2010, m.u.v. 24-11-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in C 004.) Dus hou er rekening mee bij de inschrijving via uSis, dat de woensdagwerkgroepen alleen voor criminologiestudenten zijn bestemd en de donderdagwerkgroepen alleen voor strafrechtstudenten!
Docenten: Tentamen:
Prof. dr. L.M. Moerings, mw. mr.dr. P.M. Schuyt (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 20-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 26-01-2011 6
2e semester: Ten tijde van het drukken van dit boekje waren de roosters van het 2e semester nog niet vastgesteld.
• Criminologie voor juristen Onderwijs: Docenten: Tentamen:
Werkcolleges op…. Responsiecollege op …. Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-03-2011 en schriftelijk hertentamen op 18-04-2011
• Privatissimum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiewerkgroep op…. Werkgroepen op ….
Docenten:
Mr. G.K. Schoep (tevens coördinator), mr. J.M. ten Voorde, gastdocent
Tentamen:
De som van vier schriftelijke opdrachten, een referaat en de deelname aan discussies tijdens de werkgroep
• Internationaal en Europees Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op …..
Docenten: Coördinator Tentamen:
Mw. mr.dr. P.M. Schuyt, mr. C. Stahn, e.a. Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 06-06-2011 en schriftelijk hertentamen op 04-07-2011
• Scriptie Coördinator:
Mw. mr. F.P. Ölcer
N.B: In het bovenstaande onderzicht zijn niet de eventuele wijzigingen opgenomen, die tijdens het studiejaar zijn doorgevoerd. Controleer daarom altijd de college- en werkgroeproosters en de tentamenkalender op de website: http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/sg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/wg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/tntkal/
7
Tweejarige Master Straf- en Strafprocesrecht voor deeltijdstudenten Studenten die in september instromen, wordt aanbevolen om de volgende volgorde te hanteren: 1e jaar: 1e semester: - Practicum Straf(proces)recht - Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht of Penitentiair Recht 2e semester: - Criminologie voor Juristen - Internationaal en Europees Strafrecht
2e jaar: 1e semester: - Rechtshandhaving – Recht realiseren - Capita Straf(proces)recht - Penitentiar Recht of Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2e semester: - Privatissimum Straf(proces)recht - Scriptie Bij instroom in januari dient de volgorde van de vakken overlegd te worden met de coördinator van de masterpecialisatie straf- en strafprocesrecht, mr. J.M. ten Voorde. Daartoe kan een afspraak gemaakt worden via het Secretariaat Strafrecht (tel: 071 527 7518 of e-mail:
[email protected]).
8
De arbeidsmarkt Strafrechtjuristen blijven in een samenleving waarin criminaliteit nooit afwezig zal zijn, altijd nodig. Hoewel ook de arbeidsmarkt voor juristen de laatste jaren onder de economische crisis heeft geleden, zijn er ook tekenen dat, met het aantrekken van de economie, ook voor juristen de arbeidsmarkt verbetert. De rechterlijke macht Met name in de rechtspleging bestaat een constante behoefte aan strafrechters, officieren van justitie en strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten. De rechterlijke macht neemt zowel voor de raio-opleiding als voor de griffies en parket-secretariaten strafrechtelijk afgestudeerde juristen aan. Het enkel volgen van een strafrechtelijke master is geen selectiecriterium voor de raio. Op de griffies van de gerechten is geregeld vraag naar gerechtssecretarissen met een strafrechtelijke achtergrond. Voor de parketten van het Openbaar Ministerie bestaat met enige regelmaat vraag naar parketsecretarissen. De advocatuur Strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten werken op grote of kleine kantoren in de algemene praktijk of op (enkele) grote kantoren in een strafrechtssectie. Het aantal op strafrecht georiënteerde kantoren is de laatste jaren sterk gegroeid. Hun specialisme wordt alom erkend. Behandeling van zaken voor de Hoge Raad of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt bij deze gespecialiseerde kantoren regelmatig voor. Binnen de politie is een ontwikkeling gaande tot verdere professionalisering waardoor voor academisch geschoolde strafrechtspecialisten meer plaats is. Andere mogelijke werkterreinen De reclassering en de kinderbescherming behoren vanouds tot de werkterreinen voor strafrechtjuristen en ook bij het bureau van de Nationale Ombudsman, de bureaus van sociale raadslieden en verzekeringsmaatschappijen en in andere functies op het terrein van de rechtshandhaving komen strafrechtelijk afgestudeerden terecht. Vanwege de strafrechtelijke aanpak van economische criminaliteit (fraude, witwassen van geld, fraude met EG-subsidies etc.) en milieucriminaliteit (door en in bedrijven, overheden etc.) heeft ook het bedrijfsleven - in toenemende mate - belangstelling voor strafrechtelijk geschoolde juristen. Naast de genoemde mogelijkheden kunnen strafrechtelijk gespecialiseerde juristen terecht in vele functies waarin algemeen opgeleide juristen worden gevraagd, zoals wetgevingsjuristen, de wetgevingsacademie, diverse beleids- en adviesfuncties binnen de onderscheiden ministeries en functies binnen gemeenten. Tot slot kan men nog denken aan functies als: wetenschappelijk onderzoeker in strafrecht/criminologie aan een universiteit, het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie) en het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving).
9
Stages via de Afdeling Straf- en strafprocesrecht Als student van de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht kun je onder andere stage lopen bij een rechtbank, een gerechtshof of het Openbaar Ministerie. Stagelopen is geen verplicht onderdeel van deze master en je kunt er geen studiepunten mee verdienen, maar het is wél een zeer waardevolle aanvulling. Je krijgt de kans de strafrechtspraktijk van heel dichtbij en zeer intensief te leren kennen. Studenten die de stage al hebben gedaan, zijn zonder uitzondering enthousiast over de inhoud van de werkzaamheden en de aard en omvang van begeleiding. Afspraken over stages De Afdeling Straf- en strafprocesrecht heeft met verschillende instanties afspraken gemaakt over onder meer de inhoud en de duur van de stage. De studenten die graag stage willen lopen bij één van de stage-instanties kunnen contact opnemen met de stagecoördinator van de afdeling. Deze zorgt in overleg met de instanties voor de plaatsing van studenten. De stage-instanties zijn: • • •
De rechtbanken in Den Haag en Haarlem Het Openbaar Ministerie in Den Haag (arrondissements- en ressortsparket) De gerechtshoven in Den Haag en Amsterdam
Inhoud In de eerste weken van je stage krijg je uitgebreid de gelegenheid om verschillende soorten strafzaken bij te wonen en mee te kijken over de schouder van een medewerker (griffier of secretaris). Vervolgens leer je hoe je een strafzaak voor de terechtzitting voorbereidt en achteraf weer afrondt (met de nodige begeleiding). Tijdens de stage bij één van de gerechten zal je na enige tijd zelfstandig als griffier optreden en meerdere zaken afhandelen. Tijdens de stage bij de parketten draag je na enige tijd de verantwoordelijkheid voor de behandeling van verschillende dossiers. De gerechten en parketten zorgen zelf voor variëteit in de strafzaken en werkzaamheden waarbij je wordt betrokken. Enkele voorbeelden: • • • • •
meedraaien in het kabinet van de rechter-commissaris werk voorbereiden voor politierechterzittingen griffierwerkzaamheden bij de meervoudige kamer bijwonen raadkamerzittingen overzichtelijk samenvatten van zeer omvangrijke dossiers
De gerechten en parketten zorgen voor een goede begeleiding van de studentstagiair en geven deze ook een officiële eindbeoordeling. Duur De stages zijn full time (vijf of vier dagen in de week). Er wordt natuurlijk altijd rekening gehouden met tentamens, een laatste vak dat je moet volgen of gemaakte afspraken met je scriptiebegeleider. 10
Vergoeding Alle stage-instanties kennen een vergoeding. De hoogte verschilt per instantie. (Let wel: de vergoeding is niet te vergelijken met die van een bijbaantje). Strafrechtelijk dispuut S.O.S. Je kunt natuurlijk ook zelf een stageplaats zoeken, bijvoorbeeld bij een advocatenkantoor. Geregeld worden op de site van het strafrechtelijk dispuut S.O.S. advertenties geplaatst voor incidentele stagemogelijkheden of bijbaantjes. Interesse of meer informatie? Drie keer per jaar houdt de afdeling kennismakingsgesprekken met geïnteresseerde studenten. Na dit gesprek brengen wij de studenten die daar gezien de vordering in hun studie aan toe zijn, in contact met de stage-instantie. De gesprekken vinden plaats in: • • •
juni voor de stageperiode vanaf 1 september november voor de stageperiode vanaf 1 januari maart voor de stageperiode vanaf 1 mei.
Wil je in aanmerking komen voor een stageplaats bij de gerechten of de parketten, of wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar Ard Schoep:
[email protected], stagecoördinator voor de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht.
11
Over het schrijven van een afstudeerscriptie Het is goed om je zo vroeg mogelijk in de masterfase te gaan bezighouden met datgene waar het toch op uitdraait: het schrijven van een afstudeerscriptie. Het is erg nuttig om bij de vakken die je volgt te ontdekken welke onderzoeksgebieden je goed liggen en je interesseren, en ook om de schriftelijke vaardigheden die je opdoet bij vakken als Practicum en Privatissimum te kunnen aanwenden voor het schrijven van je afstudeerscriptie. Hier volgt de informatie die voor elke student die strafrechtelijk wil afstuderen, van belang kan zijn.
Het kiezen van een onderwerp Het begin Voor het schrijven van een afstudeerscriptie is het goed om al in een vroeg stadium één of meerdere onderwerpen te vinden waar je over zou willen schrijven. Als eerste voorwaarde geldt dat voor een strafrechtelijke scriptie het onderwerp ‘voldoende juridisch’ én ‘voldoende strafrechtelijk’ is, dat wil zeggen dat er een strafrechtelijke benadering van het onderwerp mogelijk is. Het is vaak zo dat scriptieonderwerpen worden ingegeven door onze Mastervakken als Ideeëngeschiedenis, Penitentiair recht, Recht Realiseren (Rechtshandhaving), Criminaliteit & Sanctionering en Internationaal & Europees recht. Ook de onderwerpen die aan de kaak worden gesteld in het Practicum of het Privatissimum kunnen leiden tot ideeën voor een onderwerp. Probeer in je onderwerpkeuze wel los te komen van de onderwerpen die je al heel concreet bij de Mastervakken hebt behandeld. Vrije keuze De keuze van een geschikt onderwerp is vooral een kwestie van je eigen interesse en gericht zoeken. Interesse is belangrijk, want een scriptie schrijven is voor de meeste studenten toch een hele klus. Een onderwerp dat je zelf boeiend vindt, verlicht de last. Laat je niet van de wijs brengen door medestudenten die zeggen dat er onderwerpen zijn waarover je niet zou mogen schrijven, bijvoorbeeld omdat een andere student daar al over heeft geschreven. Geen enkel onderwerp geniet een beschermde status en er is ook geen onderwerp dat is verboden. Natuurlijk is het wel leuk als je een origineel thema weet aan te snijden. Een gesprekje met de scriptiecoördinator kan je daar ongetwijfeld bij helpen. Als je eenmaal een onderwerp hebt bedacht, vraag dan voor de zekerheid na of je met dat onderwerp aan de slag kunt gaan. Los van de vrijheid die je hebt in je onderwerpkeuze, kan het namelijk zo zijn dat een bepaald onderwerp al zo vaak is beschreven (in scripties of in het algemeen) dat het erg moeilijk wordt een scriptiebegeleider te vinden. Voorbeelden Er zijn studenten die van begin af aan weten wat hen interesseert. De ene student heeft als hobby het werken met computers en het bouwen van de meest complexe netwerken; wellicht dat hij of zij zich wil verdiepen in de opsporing van strafbare feiten door middel van ICT-toepassingen of in computercriminaliteit. Een andere student heeft weer veel affiniteit met voetbal en zal zich willen verdiepen in de aanpak van voetbalgerelateerd geweld of het strafrecht als ultimum remedium bij ernstige overtredingen op het voetbalveld. Weer een andere student heeft in de Bachelorfase van de studie een keuzevak gevolgd, bijvoorbeeld op het gebied van het jeugdrecht, de forensische psychiatrie of de criminalistiek, dat hij of zij voor zijn scriptieonderzoek dat terrein nader wil verkennen, bijvoorbeeld met de vraag onder welke voorwaarden op jeugdigen het volwassenenstrafrecht mag worden toegepast en wat daarvan is te verwachten. 12
Zoeken naar een onderwerp Meestal is het echter zo, dat een student nog niet zo goed weet welk onderwerp hij of zij zal kiezen. In dat geval adviseren wij studenten zich op het internet en in de bibliotheek van de Faculteit te verdiepen in bijvoorbeeld recente wetsvoorstellen en wetswijzigingen (www.rechtsorde.nl, www.rijksoverheid.nl/justitie), in kamervragen die aan de minister van Justitie worden gesteld, in onderwerpen die worden besproken in vakbladen (denk aan Ars Aequi, Delikt & Delinkwent, het Nederlands Juristenblad, Strafblad, Nieuwsbrief Strafrecht, Proces), in krantenartikelen en journaals op televisie om ideeën op te doen. Je moet even zoeken, maar dan heb je wel een reeks van mogelijke onderwerpen. Even doorzoeken Kijk vooral verder dan je neus lang is: in het Nederlands Juristenblad wordt bijvoorbeeld tweejaarlijks een Kroniek van het straf(proces)recht afgedrukt, met daarin tal van actuele, maar misschien voor studenten minder voor de hand liggende ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Op de websites van het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie worden vaak interessante beleidsplannen gepresenteerd die de nodige consequenties hebben voor de strafrechtspraktijk en ingrijpende voorstellen die de beginselen van ons strafproces of de materieelrechtelijke leerstukken onder druk zetten. Ook worden op de websites van het Openbaar Ministerie en de rechtspraak (www.rechtspraak.nl) hele dossiers bijgehouden over spraakmakende onderwerpen. De meeste tijdschriften geven maandelijks een mooi overzicht van recente strafrechtelijke jurisprudentie; Delikt & Delinkwent bespreekt bijvoorbeeld met regelmaat ontwikkelingen in de rechtspraak per thema. Het Strafblad werkt elke twee maanden met een themanummer rondom een actueel onderwerp. Vergeet ook niet jezelf te abonneren op allerlei gratis nieuwsbrieven en rss-feeds van de genoemde websites en bekende juridische uitgevers zoals Kluwer en Sdu (beperk je wel tot het thema straf(proces)recht). Geen lijsten met scriptieonderwerpen Het is de bedoeling dat je zelf een onderwerp bedenkt en op papier zet, al dan niet met de hulp van de scriptiecoördinator. Op onze afdeling hebben we helaas geen lijst van onderwerpen waaruit de student een scriptieonderwerp kan kiezen. Gezien het aantal instromers per collegejaar is het niet te doen voor alle studenten geschikt scriptieonderwerpen te bedenken. Het is bovendien toch vaak zo dat een student met een zelfbedacht onderzoek langer gemotiveerd blijft om het onderzoek af te ronden. Soms geeft een docent aan de scriptiecoördinator een thema door waarop hij of zij graag nader onderzoek zou willen doen en waarbij de scriptiebegeleiding van een student hem of haar kan helpen. Ook dan loont het de moeite even langs te gaan bij de scriptiecoördinator.
Een eerste opzet van je scriptie Een opzet is nodig om een begeleider te krijgen Heb je eenmaal een onderwerp gekozen, dan is het de bedoeling dat je een eerste opzet van je scriptie samenstelt. Met deze eerste opzet wordt het voor de scriptiecoördinator mogelijk om een geschikte begeleider voor je te zoeken die minstens net zoveel interesse heeft in het onderwerp als jijzelf. Mocht je nog niet eerder contact hebben gezocht met de scriptiecoördinator (je zou al een afspraak kunnen hebben gehad omdat je het erg lastig vond een geschikt onderwerp uit te denken), dan is dit het aangewezen moment. Een eerste opzet bestaat altijd uit een vijftal onderdelen, namelijk een beknopte inleiding, een probleemstelling, een uitgewerkte vraagstelling, een korte inhoudsopgave en een eerste versie van de literatuurlijst. De opzet maakt zo onder meer duidelijk hoe je tegen het 13
onderwerp aankijkt, hoezeer je je al in de materie hebt verdiept en in welke richting je afstudeerscriptie zich in eerste instantie zal begeven. Een beknopte inleiding Het eerste hoofdstuk van je scriptie is de inleiding, met daarin vier van de vijf genoemde onderdelen van je scriptieopzet (de literatuurlijst staat daar natuurlijk niet in). Die inleiding kan je vaak pas achteraf helemaal goed uitschrijven, maar voor je scriptieopzet is het wel belangrijk dat je in ongeveer anderhalve pagina aangeeft hoe je tot het onderwerp bent gekomen: de aanleiding. Het is natuurlijk de bedoeling dat je dat al direct juridisch inhoudelijk aanpakt! Begin niet te persoonlijk en te oppervlakkig in de trant van ‘ik vind dat er te licht wordt gestraft in Nederland en daarom moeten de maximumstraffen veel hoger worden, nu krijgen criminelen vaak alleen maar een taakstraf’. Het is beter algemeen in te steken (‘De rechter heeft in Nederland van oudsher veel vrijheid in concrete strafzaken de hoogte van de straf te bepalen’) en te proberen in je aanleiding het onderwerp te introduceren (‘Enkele recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf van twintig naar dertig jaar hebben die vrijheid vergroot’), de lijn van de scriptie aan te geven (‘Dit heeft er echter niet toe geleid dat de rechter significant zwaarder is gaan straffen’), enkele beperkingen in je onderzoek aan te geven (‘De rechter is zelfs tot op heden vrij voor alle delicten die zijn bedreigd met een gevangenisstraf of een geldboete een taakstraf op te leggen’) en de lezer naar je probleemstelling te leiden (‘Is de taakstraf wel geschikt als sanctie bij ernstige delicten zoals moord en doodslag’). Let wel: de aanleiding zoals die hierboven met enkele zinnen is uitgewerkt, is natuurlijk veel te beknopt en te weinig onderbouwd. De probleemstelling Van de opzet is het schrijven van een goede probleemstelling verreweg het moeilijkste onderdeel. Je zal bijvoorbeeld in de loop van je scriptieonderzoek wel bemerken dat er de nodige haken en ogen zitten aan dit beginpunt van je scriptie, ondanks het feit dat je zoveel aandacht hebt besteed aan een goede probleemstelling. Waar het op neer komt is dat je bij aanvang van je scriptieonderzoek jezelf een probleem stelt, het probleem kort beschrijft en probeert aan te geven hoe je het probleem (en mogelijk de oplossing) gaat onderzoeken. Probeer maar eens in een alinea (zo’n tien à vijftien regels) heel scherp te formuleren waarom je het onderwerp dat je hebt gekozen problematisch vindt, waarom het probleem dient te worden opgelost en hoe jij denkt dat te gaan doen. Iets anders geformuleerd: je moet oog hebben voor de beschrijvende kant van je probleemstelling (Hoe ziet het probleem er feitelijk uit), en voor de normatieve kant ? Is dit een goede of slechte zaak? Waar zie ik mogelijke oplossingen?). Beide aspecten zijn bij je aanvankelijke probleemstelling alleen aangestipt, je gaat immers zoeken naar mogelijke oplossingen en je zal gedurende het schrijven van je scriptie onvermijdelijk je probleemstelling aanpassen. De vraagstelling en de inhoudsopgave Je probleemstelling leidt uiteindelijk tot één allerbelangrijkste onderzoeksvraag, de hoofdvraag, de vraag die je in je scriptieonderzoek gaat beantwoorden ten einde het door jou geconstateerde probleem op te lossen. Voor alle duidelijkheid: een probleemstelling is dan ook iets anders dan een vraagstelling. Voor het beantwoorden van die hoofdvraag heb je weer allerlei deelvragen nodig, die je logischerwijs in een bepaalde volgorde zal stellen. Het bijzondere aan deze deelvragen is dat zij in belangrijke mate de volgorde van je inhoudsopgave bepalen. Schrijf na je probleemstelling ook je vraagstelling uit door aan te geven wat je per hoofdstuk ongeveer wilt gaan onderzoeken. Je kunt proberen te vermijden een opsomming van vragen te geven (‘In hoofdstuk zal worden onderzocht…’; De aandacht gaat daarbij uit naar…’; ‘In navolging van deze paragraaf zal … verder 14
worden behandeld’). De opsomming van vragen komt wel weer in je inhoudsopgave, vaak geven de genummerde hoofdstukken en de paragrafen namelijk je onderzoeksvragen in de juiste volgorde weer. Vaak passen de uitgewerkte vraagstelling en de inhoudsopgave precies op elkaar. De voorlopige literatuurlijst De voorlopige literatuurlijst die je tezamen met de scriptieopzet aanlevert bij de scriptiecoördinator zal minimaal zo’n twintig verschillende bronnen (artikelen, boeken, handboeken, jurisprudentie, internetbronnen, etc.) beslaan. Dit geeft weer hoeveel je al van het onderwerp hebt gelezen en wat het instapniveau van het onderzoek is. De beknopte inleiding tenslotte maakt duidelijk welke juridische, rechtspolitieke, maatschappelijke ontwikkelingen, of welk arrest, of welke strafrechtelijke relevante gebeurtenis voor jou de aanleiding hebben gevormd om het gekozen onderwerp te problematiseren en te onderzoeken.
De scriptiecoördinator Afspraak met de scriptiecoördinator Nadat je een onderwerp hebt gekozen en je een eerste opzet van je scriptie hebt samengesteld, is het tijd om je tot de scriptiecoördinator Pınar Ölçer te wenden. Het is het makkelijkst als je haar een e-mail (
[email protected]) stuurt met daarin een korte introductie van jezelf en je eerste scriptieopzet in een los document als bijlage. De taak van de scriptiecoördinator is om de scriptieopzet marginaal te toetsen. Het onderwerp moet niet te ruim zijn en er moet iets blijken van het toetsend kader en zo zijn er nog veel meer problemen die al in een beginstadium de kop op kunnen steken. Bij goedkeuring van de scriptieopzet stelt de scriptiecoördinator vast wie de scriptie zal begeleiden. Daarna worden afspraken over het inleveren van stukken e.d. met de scriptiebegeleider gemaakt. Op de BB-omgeving voor master scripties strafrecht staat veel nadere informatie. Het komt vaak voor dat een student zijn of haar scriptieopzet eerst nog wil bespreken voordat hij of zij een begeleider krijgt toegewezen, of dat de coördinator het nodig vind dat die eerste opzet wordt besproken en wordt aangepast. In dat geval wordt een afspraak gemaakt. Elke maand worden er afspraken gemaakt op specifieke dagen. Op de BBomgeving voor de master scripties strafrecht, worden deze dagen vermeld. Als je een afspraak wil maken, moet je een mail te sturen naar dhr. W. Bonis (
[email protected]). Zoeken naar een begeleider Indien de scriptieopzet is goedgekeurd, zal de coördinator op zoek gaan naar een begeleider, waarbij het altijd mogelijk is dat de student zijn of haar voorkeur voor een bepaalde docent aangeeft. Nadat een docent heeft aangeven bereid te zijn een student te begeleiden, zal de scriptiecoördinator de student berichten dat hij of zij contact kan opnemen met de hem toegewezen scriptiebegeleider. En dat is dan het echte begin van een mooi scriptieonderzoek!
Scriptieplanning Wanneer schrijven aan de scriptieopzet? Het schrijven van een afstudeerscriptie levert een student de laatste 10 ECTS op. Voor 15
het schrijven van de afstudeerscriptie is een periode van 280 uur in de Master gereserveerd in het tweede deel van het tweede semester (maart tot en met juni). Het is de bedoeling dat de studenten die instromen in september – het eerste semester van de master – ook daadwerkelijk in april beginnen te schrijven aan hun afstudeerscriptie. Dit betekent dat je de relatief rustige onderwijsperiode in januari aangrijpt om je te verdiepen in een onderwerp en je scriptieopzet samen te stellen. Wanneer de scriptieopzet aanleveren? Voor het collegejaar 2010/2011 wordt elke masterstudent aangeraden zich vóór maandag 31 januari 2011 te melden bij de scriptiecoördinator met een scriptieopzet. In de periode tot aan maart 2011 kan de scriptiecoördinator dan aan de slag om een scriptiebegeleider te zoeken. Planning van de begeleiding Het is belangrijk om te weten dat in de periode van juli en augustus geen scriptiebegeleiding kan worden gegeven, aangezien dat de periode is waarin veel docenten op vakantie gaan en waarin zij hun eigen onderzoek hebben te doen. Wil je derhalve in augustus afstuderen, zoals dat de bedoeling is volgens het masterrooster, dan kan het niet anders dan dat je begint met het schrijven van je afstudeerscriptie in april, direct na het vak Privatissimum. Zo heb je vier maanden de tijd om intensief te schrijven, en kan je de maanden juli en (de eerste twee weken van) augustus gebruiken voor de laatste aanpassingen en het verkrijgen van goedkeuring door je scriptiebegeleider en de tweede lezer. Het beoordelen van de laatste versie van je scriptie eind juli of begin augustus is alleen aan de orde als je begeleider je eind juni heeft gezegd dat die afronding ook haalbaar is. Door het grote aantal Master-studenten en de relatief kleine onderwijsstaf kan de duur van de scriptiebegeleiding niet langer dan vier maanden zijn. Houdt ook daar rekening mee met in de planning van het schrijven aan de scriptie. Scriptieplanning voor de februari-instromers Voor studenten die in het tweede semester van het collegejaar 2010/2011 instromen in de Master, is het de bedoeling dat zij in de periode die staat gereserveerd voor het daadwerkelijke schrijven aan de afstudeerscriptie (maart tot en met juni) zich gaan verdiepen in een onderwerp en de scriptieopzet samenstellen. Ondanks het drukke eerste semester van het collegejaar 2011/2012 dat zich dan nog aandient, kunnen zij in de tweede helft van dat semester toch voortvarend aan de slag met de afstudeerscriptie. Het is in elk geval de bedoeling dat deze studenten zich vóór 1 oktober 2011 melden bij de scriptiecoördinator met hun scriptieopzet.
Het begeleidingstraject Het begin van de begeleiding Nadat je door de scriptiecoördinator een begeleider hebt toebedeeld gekregen, kun je je eerste afspraak met je begeleider maken. Probeer dit zo snel mogelijk te regelen, de begeleidingstermijn begint namelijk te lopen op het moment dat je hebt gehoord wie je begeleider is. In een eerste begeleidingsgesprek is het goed te bespreken waar je met je onderzoek naar toe wilt, wat je wilt bereiken. Een gedegen scriptieopzet is een heel goed richtsnoer. De begeleider heeft zelf vast ook veel ideeën over het onderzoek en samen kunnen jullie een plan de campagne maken. De begeleider zal met een ander oog naar je scriptieopzet kijken dan de coördinator, veel meer inhoudelijk (de coördinator toetst de opzet marginaler). Het kan zijn dat je je opzet (opnieuw) moet aanpassen. Dat is soms 16
lastig, maar het hoort wel bij het doen van onderzoek. In het eerste gesprek kan je alvast afspraken met elkaar plannen, deadlines voor het inleveren van hoofdstukken vaststellen, aangeven wanneer je wilt afstuderen en andere verwachtingen omtrent je scriptieonderzoek uiten. Het maken van afspraken Het scriptietraject veronderstelt dat je goed contact blijft houden met je begeleider. Het komt nog wel eens voor dat studenten vast komen te zitten en zich lange tijd niet meer (durven te) melden bij hun begeleider. Dat is gek, want je begeleider is er juist om je verder op weg te helpen. Zorg ervoor dat je consequent reageert op e-mails en dat je je afspraken nakomt, of dat je het op zijn minst gewoon eerlijk zegt als je het niet redt een bepaald hoofdstuk op tijd in te leveren. Mede vanwege het feit dat je 'groeit' in je onderwerp en er zoiets bestaat als een voortschrijdend inzicht dat je gedurende het schrijven van je scriptie ontwikkelt, is het goed om steeds een los hoofdstuk in te leveren, in plaats van in één keer de gehele scriptie. Dat laatste is ook niet toegestaan: het betekent voor je begeleider veel nakijkwerk in één keer, met voor jou het risico dat het helemaal over moet, en de scriptie is bijvoorbeeld ook lastig te controleren op plagiaat. Eindbeoordeling Na diverse begeleidingsgesprekken en beoordelingsmomenten kom je zover dat je een eindversie van de scriptie gaat aanleveren. Deze eindversie wordt niet alleen beoordeeld door je begeleider, maar ook door een zogenoemde 'tweede lezer'. Deze tweede lezer is al aan het begin van je begeleidingstraject aangewezen door de coördinator, vaak geheel willekeurig. De tijd die nodig is voor de eindbeoordeling is minimaal twee weken, tenzij daar afwijkende afspraken over zijn gemaakt met je begeleider. Dit betekent dat je bij het aanvragen van je afstuderen voor een bepaalde rekening dient te houden met die leestermijn. Voor de beoordeling van de eindversie is het noodzakelijk dat je drie stuks van de - al dan niet ingebonden - papieren versie inlevert bij je begeleider (niet alleen voor de twee beoordelaars, maar ook één voor het archief). Je kunt dan niets meer aan de scriptie veranderen. Naast de papieren versie vragen we je een digitale versie aan te leveren, in pdf-formaat. Dit document kun je naar Wim Bonis mailen (
[email protected]), die het archief voor het Instituut voor Strafrecht beheert. Het is niet nodig op de digitale versie al je gegevens te vermelden: adresgegevens en telefoonnummers kunnen achterwege blijven. Het moet wel duidelijk zijn wie de scriptie heeft geschreven (naam, studentnummer), wanneer je bent begonnen met de scriptie en wie de eerste en tweede lezer zijn geweest. In het eindgesprek dat je met je begeleider hebt, krijg je te horen met welk cijfer de scriptie is gehonoreerd en kan je over de scriptie en het begeleidingstraject napraten. Je begeleider levert de papieren versie(s) in bij Wim Bonis, tezamen met de twee beoordelingsformulieren (van je begeleider en van de tweede lezer) en met het cijferbriefje. Je krijgt zelf een afschrift van dit cijferbriefje en daarmee kun je je melden bij het Onderwijs Informatie Centrum (OIC) om je afstuderen aan te vragen. Een voorbeeld van een beoordelingsformulier voor de Master-scriptie is als bijlage aan dit bericht gehecht. Afstuderen! Het afstuderen van rechten is altijd op de laatste donderdag van de maand, tenzij er iets bijzonders op die donderdag is. In december is het afstuderen altijd op de laatste 17
donderdag voorafgaand aan Kerstmis en op Hemelvaartsdag is er bijvoorbeeld nooit een afstudeersessie ingepland. Om in een bepaalde maand te kunnen afstuderen, dien je twee weken vóór de afstudeerdatum je cijfers te hebben ingeleverd en je afstuderen te hebben aangevraagd (denk ook aan de leestermijn!). Stel dat je op donderdag 26 mei 2011 wilt afstuderen, dan moet je alles hebben geregeld uiterlijk op donderdag 12 mei 2011 en eind april je eindversie hebben ingeleverd. Houdt rekening met mogelijke afwijkende sluitingstijden van het OIC.
18
Beoordelingsschema Masterscripties Vraagstelling
Structuur van het betoog
Kwaliteit van de argumentatie Vindt er een zelfstandige en adequate inventarisatie plaats van relevante argumenten en gezichtspunten; worden argumenten tegen elkaar afgewogen in plausibele (tussen-) conclusies; worden begrippen, argumenten etc. adequaat geproblematiseerd? Doorgaans juist en relevant, maar aarzelend, weinig problematiserend, blijft dicht bij de gebruikte literatuur en/of jurisprudentie
Is er een duidelijke, werkbare en goed gemotiveerde vraagstelling; is er een passend beoordelingskader?
Werkt het betoog op zinvolle en samenhangende wijze de vraagstelling (en het beoordelingskader) uit; sluit de conclusie aan op de vraagstelling; besteedt deze aandacht aan nieuwe vragen die zijn opgekomen?
6
Uitwerking en motivering van de vraagstelling laten te wensen over
De relatie vraagstelling/ betoog/ conclusie is weliswaar voldoende te volgen, maar overtuigt niet geheel
7
Duidelijke vraagstelling.
Leidt via navolgbare tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Enig eigen denkwerk verricht, aandacht voor tegengestelde meningen, maar academische verdieping ontbreekt
8
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader
Leidt via aaneensluitende tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Goede, representatieve beschrijving van uiteenlopende argumenten, gedegen afweging in zelf geformuleerde conclusies; een eerste proeve van academisch onderzoek
9/ 10
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader; origineel en vernieuwend onderwerp
Een meeslepend betoog dat vanaf de vraagstelling tot aan de conclusie boeit en overtuigt of tot interessante discussie leidt
Nieuwe gezichtspunten, argumenten, c.q. afwegingen maken het stuk een goede basis voor wetenschappelijke publicatie
Gebruik van de relevante literatuur Is de evident relevante literatuur en jurisprudentie verwerkt op een wijze die recht doet aan de inhoud; zijn door eigen onderzoek nieuwe bronnen van informatie gevonden?
Vormgeving en presentatie Is het stuk goed leesbaar door onder meer: - duidelijke hoofdstuk- en paragraafindeling van het betoog - adequate literatuurverwijzing - leesbare stijl zonder taalfouten?
Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; weinig of geen verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is niet onjuist maar blijft oppervlakkig Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; enig verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is adequaat
Het volgen van het betoog vereist inspanning van de lezer, doordat de indeling van het betoog, de bronverwijzing en/of stijl en taalgebruik te wensen overlaten
Goed gedocumenteerd stuk op basis van eigen onderzoek naar informatiebronnen, inclusief rechtsvergelijkende, rechtshistorische en/of internationale bronnen; gebruikte informatie is grondig benut Hoge documenterende waarde doordat moeilijk toegankelijke of ongebruikelijke bronnen van informatie zijn benut
Een mooi opgezet, verzorgd verhaal met adequate bronverwijzing, zonder stijl- en taalfouten
Het betoog is goed leesbaar, maar zou nog duidelijk hebben geprofiteerd van een goede eindredactie
(ook) qua vormgeving zonder meer publicabel
Korte toelichting op onderdelen: a. De criteria hebben geen 'gewicht' gekregen. Een rekenkundige benadering zou slechts schijn-exactheid opleveren. Voor elk deelaspect is weliswaar beschreven hoe een cijferbeoordeling tot stand kan komen, maar dit levert toch niet meer dan indicaties op. Het is dan ook heel goed denkbaar dat een stuk dat op geen van de vier criteria meer dan een zesje scoort, als onvoldoende wordt beoordeeld. b. Indien de scriptie niet voldoet aan de richtlijnen voor het cijfer zes moet een onvoldoende worden toegekend en bepaalt de docent welke onvoldoende wordt toegekend. c. Naast de genoemde criteria kan de docent ook andere omstandigheden naar eigen inzicht meewegen, zoals werk- en leerhouding van de student tijdens het schrijfproces. Zo is een goede betoogstructuur nauwelijks een verdienste van de student te noemen waar de docent terzake uitvoerige aanwijzingen heeft moeten geven; het zelfde geldt bij bijvoorbeeld de beoordeling van taal en stijl.
19
20
Vakbeschrijvingen Mastervakken straf(proces)recht: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren • Ideeëngeschiedenis van het strafrecht • Capita straf- en strafprocesrecht • Practicum straf(proces)recht • Penitentiair recht • Criminologie voor juristen • Privatissimum straf(proces)recht • Internationaal en Europees strafrecht
21
22
Rechtshandhaving - Recht realiseren Vakbeschrijving Rechtshandhaving - Recht realiseren 23011016 Code: mr. J.H. Crijns e.a. Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Rechtsnormen zullen moeten worden toegepast. Die toepassing vindt plaats via processen van uitvoering (het formuleren van beleid, het uitoefenen van bevoegdheden door bestuursorganen en burgers, het sluiten van contracten, het nemen van beschikkingen, het in het leven roepen van bestuursorganen en en strafrecht soms gelijktijdig en geïntegreerd worden ingezet om handhavingsdoelen te effectueren. De integratie tussen de verschillende deeldisciplines komt aan de orde door hun complementaire, overlappende en concurrerende aspecten te laten zien. Daarbij zal ook worden ingegaan op de coördinatieen afstemmingsproblemen. Uiteraard wordt daarbij ruime aandacht besteed aan de eisen, die voortvloeien uit de internationale mensenrechtenverdragen en het recht van de Europese Unie. Het perspectief van handhaving door de overheid wordt tot uitgangspunt genomen. Het gaat hierbij om handhaving van objectief publiekrecht, al of niet via verwezenlijking van subjectieve rechten van individuele burgers. Het perspectief van die individuele burgers, dat met name gericht is op verwezenlijking van hun individuele rechten komt vooral aan de orde als uitwerking van het perspectief van de overheid en vanuit vergelijkend perspectief. Het vak is verbonden met de onderzoeksprogramma’s Criminal Justice en Securing the rule of law in a world of multilevel jurisdiction.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is: In het vak Rechtshandhaving – Recht realiseren krijgt de student een ‘helicopter view’ op het recht. Het vak bouwt voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding. Het vak beoogt studenten inzicht te geven in de grondslagen, samenhang en verschillen tussen de uiteenlopende deeldisciplines. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • •
Juridische kennis: met name inzicht in de grondbeginselen van het recht en in de onderlinge samenhang van de deelgebieden (staats- en bestuursrecht, strafrecht en Europees recht) Vaardigheden: Studenten worden met name getraind in het zelfstandig verwerven van inzicht en kennis van de samenhang tussen de verschillende juridische disciplines (strafrecht, staats- en bestuursrecht en Europees recht). 23
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mr. J.H. Crijns e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de per week aangegeven stof.
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen in essayvorm. Inleverprocedures Geen Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: •
De voorgeschreven literatuur wordt integraal opgenomen in de reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011
Werkboek: Geen. Reader: Reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011 Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
24
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.14 Bereikbaarheid: Per e-mail, en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: 9:00 – 17:00 uur (ma/di/do/vr) Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Geen.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
25
IDEEËNGESCHIEDENIS VAN HET STRAFRECHT Vakbeschrijving Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 23011306 Code: mr. J.M. ten Voorde Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Strafrecht wordt zowel in zijn theoretische basis als in zijn toepassing gekenmerkt door een inherente spanning tussen belangen van de gemeenschap als geheel en belangen van de individuele burger. De positie van de overheid en de legitimatie van het publiekrechtelijk karakter van ons strafrecht en onze strafrechtscultuur brengt met zich mee dat dit spanningsveld in de loop van de tijd niet minder is geworden, maar wel voortdurend van kleur verandert. In de loop van de geschiedenis is deze problematiek vooral aan de orde gesteld en bestudeerd vanuit het perspectief van de straf- en strafrechtstheorie. Deze benadering heeft onder meer bijgedragen aan een tamelijk rijk geschakeerd veld van straf(rechts)theorieën, waarin de rechtsstaatgedachte, de democratische beginselen en grondslagen van strafrecht en strafvordering, alsmede fundamenten voor al dan niet gedetermineerde persoonlijke en sociale verantwoordelijkheden centraal staan. In de huidige strafrechtspleging is noch de bedoelde spanning, noch de noodzaak van bestudering van en discussie over die spanning verdwenen. In de huidige tijd komt dit spanningsveld met name naar voren in reacties en kritiek op de ‘criminele politiek’, de wijze waarop de overheid, met het wettelijk kader van het formele en materiële strafrecht als basisinstrument keuzes maakt om beleid te realiseren en eventueel in wetgeving neer te leggen. Discussies over de legitimiteit van die keuzes vinden hun fundament in dezelfde waarden en normen die (destijds) vorm kregen in de straf(rechts)theorieën.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van deze cursus is om met behulp van de ideeëngeschiedenis van het strafrecht de student een instrumentarium mee te geven voor een kritische beschouwing van de criminele politiek van vandaag en in de toekomst en de studenten vertrouwd te maken met een hedendaagse ‘vertaling’ van de in de ideeëngeschiedenis ontwikkelde opvattingen, posities, waarden en normen. Die vertaling zal zichtbaar worden gemaakt door actuele crimineel-politieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van de relevante strafrechtelijke ideeëngeschiedenis. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende historische en rechtstheoretische kennis van het strafrecht om het juridisch discours binnen het vakgebied in zijn historische en huidige maatschappelijke context te kunnen plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De verkregen basiskennis moet de student voldoende diepgang bieden voor het zich verplaatsen in de rol van de te onderscheiden actoren in het hedendaagse strafrecht en voldoende analytische vaardigheid om zorgvuldig beargumenteerde keuzes te maken ten aanzien van actuele strafrechtelijke en crimineel-politieke vraagstukken. De te verwerven kennis vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een wetenschappelijke 26
bestudering van, respectievelijk attitude ten aanzien van het strafrecht. Er wordt in de hoorcolleges zo veel mogelijk gewerkt met de socratische methode. Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
kennis van strafrechtelijke ‘traditie’ academische attitude vaardigheid om academische attitude te benutten t.a.v. concrete en actuele strafrechtelijke vraagstukken.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur. Zie reader.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: tijdens de werkgroepen worden door groepjes studenten presentaties gehouden. De inhoud zal nog nader worden uitgewerkt en worden weergegeven op Blackboard.
Andere onderwijsvorm(en) Zelfstudie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen; open vragen/essayvragen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Werkboek:
Vakspecifieke literatuur, te weten: •
Reader Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2010-2011
27
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.21 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard Telefoon: 071 – 527 8928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie, reflectie en het ontwikkelen van het op een academisch verantwoorde wijze kunnen innemen van positie.
28
CAPITA STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Code: 23011312 Docent(en): Prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER)
Beschrijving Materieel en formeel strafrecht bestaan uit diverse complexe onderwerpen. Deze zijn veelal in de bachelorfase aan de orde geweest en worden in de masterfase in beginsel als bekend verondersteld. Grondige kennis van een aantal van deze onderwerpen is echter dermate belangrijk dat zij in de masterfase moeten worden uitgediept. In het vak capita straf- en strafprocesrecht geldt als rode draad een verdieping van het straf- en strafprocesrecht aan de hand van een aantal onderwerpen. De keuze voor die onderwerpen wordt bepaald door de actualiteit en afgestemd op de inhoud van de overige vakken van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder practicum straf- en strafprocesrecht en privatissimum straf- en strafprocesrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: Dit vak beoogt een verdieping te geven van de in de bachelor opgedane kennis van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht en enkele onderdelen van formeel strafrecht. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: •
•
verdieping van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht. De kennis die zij hebben opgedaan in de bestudering van deze leerstukken, biedt handvatten ook de andere leerstukken van materieel strafrecht op vergelijkbare, intensieve, wijze te bestuderen. verdieping van onderdelen van formeel strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölçer Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. 29
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk open boek tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de in de reader opgenomen literatuur en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • •
Reader met artikelen Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. sheets.
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, Kamer C1.21 Bereikbaarheid: tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071-5278928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071-5277518 E-mail:
[email protected] 30
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie en verdieping in leerstukken van formeel en materieel strafrecht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
31
PRACTICUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011304 Docent(en): Mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, Mr. W. Morra ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving In het kader van het practicum straf- en strafprocesrecht maakt de student opdrachten die aansluiten op de realiteit van de strafrechtspleging. Bij de vorm van deze opdrachten ligt het accent op het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, toegespitst op de functie van een dergelijk stuk (zoals een pleidooi van een raadsman, een appelmemorie van de officier van justitie, een conclusie van een AG bij de Hoge Raad, een verzoekschrift aan het EHRM). De inhoud van de opdrachten vergt verdieping van de student in diverse thema’s van het materiële en formele strafrecht, mede bezien vanuit de optiek van een specifieke rol (die door de vorm wordt bepaald).
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is tweeledig. Enerzijds beoogt het vak de student vertrouwd en vaardig te maken met een aantal voor de rechtspraktijk noodzakelijke ambachtelijke vaardigheden, het verwerven van de daarvoor benodigde kennis van het vakgebied en de daarvoor benodigde documentatie, alsmede het strategisch doch juridisch juist gebruiken van de opgedane kennis. Anderzijds beoogt het vak de bij de studenten in de Bachelorfase opgedane kennis van en inzicht in het straf(proces)recht verder te verdiepen door een aantal specifieke strafrechtelijke leerstukken en thema’s aan de orde te stellen aan de hand van een concrete casus. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • •
hij heeft inzicht verkregen in de (procedurele) toepassing van het straf- en strafprocesrecht en is in staat kennis over het positieve recht in de context van de rechtspraktijk te plaatsen; hij is in staat de reeds opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van (keuzes binnen) de rechtspraktijk; hij is in staat om de juiste informatie te zoeken om problematische vraagstukken in behandeling te kunnen nemen; hij heeft onderscheidingsvermogen ontwikkeld ten aanzien van de verschillende rollen binnen het strafproces en ten aanzien van de verschillende soorten opdrachten. De student heeft zich dus het ‘partij-denken’ of het denken vanuit bepaalde belangen eigen gemaakt en kan afwegingen maken vanuit normatieve en ethische perspectieven alsook vanuit doelmatigheidsoverwegingen.
32
Onderwijsvorm Hoorcolleges Voorafgaand aan het vak wordt een instructiecollege verzorgd waarin aard en opzet van het vak worden toegelicht en wordt uitgelegd wat van de studenten wordt verlangd. Gedurende de onderwijsperiode wordt een aantal gastcolleges gegeven door strafrechtjuristen uit de praktijk. Eventueel wordt er een rechtbankbezoek georganiseerd in één van de weken voorafgaand aan het Practicumonderwijs. Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
•
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, mr. W Morra Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen uiterlijk een week voor de werkgroep (op een nader te bepalen tijdstip) een schriftelijke opdracht in hardcopy en digitaal te hebben ingeleverd. Tijdens de werkgroep is actieve participatie van studenten een basisvereiste. De opbouw en inhoud van de werkgroepen is mede afhankelijk van de inhoud en kwaliteit van de schriftelijke opdracht die de studenten inleveren en de richting waarin de studenten in de uitwerking van hun schriftelijke opdracht de oplossing van de voorliggende problematiek hebben gezocht. Mede daarom wordt van studenten verwacht dat zij elke opdracht serieus voorbereiden en een zo goed mogelijke schriftelijke opdracht maken.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Vijf tussentijdse schriftelijke opdrachten die gezamenlijk (en gelijkelijk) het eindcijfer vormen. Inleverprocedures Via e-mail en in hard copy (één exemplaar) die op het secretariaat van de afdeling strafrecht en strafprocesrecht (kamer C1.01) moet worden ingeleverd. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Overige literatuur: de tijdens de onderwijsperiode per onderwijsweek afzonderlijk via Blackboard bekend te maken startliteratuur die als uitgangspunt voor het schrijven van het schriftelijk werk dient; de literatuur en jurisprudentie die door studenten bij het maken van het schriftelijk werk wordt gevonden en verwerkt
33
Werkboek: alle informatie t.b.v. een goed verloop van het vak wordt voorafgaand en tijdens de onderwijsperiode via Blackboard verschaft. Reader: Geen. Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. M.J. Dubelaar Werkadres: Steenschuur 25 Kamer: C112 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 8916 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen •
•
Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen, inclusief het introductiecollege, de eventueel te verzorgen gastcolleges en het eventueel georganiseerde rechtbankbezoek een strikte aanwezigheidsplicht geldt. Het onderwijs van het vak wordt verzorgd in een periode van tien onderwijsweken. Verspreid over deze periode dienen de studenten vijf schriftelijke opdrachten te maken en zullen ook vijf werkgroepen plaatsvinden. Studenten moeten een week voor aanvang van elke werkgroep hun schriftelijke opdracht hebben voltooid en op bovengenoemde wijze hebben ingeleverd. Voorafgaand aan de onderwijsperiode zal een introductiecollege worden verzorgd en eventueel een rechtbankbezoek. In de week waarin studenten hun opdrachten inleveren, wordt eventueel een gastcollege verzorgd.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
34
PENITENTIAIR RECHT Code: 23045214 Docent(en): Prof. dr. mr . L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid of toelating tot master criminologie (zie ook OER).
Beschrijving Het onderwijs in het penitentiair recht biedt studenten kennis van en inzicht in het penitentiair recht, in het perspectief van de achterliggende dogmatiek, ideeën en maatschappelijke ontwikkelingen. Globaal gezegd omvat het penitentiair recht het stelsel van rechtsregels dat aangeeft welke sanctie van overheidswege naar aanleiding van een strafbaar feit mag worden opgelegd, alsmede de wijze van tenuitvoerlegging, waaronder de rechtspositie van geïnstitutionaliseerde mensen mede is begrepen. De straf(recht)theorieën die beogen een antwoord te geven op de vraag naar de rechtvaardiging en het doel van het straffen in het algemeen, zijn kernpunt op elk van deze deelgebieden. In het verlengde hiervan vormt het zoeken naar een evenwicht tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, anders gezegd, tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming, de rode draad bij de studie van de drie deelgebieden. Het antwoord op deze fundamentele vragen wordt beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen en hangt samen met eigen (juridische) normen. Rechtsvergelijking op een enkel onderdeel laat zien dat de ons omringende landen met dezelfde vragen worstelen en demonstreert de relativiteit van de keuzes van de Nederlandse wetgever. Ook door de bespreking van het toezicht van internationale organen op de executie krijgt de internationale dimensie aandacht.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is het bieden van een introductie van het penitentiaire recht. Het penitentiair recht betreft kort gezegd het vormgeven aan en het opleggen en executeren van strafrechtelijke sancties. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
Kennis van en inzicht in het penitentiair recht Reflectie op de (huidige) keuze van systematiek en juridische vormgeving van sancties tegen de (historische) achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen Ervaring met het geven van een presentatie, waarbij ze met betrekking tot concrete vragen van penitentiair recht tot een eigen gemotiveerde kritische waardering en standpuntbepaling komen.
Onderwijsvorm Hoorcolleges
35
• • •
Aantal à 2 uur: 3 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings, mw. mr. drs. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: de in het werkboek opgegeven literatuur.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings (studenten criminologie), mw. mr. dr. P.M. Schuyt (studenten rechtsgeleerdheid) Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende bijeenkomst verplichte literatuur en het voorbereiden van opdrachten die tijdens de werkgroep moeten worden uitgevoerd. Van de studenten wordt een actieve bijdrage aan de werkgroepen verwacht, die kan bestaan uit het houden van een presentatie, individueel of in groepsverband Het voorbereiden van en de aanwezigheid bij elke werkgroep, alsmede de actieve participatie aan de werkgroep zijn voorwaarden om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen.
Andere onderwijsvorm(en) •
• • •
Iedere student is verplicht een excursie naar een penitentiaire inrichting bij te wonen. Het is de ervaring dat het bezoeken van de ruimtes waar gedetineerden verblijven, alsmede de informatie van en discussie met medewerkers van de inrichting en gedetineerden, de interesse, kennis en het inzicht van de studenten vergroten. Het bijwonen van een excursie is een voorwaarde om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen. Namen docenten:Prof.dr. mr. L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: Geen In samenwerking met Delinkwentie en Samenleving wordt een college georganiseerd waarin een of meer ex-gedetineerden voorlichting geven over het leven in een penitentiaire inrichting en het leven na detentie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • • •
C. Kelk, Nederlands detentierecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Evt. nog nader bekend te maken literatuur; Actuele wettenbundel
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; 36
•
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; NB: De stamliteratuur is niet verplicht voor criminologiestudenten
Werkboek: •
Het werkboek, dat verspreid wordt via Blackboard, bevat o.a. een opgave van de verplichte literatuur en een toelichting daarop.
Reader: •
Reader penitentiair recht, bevattende tijdschriftartikelen, (toekomstige) wetgeving, buitenlandse regelingen, rechtspraak e.d.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. dr. P.M. Schuyt Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.09 Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7526 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Dit vak maakt onderdeel uit van de masterspecialisatie Straf(proces)recht (docent: P.M.Schuyt) en de Master Criminologie profiel veiligheidsbeleid en rechtshandhaving (docent: M. Moerings). De aanwezigheid bij alle werkgroepen is verplicht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
37
CRIMINOLOGIE VOOR JURISTEN Code: 23011314 Docent(en): mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving Het vak bestaat uit vijf hoorcolleges, twee werkgroepen en een responsiewerkgroep In de hoorcolleges wordt de verplichte studiestof behandeld, waarbij de volgende velden en onderwerpen aan de orde zullen komen: • • • • • • • •
Strafrechtelijke en criminologische vragen: normatief en empirisch denken Criminologie, politiek en beleid Het domein van de criminologie Aard en omvang van criminaliteit Beeldvorming rond criminaliteit Verklaringen voor criminaliteit Slachtofferproblematiek Reacties op criminaliteit
Tijdens de werkgroepen worden enkele criminologische theorieën toegepast op actuele ontwikkelingen binnen de verschillende facetten en stadia van de strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Hierin wordt de nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden om met behulp van sociaalwetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over (vormen van) strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Tijdens de responsiewerkgroep wordt een oefententamen besproken. In aanvulling op de hoorcolleges en werkgroepen zal, in samenwerking met de studieverenigingen van Criminologie en Strafrecht, een tweetal gastcolleges worden georganiseerd die aansluiten bij de actualiteiten en de verplichte studiestof.
Leerdoelen Doel van het vak: Sinds het einde van de negentiende eeuw is onze kennis van de strafrechtspleging verrijkt door onderzoek dat zich tot doel stelt de oorzaken van criminaliteit en de werking van de strafrechtspleging te onderzoeken. Het doel van deze cursus is om een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema’s waar de Criminologie zich mee bezig houdt en om vervolgens met behulp van deze kennis de student een instrumentarium mee te geven voor een andere dan juridische beschouwing van de criminele politiek en studenten inzicht te geven in de betekenis hiervan voor de bestudering van het strafrecht en de strafrechtspleging. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende kennis van criminologische theorieën om de praktische uitwerking van het strafrecht te kunnen bestuderen.
38
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • • •
Inzicht in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing; Begrip van de meerwaarde van de criminologie voor de (organen van de) strafrechtspleging en de strafrechtspraktijk; Kennis van beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek; Kennis van de belangrijkste begrippen en theorieën uit de criminologie Academische attitude, erin bestaande ook met behulp van andere dan juridische wetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over het strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • • •
Aantal à 2 uur: 5 Een aantal niet verplichte gastcolleges Namen docenten: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude en staf criminologie Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de vooraf opgegeven stof uit de reader en het boek. Zoals weergegeven via Blackboard.
Werkgroepen • •
Aantal à 2 uur: 3 (waarvan 1 responsiewerkgroep) Vereiste voorbereiding door studenten: Voorafgaand aan de werkgroep wordt op de blackboardomgeving van het vak een opdracht geplaatst die door studenten moet worden voorbereid.
In verband met het specifiek sociaal-wetenschappelijke karakter van de literatuur heeft – gegeven de contacturen – de student meer studie-uren beschikbaar voor literatuurstudie en wordt met het oog daarop naast de hoorcolleges en werkgroepen een uitgebreide responsiewerkgroep aangeboden. Andere onderwijsvorm(en) 2 gastcolleges.
Toetsing Toetsvorm(en) •
Schriftelijk tentamen
Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, waaronder de literatuur die via de blackboardomgeving van het vak wordt verspreid, en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en werkgroepen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
39
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; T. Newburn, Criminology, Willan Publishing: Cullompton [etc.] (laatste druk) Diverse aanvullende criminologische teksten die worden aangeboden via Blackboard.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.16 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail en tijdens een nog nader bekend te maken inloopspreekuur Telefoon: 071 – 527 7552 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: strafrecht en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
40
PRIVATISSIMUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011310 Docent(en): mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het Privatissimum straf(proces)recht bevat een verdiepende studie naar een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht o.a. op basis een analyse van de ontwikkelingen in jurisprudentie, wetenschap, wetgeving, politiek etc. Er worden diverse privatissima aangeboden die nauw aansluiten bij het profiel van de afdeling strafrecht in het algemeen en de wetenschappelijke expertise van de docenten in het bijzonder. De onderwerpen worden ieder jaar daarop afgestemd en kunnen per jaar verschillen. Het accent ligt op het aanleren van voor rechtswetenschappelijk onderzoek benodigde onderzoeks- en schrijfvaardigheden en het presenteren van de resultaten van onderzoek.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is de student vertrouwd, kundig en vaardig te maken met het doen van rechtswetenschappelijk onderzoek. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Door het privatissimum is de kennis van en het inzicht in een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht verdiept. Door het verrichten van een verdiepende studie, het maken van de opdrachten en het presenteren van de onderzoeksresultaten zijn in het bijzonder de volgende algemene vaardigheden (verder) ontwikkeld: • • • • • •
Het zelfstandig kunnen verrichten van onderzoek naar en selecteren van bronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak); Het kunnen toepassen van het uit verschillende bronnen gevonden materiaal op fundamentele vraagstukken van een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht; Het kunnen maken van een verslag van het verrichte onderzoek, waarin de resultaten, voorzien van bronvermelding worden gepresenteerd; Het kunnen formuleren en uitspreken van een betoog waarin een zelf geformuleerd standpunt wordt verdedigd ten overstaan van medestudenten; Het kunnen deelnemen aan en leiden van een discussie; Academische attitude.
Onderwijsvorm Hoorcolleges Geen. 41
Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
Aantal à 2 uur: 11 Namen docenten: mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen zich voor elke werkgroep te hebben voorbereid door het bestuderen van de voorgeschreven stof, het zelf opzoeken van relevante (aanvullende) literatuur, jurisprudentie, wetgeving etc. en het maken van de voor die week voorgeschreven opdracht.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Het eindcijfer wordt gevormd op basis van de resultaten van vier schriftelijke opdrachten, het referaat en de mondelinge bijdrage aan de discussies. Inleverprocedures Op papier, via e-mail. Examenstof De voor de opodracht benodigde literatuur, zoals aangewezen in het onderwijsprogramma van het betreffende privatissimum, alsmede de door studenten zelf vergaarde literatuur.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk. Werkboek: De informatievoorziening over de opbouw en de inhoud van de privatissima verloopt via Blackboard en de respectievelijke werkgroepen.
Reader: •
Leidraad Privatissimum straf- en strafprocesrecht
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • •
Vakcoördinator: Mr. G.K. Schoep Werkadres: KOG, kamer C.1.20 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard. 42
• •
Telefoon: 071 – 527 75 25 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen (6 weken lang) een aanwezigheidsplicht geldt.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
43
INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT Code: 23011308 Docent(en): Mr. dr. P.M. Schuyt, dr. C. Stahn e.a. ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het vak omvat de traditionele thema’s van het Internationaal en Europees strafrecht. De nadruk ligt daarbij op díe elementen die een rol spelen in de Nederlandse rechtsorde (de grote en kleine rechtshulp, het thema van de harmonisatie) en het tribunalenrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: De toenemende internationalisering van de – georganiseerde – misdaad, de vervolging en berechting van internationale misdrijven en de bestrijding van het terrorisme nopen de nationale, Europese en internationale wetgevende en uitvoerende autoriteiten meer samen te werken op het gebied van het strafrecht. De laatste jaren zijn verscheidene initiatieven genomen voor verhoogde interstatelijke samenwerking op het gebied van het strafrecht. Nieuwe of vernieuwde akkoorden inzake uitlevering, het Europees aanhoudingsbevel of andere rechtshulpvormen zijn het gevolg van deze vorm van internationalisering van het strafrecht. Het vak ‘Internationaal en Europees strafrecht’ heeft als doel kennis van en inzicht in het internationale en Europese strafrecht bij te brengen, om de student vertrouwd te maken met de zelfstandige vraagstukken van dit rechtsgebied en hem in staat te stellen de internationale en Europese dimensie die in andere vakken uit de opleiding naar voren komt te plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De student: • • • •
heeft inzicht verkregen in de internationale en Europese ontwikkelingen die leiden tot een steeds grotere invloed van het internationale recht en het Europese recht op het nationale strafrecht; heeft inzicht verkregen in de toepassing van het internationale en Europese strafrecht en is in staat kennis over het betreffende rechtsgebied in een realistische context te plaatsen; is in staat de opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van de rechtspraktijk; heeft inzicht verkregen in de implicaties van de invloed van het internationale en Europese recht op het Nederlandse strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges •
Aantal à 2 uur: 10 44
• •
Namen docenten: mr. dr. P.M. Schuyt; dr. C. Stahn e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen is behandeld tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Literatuur: • • •
E. van Sliedregt, J.M. Sjöcrona en A.M.M. Orie (red.), Handboek Internationaal strafrecht. Schets van het Europese en Internationale strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk Gedurende de cursus via Blackboard te verspreiden aanvullende literatuur Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. de sheets.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C.1.14 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
45
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
46
Informatie over docenten • Coördinatoren • Docenten Master Straf(proces)recht
47
48
Coördinatoren Coördinator Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur
Scriptiecoördinator Mw. mr. F.P. Ölcer Kamer: C 1.15 Tel.: 071 527 7520 E-mail:
[email protected] Spreekuur: op afspraak via het secretariaat, dhr. W. Bonis.
Stagecoördinator Mr. G.K. Schoep Kamer: C1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Secretariaat Mr. W. Bonis Kamer C 1.01 Tel.: 071 527 7518 E-mail:
[email protected] Bereikbaar: 09.00 – 17.00 uur, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Bij afwezigheid: mw. R.K.Rustige Kamer C 1.02 Te.: 071 527 7528 E-mail:
[email protected]
Vakcoördinatoren Vakcoördinator Rechtshandhaving - Recht Realiseren Mr.J.H. Crijns Kamer C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 13.00 – 14.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Ideeëngeschiedenis van het strafrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
49
Vakcoördinator Capita Straf- en Strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer: C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Practicum Straf(proces)recht Mw. mr. M.J. Dubelaar Kamer C 1.12 Tel.: 071 527 8916 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke maandag van 15.15 – 16.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Penitentiair Recht Mw. mr. drs. P.M. Schuyt Kamer C 1.09 Tel.: 071 527 7633 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke donderdag van 13.00 – 13.30 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Criminologie voor Juristen Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude Kamer C 1.16 Tel.: 071 527 7552 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Privatissimum Straf(proces)recht Mr. G.K. Schoep Kamer C 1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Internationaal en Europees Strafrecht Mr. J.H. Crijns Kamer: C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
50
Docenten Master Straf(proces)recht Prof. mr. C.P.M. Cleiren (Tineke)
B 1.45, Tel. 071 527 7530 E-mail:
[email protected]
Mr. J.H. Crijns (Jan)
C 1.14, Tel. 071 527 7521 E-mail:
[email protected]
Mw. Mr. M.J. Dubelaar (Marieke)
C 1.12, Tel. 071 527 8916 E-mail:
[email protected]
Mr. W. Geelhoed (Pim)
C 1.21, Tel. 071 527 8828 E-mail:
[email protected]
Prof. dr. L.M. Moerings (Martin)
C 1.05, Tel. 071 527 7633 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. F.P. Ölcer (Pinar)
C 1.15, Tel. 071 527 7520 E-mail:
[email protected]
Mr. G.K. Schoep (Ard)
C 1.20, Tel. 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt (Pauline)
C 1.09, Tel. 071 527 7526 E-mail:
[email protected]
Mr. J.M. ten Voorde (Jeroen)
C 1.21, Tel. 071 527 8928 E-mail:
[email protected]
Mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude (Maartje)
C 1.16, Tel. 071 527 7552 E-mail:
[email protected]
51
Mr. W. Bonis
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7518 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw C101 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
SECRETARIAATSMEDEWERKER STRAFRECHT Wim Bonis heeft Nederlands Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij in 1985 is afgestudeerd. Van 1991 tot 1999 heeft hij gewerkt bij de Bestuursdienst Rotterdam, bij de afdeling Bibliotheek en Documentatie. Hij verzorgt de secretariële ondersteuning van het Master onderwijs en van de Bachelor Keuzevakken (uitgezonderd Forensische psychiatrie). En hij is momenteel ook hoofdredacteur van de website van het Instituut voor Strafrecht & Criminologie.
52
Prof. mr. C.P.M. Cleiren
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7530 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw B145 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
HOOGLERAAR STRAF(PROCES)RECHT Na haar hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam (1991-2000), werd zij Directeur Generaal Wetgeving, Rechtspleging, Rechtshandhaving en Rechtsbijstand aan het Ministerie van Justitie (1997-2000).In 2000 werd zij benoemd tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht te Leiden. Zij is tevens Raadsheer plaatsvervanger aan het Hof Amsterdam. Daarnaast maakt zij deel uit van diverse stuurgroepen en commissies. Onderzoek Ze is samen met prof. dr. Joanne van der Leun programmacoördinator van het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
53
Mr. J.H. Crijns
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7521 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C114 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jan Crijns (1978) studeerde van 1996 tot 2001 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. In augustus 2001 studeerde hij af met als specialisatie straf- en strafprocesrecht. Tijdens zijn studietijd was hij onder meer werkzaam bij het Rotterdamse advocatenkantoor Nolst Trenité (thans Simmons & Simmons) en verbleef hij enkele maanden in New Orleans waar hij stage liep bij het St. Thomas Community Law Center. Sinds september 2001 is Jan Crijns verbonden aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie, eerst als promovendus en sinds april 2010 als universitair docent. Van 2001 tot 2010 verrichtte Jan Crijns promotieonderzoek naar de vraag op welke wijze op wilsovereenstemming gebaseerde instrumenten binnen de strafrechtspleging (transacties, voorwaardelijke sepots, toezeggingen aan getuigen etc.) moeten worden geduid en genormeerd. Gaat het hier om overeenkomsten en, zo ja, wat betekent dit voor de wijze waarop dit type instrumenten dient te worden genormeerd? Dit onderzoek – dat plaatsvond binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity – heeft inmiddels geresulteerd in het recent verschenen proefschrift ‘De strafrechtelijke overeenkomst. De rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht’ dat Jan Crijns op 17 juni 2010 heeft verdedigd (promotores prof. mr. C.P.M. Cleiren en prof. mr. J. Hijma). Jan Crijns is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht en Tekst & Commentaar Strafvordering. Daarnaast is Jan Crijns sinds september 2007 als rechterplaatsvervanger verbonden aan de Rechtbank Haarlem.
54
Mw. mr. M.J. Dubelaar
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 8916
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C112 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/dubelaarmj.jsp
DOCENT STRAF(PROCES)RECHT Marieke Dubelaar (1978) is als docent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Zij verzorgt zowel in de bachelor als in de master onderwijs op het terrein van het straf- en strafprocesrecht. Tevens is zij werkzaam als rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank ’s-Gravenhage. Onderzoek Sinds 2005 werkt Marieke Dubelaar aan een promotieonderzoek naar het gebruik van getuigenverklaringen in het strafproces. De aandacht gaat daarbij in het bijzonder uit naar de schriftelijke verslaglegging en audiovisuele registratie van getuigenverhoren (door de politie en/of de rechter-commissaris) en het gebruik van die registraties voor het bewijs. Met dit onderzoek wordt beoogd een duidelijk beeld te krijgen van de typisch Nederlandse werkwijzen en een basis te bieden voor vernieuwing in het juridisch denken over de rol en waarde van het getuigenbewijs. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
55
Mr. W. Geelhoed
+31 (0)71 527 8828 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C121
PHD FELLOW STRAF(PROCES)RECHT Pim Geelhoed studeerde tot 2006 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde af in de richting strafrecht met een scriptie met als onderwerp ‘Ineffectieve verdediging’. Sinds datzelfde jaar is hij als PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie (vanaf 2009 Het Instituut voor Strafrecht & Criminologie). Onderzoek In zijn promotieonderzoek, getiteld het opportuniteitsbeginsel in een integrerend Europa, staat centraal hoe het opportuniteitsbeginsel, en daarmee het gehele Nederlandse vervolgingsbeleid, onder druk staat als gevolg van steeds verdergaande Europese integratie, en wat de aangewezen reactie is op die toegenomen druk. Hierbij worden de gevolgen voor de verschillende actoren in de strafrechtspleging betrokken en worden tevens constitutionele aspecten van deze ontwikkeling nader beschouwd. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
56
Prof. dr. mr. L.M. Moerings
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7633 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C105 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden 1
HOOGLERAAR PENOLOGIE Martin Moerings is hoogleraar penologie (‘wetenschappelijke bestudering van straffen’) aan de universiteit van Leiden. Hij studeerde sociologie in Tilburg en rechten in Utrecht. In 1977 promoveerde hij op het proefschrift De gevangenis uit, de maatschappij in, een empirische studie naar de sociale gevolgen van de gevangenisstraf voor de gedetineerde en zijn familie. Tot 1 september 2005 was Martin Moerings verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor strafrechtswetenschappen van de universiteit van Utrecht. In 2003 hield hij daar zijn oratie Straffen met het oog op veiligheid, een onderneming vol risico’s. In onderwijs en onderzoek houdt hij zich bezig met het spanningsveld tussen rechtswaarborgen bij de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties enerzijds en de effectiviteit ervan anderzijds. Daarnaast heeft hij de afgelopen jaren onderzoek verricht naar de versterking van de positie van het slachtoffer binnen de strafrechtspleging en de aanscherping van de zedenwetgeving.Binnen het departement strafrecht en criminologie is hij lid van het dagelijks bestuur en heeft hij de dagelijkse leiding van de afdeling criminologie en penologie. Hij is voorzitter van de examencommissies van de opleiding criminologie. Bovendien maakt hij deel uit van het onderwijsbestuur van de faculteit rechten.Moerings is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie (NVK), rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank in Arnhem, lid van de Raad voor Stafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), en lid van de deelredactie Sancties van Delikt en Delinkwent.
57
Mw. mr. F.P. Olcer +31 (0)71 527 7520 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie KOG Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C115
UD STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Pinar Ölcer heeft Nederlands Recht in Leiden gestudeerd. Zij is op 14 februari 2006 gepromoveerd – ook in Leiden – op het onderzoek ‘Eerlijk proces en Bijzondere opsporing’, dat in 2008 is uitgegeven bij Wolf Legal Publishers.
58
Mr. G.K. Schoep
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7525 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C120 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT G.K. (Ard) Schoep (1975) behaalde in 1993 zijn VWO-diploma aan de Christelijke Scholengemeenschap ´Oude Hoven´ te Gorinchem. In 1999 behaalde hij zijn doctoraal Nederlands Recht, afstudeerrichting strafrecht, aan de Universiteit Leiden. In die periode was hij tevens werkzaam bij de Leidse Rechtswinkel en studeerde hij aan de Humboldt Universiteit in Berlijn (D). Van 2000 tot 2008 was hij als AIO, respectievelijk PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Hij gaf en geeft werkgroepen en colleges in diverse strafrechtelijke vakken. Thans is hij coördinator van Bachelor 3 Straf- en strafprocesrecht en van het mastervak Privatissimum Straf(proces)recht. In november 2008 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent straf- en strafprocesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Ard Schoep is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht, Strafvordering en (tot 2008) Internationaal Strafrecht. Tevens is hij sinds september 2007 rechterplaatsvervanger in de rechtbank Haarlem. Onderzoek Ard Schoep promoveerde op 20 oktober 2008 aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Straftoemetingsrecht en strafvorming (Deventer: Kluwer 2008). Hij is fellow binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity en coördinator van het deelprogramma ‘Handhaving, interventies, sancties’. Met prof.mr. C.P.M. Cleiren organiseerde hij in 2001 de conferentie Rechterlijke Samenwerking. Hij redigeerde met prof. mr. C.P.M. Cleiren ook de naar aanleiding van deze conferentie verschenen bundel Rechterlijke Samenwerking (Deventer: Kluwer 2001). Binnen een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, de Universiteit Groningen en de Universiteit Rotterdam redigeerde hij met A.F.M. Brenninkmeijer e.a. de bundel De taakopvatting van de rechter (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003). Samen met Jan Crijns en Patrick van der Meij organiseerde hij het congres De taak van de strafrechtswetenschap georganiseerd. Als uitvloeisel daarvan verscheen de bundel De taak van de strafrechtswetenschap (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005). Met Pauline Schuyt verrichtte hij, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, onderzoek naar Instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting (Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005). Ard Schoep is ook de contactpersoon voor de studievereniging Studiekring over Strafrecht (SOS). 59
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt
[email protected] E-Mail: Telefoon: 071-527 7526 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C109 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT
Pauline Schuyt studeerde Nederlands recht en Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1997 begon ze als junior docent straf(proces)recht aan de Rechtenfaculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Op dit moment werkt ze als universitair hoofddocent straf(proces)recht bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden. Onderzoek Pauline Schuyt is op 7 januari 2010 gepromoveerd op een onderzoek dat is gericht op straftoemeting en strafmotivering, en is getiteld Verantwoorde Straftoemeting. In haar proefschrift beschrijft ze de grote vrijheid van de rechter op het gebied van de straftoemeting en de consequenties die dit heeft voor de strafoplegging. Ze pleit voor een uitgebreidere strafmotivering, ter verantwoording van het gebruik van de grote straftoemetingsvrijheid. In ander onderzoek heeft zij zich bezig gehouden met de volgende onderwerpen: strafoplegging & motivering in de praktijk, met het gebruik van instrumenten ten behoeve van de strafoplegging, en materieel strafrecht: deelneming.
60
Mr. J.M. ten Voorde
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 8928 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C 1.21 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jeroen ten Voorde (1977) is universitair docent straf(proces)recht. Hij studeerde Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen werd hij onderzoeker-in-opleiding bij de sectie rechtsfilosofie van de faculteit rechtsgeleerdheid van voornoemde universiteit. Zijn promotieonderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre in het (materiële) strafrecht ruimte bestaat om rekening te houden met culturele diversiteit. Tussen 2001 en 2005 verzorgde hij ook werkgroeponderwijs rechtsfilosofie en was hij betrokken bij het keuzevak ‘verdieping rechtsfilosofie’. Sinds september 2005 is hij bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden werkzaam. Hij is coördinator van de masterspecialisatie straf(proces)recht. Voorts is hij als rechter-plaatsvervanger verbonden aan de rechtbank Haarlem. Onderzoek Op 28 juni 2007 promoveerde Jeroen ten Voorde op het proefschrift Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgegeven in 2007 bij Wolf Legal Publishers te Nijmegen. Sinds zijn promotie publiceerde hij nog diverse artikelen op het terrein van multiculturaliteit en strafrecht. Recentelijk verscheen in de reeks praktijkcahiers van de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten het boek Culturele verdediging in strafzaken (Sdu uitgevers, 2009). Op het terrein van onderzoek was hij ook betrokken bij de organisatie van de landelijke strafrechtsdag 2006 en lid van de redactie van de bundel Op zoek naar samenhang (Boom Juridische uitgevers, 2006), die naar aanleiding van deze dag verscheen. Met Jan Crijns en Patrick van der Meij vormde Jeroen ten Voorde de redactie van de bundel De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (Boom Juridische uitgevers), die in augustus 2008 is verschenen. Naast zijn onderzoeksbelangstelling voor multiculturaliteit en strafrecht, is zijn onderzoek ook gericht op materieelrechtelijke, strafrechtstheoretische en -filosofische onderwerpen.
61
Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 7552
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C116 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/ woudemahvander.jsp
Algemeen Maartje van der Woude (1980) is PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Ze studeerde van 1998-2002 Nederlands recht, met strafrecht als specialisatie, aan de Universiteit Leiden. Van 2002-2005 heeft Maartje tevens de studie Criminologie, met als master Veiligheidsbeleid en Rechtshandhaving, cum laude afgerond. Na haar afstuderen werd zij PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de faculteit der rechstgeleerdheid van voornoemde universiteit. Tijdens haar studies is ze een aantal jaren actief geweest voor de Kinder- en Jongeren Rechtswinkel Den Haag, heeft ze gewerkt als student-assistent bij de afdeling Criminologie en heeft zij een half jaar gestudeerd aan de University of Texas in Austin, Amerika. In Texas liep zij onder meer stage bij een pro deo advocatenkantoor, waar ze de belangen behartigde van jeugdige verdachten en heeft ze, in het kader van haar masterscriptie onderzoek gedaan naar zogenaamde boot camps voor jeugdige delinquenten. In 2007 organiseerde en coordineerde zij de succesvolle Honours Class ‘Criminal Justice Policies in the Risk Society: the necessity of a multi disciplinary approach’. Maartje maakt deel uit van de redactie van de onderwijsbundel Jurisprudentie Strafrecht Select (SDU uitgevers) en is ze co-hoofdredacteur van Proces: Tijdschrift voor de Strafrechtspleging (Boom Juridische Uitgevers). Onderzoek In het kader van haar promotieonderzoek buigt Maartje zich over de (totstandkoming) van de terrorismewetgeving. In het kader van haar promotieonderzoek heeft Maartje in 2008 gedurende 7 maanden als ‘visiting research scholar’ werkzaam geweest aan het Center for the Study of Law and Society van de University of California te Berkeley. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
62
Overige informatie • Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) • Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven
63
64
Studenten die geïnteresseerd zijn in het strafrecht opgelet! Naast de theorie is strafrecht natuurlijk vooral boeiend in de praktijk, een aspect dat tijdens de studie wat minder centraal staat. Daarom is er de Studiekring Over Strafrecht. Dit dispuut biedt de studenten een hoop extra mogelijkheden om met de praktijk van het strafrecht in aanraking te komen. Zo worden er diverse lezingen gehouden door advocaten, raadsheren en leden van het Openbaar Ministerie. Daarnaast worden er excursies georganiseerd, zoals bijvoorbeeld naar gevangenissen, advocatenkantoren en andere instanties waar de strafrechtjurist een belangrijke rol speelt. Het strafrechtelijk dispuut is op 22 januari 1932 opgericht door Prof. mr J.M. van Bemmelen. Van Bemmelen was van 1931 tot en met 1968 hoogleraar Strafrecht en Strafvordering aan de Rijksuniversiteit te Leiden. De huidige beschermheer is prof. mr. Th.A. De Roos (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Tilburg) en de beschermvrouw is prof. mr. C.P.M. Cleiren (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Leiden). Het lidmaatschap van S.O.S. wordt voor studenten die erover denken om strafrecht als master te kiezen zeer aangeraden, zowel door de docenten als (oud)leden die weten hoe nuttig het lidmaatschap kan zijn. Uiteraard kunnen ook Bachelorstudenten, die het strafrecht interessant vinden, lid worden. Daarnaast is het natuurlijk ook gezellig en biedt het je de ideale mogelijkheid om eens een kijkje in de strafrechtspraktijk te nemen!Voor informatie zijn wij te allen tijde beschikbaar; wij hopen snel iets van je te horen!!
Het S.O.S.-bestuur:
Voorzitter: Secretaris: Acitiviteiten: Penningmeester:
Laurens Nooijen Celesta Bonnet Jessica Koek Rosalinde Brand
E-mail: s o s @ l aw. l ei d en u n i v . n l Website: http://www.sos-leiden.nl/
65
Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven Rechtbank Haarlem Bezoekadres Simon de Vrieshof 1 2019 HA Haarlem Correspondentie-adres Postbus 1621 2003 BR Haarlem Telefoonnummer (023) 512 61 26 Faxnummer (023) 512 63 64 Zittingen Strafzaken: In principe elke werkdag van 09.00-15.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. Het kan zijn dat er op een bepaalde dag geen zitting van de Politierechter is, maar dat is niet van te voren aan te geven, en als deze geen zitting heeft, dan is er zeker een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepsbezoek graag even van te voren melden.
Rechtbank 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ 's-Gravenhage Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH 's-Gravenhage Telefoon (070) 381 31 31 Fax 070 381 1076 (extra judicieel) 070 381 3797 (civiele en strafgriffie) Zittingen Strafzaken: Zowel de Politierechter als de Meervoudige Kamer elke dag behalve vrijdag van 09.3017.00 uur. Groepen groter dan 5 mensen dienen van te voren (telefonisch) te worden aangemeld.
66
Gerechtshof 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ Den Haag Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH Den Haag Telefoonnummer (070) 381 31 31 Zittingen Sector Strafrecht: Gewone strafzaken worden iedere dag behandeld, van 09.30-16.00 uur. Groepsbezoek kan beter van te voren (telefonisch) aangemeld worden. Het Hoger Beroep in de Raadkamer betreft een besloten zitting die alleen op donderdagen plaatsvindt. Op aanvraag kunnen deze wel individueel bijgewoond worden, maar niet door groepen.
Rechtbank Rotterdam Bezoekadres Wilhelminaplein 100 - 125 3072 AK Rotterdam Correspondentie-adres Postbus 50950 3007 BL Rotterdam Telefoonnummer (010) 297 12 34 Zittingen Strafkamer: Zowel politierechter als meervoudige kamer elke dag van 09.00-17.00 uur. Groepsbezoek moet van te voren (telefonisch) even gemeld worden (via algemeen tel nr, doorverbinden naar bureau communicatie)
Rechtbank Amsterdam Bezoekadres Parnassusweg 220 1076 AV Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 84500 1080 BN Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer In principe elke dag van 09.00-17.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. De drukste dagen zijn dinsdag, donderdag en vrijdag. Op maandag en 67
woensdag kan de zitting van kortere duur zijn. Het kan zijn dat niet elke dag de Politierechter zitting heeft, maar dan is er altijd een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepen van meer dan 3 personen graag van te voren even melden: 020-541 5015 (Petra Rodders)
Gerechtshof Amsterdam Bezoekadres Prinsengracht 436 1017 KE Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 1312 1000 BH Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer: Elke dag van 09.30-15.00 uur. Groepen dienen zich van te voren (telefonisch) aan te melden. Individuen moeten zich even ter plekke melden bij de bode.
68
Informatie Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht
Studiejaar 2010-2011
Bijgewerkt tot 26 augustus 2010
1
2
Inhoudsopgave -
Introductie, onderwijsrooster, stage en scriptie Ter inleiding ................................................................................................5 Rooster Masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht 2010/2011...............6 Tweejarige masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht............................8 De arbeidsmarkt ...........................................................................................9 Stages via de Afdeling straf- en strafprocesrecht ......................................10 Het schrijven van een afstudeerscriptie .....................................................12 Het beoordelingschema voor de masterscriptie .........................................19
-
Mastervakken straf(proces)recht Rechtshandhaving – Recht Realiseren.......................................................23 Ideeëngeschiedenis van het strafrecht........................................................26 Capita straf- en strafprocesrecht ................................................................29 Practicum straf(proces)recht ......................................................................32 Penitentiair recht ........................................................................................35 Criminologie voor juristen.........................................................................38 Privatissimum straf(proces)recht ...............................................................41 Internationaal en Europees Strafrecht........................................................44
-
Informatie over docenten Coördinatoren ............................................................................................49 Docenten Master Straf- en strafprocesrecht...............................................51 Individuele medewerkerspagina’s .............................................................52
-
Overige informatie Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) ..........................................................65 Adres- en zittingsinformatie rechtbanken en gerechtshoven .....................66
3
4
Ter inleiding De Leidse master rechtsgeleerdheid bestaat uit een aantal specialisaties. Elke specialisatie kent een vaste kern van vakken en een aantal voor de betreffende specialisatie bijzondere vakken. De vaste kern van vakken maakt duidelijk dat elke masterspecialisatie onderdeel is van de master rechtsgeleerdheid en studenten die in Leiden hun master rechtsgeleerdheid doen bovenal als jurist worden opgeleid. Zij bestaat uit de vakken practicum en privatissimum en twee vakken waaraan studenten van verschillende masterspecialisaties deelnemen. De format van practicum en privatissimum is bij elke specialisatie dezelfde, maar wordt uiteraard per specialisatie apart ingevuld. Hiermee wordt enerzijds een zekere gelijkheid in zwaarte tussen de verschillende specialisaties beoogd, maar anderzijds de eigenheid van elke specialisatie benadrukt. De masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht is uiteraard gericht op verdieping van in de in de bachelor opgedane kennis van het straf- en strafprocesrecht maar geeft daarnaast ook inzicht in nog niet behandelde gebieden van het straf- en strafprocesrecht, namelijk het internationale en Europese strafrecht en het penitentiaire recht. Tevens, en daarmee is de specialisatie anders dan de andere masterspecialisaties, wordt kennisgemaakt met een aan het strafrecht gelieerd wetenschapsgebied, namelijk de criminologie. Zonder kennis van de criminologie is bestudering van het straf- en strafprocesrecht namelijk onvolledig. In dit boekje wordt in de eerste plaats een overzicht gegeven van de vakken die in de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht worden aangeboden. Voltijdstudenten volgen in principe een vast en door studenten als intensief maar ook zeer leerzaam ervaren programma. Hierdoor worden zij geacht in staat te zijn om hun master in één jaar te halen. Hoewel het curriculum vast staat, bestaat er niettemin de mogelijkheid om door het Instituut voor Strafrecht en Criminologie gefaciliteerde stages bij het arrondissements- en ressortsparket van Haarlem en Den Haag en de rechtbank Haarlem en Den Haag te volgen. Informatie hierover is ook in dit boekje te vinden. In de tweede plaats worden ook de docenten die in de master vakken verzorgen of daarin betrokken zijn, voorgesteld. In de derde plaats vindt u informatie over de strafrechtelijke studievereniging Studiekring Over Strafrecht (S.O.S.), waarvan wordt verwacht dat iedere masterstudent lid is, het arbeidsmarktperspectief en adressen van rechtbanken en gerechtshoven voor het bijwonen van zittingen. Ook voor deeltijdstudenten is informatie opgenomen over het volgen van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht. .
5
Rooster Masterspecialisatie Straf- en Strafprocesrecht 2010-2011 1e semester: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen, in de periode 07-09-2010 t/m 05-10-2010, van 15.00 – 17.00 uur, in A 144; en op woensdagen, in de periode 08-09-2010 t/m 06-10-2010, van 19.00 – 21.00 uur, in de Campus Den Haag,, DH1/HV2.
Docenten: Coördinator: Tentamen:
Mr. J.H. Crijns, mr. P.C. Adriaanse, mr. A. Cuyvers Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 14-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 13-01-2011
• Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op donderdagen: op 09-09-2010 en 16-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144; op 23-09-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in C 131; op 30-092010 en 07-10-2010, van 13.00 – 17.00 uur, in A 144.
Docent: Tentamen:
Mr. J.M. ten Voorde (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-10-2010 en schriftelijk hertentamen op 10-01-2011
• Capita Straf- en Strafprocesrecht Onderwijs:
: Docenten: Coördinator: Tentamen:
Werkcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 23-11-2010, van 17.00 – 19.00 uur, in B 041.
Prof.mr. C.P.M. Cleiren, Mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer Mr. J.M. ten Voorde Schriftelijk tentamen op 22-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 24-01-2011
• Practicum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiecollege op 06-09-2010 van 17.00 – 19.00 uur, in B 031. Werkgroepen op de volgende maandagen: 27-09-2010, 18-10-2010, 01-11-2010, 15-11-2010, 29-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur, van 13.00 – 15.00 uur en van 17.00 – 19.00 uur. Al deze werkgroepen vinden plaats in A 014.
Docenten: Tentamen:
Mw mr. M.J. Dubelaar (tevens coördinator), mr. R. Malewicz en mr. W. Morra Som van het cijfer van vijf schriftelijke opdrachten
• Penitentiair Recht Onderwijs:
Hoorcolleges op dinsdagen in de periode 09-11-2010 t/m 14-12-2010, m.u.v. 2311-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in A 144. Werkgroepen op donderdagen in de periode 11-11-2010 t/m 16-12-2010, m.u.v. 25-11-2010, van 09.00 – 11.00 uur en van 11.00 – 13.00 uur, in C 004. (Voor criminologie studenten vinden er werkgroepen plaats op woensdagen in de periode 10-11-2010 t/m 15-12-2010, m.u.v. 24-11-2010, van 11.00 – 13.00 uur, in C 004.) Dus hou er rekening mee bij de inschrijving via uSis, dat de woensdagwerkgroepen alleen voor criminologiestudenten zijn bestemd en de donderdagwerkgroepen alleen voor strafrechtstudenten!
Docenten: Tentamen:
Prof. dr. L.M. Moerings, mw. mr.dr. P.M. Schuyt (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 20-12-2010 en schriftelijk hertentamen op 26-01-2011 6
2e semester: Ten tijde van het drukken van dit boekje waren de roosters van het 2e semester nog niet vastgesteld.
• Criminologie voor juristen Onderwijs: Docenten: Tentamen:
Werkcolleges op…. Responsiecollege op …. Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude (tevens coördinator) Schriftelijk tentamen op 11-03-2011 en schriftelijk hertentamen op 18-04-2011
• Privatissimum Straf(proces)recht Onderwijs:
Introductiewerkgroep op…. Werkgroepen op ….
Docenten:
Mr. G.K. Schoep (tevens coördinator), mr. J.M. ten Voorde, gastdocent
Tentamen:
De som van vier schriftelijke opdrachten, een referaat en de deelname aan discussies tijdens de werkgroep
• Internationaal en Europees Strafrecht Onderwijs:
Werkcolleges op …..
Docenten: Coördinator Tentamen:
Mw. mr.dr. P.M. Schuyt, mr. C. Stahn, e.a. Mr. J.H. Crijns Schriftelijk tentamen op 06-06-2011 en schriftelijk hertentamen op 04-07-2011
• Scriptie Coördinator:
Mw. mr. F.P. Ölcer
N.B: In het bovenstaande onderzicht zijn niet de eventuele wijzigingen opgenomen, die tijdens het studiejaar zijn doorgevoerd. Controleer daarom altijd de college- en werkgroeproosters en de tentamenkalender op de website: http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/sg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/wg/ http://www.leidenuniv.nl/rechten/osi/tntkal/
7
Tweejarige Master Straf- en Strafprocesrecht voor deeltijdstudenten Studenten die in september instromen, wordt aanbevolen om de volgende volgorde te hanteren: 1e jaar: 1e semester: - Practicum Straf(proces)recht - Ideeëngeschiedenis van het Strafrecht of Penitentiair Recht 2e semester: - Criminologie voor Juristen - Internationaal en Europees Strafrecht
2e jaar: 1e semester: - Rechtshandhaving – Recht realiseren - Capita Straf(proces)recht - Penitentiar Recht of Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2e semester: - Privatissimum Straf(proces)recht - Scriptie Bij instroom in januari dient de volgorde van de vakken overlegd te worden met de coördinator van de masterpecialisatie straf- en strafprocesrecht, mr. J.M. ten Voorde. Daartoe kan een afspraak gemaakt worden via het Secretariaat Strafrecht (tel: 071 527 7518 of e-mail:
[email protected]).
8
De arbeidsmarkt Strafrechtjuristen blijven in een samenleving waarin criminaliteit nooit afwezig zal zijn, altijd nodig. Hoewel ook de arbeidsmarkt voor juristen de laatste jaren onder de economische crisis heeft geleden, zijn er ook tekenen dat, met het aantrekken van de economie, ook voor juristen de arbeidsmarkt verbetert. De rechterlijke macht Met name in de rechtspleging bestaat een constante behoefte aan strafrechters, officieren van justitie en strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten. De rechterlijke macht neemt zowel voor de raio-opleiding als voor de griffies en parket-secretariaten strafrechtelijk afgestudeerde juristen aan. Het enkel volgen van een strafrechtelijke master is geen selectiecriterium voor de raio. Op de griffies van de gerechten is geregeld vraag naar gerechtssecretarissen met een strafrechtelijke achtergrond. Voor de parketten van het Openbaar Ministerie bestaat met enige regelmaat vraag naar parketsecretarissen. De advocatuur Strafrechtelijk gespecialiseerde advocaten werken op grote of kleine kantoren in de algemene praktijk of op (enkele) grote kantoren in een strafrechtssectie. Het aantal op strafrecht georiënteerde kantoren is de laatste jaren sterk gegroeid. Hun specialisme wordt alom erkend. Behandeling van zaken voor de Hoge Raad of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt bij deze gespecialiseerde kantoren regelmatig voor. Binnen de politie is een ontwikkeling gaande tot verdere professionalisering waardoor voor academisch geschoolde strafrechtspecialisten meer plaats is. Andere mogelijke werkterreinen De reclassering en de kinderbescherming behoren vanouds tot de werkterreinen voor strafrechtjuristen en ook bij het bureau van de Nationale Ombudsman, de bureaus van sociale raadslieden en verzekeringsmaatschappijen en in andere functies op het terrein van de rechtshandhaving komen strafrechtelijk afgestudeerden terecht. Vanwege de strafrechtelijke aanpak van economische criminaliteit (fraude, witwassen van geld, fraude met EG-subsidies etc.) en milieucriminaliteit (door en in bedrijven, overheden etc.) heeft ook het bedrijfsleven - in toenemende mate - belangstelling voor strafrechtelijk geschoolde juristen. Naast de genoemde mogelijkheden kunnen strafrechtelijk gespecialiseerde juristen terecht in vele functies waarin algemeen opgeleide juristen worden gevraagd, zoals wetgevingsjuristen, de wetgevingsacademie, diverse beleids- en adviesfuncties binnen de onderscheiden ministeries en functies binnen gemeenten. Tot slot kan men nog denken aan functies als: wetenschappelijk onderzoeker in strafrecht/criminologie aan een universiteit, het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie) en het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving).
9
Stages via de Afdeling Straf- en strafprocesrecht Als student van de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht kun je onder andere stage lopen bij een rechtbank, een gerechtshof of het Openbaar Ministerie. Stagelopen is geen verplicht onderdeel van deze master en je kunt er geen studiepunten mee verdienen, maar het is wél een zeer waardevolle aanvulling. Je krijgt de kans de strafrechtspraktijk van heel dichtbij en zeer intensief te leren kennen. Studenten die de stage al hebben gedaan, zijn zonder uitzondering enthousiast over de inhoud van de werkzaamheden en de aard en omvang van begeleiding. Afspraken over stages De Afdeling Straf- en strafprocesrecht heeft met verschillende instanties afspraken gemaakt over onder meer de inhoud en de duur van de stage. De studenten die graag stage willen lopen bij één van de stage-instanties kunnen contact opnemen met de stagecoördinator van de afdeling. Deze zorgt in overleg met de instanties voor de plaatsing van studenten. De stage-instanties zijn: • • •
De rechtbanken in Den Haag en Haarlem Het Openbaar Ministerie in Den Haag (arrondissements- en ressortsparket) De gerechtshoven in Den Haag en Amsterdam
Inhoud In de eerste weken van je stage krijg je uitgebreid de gelegenheid om verschillende soorten strafzaken bij te wonen en mee te kijken over de schouder van een medewerker (griffier of secretaris). Vervolgens leer je hoe je een strafzaak voor de terechtzitting voorbereidt en achteraf weer afrondt (met de nodige begeleiding). Tijdens de stage bij één van de gerechten zal je na enige tijd zelfstandig als griffier optreden en meerdere zaken afhandelen. Tijdens de stage bij de parketten draag je na enige tijd de verantwoordelijkheid voor de behandeling van verschillende dossiers. De gerechten en parketten zorgen zelf voor variëteit in de strafzaken en werkzaamheden waarbij je wordt betrokken. Enkele voorbeelden: • • • • •
meedraaien in het kabinet van de rechter-commissaris werk voorbereiden voor politierechterzittingen griffierwerkzaamheden bij de meervoudige kamer bijwonen raadkamerzittingen overzichtelijk samenvatten van zeer omvangrijke dossiers
De gerechten en parketten zorgen voor een goede begeleiding van de studentstagiair en geven deze ook een officiële eindbeoordeling. Duur De stages zijn full time (vijf of vier dagen in de week). Er wordt natuurlijk altijd rekening gehouden met tentamens, een laatste vak dat je moet volgen of gemaakte afspraken met je scriptiebegeleider. 10
Vergoeding Alle stage-instanties kennen een vergoeding. De hoogte verschilt per instantie. (Let wel: de vergoeding is niet te vergelijken met die van een bijbaantje). Strafrechtelijk dispuut S.O.S. Je kunt natuurlijk ook zelf een stageplaats zoeken, bijvoorbeeld bij een advocatenkantoor. Geregeld worden op de site van het strafrechtelijk dispuut S.O.S. advertenties geplaatst voor incidentele stagemogelijkheden of bijbaantjes. Interesse of meer informatie? Drie keer per jaar houdt de afdeling kennismakingsgesprekken met geïnteresseerde studenten. Na dit gesprek brengen wij de studenten die daar gezien de vordering in hun studie aan toe zijn, in contact met de stage-instantie. De gesprekken vinden plaats in: • • •
juni voor de stageperiode vanaf 1 september november voor de stageperiode vanaf 1 januari maart voor de stageperiode vanaf 1 mei.
Wil je in aanmerking komen voor een stageplaats bij de gerechten of de parketten, of wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar Ard Schoep:
[email protected], stagecoördinator voor de masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht.
11
Over het schrijven van een afstudeerscriptie Het is goed om je zo vroeg mogelijk in de masterfase te gaan bezighouden met datgene waar het toch op uitdraait: het schrijven van een afstudeerscriptie. Het is erg nuttig om bij de vakken die je volgt te ontdekken welke onderzoeksgebieden je goed liggen en je interesseren, en ook om de schriftelijke vaardigheden die je opdoet bij vakken als Practicum en Privatissimum te kunnen aanwenden voor het schrijven van je afstudeerscriptie. Hier volgt de informatie die voor elke student die strafrechtelijk wil afstuderen, van belang kan zijn.
Het kiezen van een onderwerp Het begin Voor het schrijven van een afstudeerscriptie is het goed om al in een vroeg stadium één of meerdere onderwerpen te vinden waar je over zou willen schrijven. Als eerste voorwaarde geldt dat voor een strafrechtelijke scriptie het onderwerp ‘voldoende juridisch’ én ‘voldoende strafrechtelijk’ is, dat wil zeggen dat er een strafrechtelijke benadering van het onderwerp mogelijk is. Het is vaak zo dat scriptieonderwerpen worden ingegeven door onze Mastervakken als Ideeëngeschiedenis, Penitentiair recht, Recht Realiseren (Rechtshandhaving), Criminaliteit & Sanctionering en Internationaal & Europees recht. Ook de onderwerpen die aan de kaak worden gesteld in het Practicum of het Privatissimum kunnen leiden tot ideeën voor een onderwerp. Probeer in je onderwerpkeuze wel los te komen van de onderwerpen die je al heel concreet bij de Mastervakken hebt behandeld. Vrije keuze De keuze van een geschikt onderwerp is vooral een kwestie van je eigen interesse en gericht zoeken. Interesse is belangrijk, want een scriptie schrijven is voor de meeste studenten toch een hele klus. Een onderwerp dat je zelf boeiend vindt, verlicht de last. Laat je niet van de wijs brengen door medestudenten die zeggen dat er onderwerpen zijn waarover je niet zou mogen schrijven, bijvoorbeeld omdat een andere student daar al over heeft geschreven. Geen enkel onderwerp geniet een beschermde status en er is ook geen onderwerp dat is verboden. Natuurlijk is het wel leuk als je een origineel thema weet aan te snijden. Een gesprekje met de scriptiecoördinator kan je daar ongetwijfeld bij helpen. Als je eenmaal een onderwerp hebt bedacht, vraag dan voor de zekerheid na of je met dat onderwerp aan de slag kunt gaan. Los van de vrijheid die je hebt in je onderwerpkeuze, kan het namelijk zo zijn dat een bepaald onderwerp al zo vaak is beschreven (in scripties of in het algemeen) dat het erg moeilijk wordt een scriptiebegeleider te vinden. Voorbeelden Er zijn studenten die van begin af aan weten wat hen interesseert. De ene student heeft als hobby het werken met computers en het bouwen van de meest complexe netwerken; wellicht dat hij of zij zich wil verdiepen in de opsporing van strafbare feiten door middel van ICT-toepassingen of in computercriminaliteit. Een andere student heeft weer veel affiniteit met voetbal en zal zich willen verdiepen in de aanpak van voetbalgerelateerd geweld of het strafrecht als ultimum remedium bij ernstige overtredingen op het voetbalveld. Weer een andere student heeft in de Bachelorfase van de studie een keuzevak gevolgd, bijvoorbeeld op het gebied van het jeugdrecht, de forensische psychiatrie of de criminalistiek, dat hij of zij voor zijn scriptieonderzoek dat terrein nader wil verkennen, bijvoorbeeld met de vraag onder welke voorwaarden op jeugdigen het volwassenenstrafrecht mag worden toegepast en wat daarvan is te verwachten. 12
Zoeken naar een onderwerp Meestal is het echter zo, dat een student nog niet zo goed weet welk onderwerp hij of zij zal kiezen. In dat geval adviseren wij studenten zich op het internet en in de bibliotheek van de Faculteit te verdiepen in bijvoorbeeld recente wetsvoorstellen en wetswijzigingen (www.rechtsorde.nl, www.rijksoverheid.nl/justitie), in kamervragen die aan de minister van Justitie worden gesteld, in onderwerpen die worden besproken in vakbladen (denk aan Ars Aequi, Delikt & Delinkwent, het Nederlands Juristenblad, Strafblad, Nieuwsbrief Strafrecht, Proces), in krantenartikelen en journaals op televisie om ideeën op te doen. Je moet even zoeken, maar dan heb je wel een reeks van mogelijke onderwerpen. Even doorzoeken Kijk vooral verder dan je neus lang is: in het Nederlands Juristenblad wordt bijvoorbeeld tweejaarlijks een Kroniek van het straf(proces)recht afgedrukt, met daarin tal van actuele, maar misschien voor studenten minder voor de hand liggende ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Op de websites van het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie worden vaak interessante beleidsplannen gepresenteerd die de nodige consequenties hebben voor de strafrechtspraktijk en ingrijpende voorstellen die de beginselen van ons strafproces of de materieelrechtelijke leerstukken onder druk zetten. Ook worden op de websites van het Openbaar Ministerie en de rechtspraak (www.rechtspraak.nl) hele dossiers bijgehouden over spraakmakende onderwerpen. De meeste tijdschriften geven maandelijks een mooi overzicht van recente strafrechtelijke jurisprudentie; Delikt & Delinkwent bespreekt bijvoorbeeld met regelmaat ontwikkelingen in de rechtspraak per thema. Het Strafblad werkt elke twee maanden met een themanummer rondom een actueel onderwerp. Vergeet ook niet jezelf te abonneren op allerlei gratis nieuwsbrieven en rss-feeds van de genoemde websites en bekende juridische uitgevers zoals Kluwer en Sdu (beperk je wel tot het thema straf(proces)recht). Geen lijsten met scriptieonderwerpen Het is de bedoeling dat je zelf een onderwerp bedenkt en op papier zet, al dan niet met de hulp van de scriptiecoördinator. Op onze afdeling hebben we helaas geen lijst van onderwerpen waaruit de student een scriptieonderwerp kan kiezen. Gezien het aantal instromers per collegejaar is het niet te doen voor alle studenten geschikt scriptieonderwerpen te bedenken. Het is bovendien toch vaak zo dat een student met een zelfbedacht onderzoek langer gemotiveerd blijft om het onderzoek af te ronden. Soms geeft een docent aan de scriptiecoördinator een thema door waarop hij of zij graag nader onderzoek zou willen doen en waarbij de scriptiebegeleiding van een student hem of haar kan helpen. Ook dan loont het de moeite even langs te gaan bij de scriptiecoördinator.
Een eerste opzet van je scriptie Een opzet is nodig om een begeleider te krijgen Heb je eenmaal een onderwerp gekozen, dan is het de bedoeling dat je een eerste opzet van je scriptie samenstelt. Met deze eerste opzet wordt het voor de scriptiecoördinator mogelijk om een geschikte begeleider voor je te zoeken die minstens net zoveel interesse heeft in het onderwerp als jijzelf. Mocht je nog niet eerder contact hebben gezocht met de scriptiecoördinator (je zou al een afspraak kunnen hebben gehad omdat je het erg lastig vond een geschikt onderwerp uit te denken), dan is dit het aangewezen moment. Een eerste opzet bestaat altijd uit een vijftal onderdelen, namelijk een beknopte inleiding, een probleemstelling, een uitgewerkte vraagstelling, een korte inhoudsopgave en een eerste versie van de literatuurlijst. De opzet maakt zo onder meer duidelijk hoe je tegen het 13
onderwerp aankijkt, hoezeer je je al in de materie hebt verdiept en in welke richting je afstudeerscriptie zich in eerste instantie zal begeven. Een beknopte inleiding Het eerste hoofdstuk van je scriptie is de inleiding, met daarin vier van de vijf genoemde onderdelen van je scriptieopzet (de literatuurlijst staat daar natuurlijk niet in). Die inleiding kan je vaak pas achteraf helemaal goed uitschrijven, maar voor je scriptieopzet is het wel belangrijk dat je in ongeveer anderhalve pagina aangeeft hoe je tot het onderwerp bent gekomen: de aanleiding. Het is natuurlijk de bedoeling dat je dat al direct juridisch inhoudelijk aanpakt! Begin niet te persoonlijk en te oppervlakkig in de trant van ‘ik vind dat er te licht wordt gestraft in Nederland en daarom moeten de maximumstraffen veel hoger worden, nu krijgen criminelen vaak alleen maar een taakstraf’. Het is beter algemeen in te steken (‘De rechter heeft in Nederland van oudsher veel vrijheid in concrete strafzaken de hoogte van de straf te bepalen’) en te proberen in je aanleiding het onderwerp te introduceren (‘Enkele recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf van twintig naar dertig jaar hebben die vrijheid vergroot’), de lijn van de scriptie aan te geven (‘Dit heeft er echter niet toe geleid dat de rechter significant zwaarder is gaan straffen’), enkele beperkingen in je onderzoek aan te geven (‘De rechter is zelfs tot op heden vrij voor alle delicten die zijn bedreigd met een gevangenisstraf of een geldboete een taakstraf op te leggen’) en de lezer naar je probleemstelling te leiden (‘Is de taakstraf wel geschikt als sanctie bij ernstige delicten zoals moord en doodslag’). Let wel: de aanleiding zoals die hierboven met enkele zinnen is uitgewerkt, is natuurlijk veel te beknopt en te weinig onderbouwd. De probleemstelling Van de opzet is het schrijven van een goede probleemstelling verreweg het moeilijkste onderdeel. Je zal bijvoorbeeld in de loop van je scriptieonderzoek wel bemerken dat er de nodige haken en ogen zitten aan dit beginpunt van je scriptie, ondanks het feit dat je zoveel aandacht hebt besteed aan een goede probleemstelling. Waar het op neer komt is dat je bij aanvang van je scriptieonderzoek jezelf een probleem stelt, het probleem kort beschrijft en probeert aan te geven hoe je het probleem (en mogelijk de oplossing) gaat onderzoeken. Probeer maar eens in een alinea (zo’n tien à vijftien regels) heel scherp te formuleren waarom je het onderwerp dat je hebt gekozen problematisch vindt, waarom het probleem dient te worden opgelost en hoe jij denkt dat te gaan doen. Iets anders geformuleerd: je moet oog hebben voor de beschrijvende kant van je probleemstelling (Hoe ziet het probleem er feitelijk uit), en voor de normatieve kant ? Is dit een goede of slechte zaak? Waar zie ik mogelijke oplossingen?). Beide aspecten zijn bij je aanvankelijke probleemstelling alleen aangestipt, je gaat immers zoeken naar mogelijke oplossingen en je zal gedurende het schrijven van je scriptie onvermijdelijk je probleemstelling aanpassen. De vraagstelling en de inhoudsopgave Je probleemstelling leidt uiteindelijk tot één allerbelangrijkste onderzoeksvraag, de hoofdvraag, de vraag die je in je scriptieonderzoek gaat beantwoorden ten einde het door jou geconstateerde probleem op te lossen. Voor alle duidelijkheid: een probleemstelling is dan ook iets anders dan een vraagstelling. Voor het beantwoorden van die hoofdvraag heb je weer allerlei deelvragen nodig, die je logischerwijs in een bepaalde volgorde zal stellen. Het bijzondere aan deze deelvragen is dat zij in belangrijke mate de volgorde van je inhoudsopgave bepalen. Schrijf na je probleemstelling ook je vraagstelling uit door aan te geven wat je per hoofdstuk ongeveer wilt gaan onderzoeken. Je kunt proberen te vermijden een opsomming van vragen te geven (‘In hoofdstuk zal worden onderzocht…’; De aandacht gaat daarbij uit naar…’; ‘In navolging van deze paragraaf zal … verder 14
worden behandeld’). De opsomming van vragen komt wel weer in je inhoudsopgave, vaak geven de genummerde hoofdstukken en de paragrafen namelijk je onderzoeksvragen in de juiste volgorde weer. Vaak passen de uitgewerkte vraagstelling en de inhoudsopgave precies op elkaar. De voorlopige literatuurlijst De voorlopige literatuurlijst die je tezamen met de scriptieopzet aanlevert bij de scriptiecoördinator zal minimaal zo’n twintig verschillende bronnen (artikelen, boeken, handboeken, jurisprudentie, internetbronnen, etc.) beslaan. Dit geeft weer hoeveel je al van het onderwerp hebt gelezen en wat het instapniveau van het onderzoek is. De beknopte inleiding tenslotte maakt duidelijk welke juridische, rechtspolitieke, maatschappelijke ontwikkelingen, of welk arrest, of welke strafrechtelijke relevante gebeurtenis voor jou de aanleiding hebben gevormd om het gekozen onderwerp te problematiseren en te onderzoeken.
De scriptiecoördinator Afspraak met de scriptiecoördinator Nadat je een onderwerp hebt gekozen en je een eerste opzet van je scriptie hebt samengesteld, is het tijd om je tot de scriptiecoördinator Pınar Ölçer te wenden. Het is het makkelijkst als je haar een e-mail (
[email protected]) stuurt met daarin een korte introductie van jezelf en je eerste scriptieopzet in een los document als bijlage. De taak van de scriptiecoördinator is om de scriptieopzet marginaal te toetsen. Het onderwerp moet niet te ruim zijn en er moet iets blijken van het toetsend kader en zo zijn er nog veel meer problemen die al in een beginstadium de kop op kunnen steken. Bij goedkeuring van de scriptieopzet stelt de scriptiecoördinator vast wie de scriptie zal begeleiden. Daarna worden afspraken over het inleveren van stukken e.d. met de scriptiebegeleider gemaakt. Op de BB-omgeving voor master scripties strafrecht staat veel nadere informatie. Het komt vaak voor dat een student zijn of haar scriptieopzet eerst nog wil bespreken voordat hij of zij een begeleider krijgt toegewezen, of dat de coördinator het nodig vind dat die eerste opzet wordt besproken en wordt aangepast. In dat geval wordt een afspraak gemaakt. Elke maand worden er afspraken gemaakt op specifieke dagen. Op de BBomgeving voor de master scripties strafrecht, worden deze dagen vermeld. Als je een afspraak wil maken, moet je een mail te sturen naar dhr. W. Bonis (
[email protected]). Zoeken naar een begeleider Indien de scriptieopzet is goedgekeurd, zal de coördinator op zoek gaan naar een begeleider, waarbij het altijd mogelijk is dat de student zijn of haar voorkeur voor een bepaalde docent aangeeft. Nadat een docent heeft aangeven bereid te zijn een student te begeleiden, zal de scriptiecoördinator de student berichten dat hij of zij contact kan opnemen met de hem toegewezen scriptiebegeleider. En dat is dan het echte begin van een mooi scriptieonderzoek!
Scriptieplanning Wanneer schrijven aan de scriptieopzet? Het schrijven van een afstudeerscriptie levert een student de laatste 10 ECTS op. Voor 15
het schrijven van de afstudeerscriptie is een periode van 280 uur in de Master gereserveerd in het tweede deel van het tweede semester (maart tot en met juni). Het is de bedoeling dat de studenten die instromen in september – het eerste semester van de master – ook daadwerkelijk in april beginnen te schrijven aan hun afstudeerscriptie. Dit betekent dat je de relatief rustige onderwijsperiode in januari aangrijpt om je te verdiepen in een onderwerp en je scriptieopzet samen te stellen. Wanneer de scriptieopzet aanleveren? Voor het collegejaar 2010/2011 wordt elke masterstudent aangeraden zich vóór maandag 31 januari 2011 te melden bij de scriptiecoördinator met een scriptieopzet. In de periode tot aan maart 2011 kan de scriptiecoördinator dan aan de slag om een scriptiebegeleider te zoeken. Planning van de begeleiding Het is belangrijk om te weten dat in de periode van juli en augustus geen scriptiebegeleiding kan worden gegeven, aangezien dat de periode is waarin veel docenten op vakantie gaan en waarin zij hun eigen onderzoek hebben te doen. Wil je derhalve in augustus afstuderen, zoals dat de bedoeling is volgens het masterrooster, dan kan het niet anders dan dat je begint met het schrijven van je afstudeerscriptie in april, direct na het vak Privatissimum. Zo heb je vier maanden de tijd om intensief te schrijven, en kan je de maanden juli en (de eerste twee weken van) augustus gebruiken voor de laatste aanpassingen en het verkrijgen van goedkeuring door je scriptiebegeleider en de tweede lezer. Het beoordelen van de laatste versie van je scriptie eind juli of begin augustus is alleen aan de orde als je begeleider je eind juni heeft gezegd dat die afronding ook haalbaar is. Door het grote aantal Master-studenten en de relatief kleine onderwijsstaf kan de duur van de scriptiebegeleiding niet langer dan vier maanden zijn. Houdt ook daar rekening mee met in de planning van het schrijven aan de scriptie. Scriptieplanning voor de februari-instromers Voor studenten die in het tweede semester van het collegejaar 2010/2011 instromen in de Master, is het de bedoeling dat zij in de periode die staat gereserveerd voor het daadwerkelijke schrijven aan de afstudeerscriptie (maart tot en met juni) zich gaan verdiepen in een onderwerp en de scriptieopzet samenstellen. Ondanks het drukke eerste semester van het collegejaar 2011/2012 dat zich dan nog aandient, kunnen zij in de tweede helft van dat semester toch voortvarend aan de slag met de afstudeerscriptie. Het is in elk geval de bedoeling dat deze studenten zich vóór 1 oktober 2011 melden bij de scriptiecoördinator met hun scriptieopzet.
Het begeleidingstraject Het begin van de begeleiding Nadat je door de scriptiecoördinator een begeleider hebt toebedeeld gekregen, kun je je eerste afspraak met je begeleider maken. Probeer dit zo snel mogelijk te regelen, de begeleidingstermijn begint namelijk te lopen op het moment dat je hebt gehoord wie je begeleider is. In een eerste begeleidingsgesprek is het goed te bespreken waar je met je onderzoek naar toe wilt, wat je wilt bereiken. Een gedegen scriptieopzet is een heel goed richtsnoer. De begeleider heeft zelf vast ook veel ideeën over het onderzoek en samen kunnen jullie een plan de campagne maken. De begeleider zal met een ander oog naar je scriptieopzet kijken dan de coördinator, veel meer inhoudelijk (de coördinator toetst de opzet marginaler). Het kan zijn dat je je opzet (opnieuw) moet aanpassen. Dat is soms 16
lastig, maar het hoort wel bij het doen van onderzoek. In het eerste gesprek kan je alvast afspraken met elkaar plannen, deadlines voor het inleveren van hoofdstukken vaststellen, aangeven wanneer je wilt afstuderen en andere verwachtingen omtrent je scriptieonderzoek uiten. Het maken van afspraken Het scriptietraject veronderstelt dat je goed contact blijft houden met je begeleider. Het komt nog wel eens voor dat studenten vast komen te zitten en zich lange tijd niet meer (durven te) melden bij hun begeleider. Dat is gek, want je begeleider is er juist om je verder op weg te helpen. Zorg ervoor dat je consequent reageert op e-mails en dat je je afspraken nakomt, of dat je het op zijn minst gewoon eerlijk zegt als je het niet redt een bepaald hoofdstuk op tijd in te leveren. Mede vanwege het feit dat je 'groeit' in je onderwerp en er zoiets bestaat als een voortschrijdend inzicht dat je gedurende het schrijven van je scriptie ontwikkelt, is het goed om steeds een los hoofdstuk in te leveren, in plaats van in één keer de gehele scriptie. Dat laatste is ook niet toegestaan: het betekent voor je begeleider veel nakijkwerk in één keer, met voor jou het risico dat het helemaal over moet, en de scriptie is bijvoorbeeld ook lastig te controleren op plagiaat. Eindbeoordeling Na diverse begeleidingsgesprekken en beoordelingsmomenten kom je zover dat je een eindversie van de scriptie gaat aanleveren. Deze eindversie wordt niet alleen beoordeeld door je begeleider, maar ook door een zogenoemde 'tweede lezer'. Deze tweede lezer is al aan het begin van je begeleidingstraject aangewezen door de coördinator, vaak geheel willekeurig. De tijd die nodig is voor de eindbeoordeling is minimaal twee weken, tenzij daar afwijkende afspraken over zijn gemaakt met je begeleider. Dit betekent dat je bij het aanvragen van je afstuderen voor een bepaalde rekening dient te houden met die leestermijn. Voor de beoordeling van de eindversie is het noodzakelijk dat je drie stuks van de - al dan niet ingebonden - papieren versie inlevert bij je begeleider (niet alleen voor de twee beoordelaars, maar ook één voor het archief). Je kunt dan niets meer aan de scriptie veranderen. Naast de papieren versie vragen we je een digitale versie aan te leveren, in pdf-formaat. Dit document kun je naar Wim Bonis mailen (
[email protected]), die het archief voor het Instituut voor Strafrecht beheert. Het is niet nodig op de digitale versie al je gegevens te vermelden: adresgegevens en telefoonnummers kunnen achterwege blijven. Het moet wel duidelijk zijn wie de scriptie heeft geschreven (naam, studentnummer), wanneer je bent begonnen met de scriptie en wie de eerste en tweede lezer zijn geweest. In het eindgesprek dat je met je begeleider hebt, krijg je te horen met welk cijfer de scriptie is gehonoreerd en kan je over de scriptie en het begeleidingstraject napraten. Je begeleider levert de papieren versie(s) in bij Wim Bonis, tezamen met de twee beoordelingsformulieren (van je begeleider en van de tweede lezer) en met het cijferbriefje. Je krijgt zelf een afschrift van dit cijferbriefje en daarmee kun je je melden bij het Onderwijs Informatie Centrum (OIC) om je afstuderen aan te vragen. Een voorbeeld van een beoordelingsformulier voor de Master-scriptie is als bijlage aan dit bericht gehecht. Afstuderen! Het afstuderen van rechten is altijd op de laatste donderdag van de maand, tenzij er iets bijzonders op die donderdag is. In december is het afstuderen altijd op de laatste 17
donderdag voorafgaand aan Kerstmis en op Hemelvaartsdag is er bijvoorbeeld nooit een afstudeersessie ingepland. Om in een bepaalde maand te kunnen afstuderen, dien je twee weken vóór de afstudeerdatum je cijfers te hebben ingeleverd en je afstuderen te hebben aangevraagd (denk ook aan de leestermijn!). Stel dat je op donderdag 26 mei 2011 wilt afstuderen, dan moet je alles hebben geregeld uiterlijk op donderdag 12 mei 2011 en eind april je eindversie hebben ingeleverd. Houdt rekening met mogelijke afwijkende sluitingstijden van het OIC.
18
Beoordelingsschema Masterscripties Vraagstelling
Structuur van het betoog
Kwaliteit van de argumentatie Vindt er een zelfstandige en adequate inventarisatie plaats van relevante argumenten en gezichtspunten; worden argumenten tegen elkaar afgewogen in plausibele (tussen-) conclusies; worden begrippen, argumenten etc. adequaat geproblematiseerd? Doorgaans juist en relevant, maar aarzelend, weinig problematiserend, blijft dicht bij de gebruikte literatuur en/of jurisprudentie
Is er een duidelijke, werkbare en goed gemotiveerde vraagstelling; is er een passend beoordelingskader?
Werkt het betoog op zinvolle en samenhangende wijze de vraagstelling (en het beoordelingskader) uit; sluit de conclusie aan op de vraagstelling; besteedt deze aandacht aan nieuwe vragen die zijn opgekomen?
6
Uitwerking en motivering van de vraagstelling laten te wensen over
De relatie vraagstelling/ betoog/ conclusie is weliswaar voldoende te volgen, maar overtuigt niet geheel
7
Duidelijke vraagstelling.
Leidt via navolgbare tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Enig eigen denkwerk verricht, aandacht voor tegengestelde meningen, maar academische verdieping ontbreekt
8
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader
Leidt via aaneensluitende tussenstappen naar een gefundeerde conclusie
Goede, representatieve beschrijving van uiteenlopende argumenten, gedegen afweging in zelf geformuleerde conclusies; een eerste proeve van academisch onderzoek
9/ 10
Duidelijke, goed gemotiveerde vraagstelling met interessant beoordelingskader; origineel en vernieuwend onderwerp
Een meeslepend betoog dat vanaf de vraagstelling tot aan de conclusie boeit en overtuigt of tot interessante discussie leidt
Nieuwe gezichtspunten, argumenten, c.q. afwegingen maken het stuk een goede basis voor wetenschappelijke publicatie
Gebruik van de relevante literatuur Is de evident relevante literatuur en jurisprudentie verwerkt op een wijze die recht doet aan de inhoud; zijn door eigen onderzoek nieuwe bronnen van informatie gevonden?
Vormgeving en presentatie Is het stuk goed leesbaar door onder meer: - duidelijke hoofdstuk- en paragraafindeling van het betoog - adequate literatuurverwijzing - leesbare stijl zonder taalfouten?
Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; weinig of geen verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is niet onjuist maar blijft oppervlakkig Wel de meest relevante literatuur en jurisprudentie geraadpleegd; enig verder eigen onderzoek; gebruik van literatuur en jurisprudentie is adequaat
Het volgen van het betoog vereist inspanning van de lezer, doordat de indeling van het betoog, de bronverwijzing en/of stijl en taalgebruik te wensen overlaten
Goed gedocumenteerd stuk op basis van eigen onderzoek naar informatiebronnen, inclusief rechtsvergelijkende, rechtshistorische en/of internationale bronnen; gebruikte informatie is grondig benut Hoge documenterende waarde doordat moeilijk toegankelijke of ongebruikelijke bronnen van informatie zijn benut
Een mooi opgezet, verzorgd verhaal met adequate bronverwijzing, zonder stijl- en taalfouten
Het betoog is goed leesbaar, maar zou nog duidelijk hebben geprofiteerd van een goede eindredactie
(ook) qua vormgeving zonder meer publicabel
Korte toelichting op onderdelen: a. De criteria hebben geen 'gewicht' gekregen. Een rekenkundige benadering zou slechts schijn-exactheid opleveren. Voor elk deelaspect is weliswaar beschreven hoe een cijferbeoordeling tot stand kan komen, maar dit levert toch niet meer dan indicaties op. Het is dan ook heel goed denkbaar dat een stuk dat op geen van de vier criteria meer dan een zesje scoort, als onvoldoende wordt beoordeeld. b. Indien de scriptie niet voldoet aan de richtlijnen voor het cijfer zes moet een onvoldoende worden toegekend en bepaalt de docent welke onvoldoende wordt toegekend. c. Naast de genoemde criteria kan de docent ook andere omstandigheden naar eigen inzicht meewegen, zoals werk- en leerhouding van de student tijdens het schrijfproces. Zo is een goede betoogstructuur nauwelijks een verdienste van de student te noemen waar de docent terzake uitvoerige aanwijzingen heeft moeten geven; het zelfde geldt bij bijvoorbeeld de beoordeling van taal en stijl.
19
20
Vakbeschrijvingen Mastervakken straf(proces)recht: • Rechtshandhaving – Recht Realiseren • Ideeëngeschiedenis van het strafrecht • Capita straf- en strafprocesrecht • Practicum straf(proces)recht • Penitentiair recht • Criminologie voor juristen • Privatissimum straf(proces)recht • Internationaal en Europees strafrecht
21
22
Rechtshandhaving - Recht realiseren Vakbeschrijving Rechtshandhaving - Recht realiseren 23011016 Code: mr. J.H. Crijns e.a. Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Rechtsnormen zullen moeten worden toegepast. Die toepassing vindt plaats via processen van uitvoering (het formuleren van beleid, het uitoefenen van bevoegdheden door bestuursorganen en burgers, het sluiten van contracten, het nemen van beschikkingen, het in het leven roepen van bestuursorganen en en strafrecht soms gelijktijdig en geïntegreerd worden ingezet om handhavingsdoelen te effectueren. De integratie tussen de verschillende deeldisciplines komt aan de orde door hun complementaire, overlappende en concurrerende aspecten te laten zien. Daarbij zal ook worden ingegaan op de coördinatieen afstemmingsproblemen. Uiteraard wordt daarbij ruime aandacht besteed aan de eisen, die voortvloeien uit de internationale mensenrechtenverdragen en het recht van de Europese Unie. Het perspectief van handhaving door de overheid wordt tot uitgangspunt genomen. Het gaat hierbij om handhaving van objectief publiekrecht, al of niet via verwezenlijking van subjectieve rechten van individuele burgers. Het perspectief van die individuele burgers, dat met name gericht is op verwezenlijking van hun individuele rechten komt vooral aan de orde als uitwerking van het perspectief van de overheid en vanuit vergelijkend perspectief. Het vak is verbonden met de onderzoeksprogramma’s Criminal Justice en Securing the rule of law in a world of multilevel jurisdiction.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is: In het vak Rechtshandhaving – Recht realiseren krijgt de student een ‘helicopter view’ op het recht. Het vak bouwt voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding. Het vak beoogt studenten inzicht te geven in de grondslagen, samenhang en verschillen tussen de uiteenlopende deeldisciplines. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • •
Juridische kennis: met name inzicht in de grondbeginselen van het recht en in de onderlinge samenhang van de deelgebieden (staats- en bestuursrecht, strafrecht en Europees recht) Vaardigheden: Studenten worden met name getraind in het zelfstandig verwerven van inzicht en kennis van de samenhang tussen de verschillende juridische disciplines (strafrecht, staats- en bestuursrecht en Europees recht). 23
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mr. J.H. Crijns e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de per week aangegeven stof.
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen in essayvorm. Inleverprocedures Geen Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: •
De voorgeschreven literatuur wordt integraal opgenomen in de reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011
Werkboek: Geen. Reader: Reader Rechtshandhaving – Recht realiseren 2010-2011 Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
24
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.14 Bereikbaarheid: Per e-mail, en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: 9:00 – 17:00 uur (ma/di/do/vr) Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Geen.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
25
IDEEËNGESCHIEDENIS VAN HET STRAFRECHT Vakbeschrijving Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 23011306 Code: mr. J.M. ten Voorde Docent(en): 5 ECTS: 500 Niveau: Semester 1 Periode: Blok: Nederlands Voertaal:
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Strafrecht wordt zowel in zijn theoretische basis als in zijn toepassing gekenmerkt door een inherente spanning tussen belangen van de gemeenschap als geheel en belangen van de individuele burger. De positie van de overheid en de legitimatie van het publiekrechtelijk karakter van ons strafrecht en onze strafrechtscultuur brengt met zich mee dat dit spanningsveld in de loop van de tijd niet minder is geworden, maar wel voortdurend van kleur verandert. In de loop van de geschiedenis is deze problematiek vooral aan de orde gesteld en bestudeerd vanuit het perspectief van de straf- en strafrechtstheorie. Deze benadering heeft onder meer bijgedragen aan een tamelijk rijk geschakeerd veld van straf(rechts)theorieën, waarin de rechtsstaatgedachte, de democratische beginselen en grondslagen van strafrecht en strafvordering, alsmede fundamenten voor al dan niet gedetermineerde persoonlijke en sociale verantwoordelijkheden centraal staan. In de huidige strafrechtspleging is noch de bedoelde spanning, noch de noodzaak van bestudering van en discussie over die spanning verdwenen. In de huidige tijd komt dit spanningsveld met name naar voren in reacties en kritiek op de ‘criminele politiek’, de wijze waarop de overheid, met het wettelijk kader van het formele en materiële strafrecht als basisinstrument keuzes maakt om beleid te realiseren en eventueel in wetgeving neer te leggen. Discussies over de legitimiteit van die keuzes vinden hun fundament in dezelfde waarden en normen die (destijds) vorm kregen in de straf(rechts)theorieën.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van deze cursus is om met behulp van de ideeëngeschiedenis van het strafrecht de student een instrumentarium mee te geven voor een kritische beschouwing van de criminele politiek van vandaag en in de toekomst en de studenten vertrouwd te maken met een hedendaagse ‘vertaling’ van de in de ideeëngeschiedenis ontwikkelde opvattingen, posities, waarden en normen. Die vertaling zal zichtbaar worden gemaakt door actuele crimineel-politieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van de relevante strafrechtelijke ideeëngeschiedenis. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende historische en rechtstheoretische kennis van het strafrecht om het juridisch discours binnen het vakgebied in zijn historische en huidige maatschappelijke context te kunnen plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De verkregen basiskennis moet de student voldoende diepgang bieden voor het zich verplaatsen in de rol van de te onderscheiden actoren in het hedendaagse strafrecht en voldoende analytische vaardigheid om zorgvuldig beargumenteerde keuzes te maken ten aanzien van actuele strafrechtelijke en crimineel-politieke vraagstukken. De te verwerven kennis vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een wetenschappelijke 26
bestudering van, respectievelijk attitude ten aanzien van het strafrecht. Er wordt in de hoorcolleges zo veel mogelijk gewerkt met de socratische methode. Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
kennis van strafrechtelijke ‘traditie’ academische attitude vaardigheid om academische attitude te benutten t.a.v. concrete en actuele strafrechtelijke vraagstukken.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de per week voorgeschreven literatuur. Zie reader.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Naam docent: mr. J.M. ten Voorde Vereiste voorbereiding door studenten: tijdens de werkgroepen worden door groepjes studenten presentaties gehouden. De inhoud zal nog nader worden uitgewerkt en worden weergegeven op Blackboard.
Andere onderwijsvorm(en) Zelfstudie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen; open vragen/essayvragen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Werkboek:
Vakspecifieke literatuur, te weten: •
Reader Ideeëngeschiedenis van het strafrecht 2010-2011
27
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.21 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard Telefoon: 071 – 527 8928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie, reflectie en het ontwikkelen van het op een academisch verantwoorde wijze kunnen innemen van positie.
28
CAPITA STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Code: 23011312 Docent(en): Prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölcer ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER)
Beschrijving Materieel en formeel strafrecht bestaan uit diverse complexe onderwerpen. Deze zijn veelal in de bachelorfase aan de orde geweest en worden in de masterfase in beginsel als bekend verondersteld. Grondige kennis van een aantal van deze onderwerpen is echter dermate belangrijk dat zij in de masterfase moeten worden uitgediept. In het vak capita straf- en strafprocesrecht geldt als rode draad een verdieping van het straf- en strafprocesrecht aan de hand van een aantal onderwerpen. De keuze voor die onderwerpen wordt bepaald door de actualiteit en afgestemd op de inhoud van de overige vakken van de masterspecialisatie straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder practicum straf- en strafprocesrecht en privatissimum straf- en strafprocesrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: Dit vak beoogt een verdieping te geven van de in de bachelor opgedane kennis van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht en enkele onderdelen van formeel strafrecht. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: •
•
verdieping van enkele belangrijke leerstukken van materieel strafrecht. De kennis die zij hebben opgedaan in de bestudering van deze leerstukken, biedt handvatten ook de andere leerstukken van materieel strafrecht op vergelijkbare, intensieve, wijze te bestuderen. verdieping van onderdelen van formeel strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: prof. mr. C.P.M. Cleiren, mr. J.H. Crijns, mw. mr. F.P. Ölçer Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. 29
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk open boek tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de in de reader opgenomen literatuur en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • •
Reader met artikelen Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. sheets.
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.M. ten Voorde Werkadres: Steenschuur 25, Kamer C1.21 Bereikbaarheid: tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071-5278928 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & criminologie Afdeling: Straf- en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071-5277518 E-mail:
[email protected] 30
Opmerkingen Het vak gaat uit van zelfstudie en verdieping in leerstukken van formeel en materieel strafrecht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
31
PRACTICUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011304 Docent(en): Mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, Mr. W. Morra ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving In het kader van het practicum straf- en strafprocesrecht maakt de student opdrachten die aansluiten op de realiteit van de strafrechtspleging. Bij de vorm van deze opdrachten ligt het accent op het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, toegespitst op de functie van een dergelijk stuk (zoals een pleidooi van een raadsman, een appelmemorie van de officier van justitie, een conclusie van een AG bij de Hoge Raad, een verzoekschrift aan het EHRM). De inhoud van de opdrachten vergt verdieping van de student in diverse thema’s van het materiële en formele strafrecht, mede bezien vanuit de optiek van een specifieke rol (die door de vorm wordt bepaald).
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is tweeledig. Enerzijds beoogt het vak de student vertrouwd en vaardig te maken met een aantal voor de rechtspraktijk noodzakelijke ambachtelijke vaardigheden, het verwerven van de daarvoor benodigde kennis van het vakgebied en de daarvoor benodigde documentatie, alsmede het strategisch doch juridisch juist gebruiken van de opgedane kennis. Anderzijds beoogt het vak de bij de studenten in de Bachelorfase opgedane kennis van en inzicht in het straf(proces)recht verder te verdiepen door een aantal specifieke strafrechtelijke leerstukken en thema’s aan de orde te stellen aan de hand van een concrete casus. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • •
hij heeft inzicht verkregen in de (procedurele) toepassing van het straf- en strafprocesrecht en is in staat kennis over het positieve recht in de context van de rechtspraktijk te plaatsen; hij is in staat de reeds opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van (keuzes binnen) de rechtspraktijk; hij is in staat om de juiste informatie te zoeken om problematische vraagstukken in behandeling te kunnen nemen; hij heeft onderscheidingsvermogen ontwikkeld ten aanzien van de verschillende rollen binnen het strafproces en ten aanzien van de verschillende soorten opdrachten. De student heeft zich dus het ‘partij-denken’ of het denken vanuit bepaalde belangen eigen gemaakt en kan afwegingen maken vanuit normatieve en ethische perspectieven alsook vanuit doelmatigheidsoverwegingen.
32
Onderwijsvorm Hoorcolleges Voorafgaand aan het vak wordt een instructiecollege verzorgd waarin aard en opzet van het vak worden toegelicht en wordt uitgelegd wat van de studenten wordt verlangd. Gedurende de onderwijsperiode wordt een aantal gastcolleges gegeven door strafrechtjuristen uit de praktijk. Eventueel wordt er een rechtbankbezoek georganiseerd in één van de weken voorafgaand aan het Practicumonderwijs. Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
•
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: mw. mr. M.J. Dubelaar, mr. R. Malewicz, mr. W Morra Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen uiterlijk een week voor de werkgroep (op een nader te bepalen tijdstip) een schriftelijke opdracht in hardcopy en digitaal te hebben ingeleverd. Tijdens de werkgroep is actieve participatie van studenten een basisvereiste. De opbouw en inhoud van de werkgroepen is mede afhankelijk van de inhoud en kwaliteit van de schriftelijke opdracht die de studenten inleveren en de richting waarin de studenten in de uitwerking van hun schriftelijke opdracht de oplossing van de voorliggende problematiek hebben gezocht. Mede daarom wordt van studenten verwacht dat zij elke opdracht serieus voorbereiden en een zo goed mogelijke schriftelijke opdracht maken.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Vijf tussentijdse schriftelijke opdrachten die gezamenlijk (en gelijkelijk) het eindcijfer vormen. Inleverprocedures Via e-mail en in hard copy (één exemplaar) die op het secretariaat van de afdeling strafrecht en strafprocesrecht (kamer C1.01) moet worden ingeleverd. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Overige literatuur: de tijdens de onderwijsperiode per onderwijsweek afzonderlijk via Blackboard bekend te maken startliteratuur die als uitgangspunt voor het schrijven van het schriftelijk werk dient; de literatuur en jurisprudentie die door studenten bij het maken van het schriftelijk werk wordt gevonden en verwerkt
33
Werkboek: alle informatie t.b.v. een goed verloop van het vak wordt voorafgaand en tijdens de onderwijsperiode via Blackboard verschaft. Reader: Geen. Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. M.J. Dubelaar Werkadres: Steenschuur 25 Kamer: C112 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 8916 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen •
•
Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen, inclusief het introductiecollege, de eventueel te verzorgen gastcolleges en het eventueel georganiseerde rechtbankbezoek een strikte aanwezigheidsplicht geldt. Het onderwijs van het vak wordt verzorgd in een periode van tien onderwijsweken. Verspreid over deze periode dienen de studenten vijf schriftelijke opdrachten te maken en zullen ook vijf werkgroepen plaatsvinden. Studenten moeten een week voor aanvang van elke werkgroep hun schriftelijke opdracht hebben voltooid en op bovengenoemde wijze hebben ingeleverd. Voorafgaand aan de onderwijsperiode zal een introductiecollege worden verzorgd en eventueel een rechtbankbezoek. In de week waarin studenten hun opdrachten inleveren, wordt eventueel een gastcollege verzorgd.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
34
PENITENTIAIR RECHT Code: 23045214 Docent(en): Prof. dr. mr . L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 1 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid of toelating tot master criminologie (zie ook OER).
Beschrijving Het onderwijs in het penitentiair recht biedt studenten kennis van en inzicht in het penitentiair recht, in het perspectief van de achterliggende dogmatiek, ideeën en maatschappelijke ontwikkelingen. Globaal gezegd omvat het penitentiair recht het stelsel van rechtsregels dat aangeeft welke sanctie van overheidswege naar aanleiding van een strafbaar feit mag worden opgelegd, alsmede de wijze van tenuitvoerlegging, waaronder de rechtspositie van geïnstitutionaliseerde mensen mede is begrepen. De straf(recht)theorieën die beogen een antwoord te geven op de vraag naar de rechtvaardiging en het doel van het straffen in het algemeen, zijn kernpunt op elk van deze deelgebieden. In het verlengde hiervan vormt het zoeken naar een evenwicht tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, anders gezegd, tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming, de rode draad bij de studie van de drie deelgebieden. Het antwoord op deze fundamentele vragen wordt beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen en hangt samen met eigen (juridische) normen. Rechtsvergelijking op een enkel onderdeel laat zien dat de ons omringende landen met dezelfde vragen worstelen en demonstreert de relativiteit van de keuzes van de Nederlandse wetgever. Ook door de bespreking van het toezicht van internationale organen op de executie krijgt de internationale dimensie aandacht.
Leerdoelen Doel van het vak: Doel van het vak is het bieden van een introductie van het penitentiaire recht. Het penitentiair recht betreft kort gezegd het vormgeven aan en het opleggen en executeren van strafrechtelijke sancties. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • •
Kennis van en inzicht in het penitentiair recht Reflectie op de (huidige) keuze van systematiek en juridische vormgeving van sancties tegen de (historische) achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen Ervaring met het geven van een presentatie, waarbij ze met betrekking tot concrete vragen van penitentiair recht tot een eigen gemotiveerde kritische waardering en standpuntbepaling komen.
Onderwijsvorm Hoorcolleges
35
• • •
Aantal à 2 uur: 3 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings, mw. mr. drs. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: de in het werkboek opgegeven literatuur.
Werkgroepen • • •
Aantal à 2 uur: 5 Namen docenten: Prof. dr mr . L.M. Moerings (studenten criminologie), mw. mr. dr. P.M. Schuyt (studenten rechtsgeleerdheid) Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende bijeenkomst verplichte literatuur en het voorbereiden van opdrachten die tijdens de werkgroep moeten worden uitgevoerd. Van de studenten wordt een actieve bijdrage aan de werkgroepen verwacht, die kan bestaan uit het houden van een presentatie, individueel of in groepsverband Het voorbereiden van en de aanwezigheid bij elke werkgroep, alsmede de actieve participatie aan de werkgroep zijn voorwaarden om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen.
Andere onderwijsvorm(en) •
• • •
Iedere student is verplicht een excursie naar een penitentiaire inrichting bij te wonen. Het is de ervaring dat het bezoeken van de ruimtes waar gedetineerden verblijven, alsmede de informatie van en discussie met medewerkers van de inrichting en gedetineerden, de interesse, kennis en het inzicht van de studenten vergroten. Het bijwonen van een excursie is een voorwaarde om een officiële tentamenuitslag van het vak te krijgen. Namen docenten:Prof.dr. mr. L.M. Moerings, mw. mr. dr. P.M. Schuyt Vereiste voorbereiding door studenten: Geen In samenwerking met Delinkwentie en Samenleving wordt een college georganiseerd waarin een of meer ex-gedetineerden voorlichting geven over het leven in een penitentiaire inrichting en het leven na detentie.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen. Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal Literatuur: • • •
C. Kelk, Nederlands detentierecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; Evt. nog nader bekend te maken literatuur; Actuele wettenbundel
De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; 36
•
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; NB: De stamliteratuur is niet verplicht voor criminologiestudenten
Werkboek: •
Het werkboek, dat verspreid wordt via Blackboard, bevat o.a. een opgave van de verplichte literatuur en een toelichting daarop.
Reader: •
Reader penitentiair recht, bevattende tijdschriftartikelen, (toekomstige) wetgeving, buitenlandse regelingen, rechtspraak e.d.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: Mw. mr. dr. P.M. Schuyt Werkadres: Steenschuur 25, kamer C 1.09 Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard) Telefoon: 071 – 527 7526 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Dit vak maakt onderdeel uit van de masterspecialisatie Straf(proces)recht (docent: P.M.Schuyt) en de Master Criminologie profiel veiligheidsbeleid en rechtshandhaving (docent: M. Moerings). De aanwezigheid bij alle werkgroepen is verplicht.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
37
CRIMINOLOGIE VOOR JURISTEN Code: 23011314 Docent(en): mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving Het vak bestaat uit vijf hoorcolleges, twee werkgroepen en een responsiewerkgroep In de hoorcolleges wordt de verplichte studiestof behandeld, waarbij de volgende velden en onderwerpen aan de orde zullen komen: • • • • • • • •
Strafrechtelijke en criminologische vragen: normatief en empirisch denken Criminologie, politiek en beleid Het domein van de criminologie Aard en omvang van criminaliteit Beeldvorming rond criminaliteit Verklaringen voor criminaliteit Slachtofferproblematiek Reacties op criminaliteit
Tijdens de werkgroepen worden enkele criminologische theorieën toegepast op actuele ontwikkelingen binnen de verschillende facetten en stadia van de strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Hierin wordt de nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden om met behulp van sociaalwetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over (vormen van) strafrechtelijke criminaliteitsbestrijding. Tijdens de responsiewerkgroep wordt een oefententamen besproken. In aanvulling op de hoorcolleges en werkgroepen zal, in samenwerking met de studieverenigingen van Criminologie en Strafrecht, een tweetal gastcolleges worden georganiseerd die aansluiten bij de actualiteiten en de verplichte studiestof.
Leerdoelen Doel van het vak: Sinds het einde van de negentiende eeuw is onze kennis van de strafrechtspleging verrijkt door onderzoek dat zich tot doel stelt de oorzaken van criminaliteit en de werking van de strafrechtspleging te onderzoeken. Het doel van deze cursus is om een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema’s waar de Criminologie zich mee bezig houdt en om vervolgens met behulp van deze kennis de student een instrumentarium mee te geven voor een andere dan juridische beschouwing van de criminele politiek en studenten inzicht te geven in de betekenis hiervan voor de bestudering van het strafrecht en de strafrechtspleging. Besloten in deze doelstelling ligt de verwerving van voldoende kennis van criminologische theorieën om de praktische uitwerking van het strafrecht te kunnen bestuderen.
38
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven: • • • • •
Inzicht in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing; Begrip van de meerwaarde van de criminologie voor de (organen van de) strafrechtspleging en de strafrechtspraktijk; Kennis van beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek; Kennis van de belangrijkste begrippen en theorieën uit de criminologie Academische attitude, erin bestaande ook met behulp van andere dan juridische wetenschappelijke inzichten gefundeerde uitspraken te doen over het strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges • • • •
Aantal à 2 uur: 5 Een aantal niet verplichte gastcolleges Namen docenten: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude en staf criminologie Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de vooraf opgegeven stof uit de reader en het boek. Zoals weergegeven via Blackboard.
Werkgroepen • •
Aantal à 2 uur: 3 (waarvan 1 responsiewerkgroep) Vereiste voorbereiding door studenten: Voorafgaand aan de werkgroep wordt op de blackboardomgeving van het vak een opdracht geplaatst die door studenten moet worden voorbereid.
In verband met het specifiek sociaal-wetenschappelijke karakter van de literatuur heeft – gegeven de contacturen – de student meer studie-uren beschikbaar voor literatuurstudie en wordt met het oog daarop naast de hoorcolleges en werkgroepen een uitgebreide responsiewerkgroep aangeboden. Andere onderwijsvorm(en) 2 gastcolleges.
Toetsing Toetsvorm(en) •
Schriftelijk tentamen
Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, waaronder de literatuur die via de blackboardomgeving van het vak wordt verspreid, en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en werkgroepen.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
39
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • • • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; T. Newburn, Criminology, Willan Publishing: Cullompton [etc.] (laatste druk) Diverse aanvullende criminologische teksten die worden aangeboden via Blackboard.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.16 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail en tijdens een nog nader bekend te maken inloopspreekuur Telefoon: 071 – 527 7552 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht en Criminologie Afdeling: strafrecht en strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vrij van 9.00 – 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
40
PRIVATISSIMUM STRAF(PROCES)RECHT Code: 23011310 Docent(en): mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent ECTS: 10 Niveau: 600 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het Privatissimum straf(proces)recht bevat een verdiepende studie naar een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht o.a. op basis een analyse van de ontwikkelingen in jurisprudentie, wetenschap, wetgeving, politiek etc. Er worden diverse privatissima aangeboden die nauw aansluiten bij het profiel van de afdeling strafrecht in het algemeen en de wetenschappelijke expertise van de docenten in het bijzonder. De onderwerpen worden ieder jaar daarop afgestemd en kunnen per jaar verschillen. Het accent ligt op het aanleren van voor rechtswetenschappelijk onderzoek benodigde onderzoeks- en schrijfvaardigheden en het presenteren van de resultaten van onderzoek.
Leerdoelen Doel van het vak: Het doel van het vak is de student vertrouwd, kundig en vaardig te maken met het doen van rechtswetenschappelijk onderzoek. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) Door het privatissimum is de kennis van en het inzicht in een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht verdiept. Door het verrichten van een verdiepende studie, het maken van de opdrachten en het presenteren van de onderzoeksresultaten zijn in het bijzonder de volgende algemene vaardigheden (verder) ontwikkeld: • • • • • •
Het zelfstandig kunnen verrichten van onderzoek naar en selecteren van bronnen (regelgeving, literatuur en rechtspraak); Het kunnen toepassen van het uit verschillende bronnen gevonden materiaal op fundamentele vraagstukken van een specifiek deelterrein van het straf- en strafprocesrecht; Het kunnen maken van een verslag van het verrichte onderzoek, waarin de resultaten, voorzien van bronvermelding worden gepresenteerd; Het kunnen formuleren en uitspreken van een betoog waarin een zelf geformuleerd standpunt wordt verdedigd ten overstaan van medestudenten; Het kunnen deelnemen aan en leiden van een discussie; Academische attitude.
Onderwijsvorm Hoorcolleges Geen. 41
Werkgroepen LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (zie de Onderwijs- en Examenregeling) • • •
Aantal à 2 uur: 11 Namen docenten: mr. G.K. Schoep, mr. J.M. ten Voorde, gastdocent Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen zich voor elke werkgroep te hebben voorbereid door het bestuderen van de voorgeschreven stof, het zelf opzoeken van relevante (aanvullende) literatuur, jurisprudentie, wetgeving etc. en het maken van de voor die week voorgeschreven opdracht.
Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Het eindcijfer wordt gevormd op basis van de resultaten van vier schriftelijke opdrachten, het referaat en de mondelinge bijdrage aan de discussies. Inleverprocedures Op papier, via e-mail. Examenstof De voor de opodracht benodigde literatuur, zoals aangewezen in het onderwijsprogramma van het betreffende privatissimum, alsmede de door studenten zelf vergaarde literatuur.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk. Werkboek: De informatievoorziening over de opbouw en de inhoud van de privatissima verloopt via Blackboard en de respectievelijke werkgroepen.
Reader: •
Leidraad Privatissimum straf- en strafprocesrecht
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • •
Vakcoördinator: Mr. G.K. Schoep Werkadres: KOG, kamer C.1.20 Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard. 42
• •
Telefoon: 071 – 527 75 25 E-mail:
[email protected]
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Opmerkingen Studenten moeten er rekening mee houden dat voor alle werkgroepen (6 weken lang) een aanwezigheidsplicht geldt.
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
43
INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT Code: 23011308 Docent(en): Mr. dr. P.M. Schuyt, dr. C. Stahn e.a. ECTS: 5 Niveau: 500 Periode: Semester 2 Blok: Voertaal: Nederlands
Toegangseisen Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving Het vak omvat de traditionele thema’s van het Internationaal en Europees strafrecht. De nadruk ligt daarbij op díe elementen die een rol spelen in de Nederlandse rechtsorde (de grote en kleine rechtshulp, het thema van de harmonisatie) en het tribunalenrecht.
Leerdoelen Doel van het vak: De toenemende internationalisering van de – georganiseerde – misdaad, de vervolging en berechting van internationale misdrijven en de bestrijding van het terrorisme nopen de nationale, Europese en internationale wetgevende en uitvoerende autoriteiten meer samen te werken op het gebied van het strafrecht. De laatste jaren zijn verscheidene initiatieven genomen voor verhoogde interstatelijke samenwerking op het gebied van het strafrecht. Nieuwe of vernieuwde akkoorden inzake uitlevering, het Europees aanhoudingsbevel of andere rechtshulpvormen zijn het gevolg van deze vorm van internationalisering van het strafrecht. Het vak ‘Internationaal en Europees strafrecht’ heeft als doel kennis van en inzicht in het internationale en Europese strafrecht bij te brengen, om de student vertrouwd te maken met de zelfstandige vraagstukken van dit rechtsgebied en hem in staat te stellen de internationale en Europese dimensie die in andere vakken uit de opleiding naar voren komt te plaatsen. Eindkwalificaties (eindtermen van het vak) De student: • • • •
heeft inzicht verkregen in de internationale en Europese ontwikkelingen die leiden tot een steeds grotere invloed van het internationale recht en het Europese recht op het nationale strafrecht; heeft inzicht verkregen in de toepassing van het internationale en Europese strafrecht en is in staat kennis over het betreffende rechtsgebied in een realistische context te plaatsen; is in staat de opgedane kennis te operationaliseren ten behoeve van de rechtspraktijk; heeft inzicht verkregen in de implicaties van de invloed van het internationale en Europese recht op het Nederlandse strafrecht.
Onderwijsvorm Hoorcolleges •
Aantal à 2 uur: 10 44
• •
Namen docenten: mr. dr. P.M. Schuyt; dr. C. Stahn e.a. Vereiste voorbereiding door studenten: Het bestuderen van de voor de betreffende week voorgeschreven literatuur
Werkgroepen Geen. Andere onderwijsvorm(en) Geen.
Toetsing Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen Inleverprocedures Geen. Examenstof Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen is behandeld tijdens het hoorcollege.
Blackboard Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Literatuur Verplicht studiemateriaal De ‘Stamliteratuur’ van de Masterspecialisatie Strafrecht, te weten: • •
G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk; J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk;
Literatuur: • • •
E. van Sliedregt, J.M. Sjöcrona en A.M.M. Orie (red.), Handboek Internationaal strafrecht. Schets van het Europese en Internationale strafrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk Gedurende de cursus via Blackboard te verspreiden aanvullende literatuur Het materiaal dat gedoceerd wordt tijdens de hoorcolleges, incl. de sheets.
Aanbevolen studiemateriaal Geen.
Aanmelden De aanmelding verloopt via uSis.
Contact • • • • •
Vakcoördinator: mr. J.H. Crijns Werkadres: Steenschuur 25, kamer C.1.14 Bereikbaarheid: Telefonisch en per e-mail Telefoon: 071 – 527 7521 E-mail:
[email protected]
45
Instituut/afdeling • • • • • •
Instituut: Strafrecht & Criminologie Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht Kamernummer secretariaat: C 1.01 Openingstijden: Ma/di/do/vr van 9.00 tot 17.00 uur Telefoon secretariaat: 071 – 527 7518 E-mail:
[email protected]
Contractonderwijs Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO
46
Informatie over docenten • Coördinatoren • Docenten Master Straf(proces)recht
47
48
Coördinatoren Coördinator Masterspecialisatie Straf- en strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur
Scriptiecoördinator Mw. mr. F.P. Ölcer Kamer: C 1.15 Tel.: 071 527 7520 E-mail:
[email protected] Spreekuur: op afspraak via het secretariaat, dhr. W. Bonis.
Stagecoördinator Mr. G.K. Schoep Kamer: C1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Secretariaat Mr. W. Bonis Kamer C 1.01 Tel.: 071 527 7518 E-mail:
[email protected] Bereikbaar: 09.00 – 17.00 uur, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Bij afwezigheid: mw. R.K.Rustige Kamer C 1.02 Te.: 071 527 7528 E-mail:
[email protected]
Vakcoördinatoren Vakcoördinator Rechtshandhaving - Recht Realiseren Mr.J.H. Crijns Kamer C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 13.00 – 14.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Ideeëngeschiedenis van het strafrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
49
Vakcoördinator Capita Straf- en Strafprocesrecht Mr. J.M. ten Voorde Kamer: C 1.21 Tel.: 071 527 8928 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke dinsdag van 09.30 – 10.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Practicum Straf(proces)recht Mw. mr. M.J. Dubelaar Kamer C 1.12 Tel.: 071 527 8916 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke maandag van 15.15 – 16.00 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Penitentiair Recht Mw. mr. drs. P.M. Schuyt Kamer C 1.09 Tel.: 071 527 7633 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: elke donderdag van 13.00 – 13.30 uur, gedurende de periode van het onderwijs.
Vakcoördinator Criminologie voor Juristen Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude Kamer C 1.16 Tel.: 071 527 7552 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Privatissimum Straf(proces)recht Mr. G.K. Schoep Kamer C 1.20 Tel.: 071 527 7525 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
Vakcoördinator Internationaal en Europees Strafrecht Mr. J.H. Crijns Kamer: C 1.14 Tel.: 071 527 7521 E-mail:
[email protected] (Inloop)spreekuur: wordt nader bepaald.
50
Docenten Master Straf(proces)recht Prof. mr. C.P.M. Cleiren (Tineke)
B 1.45, Tel. 071 527 7530 E-mail:
[email protected]
Mr. J.H. Crijns (Jan)
C 1.14, Tel. 071 527 7521 E-mail:
[email protected]
Mw. Mr. M.J. Dubelaar (Marieke)
C 1.12, Tel. 071 527 8916 E-mail:
[email protected]
Mr. W. Geelhoed (Pim)
C 1.21, Tel. 071 527 8828 E-mail:
[email protected]
Prof. dr. L.M. Moerings (Martin)
C 1.05, Tel. 071 527 7633 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. F.P. Ölcer (Pinar)
C 1.15, Tel. 071 527 7520 E-mail:
[email protected]
Mr. G.K. Schoep (Ard)
C 1.20, Tel. 071 527 7525 E-mail:
[email protected]
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt (Pauline)
C 1.09, Tel. 071 527 7526 E-mail:
[email protected]
Mr. J.M. ten Voorde (Jeroen)
C 1.21, Tel. 071 527 8928 E-mail:
[email protected]
Mw. mr.drs. M.A.H. van der Woude (Maartje)
C 1.16, Tel. 071 527 7552 E-mail:
[email protected]
51
Mr. W. Bonis
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7518 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw C101 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
SECRETARIAATSMEDEWERKER STRAFRECHT Wim Bonis heeft Nederlands Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij in 1985 is afgestudeerd. Van 1991 tot 1999 heeft hij gewerkt bij de Bestuursdienst Rotterdam, bij de afdeling Bibliotheek en Documentatie. Hij verzorgt de secretariële ondersteuning van het Master onderwijs en van de Bachelor Keuzevakken (uitgezonderd Forensische psychiatrie). En hij is momenteel ook hoofdredacteur van de website van het Instituut voor Strafrecht & Criminologie.
52
Prof. mr. C.P.M. Cleiren
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7530 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw B145 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
HOOGLERAAR STRAF(PROCES)RECHT Na haar hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam (1991-2000), werd zij Directeur Generaal Wetgeving, Rechtspleging, Rechtshandhaving en Rechtsbijstand aan het Ministerie van Justitie (1997-2000).In 2000 werd zij benoemd tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht te Leiden. Zij is tevens Raadsheer plaatsvervanger aan het Hof Amsterdam. Daarnaast maakt zij deel uit van diverse stuurgroepen en commissies. Onderzoek Ze is samen met prof. dr. Joanne van der Leun programmacoördinator van het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
53
Mr. J.H. Crijns
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7521 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C114 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jan Crijns (1978) studeerde van 1996 tot 2001 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. In augustus 2001 studeerde hij af met als specialisatie straf- en strafprocesrecht. Tijdens zijn studietijd was hij onder meer werkzaam bij het Rotterdamse advocatenkantoor Nolst Trenité (thans Simmons & Simmons) en verbleef hij enkele maanden in New Orleans waar hij stage liep bij het St. Thomas Community Law Center. Sinds september 2001 is Jan Crijns verbonden aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie, eerst als promovendus en sinds april 2010 als universitair docent. Van 2001 tot 2010 verrichtte Jan Crijns promotieonderzoek naar de vraag op welke wijze op wilsovereenstemming gebaseerde instrumenten binnen de strafrechtspleging (transacties, voorwaardelijke sepots, toezeggingen aan getuigen etc.) moeten worden geduid en genormeerd. Gaat het hier om overeenkomsten en, zo ja, wat betekent dit voor de wijze waarop dit type instrumenten dient te worden genormeerd? Dit onderzoek – dat plaatsvond binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity – heeft inmiddels geresulteerd in het recent verschenen proefschrift ‘De strafrechtelijke overeenkomst. De rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht’ dat Jan Crijns op 17 juni 2010 heeft verdedigd (promotores prof. mr. C.P.M. Cleiren en prof. mr. J. Hijma). Jan Crijns is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht en Tekst & Commentaar Strafvordering. Daarnaast is Jan Crijns sinds september 2007 als rechterplaatsvervanger verbonden aan de Rechtbank Haarlem.
54
Mw. mr. M.J. Dubelaar
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 8916
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C112 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/dubelaarmj.jsp
DOCENT STRAF(PROCES)RECHT Marieke Dubelaar (1978) is als docent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Zij verzorgt zowel in de bachelor als in de master onderwijs op het terrein van het straf- en strafprocesrecht. Tevens is zij werkzaam als rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank ’s-Gravenhage. Onderzoek Sinds 2005 werkt Marieke Dubelaar aan een promotieonderzoek naar het gebruik van getuigenverklaringen in het strafproces. De aandacht gaat daarbij in het bijzonder uit naar de schriftelijke verslaglegging en audiovisuele registratie van getuigenverhoren (door de politie en/of de rechter-commissaris) en het gebruik van die registraties voor het bewijs. Met dit onderzoek wordt beoogd een duidelijk beeld te krijgen van de typisch Nederlandse werkwijzen en een basis te bieden voor vernieuwing in het juridisch denken over de rol en waarde van het getuigenbewijs. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
55
Mr. W. Geelhoed
+31 (0)71 527 8828 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C121
PHD FELLOW STRAF(PROCES)RECHT Pim Geelhoed studeerde tot 2006 Nederlands Recht aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde af in de richting strafrecht met een scriptie met als onderwerp ‘Ineffectieve verdediging’. Sinds datzelfde jaar is hij als PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie (vanaf 2009 Het Instituut voor Strafrecht & Criminologie). Onderzoek In zijn promotieonderzoek, getiteld het opportuniteitsbeginsel in een integrerend Europa, staat centraal hoe het opportuniteitsbeginsel, en daarmee het gehele Nederlandse vervolgingsbeleid, onder druk staat als gevolg van steeds verdergaande Europese integratie, en wat de aangewezen reactie is op die toegenomen druk. Hierbij worden de gevolgen voor de verschillende actoren in de strafrechtspleging betrokken en worden tevens constitutionele aspecten van deze ontwikkeling nader beschouwd. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
56
Prof. dr. mr. L.M. Moerings
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7633 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C105 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden 1
HOOGLERAAR PENOLOGIE Martin Moerings is hoogleraar penologie (‘wetenschappelijke bestudering van straffen’) aan de universiteit van Leiden. Hij studeerde sociologie in Tilburg en rechten in Utrecht. In 1977 promoveerde hij op het proefschrift De gevangenis uit, de maatschappij in, een empirische studie naar de sociale gevolgen van de gevangenisstraf voor de gedetineerde en zijn familie. Tot 1 september 2005 was Martin Moerings verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor strafrechtswetenschappen van de universiteit van Utrecht. In 2003 hield hij daar zijn oratie Straffen met het oog op veiligheid, een onderneming vol risico’s. In onderwijs en onderzoek houdt hij zich bezig met het spanningsveld tussen rechtswaarborgen bij de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties enerzijds en de effectiviteit ervan anderzijds. Daarnaast heeft hij de afgelopen jaren onderzoek verricht naar de versterking van de positie van het slachtoffer binnen de strafrechtspleging en de aanscherping van de zedenwetgeving.Binnen het departement strafrecht en criminologie is hij lid van het dagelijks bestuur en heeft hij de dagelijkse leiding van de afdeling criminologie en penologie. Hij is voorzitter van de examencommissies van de opleiding criminologie. Bovendien maakt hij deel uit van het onderwijsbestuur van de faculteit rechten.Moerings is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie (NVK), rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank in Arnhem, lid van de Raad voor Stafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), en lid van de deelredactie Sancties van Delikt en Delinkwent.
57
Mw. mr. F.P. Olcer +31 (0)71 527 7520 Telefoon:
[email protected] E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie KOG Steenschuur 25 Werkadres: 2311 ES Leiden C115
UD STRAF- EN STRAFPROCESRECHT Pinar Ölcer heeft Nederlands Recht in Leiden gestudeerd. Zij is op 14 februari 2006 gepromoveerd – ook in Leiden – op het onderzoek ‘Eerlijk proces en Bijzondere opsporing’, dat in 2008 is uitgegeven bij Wolf Legal Publishers.
58
Mr. G.K. Schoep
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 7525 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C120 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT G.K. (Ard) Schoep (1975) behaalde in 1993 zijn VWO-diploma aan de Christelijke Scholengemeenschap ´Oude Hoven´ te Gorinchem. In 1999 behaalde hij zijn doctoraal Nederlands Recht, afstudeerrichting strafrecht, aan de Universiteit Leiden. In die periode was hij tevens werkzaam bij de Leidse Rechtswinkel en studeerde hij aan de Humboldt Universiteit in Berlijn (D). Van 2000 tot 2008 was hij als AIO, respectievelijk PhD-fellow verbonden aan het Departement Strafrecht en Criminologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Hij gaf en geeft werkgroepen en colleges in diverse strafrechtelijke vakken. Thans is hij coördinator van Bachelor 3 Straf- en strafprocesrecht en van het mastervak Privatissimum Straf(proces)recht. In november 2008 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent straf- en strafprocesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Ard Schoep is sinds 2003 redactiesecretaris van Tekst & Commentaar Strafrecht, Strafvordering en (tot 2008) Internationaal Strafrecht. Tevens is hij sinds september 2007 rechterplaatsvervanger in de rechtbank Haarlem. Onderzoek Ard Schoep promoveerde op 20 oktober 2008 aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Straftoemetingsrecht en strafvorming (Deventer: Kluwer 2008). Hij is fellow binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity en coördinator van het deelprogramma ‘Handhaving, interventies, sancties’. Met prof.mr. C.P.M. Cleiren organiseerde hij in 2001 de conferentie Rechterlijke Samenwerking. Hij redigeerde met prof. mr. C.P.M. Cleiren ook de naar aanleiding van deze conferentie verschenen bundel Rechterlijke Samenwerking (Deventer: Kluwer 2001). Binnen een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, de Universiteit Groningen en de Universiteit Rotterdam redigeerde hij met A.F.M. Brenninkmeijer e.a. de bundel De taakopvatting van de rechter (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003). Samen met Jan Crijns en Patrick van der Meij organiseerde hij het congres De taak van de strafrechtswetenschap georganiseerd. Als uitvloeisel daarvan verscheen de bundel De taak van de strafrechtswetenschap (Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005). Met Pauline Schuyt verrichtte hij, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, onderzoek naar Instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting (Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005). Ard Schoep is ook de contactpersoon voor de studievereniging Studiekring over Strafrecht (SOS). 59
Mw. mr. dr. P.M. Schuyt
[email protected] E-Mail: Telefoon: 071-527 7526 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C109 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UHD STRAF(PROCES)RECHT
Pauline Schuyt studeerde Nederlands recht en Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1997 begon ze als junior docent straf(proces)recht aan de Rechtenfaculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Op dit moment werkt ze als universitair hoofddocent straf(proces)recht bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden. Onderzoek Pauline Schuyt is op 7 januari 2010 gepromoveerd op een onderzoek dat is gericht op straftoemeting en strafmotivering, en is getiteld Verantwoorde Straftoemeting. In haar proefschrift beschrijft ze de grote vrijheid van de rechter op het gebied van de straftoemeting en de consequenties die dit heeft voor de strafoplegging. Ze pleit voor een uitgebreidere strafmotivering, ter verantwoording van het gebruik van de grote straftoemetingsvrijheid. In ander onderzoek heeft zij zich bezig gehouden met de volgende onderwerpen: strafoplegging & motivering in de praktijk, met het gebruik van instrumenten ten behoeve van de strafoplegging, en materieel strafrecht: deelneming.
60
Mr. J.M. ten Voorde
E-Mail:
[email protected] Telefoon: 071-527 8928 Onderdeel: Instituut voor Strafrecht & Criminologie Kamerlingh Onnes Gebouw Kamer C 1.21 Werkadres: Steenschuur 25 2311 ES Leiden
UD STRAF(PROCES)RECHT Jeroen ten Voorde (1977) is universitair docent straf(proces)recht. Hij studeerde Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen werd hij onderzoeker-in-opleiding bij de sectie rechtsfilosofie van de faculteit rechtsgeleerdheid van voornoemde universiteit. Zijn promotieonderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre in het (materiële) strafrecht ruimte bestaat om rekening te houden met culturele diversiteit. Tussen 2001 en 2005 verzorgde hij ook werkgroeponderwijs rechtsfilosofie en was hij betrokken bij het keuzevak ‘verdieping rechtsfilosofie’. Sinds september 2005 is hij bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden werkzaam. Hij is coördinator van de masterspecialisatie straf(proces)recht. Voorts is hij als rechter-plaatsvervanger verbonden aan de rechtbank Haarlem. Onderzoek Op 28 juni 2007 promoveerde Jeroen ten Voorde op het proefschrift Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgegeven in 2007 bij Wolf Legal Publishers te Nijmegen. Sinds zijn promotie publiceerde hij nog diverse artikelen op het terrein van multiculturaliteit en strafrecht. Recentelijk verscheen in de reeks praktijkcahiers van de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten het boek Culturele verdediging in strafzaken (Sdu uitgevers, 2009). Op het terrein van onderzoek was hij ook betrokken bij de organisatie van de landelijke strafrechtsdag 2006 en lid van de redactie van de bundel Op zoek naar samenhang (Boom Juridische uitgevers, 2006), die naar aanleiding van deze dag verscheen. Met Jan Crijns en Patrick van der Meij vormde Jeroen ten Voorde de redactie van de bundel De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (Boom Juridische uitgevers), die in augustus 2008 is verschenen. Naast zijn onderzoeksbelangstelling voor multiculturaliteit en strafrecht, is zijn onderzoek ook gericht op materieelrechtelijke, strafrechtstheoretische en -filosofische onderwerpen.
61
Mw. mr. drs. M.A.H. van der Woude
Telefoon: E-Mail: Faculteit / Onderdeel: Werkadres: Persoonlijke Homepage:
+31 (0)71 527 7552
[email protected] Faculteit Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Strafrecht & Criminologie, Straf- en Strafprocesrecht Kamerlingh Onnes Gebouw Steenschuur 25 2311 ES Leiden Kamernummer C116 www.law.leidenuniv.nl/org/strafrechtencriminologie/ woudemahvander.jsp
Algemeen Maartje van der Woude (1980) is PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Ze studeerde van 1998-2002 Nederlands recht, met strafrecht als specialisatie, aan de Universiteit Leiden. Van 2002-2005 heeft Maartje tevens de studie Criminologie, met als master Veiligheidsbeleid en Rechtshandhaving, cum laude afgerond. Na haar afstuderen werd zij PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de faculteit der rechstgeleerdheid van voornoemde universiteit. Tijdens haar studies is ze een aantal jaren actief geweest voor de Kinder- en Jongeren Rechtswinkel Den Haag, heeft ze gewerkt als student-assistent bij de afdeling Criminologie en heeft zij een half jaar gestudeerd aan de University of Texas in Austin, Amerika. In Texas liep zij onder meer stage bij een pro deo advocatenkantoor, waar ze de belangen behartigde van jeugdige verdachten en heeft ze, in het kader van haar masterscriptie onderzoek gedaan naar zogenaamde boot camps voor jeugdige delinquenten. In 2007 organiseerde en coordineerde zij de succesvolle Honours Class ‘Criminal Justice Policies in the Risk Society: the necessity of a multi disciplinary approach’. Maartje maakt deel uit van de redactie van de onderwijsbundel Jurisprudentie Strafrecht Select (SDU uitgevers) en is ze co-hoofdredacteur van Proces: Tijdschrift voor de Strafrechtspleging (Boom Juridische Uitgevers). Onderzoek In het kader van haar promotieonderzoek buigt Maartje zich over de (totstandkoming) van de terrorismewetgeving. In het kader van haar promotieonderzoek heeft Maartje in 2008 gedurende 7 maanden als ‘visiting research scholar’ werkzaam geweest aan het Center for the Study of Law and Society van de University of California te Berkeley. Dit onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity.
62
Overige informatie • Studiekring over Strafrecht (S.O.S.) • Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven
63
64
Studenten die geïnteresseerd zijn in het strafrecht opgelet! Naast de theorie is strafrecht natuurlijk vooral boeiend in de praktijk, een aspect dat tijdens de studie wat minder centraal staat. Daarom is er de Studiekring Over Strafrecht. Dit dispuut biedt de studenten een hoop extra mogelijkheden om met de praktijk van het strafrecht in aanraking te komen. Zo worden er diverse lezingen gehouden door advocaten, raadsheren en leden van het Openbaar Ministerie. Daarnaast worden er excursies georganiseerd, zoals bijvoorbeeld naar gevangenissen, advocatenkantoren en andere instanties waar de strafrechtjurist een belangrijke rol speelt. Het strafrechtelijk dispuut is op 22 januari 1932 opgericht door Prof. mr J.M. van Bemmelen. Van Bemmelen was van 1931 tot en met 1968 hoogleraar Strafrecht en Strafvordering aan de Rijksuniversiteit te Leiden. De huidige beschermheer is prof. mr. Th.A. De Roos (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Tilburg) en de beschermvrouw is prof. mr. C.P.M. Cleiren (hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Leiden). Het lidmaatschap van S.O.S. wordt voor studenten die erover denken om strafrecht als master te kiezen zeer aangeraden, zowel door de docenten als (oud)leden die weten hoe nuttig het lidmaatschap kan zijn. Uiteraard kunnen ook Bachelorstudenten, die het strafrecht interessant vinden, lid worden. Daarnaast is het natuurlijk ook gezellig en biedt het je de ideale mogelijkheid om eens een kijkje in de strafrechtspraktijk te nemen!Voor informatie zijn wij te allen tijde beschikbaar; wij hopen snel iets van je te horen!!
Het S.O.S.-bestuur:
Voorzitter: Secretaris: Acitiviteiten: Penningmeester:
Laurens Nooijen Celesta Bonnet Jessica Koek Rosalinde Brand
E-mail: s o s @ l aw. l ei d en u n i v . n l Website: http://www.sos-leiden.nl/
65
Adres- en zittingsinformatie Rechtbanken en Gerechtshoven Rechtbank Haarlem Bezoekadres Simon de Vrieshof 1 2019 HA Haarlem Correspondentie-adres Postbus 1621 2003 BR Haarlem Telefoonnummer (023) 512 61 26 Faxnummer (023) 512 63 64 Zittingen Strafzaken: In principe elke werkdag van 09.00-15.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. Het kan zijn dat er op een bepaalde dag geen zitting van de Politierechter is, maar dat is niet van te voren aan te geven, en als deze geen zitting heeft, dan is er zeker een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepsbezoek graag even van te voren melden.
Rechtbank 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ 's-Gravenhage Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH 's-Gravenhage Telefoon (070) 381 31 31 Fax 070 381 1076 (extra judicieel) 070 381 3797 (civiele en strafgriffie) Zittingen Strafzaken: Zowel de Politierechter als de Meervoudige Kamer elke dag behalve vrijdag van 09.3017.00 uur. Groepen groter dan 5 mensen dienen van te voren (telefonisch) te worden aangemeld.
66
Gerechtshof 's-Gravenhage Bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ Den Haag Correspondentie-adres Postbus 20302 2500 EH Den Haag Telefoonnummer (070) 381 31 31 Zittingen Sector Strafrecht: Gewone strafzaken worden iedere dag behandeld, van 09.30-16.00 uur. Groepsbezoek kan beter van te voren (telefonisch) aangemeld worden. Het Hoger Beroep in de Raadkamer betreft een besloten zitting die alleen op donderdagen plaatsvindt. Op aanvraag kunnen deze wel individueel bijgewoond worden, maar niet door groepen.
Rechtbank Rotterdam Bezoekadres Wilhelminaplein 100 - 125 3072 AK Rotterdam Correspondentie-adres Postbus 50950 3007 BL Rotterdam Telefoonnummer (010) 297 12 34 Zittingen Strafkamer: Zowel politierechter als meervoudige kamer elke dag van 09.00-17.00 uur. Groepsbezoek moet van te voren (telefonisch) even gemeld worden (via algemeen tel nr, doorverbinden naar bureau communicatie)
Rechtbank Amsterdam Bezoekadres Parnassusweg 220 1076 AV Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 84500 1080 BN Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer In principe elke dag van 09.00-17.00 uur, zowel de Meervoudige Kamer als de Politierechter. De drukste dagen zijn dinsdag, donderdag en vrijdag. Op maandag en 67
woensdag kan de zitting van kortere duur zijn. Het kan zijn dat niet elke dag de Politierechter zitting heeft, maar dan is er altijd een zitting van de Meervoudige Kamer. Groepen van meer dan 3 personen graag van te voren even melden: 020-541 5015 (Petra Rodders)
Gerechtshof Amsterdam Bezoekadres Prinsengracht 436 1017 KE Amsterdam Correspondentie-adres Postbus 1312 1000 BH Amsterdam Telefoonnummer (020) 541 21 11 Zittingen Strafkamer: Elke dag van 09.30-15.00 uur. Groepen dienen zich van te voren (telefonisch) aan te melden. Individuen moeten zich even ter plekke melden bij de bode.
68