‘Het werk van een toezichthoudend ambtenaar begint pas als de inspectie is afgelopen’. Het is een ietwat boude bewering die meer dan een grond van waarheid bevat. Tijdens een inspectie worden allerhande vaststellingen gedaan, die steeds moeten worden getoetst aan de vigerende regels. De beoordeling van alle informatie en de verdere afhandeling van vastgestelde inbreuken kan veel meer werk vragen dan de eigenlijke inspectie ter plaatse. Voor de afhandeling van de vaststellingen beschikt MI over het handhavingsinstrumentarium. Na de vaststelling van een inbreuk stelt MI een proces-verbaal op en verstuurt dit naar de procureur des Konings. Tegelijkertijd dwingt MI een sanering af via de administratiefrechtelijke afhandeling. MI gebruikt hiervoor een kwaliteitshandboek om te komen tot een uniforme, vlugge en correcte dossierafhandeling.
Straf- en administratiefrechtelijk optreden 1 Inspecteren
zo groot als het aantal gecontroleerde bedrijven.
Het grootste aantal inspecties gebeurt tijdens de normale werkuren. Aanvullend gebeuren er ook avond-, nacht- en weekendinspecties, aangezien milieuvervuiling geen ‘nine to five’-aangelegenheid is. Van iedere inspectie wordt een inspectieverslag opgemaakt. In veel gevallen is het noodzakelijk monsters te nemen of metingen te doen om een efficiënte controle mogelijk te maken of om de juiste graad van verontreiniging of overtreding te bepalen.
Het aantal uitgevoerde inspecties toont aan dat slechts een zeer klein percentage van de Vlaamse bedrijven effectief wordt gecontroleerd. MI schat het aantal klasse 1-inrichtingen op 100.000. Rekening houdend met het feit dat een klasse 1-bedrijf één of meerdere klasse 1inrichtingen kan omvatten, betekent dit dat er meerdere tienduizenden klasse 1-bedrijven zijn. Daartegenover staat het cijfer van 4.505 bedrijven waar in 2001 een controle werd uitgevoerd. Een vierde daarvan zijn bedrijven waarbij eerder geen controle werd uitgevoerd. Bij de anderen gebeurden de controles grotendeels in het kader van de opvolging van saneringen ten gevolge van tekortkomingen die in de voorbije jaren werden vastgesteld. De sanering van een vastgestelde inbreuk kan immers geruime tijd vragen en dient al die tijd ook te worden opgevolgd.
Het behoort ook tot de opdracht van MI om een 24-uurpermanentie te verzekeren. Per provincie is minstens één toezichthoudend ambtenaar permanent onmiddellijk beschikbaar. Hij of zij kan via een semadigit worden opgeroepen door de Vlaamse minister van Leefmilieu, de hiërarchische oversten, de gerechtelijke overheden zoals de procureurs des Konings of de onderzoeksrechters en het Crisiscentrum van de regering (CGCCR). Tijdens periodes van wintersmog volgt de Hoofdinspectie 24 uur op 24 de evolutie van de luchtkwaliteit (NOx en SO2) op en initieert zij de nodige acties. De ambtenaar van permanentie heeft de nodige logistieke uitrusting om een oproep ogenblikkelijk te beantwoorden en zich ter plaatse te begeven. Hij beschikt over een GSM met fax en over een dienstwagen met een basispakket aan materieel om monsters te nemen of metingen te verrichten. Heel wat bedrijven worden meer dan één keer gecontroleerd: na de vaststellingen zijn er dikwijls nog bijkomende inspecties nodig voor de opvolging van de saneringen. Het aantal uitgevoerde inspecties is meer dan twee keer
Bij de ‘nieuwe’ gecontroleerde bedrijven werden ofwel één (bv. afvalwater) ofwel meerdere (bv. lucht, afval en veiligheid) ofwel alle (geïntegreerde aanpak) milieuaspecten gecontroleerd. Indien alle beschikbare middelen zouden worden gebruikt voor de geïntegreerde (multidisciplinaire) controles, zou MI met de huidige middelen jaarlijks nog minder bedrijven kunnen controleren: het aantal wordt geschat op 1.500. Dat is niet eens 10% van het aantal klasse 1-bedrijven in Vlaanderen. Dat strookt trouwens met de realiteit: bij het tienjarig bestaan van MI in 2001 zijn nog steeds niet alle klasse 1-bedrijven aan een geïntegreerde controle onderworpen, laat staan dat MI er al een inspectie uitvoerde. MI drukt bovendien zijn groot ongenoegen uit over het
Straf- en administratiefrechtelijk optreden
103
ontbreken van een milieudatabank om (eindelijk) het juiste aantal bedrijven te kennen. Dat anno 2001! Uitgevoerde inspecties Tijdens de diensturen ’s Avonds (van 17 uur tot middernacht) ’s Nachts (van middernacht tot 8 uur) In het weekend (zaterdag, zondag en officiële feestdagen) Totaal Aantal gecontroleerde bedrijven
7.723 1.986 1.029 613 11.351 4.505
Overzicht van de uitgevoerde inspecties.
tijdens de diensturen | 69%
’s avonds | 17%
’s nachts | 9%
in het weekend | 5%
2 Processen-verbaal Een aanvankelijk proces-verbaal wordt opgesteld na de vaststelling van een overtreding van de milieuhygiënewetgeving en verstuurd naar de procureur des Konings. In één proces-verbaal kunnen verschillende overtredingen worden vastgesteld: enerzijds wordt er een onderscheid gemaakt tussen het milieuvergunningsdecreet en andere wetgeving en anderzijds wordt er binnen het milieuvergunningsdecreet een onderscheid gemaakt tussen een inbreuk ten gevolge van het niet hebben van een (volledige) vergunning en het niet naleven van de voorwaarden die van toepassing zijn op een inrichting. In onderstaande tabel is de som van de laatste drie rijen daarom groter dan het getal in de eerste rij. Sinds de goedkeuring van de ‘Prioriteitennota vervolgingsbeleid milieurecht in het Vlaams gewest’ (goedgekeurd door de Commissie Vervolgingsbeleid op 30 mei 2000 en verder Prioriteitennota genoemd) en de daaruit volgende aanpassing van de ‘Code van goede praktijk voor het proces-ver-
104
Milieuhandhavingsrapport 2001 van de afdeling Milieu-inspectie
baal’ (11 december 2000 en van kracht vanaf 1 januari 2001) kan MI in een proces-verbaal melding maken van het prioritair karakter van een inbreuk, volgens de criteria die in de Prioriteitennota zijn opgenomen. De Prioriteitennota vermeldt daarover o.a. dat wanneer de administratie een proces-verbaal opmaakt voor de in de nota als prioritair aangeduide misdrijven, zij daarin ter informatie van het parket uitdrukkelijk melding maakt van het prioritair karakter en tevens aangeeft waarom het gewenste onderzoek en de eventuele strafrechtelijke vervolging volgens haar prioritair zijn. De omschrijving van een strafrechtelijke inbreuk als een prioriteit heeft voor gevolg dat het dossier op de meest doeltreffende manier zal worden afgehandeld, zowel wat de strafrechtelijke als wat de administratieve (dwang)maatregelen betreft. Aanvankelijke processen-verbaal Totaal aantal Aantal prioritaire processen-verbaal Aantal niet-prioritaire processen-verbaal Wegens geen vergunning (of deels geen vergunning)
805 228 577 331
Wegens niet naleven van voorwaarden Andere wetgeving
629 144
Naast de aanvankelijke processen-verbaal worden ook heel wat navolgende processen-verbaal opgesteld. Daarmee worden bijkomende inlichtingen over een aanvankelijk proces-verbaal aan de procureur des Konings bezorgd. Dat gebeurt op eigen initiatief of na een kantschrift van het parket. Zo worden gegevens verstrekt over de administratieve opvolging door MI, wordt een verklaring van de strafrechtelijk verantwoordelijke van het bedrijf doorgestuurd of wordt gemeld dat identieke feiten opnieuw vastgesteld werden. Wanneer het bedrijf zich na een aanmaning van MI in orde stelt met de wetgeving, wordt dat natuurlijk eveneens gemeld. Navolgende processen-verbaal Totaal aantal
1.103
De parketten ontvangen heel wat informatie van MI: naast de bijna 2.000 processen-verbaal zijn er ook nog andere contacten. De resultaten van deze informatiestroom worden in het laatste deel van dit hoofdstuk beschreven.
3 Maatregelen nemen Maatregelen nemen in het kader van de administratiefrechtelijke afhandeling van een vastgestelde inbreuk is de belangrijkste activiteit van een toezichthoudend ambte-
naar. Deze administratiefrechtelijke afhandeling start normaliter met het geven van aanmaningen. De gegeven aanmaningen hebben als doel de vastgestelde tekortkomingen te doen verhelpen en moeten aanleiding geven tot het daadwerkelijk saneren. Indien de aanmaningen niet tot het vooropgestelde resultaat leiden, dient MI te beoordelen welke volgende stappen kunnen gezet worden. Deze beoordeling moet gebeuren in functie van het specifieke dossier en van het zo efficiënt en effectief mogelijk laten ophouden van de inbreuk. Deze beoordeling kan leiden tot het toepassen van administratieve rechtshandelingen zoals het opleggen van dwangmaatregelen: de stopzetting van een activiteit bevelen, de toestellen verzegelen en de onmiddellijke sluiting van de inrichting opleggen. Deze beoordeling kan ook leiden tot het formuleren van voorstellen van administratieve sancties aan de vergunningsverlenende overheid: MI kan vragen de vergunningsvoorwaarden te wijzigen of aan te vullen of de vergunning te schorsen of op te heffen. In het kader van het meststoffendecreet kan een procedure worden gestart tot het opleggen van een administratieve boete.
3.1 Raadgevingen en aanmaningen MI kan tijdens een inspectie vaststellingen doen die op dat ogenblik geen inbreuk zijn, maar die erop duiden dat er in de toekomst wel een inbreuk kan ontstaan. Dat kan bijvoorbeeld omdat een overgangstermijn voor de inwerkingtreding van nieuwe of aangepaste wetgeving nadert of omdat de toezichthoudend ambtenaar vanuit zijn expertise kan aangeven dat er een falen van installaties zou kunnen ontstaan. In dit geval wordt geen procesverbaal opgesteld, maar kan een raadgeving aan de exploitant worden verstuurd om er voor te zorgen dat de huidige situatie van conformiteit met de wetgeving ook in de toekomst blijft bestaan. Bij de vaststelling van niet-conformiteiten met de huidige wetgeving wordt normaliter gestart met het versturen van een aanmaning aan de exploitant om de toestand te saneren en zich in orde te stellen met alle toepasselijke bepalingen in wetten, decreten, besluiten en vergunningen. In vele gevallen volstaat een aanmaning om te komen tot een effectief uitvoeren van de nodige saneringen. Het aantal saneringen ligt in 2001 hoger dan het aantal raadgevingen en aanmaningen. Dat is een gevolg van het feit dat een sanering pas geteld wordt nadat alle deelaanmaningen tot het gewenste resultaat geleid hebben én dat er in 2001 een verhoogde aandacht geweest is voor de opvolging van de saneringen bij nog lopende deelaanma-
ningen uit de voorbije jaren. Zo wordt bijvoorbeeld een sanering van een aanmaning uit 2000 pas geteld nadat de laatste deelaanmaning in 2001 opgevolgd is, ook al werd de overgrote meerderheid van de deelaanmaningen reeds in de loop van 2000 opgevolgd. Raadgevingen en aanmaningen Zonder proces-verbaal Gesaneerd Na proces-verbaal Gesaneerd
260 446 714 663
3.2 Dwangmaatregelen Wanneer een klasse 1-bedrijf in exploitatie is zonder vergunning (of deels zonder vergunning) kan MI de burgemeester voorstellen de stopzetting van de activiteiten te bevelen, toestellen te verzegelen of de inrichting te sluiten. Wanneer de burgemeester niet of onvolkomen optreedt, kan MI zelf deze maatregelen treffen. Wanneer een inrichting geëxploiteerd wordt in strijd met de vergunningsvoorwaarden en de exploitant weigert gevolg te geven aan gegeven aanmaningen, kan MI zelf dwangmaatregelen opleggen. Dwangmaatregelen Opgelegd door MI MI-dwangmaatregelen uitgevoerd Voorgesteld aan de burgemeester Opgelegd door de burgemeester
12 6 48 15
Het hoeft geen verbazing te wekken dat het aantal uitgevoerde dwangmaatregelen kleiner is dan het aantal opgelegde dwangmaatregelen. In een aantal gevallen is de exploitant zelf ingegaan op de dwangmaatregel en stopte met de exploitatie, bij anderen werd inmiddels een vergunning afgeleverd. Bij de dwangmaatregelen die voorgesteld werden aan de burgemeester, zijn er een aantal gevallen waar de burgemeester manifest niet wenst op te treden. MI verzegelt opslagtank benzine Bij een bestaand benzinestation werd één opslagtank voor benzine met een inhoud van 30.000 liter door de vergunningsverlenende overheid niet vergund omwille van het niet respecteren van de afstandsregels tot de perceelsgrenzen. De exploitant diende daarna nog twee nieuwe vergunningsaanvragen in, maar de vergunning werd steeds geweigerd. Het recentste weigeringsbesluit dateert van begin 2001. De exploitant deelde aan MI mee dat hij de geweigerde houder zelf buiten gebruik zou stellen maar maakte zijn belofte niet waar. In oktober stelde MI aan de burgemeester voor om maatregelen te nemen en het verdere gebruik van de geweigerde houder te verbieden. Per fax deelde de bur-
Straf- en administratiefrechtelijk optreden
105
Verzegeling van de houders van niet vergunde opslagtanks voor benzine.
gemeester in november mee dat hij niet onmiddellijk wenste op te treden. MI ging dadelijk ter plaatse en legde daar een dwangmaatregel op: MI verbood de exploitant om de opslagtank nog verder te vullen. Tegelijkertijd verzegelde MI de opslaghouder, zodat deze niet meer kan worden bijgevuld. Burgemeester legt stortplaats stil Sedert 1985 wordt een kleigroeve van een steenbakkerij uitgebaat als stortplaats. Reeds van bij de aanvang werd protest aangetekend tegen deze inrichting door een omwonende. Bij iedere aanvraag van de stortuitbater voor het bekomen van een bouw- of milieuvergunning werd een juridische procedure gestart die steevast eindigde bij de Raad van State. Een aantal vergunningen werden door de Raad van State effectief vernietigd, waardoor de activiteiten op de stortplaats tijdelijk moesten worden stilgelegd. Via nieuwe aanvragen kon de exploitatie telkens weer worden opgestart. Na verloop van tijd ontstond op vlak van vergunningen een onoverzichtelijk juridisch kluwen. In september richtte de klager een vraag aan het gemeentebestuur, aan MI en aan de Vlaamse minister van Leefmilieu om de uitbating van de stortplaats onmiddellijk stop te zetten. Hij voerde aan dat de milieuvergunning voor de stortplaats definitief vervallen was omdat de bouwvergunning gedurende een periode geschorst was door de Raad van
106
Milieuhandhavingsrapport 2001 van de afdeling Milieu-inspectie
State (de koppeling tussen bouwvergunning en milieuvergunning is vervat in het milieuvergunnings-decreet). Zoals steeds werd deze stelling aangevochten door het advocatenbureau van de stortuitbater. MI legde deze ingewikkelde zaak voor aan de juridische dienst van het departement en daar stelde men dat de milieuvergunning als vervallen diende te worden beschouwd. MI vroeg daarop aan de burgemeester om de stopzetting van de stortactiviteiten te bevelen in die zone van de stortplaats waarop de bestreden milieuvergunning betrekking had. In november ging de burgemeester in op onze vraag en legde een dwangmaatregel op. De exploitant wendde zich ook voor deze beslissing tot de Raad van State en diende een verzoekschrift in om de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid te vorderen. Ondanks het andersluidend advies van de auditeur, verwierp de Raad van State begin december deze vordering tot schorsing. Deze zone van de stortplaats wordt momenteel niet meer gebruikt en werd in afwachting van een nieuwe evolutie in het dossier afgedekt met een folie.
Een deel van een stortplaats werd afgedekt met een folie.
3.3 Administratieve sancties Wanneer de exploitant de bepalingen van het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, en de vergunningsvoorwaarden niet naleeft, kan de bevoegde overheid de vergunning geheel of gedeeltelijk schorsen of opheffen. Dat kan gebeuren op voorstel van een toezichthoudend ambtenaar van MI. Deze ambtenaar kan ook een voorstel indienen tot wijziging of aanvulling van de vergunningsvoorwaarden. Administratieve sancties Voorstel tot wijziging of aanvulling van de vergunningsvoorwaarden
4
Vergunningsvoorwaarden gewijzigd of aangevuld
2
Voorstel tot schorsing of opheffing van de vergunning
8
Vergunning geschorst of opgeheven
5
Wijziging van vergunningsvoorwaarden bij een asfaltcentrale MI ontving heel wat klachten in verband met de emissies van een asfaltcentrale en de eigen vaststellingen bevestigden deze klachten. Om een oplossing te bieden aan de blijvende problemen deed MI een voorstel tot aanpassing van de vergunningsvoorwaarden.
Gezondheidsinspectie. Dit overleg resulteerde in een aantal bijzondere voorwaarden die in de recente vergunningsbesluiten van de asfaltcentrale werden opgenomen. Deze voorwaarden moeten zorgen voor een beperking van de uitstoot van verontreinigende componenten en, daaraan gekoppeld, een reductie van de geuremissies. De vergunning legt de uitvoering op van zes emissiemetingen per jaar en van één dioxinemeting. Deze metingen moeten gebeuren door een erkend laboratorium. Om de emissies door vrijkomende asfaltdampen bij het laden van de vrachtwagens te beperken werd het laadstation overbouwd en werd een luchtafzuiging geïnstalleerd met afleiding van de afgezogen gassen naar een apart emissiepunt en met dosering van een product voor het maskeren van de geur. Op vraag van MI werd dit emissiepunt ook opgenomen in het meetprogramma. De lucht van de ontluchtingsbuizen van de bitumentanks wordt eveneens afgeleid naar de afzuiging van het laadstation. Het laadstation werd voorzien van automatische deuren. De aanvoer van teerhoudend asfaltpuin en het verwerken van pekbitumen en sommige andere stoffen werden stopgezet. Deskundigen in de disciplines lucht en geur voerden studies uit over de immissie van o.a. PAK’s en geur.
Op basis van dit voorstel werd een overleg tot stand gebracht met de vergunningsverlenende overheid, de exploitant, de gemeentelijke milieudienst en de
Straf- en administratiefrechtelijk optreden
107
Bij het lozen van mest kunnen administratieve boetes worden opgelegd.
Schorsing van de vergunning van een brandstoffenopslagplaats In oktober 1999 werd het bedrijf een eerste maal geverbaliseerd wegens een deels onvergunde exploitatie en het niet naleven van de milieuvoorwaarden. Zowel de milieu- als de bouwvergunning voor een bovengrondse brandstoffenopslagplaats werden geweigerd. Deze brandstoffenopslagplaats was al verzegeld door de Douane en Accijnzen. Na twee processen-verbaal en twee aanmaningen leverde de exploitant nog steeds geen enkele inspanning om zich in regel te stellen. Daarom vroeg MI in augustus 2000 de schorsing van de nog lopende milieuvergunningen aan de Bestendige Deputatie. In augustus 2001 schorste de Bestendige Deputatie deze milieuvergunningen. De exploitant sloot vervolgens zelf het bijbehorende benzinestation en begin 2002 vroeg MI de burgemeester om ook nog de rest van de exploitatie stop te zetten en zonodig het bedrijf te sluiten.
108
Milieuhandhavingsrapport 2001 van de afdeling Milieu-inspectie
3.4 Administratieve boetes meststoffendecreet Volgens artikel 37 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging door meststoffen, kunnen bij overtredingen van artikel 16 (uitrijden van mest op andere dan cultuurgrond, lozen in riolering, oppervlaktewater of op de openbare weg) en 17 (uitrijregeling voor mest op cultuurgrond) van dit decreet, administratieve boetes worden opgelegd tot 2.500,00 euro. De boete wordt bepaald door de afdelingshoofden van MI en van de Mestbank van de VLM.
Administratieve boetes Aantal boetes Totaal bedrag van de boetes (euro)
11 14.873,61
4 Strafrechtelijke afhandeling MI vraagt de parketten al jaren naar een terugkoppeling van de beslissingen over processen-verbaal. Hoewel de beslissing over een proces-verbaal soms jaren na de vaststelling van de overtreding kan worden genomen, ontvangt MI weinig of geen informatie over het verdere verloop van de opgestelde processen-verbaal. MI dringt daarom opnieuw aan op een effectieve strafrechtelijke afhandeling en op een vlotte doorstroming van informatie van de parketten naar MI.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bij MI binnengekomen informatie. Er worden nog geen aparte gegevens vermeld over de prioritaire processen-verbaal. Deze prioritaire processen-verbaal worden immers pas van begin 2001 opgesteld en MI wacht nog op de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek. Eind 2001 zijn er nog weinig of geen resultaten gekend bij MI. Hopelijk komt daar spoedig verandering in en blijkt uit de cijfers een effectief strafrechtelijk optreden bij de afhandeling van prioritaire inbreuken.
Ontvangen beslissingen van de parketten in 2001 Parket Geseponeerd Minnelijke schikking Antwerpen 2 0 Brugge 17 0 Brussel 30 1 Dendermonde 24 13 Gent 25 55 Hasselt 11 2 Ieper 4 0 Kortrijk 65 1 Leuven 25 6 Mechelen 5 0 Oudenaarde 8 2 Tongeren 36 3 Turnhout 20 1 Veurne 12 0 Totaal 284 84
Vrijspraak 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
Veroordeling 0 4 0 0 4 2 2 2 2 0 0 0 0 1 17
Overzicht van de ontvangen beslissingen van de parketten
Geseponeerd | 74% Minnelijke schikking | 22% Vrijspraak | 0,3% Veroordeling | 4%
Straf- en administratiefrechtelijk optreden
109